De kunst van communicatie tussen paard en handen - Myler bitten

Myler Combinatiebitten
Verdeling van de druk om vriendelijkere en zachtere hulpen te
geven.
Combinatiebitten maken gebruik van de
inwerking op meerdere plaatsen waarop
druk wordt uitgeoefend, zodat ze een
gelijktijdige interactie geven tussen
mondstuk, kinriem en neusband.
Wanneer de teugels worden
aangenomen of gegeven, verspreidt het
bit automatisch de druk op de mond, de
kin, de neus of de nek van het paard, of
neemt de druk weg. Juist omdat de druk
verdeeld is, biedt het bit de
mogelijkheid van een stevige,
doelmatige, maar
toch een zeer
humane hulp,
waardoor de
ruiter minder
druk hoeft uit te oefenen dan bij een traditioneel bit.
Het paard wordt beloond voor het licht in de hand
blijven door het glijdende mondstuk dat ”vrij
spelen” mogelijk maakt voor het mondstuk
daadwerkelijk helemaal inwerkt. Dit alles maakt het
Combinatiebit een uitmuntend africhtingsmiddel.
Het gepatenteerde
naafbussysteem en de Neil
Merrell bitring
Een bijzonder item voor alle vormen van
ruitersport waarbij hoge snelheid een rol speelt.
Bij vele traditionele bitten met een schaar draait de hefsteun (de ring
waaraan de bakstukken bevestigd zijn) mee met de schaar in de wang van
het paard, waardoor hulpen verkeerd begrepen kunnen worden. Door het
Mylersysteem van de gepatenteerde naafbus (verkrijgbaar in
handgemaakte bitten en een beperkt aantal productiebitten) draait de
schaar onafhankelijk naar buiten tot 45º, zonder dat het mondstuk,
hefsteun of bakstuk meedraait. Deze kleine, maar zeer belangrijke
eigenschap zorgt ervoor dat de inwerking op het mondstuk beperkt wordt,
waardoor het paard kan reageren op een lichte teugelhulp en overtrokken
hulpen worden vermeden. Neil Merrill ontwierp in
samenwerking met de Mylers de Neil Merrill
bitringen. Deze bevatten het gepatenteerde
naafbussysteem en uniek scharnierende vlakke
bitringen, met de eigenschappen dat de vlakke
bitringen en de bakstukken plat tegen het
paardenhoofd blijven liggen, zelfs bij een
teugel-druk die naar opzij of naar boven
gegeven wordt, zelfs wanneer er scherpe
wendingen worden gereden of het paard
wordt omgetrokken.
De Neil
Merrill vlakke
bitringen zijn
goed bruikbaar
in alle disciplines en in
elke africhtingsfase van het paard,
maar speciaal waardevol bij ruitersportdisciplines
die een grote atletische inbreng
vergen, zoals (jacht)springen, polo en barrel
racing.
de vlakke bitringen blijven plat
liggen, ook als de teugel fiks
wordt aangetrokken
DE KENMERKEN VAN HET MYLER BIT
4
1, 2, 3
1 Tongvrijheid/naar voren gebogen mondstuk: stelt
het paard in staat om vrij te kunnen slikken en nodigt het paard uit tot
nageven. Vele traditionele bitten liggen vlak op de paardentong,
verhinderen het slikken en leiden vaak tot verzet. Met de gebogen
mondstukken verdelen de Mylerbitten de druk meer gelijkmatig over de
tong dan de traditionele.
2 Mondstuk: bevatten koperen inlegstrips om het paard te laten
speekselen. De metalen van het mondstuk variëren, afhankelijk van de
Western of Engelse bitten. De meeste Western bitten zijn gemaakt van
ijzer (sweet iron) met koperen inlegstrips en de meeste Engelse bitten zijn
van roestvrijstaal met koperen inlegstrips. Ook zijn er enkele massieve
ijzeren, roestvrijstalen en Cyprium mondstukken beschikbaar.
3 Ophouding & Nageven: leren het paard om ontspannen
af te knikken en nageeflijk door de kaak te blijven. Wanneer de teugels
worden aangenomen, kantelt het mondstuk naar binnen op de lagen en
draait het neerwaarts op de tong. Zodra het paard nageeft, valt de druk
weg en leert het paard deze ‘druk-vrije’ houding in nageeflijkheid te
behouden.
