antwoorden leerboek
antwoorden leerboek
antwoorden leerboek
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
188<br />
Taalblokken Engels<br />
every day.<br />
7 The cleaner broke the window yesterday. The window was broken (by the cleaner)<br />
yesterday.<br />
8 We have not paid the bill yet. The bill has not been paid yet<br />
Het werkwoord als zelfstandig naamwoord – Singing and dancing<br />
In het Engels heb je zelfstandig naamwoorden die eindigen op –ing :<br />
Dancing is my favourite sport. Dansen is mijn favoriete sport.<br />
Finding a job is hard these days. Werk vinden is moeilijk tegenwoordig.<br />
She hates reading. Ze heeft een hekel aan lezen.<br />
Will you stop pushing me? Wil je ermee ophouden mij te duwen?<br />
I look forward to hearing from you. Ik hoor graag van je.<br />
Some things are worth fighting for! Sommige dingen zijn de moeite van het vechten waard!<br />
De woorden op –ing zijn eigenlijk werkwoorden die je als een zelfstandig naamwoord gebruikt.<br />
OEFENING 15<br />
Onderstreep de werkwoorden op –ing die als zelfstandig naamwoord zijn gebruikt.<br />
1 I like cycling better than walking .<br />
2 I saw you in town yesterday. Who were you waiting for?<br />
3 She doesn’t like swimming at all!<br />
4 Smoking is bad for your lungs.<br />
5 Sven is not trying very hard today, is he?<br />
6 Lars is talking to the teacher about his project.<br />
7 Is talking not allowed in here?<br />
8 Please stop crying .<br />
9 What are you doing? – I’m writing Sandra an email.<br />
10 I’m tired and I should have gone running .<br />
–ing of to ? – De goede vorm na een werkwoord – Start running,<br />
start to run<br />
In het Engels moet je vaak kiezen of je na een werkwoord een –ing- vorm gebruikt of een to -vorm.<br />
Je gebruikt de –ing- vorm:<br />
• als onderwerp van de zin:<br />
Smoking is prohibited. Roken is verboden.<br />
• na werkwoorden die te maken hebben met beginnen, doorgaan en stoppen, zoals start, begin,<br />
continue, keep, stop, end, finish:<br />
I started dancing when I was five years old. Ik begon met dansen toen ik vijf jaar oud was.<br />
• na werkwoorden die te maken hebben met houden van en een hekel hebben aan, zoals like, love,<br />
enjoy, prefer, hate, dislike. Het gaat hier om: in het algemeen .<br />
I love painting . Ik hou van schilderen.