1 Lijst van gezagsdragers vermeld in het ... - Archieven.nl

Lijst van gezagsdragers vermeld in het Regeringsboek afkomstig uit het 

Gemeente-archief Groningen 

1594 - ca. 1811. 

1

Abbringe (Abbring, Abbering, Abbringa), Haico (H.) (NB. 1715 is de naam 

Abbinge) 

gezworen meente 1708, 1709, 1711, 1712, 1714, 1715, 1717, 1718, 1720, 

1721 

gezworen keurheer 1712, 1713 

raadskeurheer 1719 

gildrechtsheer 1715, 1716, 1718, 1719, 1721 (wordt raadsheer 8 febr. 

1722, volgt 15 dito J. Berchhuijs) 

raadsheer 8 febr. 1722, 1723, 1725, 1727, 1729, 1730, 1732 

ord. raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1724, 1725 

gedept. staten voor de stad 1725, 1728 

scholarch der Lat. scholen 1730 (raadsheer) 

hoofdman voor de stad 1731, 1734, 1735, 1738, 1739 

burgemeester 1732 (opvolger van Scato Ludolph Gockinga), 1733, 1736, 

1737, 1740, 1741, (sterft 12 von. 1741, en volgt H. Muntinghe) 

curator academiae voor de stad 1732 

Abbringe (Abbringe), Johan (J., Jan) 

gezworen meente 1629, 1630, 1632, 1633, 1635-1639, 1641, 1642, 1644, 

1651, 1653, 1654, 1559, 1660 (overleden 1660) 

taalman gezworen meente 1645, 1647, 1648, 1650, 1656, 1657 

gezworen keurheer 1634, 1639, 1640, 1645, 1648, 1652, 1655, 1658 

raadskeurheer 1634, 1637, 1646, 1651, 1654, 1658 

weesheer 1647-1649, 1651, 1652, 1655, 1656, 1657, 1659 

pontkamer voor de gezworenen 1651, 1654, 1657 

Addens, Everard (E., Everardus, Everh. Evert) 

richter van Bellingwolde (Beelingw.) 1677 (opvolger van Hendr. Addens) - 

1702 (sterft 30 dec. 1702 en volgt Hillebrant Gruijs van Lellens) 

Addens, Henrick (H., Hendr., Henr., Henric, Hindr.) 

richter van Bellingwolde 1633 (opvolger van Johan Coenders) , 1677 (sterft 

[1677], en volgt zijn zoon Everardus Addens) 

Admiraliteit te Harlingen 1749 

dit college is op 27 februari 1749 komen te cesseren, in zo verre dat er 

maar twee leeden zouden worden gedepecheerd 

Adriani [d., dr.], Arius (A.) 

secretaris en fiscaal v.d. Ommelanden 1717-1726 

secretaris gedeput. staten [voor de provincie] 1727 (opvolger van H. 

Gockinga) - 1746 

Adriani, Kempo 

secretaris van de stad 19 okt. 1604 (opvolger van Johan Julsinga) - 1612 

(overleden 1612) 

Agnaeus, Theodorus 

gildrechtsheer 1628 

Aising (Aisingh, Aisingha, Aisinghe, Aisinga), A. (J.)..... 

drost en cipier v.h. hof van justitie 1777-1786 

Ackema (Accema), (dr.) Rembart (R., Rambert, Rembt, Remt) 

raadsheer 1579, 1580 

secretaris van de hoofdmannenkamer 1594-1604 (overleden der 18 okt. 

1604 en raadsheer Petrus Cornelius in zijn plaats opgesteld, en dr. 

Rembrant Huisman, mede als secretaris, hebben den 22 okt. hun protocol 

begonnen) 

Ackema, Warmolt (W., Warm.) 

gezworen meente 1650-1652, 1654, 1656, 1657, 1659, (senator), 1660 

(senator raadsheer) 

gezworen keurheer 1654 

raad van state voor de stad 1654 

provint. rekenkamer voor de stad 1655-1659 (wordt raadsheer en volgt 

Joh. Drews) 

2

aadsheer 1659, 1660, 1663, 1664, 1667, 1668 (wordt burgemeester en 

volgt hem Scato Gockinga 7 mei) 

staten generaal voor de stad 1661, 1662 

gedeputeerde staten voor de stad 1665, 1666 

curator academiae voor de stad 1667 (raadsheer) 

burgemeester 7 mei 1668 (opvolger van Adolf Lauwens), 1671, 1672, 1675, 

1676 

hoofdman 1669, 1670, 1673, 1674, 1677 

Alberda, A. 

provint. jachtgeruchte v.d. prov. 1781 

Alberda, E. 

hoofdman 1724-1767 (in maart 1767 ten fafeure van zijn neef Scato 

Ludolph Alberta, naderhand genaamd Hr. van Bijma, gedesisteerd hebbende, 

is de oom afgegaan om plaats te maken voor de neef). 

Alberda, Derk (D.) 

gedept. staten voor de provincie 1768-1773 

generalts. rekenkamer voor de provincie 1771 

raad van state voor de provincie (1774-1775) 

(opvolger van D.J. Clant) 

Alberda, Derk (D.) 

generaliteits rekenkamer v.d. provincie 1776-1777 

gedeput. staat voor de provincie 1778, 1779, 1786, 1788-1794 (de eerste 

in deze rang in 1791) 

provint. jachtgerichte 1779-1786 (opvolger van Rengers van Farmsum), 

1788-1794 

raad van state voor de provincie 1780, 1781 

staten generaal voor de provincie 1782-1785 

Alberda, Egbert (Egberd) 

burgemeester 1594 

staten generaal voor de staat 1597-1604 

1604 cui mortno succedit Abel Coenders, ejusdem avanculus 

Alberda, E.J. 

secretaris gedeput. staten 1790-1794 

(opvolger van R.B. Gockinga op 11 jan. 1791) 

Alberda van Bloemersma, E.R. 

gedeputeerde staten voor de provincie 1737, 1738, 1750, 1751 

curator academie voor de provincie 1750-1751 

curator academie voor de provincie 1752-1774 sterft en volgt zijn broeder 

Willem Alberda 

raad van state voor de provincie 1752, 1753, 1758, 1759, 1764, 1765 

staat generaal voor de provincie 1754-1757, 1762, 1763, 1766-1770, 

1771-1774) (sterft 8 jan. 1775 en volgt Willem Alberda) 

admiraliteit te Amsterdam 1760, 1761 

meesterknaap v.h. jachtgerichte voor de provincie 1767 (opvolger van Lewe 

Aduard) 

1774 (sterft en volgt zijn zoon Edzard Reint Alberda) 

bewindhebber der West Ind. comp. voor de provincie 1772-1774 

Alberda, Edzard (E.) Reint (R.) 

meesterknaap v.h. jachtgerichte voor de provincie 1774 (opvolger van zijn 

vader Alberda van Bloemersma) 

1778 (sterft 22 febr. 1779 en volgt W. Alberda van Rensema) 

NB: in 1776 voornaam allen EDZARC 

Alberda, G. 

gedeput. staten v.d. provincie 1749 (2de rang) 

bewindhebber der W.I.C. 1749-1750 

Alberda, (G. van Menkema), (G.) 

gedeputeerde staten voor de provincie 1776-1779, 1790, 1791-1794 

3

meesterknaap prov. jachtgerichte v.d. provincie 1776-1786, 1788, 1789, 

1792, 1794 

admiraliteit te Amsterdam v.d. provincie 1780, 1781 

admiraliteit te Harlingen v.d. provincie 1782, 1783 

gecomm. raden der Ommelanden 1784, 1785 (opvolger van W. Alberda van 

Rensema), 1792-1794 

staten generaal voor de provincie 1786 

NB.: in 1791 zijn de voorletters G.G. in plaats van G. 

Alberda, L.J. 

hoofdman 1779, verkoopt zijn post in febr. 1780 aan S. Muntingh 

Alberda, M. 

gedeput. staten voor de provincie 1749 

Alberda, van Niendtein, M. (.....) 

generaliteit rekenkamer v.d. provincie 1756, 1757 


bewindhebber der W.I.C. v.d. provincie 1761-1763 

staten generaal v.d. provincie 1762-1764 (sterft 15 okt. 1764) 

Alberda, van Rensema, M. (....) 

raad van de staten van de provincie 1724-1726 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1727-1730, 1733, 1734 

admiraliteit (te) Amsterdam 1731-1732 

ord. raad admiraliteit te Harlingen v.d. provincie 1739, 1740 

gedeput. staten v.d. provincie 1735, 1741-1744, 1747, 1748 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1738, 1745, 1746, 1750, 1751 

curator academia v.d. provincie 1747 

raad van state v.d. provincie 1771 

staten generaal v.d. provincie 1775 

Alberda, [van Menkema (van Uithuijzen)], Mello (M.) 

gedeput. staten voor de provincie 1654, 1657, 1667-1670, 1675 

generaliteits rekenkamer voor de provincie 1672 


admiraliteit Amsterdam 1671 


curator academia voor de provincie 1677, 1678 

luit. president van de kamer van justitie 1681, 1682 

gedeput. staten voor de provincie 1683, 1684, 1687, 1688 

raad van state voor de provincie 1689-1690 (opvolger van Onno Tamminga) 

staten generaal voor de provincie 1691, 1692, 1695, 1696 

bewindhebber der W.I.C. voor de provincie 1696-1699 

gecommitt. raad van de Ommelanden 1697-1699 

Alberda, O. 

raad van state voor de provincie 1755 

Alberda, O. 

monster commissaris 1776 

Alberda, O.J. 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1750 

gedeput. staten v.d. provincie 1752, 1753 


admiraliteit te Amsterdam 1756 

Alberda, O.J. 

admiraliteit te Harlingen v.d. stad 1782 

Alberda, [bijgen.] [van (v.)] Eikenstein [O.R.] 

gecommitt. raad der Ommelanden 1777- 1780 

corator academia voor de provincie 1779-1786 (opvolger van Rengers van 

Farmsum) 1788-1794 

prov. rekenkamer voor de provincie 1782, 1783 

4




staten gneraal van de provincie 1792, 1793 

generaliteits rekenkamer v.d. provincie 1794 

Alberda, O. Tamminga (T.) 

raadsheer 1783, 1786, 1788, 1791, (is de 3de rang), 1793, 1794 

staten generaal v.d. stad 1789, 1792 

Alberda, van Nienstein, Onno (O.) Tamminga (T.) [....] 

gedeput. staten v.d. provincie 1711 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1713, 1714, 1721-1723, 1725, 1726, 

1729-1731, 1733, 1734, 1737, 1741 

generale state v.d. provincie 1716 

bewindhebber der W.I.C. v.d. provincie 1717-1719 

bewindhebber der W.I.C. v.d. stad 1720, 1721, 1723-1743, 1722 

president v.d. hove van justitie 1717 

lt. president v.d. hove van justitie 1718 

curator academia v.d. provincie 1719, 1721-1723, 1724, 1729, 1730 

staten generaal v.d. provincie 1719, 1720, 1723, 1724 

Alberda, Pabo 

provinc. rekenkamer voor de provincie 1669, 1670, 1677, 1678, 1681 (in 

plaats van A. Lewe), 1682, 1685, 1686, 1687, 1688 

curator academia voor de provincie 1671-1674 

ord. raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1675 

extra ord. raad admiralt. te Harlingen voor de provincie 1676, 1681 

(changeert met A. Lewe en komt in de prov. rekenkamer) 

generaliteits rekenkamer voor de provincie 1683, 1684 


Alberda, Reint 

burgemeester 1578 overlijdt maar 1578 succ. (=wordt opgevolgd door) W. 

Schatter 

Alberda, Reinier (Reint, R.) 

gesworen meente 1607, 1608, 1610, 1613 (noluij sedere), 1614 (locuus 

vacuus propter resignationem) 

bijgevoegd raadskeurheer 1608, 1611 

plv. raadsheer 1610 

gezw. keurheer 1612 

curator academia voor de provincie 1624 

Alberda, Reint (Reinier, Reinieur, R.) 

gesworen meente 1628, 1629 

gesworen keurheer 1629 

curator academia voor de provincie 1629, 1630, 1640, 1643, 1666-1668 

hoofdman 1646-1650, 1651, 1652 

gedeput. staten voor de provincie 1655, 1656 

admiralts. te Amsterdam voor de provincie 1667, 1668 

ext. ord. raad admiralt. te Harlingen voor de provincie 1675 


raad van staten voor de provincie 1669, 1670 


lt. president van de hoofdmannenkamer (kamer van justitie) 1673, 1674, 

1677, 1678 

Alberda, Reint (R., Reinder) 

hoofdman 1690 (opvolger van Fred. Coenders 15 nov. 1690) 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1695, 1696 

Alberda, [van Feerwert (Eenum)] Reint (Reunier) 

gedeput. staten voor de provincie 1675-1682, 1685, 1686, 1691 

ord. raad admiralt. te Harlingen voor de provincie 1676 

provinc. rekenkamer voor de provincie 1680, 1689, 1690 

raad van state voor de provincie 1680, 1689, 1690 

staten generaal voor de provincie 1687 (is om zekere reden niet in eede 

5

gekomen), 1688 (heeft de eede niet gedaan), 1691 (sterft 4 nov. en volgt 

Jan Rembt Rengers) 

Alberda, Scato (S.) [van Bijma] Ludolf (L.) [.....] 

hoofdman maart 1767 (in plaats van E. Alberda) -1776, 1777, 1778 

admiralt. te Harlingen v.d. provincie 1780 (wordt gedeput. staten en volgt 

Henri Lewe) 

admiralt. te Amsterdam 1784, 1785 

gedeput. staten v.d. provincie 1780 (opvolger van Bennema), 1781, 1786 

(wordt staten generaal en volgt Henri Lewe) 

raad van state v.d. provincie 1782, 1783, 1794 

curator academia v.d. provincie 1786, 1788-1794 

staten generaal v.d. provincie 1786, 1788-1793 

lt. houtvester prov. jachtgerichte 1789 (opvolger van A.A. van Iddekinge) 

NB: in 1778 zijn de voorletters L.S. in plaats van S.L. In 1787 geen nota 

van namen 

Alberda van Menkema, U.A. [.....] 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1702-1705, 1707-1714 


Alberda [van Menkema], U.A. (.....) 


meesterknaap v.h. jachtgerichte v.d. provincie 1749 (zie blz. 2), 1752-1775 

gecommitt. raad der Ommelanden 1754-1756 

admiraliteit te Amsterdam (admiralt. te Harlingen v.d. provincie) 1757, 

1768, 1769 

gedeput. staten v.d. provincie 1758, 1759, 1764, 1765, 1774, 1775 

provinc. rekenkamer v.d. provincie 1758, 1760-1763, 1766, 1766 

raad van state v.d. provincie 1772, 1773 

Alberda, W.F. van 


Alberda, Willem (W.) 

gedept. staten v.d. provincie 1754-1769, 1774 (volgt zijn broeder Alberda 

van Bloemersma i.d. staten generaal op en volgt hem Henri Lewe) 



curator academia v.d. provincie 1774 (opvolger van Alberda van 

Bloemersma), 1775 

staten generaal v.d. provincie 1775 (opvolger van Alberda van Bloemersma, 

die 8 januari 1775 overlijdt) 

Alberda [van Rensema], Willem (W.) 


curator academia v.d. provincie 1776-1785 (wordt febr. 1779 prov. 

jachtgerichte i.p.v. E.R. Alberda, die 22 feb. 1779 sterft) 

generaliteits rekenkamer v.d. provincie 1778, 1779 

provinc. jachtgerichte v.d. provincie juli 1779 (opvolger van E.R. Alberda)- 

1785 

staten generaal v.d. provincie 1780-1785 (sterft feb. 1786 en wordt Alberda 

van Menkema staten generaal) 

Alberda van Godelinse, Willem 

gecommitt. raad voor de Ommelanden 1702 

Alberda [op 't Zand], Willem 

gedeputeerde staten voor de provincie 1671, 1672 

curator academia voor de provincie 1673, 1674 (zie blz. 2) 

gecommitteerde raad van de Ommelanden 1695-1700 


provinc. rekenkamer voor de provincie 1699-1700, 1706 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1701 


Alberda van Dijxsterh[uijs], 


6

Alberda van Dijksterhuijs (Dijksterh.),..... 

staten generaal v.d. provincie 1709, 1710, 1713, 1714, 1717, 1718 


ord. raad admiralt. te Harlingen v.d. provincie 1715, 1716 



Alberda van D[ijkster(huijs)], Geert (G.) [....] 

staten generaal v.d. provincie 1727, 1728, 1745 

lt. president van de hove van justitie 1729, 1714, 1742 

president van de hove van justitie 1730 

curator academia v.d. provincie 1732-1734, 1741, 1742, 1750 

gedeput. staten v.d. provincie 1732-1734, 1737-1740, 1747, 1748 



ord. raad admiralts. te Harlingen v.d. provincie 1746 

bewindhebber der West Ind. Comp. v.d. stad 1746, 1749 

bewindhebber der West Ind. Comp. d.v. provincie 1747, 1748 

Alberda [van Dijksterhuijs] (Dijksterh. Dijksterhuiz, Dijksterhuijz), G. (...) 

curator academia v.d. provincie 1751-1775 

bewindhebber der W.I. Comp. v.d. provincie 1751-1753. 1755-1758 

bewindhebber der W.I. Comp. v.d. stad 1759-1775 

staten generaal v.d. provincie 1760, 1761, 1765-1775 (zie bl. 2) 

generaliteitsrekenkamer v.d. provincie 1762 

admiralt. te Harlingen v.d. provincie 1764 

staten generaal v.d. provincie 1776-1784 

bewindhebber der West Ind. Comp. v.d. stad 1776-1782 

curator academia v.d. prov. 1776-1784 

gedeput. staten v.d. prov. 1788, 1789, 1792, 1793 


Alberda van Rensema, .... 

gekommitt. raad v.d. Ommelanden 1706, 1710 

gekommitt. raad v.d. Ommelanden tussen de Eems en Lauwers 1710 



Alberda, gedeput. staten v.d. provincie 1736 

Alberda, 


Alberda, Daniel 

drost van ´t Oldampt 1676 

Alberti, Daniel (D.) 

gezw. meente 1646, 1647, 1650 

generaliteits rekenkamer voor de stad 1647 (opvolger van Jan Lubbers)- 

1650, 1651 

generaliteits rekenkamer voor de stad 1651, 1652 (dr. Henr. Weremeus 

nomint 5 sept. posteae nominatus dr. Johan Meints 14 okt.) 

drost van ´t Oldampt 1652 (opvolger van Joachim Canter)-1676, 1677- 

1679 (sterft 14. sept. en volgt 7 oktober Scato Gockinga) 

Alberti, Daniel 

gildrechtsheer 1710 (opvolger van Joachim Hitties), 1712, 1715, 1719, 

1721, 1722, 1724, 1725 (wordt rentmeester van de venen en volgt S. 

Laman) 

rentmeester van de stad (stadsvenen) 1725-1747 (opvolger van Johan 

Godefriend Hoising) 

Alberti (Albarti), Leo 

clercq 1594-1600 

secretaris gildrecht 1594-1600, 1601-1616, 1618, 1620-1623 

ondersecretaris van de staat 1604 

7

N.B. in 1617 en 1619 komt de naam Leo Alberti als secretaris gildrecht niet 

voor, mogelijk is dit vergeten 

Alberthoma, P. 

hoofdman 1750, 1751, 1753-1761 (sterft 10 aug. [1761] 

Albers (Alberts), [Egbert] 

extr. ordinaire raad admiraliteit te Harlingen voor de provincie 1683 

(redger), 1684 (redger) 

Alberts, (Albers), H. (Harm) 

gez. keurheer 1584, 1589 

gez. meente 1584, 1589, 1590, 1592, 1593 

raadskeurheer 1584, 1592, 1593 

Albertus, H. 

pontkamer voor de gilden 1749 

in plaats van M. Beckeringh 

Albes, Egbert 

gezworen meente 1618 

Albers, Claas (Klaas) 

gecommitt. raad van de Ommelanden 1752, 1753 

Aldringa, Albert (A., Alb.) 

gezworen meente 1684, 1585. 1687 (sterft 20 jan. 1688) 


Aldringa, Allert (A., Alard, Alart, Alert, Allard, Allart) 

gezworen meente 1642, 1643, 1645, 1646, 1648 




gedeputeerde staten voor de stad 1651 

raadsheer 1652 (wordt burgemeester en zijn plaats niet vervuld) 

burgemeester 1652 (opvolger van Edzard Rengers), 1653, 1656, 1657, 

1660, 1661, 1664, 1665 

hoofdman 1654, 1655, 1658, 1659, 1662, 1663 

Aldringa, Allard (A., Albert) 

extr. ordinaire raad admiraliteit te Harlingen voor de stad 1684 (wordt 

prov. rekenmeester en volgt H. van Nieveen) 

provint. rekenkamer voor de stad 1684 (opvolger van Joh. van Sysen), 

1686, 1687 (wordt staten generaal en volgt W. Wichers) 

staten generaal voor de stad 1684 (opvolger van Scato Gockinga) 

1685 (opvolger van Marcus Pels) 

1687 (opvolger van Scato Gockinga) 

Aldringa, ([van Niekerk (Nijekerk)], Assuerus (A.) 

gecomitt. raad v.d. Ommelanden 1701, 1702, 1706, 1709, 1711-1714 

curator academia v.d. provincie 1703, 1704, 1711, 1713, 1714 

staten generaal v.d. provincie 1707, 1715 

generale staten v.d. provincie 1708, 1716 


Aldringa, Berend (B. Berens) 

drost van Wedde (en West-Woldigerland) 26 febr. 1670 (opvolger van 

Johan Verrutius)-1702, 1704-1709, (resigneert op zijn zoon Berend 

Adlringa, na zulks naar ene bediening van die post van schier 50 jaren, en 

dit op 19 sept. 1709) 

Aldringa, Berend 

drost van Wedde en Westwoldigerland (westerwolde) 19 sept. 1709 

(opvolger van Berend Aldringa (zijn vader), 1711-1713 

drost van Westerwolde (Westwoldigerland) 1710, 1714, 1716-1723, 1724- 

1745 (sterft 25 mei [1745], en volgt 31 deto P. Muntinghe) 

8

Aldringa, [van Wirdum], Berend (B.)[...] 

gecomitt. raad van de Ommelanden 1750, 1751 

gedeput. staten v.d. provincie 1752-1755 


generalts. rekenkamer v.d. provincie 1758, 1759 

Aldringa van Wildum, G. 

admiralt. te Amsterdam 15 aug. 1765 

opvolger van B. van Maneel v. Berum 

Aldringa van Wirdum, [W.] (G.W.) 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1771-1781, 1786, 1790-1794 (sterft 12 

april (1794) en volgt T.A. Gerlacius) 

generaliteitsrekenkamer v.d. prov. 1782, 1783, 1788, 1789 


Aldringa, Geert (Gerhard) 

gedeput. staten voor de provincie 1658, 1664-1666, 1673, 1674, 1683, 

1684 


staten generaal voor de provincie 1669-1671, 1672 


gecomitt. raad van de Ommelanden 1695-1700 

Aldringa, Habbo (Habbo) 

busheer van ´t gildrecht 1594, 1596, 1598 

gildrechtsheer 1595, 1599 

raadsheer 1584, 1585, 1588, 1589, 1592, 1593 

Aldringa, Jebbe 

gedeput. staten voor de provincie 1631, 1632, 1644 


Aldringa, Jebbo 

gedeput. staten voor de provincie 1701-1704 

generalts. rekenkamer voor de provincie 1705, 1706 

ord. raad admiralt. te Harlingen voor de provincie 1707, 1708 

staten generaal (generale staten) voor de provincie 1710, 1711 

Aldringa, Wigbolt, (Wijbolt, Wijgb., Wijbolt) 

admiraliteit in Zeeland voor de stad 1630 (opvolger van Geert Roelefs), 

1631 

admiraliteit te Amsterdam voor de stad 1633 

admiraliteit sheer te Harlingen voor de stad 1633 

administratie van de weeskamer 1632, 1633 (wordt admiralt. heer te 

Harlingen, en volgt hem Tobias Iddeking) 

gezworen meente 1634, 1635 

provint. rekenkamer voor de stad 1634, 1635 

raadsheer 1636, 1637, 1641 

raad van state voor de stad 1638 (wordt staten generaal, volgt Albert 

Sijgers) 

staten generaal voor de stad 1638-1644 (overleden en volgt op G. 

Schonenborch) 

NB: admiraliteit Amsterdam of Harlingen 1633? 

Aldringa van Rusthoven, ... 

gecomitt. raad der Ommelanden 1759 

Alingh, M. 

gezworen gemeente 1751, 1760 

Alingh, M.H. 

pontkamer wegens de gezworenen 1773 

Aling (Alingh), W. 

kluftheer 1725 (opvolger van Evert Bavinck)-1730, 1732-1749 

9

gezworen meente 1727, 1728, 1731, 1733, 1734, 1736, 1737, 1739, 1740 

(wordt 2 juni 1740 weesheer) 

1742, 1743, 1745 (de 5e rang) 1746, 1748, 1750 (sterft 11 jan. 1750) 


weesheer 1740 (opvolger van Johan Hoisingh) 

Allershoff, Engel (E.) 

gildrechtsheer 1694, 1695, 1697, 1698, 1700, 1701 (sterft 13 nov. [1701] 

Allershof, G. 

gecomitt. raad der Ommelanden 1760, 1761, 1764 

admiralts. te Harlingen v.d. provincie 1765 

Allershoff, Loek (L.) 

raadsheer 1578, 1579, 1581, 1582, 1584, 1585, 1587, 1588, 1590, 1591, 

1593 


Altjes, Sjoert 

ext. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de prov. 1741 

Alles, M. 

gecomitt. raad der Ommelanden 1794 

Alles, Wijmeer (Wijmer) 


Alma, Eilert (Eelert, Eelard, Eijlard, Eijlert) 

provinciale rekenkamer voor de stad 1597 

raadsheer 1595, 1596, 1598, 1600 (zie bl. 2) 

raadsheer 1601, 1603, 1605, 1606, 1609, 1610 

prov. rekenkamer v.d. stad 1601, 1604, 1607, 

Alstorphius, J. 

gildrechtsheer 1772, 1773, 1775, 1776 (opvolger van L. Trip) raadsheer 

1776 (wordt raadsheer en volgt Cornelis Wichers) 

Alstorphius, Johan (J., Joh.) 


1719, 1721, 1722 (sterft okt. 1723) 


raadskeurheer 1708, 1714, 1716, 1723 

monster commissaris 1710, 1712-1718 

Alstorphius, [dr.] Johan (J., Johannes) 

gezworen meente 1683, 1684, 1686 (sterft [1686]) 


Alstorphius, Peter (P. Pieter, Petrus) 

ex. Ord. raad admiraliteit te Harlingen [v.d. stad] 1736 (opvolger van J. 

van Sijsen 

ambtman v.h. Gorecht 1737 (aangesteld 14 maart 1737) 

provint. rekenkamer v.d. stad 1738-1741, 1746, 1755, 1760, 1761, 1771 

generalts. rekenkamer v.d. stad 1742, 1743, 1779 

hoofdman 1743, 1744, 1747-1749 (raadsheer, gaat 1 dec. [1747] in de 

raad), 1752 

raadsheer 1748 (opvolger van Cornelis Star)-1750, 1751, 1753, 1754, 

1756, 1757, 1759, 1760, 1762, 1763 (wordt burgemeester) 

staten generaal v.d. stad 1752, 1758, 1764, 1768, 1772, 1776 

schoolarch. der Lat. scholen 1760 (raadsheer), 1767 (burgemeester), 1768 

(burgemeester), 1771 (burgemeester), 1772 (burgemeester), 1775 

(burgemeester), 1776 (burgemeester), 1780 (burgemeester) 

bewindhebber der W.I. Comp. v.d. provincie 1761-1775 (raadsheer/burgemeester), 

1776-1780 

raad van state v.d. stad 1761, 1765, 1769, 1773 

burgemeester 2 sept. 1763 (opvolger van L.H. Emmen), 1766, 1767, 1771, 

1774, 1775, 1777, 1778, 1780 (sterft [1780] en volgt H. Gockinga) 

10

meesterknaap v.h. (provint.) jachtgerichte 1766, 1767 (burgemeester), 

1776-1780 (sterft aug. 1780 en volgt de drost F. Berghuijs) 

Alting (Altingh), [drs.], Bernhard (Bernhardus, B., Berh., Bernh., Berend) 

advocaat provinciaal 1624 (gekozen den 14 maart 1624, maar succed. den 

16 jan. 1625 Petrus Eissingh) 

gezworen meente 1627 (gekozen tot provinciaal advocaat), 1628 (ob 

resignationem non sedit) 

provinciaal advocaat 1627 

sindicus 1631 (opvolger van Andr. Winschemius)-1642, 1644 (op zijn 

ergelijk gedrag 5 dec. 1644 afgewezen, en op 12 aug. 1645 in deselfde 

plaats gesteld Robert Robers) 


ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1655 

Altigh, Daniel (D., Dan) 

secretaris v.d. weeskamer 1699-1706 (sterft 15 jan. 1707 en volgt 18 febr. 

Warm. Benninck) 

Altingh, Egbert (Egb., Alb.) 

secretaris van de stad 1578-1593 

Altingh, Fredric 

secret. van de provincie 13 juli 1694 (opvolger van L. Flugger), 1695 

Altingh, Jacob (J., Jac.) 


1702, 1704, 1705, 1707 

gezworen keurheer 1696, 1699, 1700 


gildrechtsheer 1691, 1692 (28 dec. aangesteld tot secretaris van het 

Gorecht, en volgt Joachim Hittens) 

secretaris van het Gorecht 1692 (opvolger van Jacob Appius)-1700, 1701- 

1703 (transporteerd zijn post met toestemming van burgem. en raad op 11 

maart 1704, aan Jan Robers) 

(Altingh), (Altingh) Joachim 

burgemeester 1594-1596, 1598, 1599, 1608-1609, 1612-1613, 1616-1617, 

1620-1621 



curator academia v.d. stad 1616-1620 

hoofdman 1610-1611, 1614, 1615, 1618, 1619, 1622, 1623, 1624, 1625, 

(overleden 21 maart 1625 en opgevolgd door Joachim Canter) 

Altingh, doctor Juri 

sindicus 1643 (dezelfde als Altingh, Bernardus 1631-1642, 1647) 

Altingh, Lucas (L.) 

advokaat fiscaal 1664-1667 (wordt admiraliteitsheer en volgt Christophorus 

Eisleben) 

ext. ord. raad admiraliteit te Harlingen v.d. stad 1666, 1667 

ord. raad admiraliteit te Harlingen v.d. stad 1668-1672 

generaliteits rekenkamer v.d. stad 1673, 1674 

staten generaal v.d. stad 1675 

Altingh, Lucas (L.) 

gezworen meente 1670, 1671, 1673, 1674, 1676, 1677, 1679 

taalman gezworen meente 1680 


raadskeurheer 1678, 1680 

staten generaal voor de stad 1676-1680, 1692 

raadsheer 1681, 1682, 1685, 1686, 1689, 1690, 1693, 1694, 1696, 1697, 

1699, 1700 

drost van het Oldampt 1683, 1684 

gedeputeerde staten voor de stad 1687, 1688, 1691, 1695, 1698, 1701 

schoolarch. der Lat. scholen 1697 (raadsheer), 1700 (raadsheer) 

11

Altingh, M. 


1767, 1769, 1770, 1772, 1773 

taalman gezworen meente 1775, 1776 

raadskeurheer 1761, 1765, 1771, 1773, 1774 

gezworen keurheer 1762, 1765, 1773, 1774, 1776 

pontkamer van de gezworenen 1772, 1775, 1776 

Altingh. M.H. 


gezworen meente 1781, 1784, 1785 

pontkamer voor de gezworenen 1778, 1779, 1781, 1782, 1784, 1785 


Altingh, W.H., (is M.H.?) 

taalman gez. meente 1779 

Altingh (Alting), Menso (M.) 

sindicus van de stad 1653 (opvolger van Franciscus Junius; 12 jan. 1654 

zijn eed gedaan)-1666 (wordt raadsheer en volgt hem den 14 febr. Reinier 

Clinge) 

raadsheer 1666, 1667, 1669, 1670, 1672, 1673, 1675, 1676-1678 (de 

oudere, sterft 29 juli en volgt 12 aug. S. Wijchel), 1680, 1681, 1683, 1684, 

1704 

ambtman van het Gorecht 17 mei 1668, 1671-1675, 1676, 1677 (wordt 

raadsheer en volgt Marcus Pels) 

gedeput. staten voor de stad 1668, 1674, 1677, 1679, 1682 

secretaris van het Gorecht 1669-1671 (volgt W. Wolters) 




curator academia voor de stad 1681, 1683, 1684, 1699, 1703 (burgemeester), 

1710 (burgemeester), 1711 (burgemeester) 

hoofdman 1685, 1688, 1689, 1692, 1693, 1696, 1697, 1700, 1701, 1705, 

1708, 1709 

burgemeester 1686, 1687, 1690, 1691, 1694, 1695, 1698, 1699, 1702, 

1703, 1706, 1707, 1710, 1711 

schoolarch. der Lat. scholen 1694 (burgemeester), 1698 (burgemeester) 

bewindhebber der West Ind. Comp. voor de provincie 1694-1700, 1707- 

1712 (sterft 2 augustus 1712 en volgt 7 sept. A. van Manneel) 

Altingh, Roelf 

gezworen meente 1585, 1586, 1588, 1589 

Altingh, (is Thomas?), Theodorus 

advokaat fiscaal 1705, 1706 

Altingh, Thomas, (Thom.) 

advokaat fiscaal 1701 (opvolger van Sicco Sibnius)-1704, 1707-1731 (sterft 

14 mei 1731, volgt 22 juni I. van Hoorn) 

Altingh, Wilh. 


Altingh, (is Aluigh) W. 

kluftheer 1731 

Amsingh, Fredric (F., Fr., Fred, Frederik) 




kluftheer 1736 (opvolger van J.G. Smith)-1748 

Amsingh, Hindrik (Hindr. H.) 


gez. keurheer 1622 

pontkamer v.d. gilden 1623 

12

Amsingh, Nanko (N.) 

gezworen meente 1751 (deze is door Z.H. Willem IV aangesteld in plaats 

van T. Lieftink die door de keurheren gekozen is), 1752, 1754, 1755, 1760, 

1761, 1757, 1758, 1763, 1764, 1766, 1767, 1769, 1770, 1772, 1773, 1775, 

1776, 1778, 1779, 1781, 1784, 1785 

gezworen keurheer 1752, 1755, 1761, 1762, 1771, 1776, 1777, 1783, 1786 

raadskeurheer 1752, 1753, 1756, 1764, 1771, 1773, 1776, 1786 

Amsingh, Walrich (W.) 

kluftheer 1768-1790 (is in het trekdiep verdronken) 

Amsingh (Amsingh), Willem (W.) 


pontkamer wegens de gezworenen 1627, 1628 

pontkamer wegens de gilden 1629, 1630, 1632 

Amsweer, Doede (Doedo) 

gedept. staten van de provincie 1595-1596 

Andreae, (Andrae, Andree), Agneus (A., Anneus) 

gildrechtsheer 1684, 1685, 1687, 1688, 1690, 1691, 1693, 1694, 1696, 

1697, 1699, 1700, 1702, 1703 (sterft jan. 1704 en volgt hem G.A. Pels) 

weesheer 1693 

Appius, H.M. 

gildrechtsheer 1727 (opvolger van Sam. Laman) 1728 (wordt sekretaris 

van de stad en succedeert 8 sept. [1728] J. de Drews) secretaris v.d. raad 

1728 (opvolger van W. van Swinderen) - 1738 (wordt raadsheer in zijn 

plaats W. Laman) 

raadsheer 1738 (in plaats van J. Geertsema), 1739, 1742, 1743 

generaliteits rekenkamer v.d. stad 1740 

admiraliteits te Amsterdam 1741 

statengeneraal v.d. stad 1744 

gedeput. staten v.d. stad 1745 

Appius, Jacob (Jac.) 

secretaris van het Gorecht 1692 (wordt 8 dec. 1692 lid van de admiralit. te 

Harlingen en volgt J. Altingh) 

secretaris van het Gorecht 11 dec. 1692 (opvolger van Scato Gockinga 11 

dec. 1692 zie 8 dec) 

lid admiralit. te Harlingen 8 dec. 1692 

extr. ordin. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1693 


raadsheer 1697, 1698, 1700, 1701, 1703, 1704, 1706, 1707, 1709, 1710, 

1712, 1713, 1715 (wordt burgemeester en volgt L. Hoisinghuijs) 

gedeput. staten voor de stad 1699, 1705, 1711 

ord. raad admiraliteit te Harlingen v.d. stad 1702, 1708 


curator academia voor de stad 1715 (raadsheer) 

burgemeester 5 sept. 1715 (opvolger van Wicher Wichers) 

Appius, Jan (J.) Jacob (J., Jac.) 

ontvanger der coll. successien 1736 (inplaats van Hillebrand Jacob Gruijs 

dat ambt in tweeën gesplits en is den 28 aug. 1736 tot onthf. der vrijwillige 

verkooping aangesteld N.N. Sijsen en tot onthf. der coll. succ. Jan Jac. 

Appius)-1742, 1744-1750 

gezworen meente 1738, 1739, 1741, 1742, 1744, 1745, 1747-1750, 1751, 

1753, 1754, 1756, 1759, 1768 



ontvanger der coll. successien en vrijwillige verkoop (verkoping) 1751-1772 

(wegens malversatie de 11 nov. 1772 gebannen en zijn post gegeven aan 

Jr. Burmania Rengers) 

taalman gezworen meente 1757, 1760, 1762, 1763, 1765, 1766, 1769, 

1771, 1772 (is de 11 nov. 1772 bij desententie gebannen, dus uitgevallen) 

Appius, M. 

13

drost der beide Oldambten 1740 (opvolger van J. Helmolth 2 juni 1740) 

Appius, Tiddo (Tidde) 

kluftheer 1668 (opvolger van Fred. Lubbers)-1675, 1676-1684 (wordt 

raadsheer 8 febr. 1685, volgt G. Uchtman 

gezworen meente 1676, 1677, 1679, 1680, 1682, 1683 



ordinaire raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1687 

Aapkens (Aepkens), Aapke (Aepke) Jan 

provint. rekenkamer voor de provincie 1654-1656 

extr. ord. raad admiralt. te Harlingen voor de provincie 1659-1660 

Aepkens, Pieter (P.) 



Abels, Eppo 

provint. rekenkamer voor de provincie 1611, 1612 

Arnoldi, Johan (J., Jan, Joh.) 


1739, 1740, 1742, 1743, 1745 



kluftheer 1727-1735, 1737-1745 


gedeput. staten v.d. stad 1748, 1749 (afgezet door stadhouder Willem V) 

Arents, Derk 

gezworen meente 1585-1586 

Arends (Arents), Gijsbert (Gis., Gijsb.) 

gez. meente 1578 

raadsheer 1583, 1584, 1585, 1587, 1589, 1590, 1592, 1593 

Arentzenius, H.J. 




Arentsma (Arendzma), Albr. (Alb) Christoffel (Christoffer) 

admiralts. te Dokkum voor de provincie 1641, 1643 

Arendsma (Arentsma), Christoffer (Cristoffer) 


admiralts. te Dokkum voor de provincie 1632, 1633 

Artopheus, Henricus 

raadsheer 1594 

licent. non sedit 

Assendorp (Asschendorp), Evert (E.) 

gez. keuerheer 1595 

gez. meente 1594, 1595, 1597, 1598 


Asschendorp, Everd (Evert) van 

gedeput. staten voor de provincie 1669 (opvolger van Johan Wolteri), 1670 

Assuede, Borghard (Borchard) van 

generalits. rekenkamer voor de provincie 1632, 1633 

admiralts. in Zeeland voor de stad 1640, 1641 (overleden en volgt Johan 

Celos) 

Auwema (Auwama, Awama), Bocco 

14

gedeput. staten v.d. provincie 1595-1602, 1611, 1613-1615, 1617-1620 

Awama, Bocco 


Auwema (Awama), Elink (E.) 



curator academia voor de provincie 1681-1684, 1691, 1692 

extr. ord. raad admiraliteit te Harlingen voor de provincie 1685, 1686 

Awama (Auwama), Iwo (Juwo) 

gedeputeerde staten voor de provincie 1633, 1638, 1640, 1645, 1646, 1651 

ordinairis admiralits. te Harlingen voor de provincie 1648 

extra ordinair admiralts. te Harlingen voor de provincie 1649 

Auwema (Awama, Awema), Johan (J., Jan) 


1696, 1698, 1699, 1701, 1702 (sterft 1702) 



Auwama Jucco 


Auwama Leo 

provint. rekenkamer voor de provincie 1635 

Averesse, Albert (A., Alb.) 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1675 (opvolger van H. Mentink), 1676 


Bagbergh (Baghbergh, Begberg, Begbergh, Beghberg), Claas (C.) 

raadsheer 1583, 1584, 1586, 1587, 1589, 1592, 1593 

Bakker, Harm (H.) 



Bakker (Backer), Jan (J.) 

gez. meente 1598 (wagemeester), 1599, 1602, 1604, 1605, 1607, 1608, 

1610, 1611 

gezworen keurheer 1603, 1611 (substit. jurat), 1612 

pontkamer v.d. gilden 1613, 1614 

Ballen, Johan (J.) van 

drost van het Oldambt 1579 (opvolger van Harm Clant raadsheer), 1581 

raadsheer 1578, 1579, (wordt drost van het Oldambt) 

burgemeester 1584, 1585, 1589, 1592, 1593 

hoofdman 1586, 1587, 1590, 1591 

Ballen, Joost van 


Baningh, J. 


Banninck, Warm. 

gedeput. staten voor de stad 1718 

Barlinkhoff (Barlinckhoff, Barinkhoff), Abraham (A., Abrah., Abr.) 





provint. rekenkamer voor de stad 1667-1671 (wordt raadsheer 8 febr. 

1672) 

raadsheer 8 febr. 1672, 1673, 1675, 1676, 1678, 1679, 1681, 1682, 1684, 

15

1685, 1687 (sterft 17 jan. 1688 en volgt 30 dito M. Pels) 


Barlinkhoff (Barlinckhoff), Berend (B.) 

gezworen keurheer 1601, 1608 (door ziekte absent heeft Jacob Geerts de 

keuze gedaan: en zijn bijgenoemd G. Eilkens en J. Cloot) 


Barlinkhoff, C. 


1764, 1767, 1768, 1770, 1771, 1773, 1774, 1777 (sterft 4 mei 1778) 


gezworen keurheer 1751, 1763, 1766, 1776 


Barlinkhoff (Barlinckhoff), Hendr. (H.) 

gildrechtsheer 1655, 1658, 1661 

Olderman van het gildrecht 1656, 1659, 1662-1665 

Barnda, Johan (Jan) 

gildrechtsheer 1642 (opvolger van Jan Celos), 1645 

kluftheer 1644, 1646 (overleden, hem volgt Alb. Tjassens) 


Barnda, Willem (Wilm., W.) 



raadsheer 1603 (opvolger van Roelef Battink), 1605, 1606, 1608, 1609, 

1611, 1612, 1615, 1616 

pontkamer voor de raad 1604 


kluftheer Aakluft 1621-1625, 1626-1630 (1628, 1630 raadsheer) 

kluftheer 1631-1643, 1653 

Bartels, D. 


Basse, G.G. 

Secretaris van ´t gildrecht 1751-1758, 1760-1772 (sterft en volgt Hendr. 

Ludof Wichers) 

Basse, [drs.] Johan (J., Jan) 

gezworen meente 1689, 1690, 1692, 1693, 1695, 1696, 1698, 1699 


Basse, Johan 

secretaris van het gildrecht 1738 (in plaats van T. Helperi febr. 1738)-1750 

Bastiaans, Jan (Joh., J.) 

gezworen meente 1617, 1618, 1620-1623, 1626, 1627, 1629, 1632, 1635, 

1638, 1639 (overleden) 


taalman gezworen meente 1630, 1633, 1636 


Bastiaan, Jan 


Bathenius, Louis 

secretaris van de raad 1708 

Battink, (Batting), Frerik (F., Fredrik) 


pontkamer van de gilden 1624 


Battink, R. 