4 Sleuven en inhaakringen: bieden een hefboomwerking
bij ringbitten zonder schaar. Met deze uitvoering draait het mondstuk
naar voren en naar beneden op de tong en de lagen wanneer de teugels
worden aangenomen, waardoor het paard aangemoedigd wordt om na
te geven. De meeste traditionele ringbitten geven alleen een
terugwerkende druk op de tong en de lagen, wat kan leiden tot verzet
van het paard. Het bit wordt bevestigd aan de bakstukken en de teugels,
waarvan de stoten van buiten af door de sleuven (of
inhaakringen bij de Western bitten) gestoken worden, zoals
getoond op de foto. Op deze wijze lijkt het van buiten op
een traditioneel ringbit. Wordt een kneveltrens gebruikt, dan
heeft men te maken met één sleuf, alleen voor de teugel, en
moet het knevelriempje gebruikt worden om het bit te
verankeren aan de bakstukken
5. Onafhankelijke zijdelingse draaibaarheid van het
mondstuk stelt de ruiter in staat om eenzijdig met dit bit in te werken. Met
traditionele bitten kan een ruiter niet aan een
kant van het bit alleen inwerken, wat leidt tot
verkeerde hulpen, miscommunicatie en verzet.
Met de onafhankelijke zijdelingse inwerking is
een ruiter in staat daadwerkelijk slechts een
zijde van het bit te bedienen, waardoor hij
voorkomt dat het paard over de schouder
wegvalt en op de voorhand komt. Mede
daardoor kan hij het paard beter in balans
houden, laten buigen en verzamelen.
5
D
Ron Myler Bob Myler
Dale Myler
e scheppers van de Mylerbitten, Ron, Dale en Bob Myler, geven
blijk van een filosofie achter elk van hun bitten. Het bit is een
communicatiemiddel. Om doelmatig met je paard te kunnen
communiceren moet hij ontspannen zijn. Als je paard zich verzet, kan hij
niet juist op je hulpen reageren. Hij heeft dan een ander bit nodig
waarop hij wel kan ontspannen.
De Mylers hebben een heel bitsysteem ontworpen om effectief met elk
paard in elke fase van africhting te kunnen communiceren. Het basisprincipe
is om gedurende zijn africhting steeds weer het juiste
bit bij bepaalde fases te gebruiken. Dit systeem is zo opgezet, dat
naarmate het paard verder wordt afgericht het bijbehorende bit op
steeds minder plaatsen druk uitoefent en daardoor steeds zachter is.
Omdat er zoveel bitvaraties beschikbaar zijn, lijkt het systeem ingewikkeld,
maar het is in feite erg simpel. Ieder mondstuk hangt samen met
de fase van africhting van het paard. Die africhting kan globaal in drie
fases verdeeld worden. Deze fases dienen als leidraad om een bit uit
te kiezen, dat past bij de behoeften van paard en ruiter.
Er zijn wel enkele basiswetenswaardigheden die je dient te kennen
voor je een juist bit voor je paard kunt uitzoeken. Ten eerste moet je
enig benul hebben van de paardenmond en de plaatsen waarop een
bit kan inwerken. Ten tweede moet je je goed
realiseren wat de
behoeften zijn van jou en
je paard. Hoe ver is de
africhting van je paard?
Is er enige vorm van verzet?
Wat voor soort mond
heeft hij? Hoe vergevorderd
ben je zelf? Als je
dat allemaal weet, ben je
in staat een juist Mylerbit
uit te zoeken. Met het
juiste bit zal je paard al
gauw ontspannen,
gewillig en in staat zijn op
je hulpen te kunnen reageren.
Voor verdere informatie verwijzen
we naar het boek “Een beter bit”
“De sleutel tot het
vinden van het juiste
bit, is het zoeken
naar een mondstuk
waarop het paard
kan ontspannen in
de handen die
het paard
beteugelen.”
