11.01.2013 Views

drs. Bart Hetebrij - Nederlandse Officieren Vereniging

drs. Bart Hetebrij - Nederlandse Officieren Vereniging

drs. Bart Hetebrij - Nederlandse Officieren Vereniging

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

O PI N I E<br />

In juni zal Carré (wederom) gewijd zijn aan veteranen, naar aanleiding van 5 jaar<br />

Veteranendag 2009. Voor deze gelegenheid heeft Humanistisch Raadsman <strong>Bart</strong><br />

<strong>Hetebrij</strong> de redactie een aantal interviews met veteranen ter beschikking gesteld,<br />

onder de titel “Levensverhalen in Perspectief”. Medeauteur van deze verhalen is<br />

Martine Hulsman. In de aanloop naar het themanummer publiceert Carré in de<br />

komende edities een aantal verhalen uit dit boek. Zo verneemt de lezer hoe veteranen<br />

hun leven hebben beleefd, hoe belangrijk het is dat ze niet vergeten worden en dat ze<br />

recht hebben op onze waardering en erkenning.<br />

Tiga Serangkai<br />

Aldeboarn is de Friese naam van het dorp waar ik woon. Het<br />

ligt op de lijn Leeuwarden-Heerenveen en ontleent zijn naam<br />

aan de rivier de Boarn die het dorp in tweeën deelt.<br />

Vroeger was deze rivier verbonden met de Middelzee en had<br />

het een haven van enige historische betekenis. Bonifatius en zijn<br />

gevolg van Frankische soldaten kwamen hier in het jaar 754 aan<br />

land. Op weg naar Dokkum vernielden zij en passant een aantal<br />

voor de Friezen heilige plaatsen. En zoals bekend hebben zij dit<br />

gebrek aan respect voor de cultuur en godsdienst van iemand<br />

anders met de dood moeten bekopen. Er is wat dat betreft<br />

nog niet veel veranderd. Kijk maar naar de vernietiging van de<br />

enorme Boeddhabeelden in Afghanistan door de Taliban. Hoe<br />

klein van geest kun je zijn? In Indië heb ik zoiets nooit meegemaakt.<br />

Je had respect voor de cultuur, de godsdienst, de adat,<br />

voor de vrouwen en kinderen als je een kampong omsingelde.<br />

Maar laten we niet op de zaak vooruitlopen.<br />

Mijn verhaal begint in Nederland, waar ik tijdens de oorlogsjaren<br />

Maleis leerde spreken en schrijven. De boeken leende ik<br />

van een oom die zich specialiseerde in Indisch recht. Werken<br />

voor een handelshuis in Indië leek me ideaal. Ver weg, maar toch<br />

deel van het koninkrijk. Een overzees gebiedsdeel met genoeg<br />

ruimte om te pionieren. Maar voordat ik daar een baan kon<br />

gaan zoeken, moest eerst de Jap er nog uitgegooid worden. Na<br />

de oorlog gaf ik me direct op als oorlogsvrijwilliger, als parachutist<br />

ondanks mijn hoogtevrees. Dat lijkt tegenstrijdig, maar<br />

het zit in mijn natuur om juist dat te doen wat ik moeilijk vind.<br />

Ik heb geen taalgevoel en wil juist daarom talen leren. Heb ook<br />

jarenlang als kind elke dag voor het ontbijt een uur op de viool<br />

geoefend, terwijl ik niet echt muzikaal ben.<br />

Vrijwilliger werd het niet. Het zou allemaal anders lopen. Bij<br />

Defensie zei men: maak eerst je textielopleiding maar af en kom<br />

dan als dienstplichtige terug. Zo gezegd, zo gedaan. In oktober<br />

1946 vertrok ik met de 7 December Divisie naar Indië. Ingedeeld<br />

als korporaal bij de artillerie zat ik met de batterijcommandant<br />

in het voorterrein bij de infanterie en hield me als<br />

Humanistisch Raadsman<br />

JAN VAN DER VELDE, 1925. NEDERLANDS-INDIË.<br />

technical assistent bezig met de inzet van de artilleriestukken<br />

In die functie heb ik veel acties meegemaakt als ondersteuning<br />

van het bataljon Friesland en vooral van het 5 e infanteriebataljon<br />

met de geuzennaam Andjing NICA, vrij vertaald ‘de honden<br />

van het Nederlands-Indisch bestuur’. Ik heb veel acties van dit<br />

KNIL-bataljon op de gevoelige plaat vastgelegd. De foto’s uit<br />