16

Battink, (Battinck), Roelef (R., Roelf, Roelof, Rudolph, Rudolf) 

gezworen meente 1578 (wordt senator (raadsheer) 8 febr. 1579) 


raadsheer 8 febr. 1579, 1580, 1594, 1595 (15 febr. 1595 tot gedept. staten 

gekozen), 1603 (is gekozen in de gedeputeerde staten en in diens plaats 

Willem Barnda), 1604, 1605, 1607, 1608, 1609, 1610, 1612, 1613, 1615 

2e raadsheer 1601 

gedeputeerde staten v.d. stad 1601, 1603, 1606, 1608, 1611, 1614 

burgemeester 1615 (opvolger van Lambert Hoorenkens), 1616, 1619, 1620 

hoofdman 1617, 1618 

Batting (Battingh), Tonnis 


Baukens, Cebes (Cebe) 

secretaris van de hoofdmannenkamer 1611-1636 (sterft 18 april (1636) en 

volgt op 3 juni Adolph Lauwens) 

Baukens, Epko 

ontvanger der kloostergoederen 1594, 1595, 1596 

provinciale rekenkamer voor de regering 1597, 1599 

Baurmester, And. (A.), Fred. (F.) 

weesheer 1720 (opvolger van Hendrik Veldman), 1722, 1723, 1724-1736 

(sterft 21 juli (1736) en volgt 23 aug. S. Veldtman) 



Baurmester, Ant. Theod. 

weesheer 1721 

Baurmester, W. 

secretaris (provint.) jachtsgerichte 24 jan. 1789-1794 

Baurmester, W.A. 

secretaris van het Gorecht 1765 (opvolger van Pompejus Valcke)-1775, 

1776-1781 (sterft in november 1781 en volgt Scato Fr. van Iddekinhe) 


1779, 1781 (sterft in november 1781 en volgt Scato Fr. van Iddekinghe) 


Baurmester (Baurmester), Wilhelm (Willem, W.) 


1694 



kluftheer 1684 (opvolger van Geert Wedda)-1694 


artilleriemeester van de stad 1694 

provint. rekenkamer voor de stad 1695 

raadsheer 1696 (opvolger van Wolther Woltherus), 1700, 1701, 1703, 

1704, 1706, 1707, 1709, 1710, 1712, 1713 

gedeput. staten voor de stad 1697-1699, 1705, 1708, 1711, 1714 

generalts. rekenkamer v.d. stad 1702 

hoofdman 1714 (opvolger van W. Wolthers), 1717, 1718 

burgemeester 1715, 1716, 1719, 1720 (sterft 17 sept. (1720) en 

succedeert de 14, Hendrik van Sijsen) 

bewindhebber der West-Indische Comp. v.d. stad 1717-1720 

scholarch. der Latijn. scholen 1720 

Bavinck, Albert (A., Alb., Albertus) 

gildrechtsheer 1717 (opvolger van Henric Johan Upmeijer), 1719, 1720, 

1722, 1723, 1725 (resigneerd zijn ambt op Q. Pabus, voor 1200 guldens) 

secret. v.d. kluft 1718 (opvolger van H. Lieftinck)-1723, 1724 (resigneert 

zijpost op de heer J.M. van Oostbroek, voor 1250 guldens) 

17

Bavink, (Bavinck, Baving), Evert (E.) 


1702, 1704, 1705, 1707, 1708, 1710, 1711, 1713, 1714, 1716, 1717, 1719, 

1720, 1722, 1725, 1731 

gezworen keurheer 1687, 1690, 1694-1696, 1698, 1699, 1702, 1720, 1724 

raadskeurheer 1685, 1687, 1691, 1693, 1699, 1700, 1711 

pontkamer wegens de gezworenen 1693, 1695, 1698, 1701, 1702, 1704, 

1705, 1707, 1708, 1710, 1711, 1713, 1714, 1716, 1717, 1719, 1720, 1722, 

1723, 1725, 1726, 1728, 1729 

kluftheer 1697-1700, 1701-1723 (1721, te stellen in de afgaande rang), 

1724, 1725 (resigneert 21 dec. (1725) op W. Alting) 


Bavink, Hopman 

gildrechtsheer 1643 (hem volgt 3 oktober Gregorius Mees) 

Bavink, J. 


Bavink (Bavinck, Baving), Roelf (R., Roelof) 



(novitti in plaats van Renier Frix), 1598, 1599 



Bavink (Baving), Roelf, (R., Rudolph, Rudolp) 


(deze werd bij de raad geweerd , als geen lidmaat onzer kerk zijnde, en in 

diens plaats genoemd P. Isebrants) 


pontkamer v.d. gezworenen 1620 

gildrechtsheer 1623 deze werd bij de raad geweerd, als geen lidmaat onzer 

kerk zijnde, en in diens plaats genoemd P. Isebrants 

gezworen meente 1626, 1627, 1632, 1635, 1638, 1641, 1642 (overleden) 

[1642] 


1636, 1640, 1643 gezworen keurheer 1643 terwijl reeds overleden in 1642 

overleden 1642 abusievelijk geschreven 


busheer van het gildrecht 1629, 1630 

pontkamer voor de gilden 1626, 1630 


Bavink (Baving), Roelf, Rudolf (R., (B.), Roelf) 



gildrechtsheer 1664 (opvolger van Wolter Clant)-1667, 1669, 1670, 1672, 

1673, 1676, 1678, 1679, 1681, 1682, 1684, 1685, 1687, 1688, 1690, 1691, 

1693, 1694, 1696 

busheer van het gildrecht 1675 

Beijierink, G. 


Beijierink, (Beijerinh, Baijiering, Beijerink, Beijierink), Harm (H.) 



Beckeringh, L. (...) 

secretaris gedept. staten 1710-1749 (van zijn post afgezet en volgt op W. 

Laman 

Beckeringh, L. 


1768, 1779, 1780, 1782, 1783, 1785, 1786, 1789, 1790, 1792, 1793 

gezworen keurheer 1758, 1762, 1768, 1783, 1788, 1794 

18

aadskeurheer 1762, 1780, 1781, 1791, 1794 

pontkamer van de gezworenen 1783 

kluftheer 1786, 1788-1794 

ambtman van het Gorecht 1788 (opvolger van Scato Gockinga)-1794 

Beckeringh, Michiel 

pontkamer wegens de (18) gilden 1717-1749 (afgezet door de stadhouder 

Willem IV) 

Beckeringh, Theodorus (TH., Theod.) 

adcessor van het krijgsgerichte 1739, 1742-1748 

Beckeringh (Beckringh), (drs.) W. 

secretaris van de hove van justitie 9 aug. 1736 (opvolger van H. Laman)- 

1775, 1776, 1779 (wordt hoofdman en volgt febr. (1770) S.W. Tjassens) 

hoofdman 1779 (opvolger van S.H. v. Idsinga)-1786, 1788 (sterft 15 juli 

(1788) en volgt 9 april 1789 H.J. Upmeijer) 

Bellinga, H. 


1768, 1769, 1771, 1772, 1774, 1775, 1777 (sterft 1777) 



Bellinga, J. 

gez. meente 1782-1784 


raadskeurheer 1790 (in plaats van L.B. Lohman die door de stadhouder 

genadiglijk gedisapprobeerd en gepasseerd is), 1791 

provint. rekenkamer v.d. stad 1792, 1793 

gedept. staten v.d. stad 1794 

Bellinga, J.B. 


Bennema, Eje 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1738-1741, 1743-1746, 1756, 1757 

Bennema, Hendrik (Hendr.) 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1717-1720 

ext. ord. raad admiralts. te Harlingen v.d. provincie 1721, 1722, 1727, 

1728 

Bennema, Jacob (J., Jac., Jacobus) 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1717-1720, 1722-1731 


Bennema, Jan (is Jacob?) 


Bennema, M. (Hr., ...) 


provint. rekenkamer v.d. provincie 1768 (wordt in maart (1768) gedeput. 

staten en volgt M. Clant van Hanckema) 

gedeput. staten v.d. provincie 1768 (opvolger van Van en In en Kniphuisen 

van Nienoorth)-1780 (sterft sept. 1780 en volgt Sacto Ludolf ALberda) 

Bennema, Menno (M.) 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1735, 1737, 1738, 1743, 1744 

Benning, Jan Hendr. (Henr.) 


Benninck (Benning, Bennink), Claas (C., Nicolas) 

gildrechtsheer 1673, 1674, 1676, 1677, 1679, 1680 (sterft 12 jan. 1681 en 

volgt J.B. Keun) 


19

Benninck, Warmolt (W., Warm.) 

secretaris v.d. weeskamer 18 febr. 1707 (opvolger van Daniel Altingh)- 

1715 (wordt raadsheer 8 febr. 1716 en volgt Johan van Hoorn) 


raadsheer 8 febr. 1716, 1717, 1720, 1721 (sterft 22 nov. (1721) en volgt 

27 dito L.H. Emmen) 

scholarch. der Latijn. scholen 1721 (raadsheer) 

Bensing, Luitje (L., Leutien, Luirt, Luitjen) 


1639, 1641, 1642, 1644, 1645, 1647, 1648, 1651, 1653, 1654, 1656 




Bensing, Lucas (is Luitje?) 


Berends, (Berents), Christoffer (C., Christoff., Christoffer, Christopher) 


gez. meente 1596, 1597, 1599 (1599 plv. gez. meente gevangen 1580), 

1600 

raadskeurheer 1600 bijgenoemd om de raad te kiezen in cas van absentie 

der keurheren 

Berends, (Berents), Derk (D.) 


gez. meente 1582, 1583, 1588, 1589, 1591, 1592 


Berents, Hindr. (H.) 


gez. meente 1592, 1593 

Berends (Berents), Roelf (R., Roelof) 

gecommitt. raad van de Ommelanden 1768, 1769, 1788, 1789 

Berge, Berend (B.) ten 


gez. meente 1582, 1583, 1585, 1586, 1588, 1589, 1591, 1592 


Berge, Gerhard (G., Gerh., Gerhart) ten 




secretaris gedeputeerde staten wegens de stad 1647-1650 (1648 is geen 

lid, maar minister), 1651 (wordt raadsheer en volgt Nicolaus Busch) 

raadsheer 1651, 1652, (opvolger van J. Coenders) 

gedeput. staten voor de stad 1654, 1657 

curator academia voor de stad 1655, 1656, 1658, 1667 (burgemeester), 

1673, 1674, 1677, 1678, 1681, 1682 

burgemeester 1658 (opvolger van Otto Farmsum), 1659, 1662, 1663, 

1666, 1667, 1669, 1670, 1673, 1674, 1677, 1678, 1681, 1682 (sterft 13 

mei en volgt 5 juni Joh. de Drews) 

lt. president van de hoofdmannenkamer 1659 (roulerend burgemeester) 

hoofdman 1660, 1661, 1664, 1665, 1668, 1671 1672, 1675, 1679, 1680 

Berge, Gerhard (Gerh.) Hendr. (Henr.) ten 

raadsheer 1683, 1684, 1685 


Berge, T.A. ten 



20

Berchuijs, A. 

generaliteits rekenkamer voor de stad 1733 


Berghuijs, (Berghuis), A.H. [van] 

rentmeester [van de stad] 17 jan. 1757 (opvolger van Sigfridus Kugkist), 

1759-1775, 1776-1782 (wordt fugitivus van tekortkoming van penningen 

aan stadscomptoir) 

Berchuijs, (Berghuijs), Abraham (Abr.) 


generalts. rekenkamer voor de stad 1688 

Berchuijs, (Berchuis, Berghuis, Berghuiz), Adam (A., Ad.) 



gezworen keurheer 1679, 1680, 1686m 1689 


rentmeester der predikantgoederen 1680-1682 (wordt 15 juni [1682] raad 

ter admiraliteit te Harlingen, en volgt hem H. Land: _ en deze den 22 juli 

secretaris van de justitiekamer wordende succedeert Jan de Marees) 

raad admiraliteit te Harlingen 15 juni 1682 

extr. ord. raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1683 (opvolger van 

Wicher Wichers) 

ord. raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1690 

generalts. rekenkamer voor de stad 1683 (opvolger van Egbert Emmius 

staten generaal voor de stad 1684, 1686, 1687, 1691, 1693-1695 


drost van het Old-ampt 1689, 1701 


raadsheer 1696 (in plaats van Wicher Pott), 1702, 1703, 1705, 1706, 1708, 

1709 

gedeput. staten v.d. stad 1704, 1707, 1710 

Berchuijs, Alb. (A.) Jan (J.) [van] 

weesher 6 dec. 1725 (opvolger van G. Sijgers ter Borgh) - 1737 (wordt 24 

jan. 1738 hoofdman en volgt hem J. Hoisingh) 

hoofdman 24 jan, 1738 (opvolger van Hendr. van Susen) 

Berchuijs, Cebes 

ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1679 (opvolger van Nicol. 

van Borck) 

gedeputeerde staten 1679 

Berchuijs, (Berchuis), Cebes (C.) van (v.) 

gildrechtsheer 1758 (opvolger van H. Weremeus), 1760, 1763, 1764, 1766, 

1767, 1769, 1770, 1772, 1773, 1775 (zie onder) 

kluftheer 1764-1775, 1776-1786, 1788-1794 


1792, 1794 

secretaris van ´t gildrecht 1782-1785 (verzocht zijn demissie en wordt 

equipagemeester bij de admiralt. van de Maas) 

equipagemeester bij de admiraliteit van de Maas 1785 




Berghuijs, (Berghuis, Berkhuijs), Ficco, (F., Fecco) 

Olderman van het gildrecht 1747-1761 (wordt 5 febr. 1761 admiraliteitsheer 

te Harlingen en volgt H.F. Sichterman) 

gezworen meente 1750, 1755-1759 (1757, wordt 15 jan. 1758 raadsheer), 

1761 


admiraliteit te Harlingen v.d. stad 5 febr. 1761 (olderman, opvolger van 

A.J. Drews), 1762 (opvolger van A.J. de Drews die 26 jan. 1762 overlijdt) 

raadsheer 17 jan. 1758, 14 mei 1763 (opvolger van Joseph Trip) 


21

drost v.h. Oldambt 1769 (opvolger van H.J. Veldman) (zie onder) 

drost van ´t Oldampt 1776-1782 (sterft in aug. 1782 en volgt provisioneel 

L.A. Trip, dan sterft, volgt wederom J.T. Fockens., naderhand B.D. van 

Idsinga, totdat als vaste drost is aangesteld A.J. de Sitter) 

provint. jachtgericht v.d. stad 1780, 1781 (opvolger van P. Alstorphius), 

1782 (sterft in aug. [1782] en volgt Rengers van Farmsum) 

Berchuijs, T. (is F.?) 


Berghuijs, (Berghuis), [Dr.] H. 

ambtman van het Klei Oldampt 1755-1775 (zie onder) 

ambtman van ´t Klei Oldampt 1776 (werd 7 febr. 1777 raadsheer en volgt 

Adriaan Berteling) 

raadsheer 7 febr. 1777, 1779, 1780 (sterft febr. 1781) 


Berchuijs, Hendrik, Hindrik (H., Hendr., Henr. Henric, Henrik) 


monster commissaris 1715-1717 

weesheer 1716-1723 

kluftheer 1718 (opvolger van Harm Muntinghe) - 1723 

hoofdman 19 nov.) 1718 opvolger van Pompejus Gruijs) - 1723 (zie onder) 

hoofdman 1724-1727 (wordt raadsheer 6 febr. 1728 en volgt A.J. Trip 

raadsheer 8 febr. 1728, 1729, 1731, 1736, 1739, 1740, 1742, 1743, 1745 



drost der Oldambtem 1734, 1741 

gedeput. staten v.d. stad 1737, 1738 


curator academia v.d. stad 1739 (raadsheer), 1740, 1742, 1743, 1745 

Berchuijs, Hendrik (Hendr., Henrik9 

gezworen meente 1724 (sterft 4 nov. 1725) 

kluftheer 1724, 1725 (sterft 4 nov. [1726] succ. 16 dito A. Reichle) 

weesheer 1724, 1725 (sterft 4 nov. [1625] en volgt 23 dito Joh. Berchuijs) 

Berchuijs, J. van 

staten generaal voor de stad 1760 

Berchuijs, (Berchuis, Berckhuijz), [dr] Jacob (Jac.) 

secretaris van de weeskamer 1646-1650 (wordt fiscaal van de stad in 

plaats van Lus op 13 aug. en opgevolgd door Elias de Rekenaar op 17 aug.) 

fiscaal van de stad 1650 (zie onder) 

advocaat fiscaal 1652, 1654-1663 


gedeput. staten voor de stad 1667 (sterft 23 juni 1667, en volgt Hendr. 

Muntinghe) 

Berchuijs, Joh., Johan (J.) 

gildrechtsheer 15 febr. 1722 (opvolger van Haico Abbringe) (zie onder) 

gildrechtsheer 1724, 1725, 1727, 1728 

weesheer 13 nov. 1725 (opvolger an Hendrik Berchuijs) - 1729 

provint. rekenkamer v.d. stad 1730-1737 

Berchuijs, (Berchuis, Berchuijz, Berghuijs), Lubbert (L., Lubb., Lub.) Jacobi (J., 

Jac.) (..........) 

weesheer 1642, 1643, 1644, 1648, 1649, 1650 




pontkamer voor de gezworenen 1646, 1647 

secretaris van de hoofdmannenkamer 1646 (opvolger van Adolp Lauwens) - 

1650 (zie onder) 

secretaris van de hoofdmannenkamer 1651-1672 (sterft 28 sept. 1672 en 

volgt .......... Ringels 

22

Berchuijs, (Berchuis, Berchuijz), Lubb. (L., Lub.) Jacob (J., Jac., Jacobus) (J.L.) 

kluftheer 1649 (1649, 1650 voorletters J.L., niet L.J.) - 1651, 1654-1674 

(sterft 21 jan. 1675 en volgt A. Fockema 




taalman gezworen meente 1655, 1658, 1664, 1665 

pontkamer voor de gezworenen 1652, 1655, 1656, 1658, 1659, 1661, 

1664, 1670, 1671, 1673, 1674 (weesheer) 1652, 1654, 1656, 1657, 1658, 

1660, 1661, 1662, 1664, 1665, 1666, 1668, 1669, 1670, 1672, 1673, 1674 

Berchuijs, (Berhuijz), Lubbert (L.) 



(Hoort bij Berchuijs Lubb. Jacob?) 

Berchuijs, (Berhuijz), Nicolas (Nic., Nicolaus) 

gildrechtsheer 1654, 1656, 1657, 1659, 1662 


olderman van ´t gildrecht 1666 

hem volgt 27 nov. 166 Johan Ridder 

Berchuijs, Peter (P., Petrus, Pieter) 





raadskeurheer 1686, 1696, (zie onder) 

pontkamer voor de gezworenen 1689, 1691 (opvolger van B. Muntinghe), 

1692 

kluftheer 1691 (opvolger van Geert Uchtman) - 1700 (zie onder) 

weesheer 1695, 1697-1699 (zie onder) 

gezworen meente 1701-1704 (wordt 8 febr. 1704 raadsheer) 


weesheer 1701 (wordt raadsheer, en volgt 20 febr. 1704 H. Emmen) 

kluftheer 1701-1703 (wordt raadsheer, en volgt Regnerus de Drews (zie 

blz. 3) 

raadsheer 1703?, 8 febr., 1704, 1705, 1707, 1708, 1710, 1711, 1713, 

1714, 1717, 1718 

gedeput. staten v.d. stad 1706, 1709, 1712, 1715, 1716 

ord. raad admiralt. te Harlingen v.d. stad 1719, 1720 

burgemeester 1721, 1722 (zie blz. 3) 

bewindhebber der W. Indische Comp. v.d. provincie 1722, 1723 


bewindhebber der W.I. Comp. v.d. provincie 1724-1727 

burgemeester 1725, 1726 

Berchuijs, Tjaard (Tjaart) [.....] 

ontvanger der koopschatten 1680 (opvolger van ..... Julsinga, 1 nov. 1680) 

- 1700 (zie onder) 


ontvanger der koopschatten 1701-1703 

adcessor v. ´t krijgsgerichte 1703 

ambtman v.t. Gorecht 1706 (opvolger van Reint ter Winkel), 1707 (wordt 

admiraliteitsheer te Harlingen, en volgt als amptman Eger Tamminga), 

1708 

admiraliteits-heer te Harlingen 1707 


provt. rekenkamer v.d. stad 1709 

raadsheer 1710 (15 maart [1710] verkozen in plaats van E. Tamminga), 

1712, 1713, 1715, 1716, 1718, 1719 

scholarch. der Latijn. scholen 1716 (raadsheer) - 1719 (raadsheer) 

hoofdman 1720 (sterft 17 febr. 1721) 

Berchuijs, (Berghuis), Tjaart (T.) (T, ......) van 

raadsheer 1759-1762, 14 mei 1763, 1764, 1765, 1768-1770, 1772, 1773 

(zie onder) 

staten generaal v.d. stad 1763 (wordt 14 mei [1763] raadsheer en volgt 

23

Herman Wolthers), 1766, 1767, 1770, 1775 (zie onder) 


raadsheer 1776, 1777, 1780, 1781 

scholarch. der Lat. scholen 1777 (raadsheer), 1780 (raadsheer) 


[meesterknaap] v.h. provint. jachtgerichte v.d. stad 1778-1786, 1788, 

1789 sterft in juni [1789] en volgt Berend van Iddekinghe) 

curator academia v.d. stad 1784 (sterft [1789] en volgt J.D. Quintus) - 

1786, 1788, 1789 

burgemeester 1785, 1786, 1789 


Berchuijs, Ubbo (U.) Emmius (E.) van (v.) 

gildrechtsheer 18 febr. 1707 (opvolger van Harco Busch) - 1709, 1711, 

1712, 1714, 1715 (succ. 22 febr. 1717 Johan Elama) 


1723 


weesheer 7 jan. 1713 (opvolger van Johan Lohman), 1715, 1716 (wordt 12 

jan. 1717 ambtman van ´t Gorecht en volgt hem Eppo Sibinga) 

ambtman v.h. Gorecht 12 jan. 1717 (opvolger van H.H. Siccama) (wordt 

staten generaal 24 nov. [1717] en hem volgt in die post, Leonard de 

Veencamp, die 8 febr. 1718 raadsheer wordt, en volgt 11 dito O. 

Sockinghe), 1720 (wordt rekenmeester, en volgt T.H. Gerlacius, die 24 

sept. [1720] mede rekenmeester wordt in plaatse van H.H. Siccama, die 

ambtman voor de evengen. Gerlacius is gesteld) 

staten generaal 24 nov. 1717 

extr. ord. raad admiralts. te Harlingen v.d. stad 1718 

provint. rekenkamer v.d. stad 1719, 1720 (opvolger van Gerhard Schaffer) 

- 1723 

Berckhuijs, (Berchuiz), Ubbo (U.) Emmius (E.) [van] [ab] 






staten generaal wegens de stad 1730 

ord. raad admiraliteit te Harlingen v.d. stad 1731 

raad van state v.d. stad 1732, 1735, 1736 (sterft Hagae comm. 7 sept. 

[1736] 


curator academia v.d. stad 1733 (raadsheer), 1734 (raadsheer) 

Berteling, (Berllingh?, Bertelingh, Bertling), Adriaan (A., Adrianus) 

ambtman van ´t Klei Oldampt febr. 1777 (opvolger van H. Berghuijs) - 

1780 (wordt ambtman v.h. Gorecht en volgt H.P.B. Faure) 

ambtman van ´t Gorecht 1780 (opvolger van Hendr. Ludolph Wichers) - 

1783 (wordt lid der admiraliteit te Harlingen en volgt S. Gockinga) 

gezworen meente 1782-1784, 1786 

admiraliteit te Harlingen v.d. stad 1783 (opvolger van E.P. Smith) 

provint. rekenkamer v.d. stad 1784 (opvolger van E.P. Smith), 1785 

raadsheer 1788, 1789 (sterft 21 juni [1789], en is toen wederom in de raad 

geroepen de staat Generaal Hindr. Ludolf Wichers) 

Berum, Berend (Berent) van 


raad van state voor de provincie 1679, 1680, 1691, 1692 

extr. ord. raad admiraliteit te Harlingen voor de provincie 1678 



Berum, [van (op) Luninga], O.J. [....] van 



Berum, Remmert van 

24

ontvanger generaal 1625, 1626 

Berum, Remmert van 


Berum, [Junior], Remmert van 


general. rekenkamer voor de provincie 1612-1614 

Berum, [van (op) Luninga], Onno (O.) Joachim (J., Joach.) [.....] van 


gedeput. staten v.d. provincie 1708, 1717-1719 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1713, 1714, 1721, 1723 


(A en B horen bij mekaar? is Joachim ook Jacob?) 

Bierum, [Hr] Onno Jacob van 



Beuns, Onne 


crudener 

Bienkorff, A. (is E?)J. 


Bijenkorf, (Biencorst, Bienkorf, Bienkorff, Bienkorv, Bijenkorv), Evert (E.) Jans (J.) 

weesheer 1642, 1645, 1646 

gildrechtsheer 1643 (1643 is de naam Geert J.), 1646 

olderman van het gildrecht 1647, 1649, 1650 




Bijma, Ennius 

ordinaris admiraliteit te Dokkum, voor de provincie, 1600 extra ord. 

admiraliteit te Dokkum v.d. provincie 1603, 1604, 1606 

Bijma, Geert 

provinc. rekenkamer voor de provincie 1605, 1607, 1608 

Bijma, Wijgbolt [Wigboldus] 


admiraliteit van Dokkum v.d. provincie 1601 

Bijmolt, Derk (D.) 




kluftheer 1695 (opvolger van Dion. Junius) - 1700, 1701 - 1715 (hem 

succed. H. Eissonius) 



1715 (sterft 9 april 1756) 


weesheer 1703 (opvolger van Joachim Borgesius) - 1706, 1708-1710, 

1712-1714 

Bijmolt, J. 


Birsa, Arend (A., Arent) Lubbers (L. Lubbert) 



Birsa, (Birza) [dr.] Johan (J., Jan, Joh.) 

secretaris van de stad 1633 (opvolger van Johan Drews - 1644 

25

aadsheer 1644 (opvolger van Jan Grauwers), 1646, 1647, 1648, 1649 

(sterft 1 april [1649]; zijn plaats wordt niet vergeven omdat de raad niet 

kon accorderen) 

ordinaris admiraliteit te Harlingen voor de stad 1648 


Birsa, (Birza), Lubbert (L., Lubb.) Roelf (R., Roelefs) 

gezworen meente 1628, 1630, 1631, 1631, 1636, 1637 (1637 voornaam 

Roelf Lubb), 1653 

administratie van de weeskamer 1629 (volgt dr. Hindrik van Heek op), 

1630 


Birsa, Lubbert (L., Lubb.) 





weesheer 1638, 1642 


provint. rekenkamer voor de stad 1643 (overleden) 

Birsa, R.J. 

ordinair admiralts. te Dokkum (die college is getransporteerd naar 

Harlingen) voor de stad 1645 

Bitter, Hendr. (H., Henr.) 


pontkamer voor de gezworenen 1663 


Hoort bij Bitter, Hendr. Arends? 

Bitter, Hendrik (H., Hindr.) 


raadskeurheer 1701-1704 

Bitter, Hendr. (H.), Arend (A. Arents) 




kluftheer 1664 (opvolger van Simon Jans Bitter) 

Bitter, Hendr. Andr. 


Hoort bij Bitter, Hendr., Arents? 

Bitter, L. 

gildrechtsheer 1672 (opvolger van Lodewijk Cijpers), 1673, 1675-1679 

Blankenstein, [Dr.] H. 

kluftheer 14 okt. 1750 (opvolger van J. Engelma), 1751, 1753, 1754 (sterft 

8 febr. 1755, en volgt hopman J. Cranssen) 

Blauw (Blaw), Frederik (F., Fredr., Frederic, Frerik) 

gezworen meente 1647, 1648, 1650 (zie onder) 

gezworen keurheer 1648, 1649 (zie onder) 




Blencke (Blenke), Abraham (A., Abr., Abrh.) 

boekhouder der West (W.) Indische (I.) Comp. 1715-1730 (Is voortvlugtig:- 

en wordt wegens het Crimen Sodomic op den 17 nov. 1730 gecondemneerd, 

om bij aldien in handen van het gerichte mogte geraaken, halv 

dood geworgt, verbrand te worden, en desselve assche in de lucht 

verstrooit; 

_______naaderhand zijn deszelve decedenten van Bulderen genaamd, 

26

waarvan de kleinzoon noch n leeven is 

Julij 1817 

Blenke, Gerrit (G.) 

boekhouder v.d. West-Ind. Compagnie 1694-1714 

gezworen meente 1702-1703, 1706, 1707, 1709, 1710, 1712, 1713, 1715, 

1716 



kluftheer 1710 (opvolger van Joachim Hittjes) - 1716 

secretaris v.d. West-Indische Compagnie 1715, 1716 

Blink, (Blinck, Blinke), Albertus, (Albert) 


provint. rekenkamer v.d. provincie 1737, 1738, 1745-1749 

generalts. rekenkamer v.d. prov. 1743, 1744 

Blink, Eeuwke (E.) 

gecommitt. raad der Ommelanden 1786, 1790, 1791 

Bloemert, (Boemert), Hindr. (H.) Har. (H.) 


1737, 1739, 1740, 1742, 1743, 1745, 1746, 1748, 1749 (afgezet door 

stadhouder Willem IV) 



Bloemhoff, J. 

gekozen als gezworen meente in 1751 door de keruheren doch afgewezen 

door Z.H. Willem IV 

Boekens, Geert (G.) W. [...] 

pontkamer v.d. raad (stad) 

1647-1651, 1654-1661, 1663-1668 (achter 1655, 1664, 1665, 1667, 1668 

aangetekend ´raadshr´ (blijkt niet in het boek als raadsheer) 

Boekhold, (Boekholt), Jacob (J., Jac.) van 



ambtman van het Gorecht 1670 

opvolger van Nicolas van Borck, sterft 7 jan. 1671 en volgt 26 jan. 1671 

Corn. van Roijen 

Boelens, Joh. (J.) 

gez. meente 1591, 1592 


Bolhuis, Abel van 

curator accademia voor de provincie 1653 

Hoort bij Bolhuis, Abel Eppens? 

Bolhuis, (Bolhuijs), Abel (A., Abbel, Able) Eppo (E., Eppens, Eppes) 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1637-1651, 1655-1658 

Bolhuijs, C. van 


Bolhuis, (Bolhuijs), C.M. van 




Bolhuis, L. van 


Bolhuis, (Bolhuijs), M. van 


27

taalman gezworen meente 1754, 1755, 1758, 1759, 1762, 1764 (sterft 3 

april 1764) 



Bolte, Jan 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1711, 1712 


Bolthe, Copeus (Copius) 


Bommel, T(h)omas van 

raadsheer 1583, 1584, 1586, 1587, 1589, 1590, 1592, 1593 

Bondsema, G. (..........) 

commies v.d. provincie 1783-1786 

Bonnens, Peter (P.) 

gez. meente 1636, 1637, 1642, 1646 

raadskeurheer 

Bonneval Faure, H.P. de 

amptman van ´t Klei Oldampt 1783-1785, 1788, 1790 

Bontwerker, Jan (J.) 

gez. meente 1604, 1609, 1610, 1612, 1613 


Bontwerker, Jonge Jan (J.J.) 



raadskeurheer mede bijgenoemd 1603 

Borgh, (Borch), A.J. [....] ter 


raadsheer 1752, 1753, 1756, 1757, 1759, 1760, 1762, 1763, 1765, 1766, 

1768 (wordt burgemeester en volgt Rudolph Emmen) 

provint. rekenkamer v.d. stad 1754, 1758, 1761 


gedeput. staten v.d. stad 1764, 1770 (burgemeester), 1774, 1775 (zie 

onder) 

scholarch. der L. scholen 1766 (raadsheer) 


burgemeester 1768 (opvolger van W. Wolthers) - 1770, 1772, 1773 

bewindhebber der West Ind. Comp. v.d. provincie 1772-1775 (zie onder) 

bewindhebber der West Ind. Comp. v.d. provincie 1776-1780 

gedeput. staten v.d. stad 1776, 1777, 1780 (sterf 1 dec. 1780 en volgt P. 

Laman) 


scholarch. der Lat. scholen 1779 (burgemeester) 

Borch, (Borgh), Abraham (A., Ab., Abr., Abrah.) [..........] ter 

boekhouder der West Indische Comp. 1723-1747 

Borgh, C. ter 


Borg, Gijsbert (G., Gijsb.) Sijgers (S.) ter 



Borg, (Borgh), Harmen (H., Harm, Herman) ter 


1619 

3e taalman gez. meente 1620 

raadskeurheer 1605 (absent), 1618 

28

ijgenoemd raadskeurheer 1611, 1620 



raadsheer, 1619, 1622, 1623, 1625 (zie onder) 

kluftheer Oostkluft 1617-1619, 1621, 1622, 1623, 1624, 1625 (zie onder) 

klufhteer Aakluft 1620 


busheer v.h. gildrecht 1621 


raadsheer 1626, 1628, 1629, 1631, 1632, 1634, 1635, 1637, 1638, 1640, 

1641, 1643, 1644, 1647, 1648-1650 (sterft 29 febr. 1950) 

kluftheer Oosterkluft 1626-1630 (raadsheer 1628, 1630) 

kluftheer 1631-1650 

gedeput. staten voor de stad 1627, 1630, 1636, 1639, 1642, 1645, 1648 

Borch, (Borgh), Harm ter 

kluftheer 1651 (resigneerd en volgt Jan Rotgers), 1653 

Borch, (Borgh), Harm (H.) ter 

advocaat fiscaal [van de stad] 1749 (opvolger van W.R. de Sitter) - 1759 

hoofdman 1760 (opvolger van G.J. Keizer) - 1775 (sterft tussen ultimo 

1775 en primo 1776, en volgt Willem de Sitter) 

Borck, (Borch), Johan (J.) van 




extr. ord. raad admiraliteit te Harlingen 1678 (opvolger van Joh. de 

Sijgers), 1769 

generalts. rekenkamer voor de stad 1678 (opvolger van Rembt van 

Iddekinge), 1679 (opvolger van Egbert Emmiuas) 

staten generaal voor de stad 1679-1682 

raadsheer 12 juni 1682 (opvolger van Nicolaas van Borck), 1683 

gedeput. staten v.d. stad 1684 (sterft, volgt M. Pels) 

Borck, (Bork), Klaas (Claas) ter 



Borck, (Borch, Bork) Nicolaas (N., Nic., Nicolas, Nicolaus, Nico.) van 

rentmeester der predikantgoederen 1652, 1656-1663 

gezworen meente 1662, 1663 (wordt gedeputeerde staat), 1665, 1666 

1668, 1669, 1671, 1672 



gedeputeerde staten voor de stad 1663, 1668, 1671, 1672 (zie onder) 

ambtman van het Gorecht 1664 (opvolger van Egb. Hoorenken), 1666-1670 

(wordt gedeput. staat en volgt 17 mei 1668 M. Altingh; hem volgt op Jacob 

Boekholt, en deze 7 jan. 1671 overlijdende volgt 26 jan. Corn. van Roijen 

staten generaal voor de stad 1670 (opvolger van Jacob Swarte) 

Ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1673-1675 (zie onder) ord. 

raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1676, 1678 (wordt gedeput. staten 

en volgt Cebes Werumeus), 1679 (wordt raadsheer, en volgt Cebes 

Berchuijs of Werumeus: - wordt gedeputeerde en volgt Scato Gockinga, en 

wordt vervolgens drost der Oldampten en surogeert Marcus Pels) 

admiralt. te Amsterdam voor de stad 1681 

gedeput. staten voor de stad 1678 (opvolger van Simeon Wijchel), 1679 

raadsheer 17 maart 1679 (opvolger van Egbert Hoorenken), 1680, 1682 

(sterft 7 juni [1682] en volgt 12 dito Johan van Borck des overleedes zoon) 

drost der Oldampten 1679 

Borgh, S. ter 


Hoort bij Borgh, G.S. ter? 

Borck, Willem (W.,) van 



29

drost van het Oldampt 1694 (opvolger van H. Wolthers) 

raadsheer 1695, 1696, 1698, 1699 



raadsheer 1701, 1702, 1704, 1705, 1707, 1708, 1710, 1711, 1713, 1714, 

1716, 1717, 1719, 1720 (wordt burgemeester, en volgt Ter Winkel) staten 

generaal v.d. stad 1703, 1706 

scholarch. der Latijnsche scholen 1705 (raadsheer), 1708 (raadsheer), 

1711 (raadsheer) 

ord. raad admiralt. te Harlingen v.d. stad 1712 

admiraliteit van Amsterdam 1718 

curator academia v.d. stad 1713 (raadsheer), 1714 (raadsheer), 1716 

(raadsheer), 1717 (raadsheer), 1719 (raadsheer), 1720 (raadsheer) (sterft 

22 maart 1720) 

raad van state v.d. stad 1715 

bewindhebber der West-Indische Comp. v.d. provincie 1717-1720 


Borch, A.P. (Ph.) van der 



Borch, J.E.C. van der 

admiralts te Harlingen voor de prov. 1760 

Borck, A.J.C. (is J.E.C.?) van der 

admiraliteit te Harlingen voor de prov. 1761 

Borch, (Borgh) [van Langentrier], J.C. (C.J.) [....] van (v.) der (d.) 

raad van state v.d. provincie 1762, 1763, 1768, 1769 

admiraliteit te Harlingen v.d. provincie 1766, 1767, 1772, 1773 (zie onder) 

admiraliteit te Amsterdam 1771 (zie onder) 

bewindhebber der Oost Ind. Comp. 1768 (opvolger van H.B. Homoet) - 

1775 



admiraliteit te Amsterdam 1776, 1777 (admiralts. te Harlingen v.d. 

provincie 1778) 

bewindhebber der Oost Ind. Comp. 1776-1786, 1788-1794 

admiralt. te Harlingen v.d. provincie 1779 (wordt staten generaal en volgt 

E.J. Lewe) 

staten generaal v.d. provincie 1779 (opvolger van Rengers Farmsum) - 

1781 

Borgers, Laurens (L.) 

gez. meente 1596, 1597 


Borgesius, Goedhart (G., Goeth, Goethard) 

secretaris van het gildrecht 1660 (opvolger van E. Hammink) - 1679 

secretaris van het Gorecht 1679 (opvolger van W. Wolters 22 nov. 1679) - 

(sterft en volgt 9 mei Hendr. van Julsingha) 

Borgesius, [dr.] Joachim (J.) 


1695, 1696, 1698, 1699 (zie onder) 


(zie onder) 


weesheer 1693, 1694, 1496, 1697, 1698, 1700 (zie onder) 

gezworen meente 1701, 1703 (sterft 13 maart 1703) 

gildrechtsheer 1701, 1702, (sterft [1703], en volgt H.J. Upmeijer) 

weesheer 1701, 1702 (sterft 13 maart 1703, volgt Derk Bijmolt) 

Borgesius, Joachim (J.) 

gezworen meente 1751, 1752, 1754, 1755, 1763 (sterft 12 okt. 1764) 

taalman gezworen meente 1757, 1758, 1760, 1761 (sterft 12 okt. 1764) 

30

pontkamer voor de gezworenen 1752, 1755, 1760, 1763 




Borgesius, Michael (M., Mich.) 

rentmeester v.d. Ommelanden 1715-1729 


Borghuis, F. 


Bouwens, Onno 

busheer van het gildrecht 1598, 1600, 1603, 1604 

gez. keurheer 1600 subsidierii electores curatorum gesteld, bijgenoemd tot 

de gez. keurheer 1601, 1602 




taalman gez. meente 1599, 1600 



raadsheer 1609, 1610, 1612, 1613, 1615, 1616, 1618, 1619 

pontkamer v.d. gilden 1611 

prov. rekenkamer v.d. stad 1611 

admiraliteit te Dokkum v.d. stad 1614, 1617 

Bouwknegt, (Bouknegt), Albert (A., Abrhm.) 

gez. meente 1581, 1582, 1590, 1591 


taalman gez. meente 1584, 1585, 1587, 1588 

Bosch (Bos), Laurens (L., Laurents) deze is door de princesse gouvernante 

aangesteld in plaats van M. Sijlman die door de gezworenen is gekozen. 


1765, 1767, 1768, 1770, 1771, 1773, 1774, 1776-1781 

gezworen keurheer 1753, 1759, 1760, 1762, 1763, 1771, 1772, 1774 

pontkamer v.d. gezworenen 1753, 1756, 1759, 1764, 1777, 1780 


Bothenius, Hendrik (H., Hendr., Hendric, Henricus) 




raadsheer 1680, 1681, 1683, 1684, 1686, 1687, 1689, 1690, 1692, 1693, 

1695, 1696, 1698, 1699, 1701, 1702 

curator academia voor de stad 1682, 1687, 1689, 1690, 1695 (raadsheer), 

1696 (raadsheer), 1698 (raadsheer), 1699 (raadsheer), 1701 (raadsheer), 

1702 

raad van state voor de stad 1685, 1697 



hoofdman 1700 (raadsheer), 1703, 1706, 1707, 1710, 1711 (sterft 18 juli 

1711, hem volgt 7 sept. H. Wolthers) 

burgemeester 1704, 1705, 1708, 1709 

Bothenius, Louis (L.) 

secretaris van de raad (stad, borgem. en raad) 1701 (opvolger van Sicco 

Tammen)-1717 (wordt raadsheer en volgt 21 jan. 1718 W. Wolthers) 

raadsheer 1717, 1718, 1720, 1721, 1723, 1724 


raad van state voor de stad 1722, 1725 (wordt 31 juni 1725 v.h. hof van 

justitie) 

lid v.h. hof van justitie (hoofdman) 31 juni 1725 (opvolger van J.H. van 

Julsingha), 1728, 1729, 1732, 1733, 1736, 1737 


31

urgemeester 1726, 1727, 1730, 1731, 1734, 1735, 1738 (sterft 10 juni 

1738 en volgt als burgemeester J. Geertsma en in plaats van dien als 

raadsheer H.M. Appius en in plaats van Appius tot secretaris W. Laman) 

scholarch. der Lat. scholen 1730 (burgemeester), 1734 (burgemeester), 

1738 (burgemeester) 

Bothia, Sixtus 

curator accademia voor de stad 1631 

Brake Arent (A., Arend) ter 

busheer van het gildrecht 1594, 1596, 1601, 1602, 1622 

gez. meente 1581, 1582, 1584, 1585 


olderman van ´t gildrecht 1597, 1603, 1604, 1606, 1607, 1616, 1617, 

1620 

raadsheer 1582, 1587, 1588, 1590, 1591, 1593 

administratie der weeskamer 1615, 1616, 1617 

Brake, Hendr. ter 

busheer gildrecht 1595 

Barnd, Gerbrand (Garb., Garbrand, Gerb.), Timon (T., Timens, Timons) 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1621-1623, 1625 

gedept. staten v.d. provincie 1628 

Brants (Brants), Johan (J., Jan., Joh.) 

gezworen meente 1668, 1669, 1672, 1674, 1675, 1677, 1678, 1680 (sterft 

3 maart 1680) 



Broersma, Jacob 


Broersema, Menno 

gedeput. staten v.d. provincie 1623, 1625, 1634-1637, 1640, 1642, 


Broersema, Mello (M.) 

generalt. rekenkamer voor de provincie 1618-1624 

provint. rekenkamer voor provincie 1626, 1627 

ontvanger generaal 1627-1636 (sterft 31 mei 1636 volgt op Onno 

Tamminga 19 dec.) 

Broersema, Pabo 



admiraliteit te Dokkum v.d. provincie 1618-1621 

staten generaal v.d. provincie 1622-1627, 1631 

Broersema, Taco 

ordinaris admiraliteit te Dokkum voor de provincie 1599 

Broiels (Broeils), Coop (C.) 


1611 



busheer v.h. gildrecht 1607, 1620, 1623 

Broiels, (Broeils), Sjabbe (Sjabbes, Sjabbo) 

extra ordinaris admiraliteit te Dokkum voor de provincie 1598, 1599 gez. 

meente 1594, 1595 

raadsheer 1596, 1597, 1600, 1602, 1604, 1605, 1607, 1609 

admiraliteit te Dokkum voor de stad 1602, 1603, 1606, 1607 


generaliteits rekenkamer voor de stad 1611-1615 

32

Brondsema, B.H. 

gecommitt. raad der Ommelanden 1762, 1763, 1768, 1769 

Brondsema, Brond (B.), Haies (H., Haico, Jajes) 

provinciale rekenkamer voor de provincie 1675-1680, 1685, 1693, 1694 

generalit. rekenkamer voor de provincie 1691, 1692 

gecommitt. raad der Ommelanden 1698 

Brondsema, H.H. 


Bronsema, Cornelis 


Brondsema, E. 