- Dale Myler
Over verzet gesproken
Verzet het paard zich op zijn huidige bit? Een paard in verzet kan nooit
ontspannen aan de teugel lopen. Leer alle tekens van verzet te herkennen:
• achter de teugel/bit lopen
• tegen de teugel komen; de neus naar voren steken
• door de hand heen lopen en niet willen terugkomen in
tempo
• over de schouder wegvallen
• op de voorhand komen
• een overactieve mond hebben
Paarden praten door verzet te tonen. Als je een van de hierboven
genoemde tekenen van verzet ziet, is je paard niet ontspannen en
komen je hulpen niet zo effectief door als je zou willen. Als een paard
zich verzet, ga dan over op
een zachter bit. Geef hem
een bit dat op minder
plaatsen inwerkt.
Zachter? Ja, zachter.
Waarschijnlijk heb
je de neiging een
strenger en sterker
bit te gebruiken.
Misschien
heeft men je verteld
dat je dat moet doen.
Maar weet je ook waarom?
Myler bitten zijn ontworpen
als een vriendelijk gebruikerssysteem
om het juiste bit bij je paard te zoeken. In elke fase van zijn africhting.
Zonder verzet. Het geheim zit ’m in het systeem: voor een doelmatige
communicatie tussen paard en rijder.
Er bestaan vele combinaties van mondstukken en
bitringen. Er bestaan ook handgemaakte bitten.
Kun je het bit niet vinden waarnaar je op zoek bent?
Vraag je dealer om je te helpen.
Voor verdere informatie
• Kijk eens in het Mylerboek ‘Een beter bit’ om tot de juiste bitkeuze
te komen.
• Bekijk de Nederlandse website: Brokxsport.nl of schrijf naar:
Myler Bitten, p/a Brokxsport b.v., Karperweg 1,
4941 SH Raamsdonksveer. Tel.: 0162-516405 Fax: 0162-521823
BR-8901-6: 6th Ed.
HET GEHEIM ZIT IN HET SYSTEEM
De kunst van
communicatie
tussen paard
en handen
“Met Myler ervaart je paard comfort”

HET MYLER SYSTEEM VOOR EEN PASSEND BIT
Iedere combinatie van paard en ruiter, of paard en menner, heeft zijn eigen speciale vereisten en
vraagt dientengevolge om het juiste bit. Om het juiste bit bij je paard uit te zoeken is het van
wezenlijk belang om rekening te houden met de volgende factoren.
Ga uit van de mond van het paard… van de kingroeve en de nek.
Om het juiste bit te kunnen kiezen is enige kennis van de paardenmond essentieel. Kijk in de mond van je paard. Hoe staat
het met de tandheelkundige gezondheid van je paard? Wat vertellen de lagen en het verhemelte je? Hoe dik en breed is die
gevoelige spier, de tong, waar het bit op inwerkt met druk of juist loslaten van druk als het belangrijkste middel tot controle?
Ook al behoren de kingroeve en de nek (daar waar het paard afbuigt op de tweede halswervel) niet tot de mond, toch
maken ze deel uit van de inwerking van het bit. De kin, of de kingroeve, wordt bewerkt door de kinketting of –riem: de nek
ervaart een neerwaartse druk via het kopstuk.
Schat de africhtingsfase van je paard en het rijniveau van de rijder in.
Fase 1:
• Het paard is net zadelmak of
is licht afgericht
• Het paard leert de basisgangen,
overgangen en gehoorzaamheid
• Het paard begint “na te geven”
…Vervolgens is je ruitersportdiscipline van belang, zoek het bit in de bijpassende fase.
Hoewel sommige fases overlappen bestaat een duidelijke samenhang tussen de hierboven beschreven fases van africhting van het paard en het niveau van de
vaardigheden van de ruiter met de vier fases van de Myler bitten. Allen zijn geschikt om te rijden volgens de Western of de Engelse discipline. (Rijd je wedstrijden, controleer
dan bij de KNHS welke bitten toegestaan zijn in jouw tak van ruitersport.)
Fase 1-bitten:
• hebben een naar voren
gebogen mondstuk.
• gebruiken druk op de tong en op de lagen,
maar grotendeels op de tong. Myler bitten
verdelen de druk over de tong gelijkmatiger
dan de traditionele bitten.