die periode heb ik allemaal nog.<br />

Zomer 1947 startte de eerste politionele actie. Politioneel<br />

omdat de actie gericht was op herstel van de orde, de Japanse<br />

tegenstander was immers al verslagen. Tjimahi op Java was<br />

het vertrekpunt. Van daar gingen we richting Cheribon met<br />

als uiteindelijk doel de stad Djokjakarta. Voorbij Tegal omzeilden<br />

we met een tactische manoeuvre de ingegraven Siliwangi<br />

Divisie. Zo’n honderd kilometer voor Djokjakarta, iets voorbij<br />

het stadje Gombong, werd halt gehouden. Onder politieke<br />

<strong>Bart</strong> HETEBRIJ<br />

Humanistisch raadsman<br />

Andjing NICA ‘de honden<br />

van het Nederlands-<br />

Indisch bestuur’.<br />

(Foto: www.hetdepot.com)<br />

Carré 2 - 2009 pagina 29


TNI: is de afkorting<br />

van Tentara Nasional<br />

Indonesia ofwel het<br />

Indonesisch leger.<br />

Carré 2 - 2009 pagina 30<br />

druk was er een tijdelijk bestand gesloten. De teleurstelling bij<br />

ons was enorm. Zo dicht bij het doel en dan moeten stoppen.<br />

Wie is de vijand eigenlijk? TNI of onze politici? Dat soort vragen<br />

kwam dan wel bij je op.<br />

Er zat niets anders op dan kwartier te maken, het stadje te verkennen<br />

en ergens een hapje rijst te gaan eten. Omdat ik heel<br />

andere interesses had dan de meeste van mijn lokale sobats en<br />

Maleis sprak, verkeerde ik graag onder de lokale bevolking.<br />

Niet iedereen van mijn eenheid kon het waarderen als ik er<br />

weer eens alleen op uittrok. Op dat punt kreeg ik veel kritiek<br />

te verduren. Maar dat kon mij niet schelen. Tenslotte sprak ik<br />

de taal en iedere taal is een nieuw leven, een nieuwe cultuur<br />

en nieuwe contacten. Zo dacht ik erover. Het hield me geestelijk<br />

overeind, verrijkte me. Teveel in de militaire setting blijven<br />

hangen, zou alleen maar tot autoriteitsconflicten leiden.<br />

Een zekere mate van ruimte en vrijheid had ik nodig om mezelf<br />

te kunnen blijven. Ik kreeg veel Chinese vrienden. Probeerde<br />

hun taal te leren. Ging met hen tennissen, praatte over textielbusiness,<br />

over hun cultuur, taal, gebruiken, over hun belangstelling<br />

maar ook over hun angsten en onzekerheden. Als deze<br />

actie slaagde en de orde hersteld was, zou de handel ook weer<br />

opleven was de verwachting. Het zal één van deze kennissen<br />

geweest zijn, precies weet ik het niet meer, die mij benaderde<br />

met het verzoek of ik een foto kon maken van een doodgeboren<br />

kindje. Het kindje was van een jonge Indonesische vrouw<br />

die met haar twee zussen en ouders op de Grote Postweg in<br />

Gombong woonden. Er werd mij verteld dat de foto bestemd<br />

was voor de vader van het doodgeboren kindje, een TNI-officier<br />

die om begrijpelijke redenen niet in Gombong kon komen<br />

om het kindje te zien en er afscheid van te nemen.<br />

Hoewel de TNI-officier bij de tegenpartij hoorde, had ik daar<br />

geen enkele moeite mee. Ik ging naar het opgegeven adres en<br />

maakte daar de foto van het kindje. Als dank hiervoor kreeg ik<br />

een zelfgemaakt afscheidslied cadeau. De vrouw en haar twee<br />

zussen maakten samen muziek. De tekst van het lied hadden<br />

ze zelf geschreven. Met een van de zussen heb ik nog tot 2004<br />

gecorrespondeerd. Haar hele levensgeschiedenis heeft zij mij<br />

toevertrouwd. Ontroerend hoe uit zo’n klein gebaar, een<br />

levenslange correspondentie en vriendschap kan ontstaan. Het<br />

klinkt misschien vreemd, maar als ik er nu aan terugdenk, geloof<br />

ik niet dat ik haar als de “vijand” beschouwde.<br />

Voor mij was die vrouw iemand uit mijn eigen land, een rijksgenoot<br />

met toevallig een andere politieke mening, maar dat<br />

