antwoorden leerboek
antwoorden leerboek
antwoorden leerboek
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
190<br />
Taalblokken Engels<br />
3 (exercise) Exercising is very healthy.<br />
4 (play) He kept playing hockey until he was 21.<br />
5 (teach) Ellen stopped teaching and went back to school herself.<br />
6 (be) Would you like to be my date for tonight’s party?<br />
7 (feed) I always forget to feed my cat before I go to work.<br />
8 (say) It is no use saying it didn’t happen. I know it did.<br />
9 (meet) Jan was very excited to meet her new colleague.<br />
10 (phone) Can you remember phoning Mo last Sunday? What did you tell him?<br />
Mogen, kunnen of moeten – Hulpwerkwoorden – I can, you may,<br />
she might, we could, you are able to, they are allowed to<br />
In het Nederlands heb je woorden zoals mogen , kunnen en moeten. Dit noemen we hulpwerkwoorden .<br />
Een hulpwerkwoord gebruik je samen met een ander werkwoord, het hoofdwerkwoord:<br />
Can I help you? Kan ik je helpen?<br />
Enkele veelvoorkomende Engelse hulpwerkwoorden zijn: can, may, might, could en must.<br />
De vorm van deze werkwoorden is altijd hetzelfde (dus geen –s bij he / she / it ).<br />
▶ Mogen<br />
Om te zeggen of vragen dat iets mag, gebruik je can , could, of may.<br />
• May en can gebruik je voor de tegenwoordige tijd:<br />
You can borrow my car. Je mag mijn auto lenen.<br />
May I take your coat? Mag ik je jas aannemen?<br />
• Could gebruik je voor de verleden tijd:<br />
I asked hem if I could have a drink. Ik vroeg hem of ik iets mocht drinken.<br />
Let op!<br />
In de betekenis toestemming hebben gebruik je een vorm van be + allowed to :<br />
You are allowed to go to the party. Je mag naar het feestje toe.<br />
Brian won’t be allowed to go the party. Brian zal niet naar het feestje mogen gaan.<br />
Steffie would be allowed to go if she had enough money. Steffie zou mogen gaan als ze genoeg geld had.<br />
▶ Kunnen<br />
Om te zeggen dat iets kan of zou kunnen, gebruik je can , could, may of might .<br />
• Can of may gebruik je als je bijna zeker weet dat iets kan of mogelijk is:<br />
Can I offer you a drink? Kan ik je iets te drinken aanbieden?<br />
We can help you if you like. Wij kunnen je helpen als je wilt.<br />
Een vraag die je met can stelt, kun je ook met may stellen. De betekenis is hetzelfde:<br />
May I help you? Kan ik je helpen?