• hebben de eigenschap van knijpen &
weerstand bieden met loslaten.
• kunnen druk uitoefenen op de kin en/of nek,
afhankelijk van het type bit, met bitring of
schaar.
• hebben soms de onafhankelijke zijdelingse
inwerking.
Fase 2:
• De basisafrichting is bevestigd
• Het paard geeft na en blijft
nageeflijk met een licht teugelcontact
• Het paard is in staat tot complexere
vaardigheden, zoals stelling en
buiging, verzameling, zijgangen en
enkelvoudige galopchangementen
Fase 2-bitten:
• hebben een naar voren
gebogen mondstuk
• gebruiken druk op de tong
en wat meer druk op de
lagen, waarbij het mondstuk draait over de
lagen. Verspreidt de druk meer over de
gehele tong dan alleen op het midden.
kunnen kantelen op de lagen.
• kunnen druk uitoefenen op de kin en/of nek,
afhankelijk van het type bit, met bitring of
schaar.
• kunnen een onafhankelijke zijdelingse
inwerking hebben.
Fase 3:
• Het paard kan worden beschouwd
als geheel bevestigd in de africhting
en staat totaal aan de
hulpen
• Het paard blijft constant nageeflijk
• Het paard beheerst de vergevorderde
oefeningen; reageert goed op de
inwerking van zit, benen en handen.
FASE 1 FASE 2 FASE 2-3 FASE 3
Fase 2/3-bitten:
• hebben een naar
voren gebogen mondstuk met tongpoort
voor tongvrijheid.
• maakt gebruik van verschillende
inwerkingsdrukpunten. Maakt gebruik van
druk op de tong, maar meer op de lagen,
terwijl het mondstuk over de lagen rolt.
Kunnen op de lagen kantelen.
• kunnen druk op het verhemelte uitoefenen,
afhankelijk van de hoogte van de tongpoort.
• kunnen druk uitoefenen op de kin en/of nek,
afhankelijk van het type bit, met bitring of
schaar.
• hebben soms de onafhankelijke zijdelingse
inwerking.
Overwin het verzet van je paard door “zachter te gaan” met het juiste bit.
Gebieden waarop druk wordt uitgeoefend
door het bit:
1) Tong 2) Lagen 3) Nek
4) Kingroeve of kin 5) Verhemelte
Vaardigheden ruiter:
Ben je een beginner, een gemiddeld of
een gevorderde ruiter? Hoe stil zijn je
handen? Als je nog met de basis bezig
bent of overactief bent met je handen,
moet je geen bit uitzoeken dat de
hulpen te snel laat doorkomen, zoals
bijvoorbeeld bij de lange of rechte
scharen.
Fase 3-bitten:
• Bieden de meeste
tongvrijheid
• hebben een naar voren
en naar boven gebogen
mondstuk met tongvrijheid.
• bieden een grote verscheidenheid van
inwerking om zo zacht mogelijk in te werken
als het paard toestaat. Werken grotendeels
met druk op de lagen; het mondstuk draait
naar beneden op de lagen.
• kunnen druk uitoefenen op het verhemelte
afhankelijk van de hoogte van de tongpoort
• kunnen druk uitoefenen op de kin en/of nek,
afhankelijk van het type bit, met bitring of
schaar.
• kunnen een zijdelingse onafhankelijke
inwerking hebben.
Verzet je paard zich tegen je huidige bit? Als dat zo is, zal je paard niet kunnen ontspannen in zijn optoming. Dat is de reden dat je
hulpen niet doelmatig doorkomen. Leer de tekenen van verzet te herkennen:
• Achter de teugel/bit • Door de hand heenlopen • Op de voorhand vallen
Tegen de teugel/ en niet willen halthouden • Een overactieve onrustige mond
de neus naar voren steken • Over de schouder wegvallen
Bij verzet zoek je een zachtere oplossing door je paard een bit te geven met minder gebieden waarop wordt ingewerkt (drukpunten).
We geven een paar oplossingen voor verzet:
• Voor achter de teugel/bit: probeer een bit met minder druk op de tong en zo mogelijk met de onafhankelijke zijdelingse inwerking.
