12.01.2013 Views

HERMENEUS jrg 64-1992 nummer 1 - Tresoar

HERMENEUS jrg 64-1992 nummer 1 - Tresoar

HERMENEUS jrg 64-1992 nummer 1 - Tresoar

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

orde en de door de natuur in de levende wezens gelegde kracht. Zo komt ars soms<br />

naast natura voor in een context waarin de laatste term op een individueel persoon<br />

betrokken is en de betekenis “natuurlijke aanleg” heeft. Er zijn nu eenmaal artes die<br />

niet door vlijtige oefening alleen te leren zijn en die men zonder een zekere dosis talent<br />

nooit goed zal kunnen beheersen.<br />

Men kan, aldus Quintilianus (Instituyio oratoria I, Prol. 26), alleen een goed rhetor<br />

worden als men voldoende begaafd is: Illud tamen in primis testandum est, nihil praecepta<br />

atque artes valere, nisi adiuvante natura (“Maar allereerst dient men nadrukkelijk<br />

te stellen dat voorschriften en methodische scholing niets uithalen als ze niet door<br />

natuurlijke aanleg gesteund worden”). Maar, aldus deze pedagoog in de redenaarskunst,<br />

zelfs de meest begaafde zal onder leiding in theorie en praktijk aan de verdere<br />

ontplooiing van zijn talenten moeten werken (Institutio oratoria 2, 8, 3.8 en 12, 2,4).<br />

De bronnen voor de uitdrukking Natura artis magistra blijken vooral in filosofische<br />

geschriften te vinden te zijn. Het gaat voornamelijk om de Epicureeërs en de Stoïcijnen,<br />

maar ook Aristoteles’ uitspraak dat de menselijke vaardigheid de natuur nabootst,<br />

heeft de eeuwen door echo’s gehad.<br />

De Epicureïsche lijn<br />

Onze spreuk doet onmiddellijk denken aan Epicureïsche ideeën over de ontwikkelingsgeschiedenis<br />

van de mensheid zoals die bijvoorbeeld in het 5e boek van Lucretius’<br />

Dererum natura beschreven wordt. Daar is sprake van een geleidelijk ontwikkelingsproces<br />

waarbij de mens in de eerste fase van zijn bestaan door waarneming van de<br />

vele verschijnselen in de natuur om hem heen en door vervolgens na te bootsen wat<br />

voor hem bruikbaar was, tot een hoger niveau wist te komen.<br />

Met name in De rerum natura 5, 1241 - 1457 staat de gedachte dat de natuur de<br />

ïeermeesteres van de verschillende artes geweest is, centraal. Hier vinden we een volstrekt<br />

andere opvatting dan die volgens welke de goden als ε�ρεταί (uitvinders) van<br />

de verschillende kunsten en vaardigheden gezien werden, zoals Apollo van de muziek,<br />

Athene van het weven en Ceres van de akkerbouw. Lucretius beschrijft, overigens<br />

zonder van natura magistra te spreken, hoe de natuur de mensen het smelten van<br />

metalen leerde doordat ze metaaladers bij bosbranden hadden zien smelten, hoe spinnewebben<br />

de vrouwen tot het beoefenen van de weefkunst inspireerden, hoe men poten<br />

en planten leerde toen men zag hoe van de bomen gevallen eikels en bessen wortel<br />

‘schoten en hoe voor de oudste muziek het gezang van de vogels en het melodisch suizen<br />

van de wind het voorbeeld was. Dezelfde gedachte vinden we reeds in de 5e eeuw<br />

v. Chr. bij Democritus, zoals Plutarchus in De sollertia animalium 20 (974a) zegt: “Deze<br />

wil aantonen dat wij in de allerbelangrijkste zaken leerlingen van de dieren zijn,<br />

van de spin in het weven en stoppen, van de zwaluw bij het bouwen van huizen en van<br />

de zangvogels, de zwaan en de nachtegaal, bij het zingen, krachtens nabootsing”.<br />

Een directe echo van dergelijke gedachten klinkt door in een gedicht van John<br />

Dryden (Annus Mirabilis CLV):<br />

By viewing nature, nature’s handmaid art<br />

Makes mighty things from small beginnings grow:<br />

Thus fishes first to shipping did impart,<br />

Their tail the rudder, and their head the prow.<br />

19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!