maakte haar niet minder of anders. Ook als we met echte repu-<br />

blikeinse idealisten te doen hadden, probeerden we die mensen<br />

toch in functie te houden. Zo hadden we in Tegal een TNIofficier<br />

benoemd tot inspecteur van politie. Ons uitgangspunt<br />

was zoveel mogelijk handhaven wat maar enigszins gehandhaafd<br />

kon worden. Als het echter een vrouw van een Duitse officier<br />

zou zijn geweest, had ik het nooit gedaan. Dat was de vijand.<br />

Dan was het een heel ander verhaal geweest.<br />

Er zat bij mij geen ideologie of christelijke naastenliefde achter,<br />

maar veeleer zoals ik gewend was met elkaar in het dorp om<br />

te gaan. Voor mij was het dorp het verlengde van ons erf. Als<br />

kind kwam ik overal en bij iedereen. Ik leerde wat van de smid,<br />

van de timmerman en de boer. Als tienjarige namen doopsgezinden<br />

mij mee naar de generale repetitie van de Mattheus<br />

Passion. Anderen leerden mij zeilen. Ik werd overal in betrokken<br />

en stond daar ook voor open. Ook de mensen met een<br />

meer bedenkelijke reputatie werden door het dorp geaccepteerd.<br />

Er woonde bijvoorbeeld één homo in het dorp. Daar<br />

werden geen problemen over gemaakt. Hij hoorde er bij, het<br />

was zo. So what? Je accepteerde de mensen in het dorp. In de<br />

stad heb je meer keuze in het selecteren van gelijkgestemden<br />

dan in een dorpsgemeenschap en is er dus meer risico op het<br />

ontwikkelen van een eendimensionale kijk op de wereld. Misschien<br />

had ik die foto wel nooit gemaakt als ik in een stad opgegroeid<br />

zou zijn. Wie zal het zeggen?<br />

Later, als directeur van een textielbedrijf met vestigingen op<br />

verschillende continenten, heb ik veel profijt gehad van dat<br />

gevoel van openstaan voor anderen, van mensen serieus nemen,<br />

bij iedereen te rade gaan, van mensen willen leren. Dat gevoel<br />

is ontwikkeld in het dorp en voor het eerst toegepast als militair<br />

in Indië. Daarnaast heb ik als militair geleerd te improviseren<br />

en verantwoordelijkheid te nemen.<br />

Wat ik in het dorp en later in het leger geleerd heb, werkte later<br />

door in mijn manier van zaken doen. Bijvoorbeeld, als ik in een<br />

ander land een contract moest afsluiten, verdiepte ik me altijd<br />

vooraf in de geschiedenis van dat land en leerde enkele woorden<br />

van de taal. Daarmee werden de mensen opener. Je legde makkelijker<br />

contact met je zakenpartners. Maar ook in het bedrijf<br />

zelf paste ik deze principes toe. Zo stelde ik rond 1965 in het<br />

bedrijf een vrouwenraad aan. Vrouwen kunnen bepaalde dingen<br />

gewoon beter bekijken, zoals de indeling van de te werken<br />

uren. Horizontale bevordering was een andere door mij genomen<br />

maatregel. Men kon opgeleid worden voor verschillende<br />

functies in het totale productieproces. Bij gebleken geschiktheid<br />

volgde een salarisverhoging. Tot slot ben ik nooit, ondanks<br />

druk van uit de personeelhoek, overgegaan tot het aanstellen<br />

van een bedrijfsmaatschappelijk werker. Problemen zijn voor<br />

de leiding om op te lossen. Klinkt militair, hè? Dat hebben ze<br />

ons op de SROA (School Reserve <strong>Officieren</strong> Artillerie) geleerd,<br />

waar ik na Indië tot officier werd opgeleid. Als leidinggevende<br />

zijn alle problemen voor jou. Jij hebt de verantwoordelijkheid.<br />

Als directeur van een bedrijf is dat niet anders.<br />

Woordenlijstje:<br />

Tiga serangkai: de drie zusjes vormden een muzikaal trio.<br />

Letterlijke betekenis: drie als één verbonden.<br />

TNI: is de afkorting van Tentara Nasional Indonesia ofwel het<br />

Indonesisch leger.<br />

Sobat: maat<br />

(Volgende pagina: brief van Jan van der Velde uit 1947)