Bronnens, Peter (P.) 



gildrechtsheer 1640, 1641, 1643, 1644, 1646, 1647 

Brugma, D. 

advocaat fiscaal v.d. stad 25 juni 1790-1794 

Bruinings, Geert 


Brunincks, (Bruninck, Brunincx, Bruninks), F.M. Hamel 

adcessor van ´t krijgsgerichtte 1713-1723, 1724, 1626, 1727 

Bruins, Joh. 


Brugma (Brugema), Jan (J.), Doeters (D., Deiters) 

commies v.d. provincie dat is inspecteut over prov. gebouwen, bruggen, 

dijken ets. 1773 

commies van financiën v.d. provincie 1775-1781 (sterft 1782) 

Bruins, Willem 


Bruinsveld, Theodorus (T., Theod.) van 

secretaris v.d. provint. rekenkamer 1691 (opvolger van L. Wichers)-1733 

(sterft 1733 en volgt Antonius Jullens) 

Buir, Joh. ten 

extra ordinaris admiraliteit tot Dokkum voor de provincie 1598 

Bulderen, H. van 

gezworen meente 1752 (deze is door de princesse gouvernante aangesteld 

in plaats van T. Sijpkens die door de gezworenen is gekozen gezworen 

keurheer 1753, 1757 


Bulderen, H.G. (G.H.) (.....) van 

boekhouder der West (W.) Indische (I.) Comp. 1731 (zoon van dezelfde 

voorganger in die post, doch is de naam om de reden op de vorige 

bladzijde genoteerd, van Blenke, in Van Bulderen, verandert)-1750, 1752, 

1753, 1756, 1757, 1759-1761, 1763, 1764, 1766-1771, 1773, 1775, 1776- 

1786, 1788-1794 


1771, 1774, 1776, 1777, 1782, 1783, 1785, 1786 




33

Bulderen, T.B. van 


Buningh, A. 

kluftheer 1786, 1788-1794 

Buning (Buining, Buningh, Bunink), (dr.) Gerard, Gerhard (G., Geert, Gerh.) 

gezwore 

n meente 1624, 

1644, 1645, 

1647, 1648 


gildrechtsheer 1625 (onder de streep van gildrecht zie boek) 

provint. rekenkamer v.d. stad 1625 (in de plaats van Johan Lulofs) 



raadsheer 1627, 1628, 1631, 1632, 1635, 1636, 1650, 1651, 1653, 1654, 

1656, 1657, 1659, 1660, 1662, 1663 (sterft 10 juni 1663 sijbstitus R. 

Tjaarda en in ejus locom Sicco Eeck) 

ord. raad admiralit. te Harlingen voor de stad 1652 



curator academia voor de stad 1653, 1654, 1656, 1657, 1660-1663 

(raadsheer 1660-1663) 

Buning (Buningh), J. 


1782, 1783, 1785, 1786, 1789, 1790, 1792, 1793 

gezworen meente 1768, 1769, 1771, 1772, 1774, 1775, 1777, 1778, 1780- 

1784 (in 1783 moet zijn de vierde in deze rang), 1786, 1788 



Buningh, (Buning), Lubbert (Lubbertus) 


Buning (Buningh), T.J. 



Burema, A. 



pontkamer van de gezworenen 1790 

Burema, Jan (..., J., Johan) 

gildrechtsheer 1683-1687, 1689, 1690, 1692, 1693, 1695, 1696, 1698, 

1699, 1701, 1702, 1704, 1705, 1707, 1708, 1710, 1713, 1714, 1716, 1717 

(sterft 1717 en volgt Adriaan Trip) 

busheer van ´t gildrecht 1711 

Burmania, Bocco (B.) van 




Burmania Rengers, (Jr.) Ducoo (D.), Gerold (G.) .... 

ontvanger van de coll. succ. (het collatraal en vrijw. verkoping) voor de 

provincie 1772 (opvolger van J.J. Appius), 1773, 1775, 1776-1780 (wordt 

raadsheer en volgt Jacob Wichers) 

raadsheer 1780 (opvolger van W.R. de Sitter)-1781 

Burnincks, F.M. Hamel 

adcessor van ´t krijgsgericht 1725 

Busch, A. 

34

secretaris van ´t gildrecht 1680 

Busch, Harco (H., Harcke) 




gildrechstheer 1705, 1706 (sterft 10 febr. 1707, en volgt 18 dito Ubbo 

Emmius v. Berchuijs) 

Busch, Izaac, (I.) 



weesheer 1781-1786, 1788-1794 

Busch, Jenae 


Busch, (dr.) Nicolaas (Nic., Nicolas, Nicolaus) 

gildrechtsheer 1646 (hem volgt 31 okt. Elias de Rekenaar 

secretaris van het Gorecht 1647-1650, 1651, 1652 (wordt secretaris van de 

provincie (gedeputeerde staten) en volgt Ludolph Gockinga) gezworen 

meente 1651, 1652 


secretaris gedeputeerde staten van de provincie 1651 (opvolger van Gerh. 

ten Berge)- 1666 (electus 13 dec. 1652) is de eerste van dat geslacht die in 

enige bediening alhier is geplaatst; sterft in de pest 25 april 1666, volgt 19 

mei broeder Reneke Busch) 

Busch, Reneke 

secretaris gedeputeerde staten 19 mei 1666 (opvolger van dr. Nic. Busch)- 

1675, 1676-1678 (wordt raadsheer en volgt L. Flugger) 

raadsheer 1678-1680, 1682, 1683, 1685 


hoofdman 1684 (raadsheer), 1688, 1692, 1694 (raadsheer)-1696, 1699, 

1700, 1703, 1704, 1707, 1708 

burgemeester 1686, 1689, 1690, 1693, 1694, 1697, 1698, 1701, 1702, 

1705, 1706, 1709, 1710 (sterft 8 maart 1710 en volgt 15 dito Eilco 

Tamminga) 

bewindhebber der West Ind. Compagnie voor de stad 1694-1700, 1701- 

1709 (sterft 8 maart 1710) 

Busch, Reneke (R.) 

gezworen meente 1680, 1681, 1683, 1684, 1686 (opvolger van Jan 


secretaris van het gildrecht 1681-1686 (opvolger van Jan Muntinghe) 


secretaris van de weeskamer 1694 

Butink, Johan 


Buitink, (Buting, Butting), Tonnis (Tonnijs) 



Buttel, Hindrik (H., Hendr., Hindr.) 

ambtman van ´t Gorecht 1580 (overleden 1597 en volgt Lodewijk Horenken) 

gevangen 1580 



(ordinaris) admiraliteit te Dokkum voor de stad 1600, 1601 

is taalman gez. meente 1579, 1580 

Buttingha, P.J. van 


1741, 1742, 1744 (is busheer geworden in plaats van de hr. Pels die 

geresigneerd had), 1745, 1747-1750, 1752, 1753, 1755, 1756, 1758, 1759, 

35

1761, 1762, 1764, 1765 (sterft juni 1766) 

busheer van ´t gildrecht 1744 

adcessor v.h. krijgsgerichte 1730-1739, 1742-1748 

N.B. sterft ook 5 april 1762? 

Buttingha, P.J. van 


sterft 5 april 1762 

N.B. sterft ook juni 1966? 

Buttingha (Buttinger), (dr.) Nicolas (N., Nic.) 


1696, 1698, 1699 


Buur, Nicolaas ter 

provint. rekenkamer van de provincie 1596 

Buurwinkel (Burwinkel), Johan (Joh. J.) 


gez. meente 1594, 1595, 1597, 1598, 1600, 1602, 1603 


Christophori, Bernard (B., Berend, Berh., Bernh.) 

ontvanger generaal van de provincie 1671 (opvolger van Corn. van Roijen)- 

1683, 1685-1698, 1700 

Christophori, (Cristophori), B. 

ontvanger generaal voor de provincie 1701, 1702 (succedet H. Knoch) 

Christophori, (Christophorie), Rudolf (R., Rud., Rudolph) 




raadskeurheer 1654-1656, 1658-1660, 1662 

admiraliteit te Harlingen voor de stad 1663 (opvolger van Berend Gruis) 

raadsheer 1664 (opvolger van Johan Wichers), 1665, 1667, 1668, 1670, 

1671, 1673, 1674 (sterft 8 november 1674 en 1675?) 

gedeputeerde staten voor de stad 1666, 1669, 1672, 1675 (sterft 8 

november 1674 en 1675?) 

Celos, Berend 


Celos, Johan (J., Jan) 


1645 



gildrechtsheer 1638, 1639, 1641 (wordt admiraliteitsheer in Zeeland, hem 

volgt Johan Barnda) 

weesheer 1639-1641, 1644 

admiraliteit in Zeeland 1641 (opvolger van Borchard van Assuede)-1643 

generaliteits rekenkamer voor de stad 1645, 1646 

raadsheer 1647, 1648, 1650, 1651, 1653, 1654, 1656, 1657, 1659, 1660 

(sterft 17 maart 1660) 

admiraliteit in Amsterdam voor de stad 1649 


N.B. Celos Johan is in 1648 tot en met 1660 nog raadsheer 

Celos, Jan 


Chesnoij, du 

zie: Du Chesnoij 

Cijpers, J. (is Cijprus L.?) 

36


Cijpers, Lodewijk (L., Lod., Lodew.) 

gildrechtsheer 1649, 1651, 1652, 1655, 1664, 1665, 1666, 1669, 1672 

(sterft 24 sept. 1672 en volgt hem L. Bitter) 


1670, 1671 



olderman van het gildrecht 1657, 1658, 1660, 1661, 1667, 1670 

weesheer 1663, 1664, 1666, 1667, 1670, 1671, 1672 

Dam, P.J.W.A. van 



Decama, Sixtus 

gedeputeerde staten van de provincie 1598 

non sedit (heeft geen zitting genomen) 

Derkz, Abel Coenders 


Derks, Crijn 


Derks, Sibolths (Sibolts) 

gecommitt. raad der Ommelanden 1744, 1747 

Derks, T. 


Diest, Christoffel (Christ., Christiaan, Crist.) van 

burgemeester 1580, 1581, 1583 (overleden, opgevolgd door Egb. Upkema) 

hoofdman 1582 


stadsrentmeester 1578 (opgevolgd door Johan van Diest) 

Diest, Egge (Egg.) van 


gez. meente 1583, 1584, 1586, 1587 


Diest, Johan (J., Joh.) (Sr.) van 

taalman gezworen meente 1578 (wordt raadsheer 8 febr. 1579) 

rentmeester v.d. stad 1578 (in plaats van Christoffel van Diest)-1580 

(wordt senator (raadsheer) 8 febr. 1581 en volgt zijn zoon J. van Diest) 

raadsheer 8 febr. 1579, 8 febr. 1581, 1582, 1584, 1585, 1587, 1588, 1590, 

1591, 1593 

Diest, Johan (J., Joh.) van 

rentmeester v.d. stad 1581-1583, 1585, 1590, 1592-1612, 1614 (sterft 3 

aug. 1614) 

N.B. 1584, 1591, 1613 vermoedelijk niet genoteerd 

Dijk, (Dijk), H. 


Dijksterhuijs, Geert ALberda van 


Dijxsterhuijs, H. van 


Dijksterhuis, (Dijksterh.), Hr. (...) van (v.) 

gedeputeerde staten v.d. provincie 1731 

37


bewindhebber der W.I. Comp. v.d. stad 1754, 1783, 1784 (sterft 30 nov. 

1784 en volgt Lewe van Middelstum) 

N.B. 1783 - 1754 verschil dertig jaren 

Dillinga, Laurens 

richter van Westerwolde (Westerw.) of Vlagtwedde 1644 (opvolger van J. 

Tammen)-1700 

Dillinga, Laurens (L., Laur.) (Didi, Didde) 

richter van Vlagtwedde 1701-1706 (sterft 8 mei 1706, hem volgt 21 dito R. 

de Drews) 

Dintel, Reint ten 


Doorenbos, Jan Sjalbes 


Doijs, Gerlacius 


Draper, Derk (D.) 

gez. meente 1581, 1582 

olderman van het gildrecht 1595, 1596, 1598, 1599, 1601, 1602 

raadsheer 1585, 1586, 1588, 1589, 1591, 1591 (?) 


Draper, Johan (Joh.) 





Draper, R. Derks 


Drenth, Johan 


Drews, A.J. (...) de 

gildrechtsheer 1728 (wordt rentmeester der geestelijke goederen 1728), 

1730, 1731, 1733, 1734, 1736, 1737, 1739, 1740, 1742, 1743, 1745, 1746 

rentmeester der geestelijke goederen 27 okt. 1728 (opvolger van Hindr. 

Laman)-1732 

secretaris van het Gorecht 1733-1746, 1748, 1749 (wordt admiralts. heer 

te Harlingen en volgt A.H. van Swinderen) 

secretaris v.h. Oldambt 1747 

admiralts. heer te Harlingen v.d. stad 1749, 1761 (overlijdt 26 jan. 1762, 

volgt olderm. F. Berghuijs) 

raadsheer 1751, 1751 (?), 1755, 1759, 1760, 1762 (overlijdt 26 jan. 1762 

opgevolgd door Abrahan Gerlacius) 

scholarch. der Lat. school 1752 (raadsheer) 



Drews, E.J. (T?) de 



Drews, E.T. de (van) 


1756, 1759, 1767 



gildrechtsheer 1748-1750, 1751, 1753, 1754, 1756, 1757, 1759, 1760, 

38

1762, 1763, 1765, 1766, 1768, 1769, 1771, 1772 

weesheer 1750, 1751-1760 (resigneerd 5 maart 1760 en succ. Hugo v. 

Iddekinghe) 


1771, 1773, 1774 

Drews, Gerhard 

hoofdman 1684 

Drews, J.T. de 


Drews, J. de 

commies van financiën prov. rekenkamer 1781-1786, 1788-1793 

Drews, Johan (J., Jan, Jh., Joan, Joh.) 

gezworen meente 1597 (goldmit van beroep en de eerste heer van zijn 

geslacht), 1598 

gez. keurheer 1599, 1604 (subsidiari electione surator) 




1e taalman gez. meente 1602, 1603 

raadsheer 1604 (goldsmit, novitius en de eerste van dat geslacht die in het 

raadhuis cessie heeft gehad), 1605, 1608, 1610, 1611, 1613, 1614, 1616, 

1617, 1619, 1620, 1622 


gedeput. staten v.d. stad 1609, 1612, 1615, 1618, 1621, 1624 (wordt 25 

jan. 1625 burgemeester), 1627 

burgemeester 25 jan. 1625, 1626, 1629, 1632, 1633, 1636 (overleden 1 

sept. 1636 en volgt Bartholt Wicheringe) 

hoofdman 1630, 1631, 1634, 1635 

Drews, (Drews Junior), Jan (Johan, J.). Door de heer Ensink geleverd 

provinciale rekenkamer voor de stad 1626, 1627, 1628 

secretaris van de stad 1630, 1631, 1632, 1633 (J. Drews Raadsheer 

verkozen den 8 febr.1634; hem volgt Johan Birsa) 

raadsheer 1634, 1634, 1637, 1638, 1640, 1641 

hoofdman 1642, 1645, 1647, 1649, 1650 

burgemeester 1643, 1644, 1646, 1648, 1651, 1652 

Drews, Johan (J., Jan, Joh.) 

gildrechtsheer 1655 (opvolger van Andr. Ludolphi), 1656, 1658, 1659 extra 


provint. rekenkamer voor de stad 1659 (opvolger van Warm. Ackema), 

1660 



raadsheer 1662, 1663, 1667, 1668, 1670, 1671, 1673, 1674 



Drews, Johan (Jan, Joh.) de 

raadsheer 1676, 1677, 1679, 1680, 5 juni 1682 

admiralit. te Amsterdam voor de stad 1678 

curator academia voor de stad 1679, 1690, 1694 

burgemeester 1680, 1682, (opvolger van Gerhard ten Berge), 1685, 1689, 

1693, 1694, 1697, 1698, 1690 


hoofdman 1682 (wordt 5 juni in de raad gekozen en volgt Hendr. 

Muntinghe), 1683, 1687, 1688, 1692, 1695, 1699 

provint. rekenkamer voor de stad 1691 (opvolger van Jan Hinderk van 

Julsingha)-1694 

bewindhebber der West-Ind. Compag. voor de stad 1694-1700 


lt. president van de hoge justitiekamer 1696, 1700 


39


Drews, Johan (J.,) de 



Drews, Johan (J., Joh.) de 



ord. raad admiralt. te Harlingen v.d. stad 1710, 1714, 1717, 1718 admiralt. 

te Amsterdam 1713, 1721 

raadsheer 1711, 1712, 1715, 1716 (wordt burgemeester en volgt E.W. van 

Gesseler) 

burgemeester 1716, 12 jan. 1717 (opvolger van Jacob Appius), 1719, 

1720, 1723 

bewindhebber der West-Indische Comp. v.d. provincie 1717-1723 

curator academia v.d. stad 1716 (raadsheer) 

hoofdman 1722 

scholarch. der Latijnsche scholen 1723 (burgemeester) 

Drews, Johan (J., Joh.) de 

burgemeester 1701, 1702, 1705, 1706, 1709 (sterft 28 juni 1709 en volgt 4 

juli Cornelis Dchaij) 

scholarch. der Latijnsche scholen 1701 (burgemeester) 

bewindhebber v.d. West-Indische Compagnie v.d. stad 1701-1709 (sterft 

28 juni 1709 


curator academia v.d. stad 1702, 1705, 1706 (burgemeester), 1709 (sterft 

28 juni 1709) 

hoofdman 1703 

lt. president van 't hof (de hoge raad) van justitie 1704, 1707, 1708 

gedeput. staten v.d. stad 1703, 1704, 1707, 1709 

ord. raad admiralt. te Harlingen v.d. stad 1705, 1706 


Drews, Jan de 

rentmeester van de venen 1717 

sterft 18 april, succedit 28 dito Onno Sickinghe, dan wordt ambtman 11 

febr. 1718, en succedit Tobias van Iddekinghe ??? 

Drews, Johan (J., Joh.) [....] de 

burgemeester 1724, 1727, 1728, 1731, 1732, 1736, 1736 (?), 1739, 1740, 

1743, 1744, 1747, 1748, 1749, 1750 



bewindhebber der West-Indische Compagnie v.d. stad 1724-1750 

hoofdman 1725, 1725 (?), 1729, 1730, 1733, 1734, 1737, 1738, 1741, 

1742, 1745, 1746 

curator academia v.d. stad 1727 (burgemeester), 1731, 1735 (burgemeester), 

1736 (burgemeester), 1739 (burgemeester), 1740, 1743, 1744, 

1747, 1748, 1749, 1750 

gedeput. staten voor de stad 1750, 1751, 1752, 1755, 1756, 1759 (sterft 

22 juli 1759?) 

N.B. een zekere Drews, Johan sterft ook de 27 okt. 1759 

Drews, Johan (J.) de 


1766, 1768, 1769, 1771, 1772, 1774, 1775, 1777, 1778 




Drews, Johan (J., Joh., Johannes) de 


1745, 1747-1749 


40

gildrechtsheer 8 sept. 1728 (opvolger van H.M. Appius), 1730, 1731, 1733, 

1734, 1736, 1737, 1739, 1740, 1742, 1743, 1745, 1746, 1748-1750 

bewindhebber der W.I. Comp. v.d. stad 1751-1759 (sterft 37 okt. 1759) 

curator academia v.d. stad 1751 (burgemeester)-1759 (sterft 37 okt. 

1759) 

burgemeester 1753, 1754, 1758 

N.B. een andere Drews, Johan sterft ook de 22e juli [1709]? 

Drews, Jan de 

secretaris provint. rekenkamer 1794 

Drews, Matthias (M., Mattheus) 

raadsheer 10 dec. 1681 (opvolger van Berent Gruijs), 1682, 1685, 1686, 

1688, 1689, 1691, 1692 


gedeput. staten voor de stad 1684, 1687, 1690, 1693 (sterft en volgt J.V. 

van Heek) 

Drews, R. Tjaarda (R.T., T.R., Tjaart) de 

gildrechtsheer 1721 (opvolger van Henric Gockinga), 1723, 1724 (wordt 21 

febr. [1724] secretaris v.h. Gorecht en hem volgt W.G. Emmen) 


1740, 1743, 1744, 1747, 1748 



secretaris van het Gorecht 21 febr. 1724 (opvolger van Johan Robers)- 

1727 (wordt in mei [1724] lid v.d. admiraliteit te Harlingen en succ. hem H. 

van Sijsen) 

extr. ord. raad admiralt. te Harlingen v.d. stad 1729, 1733-1735, 1737- 

1748 

lid van de admiraliteit te Harlingen 1727 

provint. rekenkamer voor de stad 1730-1732 


Drews, Regnerus, (R., Reg., Regn., Regnier) de 

kluftheer 1702 (opvolger van P. Berchuijs)-1706 (wordt rechter te 

Vlagtwedde en volgt 21 mei 1707 J. Elama) 

richter van Vlagtwedde 21 mei 1706 (opvolger van Laurens Dido Dillinga)- 

1709 (wordt ambtman en volgt Ernst Willem van Gesseler) 

richter van 't Gorecht 1709 (opvolger van Eger Tamminga) 

ambtman 1709 

provint. rekenkamer v.d. stad 1710-1712, 1722, 1723, 1725 (wordt 18 mei 

[1725] generalts. rekenkamer) 

generalts. rekenkamer v.d. stad 1713, 1715, 1716, 1718, 1719, 1721, 1724 

hoofdman 1716, 24 nov. 1717 (opvolger van Jan Harm Keizer) 

staten generaal voor de stad 1717, 1726-1728 

extr. ord. raad admiralt. te Harlingen v.d. stad 1720 

generalts. rekenkamer 18 mei 1725 


Drews, Rudolph (R.) de 

ambtman van het Gorecht 1760-1762 (wordt in mei [1762] staten generaal 

en volgt op R.T. van Iddekinghe) 

gezworen meente 1761, 1765, 1766, 1769 (wordt jan. 1770 raadsheer) 


staten generaal voor de stad 1762 (opvolger van R. Emme), 1774 (wordt in 

febr. 1775 in het raadhuis gekozen en volgt hem in de staten generaal 

ambtman Tjassens) 

provint. rekenkamer voor de stad 1763-1769, 1772, 1775 (raadsheer), 

1776 (raadsheer), 1781, 1789 (raadsheer) 

raadsheer jan. 1770, 1771, 1775 (opvolger van J. Cranssen), 1778, 1783, 

1784, 1790, 1791, 1793, 1794 

admiraliteit te Harlingen voor de stad 1773, 1785, 1786, 1788 



41

Drews, J. de 



N.B. J is R.? 

Drews, Willem (W., Wilhelmus) 

gezworen meente 1622, 1623, 1625 (3e taalman), 1637, 1640, 1647, 1649 

taalman gezworen meente 1626, 1628, 1629, 1631, 1632, (1e taalman), 

1634, 1635, 1638, 1641, 1644, 1646, 1650 




gildrechtheer 1627, 1628 


provint. rekenkamer voor de stad 1630-1651 (wordt gedeput. staten en 

volgt Sicco Eeck) 

gedeput. staten voor de stad 1651, 1654, 1657 (sterft 1 aug. 1657 en volgt 

Johan Wichers) 

raadsheer 1639, 1655, 1656 

Drews, [Junior], Johan (Jan, Joh.) 

gezworen meente 1628, 1629 (secret. civit. secet.) 

secretaris voor de stad 1630-1633 (tot raadsheer gekozen 8 febr. 1634, 

hem volgt Johan Birza) 

raadsheer 1634, 1635, 1637, 1638, 1640, 1641 

admiraliteit te Dokkum voor de stad 1636 

hoofdman 1642, 1645, 1646, 1649, 1650 

burgemeester 1643, 1644, 1647, 1648, 1651, 1652 

Driessen, A.P. 


Driessen, [Dr.] J.P. [...] 

gezworen meente 1751 (deze is door Z.H. WIllem IV aangesteld in plaats 

van J. Bloemhoff die door de keurheeren gekozen is. 

secretaris en fiscaal v.d. Ommelanden 1753-1773 (opvolger van Dr. 

Upmeier) 

sindicus van de Ommelanden 

Dronrijp, Johan (J., Joh.) 


1709, 1711, 1712, 1714, 1715, 1717, 1718, 1720, 1721, 1723, 1724 

(wordt taalman 16 febr. [1724]) 



kluftheer 1704-1723, 1724-1727 (sterft 8 okt. [1727] en succedeert J.G. 

Smith) 


taalman gezworen meente 16 febr. 1724, 1726, 1727 

Du Chesnoij, B. 



Du Chesmoij, (Chesnoij, Chesnois), D.H. [...] 

hoofdman 4 jan. 1721 (opvolger van Willem Ubbena)-1776 (sterft 24 aug. 

1756 en volgt F.J. Guichardt) 

Duirtzema (Duijrtzema), Joh. (J.) 

monstercommissaris 1699-1702 

Dulmer, Johan (J., Joh.) van 




42

Ebels, Nanninck 

ext. ord. raad admiralt. te Harlingen voor de provincie 1723, 1724 

Ebels, R. (Hr., ...) 

gedeput. staten voor de provincie 1760-1763, 1772, 1773, 1776-1781 

(sterft en volgt E.J. Lewe) 



Edelink, Dr. (...) 

fiscaal v.h. Gorecht 1777-1786, 1788-1794 

Eedink (Eedinck), Johan (Joh.) 


Edzema (Edsema, Etzama), Aito (Aita, Aitie, Ajto, Aijto) 

provint. rekenkamer voor de provincie 1648-1652, 1653 

hoofdman 1653-1663 (sterft 22 aug. 1663 en volgt S. Rengers) 

Edzema, Rudolf (E., Rudolph) 

monster commissaris 1694-1697, 1699-1708 

Edzens, (Edsens), Edzard (E., Ed., Edz.) 

landschrijver 1661 (opvolger van H. Haikens)-1681 (transporteerd zijn 

ambt op 24 juni [1681] aan de heer Adriaan Wildervank) 

Eek, Johan (J.) 

secretaris v.d. stad 1624 (opvolger van Leo Alberti), 1625 

Eek, Johan 


N.B. in hetzelfde was er ook een zekere Johan Eeck als secretaris gedeput. 

Eeck, (Eek), [dr.] Johan (J., Joh., Jan) [van] 

secretaris van de stad 1625-1635 (wordt secretaris van de provincie 11 juli 

1635 en volgt Jan Robers) 

secretaris gedeput. staten 1635-1642, 1643-1647 (werd raadsheer 8 febr. 

1648; er is geresolveerd om uit ieder lid een te stellen en zijn daartoe 

benoemd wegens de stad en wegens de Ommelanden Gerhard ten Brege en 

Joh. Minardi) 

raadsheer 1648, 1649, 1651, 1652 (wordt 15 okt. 1652 hoofdman) 


hoofdman 1652 (opvolger van Albert Hooftman), 1653, 1656, 1657, 1660, 

1661 

burgemeester 1655, 1658, 1659, 1662, 1663 (overlijdt 10 juni en volgt 

Regnerus Tjaarda en in ejus locum Sicco Eeck) 

curator academia voor de stad 1654, 1655, 1659 (burgemeester) 

lt. president van de hoofdmannenkamer (roulerend) 1659 (burgemeester) 

extr. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1661, 1662 

Eeck (Eck), Johan (J., Joh.) 

gezworen meente 1661, 1662, 1666 (wordt rekenmeester 27 jan. 1667), 

1667, 1669, 1670 



generalts. rekenkamer voor de stad 1663-1669 

raadsheer 1670, 1771, 1674, 1675, 1678, 1679, 1681, 1682, 1684 


raad van state voor de stad 1676, 1677, 1680, 1686, 1690, 1691, 1692, 


curator academia voor de stad 1681, 1682, 1684, 1704, 1708, 1712 

(burgemeester), 1713 (burgemeester) 

hoofdman 1683 (raadsheer), 1687-1689, 1694, 1695, 1699, 1702, 1793, 

1706, 1707, 1710 

burgemeester 1685, 1693, 1696, 1697, 1700, 1701, 1704, 1705, 1708, 

1709, 1712, 1713 

43

ewindhebber der West Indische-Compagnie voor de stad 1694-1700, 

1701-1713 



luit. president v.d. kamer van justitie 1711 

Eeck, Sicco van] 


extr. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1651 (wordt prov. 

rekenmeester volgt Geert Hoorenken) 

provint. rekenmeester voor de stad 1651 (opvolger van Willem Drews)- 

1659 (wordt raadsheer en volgt Wich. Wichers) 




gedeputeerde staten voor de stad 1659 (opvolger van Hiddo de Mepsche), 

1662-1664, 1667 (wordt 23 nov. 1667 burgemeester) 

raadsheer 1659-1661, 1663 (opvolger van R. Tjaarda), 1666 


burgemeester 23 nov. 1667, 1669, 1672, 1673, 1676, 1677 

hoofdman van de justitiekamer 1670, 1671, 1674, 1675, 1678, 1679 (sterft 

5 oktober [1679]) 

Eelkens, Giso 


Eels, Evert 


Eelst, Albert (Alb., Albr.) [van] 

ambtman van 't Gorecht 1591, 1592 

drost der Oldambten 1582-1587 

Egberts, Johan (J., Joh.) 




Eggens, Eggerik (Eg.) 

raadsheer 1594, 1595, 1597, 1598, 1600, 1602, 1603, 1604, 1606 

(verkozen tot gedeputeerde), 1607 (loens vacuus per electionim), 1608, 

1611, 1612, 1615 (overleden 12 nov. 1615) 


hoofdman 1609, 1610, 1613, 1614 

Eggens, Hermannus (Harm, Harmannus, Herm.) 

gezommitt. raad v.d. Ommelanden tussen de Eems en Lauwers 1704, 1705, 

1707, 1708, 1710-1712 

Eiben, (Eijben, Eijben), Hieronimus (H., Hier.) 


ambtman van 't Gorecht 1638 

raadsheer 1639, 1640, 1642, 1643, 1645, 1646 (wordt burgemeester en 

hem volgt 8 jan. 1647 Adolph Lauwens) 

admiraliteits te Dokkum voor de stad 1641 

curator academia voor de stad 1643, 1646 (in Den Haag, volgt op Joh. 

Tjassens) 


staten generaal voor de stad 1646 (opvolger van Hugo van Nieveen)- 1648 

(sterft juni [1648] en volgt op burgemeester P. Eisingghe) 

burgemeester 1 jan, 1647 (opvolger van Berend Julsingh) 

Eiben, Hieronimus 

weesheer 1653 

gildrechtsheer 1670, 1671 (wordt 11 maart 1673 luitenant militair) 

Eiben, Martinus 

44


Eilkens, E. 


subsidiari electione surator 

Eilkens, Geiso (G., gesse, Geso, Giso, Gijso) 

gezworen meente 1598, 1602, 1604, 1605, 1607 (hopman), 1608, 1610, 

1611, 1613, 1614, 1616 

3e taalman gezworen meente 1620 


bijgenoemd gezworen keurheer 1606, 1618 

raadskeurheer 1600, 1609 (absent), 1612, 1615, 1617, 1621 


gildrechtheer 1619 (in plaats van Luirt Wichering) 


Eisleben (Eisleeben), CHristoffel (C., Christ.) 

advocaat fiscaal 1667 (opvolger van L. Altingh)-1679 

rentmeester der predikanten goederen 1674 

Eijssen, Hendrik van 

bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de provincie 1730 

Eijssens, Lauwens 


Eijses, Klaas 


Eissinga, A. 

zie Aising, A. 

Eissinge, Jacob 


Eissinge, Jan (J.) 



Eissinge (Eesinge, Eissinghe), [dr.] Pieter (P., Pet., Peter, Petrus) 

ambtman van 't Gorecht 1622 (opvolger van Jan Lulofs), 1623, 1624 




secretaris gedeputeerde staten 1625 (wordt raadsheer 8 febr. 1626 en 

volgt L. Henrici) 

raadsheer 1626, 1627, 1650 

curator academia voor de stad 1627, 1631, 1634, 1635, 1636, 1638, 1639, 

1643, 1646, 1647, 1654, 1657, 1658 (sterft (1658) en volgt Johan 

Tjassens) 

hoofdman 1628, 1629 (burgemeester), 1631, 1633, 1636, 1637, 1640, 

1641, 1644, 1645, 1648 (wordt staten generaal en volgt hem Joh. CLinge), 

1652, 1655, 1656 

burgemeester 1630, 1631, 1634, 1635, 1638, 1639, 1642, 1643, 1646, 

1647, 1650 (opvolger van Albert Sijgers), 1651, 1653 (sterft 8 april en 

volgt Tobias Iddekinge), 1654, 1657, 1658 (bij res. d.d. 15 juli anno 1652 

gealst zich te onthouden van de vergadering totdat hij zich gezuiverd had) 

staten generaal voor de stad 1648 (opvolger van Hieronimus Eijben)- 1650 

(wordt in augustus weder in de raad gekozen) 

Eissinge (Eissinghe), Reinier (R.) 




olderman van het gildrecht 1626, 1617 (resigneerd toen hij in de 

rekenkamer werd gesteld en succedeert Hindr. Haikens op 25 oktober) 

45


Eissinge (Eissingh, Eissinghe), Reinier (R., Reind., Reinder, Reiner) 

taalman gezworen meente 1627, 1628 (wordt gevonden in het resolutieboek), 

1631, 1631?, 1636, 1639, 1640, 1646 

gezworen meente 1628 (simul in camera secret), 1635, 1643, 1644, 1647 

(tot gedeputeerde staat gekozen en dus zijn gezworene plaats geresigneerd 

op 12 april 1647) 




gedeput. staten voor de stad 1647 (in plaats van Jphan Redeker; sterft 17 

sept. 1647 en volgt A. Simonidas) 

Eissinge, Reinier (R.) 




Eissinge, Reinier Hijl. 


Eissinge, (Eisinge, Eissinghe), Sicco (S.) 





1614 


bijgenoemd gezworen keurheer 1615 


olderman van het gildrecht 1609, 1612 

administrator v.d. weeskamer 1613, 1614 

raadsheer 1616, 1617, 1619, 1620, 1622, 1623 


gedeputeerde staten voor de stad 1621, 1624, 1625 (overleden [1625] en 

vervangen door Johan Lulofs 

Eissinge (Eissinghe), Sicco (S.) 

gezworen mente 1655, 1656, 1658, 1659, 1661, 1662, 1665, 1666 



provint. rekenkamer voor de stad 1658-1666 (sterft [1666] en volgt Egbert 

Emmius, theologie candidatus) 

Eissonius, Hendrik (H., Hendr., Henr., Henricus) 


1721 (sterft 21 febr. 1722) 



kluftheer 1715 (in plaats van Derk Bijmolt)-1721 (te stellen in de 

aangaande rang) 

Eissonius, W. 


1749 



Ekenhorst, Hendr. 


Ekenhorst (Eekenhorst), Roelf (R., Roelof) 

gezworen meente 1600, 1602-1604, 1606, 1607, 1609, 1610, 1612, 1613, 

1615, 1616 (overleden [1616]) 


46

Elema, DUirt (Duurt) 

provint. rekenkamer voor de provincie 1647-1655 (in 1652 ook doctor in de 

rechten), 1655-1668 

extr. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1657, 1661, 1662 


Elama [op Allersma], Duirt 


N.B. hoort bij A? 

Elama, J.H. 


Elama, Johan (J., Joh.) 


1711, 1713, 1714, 1716, 1717, 1719, 1720, 1722, 1723, 1725, 1726 



kluftheer 21 mei 1707 (opvolger van Regnerus Drews)-1723, 1724-1726 

(sterft 10 dec. [1726]) 

gildrechtsheer 22 febr. 1717 (opvolger van Ubbo Emmius v. Berchuijs), 

1718, 1720, 1721, 1724, 1726 

Elama, Petrus (P.) 





Elama, Theodorus Johan 


Elama, Valerius (V., Val., Valerus) 


1699, 1700, 1702, 1703, 1705, 1706, 1708 (sterft 11 juli [1708] en volgt 

Scato Trip) 

Elfrink, Hendr., (h., Hindr.) 

ext. ord. raad admiraliteit te Harlingen voor de stad 1667, 1668 provint. 

rekenkamer voor de provincie 1669, 1670 

Eitjes, Hiddo 


Embda, (Emda), Coppen (C.) de 

gezworen meente 1654, 1657, 1658 (sterft [1658]) 


Emmelcamp (Emmelkamp), Hindr. (Hendr., Henr.) Bernh. (B., Berh.) 


provint. rekenkamer voor de stad 1651 (wordt gedeputeerde staten en 

volgt Joh. Julsinga) 

gedeputeerde staten voor de stad 1651 (opvolger van Adrian Simonides), 

1654, 1657 


raadsheer 1652, 1653, 1656, 1658, 1659, 1661, 1662 

hoofdman 1663, 1664 (sterft 15 nov. [1664] en volgt 29 dito Hendrik 

Werumeus) 

Emmen, Hendrik (H., Henr., Henric, Henrik) 


1707, 1709, 1710, 1712, 1713, 1715 


kluftheer 1700, 1701-1715 (hem succedeert 14 febr. [1715] Hemmo 

Werumeus) 

weesheer 20 febr. 1704 (opvolger van P. Berchuijs)-1707, 1709-1711, 

47

1713-1715 (wordt raadsheer 8 febr. 1716, en volgt 15 dito Henrik 

Veldman) 


raadsheer 8 febr. 1716, 1717 

hoofdman 1718 

Emmen, Corn. (C.) Hendr. (H.) 


secretaris v.d. kluft 1782-1786, 1788-1794 

Emmen (C.?), E.H. 


Emmen, Lambert (L., Lambt.) Hendr. (H.) 

ambtman van ´t Gorecht 1721 (wordt raadsheer, en volgt Joh. Geertsema) 

raadsheer 27 nov. 1721 (opvolger van Warmold Benninck), 1724, 1728- 

1732, 1734, 1735, 1737, 1738, 1740, 1741, 1743, 1744, 1746, 1747, 1750 

staten generaal voor de stad 1722, 1723, 1725, 1726, 1749 



gedeputeerde staten voor de stad 1736, 1739, 1742 


bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de stad 1746-1750 

Emmen, L.H. [...] 


bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de provincie 1751-1761 

(burgemeester, in 1757 genoemd Emmen, R. moet zijn Emmen, L.H.) 

bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de stad 1762, 1763 

(burgemeester) 

burgemeester 1752, 1753, 1755, 1756, 1759, 1760, 1762, 1763 (sterft 25 

augustus [1763] en volgt Peter Alstorphius) 


scholarch. der Lat. scholen 1756 (burgemeester), 1762 (burgemeester) 


Emmer (is Emmen?), L.H. 

gedeputeerde staten voor de stad 1761 (hoort bij A?) 

Emmen, Nicolas (N.) 


1779, 1780, 1782, 1783 (sterft 10 nov. [1783] en volgt W. Siccama) 

Emmen, Rudolf (R., Rudolph, Roelf) 

rentmeester v.d. stad 1694, 1707 (wordt 8 febr. raadsheer en volgt 18 dito 

Joh. Wichers) 

raadsheer 8 febr. 1708, 1709, 1712, 1714, 1715, 1718, 1719 (wordt 

burgemeester en volgt 24 dito [1719] P.R. van Iddekinghe), 

gedeputeerde staten voor de stad 1710, 1713, 1716, 1717 

bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de provincie 1717-1723, 

1726, 1727 

curator academia voor de stad 1718 (raadsheer), 1719 

burgemeester 24 juli 1719 (opvolger van Rembt van Iddekinge), 1722, 

1723, 1726, 1727 (sterft 4 nov. [1727] en succ. 12 dito L. de Veencamp) 

hoofdman 1720, 1721, 1724, 1725 

bewindhebber dr West-Indische Compagnie voor de stad 1724, 1725 


Emmen, Rudolph (R., Rud.) 

ambtman van het Gorecht 1741 (opvolger van W. Siccama), 1742 


provint. rekenkamer voor de stad 1747-1750, 1751, 1760, 1766, 1767, 

1770, 1773 (raadsheer), 1776 (raadsheer), 1779 (raadsheer) 

staten generaal voor de stad 1757, 1761-1763 (1762, gaat in de admiralts. 

te Harlingen en volgt R. de Drews), 1765 

admiraliteit te Harlingen 1762 (opvolger van Hugo van Nieveen), 1764 

raadsheer 1768 (opvolger van A.J. ter Borgh)-1772, 1774, 1775, 1777, 

1778, 1780, 1781) 

48

scholarch. der Lat. scholen 1781 (raadsheer) 

gedeputeerde staten voor de stad 1782 (sterft oktober [1782] en volgt 

A.W.C. van Iddekinghe) 

Emmen, S.T. gildrechtsheer 1791, 1794 

Emmen, W.G. gildrechtsheer 1724 (opvolger van R.T. Drews) 

Emmen, Warm. 


Emmen, Warner (W., Warnerus, Werumeus) 

gezworen meente 1665, 1666 (wordt rekenmeester 12 jan. 1667) 1667 


rekenmeester 12 jan. 1667 

gedeputeerde staten voor de stad 1667, 1670, 1673, 1676, 1679 

raadsheer 1668, 1669, 1671, 1672, 1674, 1677, 1678 

Emmerij (Emmeric, Emmeij), C.C: 




hoofdman 1771 

Emmius, C.H. 


Emmius, Egbert (E., Egb.) 

provint. rekenkamer voor de stad 1666 (opvolger van Sisso Eissinge)- 

1669, 1672-1674 

admiraliteit te Amsterdam voor de stad? 1670 

staten generaal voor de stad 1671, 1676, 1677 

raad van state voor de stad 1674, 1675, 1679 (opvolger van Johan 

Isebrants) 

gedeputeerde staten voor de stad 1678 generalts. rekenkamer voor de stad 

1679 (wordt admiralts. heer en naderhand tot gedeputeerde staat, volgt J. 

van Brock), 1683 (sterft 18 dec. [1683] en volgt Adam Berchuijs) 

admiralts. heer 1679 

ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1680-1682 

Emmius, Egbert 


Emmius, Samuel (S.) 

gezworen meente 1654, 1655, 1657, 1658 (senator) 


raadsheer 1658 (opvolger van Haico Haikens), 1660, 1661, 1663, 1664, 

1666 (moet de 3e raadsheer in de rang zijn), 1667, 1669, 1670 



admiraltiteits. te Amsterdam voor de stad 1661, 1662 


hoofdman [van de hoge justitiekamer] 1668 (Post B. Gruijs), 1671, 1672, 

1675, 1676, 1680, 1683, 1684 (sterft 11 april [1684] en volgt Reneke 

Busch, in wiens plaats komt Jan Sijsen) 

curator academia voor de stad 1669, 1670 (Post B. Gruijs) 

burgemeester 1670 (opvolger van Johan Tjassens), 1673, 1674, 1677, 

1678, 1681, 1682 

Engelberts, Otto (O.) 


pontkamer voor de gezworenen 1641, 1642, 1645 



Engelhart, N. 

artilleriemeester voor de provincie 1791-1794 

49

Engelhart, J.A. 

adjunct procureur generaal 1779 

procureur generaal v.h. hof vn justitie 1780, 1781 (wordt sindicus v.d. 

Ommelanden en volgt Jan Sibenius Trip) 

sindicus [gecommitt. raad] der Ommelanden 1781-1786, 1788-1794 

Engelma, Jacob (J.) 


kluftheer 1744 (opvolger van A. Reichle)-1750 (sterft 29 juli [1750] en 

volgt hen 14 oktober Dr. H. Blankenstein) 

Enschede, Geert van 


Entens, Geert van 



Entens, Hillebrand (Hillebr.) 


raadsheer 1627, 1628, 1631, 1632 


extra ordinaris admiralts. te Harlingen voor de provincie 1648 ordinair 

admiralts. te Harlingen voor de provincie 1649 

Entens (Ensens), Remmert (R.) 


taalman gezworen meent 1579, 1580 

Entrup, H.T. (H.J.) 

secretaris van de kamer van justitie 1726 (opvolger van H. Scherius)-1777 

N.B. 1776 voorletters H.J. 

Entrup, [dr.] J.H. [...] 

hoofdman 1724 (opvolger van Berend Gruijs)-1738 (sterft 10 febr. 1739 en 

volgt P. Venhuijsen, secretaris van de Ommelanden) 

Entrup, W. 


Eppes, (Eppens), H. 


Eppens, Hajo 


Everardi, Popko 

secretaris hoofdmannenkamer 1578-1581 

Everts (Evers), Geert (G.) 


