antwoorden leerboek
antwoorden leerboek
antwoorden leerboek
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
OEFENING 2<br />
Schrijf het voltooid deelwoord op van de werkwoorden tussen haakjes.<br />
1 (go) I have gone deaf in one ear.<br />
2 (have) Have you ever had an accident?<br />
3 (be) Where have you been ?<br />
4 (see) I have seen a lot of misery in Africa.<br />
5 (make) You have made a delicious apple pie!<br />
6 (do) I think you’ve done a very good job.<br />
Hoofdstuk 8 Spelling B1 Hoe schrijf je dat?<br />
Hieronder staan onregelmatige werkwoorden in groepjes bij elkaar. Van alle werkwoorden uit zo’n groepje<br />
maak je de past simple en het voltooid deelwoord op dezelfde manier. Als je de werkwoorden uit de<br />
groepjes tegelijk leert, kun je ze misschien beter onthouden.<br />
▶ Regelmatig én onregelmatig<br />
Er zijn een paar woorden die zowel regelmatig als onregelmatig zijn. Je mag dan kiezen welke vorm je<br />
gebruikt.<br />
Werkwoord Past simple Voltooid deelwoord Nederlandse betekenis<br />
burn burned OF burnt burned OF burnt (ver)branden<br />
dream dreamed OF dreamt dreamed OF dreamt dromen<br />
learn learned OF learnt learned OF learnt leren<br />
OEFENING 3<br />
Schrijf de werkwoorden tussen haakjes in de goede vorm.<br />
1 (burn) I have burned/ burnt my finger on the stove.<br />
2 (dream) She dreamed / dreamt about Zac Efron last night.<br />
3 (learn) I learned/ learnt how to cook from my cousin Rita.<br />
▶ Hele werkwoord = past simple = voltooid deelwoord<br />
Sommige werkwoorden hebben dezelfde vorm voor het hele werkwoord, de past simple en het voltooid<br />
deelwoord.<br />
Werkwoord Past simple Voltooid deelwoord Nederlandse betekenis<br />
bet bet bet wedden<br />
broadcast broadcast broadcast uitzenden<br />
cost cost cost kosten<br />
cut cut cut snijden<br />
hit hit hit raken, slaan<br />
hurt hurt hurt pijn doen<br />
let let let laten<br />
put put put zetten<br />
quit quit quit stoppen<br />
read read read lezen<br />
set set set leggen<br />
shut shut shut dichtdoen<br />
spread spread spread (ver)spreiden<br />
211