11.01.2013 Views

antwoorden leerboek

antwoorden leerboek

antwoorden leerboek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Een tijdsbepaling geeft aan wanneer iets is:<br />

She will arrive tomorrow . Ze komt morgen aan.<br />

She graduated last year. Ze is vorig jaar afgestudeerd.<br />

I will finish work in an hour. Ik ben over een uur klaar met werken.<br />

I did all my homework yesterday. Ik heb al mijn huiswerk gisteren gedaan.<br />

Hoofdstuk 4 Grammatica A2 Wat zijn de regels?<br />

Een tijdsbepaling geeft antwoord op de vraag wanneer?: Wanneer komt zij aan?, Wanneer studeert zij af?<br />

enzovoorts.<br />

Je zet een tijdsbepaling meestal aan het einde van de zin.<br />

Je zet een tijdsbepaling alleen aan het begin van de zin als je er veel nadruk aan wilt geven:<br />

Yesterday , I went to the cinema. Gisteren ben ik naar de bioscoop geweest.<br />

Als je plaats en tijd naast elkaar zet, komt altijd eerst plaats en dan tijd. Dus: eerst waar, dan wanneer.<br />

Dat is precies andersom dan in het Nederlands:<br />

I will arrive in Alaska tomorrow . Ik kom morgen aan in Alaska.<br />

I didn’t go to school yesterday . Ik ben gisteren niet naar school geweest.<br />

We went on holiday to Italy last year . Ik ben vorig jaar naar Italië op vakantie geweest.<br />

She stayed at her parents’ house last weekend . Zij logeerde vorige weekend bij haar ouders.<br />

OEFENING 3<br />

Zet de zinsdelen in de goede volgorde.<br />

1 to Britain / tomorrow/ flying / I am / home I am flying home to Britain<br />

tomorrow.<br />

2 I will / tomorrow evening / call you / at home I will call you at home tomorrow<br />

evening.<br />

3 from France / I will write / to you / next week I will write to you from France next<br />

week./ Next week, I will write to<br />

you from France.<br />

4 the cinema / Lars / yesterday / went to Lars went to the cinema yesterday. /<br />

Yesterday, Lars went to the cinema.<br />

5 go to / I will / this summer / to America I will go to America this summer. /<br />

This summer, I will go to America.<br />

6 is / at the office / dad / today Dad is at the office today.<br />

7 on holiday / in September / Amanda went / in Spain Amanda went on holiday in Spain in<br />

September.<br />

8 tomorrow evening / are you going / Are you going to the new musical in<br />

in the National Theatre / to the new musical / ? the National Theatre tomorrow<br />

evening?<br />

125

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!