1627, 1628, 1630, 1631, 1634 




bijgenoemd raadskeurheer 1613 



1628, 1629, 1631, 1632, 1634 


kluftheer Haddingekluft 1627-1633 (1628, 1630 raadsheer? komt niet als 

raadsheer voor van 1597-1633) 

Everts, Govert 

raadsheer 1602, 1603, 1604, 1606, 1607, 1609, 1610, 1612, 1613, 1615, 

1616 

50

provint. rekenkamer voor de stad 1602, 1605, 1608, 1611, 1614 

Evers, Govert 


raadsheer 1594, 1595, 1597, 1598, 1600 

Ewes, Cornellis 


Ewes, Peter 


Ewsum, Asinga (Azinga) van 

gedeputeerde staten van de stad 1653 

extr. ord. admiralts. voor de provincie 1658 



staten generaalvoor de provincie 1665, 1666 

Ewsum, Christoffer (C., Christ., Christoff.) van 

curator academia voor de provincie 1632, 1634-1636 

Ewsum, Georg van 


generalt. rekenkamer voor de provincie 1615 


gedeputeerde staten voor de provincie 1624 


Ewsum, Johan van 


Ewsum, Jurrien (jujen) van 


admiraliteit te Dokkum voor de provincie 1622, 1623 

Ewsum, Ulrich van 

staten generaal voor de provincie 1599, 1600, 1601 






Ewsum, Ulrich (U., Ulric.) van (v.) 

hoofdman 1676 (opvolger van Sicco Rengers)-1690, 1692-1706 (transport 

zijn ambt aan G. Hoorenken v. Dijksterhuijs) 

Faber, Willem (Wilm) Hendr. 


Falcke, Popko 


Falconer (Falcoener), Alexander (A.,...) 

artilleriemeester voor de stad 1781 (in plaats van J.S. Trip), 1782, 1785 

(sinds 1781), 1786, 1788-1794 



Farmsum, Hillebr., (H., Hilbr.) van 

secretaris provint. rekenkamer 1596 (verk. den 17 mei 1596)-1603 

Farmsum, Otto (O.) van 


51

(raadsheer) 


secretaris van het Gorecht 1631-1637 

raadsheer 1638 (raadsheer), 1639, 1641, 1642, 1644, 1645, 1647, 1648, 

1651, 1652 

admiralts. te Amsterdam voor de stad 1640 


gedeputeerde staen voor de stad 1646, 1649, 1653 (wordt burgemeester 9 

febr. 1654) 

curator academia voor de stad 1647, 1648, 1650 (raadsheer), 1651 

(raadsheer) 


burgemeester 9 febr. 1654, 1655, 1658 (sterft 16 oktober [1658] en volgt 

Gerh. ten Berge en in diens plaats als raadsheer Ludolp Coenders) 

Farmsum, W. [Heer, Hr.] van 


curator academia voor de provincie 1731, 1739, 1740 

Faure, [dr.] H.P.B. [...] 

ambtman van het Klei Oldamp [Termunten] 1780 (opvolger van Adrianus 

Berteling)-1782, 1786, 1789, 1791, 1792-1794 

Phebens (Fhebens), Aito (Aaito) 

ambtman van het Klei Oldampt 1579-1582 

Phaebens, Egge 


Pheebens, Eggerik Eggens 

gedeputeerde staten van de stad 1602 

Febens (Phabens, Phebens, Pheebens), Eggo 






1643, 1645 


admiralts. te Dokkum voor de stad 1635 (opvolger van Joost Polman), 1644 


curator academia voor de stad 1640 

hoofdman 1645-1649 (sterft 8 maart en volgt Ajolt Hemmes) 

Pheebens, Frans 



Feerwerd, Reint Alberda 


Feringa, Heer van 


ord. raad admiraliteit te Harlingen voor de provincie 1731 

Flugger, L. 

secretaris van de provincie 1678 (opvolger van Reneke Busch)-1694 (sterft 

7 juli en volgt 13 dito Frederic Altingh) 

Philips (Filips), Cornelis (Corn.) 



Fiscus, Jan Lubberts 


52

Folkers, Frans (F., Fr.) 


1664 




Folkers, Frans 

ambtman van het Klei Oldampt (gem. Termunten) 1679 (opvolger van 

Pheebo Temmen)-1686 (verdrinkt 14 nov. te Termunterzijl en volgt dr. 

Regnerus Mensing) 

Folkers, Folkert 


Folkers, Folkert (F., Folker) 




admiralts. te Zeeland voor de stad 1638 



raadsheer 1643, 1644, 1646, 1647, 1648, 1650, 1651, 1653, 1656, 1657, 

1659 


curator academia voor de stad 1650 (raadsheer), 1651, 1659 (raadsheer) 


Folkers, J.W. (Jan, Willem) 


1747 



kluftheer 1747-1749 (wordt raadsheer 1 dec. 1749) 

raadsheer 1 dec. 1749, 1750, 1752, 1753, 1755, 1756, 1758, 1759, 1761, 

1762 

meesterknaap v.h. jachtgerichte v.d. stad 1750 (raadsheer), 1751 

(raadsheer)-1775 (burgemeester 1764-1767), 1776, 1777 

gedeputeerde staten voor de stad 1750, 1751, 1754, 1760, 1763 (wordt lid 

v.d. admiralt. te Amsterdam en volgt 22 juni [1763] A.H. van Swinderen), 

1766, 1769, 1772, 1773, 1776, 1777 (sterft 13 maart 1777 en volgt P. de 

Valcke) 



admiraliteit te Amsterdam 1763 (opvolger van R.B. Mareesz) 

bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de provincie 1776, 1777 

Folkers, Johan (Joh., J.) 




Folkers, Peter (P., Pieter, Petrus) 



bijgen. raadskeurheer 1618 


olderman v.h. gildrecht 1618, gildrechtsheer 1619, 1621 


gecinnutt. tot klooltergoederen 1619, 1620, 1621 

rentmeester v.d. stad 1622 (rentmeester geworden zijn de in zijn plaats 

gesteld hopman Derk Lubbers)-1625 

rentmeester van de stad 1626, 1627 (in de raad verkozen, vervangen door 

J. de Mepsche, 1 juli) 

raadsheer 1627, 1628, 1630, 1631, 1633, 1634, 1637, 1638, 1640, 1641 

(wordt burgemeester, en hem volgt de 23 febr. Jan Tijassens) 

gedeput. staten voor de stad 1629, 1632, 1635, 1636 

53

aad keurheer 1640 

burgemeester 1641 (opvolger van Bartholt Wicheringe) 

hoofdman 1642 

Fockema, (Foccema), Alb. (A.) 


olderman van het gildrecht 1673 

gezworen meente 1670, 1671, 1673, 1674 (sterft 21 jan. 1675) 



kluftheer 1675 (opvolger van Lubb. Jac. Berchuijs) 

Fockema, (Fockema), Albertus, (A., Ab., Alb., Albt., Arb.) 


4 maart 1691) 




gildrechtsheer 1677, 1679-1683, 1685 


weesheer 1685, 1687, 1688, 1689, 1691 (sterft 4 maart 1691, en volgt 29 

mei Jacob Warmolts, die mede sterft, en volgt 28 december Jan Rotgers 

Fokkens, geert (Gerrit) 


Fockens, J.T. 

advocaat discaal [v.d. stad] 

1760 (opvolger van [H.] ter Borgh)-1775 

advocaat fiscaal v.d. stad 1776-1781 (wordt prov. rekenmeester) 

provincieaal rekenmeester (rekenmeester v.d. stadt) 1781, 1788 (uit zijn 

ambt gezet en weggestuurd en opgevolgd door Sickinghe) 

raadsheer 1782, 1783, 1785, 1786 

provicioneel drost v.h. Oldampt 1782 (opvolger van L.A. Trip, opgevolgd 

voor B.D. van Idsinga 1783 

Fockens, J.F. (?) 

admiralt te Harlingen v.d. stad 1784 

Fockens, Nathan 

secret. vam ´t krijgsgerichte 16 maart 1720 (opvolger van L. Wijche)-1723 

secretaris v.d. krijgsgerichte 1724-1739 (in 1736 is de naam Nath. 

Folkers), 1742, 1745, 1747, 1748 

Fockens, Nathan (N.) 


1768, 1770, 1771. 1773, 1774, 1776, 1777, 1779, 1780 



N.B. is genaamde Folkers in de stede van Fockens. 

Fraterma, (Forterma), Barthold (B., Bartholt) 

provint. rekenkamer voor de provincie 1628- 1630 

admiralts. in Zeeland voor de stad 1631, 1633 

Freriks, (Frederiks, Freeriks, Harmen (H.) 

gez. meente 1598, 1599 (plv. gez. meente) 

raadskeurheer 1599, 1600 (bijgenoemd om de raad te kiezen in cas van 

absentie der keurheeren) 


1614, 1616, 1619, 1620, 1623, 1624 



bijgenoemd raadskeurheer 1611, 1615 



54


Fransen, Joh. 





Frerixs, Johan (Joh.) 


Freriks, (Frerikz), Reinier 

gez. meente 1592, 1593 


Freriks, Tebbe 

gezworene meente 1583, 1584 

Freriks, Wigbolt (W., Wichbolt, Wigb. Wijgbolt) 

gezworene meente 1580, 1581, 1585, 1586, 1588, 1589, 1591, 1592 



Frix, Johan (Jan., Joh.) 


Frix, Johan (Jan) Reinier (Reenier) 

raadsheer 1601, 1603, 1606, 1609, 1610, 1614, 1615, 1617, 1618 


Frix, (Friks), Reinier (Renier) 

gezworene meente 1594-1596 (opgevolgd door Roelf Bavinck) 


raadsheer 1596-1600 

Frix, Reinier 

gecommitt. tot de kloostergoederen 1611, 1612, 1614 

Frix, Tjaart 


Friling, (Frijling, Frijlingh), A. (Hr.) 


provint. rekenkamer (rekenmeester) 1775 

Frittema, (Frijtema), Focco (F., Feico) 

rentmeester der domeinen 1578-1582 

Frone, Berend (B.) 


1622, 1623 



gezworen keurheer 1611 (substitut. jurat) 

kluftheer Botteringekluft 1617-1625, 1626, 1627, 1629, 1630 

administratie van de weeskamer 1619-1621 

raadsheer 1624, 1625, 1627, 1628, 1630, 1631 

kluftheer 1631, 1632 


Frone (Froom, Froone), Engelbert (E., Egebert, Engelb.) 

gezworen meente 1695-1596, 1598, 1599, 1601, 1602, 1604, 1605 



Frilink, A. 

pontkamer wergens de stad 1669-1673 

55

Frone, Wicher (W.) 

gezworen meente 1652, 1655-1659 


Fruitier, Jacob 

gecommitt. raad der Ommelanden 1780 (is, als wordende beschuldigd van 

snode en onnatuurlijke zonden, gevlucht, en zo men zegt in ´s Hage in 

grote armoede gestorven), 1781 

Fruitier, (Frutier), [Dr.] L. [...] 

rentmeester v.d. (der) Ommelanden 1766 (opvolger van P.S. Sijlman)- 

1786, 1788-1794 

Fuist, Jan Lubbers 

generalits. rekenkamer voor de stad 1647 (wordt raadsheer en opgevolgd 

door D. Alberti) 


Gaikinga, Alard 


Gaikinga, Jan 


Gallinga (Galinga), Henrik (hendr.) 

secretaris van het Gorecht 1578-1582 

Gasignet, Gisbertus (Gijsb.) 


Gasignet, G. hoort bij A? 


Geerts, Focco 


Geerts, Geert (G.) 



2e taalman gezworen meente 1619, 1619? 




busheer van ´t gildrecht 1614, 1616, 1620 

gecommitt. tot de kloostergoederen 1618-1620 

Geerts, Jacob 


gezworen keurheer 1608 (in de plaats van B. Barlinkhoff die wegens ziekte 

absent is) 

Geerts, Jan 

pontkamer wegens de gilden 1688-1691 (kistemaker) 

pontkamer voor de 18 gilden 1692 (kistemaker sterft en volgt J. Winter 

kousebreider) 

Geerts, Jan (J.) 


Geerts, Jeene (Jene) 


Geerts, Claas 


Geerts, Peter 


56

Geerts, Roelf, (R.) 

gezworen meente 1598, 1599, 1605-1609 



olderman van het gildrecht 1613 (overleden en opgevolgd door Class 

Vinkerts) 

Geerts, Roelf 

kluftheer Aakluft 1630 

Geerts, Willem 

gezworen meente 1595 (in plaats van Geert Gruijs), 1599 (in plaats van 

Jan Hindriks), 1600, 1601, 1603 (goldsmit), 1605, 1606, 1608 (hopman), 

1609, 1611, 1612, 1614, 1615, 1617, 1618 



gecommitt. tot de kloostergoederen 1617 

raadsheer 1618, 1619, 1621, 1622, 1624, 1625 



Geertsema, A. 

gezworen meente 1750, 1753, 1754, 1756, 1757, 1759 (sterft 4 april 1760) 


Geertsema, C. 

landschrijver van het Oldampt 1748 (opvolger van Hendr. Gockinga), 1749 

(afgezet door stadhouder Willem IV, en volgt hem Joseph Gockinga) 

Geertsema, H. 


vaandrig 

Geertsema, Hero (H.) Omko (O.) van 

secretaris van provint. rekenkamer 1640 (electus 19 oktober 1604; dit is de 

eerste van dat geslacht die in enige ambten van belang is gesteld geweest 

en diende in die post met ere gedurende 16 jaren)- 1621 (1620 overleden 

en volgt hem op Fred. Luiges) 

N.B. 1621 is dus foutief, in plaats hiervan moet zijn 1620 

Geertsema, J.G. 


Geertsema, Jacob (Jac., Jacobus) 

olderman van het gildrecht 19 november 1726 (opvolger van Johan 

Wichers), 1727, 1729, 1731-1739 (sterft 8 februari 1740 en volgt zijn neef 

P. Geertsema, zoon van de hr. J. Geertsema) 

Geertsema, Joh., Is Jac.? 


Geertsema, Johan (J., Joh.) 

gezworen meente 1720, 1721 (wordt 27 november [1721] ambtman van 

het Gorecht), 1723, 1724 (wordt raadsheer 8 juni 1724) 

gezworen keurheer 


ambtman van het Gorecht 27 november 1721 (opvolger van Lamb. Hendr. 

Emmen) 

raadsheer 8 juni 1724, 1725, 1727, 1730, 1731, 1734, 1735, 1738 (wordt 

burgemeester, in zijn plaats H.M. Appius) 




drost van het Oldampt 1737 

burgemeester 1738 (opvolger van Louis Bothenius), 1739, 1742, 1743, 

1746, 1747 

57


hoofdman 1740, 1741, 1744, 1745, 1748, 1749 

bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de stad 1746-1750 (in 

1749 absent), 1751-1758 (sterft te Schildwolde 31 augustus 1758) 

Geertsema, Pieter (P.) 

olderman van het gildrecht 1740 (opvolger van Jacob Geertsema)-1745 

Geertsema van Engelenborg, (Engelenburg), B. [....] 



Geertsema [van Tjallema], J.G. [...] 



Niet vermeld 


Gennep, Jan (Joh.) van 

admiralts. te Amsterdam voor de provincie 1651 


extr. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1665, 1666 

provint. rekenkamer voor de provincie 1661, 1667, 1668, 1671, 1672 

Gerlacius, Abraham (A.) 

ambtman van het Gorecht 1751-1759 

gezworen meente 1753 (de 9e rang), 1754, 1756, 1757, 1759 




raadsheer 1762 (opvolger van A.J. de Drews), 1763, 1765, 1766, 1768, 

1769, 1770, 1771, 1772, 1774, 1775 

gedeputeerde staten voor de stad 1764, 1767, 1770 (raadsheer), 1776, 

1777, 1778 (sterft 18 juli 1778 en volgt Jan Hora Siccama) 



Gerlacius, ALbertus (A.) 

ambtman van het Gorecht 1749 (opvolger van Johan van Hoorn), 1750 

Gerlacius [dr.], Antonius (A., Ant., Antonie) 


1645, 1646, 1649, 1651, 1653 


gildrechtsheer 1633 (opvolger van Harm Cranssen), 1635, 1636, 1638, 

1639, 1642, 1645, 1648, 1653 

busheer van het gildrecht 1647, 1650, 1651, 1654, 1656, 1657 

weesheer 1634-1636, 1638-1641, 1653 



Gerlacius, Antonie (Anthonie, Antoni, Antonij, Antonius) 

generalt. rekenkamer voor de stad 1680-1682, 1693 




Hoort bij A? Verschil 1691-1630 = 61 jaar 

Gerlacius, Berend (B.) 


drost van het Oldampt 1695-1699 

Hoort bij B? 

Gerlacius, Bernhard (B., Bernh.) 

extr. ord. raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1701 


58



raadsheer 1709 opvolger van Cornelis Schaij), 1710, 1713, 1714, 1717, 

1718, 1721, 1722, 1725, 1726 



curator academia voor de stad 1722 (raadsheer), 1725, (raadsheer), 1726 

(raadsheer) 

hoofdman 1723, 1724, 1727, 1728 

bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de provincie 1722, 1723, 

1724-1729 


Gerlacius, G.R. 

landschrijver van het Oldampt 1780 (opvolger van R.T. van Iddekinghe) 

ontvanger van het Gorecht 1781 

ontvanger van het Oldampt 1782-1786, 1789 (wordt ontvanger generaal) 

ontvanger der verk. in het Oldampt 1788 

ontvanger generaal 1789-1794 

Gerlacius, G.R. (Gerh.) Regnerus (Regn., Regnier) 

gildrechtsheer 1699 (opvolger van L. Werumeus), 1700, 1702, 1703, 1705, 

1706, 1708, 1709, 1711 (succedeert 9 mei [1711] Henric Gockinga) 

kluftheer 1699 (opvolger van S. van Sijsen 

rentmeester v.d. venen 1701-1711 (wordt admiralts. heer en volgt Scato 

Trip) 

admiralts. heer 1711 

provint. rekenkamer voor de stad 1712-1715, 1717 

Gerlacius, Govert (G.) 

adcessor van het krijgsgerichte 1722-1729 

Gerlacius, Tjaard (T., Tjaart) Adriaan (A., Ad., Adr.) 


1725, 1726, 1728, 1729, 1731 (staat zijn gezworenschap af om zwager G.J. 

Keizer het volgend jaar kiesbaar te maken) 




ambtman van het Gorecht 1718, 1719 


extr. ord. raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1722, 1725, 1754-1757 

generalts. rekenkamer voor de stad 1730, 1750, 1751 


Gerlacius, T.G. is T.A. (Tjaard Adriaan?) 


Gerlacius, T.H. is T.A.? 

ambtman van het Gorecht 1720 (opvolger van Ubbo Emmius van Berchuijs) 

rekenmeester 24 september 1720 (opvolger van H.H. Siccama) 

Gerlacius, T.J. is T.A.? 

ext. ord. raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1723 


Gerlacius, J.A. is T.A.? 


Gerlacius, T.A. 

gecommitt. raad der Ommelanden 1794 (wordt prov. rekenkamer) 

prov. rekenkamer voor de provincie 1794 (opvolger van W.G. Aldringa van 

Wirdum) 

Gerlacius, Tjaart (Tjaard) 

gezworen meente 1654, 1655, 1658, 1660, 1661 (raadsheer) 


59

ext. ord. admiralts. te Harlingen voor de stad 1660 

raadsheer 1661, 1662, 1664, 1665, 1667, 1668, 1670, 1671, 1673, 1674, 

1676, 1677 



curator academia voor de stad 1670, 1671, 1673, 1674 

hoofdman 1672 (raadsheer), 1675 (raadsheer), 1678, 1681, 1682, 1685, 

1686, 1689, 1690 

burgemeester 1679, 1680, 1683, 1684, 1687, 1688, 1691, 1692 

Gerlacius, T. 



Gerlacius, Tjaard (T., Tjaart) 


Gerlacius, W. 


Gerlacius van Stedum, ... 

gecommitt. raad der Ommelanden 1783-1786, 1792, 1793 

admiralt. te Harlingen voor de provincie 1790, 1791 

Gerrits, Harm 


Gerrits (Gerrijts), Jan 


Gerrits, Jan 


Gerrits, Klaas (C.) 





Gerrits, Claas 


Gerrits, Pieter 


Gerrits, T. 


Gesseler, Jacob (J.) van 

gildrechtsheer 1735 (opvolger van Nic. Robers), 1736, 1738, 1739, 1741 

(wordt rentmeester [v.d. stad] en volgt hem als gildrechtsheer J.R. 

Piccardt) 

secretaris van de weeskamer 19 november 1737 (opvolger van Jan van 

Hoorn)-1741 (wordt 22 september 1741 rentmeester van de stad en volgt 

P. Muntinghe) 

rentmeester v.d. stad 22 september 1741 (opvolger van W. Muntinghe)- 

1749 (wordt 1 december [1749] gedeput. staat en volgt hem als rentmeester 

Sigfridus Klugkist) 

gedeputeerde staten voor de stad 1749, 1769, 1773, 1774, 1778 (raadsheer), 

1781 (sterft 1781 en volgt A.H. van Swinderen) 

staten generaal voor de stad 1751, 1754, 1755, 1758-1762, 1766, 1771, 

1777 

raadsheer 1757, 1763, 1764, 1767, 1668, 1771, 1772, 1775, 1776, 1779, 

1780 

scholarch. der Lat. scholen 1768-1770 (1768-1770 raadsheer), 1777 

(raadsheer) 


60

Gesseler, Ernst (E., Ern.) Willem (W.) [...] van 

richter van Vlagtwedde 1709 (opvolger van Regnerus Drews)-1712 provint. 

rekenkamer voor de stad 1713-1716 

ambtman van het Gorecht 1716 (wordt rekenmeester van de provincie, 

hem volgt 11 maart 1716 Johan Looman, wordt mede op 16 mei 

rekenmeester en volgt H.H. Sissama, die insgelijks in de provint. 

rekenkamer wordt geplaatst, wordende gesuccedt. door Ubbo Emmius van 

Berchuijs en zulks op 12 januari 1717) 

rekenmeester voor de provincie 1716 

raadsheer 1716 (opvolger van Johan de Drews), 1718, 1719, 1722, 1725, 

1726, 1728 (sterft 17 oktober [1728] en succedeert 27 dito Gerh. Regn. de 

Cock) 



curator academia voor de stad 1722 (raadsheer), 1723 (raadsheer), 1728 

(raadsheer) 


Gesseler, Harm (H.) van 

secretaris v. d. stad (raad) 1745 (opvolger van L. Wichers)-1749 (afgezet 

door stadhouder Willem V) 

Gijsberts, Tammo 


Godeus, (Goeddeus. Goddeus), Jonkheer (Jonker, Jonkhr.) Johan (J.) Hendr. (H., 

Hendr.) 

richter van Bellingwolde 1749 (opvolger van P.J. Swarte), 1750, 1751- 

1769, 1771-1775, 1776-1786 (door het hof van Justitie d.d. 3 juli 1786 

eerloos verklaard en opgevolgd door Dr. Albert Willem Hoeth) 

Gockinga, Alard 


Gockinga, Hendrik (H., Hendr., Henr., Henric, Hindrik) 


1667 


raadskeurheer 

ext. ord. admiralts. te Harlingen voor de stad 1657 

generalts. rekenkamer voor de stad 1658, 1659, 1660, 1661, 1662 


staten generaal voor de stad 1664-1668 (wordt raadsheer [in 1666] en in 

de raad verkoren 12 oktober volgt hem J. Swarte), 1671, 1672 

raadsheer 1666 (raadsheer 13 oktober 1666 opvolger van Hendrik 

Cluvinge), 1670, 1673, 1674 (sterft 24 mei [1674] en volgt 6 juni A.F. 

Scherff) 

Gockinga, Hendrik (H., Hendr., Hendric, Henric) 

gildrechtsheer 9 mei 1711 (opvolger van G.R. Gerlacius), 1712, 1714, 

1715, 1717, 1718, 1720 (wordt secretaris van de provincie door transport 

van de secr. Rappardus en zulks op 13 februari 1721, en volgt hem in het 

gildr. Tjaart de Drews) 

secretaris voor de provincie 13 februari 1721 opvolger van secret. 

Rappardus) 

secretaris gedeputeerde staten 1721-1726 (sterft 16 februari 1727 en volgt 

dr. Arius Adriani) 


weesheer 1790 (opvolger van J.H. Keizer)-1794 

Gockinga, Henric (H., Henrik, Henr. Henrici) 

landschrijver van het Oldampt 1731-1747 (wordt 17 februari 1748 sindicus 

van de stad en volgt hem C. Geertsema) 

sindicus v.d. stad 1747 (opvolger van Johan van Hoorn?), 1748 (sindicus 

v.d. stad 7 februari 1748), 1749 (wordt rekenmeester en volgt Johan van 

Hoorn) 

rekenmeester 1749 

61


raadsheer 1757, 1761, 1762, 1764, 1765, 1767, 1768, 1771, 1772, 1774, 

1775 

admiraliteit te Harlingen voor de stad 1758-1760 (wordt 4 september 

[1760] gedeputeerde staat en volgt A.H. van Swinderen) 

gedeputeerde staat voor de stad 4 september 1760 (opvolger van A.L. 

Wichers), 1763, 1766 



Gockinga, Senior 

scholarch. der Lat. scholen 1765 

raadsheer 

Gockinga, .... 


gedeputeerde staten voor de stad 1793 (opgevolgd door J. Trip) 

Gockinga, Henric (H.) (...) 

scholarch der Lat. scholen 1776 (raadsheer), 1781 (burgemeester)-1784 



raadsheer 1777, 1778, 1783, 1780 (wordt burgemeester en volgt Onno 

Tamminga Alberda) 

burgemeester 1780, 1781, 1783, 1784 


Gockinga, [Hendr. (H.)] Ludolph (L.) 

secretaris van het Gorecht 1652 (opvolger van N. Busch)-1657 (wordt 

admiralts. heer te Harlingen en volgt Theodorus Pott) 

Gockinga, Johan 


Gockinga (Gokinga), Joseph (J.) 

landschrijver van het Oldampt 1749 (opvolger van C. Geertsema), 1750, 

1751-1763 (wordt raadsheer en volgt R.T. van Iddekinghe op 2 septem-ber 

[1763] in wiens plaats H. Tjassens ambtman wordt) 

raadsheer 1763 (opvolger van Peter Alstorphius), 1765, 1766, 1768-1772, 

1774, 1775 


admiraliteit te Harlingen voor de stad 1767 

staten generaal voor de stad 1770, 1773, 1776-1779 (sterft [1779] en volgt 

H. Tjassens) 

Gockinga, Camoeus (C., Campeus) Harmannus (H.) 


secreteris v.d. raad januari 1777 (opvolger van Paulus Laman)-1786, 1788- 

1794 

Gockinga, Reneke (R.) 

gildrechtsheer 1783 (opvolger van S. Gockinga), 1786, 1788, 1789, 1791, 

1792 

Gockinga, Reneke (R.) Busch (B.) 

gezworen meente 1742, 1743, 1745, 1746, 1748, 1749 (wordt secret. 

rekenkamer) 

secret. [provint.] rekenkamer 1749, 1750, 1751-1769 (wordt secret. van de 

prov. [gedeput. staten] februari 1770 en volgt A. Koning) 

secretaris [v.d. prov.] gedeputeerde staten februari 1770 (opvolger van 

R.B. Gockinga), 1776-1786, 1788, 1789 (sterft in november 16? en volgt 

11 januari 1791 E.J. Alberda) 

Gockinga, Scato (S.) 

secret. gedeputeerde staten 1595-1601 (o[b]iit (overleden) en succe-deert 

Wiardus Meinardi 

Gockinga, Scato (S.). versie de heer Ensink 

62

gezworene 1652, 1656. 

raadskeurheer 1654. 

secretaris van de stad 1657-1664. 

admiraliteitsheer te Amsterdam 1665, 1666. 

gedeputeeerde voor de stad 1667, 1681 (wordt 6 juni [1681] Staat- 

Generaal). 

raadsheer 7 mei 1668 (opvolger van Warmold Ackema, die burgemeester 

wordt), 1669, 1671, 1672, 1676, 1677, 1679, 1680, 1682, 1683 (sterft 19 

juni [1683] en blijft zijn plaats onbezet). 

Staat-Generaal voor de stad 1669, 1670, 1673, 1674, 1675, 6 juni1681. 

Raad van State voor de stad 1678. 

curator academiae voor de stad 1680, 1682, 1683. 

Gockinga, Scato (S.). versie de heer Ensink 

admiraliteit te Harlingen voor de stad 1679 (opvolger van Cebes Berchuys 

of Werumeus, wordt vervolgens drost der Oldampten ensurrogeert Marcus 

Pels). 

drost van het Oldambt 7 okt. 1679 (opvolger van Daniel Alberti, die 24 sep. 

[1679] sterft), 1680, 1687, 1688, 1691 (sterft 11 dec. 1691 en volgt 19 dito 

W. Wichers). 

gedeputeerde voor de stad 1681 (wordt 6 juni [1681] Staat-Generaal als 

opvolger van Hendrik Swarte). 

Staat-Generaal voor de stad 6 juni 1681 (als opvolger van Hendrik Swarte), 

1682, 1683, 1684 (wordt Raad van State 6 sep. [1684] surrogeert A. 

Aldringa), 1685, 1686, 1687 (wordt drost der beideOldambten, volgt A. 

Aldringa, die sterft en succ. Joh. de Mareesz.). 

Raad van State voor de stad 1684 (opvolger van Marcus Pels). 

raadsheer 1689, 1690. 

? Gockinga, Scato 

raadsheer 1676, 1677, 1679, 1680, 1682, 1683 (sterft 19 juni [1683] en 

zijn plaats onbezet) 

raad van state voor de stad 1678, 1684 (opvolger van Marcus Pels) 

drost van de Oldampt 7 oktober 1679 (opvolger van Daniel Alberti), 1680 

ord. raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1679 (opvolger van Cebes 

Berchuijs of Werumeus, wordt vervolgens drost der Oldampten en surogeert 

Marcus Pelt) 

curator academia voor de stad 1680, 1682, 1683, 1689, 1690 

gedeputeerde staten voor de stad 1681 (wordt 6 juni [1681] staten 

generaal) 

staten generaal voor de stad 1681, 1682, 1683-1687 (wordt raad van state 

voor de stad 6 september 1684, surrogaat A. Aldringa wordt drost der 

beide Oldampten 1687 en volgt hem A. Aldringa, die sterft en succ. Joh. de 

Mareesz), 1695 

drost der beide Oldampten (sterft 11 december 1691 en volgt 19 dito W. 

Wichers) 

Gockinga, Scato 

extr. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1703 


Gockinga, Scato 




president van het krijgsgerichte 1718 (opvolger van A.J. Trip) 

raadsheer 1718-1720, 1722, 1723, 1725, 1726, 1729, 1731, 1732, 1734, 

1735, 1737, 1738, 1740, 1741, 1743, 1744, 1746, 1747 

ord. admiralts. te Harlingen voor de stad 1721 

gedeputeerde staten voor de stad 1724, 1727, 1730, 1736, 1739, 1742, 

1745, 1748, 1749 

scholarch der Lat. scholen 1729 (raadsheer), 1732 (raadsheer), 1734 

(raadsheer) 

drost van het Oldampt 1732, 1733, (opvolger van Gerhard Schaffer) 

curator academia voor de stad 1743, 1744, 1746, 1747, 1750, 

hoofdman 1745 (opvolger van Adriaan Joseph Trip)-1750 


63

urgemeester 1747 (opvolger van Paulus Laman) 

Gockinga, Scato (S.) [...] 

burgemeester 1751, 1752, 1754, 1755, 1758, 1759 (sterft 10 september 

[1759] en volgt 21 dito A.L. Wichers) 


1757 burgemeester) 

curator academia voor de stad 1751 (burgemeeter)-1759 (sterft 10 

september 1759) 


scholarch der Lat. scholen (burgemeester), 1755 (burgemeester), 1758 


Gockinga, [Dr.] Scato (S.) 


1776, 1777, 1784-1786, 1788 

taalman gezworen meente 1766, 1767, 1769, 1777, 1780, 1781 

gezworen keurheer 1756, 1774, 1776-1783 (wordt ambtman, volgt de Hr. 

Smit) 


hoofdman 1751-1775, 1776-1785 

gildrechtsheer 1766, 1767, 1769, 1770, 1774, 1775, 1778, 1779, 1781- 

1785, 1788-1790, 1793, 1794 

weesheer 1767 (opvolger van H. van Iddekinghe)-1775, 1776-1783 

ambtman van het Gorecht 1783 (opvolger van Adr. Berteling)-1786 ((wordt 

1789 raadsheer), 1788 (wordt raadsheer en volgt L. Beckering) 

luit.president v.h. hof van justitie 1785, 1786, 1788-1794 

raadsheer 1788, 1789, 1791, 1792, 1794 


staten generaal v.d. stad 1793 (in plaats van Van Iddekinghe door de 

stadhouder in de prov. rekenkamer gezet) 

Gockinga [Junior], Scato 

secret. van 't Gorecht 20 feb. 1688 (opvolger van J.H. v. Julsingha)-1691 

(worst 18 dec. 1691 lid van de admiraliteit te Harlingen en volgt 11 dec. 

1692 Jacob Appius) 

lid van de admiraliteit te Harlingen 18 dec. 1691 

prov. rekenkamer voor de stad 1693, 1694, 1697 

generaliteitsrekenkamer voor de stad 1696, 1700 

ex. ord. raad admiraliteit te Harlingen voor de stad 1698 

Gockinga, Scato (S.) Ludolph (L., Ludolp) 

staten generaal voor de stad 1699, 1701, 1705- 1708, 1710, 1711, 1714, 

1715 

extra ordinaris raad admiraliteit te Harlingen voor de stad 1702 

hoofdman 1722, 1723, 1726, 1727, 1730, 1731, 1734 


raadsheer 1712, 1713, 1716, 1717, 1720 (wordt burgemeester en volgt 

hem als raadsheer Hendr. Veldman) 

burgemeester 1720 (opvolger van Wijgb. Gruijs), 1724, 1725, 1728, 1729, 

1732 (sterft en volgt H. Abbringe; sterft 1732, terwijl hij in 1733 t/m 1737 

nog diverse posten bekleedde. Het teken ^ zie 1732 zou wellicht voor 

Cornelis Schaij en niet voor Scato C. Gockinga zijn), 1733, 1736, 1737 

(sterft 9 november 1737 en volgt 19 dito H. Wijchel) 

bewindhebber der W. Indische Comp. voor de provincie 1724-1737(sterft 9 

nov. 1737, een regent van gtore bedrijve) 

curator academia voor de stad 1733, 1737 (sterft 9 nov. 1737) 

scholarch der Latijnse scholen 1733, 1736 

luitenant president van de hove van justitie 1735 



sindicus 


gezworen meente 1652, 1656 (wordt secretaris van de stad op 22 mei 

[1656] in plaats van Abraham Wichers 

64

aadskeurheer 1654 


admiraliteit te Amsterdam voor de stad 1665 (opvolger van Egb. 

Horenken), 1666 (in plaats van E. Horenken die in de raad verkozen wordt) 


raadsheer 7 mei 1668 (opvolger van Warmolt Ackema), 1669, 1671, 1672 


Goor, J. (Johan) van 



Goor, Jurrien (J., Jurjen) 




Gouda [dr.] Johan (J., Joh.) de 

lt. president van de kamer 1586, 1587 

sindicus van de stad 1578-1596 (wordt lt. president van de kamer, hem 

volgt W. Hammonius) 

Grauwers, Hindrik (H., Henr., Hendrik, Hindr([S.] 


taalman gezworen meente 1611 (3e taalman) 1612 (2e taalman), 1615 (1e 

taalman) 



gildrechtsheer 1605, 1606, 1608, 1609, 1611, 1614, 1615 



pontkamer voor de gesworenen 1613, 1614 


raadsheer 1617, 1618, 1621, 1622, 1624, 1625 


Grauwers, Johan (Joh.) 


secretaris van de weeskamer 1624 (opvolger van Joh. Hamming), 1625, 

1626-1635 (wordt rekenmeester en volgt op S. Simonides) 




provinciale rekenkamer voor de stad 1630, 1636, 1637 (wordt raadsheer, 

hem volgt 22 juli Popko Valck) 

raadsheer 1637 (en de senatu electus 22 juli 1638), 1638, 1640, 1641, 

1643, 1644 

Grauwers, Jan 



Grevinga (Greeven), Luirt (Luert) 

admiraliteit te Amsterdam voor de provincie 1634, 1635 

provinciale rekenkamer voor de provincie 1638, 1640, 1641, 1642, 1643 

Grevinge op Grevinga (Grivinga), E. [...] [van] [...] 

gecomitteerde raad voor de Ommelanden 1732-1748, 1750-1758 

Grevinge op Grevinga, ..... 

gecomitteerde raad voor de Ommelanden 1717, 1718 

Grevinge (Grevink) van (tot) Leerme(n)s, Edzard (Ed., Edz.) [...] 

extraordinaris raad admiraliteit te Harlingen voor de provincie 1701, 1702 

provinciale rekenkamer voor de provincie 1703, 1704 

gecommitteerde raad voor de provincie 1711, 1712 

gecommiteerde raad voor de Ommelanden 1719-1731 

65

Grevinge, J.R. (is C.R.?) 


Grevinge (Grevinck, Greving) [van Eelsum], Circo (C.) Rudolph (R., Rudolf) 

[.....] 

provinciale rekenkamer voor de provincie 1681, 1682, 1696 

staten generaal voor de provincie 1685, 1686, 1690, 1697, 1698 

admiraliteit te Amsterdam voor de provincie 1691, 1692 


gecommitteerde raad voor de Ommelanden [tussen de Eems en Lauwers] 

1695, 1696, 1699, 1700, 1703-1714, 1717-1719 

curator academiae voor de provincie 1695, 1696, 1713, 1714 


Grevink, ..... 

Provinciale rekenkamer voor de provincie 1673, 1674 

Groothuijs, R.H. 

rentmeester van de Ommelanden 1695, 1696 

Gruijs, [Jonkheer] Alex. (A.) Lodewijk (L., Lod., Lodw., Lud.) 

artilleriemeester voor de provincie 1726-1739 (daar deze zogenaamde 

edelman Alexander Lodewijk Gruijs, met zijn meid, wegens kindermoord, 

door de regering van de stad gevonnist is geworden, om op het galgeveld 

buiten de herepoort door de beul te worden geworgt, en onder de galge 

begraven, is dit vonnis aan gen. Jonker voltrokken; en de post 

vanartilleriemeester gegeven aan de heer Joost de Valcke) 

Gruijs (Gruis), Bernhard (Bernh., Bernhart) 

gedeputeerde staten voor de stad 1595-1598, 1602, 1605 

raad van state voor de stad 1606, 1607, 1610, 1611 

Gruijs (Gruis), Berend (Barend, Berent) 

raadsheer 1603 (novitius, schoon naderhand voor adelijken gehouden, de 

eerste heer van dat geslacht die voet ter raadhuise heeft gehad), 1604, 

1608, 1609, 1612 

burgemeester 1613, 1616, 1617, 1620, 1621, 1625, 1626 

hoofdman 1614, 1615, 1618, 1619, 1622, 1623, 1624, 1627 (vervangen 

door Berend Julsinghe, 22 juli) 

Gruijs, Berend (B., Ber., Bern.) 




staten generaal voor de stad 1660, 1663 (opvolger van Johan Isebrants), 

1668, 1671, 1674 

ordinaris raad admiraliteit te Harlingen voor de stad 1661, 1662, 1663 

(wordt staten generaal en volgt R. Christophori ordinaris gedeputeerde) 

raadsheer 1664, 1665, 28 febr. 1667 (opvolger van GerhardGruijs), 1669, 

1670, 1672, 1673, 1674, 1676, 1678, 1679, 1681 (sterft 10 november 

[1681], volgt 10 dec. M. Drewes) 

curator academiae voor de stad 1676 (raadsheer) 


hoofdman 1680 (raadsheer) 


hoofdman 1674 (opvolger van Hillebrand Gruijs) 

NB: in 1681 zijn er 2 hoofdmannen genaamd Berend Gruijs 

Gruijs [van Lellens], Berend (B., Bernhart, Ber., Bert.) 

hoofdman [van de hoge justitiekamer] 1676-1690, 1692-1700, 1701-1723, 

1724 (sterft 13 april en volgt hem dr. Entrup) 

drost van Wedde en Westerwoldingerland(Westerwolde) 1703, 1715 

NB: voor 1691 ontbreekt de lijst van hoofdmannen 

Gruijs, Geert 

gezworen meente 1594, 1595, 1596? (opgevelgd door Willem Geerts) 

66

Gruijs, Geert (G., Gerhard, Gerh. Gerhardus) [Sijgers] 

kluftheer 1645-1650, 1651, 1652 



drost van Wedde 1652 (opvolger van Joh. Coenders)-1656 (heet in 1653 G. 

Sijgers Gruijs; wordt raadsheer [1656] en volgt den 19 febr. J. Verruci) 

raadsheer 1656, 1657, 1659, 1660, 1662, 1663, 1666, 1667 (sterft 11 febr. 

[1667] en volgt 28 dito zijn broeder Bern. Gruijs) 

gedeputeerde statenvoor de stad 1658, 1664, 1665 

weesheer 1645 

Gruijs, Geert 

staten generaal voor de stad 1676-1678 (wordt raadsheer en volgt 30 sept. 

R. van Iddekinge), 1692 

raadsheer 30 sept. 1678 (opvolger van Junius Franciscus), 1679, 1681, 

1682, 1684, 1685, 1687, 1688, 1690, 1691, 1693, 1694 


curator academiae voor de stad 1685, 1687, 1688, 1690, 1691, 1693, 1694 

bewindhebber der West Indische Compagnie voor de stad 1694 

Gruijs [van Lellens], Geert (G., Gerh.) 



Gruijs, Hillebrand (H., Hillebr., Hillebrant) 






generaliteits rekenkamer voor de stad 1619-1621, 1625 




Gruijs van Lellens, Hillebr. 


Hoort bij Gruijs van Wirdum, Hillebrand, gedep. staten 1647 ? 

Gruijs [van Wirdum], Hillebrand (Hilbr., Hilbrd., Hilleb., Hillebr.) 

provinciale rekenkamer voor de provincie 1630 (opvolger van Wilh. 

Verrutius)-1633 

raad van state voor de provincie 1636, 1637, 1640, 1641, 1644 

admiraliteit te Dokkum voor de provincie 1638-1641 


Gruijs, Hillebrand (Hilleb., Hillebr., Hillebrant) 

hoofdman 1646-1674 (sterft [1674] en volgt Berend Gruijs) 


curator academiae voor de provincie 1656 

Gruijs van (v.) Lellens, O.B. [.....] 

ordinaris raad admiraliteit te Harlingen voor de provincie 1725, 1726 



Gruijs, Hillebrand (H., Hilleb., Hillebr.) Jacob (J., Jacobus) 

ontvanger der [venen] koopschatten 1704-1719, 1721-1723, 1724-1736 

(sterft 1 juli [1736] en volgt 9 aug. Cebes van Sijsen) 

ontvanger der collaterale successien 1713-1723, 1724-1736 (sterft 1 juli 

1736 en is dit ambt in tweeen gesplitst; en is 28 augustus tot ontvanger der 

vrijwillige verkopingen aangesteld N.N. Sijsen en tot ontvager der 

collaterale successie Jan. Jac. Appius) 

Gruijs [van Lellens], Hillebrand (H., Hilleb., Hillebr., Hillebrant) 

richter van Bellingwolde 1702 (opvolger van E. Addens)-1718 (resigneerde 

3 juni [1718] op H. van der Laan, die de eed presenteerd 15 dito) 

67

Gruijs, J.A.J. 

gecommitteerde raad der Ommelanden 1784, 1785, 1788, 1789, 1794 

Gruijs, Petrus 

hoofdman 1704 

Gruijs, Pompejus (P.) 

kluftheer Oosterkluft 1621, 1624, 1627-1644, 1653 

gezworen meente 1623 (de 23 apr. is volgens accoord tussen de stad en 

Ommelanden Pompejus Gruijs tot monstercommissaris benoemd) 

monstercommissaris 1623 


Gruijs, Pompejus (P., Pomp., Pompe, Pompej.) 


