HERMENEUS jrg 64-1992 nummer 1 - Tresoar
HERMENEUS jrg 64-1992 nummer 1 - Tresoar
HERMENEUS jrg 64-1992 nummer 1 - Tresoar
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ALEXANDER SMARIUS KRULKOP<br />
VLEESVERS<br />
Ik zing van vlees en vet en haast me als eerste aan tafel een<br />
hapje van mijn mond in mijn keel slikkend te doen afdalen,<br />
terwijl mijn disgenoten mijn eeuwige vraatzucht bespotten.<br />
Dierbaar warm en geurend vlees, gesneden uit vette<br />
varkens en goede runderen! Wie zou bij zo’n maaltijd niet<br />
gemeten? Ja, want als ik je helemaal fijn gekauwd heb,<br />
verwijder je het zoete vuil van mijn witte tanden, zodat ze<br />
glad blijken als ik na enkele slokken met mijn tong over ze<br />
heen glijd.<br />
Mama, breng mij de oorzaken in herinnering, door welke<br />
bekoorlijkheid mijn hartstocht voor vlees en andere etenswaren<br />
is opgewekt. Als zuigeling immers, toen ik nog<br />
onervaren was in de dichtkunst, zoog ik de borst al gretig,<br />
zoals nog steeds elk van beide bij een maagdelijke meid -<br />
maar och arme ik! Waarom gaan uiteindelijk alle gedichten<br />
altijd over de liefde die iedereen in beroering brengt? Wat<br />
is nou mijn ware liefhebberij, of wie is het toch die de<br />
begeertes van het in- en uitwendige lichaam door de war<br />
stuurt? Ben je jaloers, dierbaar voedsel en duld je geen<br />
ander in naam der liefde? Je verpest immers mijn mooie<br />
slanke lijn en mest me vet, zodat geen enkele vastbesloten<br />
meid zich voelt aangetrokken.<br />
Je bedriegen kan ik niet. Je verlaten nooit.<br />
6. mansa minima omnis: ‘geheel fijn gekauwd’, cf. Cicero’s De Oratore 2.162: omnia<br />
minima mansa. equidem legt nadruk.<br />
7. remoues: subj. caro.<br />
8. ut...: subj. dentes. sumptis haustibus: abiadvus absolutus; cf. Ovidius’ Metamorphoseon<br />
7.450: bacchi tibi sumimus haustus.<br />
9. cf. Vergilius’ Æneis 1.8: Musa, mihi causas memora, quo numine læso...<br />
11. cf. Ovidius’ Tristia 2.424: Ennius ingenio maximus, arte rudis (Ennius, geweldig wat<br />
betreft talent, ruw wat betreft techniek).<br />
12 f. ut adhuc...: (‘zoals ook nu nog...) se. cupiens sugerem, irrealis zoals blijkt uit 19,<br />
14. omnis: acc. plur.<br />
18. forma gracili spoliatum: ‘beroofd van mijn ranke schoonheid’.<br />
19. Let op de klankwisseling (a, i en u), muliercula kan een negatieve bijsmaak hebben<br />
(‘wijfie’, ‘vrouwmens’), maar is hier meer letterlijk bedoeld (‘vrouwtje’, ‘meisje’).<br />
20. Fallere wegens onthouding van vrouwelijk schoon nequeo, relinquere wegens<br />
chronische behoefte aan eten numquam possum.<br />
Bovenstaand Latijns vers met vertaling en commentaar werd de redactie in deze vorm aangeboden door<br />
Alexander Smarius, op dat moment tweedejaars klassieke talen te Amsterdam.<br />
37