12.01.2013 Views

HERMENEUS jrg 64-1992 nummer 1 - Tresoar

HERMENEUS jrg 64-1992 nummer 1 - Tresoar

HERMENEUS jrg 64-1992 nummer 1 - Tresoar

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wilgen zijn tweehuizig. Een vrouwelijke boom draagt katjes in het vroege voorjaar,<br />

een mannelijke wilg heeft ook katjes, maar deze laatste hebben geen andere taak<br />

dan stuifmeel te verspreiden. De katjes van mannelijke wilgen hebben hun taak volbracht<br />

zodra ze uitgestoven zijn: deze vallen dan plotseling massaal af en worden op<br />

de grond onder de boom vertrapt door mens en dier. Bij populieren is hetzelfde verschijnsel<br />

waarneembaar.<br />

Het stuifmeel van de mannelijke wilgen is verstoven, wanneer de katjes afvallen; bij<br />

de vrouwelijke wilgen worden dan de katjes aan de boom rijp, ze barsten open en de<br />

‘zaadjes’ (elk zaadje van een pluimpje voorzien) zweven weg op de wind. Het epitheton<br />

olesikarpos kan dan ook alleen slaan op de mannelijke exemplaren.<br />

Daarom stel ik voor “vruchtverliezende wilgen” anders te vertalen, bij voorbeeld<br />

“de katjes afwerpende manlijke wilgen”, want καρπ�ς is een vaag begrip: “alles wat<br />

aan een boom hangt en geen blad is”.<br />

Liddell & Scott geven een misleidende verklaring van het woord �λεσίκαρπ�ς<br />

“losing its fruit (!), because they shed their fruits (!) before ripening” en bij Mehler kan<br />

men lezen: “vruchtverliezend, daar van de wilgen (de mannelijke exemplaren) de<br />

Wichten (!) niet rijp (!) worden”.<br />

Het epitheton “bladerenschuddend” bij Homerus<br />

De bezige handen van slavinnen vergelijkt Homerus (Odyssee 7,106) met het voortdurend<br />

in beweging zijn van espeblad, het blad van de ratelpopulier, Populus tremula.<br />

In deze vergelijking gaat het om spinnen en weven.<br />

Het epitheton einosiphullos “bladerenschuddend” elders in Homerus geeft aantalr<br />

ding tot misverstand. Het woord is doorzichtig want het bevat hetzelfde element dat<br />

men kent uit einosichthoon “aardschudder”, “aardschokker” (Poseidon). Maar het<br />

gevaar schuilt hierin dat Homerus niet spreekt over een boom maar over een berg. Die<br />

berg is de Pelion (modern Pilion) - tot de top geheel begroeid met bos. Deze berg haalt<br />

de boomgrens juist nog niet. Op de naar zee gekeerde flank overheerst beukenbos,<br />

samen met tamme kastanje, respectievelijk Fagus moesiaca en Castanea sativa. Bos<br />

dat in de herfst verkleurt en in de winter kaal is. Laat in het voorjaar wordt de berg<br />

weer groen.<br />

Het homerisch epitheton is in feite even zakelijk als het woord “bladafwerpend” bij<br />

Theophrastus voor loofhout dat ‘s winters kaal is. Oppianus spreekt over “de lente die<br />

loof baart” en Apollonius Rhodius kent een “bladstrooi-maand” en om terug te keren<br />

naar Homerus: een van zijn mooiste vergelijkingen gaat over bladafval in de herfst en<br />

het jaarlijks weer ontluikend blad in de lente: Ilias VI 146/9.<br />

Homerus gebruikt het epitheton van de Pelion ook voor de voornaamste berg op<br />

Ithaca, de Neriton, die geheel bekleed is met bos.<br />

De woordenboeken zouden de vakterm “bladverliezend” moeten geven ter verduidelijking<br />

van het epische woord “bladschuddend”. Men komt echter op een dwaalspoor<br />

“with quivering foliage, of wooded mountains” (Liddell & Scott), ^met beweeglijk<br />

gebladerte” (Mehler).<br />

Pelion einosiphullon: Ilias II 757; Odyssee 11, 316; Oppianus, cynegetica I, 116; Apollonius Rhodius,<br />

Argonautica 4,217; de berg Neriton op Ithaca: Ilias II 632; Odyssee 9, 22 vgl. 13, 351.<br />

43

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!