1699, 1701, 1702 

gezworen keurheer 1687, 1688, 1690, 1694, 1697, 1700, 1703 


artilleriemeester van de stad 1695-1698 

adcessor van het krijgsgericht 1699, 1700, 1701, 1702 

hoofdman (opvolger van Bartholt Canter), 1703, 1705-1718 (sterft 16 

oktober [1718], succedit 19 nov. Hendr. Berchuijs) 

Gruijs, Roelf (Rudolf, Rudolph) 

burgemeester 1596, 1605, 1606, 1610 

hoofdman 1597, 1598, 1601, 1603, 1607, 1608 

ordinaris admiraliteit te Dokkum voor de stad 1599 



Gruijs, Wijgbolt (..., W., Wigb., Wigbolt, Wijb., Wijgb.) 



rentmeester der predikantengoederen 1683, 1684 (wordt 8 februari 1685 

raadsheer, en volgt Joh. Vertier Stolts) 

raadsheer 1685, 1686, 1688, 1689, 1691, 1692, 1694, 1695, 1697, 1698, 

1700, 1701, 1703, 1704, 1706, 1707, 1709, 1710, 1712, 1713 (wordt 

burgemeester en volgt Asinga v. Manneel) 


1705 

curator academia voor de stad 1694, 1695 (raadsheer), 1696 (raads-heer), 

1698 (raadsheer), 1700 (raadsheer), 1701, 1703 (raadsheer), 1704, 1706 

(raadsheer), 1709 (raadsheer), 1710 (raadsheer), 1712 (raadsheer), 1713 

(raadsheer) 

hoofdman 1708 (raadsheer), 1711, 1714, 1715, 1718, 1719 

burgemeester 11 mei 1713 (opvolger van Johan Eeck), 1716, 1717, 1720 

(sterft 22 februari 1720 en volgt S.L. Gockinga, die dus burgemeester 

wordt, en volgt hem als raadsheer Hendr. Veldman) 

scholarch der Latijn. scholen 1716 (burgemeester) 

Guichart, H. [...] 


raadsheer 1789 (in plaats van de raadsheer De Drews, die mede genadiglijk 

is gepasseerd, echter weder in de prov. rekenkamer is ge-plaatst), 

1790, 1792, 1793 


drost van het Oldampt 1793 (opvolger van E.W. Uchtman) 

Guichard (Guechiard, Guichardt, Guichart), F. (T.), J. 

hoofdman 1756 (opvolger van Du Chesnoij)-1786, 1788-1794 

secretaris der Ommelanden 1785 (opvolger van N. Guichart), 1786, 1788- 

1794 

Guichart, [dr.] N. 

secretaris [en fiscaal] v.d. (der) [gecommitt. raad] der Ommelanden 1773 

(opvolger van Dr. Driessen)-1775, 1776-1785 (wordt secretaris van het hof 

en volgt F.J. Guichart) 

68

secretaris van het hof van justitie 1785, 1786, 1788-1794 

Hagenau, Willem (W.) 


Hagting, Arend 


Haikens (Haikens), Haiko (Haico, Haike) 




raadsheer 1653, 1654, 1657, 1658 (sterft 17 oktober [1658] en volgt 

Samuel Emmius 23 van die maand) 




Haikens (Haijkens, Haickens), Hemmo (Hommo, H.) 

landschrijver van het Oldampt 1649 (opvolger van Henr. Redeker), 1650, 

1651-1661 (resigneerd 1 februari [1661] en volgt Edzard Edzens) 

Haikens, Hindr. (H., Hendr.) 

gildrechtsheer 1627 (vervangt Reinier Eissinge) 



administr. van de weeskamer 1632 


Haikens, Jacob (J.) 


1622, 1624, 1625 

gezworen keurheer 1611 (substitt. jurat), 1614, 1617, 1625 





raadsheer 1626, 1627, 1629 (overleden 19 december en opgevolgd door 

Joost Polman) 


Haikens (Haijkens), Jacob 

rentmeester der [stads]-venen 1652 (aangesteld in plaats van J. de 

Mepsche die 1 september [1652] sterft) 

Haickens (Haikens), Jan (..., J., Johan) 

gildrechtsheer 1673, 1674, 1767, 1677, 1679, 1681-1683, 1686, 1688, 

1689 

kluftheer 1682-1689 (sterft en hem volgt Berend Muntinghe) 

Haickens (Haikens), Matthias (M., Matt., Matth.) 


1702, 1704, 1705, 1707, 1708 (sterft 25 maart 1708) 

raadskeurheer 1700 (=...., Haickens), 1708 


Haikens, Tammo 

rechter te Bellingwolde 1623 

Habes, Alle 


Halbes, Egbert (Egb.) 

secretaris van de weeskamer 1613-1619, 1622 

ambtman van het Gorecht 1619-1621 (den 18 maart [1619] in de plaats 

van Wolter Sijgers: is absent en tot zijn terugkomst op 5 april als 

plaatsvervangend Rudolph Wicheringe) 

69




raadsheer 1623, 1624, 1626, 1627, 1629, 1630, 1632, 1633, 1635, 1636, 

1638 (overleden en volgt op Otto van Farmsum) 

provint. rekenkamer voor de stad 1625 (den 23 september [1625] in 

gedeputeerde staten verkozen, en surrogeert Johan Petri), 1631 

gedeputeerde staten 1625 23 september, 1628, 1634, 1637 

Ham, Theodorus (T., Theod.) 


secretaris provint. rekenkamer 1667-1671 (sterft [1671] en volgt 26 

augustus Ludolf Wichers) 

Ham, Remt ten 

gedeputeerde staten voor de provincie 1654, 1655 (wordt 22 februari 1657 

lt. president van de hooge justitiekamer) 

lt. president van hoofdmannenkamer 22 februari 1657 (resign. 5 februari 

1658 en volgt R.W. van Kniphuizen) [tot en met 5 februari], 1658 

Ham, Menno in (van) den 

provint. rekenkamer voor de provincie 1619, 1620, 1626-1628, 1632-1634 



Ham, P. van 

gezworen meente 1751 (hopman) 

raadsheer 1752, 1753, 1756, 1757, 1760, 1761, 1763, 1764, 1766, 1767, 

1770, 1772, 1773, 1775 

provint. rekenkamer voor de stad 1754, 1755, 1758, 1859, 1762, 1765, 

1768, 1771, 1774 

Ham, Johan van den 


Hammink Hamming), Engelbert (E., Engelb.) 

secretaris van het gildrecht 1641-1644, 1646, 1648-1660 (sterft [1660] en 

volgt Goedh. Borgesius) 

secretaris van de hoofdmannenkamer 1647 

Hamming (Hamminga, Hamminge, Hammink) Johan (J., Joh.) 



3e taalman gezworen meente 1624 (overleden 1624 volgt op als secretaris 

van de weeskamer J. Grauwers en R. Isebrant) 






secretaris van de weeskamer 1620, 1621, 1622, 1623, 1624 (overleden 

1624 volgt op als secretaris van de weeskamer J. Grauwers en R. Isebrant) 

N.B.: in 1617 als gezworen meente genoteerd Johan Hamminga en Johan 

Hamming(k) 

Hamming, Hindr. 

secret. van de weeskamer 1621 

onjuist moet zijn Johan Hamming 

N.B. 1620, 1623, 1624 is Johan Hamming secretaris van de weeskamer 

Hammink (Hamminck), L. 


1770, 1772, 1773, 1775, 1776, 1778, 1779, 1781 



70

Hammink (Hamminck), P. 

drost en cipier van de hove (het hof) van justitie 1766, 1768-1776 

Hamminck, W. 


provint. rekenkamer voor de provincie 1732, 1737-1741 (wordt 23 

november [1741] raadsheer) 


ambtman van het Gorecht 1735 (opvolger van A.A. van Iddelinghe)-13 

augustus 1736 (opvolger van Anthoon Adr. van Iddekinge) 

raadsheer 1741 (opvolger van H. Muntinghe), 1743, 1744, 1746, 1747 


generalts. rekenkamer voor de stad 1748, 1749 (uit zijn ambt gezet door 

erfstadhouder Willem IV op 1 december 1749) 

Hammink, W. 

drost van het hof van justitie 1764, 1765 

Hammink (Hamming, Hammingh), Willem (W.) 

gezworen meente 1664, 1665, 1667, 1668, 1670, 1671, 1673 (sterft 11 

augustus [1673]) 


Hammonius (Hammenius), [dr.] W. 

sindicus van de stad 1585 (opvolger van J. de Gpuda)-1597 

Hania, Titus van 

extr. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1651 



Hankema, Hr. van 


Hankes (Hantkes), Tjepko (T.) 

landschrijver 1610-1622 

Harcama, Aulus van 

admiralts. rekenkamer voor de provincie 1641 

Harkenborg, L.T. van 


Harkens, Harco 


Harkens (Harckens, Herekens, Herkens), Hindrik (H., Hendr., Henrik, Hindr.) 




administratie van de weeskamer 1631 



raadsheer 1634, 1635, 1639, 1641, 1642, 1644, 1645, 1650 

admiralts. te Amsterdam voor de stad 1636, 1637 


Harkens, Hercules 


Harckens, Johan 


Harckens, Lucas 


Harkes, Bruno 

71


Harms, Geert (G., Gerrit) 

pontkamer van de [18] gilden 1647-1652, 1654, 1655 

Harms, Hindr. (H., Hind.) 




Harms, Johan (Joh.) 

gezworen meente 1594, 1595 (naar Embden vertrokken) 

Heek, [dr.] Hendrik (H., Hendr., Henr., Henrik) van 



administratie van de weeskamer 1628, 1629 

raadsheer 1631, 1632, 1635, 1636, 1638, 1639, 1641, 1642 

generaliteitsrekenkamer voor de stad 1633, 1634 

curator academia voor de stad 1639, 1648, 1649 (burgemeester), 1652 


hoofdman 1651 

WAAR MOET DIT STAAN????? hem succedeert Lubbert Roelefs Birsa 

Heek Hieronimus van 

generalits. rekenkamer voor de stad 1630 

Heek, Johan (Jan, Joh.) van 



administratie voor de weeskamer 1625 (volgt EgbertThomas op), 1627 

olderman van het gildrecht 1627 (in plaats van R. Eissinge) 

raadsheer 1628 (19 januari 1629 afgezet), 1629 

secretaris gedeputeerde staten 1634 (opvolger van L. Henricii) 

Heek, Johan van 


N.B.: is dezelfde als Heek, Johan Viglius van?) 

Heek, Johan (J.) Viglius (V.) van 




raadsheer 1688, 1689, 1691, 1692, 1694, 1695, 1697, 1698, 1700, 1701, 

1730, 1706, 1707, 1709 


gedeputeerde staten voor de stad 1693 (opvolger van Matthias Drews) 





Heek, Mattheus (M.) van 



Heek, Matthias (Matt., Matth.) van 




Heek, Nicolas van 

burgemeester 1652 (sterft 13 december en volgt 20 dito Joh. Coenders) 

Heek (Heeck), Theio (T., Thei, Theie, Theje, Thijie, Thie) van 


72


taalman gezworen meente 1634, 1637, 1638, 1642, 1646 


gildrechtsheer 1633, 1634, 1636, 1640, 1641, 1644-1646 



Heek, Thejo van 


Heinens (Heines), Gerbrand (G.) 

raadsheer 1583, 1584, 1586, 1587, 1589, 1590, 1592 

(1583 genaamd Heines, G.) 

Heinens, Heine (H., Heino) 



Heinens, Hindr., Hendrik (H., Hendr., Henr., Henricus, Hindr., Hindrick, Hindrik) 

gezworen meente 1612, 1613, 1615, 1616, 1618, 1621, 1622, 1625, 1628- 

1631 (in sent. sedet) 





administratie voor de weeskamer 1628 

kluftheer Boteringekluft 1628, 1630 (raadsheer) 

kluftheer 1629, 1631-1630, 1632, 1633, 1635, 1636, 1638, 1639, 1641, 

1642 


admiralt. te Dokkum voor de stad 1634, 1640, 1643 


Heinens, Hendr. 


Heinens, Luitje (L., Luitjes) 



Heinens, Peter 


Heinsius, Judocus 

curator academia voor de provincie 1641-1649, 1651-1653 

Heikens, J. 


Heikens, Jacob 

gildrechtheer 1622 (vervanger van Jan Lulofs) 

Heldt, Claas 

ambtman van het Gorecht 1581 (wordt raadsheer en volgt Sixtus Wifferink), 

1593 

raadsheer 1581, 1582, 1583, 1585, 1586, 1588, 1589, 1591, 1592 

Helminks, Hendrik (Hindr.) 

gezworen meente 1578, 1580 (overleden) 

Helmings (Helminchs, Helminks), Hindrik (H., Hindr.) 




Helmolt, Focco (F.) [Luitjes] (L.) 


73

1674, 1675 


heet in 1675 Helmolt. F. 

Helmholt, Fr. (F.) 


Helmolt (Helmolth), Jacob (J.) 

gezworen meente 1721-1725, 1727, 1728, 1730, 1731, 1733 (wordt 

raadsheer 8 februari 1734), 1749 



raadsheer 8 februari 1734, 1735, 1738, 1739 



drost der beide Oldampten 1740 (sterft 19 mei [1740] te Noordbroek en 

volgt 2 juni 1740 M. Appius) 

Helmolth, J. 

gezworen meente 1751 (deze is door Zijne Hoogheid [Willem IV] aangesteld 

in plaats van A. Frilink die door de keurheren gekozen is), 1752, 1754, 

1755, 1757, 1758, 1760, 1761, 1763, 1764, 1766, 1767, 1769, 1770, 1784, 

1785 

taalman gezworen meente 1772, 1773, 1775, 1776, 1778, 1779, 1781 



Hellenius, M. 


Helperi, Theodorus (T., Theod., Th., Theo., Thoedori) [...] 


1728, 1730, 1731, 1733, 1734, 1736, 1737, 1740, 1743, 1745 

gezworen keurheer 1716, 1717, 1719, 1720, 1725, 1732, 1739, 1741, 

1743, 1747 

kluftheer 3 mei 1720 (opvolger van Lodewijk Wijchel), 1722, 1723 

secretaris van het gildrecht 1 mei 1720 (opvolger van Regn. de Cock)-1723, 

1724-1737 (transport zijn ambt in februari 1738 aan Johan Basse) 



kluftheer 1724-1749, 1751-1767 (1766 fungeert niet meer, 1777 bereits 

emeritus sterft den .... dit jaar) 

Helprichs, Cornelis (Corn., Cornelius) 

gildrechtsheer 1661-1665, 1667 

Helprichs, Roelof (R., Roelf) 


raadskeuzeheer 1652, 1653, 1659 


Helprichs, Steeven 


Hemmes, Freek 


Hemmes, T. 


Hemsterhuijs (Hemsterhuis), T.T. 




Henrici (Henricii), Ludolp (Lud., Ludolph, Ludolphi) 

secretaris van de hoofdmannenkamer 1618-1634 (sterft 20 juni 1635, volgt 

op Joh. van Heek) 

74

Hendriks, Pieter 


Hendriks, Wigbolt (Wigb.) 


Hercama, Aulus van 


Hermens, Hindrik 

Kluftheer 1634, 1635 

Hermens, Garbrant 


Hertoghe, Daniel de 


Hertoghe (Hartoghe) van Boekstede (Bockstede, Bockstede, Bokstede), ... de 


in 1728 is de naam Hartoghe van Bockstein instede??? van Boekstede 

Hertoghe (Hartoghe), Daniel (D., Dan.) de 



extr. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 

gedeputeerde staten voor de provincie 1681 (de 2 [de]), 1682 

Hertoghe, (Hartoghe), Onno (O.) Jacob (J.) de 


Hertoghe [van Feringa], D.O. [...] de 

staten generaal voor de provincie 1743, 1744, 1747, 1748, 1749, 1750 


Hertoghe (Hartoghe) [van Feringa], D.O. [...] [de] 


generalts. rekenkamer voor de provincie 1760, 1761, 1772, 1773 


provint. rekenkamer voor de provincie 1764-1767, 1770, 1771 

admiraliteit te Harlingen voor de provincie 1768, 1769, 1774 (sterft 

november 1774 en volgt Clant van Hankema) 

Hertoghe (Hartoghe) van Feringa, E.U. [...] de [...] 

provint. rekenkamer voor de provincie 1786 (opvolger van Henri Lewe), 

1790, 1791 

gedeputeerde staten voor de provincie 1788, 1789, 1792-1794 

Hertoghe (Hartoghe) [van Feringa], U.M. [...] de 


gecommitt. raad der Ommelanden voor de provincie 1711, 1712, 1715, 

1716, 1721, 1722, 1723, 1724, 1729, 1730, 1732 




lt. president van de kamer van justitie 1725, 1726 

Hertoghe [van Feringa], .... de 



Hiddes (Hiddens), Eltjo (Eltje) 

provint. rekenkamer voor de provincie 1639 (plaatsvervanger van Popko 

Tammen) 

generaliteits rekenkamer voor de provincie 1642 (overleden, volgt Joan 

Manneel) 

75

Hiddinge (Hiddings), Carel 



Hiddinge (Hindinge), Luitje (L.) 



Hijlkens (Haijlkens, Hijlkens), Lucas (L.) 


1636, 1639, 1641, 1642 




Hijlkens, Lucas 


Hijlkens, Roelf 


Hillebrants, Jacob 


Hiltjes, Wiert (Weert) 


Hindriks (Hendriks), Bene (Beene) 


Hindriks, Berend 

gezworen meente 159l, 1592 

Hindriks, Hindr. 


Hindriks, Jan 


(loco hujus (in zijn plaats) gesteld Willem Geerts) 

Hindriks, Jan 


Hindriks, Pieter (P., Peeter) 





Hinsbeek, G.E. 



Hinsbeek, Jan (J.) Harm (H.) [van] 



Hinsema, Iddo 

admiraliteit te Dokkum voor de provincie 1609 

Hittjes (Hitje, Hittens, Hitties), Joachim (J., Joach.) 

gildrechtsheer 1692 (opvolger van Jac. Altingh), 1694, 1695, 1697, 1698, 

1700, 1701, 1703, 1704, 1706, 1707, 1710 (overleden zijnde volgt 6 juni 

[1710] Daniel Alberti) 


1710 (sterft 23 april 1710) 


76

kluftheer 1699 (opvolger van L. Werumeus), 1700, 1701-1710 (overleden 

zijnde volgt 6 juni [1710] Gerrit Blenke) 


Hoedenborg, Hoico (H., Heilco) 


1620, 1624 (overleden) 

gezworen keurheer 1611 (subs. senat en substit. jurat), 1615, 1618, 1621 

Hoeflijn, [dr.] Johan (Joh.) 

sijndicus 1598-1603 

Hoeth, Albert (A., Alb., Albt., Albr.) Willem (W.) 

secretaris v.d. raad 3 april 1703 (opvolger van Reint ter Winkel)-1711 

(wordt lid in de admiraliteit 7 september [1711] en volgt W. van 

Swinderen) 

lid in de admiraliteit 7 september 1711 

ex. ord. raad admiraliteit Harlingen voor de stad 1712 

raadsheer 1713, 1714, 1717, 1718, 1721, 1722 


bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de provincie 1723, 1724- 

1726, 1728 

hoofdman 1724, 1727 (raadsheer), 1728 (raadsheer) 


Hoeth, [Dr.] Albert (A.) Willem (W.) 

richter van Bellingwolde 1786 (opvolger van J.H. Goedeus), 1788-1794 

Hoeth, C.W. 

president van het krijgsgerichte 1747, 1748 

Joeth, Cebes 

artilleriemeester [van de stad] 1726-1749 (afgezet door stadhouder Willem 

IV en volgt Lucas Wichers) 

Hoeth, W.A. 



Hofsnijder (Hofsnijder), [Dr.] Henrik (H., Henr., Hindr., Henric) 

sindicus van de stad 1713 (opvolger van Antonie ten Hola)-1723, 1724- 

1730 

raadsheer 1730 (opvolger van Casparus Schultens), 1733, 1734, 1737, 

1738, 1741 (sterft 11 september [1741] en volgt 22 dito A.L. Wichers) 



Hohenlho, [E.F.] graaf (grave) van 

grootmajoor voor de provincie 22 jan. 1789 (opvolger van Ij. Mackeij)-1793 

(word door de Franschen krijgsgevangen genomen naar Vrankrijk gevoert, 

en overlijd aldaar; succedeert hem de colonel Graave van Limburg Stirum 

schoonzoon van de commandeur van Maneil Heere van Birum; colonel jaar 

1791-1793 

Hoisema (of Hoisum), Focco (F.) [...] van (ab) 

provintiale rekenkamer voor de provincie 1652-1654 

secretaris provintiale rekenkamer 1655-1663 (sterft [1663] en volgt hem C. 

Robbers) 

Hoisema, Peter (P.) 

gildrechtsheer 1649, 1651, 1652, 1654, 1657, 1658, 1660, 1661, 1664- 

1666 





kluftheer 1663 (opvolger van Warm. Roelefs)-1666 

77

Hoisingh, Johan (J., Joh.) 

gezworen meente 1730, 1731, 1733, 1734, 1736, 1737 (wordt 24 januari 

1738 weesheer), 1739, 1740 


gildrechtsheer 1732, 1734, 1735, 1737, 1738, 1740 (sterft 5 mei [1740] 

en succedeert dienzelve dag J.H. Nauta; de opvolger van Hovingh is den 2 

juni Jacob Clemmens en niet dhr. Nauta) 

kluftheer 1732-1740 (in plaats van deze de heer J.H. Nauta) 

weesheer 24 januari 1738 (in plaats van A.J. Berchuijs), 1739, 1740 (sterft 

en volgt W. Altingh) 

Hoisingius, Johan (J., Joh.) Godfried (G., Godefridus, Godefriend) 

rentmeester voor de [stadsvenen] 1721 (opvolger van Tobias Jan van 

Iddekinge)-1723, 1724, 1725 (wordt secretaris v.d. raad (stad), en volgt D. 

Alberti) 

secretaris v.d. raad 31 juni 1725 (opvolger van W. Wolthers)-1734 (sterft 

[1734] en volgt hem Louis Wichers) 

Hoisingius (Hoising, Hoisingh), Lamberbertus (L., Lamb., Lambert, Lambt.) 

extr. ord. raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1713-1715 

raadsheer 1715 (opvolger van Jacob Appius), 1716, 1719, 1720, 1723, 

1724 

hoofdman 1717 




Hola, Antonius (A., Ant., Antonie, Anton.) ten 




sindicus voor de stad 1696 (gekozen 15 februari 1696)-1700, 1701-1703, 

1705-1713 (wordt raadsheer en volgt de hr. H. Hofsnijder) 

raadsheer 1713-1715, 1717 (sterft 13 januari 1718) 

hoofdman 16 mei 1716 (opvolger van Edzard Smith) 

Holsten, van (v.), [...] 

commandeur van (te) (v.d. stad) Groningen 1750-1770 

(lt. gen./gen(eraal) maj(oor), sterft [1770] en volgt in augustus de gen 

maj. Van Sommerlatte, zei 1764, sterft 25 oktober de dood van de 

commandeur is absievelijk gesteld, als zijnde gestorven den ... augustus 

1770) 

Holte (Hold), Johan ten 


Holtsappel, Adolf 


Hommens (hemmens, Hommes), Ajold (A., Aijold, Aijoldus, Ajolt) 






hoofdman 1649 (opvolger van Eggo Phaebens)-1666 (sterft 10 november 

[1666] en volgt Andr. Sibenius) 

Homoet, Berent (B., Barend) Gerhart (Gerbrand) 

bewindhebber der Oodt Ind. Comp. 1724 (electus (gekozen) 28 april 1724)- 

1750 (gedommicileert (residerende) te Middelburg 1729, 1733, 1735, 

1736, 1750, 1751-1765, 1767, 1768 (sterft [1768] en volgt J.C. van der 

Borgh van Langentrier) 1767 voorletter H.B. 

Hommens, J. 


78

Hondebeeke, Berends (B.) 

3e taalman gezworen meente 1579, 1580 

Hooftman (Hofman), Albert (Ab., Alb.) 

provint. rekenkamer voor de stad 1626-1628 (wordt raadsheer 8 februa-ri 

1629) 

raadsheer 1629, 1630, 1633, 1634, 1636 



hoofdman 1638 (wordt burgemeester in plaats van Huninga), 1641, 1644, 

1645, 1648, 1649, 1652 (sterft 18 september [1652] en volgt 15 oktober 

Joh. Eeck) 

burgemeester 1638-1640, 1642, 1643, 1646, 1647, 1650, 1651 

curator academia voor de stad 1642, 1650 (burgemeester), 1651 

Hoorenbeek (Hoornbeek), Simeon (S., Simon, Sijmon) [van] 




Hoorenken (Hoornken), Albert (A.) 

ambtman der (beide) Oldampten 1594-1598 

raadsheer 1580 (in 1580 is Albert Stionker raadsheer; de naam Albert 

Horenken komt er niet in voor), 1594 

Hoorenken, Albert 


Hoorenken, Egbert (E., Egb.) 

ambtman van het Gorecht 1659-1665 (wordt rentmeester en volgt N. van 

Borck) 




admiralts. te Amsterdam voor de stad 1665 (wordt raadsheer en volgt S. 

Gockinga), 1666 (in de raad verkozen) 

raadsheer 1664-1666, 1668, 1670, 1671, 1673, 1674, 1676, 1677, 1679 

(sterft 4 maart en volgt 17 dito Nicolas van Borck) 



Hoorenken (Hoorenkens), Geert (Gerhard, Gerhart) 

busheer van het Gorecht 1579 

gildrechtsheer 1594-1596 

raadsheer 1598, 1599, 1615, 1616 


1619, 1620, 1622, 1623, 1624 

admiraliteit te Dokkum voor de stad 1609, 1610 


Hoorenken (Hoorenkens), Geert (G.) 



Hoorenken Joh. zoon, Geert 


Hoorenken (Hoorenkens), GErhard (G., Gerh., Geert) 


admiralts. te Harlingen voor de stad 1651 (opvolger van Sicco van Eeck) 


ambtman van het Gorecht 1652-1655 (wordt raadsheer, en volgt hem 

Arend van Nieveen) 

raadsheer 1655, 1656, 1658, 1659, 1661, 1662, 1664, 1665 



79

hoofdman 1665 (opvolger van Gerh. Swarte), 1666 

Hoorenken (Hoorenkens, Horenken), Gerhard (G.) 





Hoorenken (Hoorenkens), Johan J., Jan) 





raadsheer 1643, 1644, 1646-1650, 1652 (sterft 31 augustus [1652] en 

volgt 4 september J. Coenders, doch wordt 20 december burgemeester en 

volgt hem Gerh. ten Berge) 


Hoorenken, Jan 


Hoorn, Johan (J., Jan, Joh.) van 

gezworen meente 1676 (dien, omdat hij de kleindochter van Ebbo Emmius 

getrouwd had, de zes jarige inwonerschap geschonken), 1677, 1679, 1680, 

1682, 1683, 1685, 1686, 1688, 1689, 1691 (wordt taalman), 1694 (wordt 

18 april [1694] raadsheer, 1695 



weesheer 1678 (opvolger van Georg Commenes), 1679, 1681-1683, 1685- 

1687, 1689-1691 (wordt 8 december [1691] lid van de admiralts. te 

Harlingen, en volgt Edzard Smith) 


pontkamer wegens gezworenen 1680, 1682, 1683, 1686 


lid admiralts. te Harlingen 8 december 1691 



raadsheer 18 april 1694 

Hoorenkens, J. 


Hoorenken (Hoorenkens), Lambert (Lamb., Lammert, Lambertus, Lambt) 


raadsheer 1595, 1596, 1598, 1599, 1601, 1602, 1605, 1606, 1610, 1611, 

1614 

gedeputeerde staten voor de stad 1595, 1596, 1598, 1599, 1607-1609, 

1612, 1613 

ambtman van het Gorecht 1603, 1610-1617 

curator academia voor de stad 1614 (sterft 10 november [1615] en volgt 

Roelf Battink) 

burgemeester 1615 (raadsheer) 

Hoorenken, Lodewijk 

ambtman van het Gorecht 1597 (opvolger van H. Buttel)-1600 


Hoorenken (Hoorenkens), Lodewijk (Ludowick) 

1e raadsheer 1601 

raadsheer 1603, 1606, 1607 




hoofdman 1607 (in de plaats van Harm Wijffering wegens doofheid 

gesigneerd), 1610, 1611, 1615, 1616, 1619, 1620, 1623 

burgemeester 1608, 1609, 1613, 1614, 1617, 1618, 1621, 1622 

80

Hoorenken, Lodewijk (Lodew.) 


Hoorenken, Lucas 


Hoorenken, Sicco (S.) 


1669, 1670, 1672 (sterft 30 januari [1673]) 



Hoorenken (Hooreken, Hoorenkens) [van Dijksterhuijs (Dijksterhuis), Gerhard 

(G., Geert, Gerh., Gerhart( [...] 

gecommitt. raad v.d. (den) Ommelanden 1695, 1696 

gedeputeerde staten voor de provincie 1701-1704 


(sterft 16 september [1712]) 



hoofdman 1706 (opvolger van U. van Ewsum)-1712 (sterft 17 september 

[1712] en volgt Willem Ubbena) 

Hoorn, Jan (J., Joh., Johan) [...] van 



1717, 1719, 1720, 1722, 1723 



weesheer 1716 (succed. Jacob van Swinderen) 

secretaris van de weeskamer 1716-1723 

Hoorn, Johan (J., Jan) van 

secretaris van de weeskamer 1724, 1737 (wordt weesheer en volgt hem 19 

november 1737 als secretaris Jacob van Gesseler) 



taalman gezworen meente 2 april 1731 (opvolger van gezworen meente E. 

Bavinck), 1732, 1734, 1735, 1737, 1738, 1740, 1741, 1743, 1744, 1746, 

1747, 1750 


kluftheer 5 oktober 1726 (opvolger van Johan Wichers)-1750 

advocaat fiscaal [v.d. stad] 22 juni 1731 (opvolger van Thomas Altingh)- 

1737 (wordt 19 november [1737] stads sindicus en volgt R. de Sitter) 

weesheer 1737 (opvolger van C.H. Tjaden)-1747 (wordt ambtman van het 

Gorecht en volgt hem de landschrijver v.h. Oldambt H. Gockinga), 1749, 

1750 

ambtman v.h. Gorecht 1747, 1748 (opvolger van W. Muntinghe), 1749 

(wordt stads sindicus en volgt A. Gerlacius) 

Hoorn, Joh. (J.) van 

kluftheer 1751-1753 (sterft 15 november [1753] en volgt R. Warmolts) 




sterft 15 november [1753] en volgt H. van Sijsen zie foutieve aanha-ling in 

het boek 

Hoorn, Johan (J.) [...] van (v.) 

sindicus v.d. stad 1751-1755 (tevens senator (consul, raadsheer), verzoekt 

zijn demessie als sindicus en succedeert de heer J.H. Lohman op 20 januari 

1756) 

raadsheer 1752, 1753, 1755, 1756, 1758, 1759, 1761, 1762, 1764, 1765, 

1767, 1768, 1771, 1773, 1774 


schorlarch der Lat. scholen 1762 (raadsheer) 

81




Hora, Johan (J., Joh.) 


1726, 1728, 1729, 1731, 1732 



provint. rekenkamer voor de stad 24 mei 1721 (opvolger van Onno 

Sickinghe), 1726-1730 

ambtman van het Gorecht 1722, 1723, 1724 

generalts. rekenkamer 1725 (opvolger van Eger Tamminga), 1732 

raadsheer 1733 (opvolger van Henr. Veldtman), 1734, 1737, 1738, 1741, 

1742 



Hora, [dr.] Willem (W.) 


sindicus van de stad 1679-1695 

Hora Siccama, Jan (Johan) 

secretaris van het Gorecht 1763 (wordt rekenmeester en volgt P. de Valcke) 


provint. rekenkamer voor de stad 25 juni 1763 (opvolger van A.H. van 

Swinderen), 1774, 1776, 1777 (opvolger van P. Laman wordt juli 1778 

raadsheer), 1780 

raadsheer juli 1788 (opvolger van A. Gerlacius) 

Hoving (Hovingh), Andreas (A.) 




Hovink (Hovingh, Hovinks), Hindr. (H., Hendr.) 




Hovink Junior, Hindr. 


Hovingh (Hoving), H. 



Hovingh, H.W. (W.H.) 

gezworen meente 1777, 1778, 1780-1784, 1786, 1788 



raadsheer 1786, 1788, 1789 

Hubbeldink, H. 


Hubbeling (Hubbelink), J. 


Hubbeldink (Hubbelding, Hubbeling, Hubbelts), Marten (Mart., Martin) 


1619, 1620, 1622, 1623, 1625, 1626 (subid. senat en sustit. jurat) 


gezworen keurheer 1609, 1611 (resigneert en wordt in plaats gesteld Geert 

Sijgers), 1615, 1618, 1623 


administratie van de weeskamer 1624, 1625 (sterft [1626]) 

82

Huginga, Luitje 


Huisen, J. ter 




Huisman, [dr.] Abraham (A., Abrah., Abrh.) 

gildrechtsheer 1660, 1662, 1663, 1666, 1668, 1669, 1671, 1672 (sterft 8 

april 1673) 

gezworen meente 1666, 1667, 1669, 1670, 1672, 1673 (wordt president 

van het krijgsgerichte) 



president van het krijgsgerichte 1673 

Huijsman, Johan 

ontvanger van de kloostergoederen 1594-1596 

Huisman, Laurens 

ambtman van het Klei Oldampt 1646 

Huisman, [dr.] Rembrant (remb., Rembertus) 

secretaris van de hoofdmannenkamer 22 oktober 1604-1617 (overleden 30 

april 1617) 

Huijting, Arent 


Huting, Arnold 


Hulten, Johan van 


raadsheer 

Hulten, Lucas (L., Luc.) van 

gezworen meente 1622, 1623, 1625, 1626, 1628, 1631-1638, 1640, 1641 



kluftheer 1629, 1631-1637 

kluftheer Haddingekluft 1630 

administratie (weesheer) 1630 (hopman), 1631, 1640, 1641 


admiralts. te Dokkum voor de stad 1642 


raadsheer 1643, 1644, 1646-1650 


raad van state voor de stad 1651, 1652 (sterft en volgt hem S. Sijgers) 

Hulten, Lucas van 



Hulten, Lucas (L.) van 

gildrechtsheer 1670, 1671, 1673-1675, 1679 

Hulten, T.B. van 


1764, 1766, 1767, 1769, 1770 (wordt in november [1770] tuchthuismeester) 



pontkamer v.d. gezworenen 1769, 1770 

tuchthuismeester 1770 

83

Hulsingh, Joh. 

scriba secretaris van de stad 1583 

Hunia, Titus van 


Huninga, Aijlco (Ailco, A.) 

amptman van het Klei Oldampt 1623 (aangesteld 15 februari [1623]-1625, 

1626-1641 (overleden en hem volgt Cebo Ockens op 23 oktober 1641) 

Huninga, Doedo Allart (Allard) 


staten generaal voor de provincie 1673, 1674 


Huninga, Johan (Joh.) 




kluftheer Aakluft 1624, 1625, 1626 

hoofdman 1625, 1626, 1629 (burgemeester), 1630, 1633, 1634, 1637 

burgemeester 1627, 1628, 1631, 1632, 1635, 1636 

Huntkes, Tjepko 

landschrijver 1602-1607 

Iddekinghe, A. van 


Iddekinghe, Anne Willem Carel (Anna Caroline Will, A.W.C., W.A.C., W.C.A.) van 

(v.) 

ambtman van het Gorecht 1776-1778 (wordt prov. rekenkamer en volgt 

H.L. Wichers) 

ontvanger der koopschatten [en vrijw. verkoop] v.h. hof van justitie 1776- 

1781 

prov. rekenkamer voor de stad juli 1778 (opvolger van Jan Hora Siccama), 

1780, 1782 (wordt gedeputeerde staten en volgt B.D. van Iddinga die dat 

zelve jaar raadsheer wordt)-1784 

admiralt. te Harlingen voor de stad 1779 

staten generaal voor de stad 1781, 1784 (changeert met Iddekinghe en 

gaat in de prov. rekenkamer) 

gedeputeerde staten voor de stad 1782 (opvolger van R. Emmen) 

Iddekinge, Antoon (A.) Adriaan (A.) (Adriaan Antonie) van 

ontvanger [v.t. Oldampt] 1731-1733 

ambtman van het Gorecht 1734, 1735 (wordt prov. rekenmeester en volgt 

W. Hammink), 1736 (wordt lid van de admiraliteit en volgt 13 augustus 

[1736] W. Hammink) 

provint. rekenmeester 1735 

provint. rekenkamer voor de stad 1737-1740, 1743, 1744 

extr. ord. admiralts. te Harlingen voor de stad 1747 

staten generaal voor de stad 1741, 1742, 1745, 1746, 1748, 1775, 1782 

raad van state voor de stad 1749, 1750, 1751-1756, 1759, 1762, 1763, 

1766, 1767, 1770, 1774, 1778, 1779, 1788, 1789 (sterft in mei [1789] 


curator academia voor de stad 1758 (opvolger van P.R. van Iddeking-he)- 

1775 (raadsheer 1759, 1764 burgemeester), 1776-1786, 1789 

luit. (lt.) houtvester van het jachtgerichte 1758 (opvolger van Pieter Rembt 

van Iddekinghe)-1775 (1763 burgemeester), 1776-1786, 1788, 1789 

(sterft 18 mei [1789] en volgt J.L. Alberda van Bijma) 

burgemeester 1760, 1761, 1764, 1765, 1768, 1769, 1772, 1773, 1776, 

1777, 1780, 1781, 1784, 1785 


(burgemeester 1763, 1764, 1766) 

scholarch der Lat. scholen 1764 (burgemeester), 1776 (burgemeester), 


bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de stad 1776-1768, 

84

1788, 1789 


Iddekinga, A.J. van 


Iddekinghe, Berend (B., Berent) van 





admiraliteit te Harlingen voor de stad 1752, 1753, 1765 

raadsheer 1753 (opvolger van J. Sickinghe), 1754, 1762, 1763, 1766, 

1767, 1771, 1774, 1775, 1778, 1779, 1782, 1783 

generalts. rekenkamer voor de stad 1755-1761, 1764, 1768, 1769, 1771- 

1773, 1776, 1777, 1780, 1781 

scholarch der Lat. scholen 1771, 1772 (raadsheer) 

burgemeester 1783 (opvolger van Lucas Trip), 1786, 1788, 1791, 1792, 

1794 


[meesterknaap] v.h. jachtgerichte voor de stad 1789 (opvolger van T. van 

Berchuijs)-1794 

admiralts. te Amsterdam 1790 

Iddekinghe, H. van 

weesheer 1760 (opvolger van E.T. de Drews)-1767 (sterft in het begin van 

februari [1767] en volgt Dr. Scato Gockinga) 



Iddekinghe, J.F. van (is J.T.?) 

kluftheer 1779 (opvolger van R. Warmolts), 1786 


ontvanger van het Oldambt 1790-1794 


Iddekinghe, J.T. van 




Iddekinghe, J.T.N. v. 


Iddekinghe, P.J. van (is P.R.?) 


Iddekinghe, P.R. van 


provint. rekenkamer voor de provincie 1788, 1789, 1794 

admiraliteit te Harlingen voor de provincie 1792 

Iddekinge (Iddekinge), Pieter (P.) Govert (G.) van (v.) 

secretaris van de raad 1776-1781 (wordt postmeester) 

postmeester 1781-1786, 1788-1794 




Iddekinghe, Pieter (P.) Rembt (R.) (rembt P.) van (v.) 


ambtman van het Gorecht 1710-1714 (wordt staat generaal 2 juni [1713], 

hem volgt Daniel Tjassens, die echt kort daarna overlijdt, wordende op 7 

september gesuccedeert door Johan Lohman) 

staten generaal voor de stad 2 juni 1713, 1715, 1717-1722 

raadsheer 1713, 1719 (opvolger van Rudolp Emmen), 1723, 1724, 1727, 

1728, 1731, 1732, 1735, 1736 

85


1738, 1752-1754, 1757, 1758 

curator academia voor de stad 1735 (raadsheer), 1736 (raadsheer), 1750, 

1751 (burgemeester 1751, 1755-1758)-1758 (6 juli 1758 overleden zijnde, 

volgt zijn zoon Antoon (A.) Adr. (A.) van (v.) Iddekinghe) 

luit. houtvester v.h. jachtgerichte 1750 (burgemeester), 1751 (burgemeester 

1751, 1755-1758)-1758 

scholarch der Lat. scholen 1751 (burgemeester 1751, 1755-1757) 

Iddekinghe (Iddekinge). R.T. [...] van 

gildrechtsheer 1751 (in plaats van H. van Nieveen), 1753 (wordt secretaris 

van het Gorecht en volgt F. Veldman) 

secretaris van het Gorecht 1753 (opvolger van A.H. van Swinderen)-1762 

gezworen meente 1756, 1757, 1759, 1760, 1762 (wordt ambtman van het 

Gorecht en volgt J.A. Siccama), 1763 



ambtman van het Gorecht 1762 (opvolger van Rudolph de Drews), 1763 

(wordt landschrijver in zijn plaats H. Tjassens) 

landschrijver van het Oldambt 1763 (opvolger van Joseph Gockinga)-1775, 

1777, 1779-1786 (1780 trouwt te Amsterdam en neemt zijn demis-se, volgt 

G.R. Gerlacius), 1788-1794 

Iddekinge, Rembt (R., Remt, Rembd) van 

extr. ord. raad admiraliteit te Harlingen voor de stad 1668-1670 


generalts. rekenkamer voor de stad 1671, 1672, 1675, 1676, 1678 (komt in 

de admiralts. te Harlingen en volgt J. van Borck) 

gezworen meente 1672, 1673, 1675, 1676-1679 


admiralts. te Harlingen 1678 

staten generaal voor de stad 30 september 1678 (opvolger van Geert 

Gruijs), 1679 (wordt gedeputeerde staten en volgt J. van Borck) 


1701 

scholarch der Lat. scholen 1694 (raadsheer), 1710 


1704-1719 (sterft 16 juli [1719]) 

hoofdman 1695, 1698, 1704, 1705, 1709, 1712, 1713, 1717 


(raadsheer), 1700 (raadsheer), 1702-1703 (raadsheer), 1714 



raadsheer 1702, 1703 (wordt 19 april [1703] burgemeester) 

burgemeester 19 april 1703, 1706, 1707, 1710, 1711, 1714, 1715, 1718, 

1719 (sterft 16 juli [1719], succ. 24 dito P.R. van Iddekinge namelijk als lid 

van de raad terwijl R. Emmen burgemeester wordt) 


president van den hove van justitie 1716 

Iddekinghe, Scato (S.) Francois (F., Franc., Francois) van (..., v.) 

secretaris van de weeskamer 1779 

secretaris van het gildrecht 1780, 1781 




secretaris van het Gorecht 1781 (opvolger van W.A. Baurmeester)-1786 

(secretaris en fiscaal v.h. Gorecht [1786]), 1788-1794 

Iddekinghe, T.A. (T.A.) [...] van 

ontvanger [v.h. Oldampt] 1773 (opvolger van J.W. Veldman), 1775, 1780 

Idekkinghe (Idekkinge), T.J. van 

ontvanger generaal v.d. provincie 1754 (opvolger van M. Lohman) - 1775, 

1776-1786. 1788, 1789 



86


Iddekinghe, T.J. van 


N.B. 2 x dezelfde naam in 1751 

Iddekinge (Iddekinghe), Tobias (T.) 

gezworen meente 1628 (de eerste van dat geslacht die enige post heeft 

bekleed), 1629, 1631, 1632, 1634, 1640, 1641 

taalman gezworene meente 1635, 1637, 1638, 1643, 1644 



gildrechtsheer 1628 (wordt raadsheer in plaats van J. van Heek, als 

raadsheer gecaseerd), 1632, 1633, 1636, 1638 


weesheer 1633, 1634, 1636, 1637 

raadsheer 1628 (in plaats van J. van Heek) 

Iddekinge (Iddekinghe), Tobias (T.) 

admiralt. te Dokkum voor de stad 1638 

generalt. rekenkamer voor de stad 1639-1644 (wordt raadsheer 18 februari 

1645) 

raadsheer 1645, 1648, 1649, 1651, 1652, 1654, 1655, 1657, 1658 


burgemeester 1658 (opvolger van Peter Eisingge), 1661, 1662 

hoofdman 1659, 1660, 1663 (sterft 9 november [1663]) 

Iddekinge (Iddekinghe), Tobias 



weesheer 1653 

Iddekinge, Tobias (T.) Jan (J.) van 

rentmeester van de venen 1718 (opvolger van Onno Sickinghe)-1720 

raadsheer 1721, 1722, 1726, 1729, 1730 



curator academia voor de stad 1730 (raadsheer), 1741, 1742, 1745, 1746 

hoofdman 1731, 1732, 1735, 1736, 1749 (wordt 1 december [1749] luit. 

president van het hof) 

burgemeester 1733, 1734, 1737, 1738, 1741, 1742, 1745, 1746 

scholarch der Lat. scholen 1734 (burgemeester) 

lt. president van den hove van justitie 1739, 1740, 1743, 1744, 1747-1750, 

1751-1759 (sterft [1759] en volgt 10 januari 1760 G.J. Keizer, wordende 

als hoofdman gesuccedeerd door de stadsadvocaat Ter Borgh, en volgt hem 

wederom op als advt. fiscaal op 20 augustus J.T. Fockens) 

Iddekinghe, W.A.C. van 

ontvanger der koopschatten [en vrijw. verkoping] v.h. hof (den hove) van 

justitie 1770 (opvolger van C. van Sijsen)-1772, 1775 

ambtman van het Gorecht februari 1775 (opvolger van H.Tjassens) 

N.B. in 1770, zijn de voorletters W.C. instede W.A.C. 

