antwoorden leerboek
antwoorden leerboek
antwoorden leerboek
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
• na een voorzetsel ( on, in, from, by, with, to, about enzovoorts):<br />
She left without saying goodbye to us. Zij ging weg zonder gedag te zeggen.<br />
• na worth, mind, no good, no use, en busy :<br />
Hoofdstuk 7 Grammatica B1 Wat zijn de regels?<br />
I don’t mind cleaning my room. Ik vind het niet erg om mijn kamer schoon te maken.<br />
Je gebruikt to + hele werkwoord na:<br />
• would love en would like :<br />
I would love to paint my girlfriend.<br />
• bijvoeglijke naamwoorden.<br />
He was very happy to see her.<br />
Soms is er geen verschil tussen het gebruik van de to- vorm of de –ing vorm. Beide vormen zijn dan<br />
mogelijk, zonder betekenisverschil:<br />
It started raining.<br />
It started to rain.<br />
Voorbeelden van zulke werkwoorden zijn: begin en continue.<br />
Het kan ook zo zijn dat je beide vormen mag gebruiken, maar dat de zinnen dan wel een andere betekenis<br />
hebben. Kijk maar eens naar de volgende twee zinnen:<br />
Stop reading the article.<br />
Stop to read the article.<br />
In de eerste zin ben je het artikel al aan het lezen, en moet je daarmee stoppen.<br />
In de tweede zin moet je stoppen waar je mee bezig bent, en eerst het artikel gaan lezen.<br />
Voorbeelden van zulke werkwoorden zijn: come, forget, go on, mean, regret, remember, stop.<br />
OEFENING 16<br />
Welke uitleg is goed? Zet een kruisje bij het goede antwoord.<br />
1 He came running across the field.<br />
□ Hij kwam naar me toe en rende daarna over het veld.<br />
□ Hij kwam over het veld naar mij toe rennen.<br />
2 I will never forget meeting Chuck Wilson in Chicago.<br />
□ Ik zal nooit vergeten om Chuck Wilson in Chicago te ontmoeten.<br />
□ Ik zal mijn ontmoeting met Chuck Wilson in Chicago nooit vergeten.<br />
3 She remembered to buy milk.<br />
□ Ze had eraan gedacht dat ze melk moest kopen.<br />
□ Ze herinnerde zich dat ze melk had gekocht.<br />
4 I stopped to take a look at the map.<br />
□ Ik stopte met op de kaart kijken en ging iets anders doen.<br />
□ Ik stopte om op de kaart te kijken.<br />
5 We stopped telling her our plans.<br />
□ We vertelde haar niet langer meer over onze plannen.<br />
□ We stopten met werken om haar onze plannen te vertellen.<br />
OEFENING 17<br />
Schrijf de werkwoorden tussen haakjes in de goede vorm. Kies uit: –ing of to -vorm.<br />
1 (sing) Judith really likes singing .<br />
2 (go) I would love to go on holiday to France this year!<br />
189