• Voor het tegen de teugel komen en het naar voren steken van de neus: probeer een bit met druk op de tong maar met tongvrijheid.
• Voor het door de hand heen lopen: denk eens aan een schaarbit of een combinatiebit met hefboomwerking en een mondstuk dat
enige druk uitoefent op de tong, de lagen en het verhemelte.
• Voor het wegvallen over de schouder: kies een bit met de onafhankelijke zijdelingse inwerking.
• Voor een overactieve onrustige mond: zoek een bit uit dat op minder punten druk uitoefent, speciaal wat betreft de tongdruk.
Overgaan op een Myler bit
Behandel je paard bij het overgaan op een Myler bit op dezelfde manier waarop je het paard africht – met tijd, geduld en herhaling. Kies het juiste
bit. Wanneer je overstapt naar een Myler bit, laat het paard zelf de druk opzoeken en loslaten, en laat hem zelf nageven. Misschien voel je binnen
een week nog niet het resultaat van het bit, maar waarschijnlijk stel je de veranderingen sneller vast.
Fase
Onafhankelijke
zijbeweging
1
werkt in op het midden van de tong;
kantelt op de lagen
MONDSTUKKEN VAN DE MYLER BITTEN
Komen overeen met de africhtingsfase van je paard. Verkrijgbaar met bitringen zoals rechts is aangegeven.
Handgemaakte bitten zijn verkrijgbaar.
Enkele bitten voldoen aan Fei & KNHS norm.
2-3
Correctie hoge
tongpoort met cilinder
MB 27PB HP. Met
onafhankelijke zijdelingse
inwerking. Beschikbare
bitringen: O, Q, W
Onafhankelijke
zijbeweging
2-3
Mullen cilinder met
lage tongpoort MB 06.
Met onafhankelijke
zijdelingse inwerking.
Beschikbare bitringen:
C, D, H, K, N, O, R, U
Onafhankelijke
zijbeweging
2-3
Correctie met
tongpoortcilinder MB 41
PB. Met onafhankelijke
zijdelingse inwerking.
Beschikbare bitringen: C, D,
H, L, M, O, P, R, W, Y, Z
Onafhankelijke
zijbeweging
3
Comfort trens
mediumhoog met
brede tongpoort MB 05.
Met onafhankelijke
zijdelingse inwerking.
Beschikbare bitringen:
D, H, K, O, R
Enkelgebroken trens MB
09, 09 12 mm.
Beschikbare bitringen:
A, B, C, D, E, G, I, J, K, L,
M, O, P, R
Aandachtspunten
- Laat regelmatig het paard zijn gebit en mond checken.
- Snoer nooit de neusriem strak aan.
- Laat je paard rustig wennen aan een nieuw bit.
- Een bit is een communicatie middel geen straf middel.
- Kies het bit dat bij het africhtingsniveau hoort.
Fase
werkt in over de hele tong;
meer druk op de lagen
Fase
Fase
2
2-3
geeft enige tongvrijheid;
geeft een beetje druk op
de tong; geeft meer druk
op de lagen; kan druk
uitoefenen op het verhemelte
3
de meeste tongvrijheid;
weinig druk op de
tong; hoofdzakelijk
druk op de lagen.
Onafhankelijke
zijbeweging
2
Comfort trens met lage
tongpoort MB 04. Met
onafhankelijke zijdelingse
inwerking. Beschikbare
bitringen: C, D, E, F, G, H,
I, K, L, M, O, P, R, S, T, U,
X, Y, Z, BB, CC
Onafhankelijke
zijbeweging
Naar voren gerichte
cilinder tongpoort
MB 36. Met onafhankelijke
zijdelingse inwerking.
Beschikbare bitringen:
D, H, K, L, N, O, R
Onafhankelijke
zijbeweging
Lage brede tongpoort
MB 15. Beschikbare
bitring: L
1
2-3
2-3
Nauwe lage tongpoort
met cilinder MB 43 LP.
Met onafhankelijke
zijdelingse inwerking.