Iddekinghe, W.J. (V.) van (v.) 


gedeputeerde staten voor de stad augustus 1788 (opvolger van E.P. 

Smith), 1791 

raadsheer 1789 (is plaats van Van Swinderen die burgemeester wordt), 

1790, 1793 (opvolger van H. Guichart) 

staten generaal voor de stad 1792, 1794, 1793 (door de stadhouder in de 

provint. rekenkamer gezet, opgevolgd door Scato Gockinga) 

provint. rekenkamer voor de stad 1793 (is weder in het raadshuis gesteld 

en opgevolgd door R. de Marees van Swinderen) 

Idema, Hero (H.) 


87




Idsinga, Balthasar (B.), Daniel (D.) [...] van 


1781 

gezworen meente 1772, 1773, 1775, 1776, 1778, 1779, 1781 (wordt 

ontvanger der koopschatten) 



ontvanger der koopschatten [v.h. hof van justitie] 1781, 1782 (wordt in 

plaats van L.A. Trip raadsheer op 28 december [1782]) 

raadsheer 28 december 1782 (opvolger van A.L. Trip), 1783, 1785, 1786, 

1789, 1790, 1792, 1793 

provintiale rekenkamer voor de stad 1782 (wordt raadsheer) 

provisioneel Drost van het Oldampt 1783 (opvolger T.J. Fockens) 


(raadsheer), 1793 (raadsheer) 



Idsinga, D.B. [...] van 

provintiale rekenkamer voor de stad 1784 (wordt staten generaal voor 

Iddekinghe; de laatste verzocht zijne demissie en vertrekt naar Oostindie 

en sterft aldaar; volgt H.G. Sickinge en wordt E.P. Smith staten generaal 

voor van Idsinga, en volgt hem A. van Berlingh) 

staten generaal voor de stad 1784 (opvolger van A.W.C. van Iddekinghe) 

Idsinga, G. van 


Idsinga, S.H. 

hoofdman 1750-1779 (sterft 2 december [1779] en volgt W. Beckeringh) 

1778 voorletter J.H. 

Ijwes (Iwes), Bauke 

gecommitt. raad der Ommelanden 1758, 1759, 1772, 1773, 1783 

Imhoff, G.W. van 


In en Kniphuisen (Kniphuisen), H.C. [...] van 


provintiale rekenkamer voor de provincie 1733, 1734 


ord. raad admiraliteit te Harlingen voor de stad 1737, 1738 

In en Kniphuisen, H.F. van 


In en Kniphuizen, Carel (C.) Fred (F.) van 



provinciale rekenkamer voor de provincie 1700 

In en Kniphuizen, de Graaff van 


In en Kniphuisen, R.W. van 


In en Kniphuisen (Kniphuizen). [van Nienoord (Nienoort)] W. [...] van 

gedeputeerde staten voor de provincie 1741-1746, 1768 (sterft maart 

[1768] en volgt M. Bennema) 


admiraliteit te Amsterdam 1747-1750 


88

[In en] Kniphuisen van (v.) tot Ulrum, ... 


provintiale rekenkamer voor de provincie 1768, 1769, 1776-1778 


gedeputeerde staten voor de provincie 1781, 1784, 1785 

Ippius, Eppo (E.) 

advocaat (adv.) fiscaal (fisc.) [voor de provincie] 1750 (opvolger van 

Philipus Ippius)-1786 (sterft [1786] en volgt De Raad) 

Ippius, J.J. 


Ippius, Phillipus (Ph., Phil., Phi.) 

advocaat fiscaal (voor de provincie) 1709-1723, 1731-1749 (sterft juni en 

volgt zijn zoon E. Ippius) 

Isebrants, Berend 

hoofdman 1653 (overleden 15 januari en volgt Gerh. Swarte 24 dito) 

Isebrants (Ijsebrants), [dr.] Hieronimus (H., Hironimus) 


secretaris van de stad 1613-1616 (in camera rationum Hagae committis 

adscriptus suragatus Adraes Winschemius den 19 maart [1616]) 

generaliteits rekenkamer voor de stad 1616-1618 

sindicus 1618 (volgt P. van Castricum op die op 2 januari 1619 raad van 

state wordt), 1619 


burgemeester 1621, 1622, 1624 (overleden 17 januari [1625] en volgt op 

de secretaris van de gedeput. H. Schoonderborgh) 


Isebrants, J. 


Hoort bij Isebrants, Joh., gezworen keurheer 1650, tijdverschil 11 jaar??? 

Isebrants, Johan (J.) 



Isebrants, [doctor] Johan (J., Joh.) 




ambtman van het Gorecht 1649 (opvolger van Joachim Canter), 1650, 1652 

(wordt staten generaal 17 juli 1652) 

staten generaal voor de stad 17 juli 1652-1664 (wordt raadsheer 1663 en 

volgt Berend Gruijs), 1667, 1670, 1673 

raadsheer 1663, 1665, 1666, 1668, 1669, 1671, 1672, 1674, 1675 


Isebrants, Johan 



raad van state voor de stad 1679 (sterft, volgt Egb. Emmius) 

Isebrants, Johan 


Isebrants, Peter (P., Petrus, Pieter) 

gezworen meente 1625 (in plaats van Roelf Bavink), 1626 


raadsheer 1626, 1627, 1629, 1630, 1632, 1633, 1635, 1636, 1638, 1639, 

1641, 1642, 1644, 1645 


1646 

89

curator academia voor de stad 1644, 1645 


hoofdman 1649, 1650, 1651, 1652 

Ijsebrands (Ijsebrants), Roelf (R., Roelf, Rudolf, Rudolph) 


gezworen meente 1596 (gevangen 1580), 1597, 1600, 1602, 1620, 1621, 

1623, 1624, 1626, 1627, 1629, 1630 

gildrechtsheer 1594 (gevangen, hopman), 1595, 1596, 1603 



gecommitt. tot de kloostergoederen 1618, 1621 

administratie der weeskamer 1620-1622 (cum surrogatus I. Petri) 

pontkamer voor de raad (stad) 1622, 1624, 1625, 1626-1630 


Isselmuiden (Issemuden), Ernst van 

gedeputeerde staten voor de provincie 1605-1609, 1611-1619 

Iuwema, Leo 

provintiale rekenkamer voor de privincie 1636, 1637, 1644-1646 

Iwema, Zijtze 

provintiale rekenkamer voor de provincie 1661 

Jacobi (Jacobij), Lubbert (L., Lubb., Lubbers) 


1641, 1643, 1644 



pontkamer voor de gezworenen 1631, 1632, 1634, 1635, 1638-1640, 1643, 

1644 

Jacobi, Lubbert (Lubb.) 


Jacobs, Berend 


Jacobs, Jacob (J.) 

gezworen meente 1599, 1600, 1601, 1605-1609, 1611, 1612 



olderman voor het gildrecht 1623 

Jacobs, Jan 


Jacobs, Cornellis 


Jacobs, Reintjen (Reentjen) 

extr. ord. raad admiralts te Harlingen voor de provincie 1735, 1736 

Jans, Geert 


Jans, Harm (H.) 


gezworen meente 1593 (hopman) 

Jans, Jan 


Jans, Jan 


90

Jans, Claas 


Jans, Claas 

gecommitt. raad der Ommelanden 1788 (sterft 8 april [1788] en volgt 15 

mei Simon Ubels) 

Jans, Leendert 


Jans, Menke (M.) 


Jans, Reintjen 


Jans, Sijbolt 


Jans, Timen (Tijmen) 


Jans, Ulphert 


Janssen, Albert (A., Alb.) 

gezworen meente 1594-1596 (in plaats van Johan Wichering die rekenmeester 

werd) 



Jansen, Albert 

raadsheer 1601, 1602, 1604, 1605, 1607, 1608, 1610, 1611, 1613, 1614, 

1616 (overleden 15 juli [1616]) 

provintiale rekenkamer voor de stad 1603, 1606, 1609, 1612 


Jansen, Arnoldus 


Jansen, Barteld (Bartelt) 

raadsheer 1588, 1589, 1591, 1592 

Jansen, Evert (E.) 


1641, 1643, 1644, 1646, 1647 





Janssen, Focco 

pontkamer van de gilden 1631, 1633, 1634, 1636 

Jansen, Focco 

pontkamer van de gilden 1653 

Jansen (Jans), Hindrik (H., Hendr., Hendrik, Hindr.) 

gezworen meente 1600, 1602-1604, 1606, 1609, 1610, 1612, 1613, 1615 


taalman gezworen meente 1616 (2e taalman), 1618 (1e taalman), 1619 

(1e taalman) 


bijgenoemde raadskeurheer 1610 

pontkamer bouwmeester voor de gilden 1612 


raadsheer 1621, 1622, 1624 (overleden 14 februari [1624]) 


91

Jansen, Jan 

gezworen meente 1606, 1607 (bontwerker) 

Janssen, Crijn (C.) 




Jansen, Menolt (M.) 

gezworen meente 1599, 1601, 1603, 1605-1609, 1611, 1612, 1614, 1615, 

1617, 1618 


gezworen keurheer 1608, 1611 (subst. senat.), 1613 

Jansen, Sijbrant 


Jansen, Simon (S., Simeon) 




Jarges, Albert (Alb., Al(ber)t) 


drost der Oldampten 1588-1593 

raadsheer 1581, 1582, 1585, 1587, 1588 

Jarges, Eisso 


Jarges, Joost 


Jarges, Coppen 


lt. president van de hoge kamer van justitie 1697 

president van de hoge kamer van justitie gen. hoofdmannen 1698 

ord. raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1699, 1700, 1707, 1708 

Jarges [van Meijma], Jan (Joh.) 




Jarges [van Meina], Eisso 



raad van state voor de provincie 1665, 166 (sterft [1666] surrogeert Jacob 

Swarte wegens de stad; en wordt de heer J. Swarte 13 oktober staat 

generaal) 

Jensema (Jansema), Hiddo 




Jensema, Rembt 



Jepes (Jeipes, Iijepes), H. 


Jochums (Jochems, Jochum) 




92

Jongbloed (Jongbloet), Johan (J., Jan, Joh.) 


februari 1704) 




Joris, Gerrit (G.) 




Julsing, A. 


Julsingha, Abrah. van 


Julsinga (Julsing, Julsinge, Julsingh, Julsingha, Julsinghe), Berend (B., Bernardus, 

Bernh., Bernhard) 






secretaris van de hoofdmannenkamer 1618-1620 (wordt raadsheer 8 

februari 1620 en volgt Lubbert Julsingh) 


generaliteits tekenkamer voor de stad 1622-1624 



hoofdman 1627 (vervangt Berend Gruijs), 1628, 1631, 1632, 1635, 1636, 

1639, 1640, 1643, 1644 

burgemeester 1634, 1637, 1638, 1641, 1642, 1645, 1646 (overlijdt en hem 

volgt 1 januari 1647 H. Eijben) 

Julsing (Julsinge, Julsingh, Julsinghe), Hendrik (H., Hendr., Hindr., Hindrik) 



pontkamer voor de raad 1631-1633 

Julsingha, J.R. van 

gedeputeerde staten voor de stad 1725 (wordt 18 mei [1725] lid v.d. hove 

van justitie en volgt H. Abbringe) 

lid v.d. hove van justitie 18 mei 1725 

Julsinga (Julsing, Julsingh), Johan (Joh.) 

secretaris voor de stad 1578-1604 (1578, 1579 schrijver, 1580-1587 

scriba, overleden 16 juli 1604 en Kempo Adriani in zijn plaats gesteld den 

19 oktober en Leo Alberti gesteld als ondersecretaris) 

Julsing (Julsinga, Julsinghe, Julsingha, Julsinghe), Johan (J., Jan, Joh.) 


1656 




Julsinga (Julsinge, Julsingh, Julsingha), Johan (Jan, Joh.,) [van] 

provint. rekenkamer voor de stad 1651 (opvolger van Hendrik Emmelcamp)-1657 

(wordt raadsheer 8 februari 1658) 


raadsheer 1654, 1655, 1657-1664 (sterft 30 november [1664] en volgt 29 

dito G. de Mepsche) 

gedeputeerde staten voor de stad 1659-1661 


93

Julsinga (Julsingha), Johan (Joh., Jan, J.) van 


curator academia voor de stad (raadsheer), 1668, 1672, 1676 (burgemeester), 

1680, 1684, 1685, 1688, 1689, 1692, 1693, 1696, (burgemeester), 

1697 (burgemeester), 1698 (burgemeester), 1670, 1701 (burgemeester) 

hoofdman 1666, 1667, 1670, 1671, 1674, 1675, 1678, 1679, 1682, 1683, 

1686, 1687, 1690, 1694, 1698, 1702, 1703 (sterft 22 mei [1703]) 

burgemeester 1667, 1669, 1672, 1673, 1676, 1677, 1680, 1681, 1684, 

1685, 1688, 1689, 1692, 1693, 1696, 1697, 1700, 1701 



1701-1703 

lt. president van de hove (hoge kamer) van justitie 1695, 1699 

N.B. kan raadskeurheer en burgemeester tegelijk uitgeoefend worden?? 

Julsingha (Julsinga), Johan (J., Jan, Joh.) Hendrik (H., Hendr., Hinderk., Hindrik) 

van (v.) 

gildrechtsheer 1686, 1687 (wordt secr. van de ambtman van het Gorecht 

en volgt hem Theod. Lubbers) 

gezworen meente 1687, 1688, 1690, 1691, (wordt 8 december [1691] in de 

raad gekozen, ongeïnstaleerd) 

secretaris van het Gorecht 9 mei 1687 (opvolger van G. Borgesius), 1688 

(wordt rekenmeester van de provincie en volgt 20 februari Scato Gockinga 

Junior) 

extra ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1688, 1689, 1693, 

1707, 1716 

rekenmeester van de provincie 1688 

provintiale rekenkamer voor de provincie 1690, 1691 (wordt raadsheer en 

volgt hem Johan de Drews) 

raadsheer 8 december 1691 (opvolger van Peter Pott), 1694, 1695, 1699, 

1703, 1705, 1706, 1708, 1709, 1711, 1712, 1714, 1715, 1717, 1718, 1720, 

1721, 1723, 1724 



admiraliteit te Amsterdam (voor de stad) 1697, 1703 




scholarch der Lat. scholen 1706 (raadsheer), 1709 (raadsheer) 


(raadsheer), 1715 (raadsheer), 1717 (raadsheer), 1718 (raads-heer), 1720 

(raadsheer), 1721 (raadsheer), 1721 (raadsheer), 1723 (raadsheer), 1724 

(raadsheer) 

hoofdman 1713, 1725 (sterft 23 juni [1725] en volgt 31 dito Louis 

Boothenius) 

Julsinghe, Lubbert 

secret. hoofdmannenkamer 1620 (volgt Berend Julsinghe op die raads-heer 

wordt) 

Julsing (Julsinge, Julsinghe), Lubbert (L.) 

gezworen meente 1626, 1627, 1629 ,1630 


Julsing (Julsingh), Nicolas (N., Nicolaas) 

pontkamer voor de stad (raad) 1634-1647 (1635, 1639, 1640 raadsheer) 

N.B. voor 1647 geen raadsheer Nicolaas Julsing 

Julsingh, Nicolaas 


Julsing (Julsingh), Reinier 


94

Julsinga (Julsingha), Willem (W.) [van] 

gezworen meente 1659, 1660, 1665, 1666 (sterft 1 augustus [1666] te 

Harlingen) 



ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1663-1665 

Julsinga, ... 

ontvanger der koopschatten 1680 (sterft 9 oktober en volgt 1 november 

Tjaart Berchuijs) 

Julsing, ... 

pontkamer v.d. raad 1653 (raadsheer) 

Junius, Dionisius (D., Dion.) 



kluftheer 1692-1695 (sterft en volgt D. Bijmolt) 

weesheer 1693, 1695 (sterft 30 januari [1695] en 13 februari wordt 

gevolgd door G. Crijns) 

Junius, Franciscus (Fr., Frans) 

(stads) sindicus 1652 (opvolger van dr. Robert Robers), 1653 (19 

november [1653] ontslagen en in zijn plaats gekozen Menso Altinhg die 

januari 1654 zijn eed heeft gedaan) 

raadsheer 1666, 1667, 1669, 1670, 1672, 1673, 1675, 1676, 1678 (sterft 

19 september [1678] en volgt hem 30 dito Geert Gruijs) 



Junius, J.H. 


1741, 1742, 1744, 1745, 1752 

taalman gezworen meente 1748-1750 



gildrechtsheer 29 november 1727 (opvolger van Stephanus Rosinga. In 

1927 zijn de voorletters H.J. in plaats van J.H.), 1728, 1730, 1731, 1733, 

1734, 1736, 1737, 1739, 1740, 1742, 1743, 1745-1751 

hoofdman 1729 

Junius, J.H. 


Junius, Matthias 



Jullens, Antonius (Ant.) 

secretaris provint. rekenkamer 1733 (opvolger van Theodorus van 

Brunsveldt)-1749 (afgezet door stadhouder Willem IV) 

Jullens, C.H.T. 




Jullens, Johan (J., Jan) Hendrik (H., Hendr., Henr., Hindr.) 


1725, 1727, 1728 



kluftheer 1717-1721 (wordt extra ordinaris admiraliteitsheer 27 november 

[1721], volgt J. Wichers) 


extra ordinaris admiraliteitsheer te Harlingen voor de stad 27 november 

1721, 1724, 1728 

95



raadsheer 1730, 1732, 1733, 1735 (sterft 3 maart [1735] en volgt Corbelis 

Tjassens) 



Jullens, Nicolaas (N., Nic., Nicolas) 


28 december [1692]) 


kluftheer 1684-1692 (sterft 28 december [1692]) 

weesheer 14 mei 1692 (opvolger van J. Rotgers) 

Calmes (Calmers), Johan (Jan) 



Camp, [J.] Hero (H.) ten 

ambtman van het Klei Oldampt (Termunten) 1719-1749 (afgezet door 

stadhouder Willem IV, en volgt hem P. Muntinghe) 

Camphuis (Camphuisen, Camphuiz, Camphuijs), J. 

gezworen meente 1752 (deze is door de princesse gouvernante aangesteld, 

in plaats van Dr. Sijbinga die door de gezworenen is gekozen), 1753, 

1755, 1756, 1758, 1759, 1761, 1762, 1764, 1765, 1767, 1768, 1770, 1771, 

1773, 1774 (zie onder) 





Caaniens, Pieter 


Canter, Bartholt (B., Bart., Barth.) 

gezworen meente 1675-1679, 1681, 1682, 1685 



ambtman van het Gorecht 1679 (opvolger van Marcus Pels)-1685 (wordt 

hoofdman en sucd. Hugo van Nieveen) 

hoofdman 6 jan. 1686 (opvolger van Henric Swarte die 19 mei 1685 

overlijdt) 


hoofdman 1701, 1702 (sterft [1702], en volgt Pompej. Gruijs) 

Canter, Joachim 

gez. meente 1588, 1594, 1595, 1596 







raadsheer 1611, 1612, 1619, 1620 


gedeput. staten voor de stad 1614-1616, 1625 (wordt hoofdman, volgt 

Joachim Alting op) 



hoofdman 1621, 1622, 1625, 1626 


Canter, Joachim (J.) 



ambtman van het Gorecht 1645-1649 (wordt drost, en volgt 24 febr. Joh. 

96

Isebrants) 

drost van het Oldampt 1649 (opvolger van Otto Valcke), 1650 

drost van't Oldampt 1651, 1652 (sterft 6 aug. [1652], hem volgt 6 okt. 

Daniel Alberti) 

Canter (Kanter), Joachim (J.) 



Canter, Johan (Joh.) 




Caps, Samuel (S.) van 


1741, 1742, 1744, 1745 

hoofdman 1729 




Caspers, Jan 

pontkamer wegens de gilden 1681-1687 

Castricomus (Castricommius, Castricum), [Dr.] Pancratius (P., Pancras) 

sindicus van de stad 1604-1608, 1610-1618 (wordt op 2 januari raad van 

state en Hironimus Isebrants volgt hem op) 


raad van state voor de stad januari 1619 

N.B.: niet genoteerd als sindicus in 1609 

Keizer, G.J. 

adcessor v.t. krijgsgerichte 1728-1738 (de voorletterd zijn J.G. instede van 

G.J.) 

gezworen meente 1732 (opvolgervan T.A. Gerlacius), 1733, 1735, 1736, 

1738 (wordt raadsheer febr. 1739) 


raadskeurheer 1735 (de voorletters zijn J.G. instede van G.J.), 1736 (de 

voorletters zijn J.G. instede van G.J.) 

raadsheer febr. 1739, 1740, 1742, 1743, 1745, 1746, 1748, 1749 


hoofdman 1750 (zie onder) 

hoofdman 1751-1759 

luit (lt.) president v.d. hove van justitie 10 jan. 1760 (opvolger van T.J. van 

Iddekinghe)-1774 

Keizer, [Dr.], G.J. 

lt. president v.h. hof van justitie 1776-1781 

rentmeester v.d. geestelijke (predikanten) goederen 1781-1788 (neemt zijn 

demissie en vertrekt naar Oostindie en volgt 14 juli [1788] J.R. 

Woldendorp) 

Keizer, G.H. (is G.J.?) 

lt. president v.h. hof van justitie 1782, 1783, 1785 (sterft en volgt Scato 

Gockinga, in wiens plaats lid wordt de secret. J.W. Keizer en de hr. N. 

Guichart secretaris van dit college) 

Keizer, G.J. 

gez. meente 1782-1784 

Keizer, J.H. (moet zijn G.J.?) 

lt. president v.h. hof van justitie 1775 

Keizer, J.H. (is G.J.?) 

lt. president v.h. hof van justitie 1784 

97

Keizer, J.H. 

rentmeester v.d. geestelijke goederen 1781 [febr.] 

opvolger van A.S. Werumeus 

Keizer, J.H. 

gildrechtsheer 1782-1784, 1786, 1788 

weesheer 1786, 1788 (wordt stadssecretaris), 1789 (wordt stadssecre-taris 

en volgt hem Henric Gockinga) 


secretaris v.d. raad 1788 (opvolger van W. Cranssen) 

Keizer, Jan (J.) Johan Harm (H.) 




raadsheer 1714, 1715, 1717 (opvolger van P.J. Steenhuisen) 

generale staten v.d. stad 1716 

hoofdman 1717 (gaat in de raad, 24 nov. [1717] volgt R. de Drews 


Keizer, Jan (J.) Harm (H.) 



rentmeester v.d. venen 1758 (opvolger van E.E.T. Sickinghe)-1767 (wordt 

2 jan. 1768 raadsheer en volgt A.J. de Sitter) 

raadsheer 1767 (opvolger van J. Wolderingh), 2 jan. 1768-1770, 1772, 

1773, 1775 (zie onder) 

admiralts. te Harlingen v.d. stad 1768 

provint. rekenkamer v.d. stad 1771 

staten generaal v.d. stad 1771, 1774 (zie onder) 

ontv. der breuken v.h. hof van justitie 1775 

raadsheer 1776, 1778, 1779, 1781, 1782, 1784, 1785, 1788, 1789, 1791, 

1792, 1794 

staten generaal v.d. stad 1777, 1780, 1783 


(raadsheer) 


Keizer, J.W. 

gezworen meente 1766, 1767, 1769, 1770, 1774, 1775 (zie onder) 



gezworen meente 1777 (wordt secretaris v.h. hof van justitie) 

secretaris v.h. hof van justitie 1777-1785 

hoofdman 1785 (opvolger van Scato Gockinga), 1786, 1788-1794 

Keizer, [Dr.] S.H. 

ontvanger der breuken [v.t. hof (v.d. hove) van justitie 1767-1772 (zie 2) 

ontvanger der [kamerale] breuken v.h. hof van justitie 1776-1786, 1788- 

1794 

Keizer, S.W. (moet zijn Tjassens, S.W.) 

secretaris v.h. hof van justitie 1781 

Keizer, T. (Th.) J. 

kluftheer 1789 (opvolger van L. Venhuijsen)-1794 



Kemmerer (Kenmer), Georg (G.) 

gezworen meente 1659, 1660, 1662, 1663, 1667, 1668, 1670-1672 



secretaris van het Gorecht 1664 (opvolger van Theod. Pott)-1668 

provintiale rekenkamer voor de stad 1670-1672 

Ketel(Keetel), Bocco 

98


lt. president hoofdmannenkamer 1665, 1666 



Ketel, Elink 

ext. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1669, 1670 



Keun, Joh. (J.) Bastiaans (B., Bast.) 

gildrechtsheer 1681 (opvolger van Claas Bennink)-1683, 1688, 1689, 1691, 

1692, 1694, 1695, 1697, 1698, 1700 

Keun, Joachim Bastiaan (Bastiaans, Bastian) 


Keurheren voor de raad 1665 

geen naam vermeld 

Clant, Adriaan 


Clant, Albert 


Clant, Allard, Alart 

[ordinaris] admiraliteit tot Dokkum, van de provincie, 1597, 1598 

raad van state van de provincie 1604, 1605 

staten generaal voor de provincie 1611-1613, 1615-1617 

Clant, Andolph (A., Andolf, Andolus) 


5 sept. 1716) 



Clant, Asinga Zweer 



Clant, D.J. 

gedeput. staten v.d. provincie 176-1768 (sterft in nov. [1768] en volgt D. 

Alberda) 

Clant, Dirk (Derk) 




Clant, Edzard (Edz.) (Edzart) Jacob (Jacob Edzard) 

raad van state voor de provincie 1614-1615 

curator academia voor de provincie 1622, 1623 (zie onder) 

curator academia voor de provincie 1626, 1627 (tijdverschil 12 jaren), 

1639, 1642, 1644, 1648 



raad van state voor de provincie 1649 (alias Coenraad Meijer) 

Clant, Edzard (E.) Jacob (J.) 

staten generaal voor de provincie 1720 (zie onder) 

gedeputeerde staten v.d. provincie 1721, 1722 





99

Clant, Egbert (Egb.) [Jan] 




Clant, Geert 


Clant, Harmen (Harm) 


drost der Oldampten 1578, 1579 (wordt opgevolgd door raadsheer J. van 

Ballen) 

Clant, Harmen (H.) 


generalits rekenkamer voor de provincie 1648, 1649 (plaatsverbangend) 

Clant, Hendr. 


Clant, Johan 




Clant, Jan 


hoofdman 1602 

(is Johan Clant), hoort bij vorige 

Clant, Johan 

burgemeester 1607, 1608, 1611, 1612 




(hoort bij 2 vorige?) 

Clant, Joh. Rembt. 

extr. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1653-1655 

Clant, Lucas 


Clant, Lucas 

ord. raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1651, 1657 


Clant, Maurits 


Clant, Reint (Reinier) 


Clant, Remmert 

ext. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1652 

Clant, Wolter (W.) 

gildrechtsheer 1648, 1649, 1651, 1652, 1654, 1655, 1664 (resigneert, en 

volgt R. Bavink), 1665 (resigneert, en volgt R. Bavink) 

kluftheer 1651, 1652, 1654-1665 (sterft en volgt J.J. Trom) 


busheer van 't gildrecht 1658, 1660, 1661 



Clant van Aduard (Aduart), Jan (..., J., Joh., Johan) 


100



gecommitteerde voor de Ommelanden 1697, 1698 


Clant, [van Aijkema (Aijckema)], Allart (A.) Joost (J.) [....] 




gecommitt. raad v.d. Ommelanden [tussen de Eems en Lauwers] 1701- 

1710, 1713-1716, 1718, 1721 

curator academia v.d. provincie 1705, 1706 

generalts. rekenkamer v.d. provincie 1712 

ord. raad admiralt. te Harlingen v.d. provincie 1720 

Aijckema, Clant van 


Zie ook: Clant van Aijkema 

Clant van Aijkema, L.J. 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1738, 1743-1745 (de voorletters zijn in 

1744 J.L. instede van L.J.) 




Clant [van Aijkema], Lucas (....) 



gecommitteerde raad van de Ommelanden 1695, 1696, 1699, 1700 

Clant van (op) Aijckema, O. [....] 


Clant [van Hankema], Derk (....) 


gedeput. staten voor de provincie 1685, 1686, 1697, 1699, 1700 


lt. president van de hove van justitie 1689, 1690 

hoofdman 1690 

ord. raad admiralt. te Harlingen 1695, 1696 



Clant van Aijkema, .... 


Clant van Hanckema, E.J. [....] 

gedeput. staten v.d. provincie 1739, 1740, 1745, 1746 

raad van state v.d. provincie 1741-1744 



Clant van (op) Hanckema, L.J. (is E.J.?) 


generalts rekenkamer v.d. provincie 1748 

(hoort bij A.?) 

Clant van Hankema (Hanckema), M. [...] 

gecommitt. raad der Ommelanden 1768 (wordt prov. rekenmeester en 

volgt in maart [1768] H.J. Ibema 

provint. rekenkamer [rekenmeester] v.d. provincie 1768 (opvolger van M. 

Bennema), 1769, 1772, 1773, 1774 (wordt in nov. [1774] raliteits-heer te 

Harlingen en volgt H. Lewe, die in jan. 1775 gedeputeerde wordt in plaats 

van W. Alberda; wordende de hr. Frijlingh weder reken-meester) 

staten generaal v.d. provincie 1711 (zie onder) 

admiraliteit te Harlingen v.d. provincie 1774 (opvolgervan Van Feringa), 

101

1775 


gedeput. staten v.d. provincie 1780-1783, 1786 


(meesterknaap) provint. 

jachtgerichte v.d. prov. 1786, 1788-1794 

Clant van Hankema, Hanckema (Hankema) Mauritz, Maurits (M.) [....] 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden [tussen de Eems en Lauwers] 1703- 

1705, 1707, 1708, 1710-1712, 1715, 1716, 1719, 1720 



curator academia v.d. procincie 1712 

ord. raad admiralt. te Harlingen v.d. provincie 1713, 1714, 1719 


Clant van Ludema, Joh. 


Clant van Meijma, Johan 

generaliteitsrekenkamer voor de provincie 1610 

Clant van Niestein, Egb. 


Clant [van Nienstien], Egbert (...E., Egb.) 




ordinaire raad admiraliteit te Harlingen voor de provincie 1685, 1686 

lt. president van den hove van justitie 1694 

bewindhebber der West-Ind. Comp. voor de stad 1694-1700 


Clant van Nienstein, Egbert (E., Egb. Evert) [....] 

hoort bij vorige? 

bewindhebber van de West-Indische Comp. v.d. stad 1703-1709 (sterft 24 

maart 1709) 


gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1701, 1702, 1709 

ext. ord. [raad] admiralt. te Harlingen v.d. provincie 1705, 1706 



N.B.: 1706 voornaam Evert 

Clant van Sjallema, L.J. 

gecommitt. raad van de Ommelanden 1737 

Clant [van Stedum], Adriaan 


staten generaal voor de provincie 1643 (conclusie Wirdum schrappen)-1650 

N.B.: Clant van Wirdum, Staten generaal v.d. provincie 1643 is Stedum 

hetzelfde als Wirdum? 

Clant [van Stedum], Eilco 


generaliteits rekenkamer voor de provincie 1608 (in plaats van Joh. Renger 

thoe Hellum), 1611 (volgt 11 april [1611] Jan Sickinghe) 


raad van state voor de provincie 1612, 1613 (overleden) 

Clant ab Stedum, Joh. 


in plaats van Joh. Rengers thoe Mellum 

Clant [van Stedum], Johan (Jan, Joh.) 


102

staten generaal voor de provincie 1651-1656, 1661, 1662, 1665, 1666, 

1670-1684 

gedeput. staten voor de provincie 1659, 1660, 1667-1669 

Clant [van Warfhuizen (Warfhuijzen)], Johan, (Joh.) 

hoofdman 1601, 1602, 1605, 1606 





Clant [van Warfhuizen (Warfhuisen (Warfhuijzen)], Lucas 

generalits rekenkamer voor de provincie 1626, 1627 



Clant [van Warfhuizen], Lucas 


ordinaris admiralts. te Harlingen voor de provincie 1650 

Clant [van Warfhuizen], Lucas 

hoort bij vorige? tijdverschil 16 jaren 


ordinaris admiralts. te Harlingen voor de provincie 1650 

Claassens, Jan 

gecommitt. raad derOmmelanden 1766, 1767, 1772, 1773 

Clemmius, J. 

gezworen meente 1734, 1735, 1737, 1738, 1740 (wordt 2 juli [1740] 

gildrechtsheer), 1741, 1743, 1744, 1746, 1747 



gildrechtsheer 2 juni 1740 (opvolgervan Joh. Huisingh), 1741, 1743, 1744, 

1746, 1747 (zie onder) 

kluftheer 1740-1750 (zie onder) 


gildrechtsheer 1751, 1752, 1754, 1755, 1757, 1758 (sterft 10 sept. [1758] 

en volgt W.H. Lohman) 

Cleve (Cleeve), Joost (Jodocus) [van] 

extra ordinaris admiraliteit tot Dokkum voor de stad 1597 



raadsheer 1578, 1580, 1581, 1596 (12 april gekozen in de rekenkamer), 

1597, 1600 

Cleve, Joost (J.) van 


gezworen keurheer 1611 (substit. jurat) 



Cleveringa, Frederik (Frederic) Writzers (Writzer) 

gecommitt. raad der Ommelanden 1752, 1753, 1758, 1759, 1764, 1765 

Cleveringa, Claas (C.) Arends (A.) 


Clinge, [dr.] Johan (Jan, Joan) 

gezworen meente 1630, 163` 

secretaris van het Gorecht 1630 (opvolger van Nic. Clinge) 

generalits. rekenkamer voor de stad 1631, 1632, 1635, 1636 

raadsheer 1633, 1634, 1637, 1638, 1640, 1641, 1643, 1644, 1647, 1648 



hoofdman 1645, 1646, 1648 (opvolger van Peter Eissinge), 1649 

103

Clinge, Nicolaus (Nic.) 

secretaris van het Gorecht 1623-1630 (+) 

hem volgt 25 febr. Jan Clinge 

Clinge, Reinout (R., Reinold, Reinoud, Rienold) [....] 

sindicus van de stad 14 febr. 1666 (opvolger van Menso Altingh), 1679 

(wordt raadsheer 3 mei, volgt 18 aug. dr. E. Hora) 

raadsheer 3 mei 1679 (opvolger van Simeon Wijchel), 1682, 1683, 1686 


drostvan het Oldampt 1681 


burgemeester 1686 (opvolger van Henr. Werumeus), 1687, 1690, 1691, 

1694, 1695, 1698, 1699 (zie onder) 

hoofdman 1692, 1693, 1696, 1697, 1700 (zie onder) 

hoofdman 1701 

burgemeester 1702, 1703 (sterft 7 april [1703]) 

scholarch der Latijnsche scholen 1703 (burgemeester) 

Clood, (Derk, D.) 


gez. meente 1582, 1588 

raadskeuzeheer 1582, 1583, 1586, 1588, 1589 

taalman gez. meente 1583, 1585, 1586, 1589 

Cloot (Clood), Joh. 

gez. meente 1580, 1581 


Cloot, Johan (J., Jan, Joh.) 

gezworen meente 1604, 1605, 1607-1611, 1613, 1614, 1616, 1619 




pontkamer voor de gezworenen 1604, 1608, 1610, 1611, 1617, 1618 


kluftheer Boteringekluft 1617-1625 (zie onder) 

gecommitt. raad tot de kloostergoederen 1620 

raadsheer 1621, 1622, 1624, 1625 


kluftheer Botteringekluft 1626 


Cloot, Willem (W.) 




Cloppenborgh Cloppenborg, Koppenborgh), Theodorus (T., Th.) 




richter van Vlagtwedde 1713-1723 (zie onder) 

richter van Vlagtwedde 1724-1748 (sterft 18 aug. [1749] en volgt 1 dec. 

1749 Abraham Hindr. van Swinderen) 

Cluvinge (Cluivinghe, Cluving, Cluvinga, Cluvingh, Cluvinghe, Cluvingha), Hendrik 

(Hendr., Henr., Henrik) 

raadsheer 1656, 1657, 1659, 1660, 1662, 1663, 1665, 1666 (wordt 

hoofdman, en volgt Hendr. Gockinga 13 okt. 1666) 



hoofdman 25 aug. 1666 (opvolger van Adolf Lauwens), 1669, 1670, 1673, 

1674 

burgemeester 1667, 1668, 1671, 1672, 1675 

burgemeester 1676, 1679, 1680, 1683, 1684, 1687, 1688, 1691, 1692, 

1695, 1696 (sterft 9 febr. en volgt 15 dito Wolter Wolthers) 

hoofdman 1677, 1678, 1681, 1682, 1685, 1686, 1689, 1690, 1693, 1694 

104

curator academia voor de stad 1687, 1691, 1695 (burgemeester) 

Cluvinge (Cuvinge, Cluvingh, Cluvinghe), Johan (J., Jan, Joh.) 


olderman van 't gildrecht 1668, 1669, 1671, 1672, 1674, 1675 (zie onder) 

Cluvinghe (Cluvingh), J. 



Klugkist (Klufkist, Kugkist), Sigfried, Sigfridus (S., Sigfrid, Sigismun-dis) 

rentmeester der geestelijke goederen 1738 (opvolger van W. Siccama)- 


rentmeester [v.d. stad] 1749 (opvolger van Jacob van Gesseler), 1750 

(opvolger van Jacob van Gesseler) 

rentmeester v.d. stad 1751-1756 (sterft 4 jan. 1757 en volgt de 17 A.H. 

Berghuijs) 

Knijpinga (Knijpenga), P. 


Kniphuizen, G.W. van 


Kniphuisen (Kniphuizen), Haro (H.) Caspar (C.) van 


gedeputeerde staten voor de provincie 1677-1682, 1687, 1688 




Kniphuisen (Kniphuizen), Hendr. (H., Henr.) Ferd. (F.) van 


Hoort bij Kniphuisen van Ulrum, H.F.? 

Kniphuizen (Kniphuijzen), Carel (C.) Hironimus (H.) van 



Kniphuisen (Kniphuijsen, Kniphuizen, Kniphuijzen), Rudolph, Rudolf (R., Rud.) 

Willem (W., Will, Wilm) van 



staten genraal voor de provincie 1652-1660 

lt. president van de hoofdmannenkamer 1658 (opvolger van Rembt ten 

Ham 5 febr. 1658) 

Kniphuizen [van Nieoort], Georg (G.) Willem (W.) van 

staten generaal voor de provincie 1676-1678, 1681, 1682, 1685, 1686 


ordinaire raad admiraliteit te Harlingen voor de provincie 1684 

Kniphuisen (Kniphuizen) van (v.) Nienoort, Carel (C.) Ferdinant (F.) [de] Graaf 

(Graaff, graave, grave) van 


lt. president v.d. kamer van justitie 1701, 1702 

ord. raad admiraliteit te Harlingen v.d.d stad 1701, 1702 

hoofdman 1702 

staten generaal v.d. provincie 1703, 1704, 1709, 1713, 1714 

bewindhebber der West-Indische Comp. v.d. provincie 1706, 1708-1712 

bewindhebber der West-Indische Comp. v.d. stad 1713-1717 (sterft 27 dec. 

[1717] 




gedeputeerde staten v.d. provincie 1716 


105


Kniphuisen (Kniphuizen) van Ulrum, H.F. [....] [van (v.)] 


gedeput. staten v.d. provincie 1705, 1706, 1712-1715 

staten generaal (generale staten) v.d. provincie 1707, 1708, 1711 

ord. raad admiralt. te Amsterdam v.d. provincie 1709 


Kniphuisen (Kniphuijsen) van Ulrum, 


gedeput. staten v.d. provincie 1782, 1783, 1786 

Kniphuisen (Kniphuijsen) [van Vredewolt, Vreedewolt], Carel (C.) Ferdinant (F.) 

.........., van (v.) 

gedeputeerde staten voor de provincie 1691, 1692 (zie onder) 

extr. ordin. raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1693 




bewindhebber der West-Ind. Compagnie v.d. provincie 1707 

Knock, Bernard, Bernhard (B., Bernh.) Herman (H.) 

secretaris en ontvanger v.d. generaliteits rekenkamer 1749 

secretaris v.h. jachtgerichte 1750 (zie onder) 

secretaris en ontvanger admiraliteit te Harlingen 1750 



secretaris en ontvanger admiralts. te Harlingen 1751-1753, 1755 

secretaris v.h. jachtgerichte 1751-1755 

secretaris gedeput. staten 1755 (opvolger van Willem Laman)-1761 (wordt 

hoofdman, en volgt Egbert Lewe van Middelstum) 

hoofdman 1761 (opvolger van P. Albarthoma)-1775 (zie onder) 

hoofdman 1776-1789 (+) 

sterft 15 dec. [1789] en volgt in febr. [1790] A.Q. van Swinderen 

Knock, Herman (H., Harm, Harmen, Herm.) 

ontvanger generaal v.d. provincie 1702 (opvolger van B. Christopho-rie)- 

1717 

Knok, Jacob Harm 


Coehoorn, Jacob 

provintiale rekenkamer voor de provincie 1689-1692, 1709, 1710 

extra ordinaris raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1699, 1700 

Coehoorn, Johan 


Coen, Watso 


Coenders, Abel 

staten generaal voor de stad 1606-1618 (wordt generaal voor de stad) 

burgemeester 1612 (in de Hahe sedit), 1618 (opvolger van Frerik 

Coenders), 1619 (tot hoofdman verkozen 9 febr. 1620, 1621, 1624 (zie 

onder) 

curator academia voor de stad 1621-1623, 1625 (zie onder) 


hoofdman 1627 


overleden 11 jan. 1629 en volgt 19 data H. van Nieveen 

Coenders [Derkzoon], Abel 

raadsheer 1596. 


106


ordinaris admiraliteit tot Dokkum voor de provincie 1595 

ordinaris admiraliteit tot Dokkum voor de stad 1596, 1597 (de jonge?) 

Coenders, Abel (Abelus) 

hoofdman 1601 

burgemeester 1602, 1604 (gekozen in de staten generaal in plaats van E. 

Alberda) 


staten generaal voor de stad 1604 (opvolger van Egbert Alberda), 1605 

burgemeester 1607 (overleden) 


Coenders [van Helpen], Abel 

raadsheer 1602 (tot hoofdman gekozen) 

hoofdman 1602, 1605, 1606 


Coenders, Albertus 


Coenders, Berend (Bernhard) 

ontvanger der kloostergoederen 1594-1596 


Coenders, Berend 








Coenders van Ludema, [Berend]? --............... 



ex. ord. raad admiralts. te Harlingen v.d. provincie 1717 

(Hoort bij A?) 

Coenders, Frederik (Fred., Fredrik, Freerk, Frerik) 

hoofdman 1594-1597, 1600 (zie onder) 


burgemeester 1601, 1606, 1607, 1610, 1611, 1615, 1618 

hoofman 1602, 1604, 1605, 1608, 1609, 1612, 1613, 1616, 1617 

raadsheer 1607, 1609, 1610 

admiraliteit te Dokkum voor de stad 1608, 1611, 1612 

curator academia voor de stad 1614 (burgemeester), 1615 

zie Coenders, Hendr. burgemeester 1603 

Coenders [van Zuidwolde], Frederik [Frederic (Fred] 

hoofdman [van de justitiekamer] 1669 (opvolger van Joh. Lewe)-1675 (zie 

onder) 

hoofdman van de justitiekamer 1676-1688, 1690 (wordt vervallen 

verklaard omdat hij zich in franschen dienst ophield, en volgt hem 15 nov. 

[1690] Reint Alberda) 

Coenders, Hendr. 


is hetzelfde als Coenders Fred. burgemeester 1601-1606 etc. 