Lieve allemaal, Gombong 19 aug.1947<br />

Heb net het O.P. logboek bijgewerkt. In dit boek moeten de<br />

bijzonderheden van de acties van ons onderdeel vermeld worden.<br />

Zondagmiddag is een compagnie Andjing NICA (ongeveer 150 man)<br />

met brencarriers naar de kust gegaan. Tegen de schemering zijn de<br />

wagens teruggekomen, maar dit keer alleen met de chauffeurs. De<br />

troepen zelf zijn in alle stilte langs het strand getrokken tot op de<br />

hoogte van Karanganjar en hebben daar op het strand overnacht.<br />

In dit gebied, ten Zuiden van de weg Gombong-Karanganjar, zaten<br />

ongeveer 1000 man TNI troepen. Volgens onze inlichtingeneenheid<br />

waren hiervan 3 a 400 man goed gewapend, de rest betrof mensen<br />

van de Laskar Rajat bewapend met ‘bamboe roendjing’ (speer van<br />

bamboe) en handgranaten. Gistermorgen om 3.30 uur zijn ze<br />

naar het Noorden opgerukt, zodat ze om 6 uur ‘contact’ met de<br />

TNI hadden. Van te voren echter waren een halve compagnie en<br />

wij langs een meer oostelijke weg halverwege de kust gekomen en<br />

hadden al een behoorlijk stuk vuur op verschillende punten gelegd<br />

en onze infanterie naar voren laten gaan. Ze verwachtten ons dus<br />

uit het Noorden, terwijl onze hoofdmacht juist uit het Zuiden kwam,<br />

daar hadden ze niet op gerekend. De Andjings konden dan ook weer<br />

eens behoorlijk toeslaan. We hadden fellere tegenstand verwacht<br />

omdat de meeste TNI troepen ‘vers’ uit Djokja kwamen. De meeste<br />

tegenstanders gingen aan de haal. Op het laatst nog verzet gehad<br />

van een mitrailleursnest.<br />

Er zijn onder andere twee “Hadjis” gevangengenomen. Een Hadji is<br />

en Mohammedaan die een bedevaart naar Mekka heeft volbracht<br />

en daardoor de bevoegdheden van een priester heeft verworven. Uit<br />

gevonden brieven bleek dat de ene Hadji speciaal uit Soerabaja was<br />

overgekomen om op 18 augustus een parade van de troepen hier in<br />

Gombong af te nemen en bij die gelegenheid de troepen onkwetsbaar<br />

te maken. Een goede vangst want dit zijn de mensen die de bevolking<br />

opstoken. Natuurlijk zijn niet alle Hadjis zo. Dit onkwetsbaar maken<br />

heeft niets uit te staan met de Islam, maar is nog een overblijfsel van<br />

het animisme. We vroegen hem of we zijn onkwetsbaarheid met de<br />

klewang mochten uitproberen. De beste man voelde er niets voor .<br />

Heb een stuk of wat opnames gemaakt.<br />

Verder hebben we nog een aantal gevangenen meegenomen voor<br />

inlichtingen. De lui die opgestookt zijn of gedwongen waren om mee<br />

te doen, laten we weer lopen. Oproerkraaiers en rampokkers nemen<br />

we mee voor verder verhoor. Hebben we echter met ware idealisten<br />

van doen, dus mensen die zonder bijbedoelingen als zelfverrijking<br />

of verdacht van moord en terrorisme opgepakt zijn, dan gebeurt er<br />

met die mensen niks en blijven ze als het even kan in hun functie<br />

gehandhaafd. Van een volksoorlog kun je niet spreken. Een gebied wat<br />

we eenmaal bezet hebben, wordt en blijft rustig, tenzij er infiltratie<br />

plaatsvindt. Dit bewijst dat er een bepaalde groep is geweest die<br />

de bevolking onder dwang of door ophitsing tot bepaalde dingen<br />

gebracht heeft. Bewaren jullie mijn negatieven zo goed mogelijk.<br />

Verwacht gauw weer post.<br />

Oan’t sjen Jan

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!