Beschikbare bitringen: B, C,
D, F, H, K, L, M, N, O, Q,
R, U, V, W, X, Y, Z, BB, CC
3
Onafhankelijke
zijbeweging
Onafhankelijke
zijbeweging
2
Gedraaide Comfort
trens met lage
tongpoort MB 04T. Met
onafhankelijke zijdelingse
inwerking. Beschikbare
bitringen: I, S, Y, Z, BB, CC
Correctie lage
tongpoort MB 27LP.
Beschikbare bitringen:
D, H, L, O
Onafhankelijke
zijbeweging
Lage nauwe tongpoort
MB 12. Beschikbare
bitringen: O, W
1
Comfort trens MB 01.
Met onafhankelijke zijdelingse
inwerking. Beschikbare
bitringen: A, B, C, D, E, F, K,
M, O, R, X, Y, Z, BB
2-3
2-3
Nauwe tongpoort met
cilinder MB 43. Met
onafhankelijke zijdelingse
inwerking. Beschikbare
bitringen: O, Q, W
3
Onafhankelijke
zijbeweging
Comfort trens met
brede cilinder MB 02.
Met onafhankelijke zijdelingse
inwerking. Beschikbare
bitringen: A, B, C, D,
E, F, G, H, I, K, L, M, O, R,
S, X, Y, Z, AA, BB, CC
Bristol trens MB 10.
Beschikbare bitringen:
A, C, G
Onafhankelijke
zijbeweging
2
Mullen met driedelige
cilinder MB 32-3. Met
onafhankelijke zijdelingse
inwerking. Beschikbare
bitringen: C, D, E, F, G, H,
K, O, R, X, Y, Z, BB, CC
Onafhankelijke
zijbeweging
2-3
Correctie lage
tongpoort met cilinder
MB 27PB. Met
onafhankelijke zijdelingse
inwerking. Beschikbare
bitringen: D, H, L, O, R
Correctie MB 47.
Beschikbare bitringen:
O, P, R
1
1
2-3
Mediumhoog met
brede tongpoort MB 16.
Beschikbare bitring: O
Onafhankelijke
zijbeweging
Comfort trens met
koperen roller MB 03.
Met onafhankelijke
zijdelingse inwerking.
Beschikbare bitringen:
C, D, E, F, G, H, I, K, L, O,
R, T, U
Bristol trens met
koperen roller MB 11.
Beschikbare bitring: E
Onafhankelijke
zijbeweging
2
Mullen cilinder MB 32.
Met onafhankelijke zijdelingse
inwerking. Beschikbare
bitringen: C, D, G, H, K, L,
M, N, O, P, R, X, Y, Z
2-3
Correctie MB27.
Beschikbare bitringen: O, P
Onafhankelijke
zijbeweging
2-3
Correctie met
tongpoortcilinder MB 47
PB. Met onafhankelijke
zijdelingse inwerking.
Beschikbare bitringen:
O, P, R
Onafhankelijke
zijbeweging
1
1
3 3
Tongpoort met cilinder
MB 33. Met onafhankelijke
zijdelingse inwerking.
Beschikbare bitringen:
C, D, G, H, K, L, M, N, O, P,
Q, R, W
MYLER BITRINGEN
Komen overeen met het handgebruik van de ruiter en de gekozen
ruitersportdiscipline. Beschikbaar met mondstukken zoals links zijn
aangegeven. Handgemaakte bitten zijn mogelijk.
A
E
J
N
Losse ring
Engels of
Western
D-ring
Western
Knevel
Engels
Liverpool
met
schaarlengte
14,6 cm
Mennen
X
2-rings
combinatie, met
een schaarlengte
van 12 cm.
Rawhide
neusband. Engels
of Western
B
C
D
28 17 21 22
Losse ring
met manchet
Engels of
Western
D-ring met
inhaakringen
Western
D-ring
Engels
D-ring met
sleuven
Engels
F
G
H
18 19 29 30
K
23 24
Knevel met
sleuf Engels
R
38 20
HBT schaar
met
schaarlengte
12,7 cm
Western
COMBINATIEBITTEN
Z
33 32
L
Lange schaar
combinatie, met
een schaarlengte
van 19 cm.
Rawhide
neusband. Engels
of Western
Busring
Engels
Kimberwick
Engels
Busring met
sleuven
Engels
M
25 26
Pelham met
schaarlengte
11,4 cm
Engels