Coenders, Hillebrand (Hillebrant, Hillebrt.) 


raadsheer 1647 (sterft en volgt hem 12 april [1647] Jan Lubberts) 

107

Coenders, Joh. 

extra ordinaris admiraliteit tot Dokkum, voor de stad, 1598 

Coenders, Johan (J., Joh.) 




Coenders, Johan (J., Joh.) 

richter van Bellingwolde 1624-1633 (wordt drost van Wedde, hem volgt 

Hindr. Addens) 

drost van Wedde 1633-1650 (opvolger van Edzard Rengers) (zie onder) 

drost van Wedde 1651, 1652 (wordt raadsheer en volgt hem 6 febr. G. 

Gruijs) 

raadsheer 1652 (opvolger van Johan Hoorekens) 

Coenders, Johan (Joh.) 

hoofdman 1654, 1655, 1658 (ingevolge sententie van gedelegeerde 

rechters in data den 26 april [1658] verklaart niet admiseble te zijn om in 

de kamer van justitie zitting te hebben), 1659 (overlijdt 4 maart [1659] en 

volgt Regn. Tjaarda) 

hoort bij A? 

Coenders, Johan (Joh.) 

burgemeester 1652 (opvolger van Nicolaas van Heek), 1653, 1656, 1657, 

1660, 1661, 1664 (sterft 30 maart [1664] en volgt 6 april Joh. Wichers) 


Coenders, Joost 

raad van state voor de provincie 1687 (ook niet in Eede genomen), 1688 

Coenders, Ludolf (Lud. Ludolph, Rud.(Coenders, Rud. raadheer 1665, hoofdman 

1667) 

extr. ord. raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1654-1656 




raadsheer 1658 (opvolger van GErh. ten Berge), 1659, 1662, 1663, 1665, 

1666, 1668, 1669, 1671, 1672, 1674, 1675 




curator academie voor de stad 1671, 1672, 1674, 1675 

hoofdman van de hoge justitiekamer 1676 (raadsheer), 1679 (sterft 16 mei 

[1679], volgt Andreas Ludolphi, die sterft 18 okt. en volgt 22 nov. Johan 

Tammen 

hoort bij A? 

Coenders, Mello (Melle) 

burgemeester 1594 (raadsheer sinds 1577)-1596, 1599, 1600 



Coenders, Mello [B.] 

ambtman van 't Oldampt 1601-1606 

drost van het Oldampt 1607-1619 (overleden 18 maart 1619 en volgt 

Wolter Sijgers) 

hoort bij A? 

Coenders, Tammo 

burgemeester 1597, 1598 (zie 2) 

hoofdman 1594-1596, 1599, 1600 

burgemeester 1601, 1602, 1605, 1608, 1609, 1611, 1612, 1614-1616, 

1619, 1620, 1623, 1624 

hoofdman 1603, 1604, 1606, 1607, 1613, 1614, 1617, 1618, 1621, 1622, 

1625 (overleden 11 nov. 1625) 

raadsheer 1606 (tot hoofdman gekozen) 

108


Coevorden (Coeverden), Heinsius (H. Heins., Heisius, Heinsius) van 


1653 





Coevorden, Herman (H., Harm) van 



Koiter, Evert (E.) 




Coiter, Frerik (Frederik) 

raadsheer 1594, 1595, 1597, 1598, 1600 (zie onder), 1607, 1609, 1610, 

1613 (is datum boven gen (= 30 juni) verstorven en niet de Raadsheer 

Wicheringe 

Coiter, Frerik (Fred.) 

ambtman van ´t Gorecht 1601 (wordt genoemd in een oud register) 

raadsheer 1602-1604, 1606 


Coiter, Jurjen (J., Jurrien) 



gezworen meente 1602-1604, 1606, 1607, 1609, 1610 

Kock, B.H. 


Cock, Gerh. (G.) Reg., Regnerus (R., Regn.) de 

secretaris van de [hoge] kamer (hove) van justitie 1716 (opvolger van S. 

Trip)-1723 (zie onder) 

secretaris van de kamer (hove) van justitie 1724-1728 (wordt raads-heer 

27 oktober [1728] en volgt H. Laman) 

raadsheer 27 okt. 1728 (opvolger van E.W. van Gesseler), 1729, 1732, 

1733, 1736 

ord. raad admiralts. te Harlingen v.d. stad 1730 



curator academia v.d. stad 1736 (raadsheer; sterft 2 maart 1737 en volgt 

14 dito H. Wijchel) 

Cock, Pieter (P., Petrus) de 

weesheer 1734-1776 (sterft 26 sept. [1776] en volgt Jan Sibenius Trip) 

fiscaal van het jachtgerichte 1760-1776 (sterft 26 sept. [1776] en volgt D. 

Wieringa) 

Cock, Regnerus (R., Regn.) de 

secretaris van het gildrecht 1686 (opvolger van Reneke Busch)-1720 (sterft 

3 maart [1720] en volgt 1 mei Theod. Helperi) 

Cock, Regnerus (R., Reg., Regnier) de 




1712, 1714, 1715, 1717, 1718, 1720 


Cock, Theodorus (Theod.) de 


109

Commenes, Georg (G.) 

gezworen meente 1668, 1669, 1671, 1674, 1675 (zie onder) 


raadskeurheer 1675 (zie onder) 

kluftheer 1675 (zie onder) 



weesheer 1677, 1678 (sterft 30 dec. [1678] en volgt Jan van Hoorn) 


Commenes, Joh. 


Commenes, Jurjen (J., Jurrjen) 




weesheer 1675 (opvolger van Roelf Helpr. Rosing) 

Commenes, S. 


Koning, A. 

commies van financien provint. rekenkamer 1750-1769 (wordt secretaris 

van de rekenkamer febr. 1770 en volgt A.B. Trip) 

secretaris v.d. rekenkamer febr. 1770 (opvolger van R.B. Gockinga) 

Koning, A.H. 

secretaris provint. rekenkamer 1770-1781 (sterft sept. 1781 en volgt A.B. 

Trip) 

Koning, Dr. [J.] 

clerq [gecommitt. raad] der Ommelanden 1764, 1766 

Koning (Koeningh, Koenink), Egbert (E., Egb.) 


gez. meente 1579, 1580 

Conink (Koenink, Konings), Harmen (H., Harm) 





Coenink (Coeningh, Koeningh, Koenink, Koning), Redmer (R., Riend, Reinder, 

Reinir) 

gez. meente 1587, 1588 



raadsheer 1590,1591, 1593 

Koening (Koeningh, Coenink), Sjoert 

raadsheer 1581, 1582, 1584, 1585 

Hare Konink. (Kon.) Hoogheid [Princesse] [Mevr. de Gouvernante 

(Gouvert.)] 

[opper]houtverster[inne] v.t. jachtgerichte 1752-1758 

[rector(es magnificentissi (magnifs.) curator academia 1752-1756, 1758 

president(e) [primarius] van de hove van justitie 1752, 1759 

Conring (Conringh), Andreas (A., And., Andr.) [...] 

ontvanger generaal v.d. provincie 1710-1727 (wordt 12 nov. [1717] 

raadsheer en volgt Meinhardt Lohman 

raadsheer 12 nov. 1727 (opvolger van L. de Veenkamp), 1729, 1730, 1732, 

1733, 1735, 1736, 1738, 1739, 1741, 1742, 1744, 1745, 1747, 1748, 1749 

(wordt afgezet door stadhouder Willem IV) 

gedeput. staten v.d. stad 1728, 1731, 1734, 1737, 1740, 1743, 1746 

110


curator academia v.d. stad 1739 (raadsheer), 1741, 1742, 1744, 1745, 

1747, 1748, 1749 (uit zijn ambt gezet op 1 dec. [1749] door erfstadhouder 

Willem IV) 

bewindhebber der West. Ind. Comp. v.d. provincie 1746-1754 (sterft 20 

mei [1754] 

Conringh, F.B. 

extr. ord. raad admiraliteit te Harlingen v.d. stad 1741, 1743, 1744 

provint. rekenkamer v.d. stad 1742, 1745-1749 

Conringh, J. 

provint. rekenkamer voor de std 1748 

Kooijstra (Cooijstra), Cornelis (C., Corn.) 

kluftheer 1765-1769 (sterft in maart 1769 en volgt R.D. van Overbeek) 

Coops, Geert 


Coops, Peter 



Cornelis (Cornelius), Berend 


Cornellis, Derk 

gecommii. raad der Ommelanden 1778-1791 

Cornelius, Peterus (Pet., Petrus) 

raadsheer 1594-1595 (is den 15e febr. [1595] tot gedeputeerde staten 

verkozen, gevangen anno 1580) 

gedeput. staten v.d. stad 15 febr. 1595-1597, 1599 

Cornelius (Cornellius), Petrus 

raadsheer 1601, 1602, 1604 (aangesteld 18 okt. 1604 tot secret. van de 

kamer) 

secretaris van de hoofdmannenkamer 22 okt. 1604 (in de plaats van 

Rembart Ackema, ingaande 22 okt. 1604)-1617 (overleden 9 okt. 1617) 

(hoort bij vorige?) 

Costerus, Albertus (Alb., Albert) 

gildrechtsheer 1657, 1658, 1660, 1661, 1664-1667, 1669, 1670 (sterft 15 

jan. 1671, en volgt hem 14 febr. Geert Wedda) 

Crabbe, Gerrit (Geert, Gerhard, Gerhart) 

extra ordinaris admiraliteit te Dokkum, voor de provincie, 1599 (zie onder) 



admiraliteit te Dokkum voor de provincie 1611-1615 


Crabbe, Johan 


Crabbe, Reinier (R., (Renier) 


gez. meente 1596, 1597, 1599, 1600 (zie onder) 

gildrechtsheer 1599, 1600 (zie onder) 


gez. meente 1602 (moet uitgelaten worden, N.B. 2x genoteerd) 


Cramer, Jan 

pontkamer wegens de 18 gilden 1712-1716 

111

Crans, Lucas (is Ludolf?) 


Crans, Ludolf (L., Lud., Ludolph) 

gildrechtsheer 1688, 1689, 1691, 1692, 1694, 1697, 1698, 1700 (zie 

onder) 


1715, 1716, 1718, 1719, 1721, 1722 (zie onder) 



Crans, Rudolph 


sterft 17 okt. 1727 

Hoort bij A.3? 

Crans, N.J. 

gezworen meente 1745-1746, 1748, 1749 


Cranssen, Harm (H., Harmen) 

gezworen meente 1615, 1616, 1618, 1619, 1621, 1622, 1625 (zie onder) 

gildrechtsheer 1615, 1617, 1618, 1620, 1621, 1623, 1624 (zie onder) 


bijgenaamd raadskeurheer 1619 

gezworen keurheer 1620 (zie onder) 

administratie van de weeskamer 1622-1624 (zie onder) 

Cranssen, Harm (H.) 



gildrechtsheer 1626, 1627, 1629, 1630, 1632, 1633 (20 mei opgevolgd 

door Antonius Gerlacius) 

(administratie van de weeskamer 1627) (onjuist) 

Cranssen, J. 

gezworen meente 1751 (hopman), 1752, 1755, 1756, 1759, 1760, 1763 

(wordt raadsheer 8 febr. 1764) 



kluftheer 1755 (opvolger van H. Blankenstein)-1763 

raadsheer 1764, 1765, 1767, 1768, 1771, 1773, 1774 (sterft 25 jan. 1775) 

provint. rekenkamer v.d. stad 1769, 1772 (wordt gedeput. staten en volgt 

H. Wolters) 

gedeput. staten v.d. stad 1766, 1772 (opvolger van H.J. Veldman), 1772 

Cransen (Cransien, Cranssien), Luitje (L., Luitjen) 

gez. keurheer 1600 (zie onder) 

gez. meente 1596, 1597, 1599 (plaatsvervangend), 1600 


raadskeurheer 1600 (bijgenoemd om de raad te kiezen in cas van absentie 

der keurheren) 

gezworen meente 1601, 1603, 1605, 1608, 1615 (electus in senata) 





busheer van het gildrecht 1605, 1606, 1608, 1609, 1611, 1612 

raadsheer 1615, 1616, 1618, 1619, 1621, 1622 


admiraliteit te Dokkum voor de stad 1620, 1623 

Cranssen, Peter 


Cranssen (Cransen), Willem (W., Wilhelm) 

provinsien (prov.) secretaris (secret.) v.d. Ommelanden 1702-1705 

112

secretaris v.d. Ommelanden 1706 

secret. en fiscaal v.d. Ommelanden 1707-1716 

raad en sind. (sind.) v.d. Ommelanden 1717-1723 (zie onder) 

Cranssen, W. 

raad en sindicus v.d. Ommelanden 1724-1734 (sterft 5 febr. 1735 en volgt 

20 dito H. Quintus) 

Cransen, J.W. (is W.?) 

secretaris v.d. raad 

Cranssen (Cransen), W. 

secretaris v.d. raad 1783-1786, 1788 (opvolger van T. Tiddens) 

sindicus [v.d. stad] 1788 (wordt sindicus v.d. stad en volgt J.H. Keizer)- 

1794 


Cremer (Crmer, Kremer), J. 

pontkamer van de gilden 1792-1794 

Cremer, Joachim (J., Joach., Joch.) 


gez. meente 1583, 1584, 1586, 1587 


't Krijgsgerichte 

ontbreekt over 1940, 1941 

Crijns, Gualtherus (G., Gualth.) 

gezworen meente 1696, 1696, 1699, 1700 (zie onder) 



weesheer 1695 (weesheer 13 febr. 1695, opvolger van Dion. Junius)-1697 

adcessor van 't krijgsgerichte 1697, 1698 

extra ordinaris raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1699, 1700 




Crijns, Crijn (C.) 



Croons, Assuerus 


Crous (Krous), Eppo 

advocaat fiscaal v.d. stad 1694-1698 

advocaat fiscaal v.d. provincie 1699-1708 

Cruidenier (Crudener), Samuel (S.) 

secret. van de weeskamer 1661-1665 (gesigneerd) 

Cruidener (Kruidener) (Crudener), Samuel (S.) 



kluftheer 1722, 1723 (zie onder) 




Cruidener (Crudener, Kruidener, Kruidner, Kuidener), Sijger (S.) 

gezworen meente 1689, 1690, 1692, 1693, 1695, 1696, (sterft 4 febr. 

1697) 


kluftheer 1693-1696 (sterft 15 febr. 1697, en volgt Daniel Tjassens) 


113

Kruisen (Cruisen), [Simon] Jans 

kluftheer 1663 (opvolger van Rgb. van Lingen), 1664 (sterft, en volgt H.A. 

Bitter) 

Crull, Geert 


Crul (Crull), Johan 


raadsheer 1595, 1596, 1598, 1599, 1601, 1602 

Kuen (Keun), Joach. (J.) Bast (B.) 


Laan, H. (is Johan Hendrik van der Laan?) van 

richter van Bellingwolde 3 juni 1718 

opvolger van Hillebrand Gruijs 

Laan, Johan (J.) Hendrik (H.) van der 

richter van Bellingwolde 1719-1727 (sterft in oktober [1717] en succedeert 

13 nov. P.J. Swarte) 

Laar, Hendr. (H., Henr., Hindr.) 




Laman, H. 


Laman, H. 

ontvanger der koopschatten [v.h. hof van justitie] 1783-1786, 1788 

raadsheer 1789, 1791, 1792, 1794 



Laman, [dr.] Hendrik (H., Hindr.) 

rentmeester der geestelijke goederen januari 1728 (opvolger van Sicco 

Tjaadeh) (wordt secretaris van de hove van justitie en volgt 27 okt. [1728] 

A.J. de Drews) 

secretaris v.d. hove van justitie 1728 (opvolger van G.R. de Cock)-1736 

(sterft 22 juli [1736], en volgt 9 aug. dr. W. Beckeringh) 

Laman, Paulus (P.) [....] 


raadsheer 1712 (de eerste Laman in 't raadhuis), 1713, 1715, 1716, 1718, 

1719, 1721, 1722 (zie onder) 


scholarch der Latijn. scholen 1722 (raadsheer) (zie onder) 

hoofdman 1723 

raadsheer 1724, 1725, 1727, 1728, 1730 

curator accademia v.d. stad 1724 (raadsheer), 1725 (raadsheer), 1727 

(raadsheer), 1728 (raadsheer), 1730 (raadsheer) 

raad van state v.d. stad 1726, 1729 

burgemeester 1731 (opvolger van L. de Veencamp), 1734, 1735, 1738, 

1739, 1742, 1743, 1746, 1747 (sterft 30 mei 1747, en wordt burgemeester 

Scato Gockinga; en werd uit de staten generaal weder als raadsheer 

ingekozen J. van Swinderen, - die echter 28 jan. 1747 sterft, volgende hem 

in 't raadhuijs, 7 febr. W. Muntinghe) 

hoofdman 1732, 1733, 1736, 1737, 1740, 1741, 1744, 1745 

scholarch der Lat. scholen 1746 (burgemeester), 1747 (burgemeester) 

bewindhebber der West Ind. Comp. v.d. stad 1746, 1747 (sterft 30 mei 

1747) 

Laman, Paulus (P.) 

gildrechtsheer 1761 (opvolger van H.F. Sichterman), 1762 

114

secretaris v.d. raad 1764 (opvolger van W. R. de Sitter)-1775 (zie onder) 

secretaris v.d. raad 1776 (wordt raadsheer en volgt de gildrechtsheer C.H. 

Gockinga) 

raadsheer jan. 1777 (opvolger van H. van Nieveen)-1779, 1781, 1782, 

1784, 1785, 1788 

provint. rekenkamer v.d. stad 1777 (wordt admiraliteitsheer te Harlingen 

en volgt Jan Hora Sicca die in juli 1778 raadsheer wordt en volgt in de 

gedeputeerde staten (ten rechte: provint. rekenkamer?) de ambt- van Van 

Iddekinghe), 1780, 1786 

admiralt. te Harlingen v.d. stad 1777 (opvolger van P. de Valcke) 

gedeput. staten v.d. stad 1781 (opvolger van A.J. ter Borch) 



Laman, Sam. 

gildrechtsheer 1725 (opvolger van Daniel Alberti), 1727 (sterft juni 1727, 

en volgt 3 sept. H.M. Appius) 

Laman, Willem (W.) 

secretaris v.d. raad (stad) 1738 (in plaats van H.M. Appius)-1749 (wordt 

gedeput. staat en volgt hem 1 dec. [1749] A.L. Trip, dat is in plaats van 

Gesseler) 

rentmeester v.d. provincie goederen 1737, 1738 

gedeput. staten 1749 

secretaris gedeput. staten 1749 (opvolger van L. Beckeringh), 1750 (zie 

onder) 

secretaris gedeput. staten 1751-1755 (sterft [1755] en volgt B.H. Knock) 

Lamberts, Egbert 

pontkamer van de 18 gilden 1604 

Lamberts (Lammers, Lambers), Evert (E.) 






Land, Edzo 

rentmeester van de stad 1692 

Land, H. (Hendrik, Hendr.) 


rentmeester der predikantengoederen 1682 (opvolger van Adam Berchuijs) 

N.B.: hoort bij Land, Hendrik? 

zie onder 

secretaris van de [hoge] justitiekamer (hove van justitie, hoofdmannenkamer) 

22 juli 1682 (opvolger van Wicher Wichers)-1690, 1692-1700 

(zie onder) 

secretaris van de kamer [den hove] van justitie 1701-1716 (resigneerd ten 

faveure van zijn schoonzoon S. Trip, en wordt raadsheer, wordende verder 

gesuccedeert door G.R. de Cock) 

raadsheer 1716? 

Lankhorst, Arent 

gezworene meente 1594 

Lauters, Hendr. 

pontkamer wegens de 18 gilden 1750 

sterft, en volgt H. Spoormaker 

Lauwens (Laurens), Adolf (Adolp., Adolph) 

secretaris van de hoofdmannenkamer 1636 (opvolger van Cebes Baukens)- 

1646 (wordt raadsheer [8 jan. 1647] en hem volgt L.J. Berchuis) 

raadsheer 1647 (opvolger van Hieronimus Eijben 8 jan. 1747) 

raad van state 1647 


115


Louwens (Lauwens), Adolf (A. Adolph) 

raadsheer 1651, 1652 (wordt burgemeester en hem volgt H. Werumeus) 

burgemeester 1652, 1655, 1656, 1659, 1660, 1663, 1664, 1667, 1668 

(sterft 30 april [1668] en volgt 7 mei W. Ackema) 


lt. president van de hoofdmannenkamer 1659 (roulerend), burgemeester 

Louwens (Lauwens), Adolf (Adolph) 

hoofdman 1653, 1654, 1657, 1658, 1661, 1662, 1665, 1666 (sterft 10 aug. 

[1666] en volgt Hendr. Cluvinge 25 dito) 

Leo, Albertus (Alb., Albert) 

kluftheer Aa 1627, 1628 


secretaris provint. rekenkamer 1629-1631 (sterft 11 okt., volgt 20 nov. A., 

Simonides) 

Lewe, Abel 

gedeput. staten voor de provincie 1635-1637, 1640 

admiralts. te Amsterdam 1638, 1639 

Lewe, Abel Coenders 


Lewe, Adriaan 


Lewe, E.J. 

gecommitt. raad der Ommelanden 1768-1779 (wordt lid v.d. admiraliteit en 

volgt G. Lewe), 1780, 1781 

admiraliteit te Harlingen v.d. prov. 1779 (opvolger van Van der Borch van 

Langentrier) 

gedeput. staten v.d. provincie 1781 (opvolger van Hr. Ebels)-1785, 1794 

raad van state v.d. provincie 1786, 1792, 1793 

staten generaal v.d. provincie 1788-1791, 1794 

Lewe, Egbert 


Lewe, Egbert (E.) 

secret. gedeput. staten 1776-1786, 1788-1794 

Lewe, Everhard 


Lewe, Evert 


Lewe, Evert Jan 


Lewe, Geert 


Lewe, Geert (G.) 

gecommitt. raad der Ommelanden 1779 (opvolger van E.J. Lewe), 1780, 

1781, 1783, 1786, 1790, 1791 


Lewe, Hajo (Haijo) 

gedeput. staten voor de provincie 1624, 1625, 1632-1634, 1639 

admiralit. te Amsterdam 1626, 1627 

Lewe, Henri (H.) 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1774 (opvolger van Clant van Hankema) 

116

(zie onder) 

gedeput. staten v.d. provincie 1775 (volgt W. Alberda die 8 jan. 1775 

staten generaal wordt) (zie onder) 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1776-1780, 1782-1786 (wordt gedeput. 

staten en volgt Hertoghe van Feringa) 

admiraliteit te Harlingen v.d. provincie 1780 (opvolger van S.L. Alberda), 

1781 

gedeput. staten v.d. prov. 1786 (opvolger van Alberda van Bijma), 1790- 

1793 



Lewe, Jan 


Lewe, Johan (Jan) 



sterft, en volgt [Frederic] Coenders van Zuidwolde 

Lewe, Johan 

raadsheer 1590, 1591, 1593 

Lewe, Johan 


Lewe, Joost 


Lewe, Joost 

gedeput. staten voor de provincie 1651-1653, 1656, 1657 

curator academia voor de provincie 1654, 1658, 1667, 1668 


Lewe, R.J. 

generalts. rekenkamer voor de prov. 1731 

Lewe van Aduart, [Heer] Evert (E.) Jan, Joost (J.) [.....] 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1701, 1702, 1709, 1723 (zie onder) 

curator academia v.d. provincie 1701, 1702, 1709, 1715, 1716, 1719, 

1720, 1723 (zie onder) 

gedeput. staten v.d. provincie 1703, 1704, 1715, 1716, 1721, 1731 

staten generaal v.d. provincie 1705, 1706 (zie onder) 

raad van state v.d. provincie 1707, 1708, 1717-1720 



bewindhebber der West (W.)-Indische Comp. v.d. provincie 1717-1720 

bewindhebber der West (W.)-Indische Comp. v.d. stad 1721-1723 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1724, 1733-1735, 1747, 1748 

curator accademia v.d. provincie 1724-1734, 1744 

bewindhebber der W. Indische Comp. v.d. stad 1724-1750 

gedeput. staten v.d. provincie 1725-1730, 1732 

staten generaal v.d. provincie 1736-1742, 1745, 1746 

ord. raad admiraliteit te Harlingen v.d. provincie 1743 

curatoren - 

Evert Joost Lewe van Aduard 

1701-1703 

1715, 1716, 1718-1720, 1723, 1724 

Evert Joost Lewe, heer van Ludema 

dat hij 10 febr. 1700 met zijn neef Jan Clant van Aduard verwisselt 

voor Aduard 1677-1753. ls. 1698 Christina Emerentiana ze Berum 

overleden 1740 

ger. raad. 1701 Lewe te Aduart, 1702, 1709, 1723 

curator 1701, 1702, 1709, 1715, 1716, 1719, 1720, 1723 

staten gen. Evert Jan Lewe v. Aduart 1705, E.J. Lewe v. Ad. 1736, 

J.E. Lwew v. Ad. 1745 

Rew. W.J.E. Evert jan Lewe v. Aduard 1723, Evert Joost 1725 

117

Lewe van Aduart, E.J. [....] 

admiralts. te Harlingen v.d. provincie 1756, 1757, 1762, 1763 

meesterknaap v.h. jachtgerichte 1756-1767 (sterft 1767] eb volgt op 

Alberda van Bloemersma) 

staten generaal v.d. provincie 1758-1761, 1764, 1765 



Lewe van Aduart, E.J. [....] 



admiraliteit te Harlingen v.d. provincie 1786 



Lewe van Aduart, ..... 

bewindhebber der W.I. Comp. voor de stad 1751-1753 (sterft 23 dec. 

1753) 

Lewe van Hoogkerk, E.J. [....] 


raad van state v.d. provincie 1729-1732 

gedeput. staten v.d. provincie 1733, 1734, 1747-1749 

curator accademia v.d. provincie 1735-1738, 1741, 1742 


meesterknaap v.h. jachtgerichte v.d. provincie 1750 (zie onder) 

meesterknaap v.h. jachtgerichte 1751-1755 


Lewe [van Cantes], Albert (A. Alb.) 

provinciale rekenkamer voor de provincie 1681 (changeert met P. Alberda 

en gaat in de admiraliteit te Harlingen) 

extr. ord[inaire] raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1681 (in 

plaats van Pabo Alberda), 1682, 1688 



Lewe van Middelstum, E.J. [.....] 

curator academia v.d. provincie 1737, 1738, 1743, 1748, 1749 



bewindhebber der West Ind. Comp. v.d. provincie 1746, 1747, 1749, 1750 

(zie onder) 


gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1748, 1750 (zie onder) 


bewindhebber der W.I. Comp. v.d. provincie 1751-1753 (sterft 1 oktober 

[1753] aan de kinderpokjes te Middelburg aldaar in commissie zijnde) 

Lewe van Middelstum, Egbert 

secretaris gedeput. staten 1761 (opvolger van B.H. Knock)-1775 

Lewe van Middelstum, J. 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1732, 1735, 1739, 1740 


(is R.J.) 

Lewe van Middelstum, R.J. (is J?) 


Lewe van Middelstum, Jan (J.) 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1707, 1708, 1711, 1712, 1715, 1716 

gedeput. staten v.d. provincie 1709, 1710, 1716-1720, 1723 (zie onder) 

curator academia v.d. provincie 1711, 1712, 1718, 1720 


ord. raad admiralts. te Harlingen v.d. provincie 1721, 1722 (zie onder) 

118

gedeput. staten v.d. provincie 1724-1726, 1729, 1730 

ord. raad admiralts. te Harlingen v.d. provincie 1727, 1728 

Lewe van Middelstum, R.J. [....] 


generalt. rekenkamer v.d. provincie 1767-1769 

provintiale rekenkamer v.d. provincie 1770-1775 

gedeput. staten v.d. provincie 1776, 1777, 1782, 1783 

raad van state v.d. provincie 1778, 1779, 1784, 1786 


bewindhebber der West. Ind. Comp. v.d. stad 1784 (opvolger van Hr. 

Dijksterhuijs) 

curator academia v.d. stad 1785, 1786, 1788-1791 


Lewe [van Middelstum], Reint (....., R.) 



curator academia voor de provincie 1685, 1686 (zie onder) 

staten generaal voor de provincie 1687, 1688 (heeft de eed niet gedaan), 

1697, 1698 (zie onder) 

bewindhebber der West-Ind. Compagnie voor de provincie 1694-1700 



bewindhebber v.d. West-Indische Compagnie v.d. provincie 1701-1704 



Lewe van Westerwijtwerd (Westerwijtwert), ........ 

generts. rekenkamer v.d. provincie 1732 




Lichtenvoort, Corn. (C.) Star (S.) 







Lijftink (Lijfting, Lieftinck, Liefting, Lieftingh, Lijftingh, Lijftink), Hendr. (........, H.) 

secretaris v.d. kluft 1692 (opvolger van A. Wijpkens)- 1696, 1698, 1700 


secretaris van het gildrecht 1699 

secretaris v.d. kluft 1701-1718 (sterft 27 december [1718] en volgt 

Albertus Bavinck) 

Lieftink, J. [.....] 



pontkamer v.d. gezworenen 1788, 1789, 1791, 1792, 1794 



Lieftink, T. 

gekozen als gezworen meente in 1751 door de keurheren doch afgewezen 


Lijphardt (Lijfhardt), Balthasar (B. Balthasard, Balthasart) 

gezworen meente 1694, 1695, 1697-1700 (zie onder) 



1715, 1716, 1718, 1719, 1721 



119

Lijnden [van Cantes] A. (is A.A.?) [...] van 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1739, 1740, 1747-1749 

Lijden van Cantes, A.A. [...] van 

ord. raad admiraliteit te Harlingen v.d. provincie 1744 

ext. ord. raad admiraliteit te Harlingen v.d. provincie 1745, 1746 


Lill, Wouter (W. Wouther) van 

rentmeester v.d. Ommelanden 1732-1748, 1750-1759 

Limburg Stierum, Grave [.....] van 

groot majoor v.d. provincie 1793 (colonel, opvolger van Van Hohanlha), 

1794 (colonel) 

Lingen, Egbert (E., Egb.) van 







kluftheer 1661 (opvolger van Alb. Tjassens), 1662, 1663 (sterft [1663] en 

volgt Jans Cruisen) 






raadskeurheer 1664, 1667, 1673 (zie onder) 


weesheer 1671, 1671, 1673 (wordt 30 febr. [1673] admiraliteit te 

Harlingen en volgt hem H.F. Veldtman) 


gezworen meente 1676-1679 (sterft 27 oktober [1679]) 


provint. rekenkamer voor de stad 1676-1679 (sterft, hem volgt H. of Wolter 

Zolters) 


Lingen, G.H. van 


Lingen, Gerhard (G., Gerh.) van 




Lintelo [v. Westerwijtwert], Egbert 


Lintelo [van Stedum], Everhart (E.) Frederic (F.) [.....] van 

lt. president van de [hoge] kamer van justitie 1709, 1710, 1721, 1722 

staten generaal (generale staten) v.d. provincie 1711, 1712, 1719, 1720 

extr. ord. raad admiralt. te Harlingen v.d. provincie 1714 

ord. raad admiralts. te Harlingen v.d. provincie 1717, 1718 (zie onder) 

curator academia v.d. provincie 1725, 1726, 1733-1736, 1743, 1744 


admiraliteit van Amsterdam 1727, 1728 

staten generaal v.d. provincie 1729, 1730, 1733, 1734, 1737, 1738, 1747, 

1749 


ord. raad admiralts. te Harlingen v.d. provincie 1735, 1736 

raad van state v.d. provincie 1739, 1740, 1745, 1746, 1750, 1751 

120

Lintelo, Jan van 

major van de provint. 1746 

Loenen, Andr. van 


Lohman, Hendrik (H., Hendr.) 


gildrechtsheer 1763, 1764, 1766, 1767, 1769, 1770, 1772, 1773 



hoofdman 1771 

Lohman, Hendrik (H., Hendr.) 






provint. rekenkamer v.d. stad 1781 (opvolger van A.H. van Swinderen)- 

1786, 1788 (in plaats van J.H. Siccama die gunstig is gelicentieerd en 

weggeschopt door het wijs beleid van de stad houder) 

admiraliteit te Harlingen v.d. stad 1789-1791, 1793 (sterft 6 april [1793] 



Lohman, J.H. 

gezworen meente 1753, 1754 (wordt 20 dec. 1755 sindicus v.d. stad) 

sindicus v.d. stad 20 dec.1755, 20 jan. 1756 (opvolger van J. van Hoorn)- 

1764 (sterft 8 dec. 1764 en volgt 15 febr. 1765 Dr. T. Tiddens) 

Lohman, Johan (J., Joh.) 

gezworen meente 1692, 1693, 1695, 1696, 1698, 1699 (zie vorige) 

raadskeurheer 1699 (zie vorige) 

secretaris van de weeskamer 1694 (opvolger van Reneke Busch)-1698 



1714, 1716, 1717, 1719, 1720, 1722 (zie onder) 



raadskeurheer 1702, 1706, 1714, 1718, 1720 (zie onder) 

weesheer 1701, 1703-1705, 1707-1709, 1711-1713 (wordt ambtman van 't 

Gorecht en volgt 7 sept. [1713] Ubbo Emmius van Berchuijs) 

ambtman van het Gorecht 7 sept. 1713 (opvolger van Daniel Tjassens), 

1715, 1716 (opvolger van E.W. van Gesseler) 

[provint. rekenkamer] (rekenmeester) v.d. stad 16 mei 1716-1718, 1720, 

1722, 1723 (zie onder) 

ext. ord. raad admiralt. Harlingen v.d. stad 1719, 1721 

prov. rekenkamer v.d. stad 1724, 1725 




generalts. rekenkamer v.d. stad 1726-1728 


raadsheer 1731 (opvolger van Paulus Laman) (is de eerste van die naam 

welk in dit raadhuijz is gesteld), 1733, 1734, 1736, 1737 

hoofdman 1735 


Lohman, Louis (L.) Bothenius (B.) 

raadsheer 1786 (de 4de van die naam in het raadhuis) 



Lohman, Mainard (M., Meinart) 

gezworen meente 1673 (was den jaare 1673, de eerste van die naam, die 

121

in eenige publique betrekking is gesteld geweest), 1674 




(sterft) 



overleden tussen 15 juni 1689 (zie r.a.IIIx 67) en 27 nov. 1689 (res. B. en 

R.) 

Lohman, Meinhard, Meinard (M., Meinnard, Meinardus, Meinart) 

ontvanger generaal v.d. provincie 1727 (opvolger van A. Conringh)-1742, 

1744-1750 (zie onder) 

ontvanger generaal v.d. provincie 1751-1753 (wordt 8 jan. 1754 raadsheer 

(de 2de van die naam in het raadhuis), 1755, 1758, 1759, 1761, 1762, 

1764 (sterft [1764] en volgt L.A. Trip) 




Lohman, W. 


Lohman, W.A. (is W.H.) 


Lohman, W.H. [...] 

gildrechtsheer 1758 (opvolger van J. Clemmius), 1760, 1761, 1763, 1764 



raadsheer 1766 (de 3de van die naam in het raadhuis), 1767, 1771, 1774, 

1775 



provint. rekenkamer 1772, 1773 (raadsheer) 

Lohman, Wijtzius (W.) H. [.....] 


staten generaal v.d. stad 1777, 1780, 1781, 1784, 1785 

raadsheer 1778, 1779, 1782, 1783 

scholarch der Lat. scholen 1779 (raadheer), 1783 (raadheer), 1788 



raad van state v.d. stad 1786, 1791, 1794 

burgemeester 1778 (in plaats van de burgemeester van Hoorn, door ZH. 

goedgunstig gelicentieerd), 1789, 1792, 1793 


Loiter, Jurrien 


Lubbers, A. 


Lubbers, Arent 


Lubbers, Derk (D.) 


raadskeurheer 1618, 1623 (zie onder) 

gildrechtsheer 1622 (in de plaats van Peter Folkers), 1624 






raadsheer 1627 (vervanger van Jacob Willems) 

122


Lubbers, Derk (D.) 



Lubbers, F. 




Lubbers, Frederic (Fred.) 

kluftheer 1667, 1668 (hem volgt Tiddo Appius) 

Lubbers (Lubberts), Jan (Johan) 

raadsheer 1599 (maler), 1600, 1601, 1603, 1606, 1607, 1610, 1611 


pontkamer wegens de raad 1609, 1612-1614 

Lubbers (Lubberts), Jan (J., Johan) 

gezworen meente 1638, 1639, 1641, 1642, 1644, 1647 (wordt raadsheer 

12 april) 



extra ordinaris admiralts te Harlingen voor de stad 1646 

ordinaris admiralts te Harlingen voor de stad 1649 

raadsheer 1647 (opvolger van Hillebrant Coenders), 1648, 1650, 1651, 

1653, 1654 


Lubbers, Theod. (T., Th., D.) 

gildrechtsheer 1687 (opvolger van Joh. Hendr. v. Julsingha), 1689, 1690, 

1692, 1693, 1695, 1696, 1698 (in 1698 genaamd D. Lubbers), 1699, 1701, 

1702, 1704, 1705, 1707, 1708, 1710, 1711, 1713, 1714, 1719 


Lubbers, Theodorus (Theod.) 

gildrechtsheer 1725, 1731 (in plaats van zijn vader Derk Lubbers, zo het 

vzelve op hem had gesigneerd de 3 maart 1731) 

Lubbers, Willem 


Luddes, P. 


Ludolphi (Ludolphie), Andreas (A., Andr.) 




gildrechtsheer 1655 (wordt secret. van de stad en volgt Jan Drews) 


raadsheer 1665, 16666, 1668, 1669, 1671, 1672, 1674, 1675, 1677, 1678 


gedeputeerde staten voor de stad 1670, 1673, 1676, 1679 (wordt 

rekenmeester ter generaliteit en volgt Hendr. Swarte) 

hoofdman 1679 (opvolger van Lud. Coenders; sterft 18 oktober [1679] en 

volgt Johan Tammen 22 november) 

rekenmeester ter generaliteit 1679 

Ludolphi, Fred. 

secret. provint. rekenkamer 1622. 1623 

Ludolphi, J. van (V.) 




pontklamer v.d. gezworenen 1793 

123

Ludolphi, Ludolph (L., Ludolf, Ludolp) 

secretaris van de stad (stadsregering) 1678 (opvolger van Hendrik Swarte)- 

1692 

raadsheer 1693, 1694, 1696, 1697, 1699, 1700, 1702, 1703, 1705, 1706, 

1708, 1709, 1711, 1712, 1714, 1715, 1717, 1718, 1721 





scholarch der Lat. scholen 1712 (raadsheer), 1715 

hoofdman 1716, 1719, 1720 


bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de stad 1721 (sterft 13 

mei [1721] 

curator acacdemia voor de stad 1721 (raadsheer, sterft 13 mei [1721]) 

Ludolphi, Rich. 


Luiges, Fred. 

secret. provint. rekenkamer 1621 (volgt G.O. van Geertsema op die in 1620 

overleed) 

Luinen, Andreas (And., Andr.) van 




Luinge, Gosen (Goosen) 

burgemester 1599 

raadsheer 1594 (raadsheer 1568)-1596, 1598, 1599 

Luinge, Lamert 


Luitjes, Eenje 

extr. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1747-1749 

Luitjens (Luitjes), Frederik (Frerik) 


secretaris van de hoofdmannenkamer 1623 

Luitjens, Geert 


Luitjens, Jan 


Luitjens, Claas (K., Klaas) 



Luitjen, Willem 


raadsheer 

N.B. abusievelijk geschreven 

Luitjens (Luitjes, Luitjen), Wolter (Wolter, Wolther Coopslager (Koopslager) 




raadsheer 1597, 1598, 1605, 1606, 1608, 1609, 1611, 1612, 1614, 1615, 

1617, 1618, 1620 

busheer van het gildrecht 1600, 1601-1604 



Luitjens, Wolter 

124

usheer van het gildrecht 1657 

Lulofs, Jan (J., Johan) 

gezworen meente 1614, 1615, 1617 (2 maal genoteerd), 1618, 1620, 1621 





provint. rekenkamer voor de stad 1619-1625 (de 23 september in de 

gedeputeerde staten verkozen en volgt Gerard Buining) 


gildrechtsheer 1622 (qui amptmanno facto surogatus hopman Jacob 

Heikens) 

ambtman van het Gorecht 1622 (wordt raadsheer en volgt Peter Eisinge) 

raadsheer 1622-1624, 1626, 1627 

gedeputeerde staten voor de stad 1625, 1628 (remotus gedeput. at. a 

senat. ob. wale ficia; de 8 april [1633] is de gewezen raadsheer Jan Lulofs 

om zijn kwaad leven veroordeeld) 

Luninghuisen (Luininghuizen, Luninkhuijsen, Luninkhuijzen), Doedo (Doede) 

provint. rekenkamer voor de provincie 1628, 1629, 1633, 1634 

Lus, Antonie 

stadsadvocaat 1624 

10 april aangesteld 

Lus, 

fiscaal van de stad 1650 

opgevolgd door Jac. Berchuijs 

Lutma (Luttema), Johan 

ontvanger der kloostergoederen 1594-1596 


Mackaij, Ij. 

grootmajoor voor de provincie 1784-1786, 1788 (sterft 5 november 1788 

en volgt 22 januari 1789 de graaf Van Hohenlohe) 

Maler, Berend (B.) 





Maler, Geert Roelf 


Maler, Johan (J., Joh.) 



Maneel, A. (Asinga) van (v.) 

extr. ord. raad admiraliteit te Harlingen voor de stad 1696, 1697, 1708, 

1711 

provintiale rekenkamer voor de stad 1698-1700, 1701-1706, 1709 

generaliteits rekenkamer voor de stad 1707, 1710, 1712 

lt. president van de kamer van justitie 7 september 1712 (opvolger van 

Menno Altingh) 


raadsheer 1713 (opvolger van Wiijbolt Gruijs), 1715, 1716, 1718, 1719, 

1721, 1722, 1724, 1725, 1727, 1728 



Manneel, J.L. 


125

Manneel (Maneel), Johan (Joh.) [van] 

generalts. rekenkamer voor de provincie 1642 (opvolger van Eltje Hiddens), 

1643 


ord. raad admiralts te Harlingen voor de provincie 1651, 1653 


lt. president van de hoofdmannenkamer 1661, 1662 

Maneel (Maneil), C. [...] van (v.) 

commandeur v.d. stad 1792 (gen. majoor opvolger van Van Randwijck) 

commandeur v.d. stad tevens commanderende [generaal] 's lands troepen 

binnen deze provint. [en Westwoldigerland] 1793 (gen. majoor), 1794 (lt. 

generaal) 

Maneel van (v.) Berum (Biedrum), B. [...] van 

admiraliteit te Amsterdam 1764, 1765 (overlijdt te Utrecht aan een 

beroerte op 17 juni [1765] en volgt 15 augustus G. Aldringa van Wirdum) 

Manninga, Docco 


Manninga, Doedo 

ord. admiralts. te Harlingen voor de provincie 1661 

Manninga, J.W. van 

procureur generaal v.d. hove van justitie 1751-1755 

Manninga, Luirt 



staten genraal voor de provincie 1663, 1664 

Mareesz, J.J. de 

gezworen meente 1727, 1728 (sterft 19 mei 1728) 

Marees, Jan (J., Johan) de 


rentmeester der predikantengoederen 1682 (opvolger van H. Land) 

extr. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1683 (opvolger van A. 

Berchuijs) 


staten generaal voor de stad 1687 (opvolger van A. Aldringa), 1694, 1695, 

1702 

ordinaire raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1688 

gerneralts. rekenkamer voor de stad 1689, 1690, 1691, 1699, 1701 


Mareesz (Marees), Reneke (R.) Busch (B.) de [...] 

hoofdman 1729 (wordt 8 februari 1730 raadsheer) 

raadsheer 8 februari 1730, 1731, 1733, 1734, 1736, 1737, 1740, 1741, 

1744, 1745, 1747-1749 


1756, 1757, 1760 




(raadsheer), 1752 (burgemeester), 1759 (burgemeester) 

burgemeester 1750 (opvolger van H. Muntinghe), 1751, 1752, 1754, 1755, 

1758, 1759, 1761, 1762 

curator academia voor de stad 1760-1763 (sterft [1763] en volgt raadsheer 

Herman Wolthers) 



admiraliteit te Amsterdam 1763 (sterft 7 juni [1763] en volgt J.W. Folkers) 

Marees van (v.) Swinderen, Reneke (R.) de 

provint. rekenkamer voor de stad 1790, 1791, 1793 (opvolger van W.J.V. 

