HERMENEUS jrg 64-1992 nummer 1 - Tresoar
HERMENEUS jrg 64-1992 nummer 1 - Tresoar
HERMENEUS jrg 64-1992 nummer 1 - Tresoar
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ders: “De natuur heeft ons de kiemen van de kennis gegeven” (Epistula ad Lucilium<br />
120,3).<br />
Enkele voorbeelden van de tournure ‘natura magistra’<br />
“De natuur is onze leermeesteres” is een formulering die men, in ethische zin, voornamelijk<br />
in Stoïcijnse geschriften aantreft. Secundum naturam vivere (“volgens de natuur<br />
leven”) is immers een van de grondregels van de Stoa en volgens deze filosofie<br />
zijn de wetten van de natuur een richtsnoer waarnaar men zijn leven dient in te richten.<br />
Als voorbeeld kan een passage bij Seneca dienen (Epistula ad Lucilium 45,9): qui<br />
natura magistra utitur, ad illius leges componitur, sic vivit quomodo illa praescripsit<br />
(“Wie de natuur als leermeesteres heeft, richt zich naar haar wetten en leeft volgens<br />
haar voorschriften”). Cicero spreekt van de natuur als leidsvrouwe (natura dux): De<br />
officiis 1,100 en Tusculanae disputationes 1,13.30.<br />
Resonanties van dergelijke formuleringen klinken door in christelijke teksten. De<br />
menselijke ziel, aldus Tertullianus (De testimonio animae 5,1), is een leerling van de<br />
natuur: Magistra natura, anima discipula est. Quidquid aut illa edocuit aut ista perdidicit,<br />
a deo traditum est, magistro scilicet ipsius naturae (“De natuur is de leermeesteres,<br />
de ziel is de leerling. Wat de eerste heeft onderricht en de laatste in zich heeft opgenomen,<br />
is door god, de leermeester immers van de natuur zelf, overgeleverd”). Bij dezelfde<br />
schrijver vinden wij in De resurrectione mortuorum 12,8 nog een andere tekst met natura<br />
magistra: praemisit tibi naturam magistram, quo facilius credas prophetiae, discipulus<br />
ante naturae (“Voordien zond hij je de natuur als leermeesteres opdat je, vóór<br />
die tijd leerling van de natuur, de profetie gemakkelijker zou geloven”; vergelijk ook<br />
van dezelfde auteur De corona 5,1).<br />
Reeds in Paulus’ Romeinenbrief (l ,19 w.) ontdekken wij sporen van een dergelijke<br />
traditie: de mens kan uit de schepping opmaken dat er een natuurlijke wet bestaat die<br />
aan de geschreven wetten voorafgaat.<br />
De verbinding ‘artis magistra9<br />
Hoewel, voorzover ons bekend, niet als bepaling van natura, vinden wij in de Latijnse<br />
literatuur een enkel voorbeeld van de verbinding artis magistra. Allereerst in een van<br />
de Heldinne-brieven van Ovidius (Epistula Sapphus ad Phaonem 83), waar de Muze<br />
Thalia deze eretitel krijgt:<br />
Sive abeunt studia in mores artisque magistra<br />
Ingenium nobis molle Thalia facit.<br />
(“Hetzij interesse in gewoonte overgaat en Thalia, de leermeesteres in de kunst ons<br />
talent plooibaar maakt”).<br />
Er is ook een Griekse pendant γριεκσ γριεκσ, die al vroeg voorkomt, nl. in<br />
de Prometheus van Aeschylus (vers 110 γριεκσ γριεκσγριεκσγριεκσ γριεκσ<br />
γριεκσ γριεκσ γριεκσ; vergelijk ook de verzen 254 en 506): “de gestolen vuurbron,<br />
die de leermeester van iedere vaardigheid voor de stervelingen gebleken is”.<br />
Vanwege de woordplaatsing willen wij hier eveneens de als slot van een hexameter<br />
fungerende verbinding arte magistra vermelden (“met meesterlijke kunstvaardigheid”).<br />
Ze komt tweemaal bij Vergilius voor (Aeneïs 8,442 en 12,427) en is naderhand<br />
21