126

van Iddekinghe), 1794 


Marhuisen (Marhuijsen), Pieter (P., Peeter, Peter) 

secretaris van de hoofdmannenkamer 1578-1582 

Marissink, Johan (J.) 



Mark, Paulus van der 


Maakhoff (Meeckhoff), Marten (M.) 


Meekhoff, Marten (M., Martinus) Andr. (A.) 



Mees, Daniel (D.) 


subsidierii electores curatorum gesteld 


1612, 1614-1618 (overleden) 

bijgenoemd tot gezworen keurheer 1601, 1602 


Mees, Gregorius 

gildrechtsheer 1643 (opvolger van Bavink), 1644 

secretaris van het Gorecht 1644 (opvolger van Peter Tettema) 

Mees, Hendr. (H., Henr.) 

gezworen meente 1706, 1707 (sterft 20 januari 1709) 


Meijma, Hr. van 


Meijer (Meijier), E. 

gezworen meente 1751 (vaandrig van de borgerie; deze is door Willem IV 

aangesteld in plaats van A. Voss die door de keurheren gekozen is), 1752, 

1754, 1755, 1757, 1758 (sterft 10 oktober [1758]) 



Meijer, J. 


Meijer, Jan 



Meijer (Meijier), Coenradus (Coenraad, Coenrade, Conrad) 


extra ordinaris admiralts. te Harlingen voor de provincie 1647 

plv. raad van state voor de provincie 1648, 1649 

generalts. rekenkamer voor de provincie 1649 (alias H. Clant) 

Meijer (Meier), Copius 


Meiknegt, Johan (Joh.) 

gezworen meente 1688, 1689, 1671 (sterft 22 februari [1670]) 


Meinardi, Harm (H., Hendr., Henrik, Herm.) Frederik (Fred., Freerks) 

127


april [1694]) 

N.B. Meinardi, Hendrik Ferdinand is gezworen meente in 1695, 1698, 1700 

Meinardi, Hendrik (H., Harm, Hendr.) Ferdinant (F.) 

kluftheer 4 mei 1692 (opvolger van J. Rotgers)-1700, 1701 (sterft 10 

februari 1601 [= 1702]) 

artilleriemeester der provincie 1694-1700, 1701 

gezworen meente 1695, 1698, 1700, 1701 (sterft 10 februari 1602[= 

1702]) 




Meinardi, Johan (J., Joh.) 

secret. gedeputeerde staten voor de stad 1647-1673 (resigneerd ten 

faveure van zijn eds schoonzoon Jacob Robers en dit op 30 januari [1674]) 

Meinardi, Wiardus (W., Wijardus) 

secretaris gedeputeerde staten 1601 (opvolger van S. Gcokinga)-1618 

Meints, [dr] Johan (J., Jan) 



generalts. rekenkamer voor de stad 1652-1655 

generalts. rekenkamer voor de stad 14 oktober 1652 (in plaats van Henr. 

Werumeus) 

raadsheer 1656, 1657, 1659, 1660, 1662, 1663 


hoofdman 1664 (raadsheer, sterft 8 januari 1665) 

Meints, Johan 

gezworen meente 1676, 1677, 1679 (sterft 25 oktober [1679]) 


Meckema (Meckama), Phillipus (Ph., Phil., Phill., Phillip) 

gedeputeerde staten voor de provincie 1597-1600, 1602, 1603 

Melchers, Wilm 


Melis (Milis), Sicko (S., Sicke, Sicco, Sikke, Sicce) 

provint. rekenkamer voor de provincie 1752-1759, 1780, 1781 (sterft 

november [1781] en volgt E.T.J. van Starkenborgh) 

gecommitt. raad der Ommelanden 1768, 1769, 1772-1775, 1776-1779 


Menninga, J.W. 

procureur generaal v.h. hof van justitie 1776-1779 (sterft 1780) 

Menninck, Jacob 


Menolts (Menolds), Subrand (S., Sijbrands, Sijbrant) 



Mensens, Harm (H.) 





taalman gezworen meente 1582 (2e taalman), 1583, 1585, 1586, 1689 

Mensing (Mensinga), [dr.] Regnerus (Regneir, Regnr, Reinier) 

ambtman van het Klei Oldampt gen. termunten 1686 (opvolger van Frans 

Folkers)-1700, 1701-1718 

128

Mepsche, Geert de 


Mepsche (Mepsch), Gerhard (..., G., Gerh., Gerbrand, Gerhart) de 

rentmeester van de stad januari 1652-1664 (wordt raadsheer, en volgt hem 

zijn broeder op 7 december Rembt Mepsche) 

raadsheer 29 november 1664 (opvolger van Jan Julsing), 1666, 1667, 

1669, 1670, 1672, 1673, 1675, 1676-1679 

gedputeerde staten voor de stad 1665, 1674, 1677, 1680 




Mepsche, Hiddo (H., Hidde) de 

gezworen meente 1630, 1631. 1633, 1634, 1636, 1637, 1639, 1640, 1642, 

1643, 1653 ? 



raadsheer 1645, 1646, 1648, 1649, 1651, 1652, 1654, 1655, 1657, 1658 


hoofdman 1653 

overlijdt 3 augustus 1662 

Mepsche, J. de 

rentmeester der stadsvenen 1652 (sterft 1 september en volgt op Jacob 

Haikens) 

Mepsche, Johan (J.) de 

luitenant van de hoofdmannenkamer 1578-1582 


Mepsche, Johan (J., Jan, Joh.) de 

administratie v.d. weeskamer 1625, 1626 

rentmeester v.d. stad 1627 (vervanger van P. Folkers)-1652 (resigneerd op 

zijn zoon (G. de Mepsche in de maand jaunuari [1652?], resigneerd ten 

faveure van zijn zoon G. de Mepsche) 

Mepsche, Johan (Joh.) de 



Mepsche, Johan (J., Jan) de 





Mepsche, Johan (Jan) de 


ord. raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1687-1690 

Mepsche, N. de 


Mepsche, Peter (P.) de 




raadsheer 1701, 1702, 1704, 1705, 1707, 1708 



ord. raad admiralts. te Amsterdam voor de stad 1709 

Mepsche, [Jonkheer] R. de 

drost van West Woldigerland 1749 (opvolger van P. Muntinghe), 1750, 

1751-1754 (sterft 30 november [1754] en wordt de 2e maal weder 

aangesteld P. Muntinghe op 31 december 1754) 

129

Mepsche, Rembt (R., Rembd) de 

extr. ord. admiralts. te Harlingen voor de stad 1653 

ord. admiralts. te Harlingen voor de stad 1654, 1660 

gezworen meente 1656, 1657, 1658, 1660 (wordt raadsheer 8 februari 

1660), 1661 (raadsheer), 1663, 1664 

gezworen keurheer 1657-1659 

raadsheer 8 februari 1660-1662, 1664, 1665, 1667, 1668 

gedeputeerde staten voor de stad 1662, 1663, 1666, 1669 (opvolger van G. 

de Mepsche) 

stadsrentmeester 7 december 1664-1672 (sterft 18 mei [1672] en volgt 

Eppo de Veencamp) 


Mepsche, Rembt (R.) de 


1720, 1722, 1723, 1725 (wordt februari 1725 raadsheer) 


artilleriemeester van de stad 1699 (opvolger van Albert Sijsen), 1700, 

1701-1707, 1709, 1711-1720, 1723, 1724, 1725 

artilleriemeester voor de provincie 1702-1722, 1724 (electus den 28 april 

1724), 1725 


raadsheer februari 1725, 1727, 1729, 1730, 1732-1734 (sterft 1 april 

[1734] en wordt 25 ditto ingekozen W. van Swinderen) 


gedeputeerde staten vooor de stad 1731, 1734 


Mepsche, Rudolf (R.) de 

generalt. rekenkamer voor de provincie 1717, 1718 

artillerimeester voor provincie 1723 

Mepsche Joh. an., Rembt de 


Hoort bij Mepsche, Rembt de? 

Mepsche van de Ham, Joh. de 


Hoort bij Mepsche, Johan? 

Mepsche van Loppersum, Jan de 


Mepsche van Faan, ... 



Mestring, Jan (J.) 




Mestingh, Joh. 


Mestingh, [Dr.] [de Hr.] J. 



Mettink (Mettinck, Metting, Metinge, Mettingh), Coppius (C., Cop.) 

pontkamer wegens de raad (stad, stadregering) 1698-1723, 1724-1742 

(sterft 29 augustus [1742] en volgt 8 september J.R. Piccardt) 

Mettink, ... H. 

provint. rekenkamer voor de provincie 1674, 1675 (sterft, volgt Alb. 

Averesse) 

Meurs, J.A. 

130




Michiels, Jacob (J.) 


1612 (2 maal genoteerd), 1613, 1615, 1616 

raadskeurheer 1601, 1602 (absent), 1605, 1608, 1611, 1614, 1617, 1618 

bijgenoemd raadskeurheer 1601, 1602, 1604 



Michiels, Jacob 


Michiels, Joachim (J.) 




Michiels, M. 

gecommitt. raad der Ommelanden 1697, 1698 (hovelink) 

Michiels, Renier 


Middelstum, Hr. v. 


Middendorp, H. 


1747 



Mignon, J.D. 




Millinga, Ernst (Erenst) van 




Millinga, Klaas (Nicolaas, Claas, Nicolas, Nicolaus) van 


gedeputeerde staten voor de provincie 1626, 1628-1630, 1641, 1646 1647 

generalts. rekenkamer voor de provincie 1634-1637, 1644, 1645 

admiralit. te Amsterdam voor de provincie 1642, 1643 

Mojestein (Mojenstein, Moijenstein, Moijestein), Fredrik (Fred., Fredr., Frerik) 



hoofdman 1593 

raadsheer 1578, 1580, 1581, 1583, 1584, 1586, 1589, 1590 (wordt cunsul 

(burgemeester) 1591) 

Moltmaker (Moltemaker), Barteld (B., Bart., Bath.) [J.] [van] 


raadsheer 1582, 1583, 1585, 1586 


Moma, Elink Henr. 

extr. ord. raad admiralst te Harlingen voor de provincie 1673, 1674 

Morees, Hr. 

weesheer 1781 (opvolger van J. Wolderingh) 

131

Mulerius, Carel 


Mulerus, Carolus (Carel) 


Mulder (Muller), Rudolf 


Munninck, Joh. 

kluftheer 1666 (hoort bij Munninck Jacob?) 

Munninck (Munnick, Munning, Munnink), Jacob (J., Jac.) 







kluftheer 1656-1665, 1667-1670 (hem volgt P. Pott) 

weesheer 1660, 1661, 1663-1669 

Munninck (Munnich), Jan (J.) 


Muntinghe (Muntingh), B. 


1764, 1766, 1767, 1769 (sterft in juni 1769 en volgt Jan Sib. Trip) 

Muntinghe, Berend (B.) 

gezworen meente 1684, 1685, 1687, 1688, 1690, 1691 (sterft 3 mei 

[1691]) 



kluftheer 1689 (opvolger van Jan Haickens)-1691 

pontkamer wegens de gezworenen 1690-1691 (sterft en volgt Peter 

Berchuijs) 

Muntinghe (Muntingh), Hendr. (H., Hindr.) 

gezworen kuerheer 1597 




Muntinge, Hindrik (Hendr., Hindr.) 

gildrechtsheer 1601, 1602 1605 (1605 genaamd Muntinghe, R. Hindrik), 

1607, 1608 


Muntinghe, Hendrik (H., Hendr. Henric, HIndr., Henrik) 





gedeputeerde staten voor de stad 1667 ( opvolger van Jacob Berchuijs), 

1670, 1673 

raadsheer 1668, 1669, 1671, 1672, 1675 

Muntinghe, Henrik (Hendr., Henrik, Hindr.) 

gedeputeerde saten voor de stad 1676, 1679, 1682 

raadsheer 1677, 1678, 1680 



burgemeester 1681, 1684, 1685, 1688, 1689, 1692 

hoofdman 1682 (opvolger van Johan Drews), 1683, 1687, 1690 

132

Muntinghe, Hendrik (H., Hendr., Henr.) 

gezworen meente 1676, 1678, 1679, 1681, 1682 Sterft [1682]) 


Muntinghe (Muntingh), Herman (H., Harm, Herm.) 




kluftheer 1711 (opvolger van Johan Wolderingh)-1718 (wordt raadsheer, 

volgt Hendrik Berchuijs) 

raadsheer 1718-1720, 1722, 1723 


raadsheer 1725, 1726, 1728, 1729, 1731, 1732, 1734, 1735, 1737, 1738, 

1740, 1741 (wordt burgemeester en volgt als raadsheer W. Hamminck) 

cuartor academia voor de stad 1729 (raadsheer), 1731, 1732, 1734 

(raadsheer), 1735 (raadsheer), 1737 (raadsheer), 1738 (raadsheer), 1740, 

1741 

hoofdman 1736 (raadsheer), 1741, 1743, 1746, 1747 

burgemeester 1741 (opvolger van H. Abbringe), 1744, 1745, 1748-1750 

bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de stad 1746, 1748-1750 

(opvolger van H. Abbringe) 


Muntinghe, J. 


Muntinghe, Jacob 


kluftheer 1721 (transporteerd die post op Stephanus Rosinga voor 1000 

daalders) 

Muntinghe, Jan (J.) 

secretaris v.d. weeskamer 1688 (opvolger van Alb. Schoock)-1693 (sterft 

30 januari 1694, en volgt Reneke Busch die mede sterft, en volgt 

Johan Lohman) 

Muntinghe (Muntingh), Claas (C., Klaas) 


1709, 1711, 1712, 1714, 1715, 1717, 1718, 1720, 1721 (sterft 12 februari 

1723) 



pontkamer wegens de gezworenen 1706, 1712, 1715 

Muntinghe, Peter (P., Pieter, Pr.) 

ambtman van het Klei Olsampt 1751-1754 

drost van het Westwoldigerland 31 december 1754 (opvolger van R. de 

Mepsche)-1775, 1776, 1777 (sterft 22 april 1777 en volgt A.H. van 

Swinderen) 

Muntinghe, L. 

gezworen meente 1774, 1775, 1777 (wordt richter van Westterwolde 1777) 


richter van Westerwolde (Vlagtwedde) 1777-1786, 1788-1794 

Muntinghe (muntingh), Lambertus (L., Lamb., Lambt., Lambert) 


(overleden) 



pontkamer voor de gezworenen 1648-1650 

kluftheer 1648-1650, 1651, 1652 

weesheer 1650, 1651, 1652 

Muntinghe, Petrus (P., Pr.) 

ontvanger en secretaris [admiralst] te Harlingen 1739-1742, 1744-1748 

secretaris v.d. weeskamer 1741 (opvolger van J. van Gesewler)-1744 

133

weesheer 1745 (wordt drost te Wedde 31 mei 1745, en volgt L. Wijchel, die 

echter 11 november rekenmeester prov. wordt en volgt hem H. van Sijsen 

zoon van de landschrijver van Sijsen) 

drost van Westwoldigerland (Wedde) 31 mei 1745 (opvolger van Berend 

Aldringa), 1749 (wordt 1 december [1749] ambtman van het Klei Oldampt 

en volgt R. de Mepsche) 

ambtman van het Klei Oldampt 1749 (opvolger van H. ten Camp)-1750 

Muntinghe, S. 

hoofdman februari 1780 (opvolger van L.J. Muntinghe)-1786, 1788-1794 

Muntinghe, W. [...] 

landschrijver van het Olampt 1729, 1730 

rentmeester [van de stad] 1731-1741 (wordt prov. rekenmeester en volgt 

J. van Gesseler) 

prov. rekenmeester 1741 

extr. ord. raad admiralts te Harlingen voor de stad 1742 

ambtman van het Gorecht 1743-1747 (wordt 7 februari 1748 raadsheer en 

volgt Johan van Hoorn) 

raadsheer 7 februari 1747 (opvolger van J. van Swinderen) 

gedeputeerde staten voor de stad 1748, 1749 (afgezet door stadhouder 

Willem IV) 

rentmeester der geestelijke (predikanten) goederen 1749 (opvolger van S. 

Klugkist), 1751-1763 (transporteerd dit ambt aan A.S. Wrumeus) 

Nannings, Ebel 

extr. ord. admiralts te Harlingen voor de provincie 1742 

Nansum, Hero thoe 


Nansum, Coppen thoe 


Nansum, Coppen thoe 

gedeputeerde staten voor de provincie 1636, 1638, 1641, 1642, 1645 

Nansum, Tjake (Tjacke) thoe 


Nansum, Wilko thoe 



Nauta, D.J. 

gezworen meente 1789 (sterft 2 maart) 

Nauta, H. 


1772, 1773, 1774 



Nauta, H.J. 



Nauta, H.T. 


Nauta, J.H. 


pontkamer wegens de stadsregering (stad) 1766 (opvolger van J.R. 

Piccardt) 1755 

Nauta, H.J. (is J.H.?) 

pontkamer v.d. stad 1776-1786, 1788-1794 (hoort bij vorige) 

134

Nauta, J.H. 


1741, 1743, 1744, 1746, 1747, 1750 (zie onder) 



kluftheer 1740 (in plaats van Johan Hoisingh) - 1750 

kluftheer 1751, 1753 (sterft 21 jan. 1754 en volgt J. Veldtman) 



Nauta, R.T. 



Nienhoff (Niehoff, Nieuwhoff), Jan (Johan) Sijmens 

ext. ord. raad admiraliteit (admiralt. te Harlingen v.d. provincie 1719, 1720 


Nieuhoff (Niehoff, Nieuwhoff), Jan (J.) Sijmens (Simons) 

generalts. rekenkamer v.d. provincie 1727, 1728, 1745, 1746 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1729-1732, 1739, 1740 

ex. ord. raad admiralts te Harlingen v.d. provincie 1737, 1738 (hoort bij 

vorige) 

Niehoff, S.J. 

provint. rekenkamer v.d. stad 1764 - 1767 (in 1767 voorletter S. instede 

van S.J.) 

Niehoff (Nieuhoff), S.J. 


Nieoort, Heere van 


Nienoort, Kniphuisen (Kniphuijsen) van 


Nienstein, Heer (Hr.) van 

ord. raad admiraliteit (admiralts.) te Harlingen v.d. provincie 1703, 1704 


Nienstein, Heer van 



Nienstein, [Heer] [dr.] Henr. (Hn., Hr.) van 

gecommitteerde raad van de Ommelanden 1695, 1696, 1700 


Nieuwenheim, C.J. [...] van 

(groot) majoor van de provincie 1799 (colonel) (zie onder) 

grootmajoor van de provincie 1776-1782 (colonel) 

Nieveen, Arend (A., Ar., Arnold, Arnout) van 

gezworen meente 1651, 1652, 1655, 1656, 1658 (senator), 1659 



prov. rekenkamer voor de stad 1651 (opvolger van Regnerus Tjaarda) - 

1654 

ambtman van het Gorecht 1655 (opvolger van Gerh. Hoorenken) - 1658 


raadsheer 1660, 1661, 1663, 1664, 1666-1668 



hoofdman 23 nov. 1667 (opvolger van Johan Wichers), 15 sept. 1668 

(opvolger van Regnerus Tjaarda), 1669, 1672, 1673 (zie onder) 

burgemeester 1670, 1671, 1674, 1675 (zie onder) 

135

hoofdman [van de hoge justitiekamer] 1676, 1677, 1680, 1681 

burgemeester 1678, 1679, 1682, 1683 (sterft 12 dec. en volgt Johan 

Verrutius) 

Nieveen, Hugo 

raadsheer 1620, 1621, 1625 (zie onder) 


curator academia voor de stad (zie onder) 

hoofdman 1626, 1627, 1630, 1631, 1634, 1635, 1638, 1639, 1642, 1643 

burgemeester 1628, 1629, 1632, 1633, 1636, 1637, 1640, 1641 (wordt 

lieut. president van de hooge Justiciekamer en hem volgt P. Folkers) 1644, 

1645 

raadsheer 1628 (wordt burgemeester en volgt hem op Otto Valcke) 

curator academia voor de stad 1628, 1629, 1632, 1633, 1641, 1644, 1645 

staten generaal voor de stad 1646 (sterft [1646] en volgt H. Eiben) 

Nieveen, Hugo (H.) van 

weesheer 28 april 1683 (opvolger van W. Wichers), 1684 

extra ordinaira raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1684 (opvolger van 

Allard Aldringa) 

ordinaire raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1694-1696, 1699, 1700, 

1701 

gezworen meente 1685, 1686, 1688, 1689, 1691 (wordt taalman), 1692, 

1695, 1696, 1699, 1700, 1703, 1704, 1707, 1708, 1711, 1712 




ambtman van het Gorecht 1685 (opvolger van B. Canter) 

Nieveen, Hugo (H.) van 

staten generaal (generale staten) v.d. stad 1702, 1703, 1707-1711 

generaliteits rekenkamer v.d. stad 1704, 1705 


hoofdman 1712 

Nieveen, Hugo (H.) [...] van 


1745, 1746, 1748-1750 (zie onder) 



gildrechtsheer 1751 (wordt raadsheer 8 febr. [1751] en volgt hem R.T. van 


raadskeurheer 8 febr. 1751, 1752, 1754, 1755, 1757, 1758, 1760, 1761, 

1763, 1764, 1766, 1767, 1769, 1770, 1772, 1773, 1775 (zie onder) 


admiralt. te Harlingen 1762 (wordt gedeput. staat, hem volgt R. Emmen) 

gedeput. staten v.d. stad 1762 (opvolger van J. Sichterman), 1765, 1768, 

1771, 1774 

scholarch der Lat. scholen 1774 (raadsheer) (zie onder) 

raadsheer 1776 (sterft 6 jan. 1777 en volgt secret. P. Laman) 


Nieveen, Johan (J.) van 








Nieveen, Peter (P., Pieter) van 


Noorthoorn, Harm (Harmen) [van] 



1e taalman gezworen meente 1601, 1604, 1605 

136






raadsheer 1607, 1608, 1610, 1611, 1613, 1614, 1616, 1617 

provint. rekenkamer voor de stad 1609, 1615 ?, 1615 ? 

Noorthoorn, Harmen (Harm) 


Noorthoorn, Jan (J.)(Johan, Johannes) van [van] 

ontvanger generaal 1595-1600 


ontvanger generaal 1601-1617 (wordt consul en volgt Jan Wicheringe) 



hoofdman 1619 

Ockens (Okkes), Cebo 

amptman van het Klei Oldampt 1641 (opvolger van Ailco Huninga) - 1645 

Ompteda, Fecko 

curator academia voor de provincie 1679-1682, 1689, 1690, 1697 

Oortwijn, L. 

gez. meente 1792, 1793 


Oostbroek, J.M. van 

secretaris v.d. kluft 1724 (opvolger van Alb. Bavinck) - 1750 (zie onder) 

in 1730 voorletter alleen M. 

secretaris v.d. kluft 1751-1770 (sterft 1 dec. 1770 en volgt P.R. Sickinghe) 

Oostbroek (Oestbroek), Paulus (P., Paul) van 






1740, 1741 



Ottens, Harm 

gez. meente 1581, 1582 

Ottens, Jan (J., Joh.) 

gez. meente 1596, 1597 

gildrechtsheer 1594-1596, 1598 


Ottens, Jan (J.) 




gezworen meente 1604 (subsidiari electione surator) 

Ottes, Jan (Johan) 

gezw. meente 1646, 1647 

Ottens, Warner (W.) 

gez. meente 1640, 1641, 1643, 1644 


Ottinga, P. 


137

1768, 1770, 1771, 1773, 1774 



pontkamer wegens de gezworenen 1768, 1771, 1774 




Overbeek, J.D. (is R.D.?) 


Overbeek, P.D. (is R.D.?) 


Overbeek, R.D. van 

kluftheer 1769 (opvolger van C. Kooijstra) - 1774 


kluftheer 1776-1785 (sterft ? [1785]) 

Overbeek, R.D. 




Oever, Johan (J.) ten 

pontkamer v.d. gilden 1785, 1786, 1788-1791 

Ovinge (Oving), Hindrik (H., Hendr., Hindr.) 


gez. meente 1595, 1597, 1598, 1600, 1602 (overlijdt) 


Pabus, Quintijn (Q.) 

gildrechtsheer 1725 (opvolger van Albertus Bavinck), 1726, 1728, 1729, 

1731, 1732, 1734, 1735, 1737, 1738, 1740, 1741, 1743, 1744, 1746, 1747 

Palmer, W. 


sept. 1760) 



Papink, Johan (Jan) 

gezworenene meente 1579, 1580, 1593 

Pauwels, Heino 


Peer, A. van 

gezworen meente 1734, 1735, 1737, 1738, 1740, 1741, 1743, 1744 (steft 

11 jan. 1745) 


Peer, A. van 



Pellenrocq, Hendr. (H., Hend., Hendr., Hindr.) 


gez. meente 1583, 1584, 1586, 1587, 1589 


taalman gez. meente 1590, 1592, 1593 

Pels, Gerhard (G., Gerh.) Abraham (A., Abr., Abrah.) 

gildrechtsheer 1704 (opvolger van A. Andrae) - 1706, 1708, 1709, 1711, 

1712, 1714, 1715, 1717, 1718, 1720, 1721 

busheer van 't gildrecht 1723 


138


1739, 1741, 1742 

Pels, Marcus (M., Marc) 

ambtman van het Gorecht 1674 (opvolger van Menso Alting) - 1679 (wordt 

admiralts. heer, volgt 7 oktober Bartel Canter) 




ord. raad admiraliteit (admiralts. heer) te Harlingen [voor de stad] 1679 

admiraliteit te Amsterdam voor de stad 1690, 1693 (zie onder) 

staten generaal voor de stad 1680-1683, 1685 (wordt verkozen tot 

gedeputeerde staat, en volgt hem Allard Aldringa), 1689 

raad van state voor destad 1684 (wordt gedeputeerde staten, succedeerd 

S. Gockinga), 1699 

gedeputeerde staten voor de stad 1684 (opvolger van Johan Borck), 1685 

(opvolger van Johan Sickman), 1696 

generalts. rekenkamer voor de stad 1686, 1687 

raadsheer 30 jan. 1688 (opvolger van Abraham Barlinckhoff), 1691, 1692, 

1694, 1695, 1697, 17001701, 1703, 1704 

admiralt. te Amsterdam 1702, 1705 (sterft 22 juni 1705) 

Peters, Derk 


Pieters, Ecke (Eeke) 


Peeters, Harm (H.) 

gezworene meente 1580, 1581 

Petri, Johan (J., Jan) 

gezworen meente 1612 (apotecar), 1613, 1615, 1616, 1618, 1619, 1621 

administratie van de weeskamer 1622 (in de plaats van Roelf Isebrands) 

provint. rekenkamer voor de stad 1625 (in de plaats van Egbert Halbes) 

N.B.: zie: Peters (Pieter), Johan (J.) 

Peters (Pieters), Johan (J.) 


gez. keurheer 1614 (apotecar), 1617 


N.B.: is deze gelijk aan Petri, Johan (J., Jan); hoort bij vorige? 

Pieters, Jan 

extr. ord. raad admiralts. te Harlingen v.d. provincie 1729, 1730 


Pieters (Peeters, Peters), Laurens (Laurents) 




Pieters, S. 


Pieters (Peters), Thije 


Pieters, Willem 


Piccardt (Piccard, Piccardt), Hendrik (H., Hendr., Henr.) 

curator academia voor de provincie 1691-1694 (sindicus), 1698 (sindicus) 

rad en sindicus van de Ommelanden 1695, 1697-1700 

sindicus v.d. Ommelanden 1701 

raad en sindicus v.d. Ommelanden 1702-1712 

curator academia v.d. provincie 1701-1706, 1708-1712 

139

Piccardt, Henric (H.) Otto (O.) 

generalts. rekenkamer v.d. provincie 1739, 1740, 1749 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1714-1744 




Piccardt, J. 

luit. president van de hove van justitie 1745, 1746 

Piccardt, J.R. 

gildrechtsheer 1741 (opvolger van J. van Gesseler), 1742 (wordt 8 sept. 

[1742] in de pontkamer gesteld), 1744, 1745, 1747-1750 

pontkamer [v.d. raad] 8 sept. 1742-1750 

pontkamer v.d. stad (wegens de stadsregering), 1751-1766 (wegens 

pecunuele malversatie ten zijne comptoire, door de scherprechter, het 

zwaard over het hoofd gehaald, en vervolgens gebannen, zijnde in die post 

opgevolgt door de hr. J.H. Nauta) 



1765 

Piccardt (Piccaardt), Jan (Johan) 



Piccardt (Piccard) [van (v.) [de] Harkstede], J.H. [.....] 



Piccardt v. Harkstede, J.H.L. (is J.H.) 


Piccardt (van (v.) Slochteren), H.O. 

admiralt. te Harlingen v.d. provincie 1751 



Piccard (Piccardt) van Slochteren (Slogteren), Joh. [...] 





Piccardt (Piccard) van Slochteren (Slogt.) , Hr. J. [........] 


gedeput. staten v.d. provincie 1725, 1726, 1733-1738, 1743, 1744, 1750 

(zie onder) 

curator academia v.d. provincie 1727, 1729, 1730, 1737, 1738, 1745-1750 

(zie onder) 



ord. raad admiralts. te Harlingen v.d. provincie 1730, 1741, 1742, 1748, 



admiraltiteit te Amsterdam 1739, 1740 






Philips, Cornelius (Corn.) 


Planken, Alb. van 


140

Polman, Henric 


Polman, Joost 




amptman van het Gorecht 1628, 1629 

raadsheer 1629 (in locum Jacobi Haikens substitutus a senatu), 1630, 

1631, 1633, 1635, 1636 

admiraliteit in Zeeland voor de stad 1634 

admiraliteit te Dokkum voor de stad 1635 (wordt raadsheer en volgt op 

Egho Phaebens) 

Polman, Rudolph 





gedeput. staten v.d. provincie 1707, 1709, 1714 

Polman van Snelgersma, P. [.....] 


Pompejus, Gruijs 

kluftheer Oosterkluft 1625, 1626 

Pontkamer 1662 onbesteld 

Popping, Jan 

pontkamer wegens de gilden 1671 

Pott, Hendrik (H., Hendr., Henr., Hindrik) 


1688, 1689, 1691 (sterft 1 febr. 1692) 




weesheer 1680-1682, 1684-1686, 1688-1690 


Pott, Peter (P.) 




kluftheer 1670 (opvolger van Jacob Munninck) - 1675 





weesheer 1680 

admiralts. te Harlingen voor de stad 1683 


raadsheer 1681, 1682, 1684, 1685, 1687, 1688, 1690, 1691 (sterft 26 nov. 

en volgt 8 dec. Jan Hendrik van Julsingha) 


Pott, Theodorus (T., Theod., Theodr.) 




secretaris van het Gorecht 1657 (opvolger van Hendr. Ludolph Gockinga), 

1659-1664 (sterft [1664] en volgt hem 6 juni G. Kemmerer 

Pott, Wicher (W.) 




141

extra ordinaire raad admiraliteit te Harlingen voor de stad 1694 

provint. rekenkamer voor de stad 1691 (opvolger van Wicher Wichers), 

1692 

raadsheer 5 april 1692 (opvolger van Albert Sijgers), 1693, 1696 (door de 

gez. gekozen zijnde doch niet behagende aan de raad, is Adam Berchuijs in 

zijn plaats gesteld) 

ambtman van het Gorecht 1695-1700 ((1696) Wich. Pott, niet weder 

ingekozen zijnde, heeft de raadshr. W. Wicher die post waargenomen doch 

is W. Pott 15 febr. 1697 weder hersteld) ((1687) in de plaats van W. 

Wicher) 

ambtman van 't Gorecht 1701-1703 (wordt 8 febr. 1704 weder tot 

raadsheer verkozen, en succ. R. ten Winkel) 

raadsheer 8 febr. 1704, 1705, 1707, 1708, 1710, 1711, 1713, 1714, 1716 

(sterft 9 dec. [1716], en volgt 17 dito Scato Trip) 

staten generaal (generale staten) v.d. stad 1706, 1709 


scholarch der Latijnsche scholen 1714 (raadsheer) 

Pruisen (Pruissen, Pruijssen), P. van 




Quintus, G. 



raadsheer 1738 (de eerste raadsheer van de familie: - en ook tot noch toe 

de laatste dec. 1820), 1739, 1741, 1742, 1744, 1745, 1747-1750 (zie 

onder) 

hoofdman 1740 



raadsheer 1751, 1753, 1754 


Quintus, J.H. 

raad en sindicus v.d. Ommelanden 20 febr. 1735 (opvolger van W. 

Cranssen) - 1748 

hoofdman 1750 

Quintus, J.H. 

hoofdman 1775-1781 (sterft 1781 en volgt P.R. Sickinge) 

Quintus, Justus (J.) Datus (D.) 


1773, 1775 



Quintus, J.D. [.....] 

fiscaal v.h. Gorecht 1763-1771, 1773-1775 (zie onder) 1772 



fiscaal v.h. Gorecht 1776 

raadsheer 1777, 1778, 1780, 1781, 1783, 1784 


burgemeenster 1786, 1788, 1790, 1791, 1793, 1794 


1791 (burgemeester), 1793 (burgemeester), 1794 (burgemeester) 


curator academia v.d. stad 1789 (opvolger van Tj. van Berchuijs) - 1794 

Quintus, Jan 


Raad, H.W. de 


142

Raad, J.H. [.....] de 

advocaat fiscaal v.d. provincie 1786 (opvolger van E. Ippius), 1788-1794 

Raad, Willem (W.) de 

hoofdman 1785 (opvolger van J. Wichers), 1786, 1788, 1794 

Raadskeurheren 

1727 niet vermeld 

1749 niet vermeld 

1750 nemo 

Rappardus (Rappardi), L.A. (J.A., J.H.) [....] 

secretaris van de provincie 1696-1700 

secretaris [gedeput. staten] v.d. provincie ([hoge] heren staten) 1701-1721 

(13 febr. 1721 opgevolgd door Henric. Gockinga) 

Randwijck (Randewijk), van 

commandeur van de stad 1790 (had de rang van generaal majoor), 1791 

(lt. generaal, had de rang van generaal majoor), 1792 (lt. generaal, 

aangesteld tot command. te Nijmegen en volgt gen. majoor van Maneel; 

had maar de rang van gen. majoor) (commandeur te Nijmegen) 

Redeker, J. 


Redeker, Johan (J. Jan) 



raadsheer 1640, 1644, 1645 

gedeput. staten voor de stad 1642, 1643, 1646, 1647 

Redeker, Hendrik (...., H., Hendr. Henr.) 

landschrijver [van het Oldampt] 1623-1649 (steft in maart, en volgt in april 

Hemmo Haikens) 

Redeker, Henk 

landschrijver 1608, 1609 

Reichle, Abelius (A., Abel, Arius) 




1715, 1716, 1718, 1719, 1721, 1722 




pontkamer v.d. gezworenen 1724, 1727, 1730, 1731, 1733, 1734, 1736, 

1737, 1739, 1740, 1742, 1743, 1745, 1746, 1748-1750 


1733, 1734, 1736, 1737, 1739, 1740, 1742, 1743, 1745, 1746, 1748-1750 



kluftheer 16 nov. 1725 (opvolger van Hendrik Berchuijs) - 1744 

(transporteerd zijn ambt op de gezw. Jacob Engelma) 

taalman gezworen meente 1751, 1753 (sterft 30 april [1753]) 




Reintjes, Seje (Sejo) 

admiraliteit te Dockum voor de provincie 1608 


Reintjes, Simeon (S.) 


Reinders, Otto (O.) 

143

gezworen meente 1663, 1665, 1666, 1668, 1671, 1672 (moet de 2e in rang 

zijn), 1674, 1675 (zie onder) 








Reinders (Reiners, Reinier, Reniers), Jan (J.) 

gezworen meente 1611, 1624 (overleden) 


bijgenoemd raadskeurheer 1615, 1619 


Reinders, Jan 


Reinders, Warmold (Warm) 

gezworen meente 1582 (overleden ? [ 1582]), 1583 

Rekenaar, Elias (E.) de 

gildrechtsheer 1646 (opvolger van Nicolaas Busch), 1647, 1650 


secretaris van de weeskamer 1650 (opvolger van Jac. Berchuijs) 

secretaris van de weeskamer 1651, 1652, 1654-1660 




Rembt van Iddekinghe, P. 


Remmers, Berend (B.) 




Rhene (Rheenen), Gerrit (G., Geert) van 


gez. meente 1578, 1579, 1581, 1582, 1584, 1585, 1587, 1588, 1590, 

1591, 1593 


Reneman, J.H. 

gezworen meente 1751 (lieutenant van de borgerie), 1752, 1754, 1755, 

1757, 1758, 1760, 1761, 1763, 1764, 1766, 1767, 1769, 1770 (sterft 12 

mei 1770) 



kluftheer 1759-1770 (sterft [1770] en volgt Woldendorp) 

Rengers, A.G. [....] 

president van 't krijgsgerichte 1695-1710, 1713 

Rengers, Edzard 

hoofdman 1651 

burgemeester 1652 (sterft 18 sept. [1652] en volgt 13 nov. A. Aldringa) 

Rengers, Edzard 

curator accademia voor de provincie 1685-1688 


Rengers, Edzard Jacob 


144

Rengers, Egbert (Egb.) 

ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1651, 1653 


extra ordinaris admiralits. te Harlingen voor de stad 1647 (opvolger van 

Regn. Tjaarda) - 1650 

Rengers, Evert (E.) 


bewindhebber der W. Indische Comp. v.d. provincie 1722, 1723 

Rengers, Johan 


Rengers, Johan (Jan, Joh.) 



Rengers, Jan 


Rengers, Jan Abel 




Rengers, Jan (J.) Rembt (R.) 

staten generaal voor de provincie 1691 (opvolger van Reint Alberda van 

Eenum), 1692 


Rengers, Oesebrant (O., Oesebrant) [Jan] (J.) 


extr. ord. admiralts. te Dokkum die college is getransporteerd naar 

Harlingen voor de provincie 1645 

extra ordinaris admiralits in Harlingen voor de provincie 1646 

admiralts te Amsterdam voor de provincie 1650 


zie: Rengers van Slochteren 

Rengers, Rembt 


Rengers, Sicco 

ordinaris admiralits. te Harlingen voor de provincie 1647 

Rengers, Sicco (S.) 



hoofdman 1663 (opvolger van Aitie Edzema)-1676 (steft [1676], en volgt 

U. van Ewsum) 


Rengers, D.G.B. 

ontv. van de coll. successien en vrijwill. verkoop 1774 

Rengers [van Farmsum], D.G. [.....] 


provint. jachtgerichte v.d. stad 1782 (opvolger van F. Berkhuijs)-1786, 

1788-1794 

raadsheer 1783, 1784, 1786, 1788, 1790, 1791, 1793, 1794 




Rengers van Farmsum, Edz., E. [......] 

gedeputeerde staten v.d. provincie 1709-1711, 1713, 1714, 1719-1722 




145

ord. raad admiralt. te Harlingen v.d. provincie 1723 


curator academia v.d. provincie 1724, 1732, 1741, 1742 

bewindhebber der West Indische Comp. v.d. provincie 1724-1745 (sterft 1 

april 1745 [zie reg. boek 1744]) (sterft 1 aprl 1746 [zie reg.boek 1745]) 

staten generaal v.d. provincie 1725, 1726, 1739-1744 

gedeput. staten v.d. provincie 1727-1730, 1732, 1737, 1738 

lt. president van de hove van justitie 1733, 1734 


(alleen als staten generaal 1740, 1741 vermeldt de voorletter E.) 

Rengers van Farmsum, L.S. [.....] 





bewindhebber der W.I. Comp. v.d. provincie 1761-1771 

bewindhebber der W.I. Comp. v.d. stad 1772-1775 

meesterknaap v.h. jachtgerichte v.d. provincie 1768 (opvolger van 

Starkenborgh van Thedema) - 1775 


curator academia v.d. stad 1776-1779 (sterft 18 maart [1779] en volgt 

O.R. Alberda) 

bewindhebber der West Ind. Comp. v.d. stad 1776-1779 (????hierbij???? 

sterft in maart [1779] en volgt D. Alberda) 

[meesterknaap] prov. jachtgerichte v.d. provincie 1776, 1779 

[meesterknaap] prov. jachtgerichte v.d. stad 1777, 1778 

staten generaal v.d. provincie 1776-1779 (sterft in maart [1779] en volgt 

Van der Borch van Langentrier) 

Rengers van Godelinse, Rembt (......) 

gecommitteerde raad van de Ommelanden 1695-1697 

Rengers [tot Hellum], Edzard 


Rengers tot (van (thoe)) Hellum, Johan (Joh.) 

raad van state der provincie 1596, 1599, 1600 



generaliteits rekenkamer voor de provincie 1608 (rejectus vicitate, e jusque 

subtitus Eilco Clant ad Stedum), 1609 (idem Johan Clant ab Stedum) 

Rengers [op Rengerda] op Rengerdja, Jan Rembt (R.) [....] 

admiraliteit te Amsterdam v.d. provincie 1703 

ord. raad admiraliteit te Harlingen v.d. provincie 1705, 1706 




Rengers [v[an] [Slochteren]], Evert 


staten generaal voor de provincie 1687-1689 (1688 heeft de eed niet 

gedaan) 

Rengers [van Slochteren], Oesebrant (O., Oeseb., Oesebr.) Jan (J.) 


gedeputeerde staten voor de provincie 1660, 1664-1666 

Rengers ten Post, Berend 

gedeput. staten voor de provincie 

Rengers ten Post, Edzard (Edzart) 

drost van Wedde (Westwoldigerland) 1618 (nomine civitates declaratus den 

21, en introductus 22 sept. [1618]) - 1625 (zie onder) 

drost van Wedde 1626-1633 (wordt raadsheer, volgt J. Coenders) 

raadsheer 1633, 1634, 1635, 1637 

146


burgemeester 1637 (opvolger van Gosen Schaffer), 1638, 1641, 1642, 

1645, 1646, 1648 (opvolger van Berend Schaffer), 1649 

hoofdman 1639, 1640, 1643, 1644, 1647, 1648 (wordt burgemeester en 

volgt Alb. Wijfferinge), 1650 

Rengers [ten Post (Poste)], Johan (Joh.) 



raad van state voor de provincie 1601 (usque ab erb. september), 1608, 

1609 


Rengers [ten Post], Rembt (Remt) 


gedeputeerde staten voor de provincie 1619, 1621-1623, 1625 

Rensema, Hendr. W. 


cui romato, volgt hem Everard Ringels 

Rensen, Coenraad van 


Ridder, Jan (J., Joh., Johan) 





olderman van 't gildrecht 27 nov. 1666 (opvolger van Nic. Berchuijs) 


kluftheer 1668-1673, 1674, 1675 






pontkamer voor de gezworenen 1676-1679 


Rijkens, Gerrit (Geert) 

gez. meente 1598, 1599 (overleden, volgt Vinkert) 

Rijkens, Rijke (Rijk) 


raadsheer 1582, 1583, 1585, 1586, 1588, 1589, 1591, 1592 

taalman gez. meente 1581 (wordt senator (Raadsheer) 1582) 

Rijpma, F. 


1749 (wordt kluftheer), 1750 (sterft 11 april 1751 te Winschoten) 




Rikkinga (Rekkinga), J. van 



Ringels (Rengels), Everhard (Everard, Everd, Evert) 





gedeputeerde staten voor de provincie 1687 (opvolger van Hendr. W. 

Rensema), 1688 

extr. ordinaire raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1689-1692 

147

Ringels, Wesselius (W., Wess., Wisselius) 


1717, 1719, 1720, 1722, 1723 




febr. 1735) 




Ringels, ......... 

secretaris van de hoofdmannenkamer (van 't hoff, van de justitiekamer) 

1672 (opvolger van [L.J. Berchuijs)-1675, 1676 - 1682 (sterft en volgt 21 

febr. Joseph Trip) 

Ringels, ...... 


Ripperda, Gijsbert (G., Gijsb.) Harm (H.) 

plv. staten generaal voor de provincie 1664 




gedeputeerde staten voor de provincie 1677, 1678, 1683, 1685, 1687-1695 


lt. president van de hoge justitie kamer (hove van justitie) 1685, 1686 

bewindhebber der West Ind. Compagnie voor de stad 1694, 1695 

Ripperda, Hero Maurits (Maurits) [v.] 

admiraliteit te Amsterdam voor de provincie 1623 


Ripperda, Hero Maurits 


Ripperda, J.W. 


Ripperda van Jensema, J.H. 


Ripperda, Joachim 




Ripperda, Maurits 


Ripperda, Maurits (Mauritz) [van] 




Ritsema, Gerrit (Geert) 

extr. ord. raad admiralts. te Harlingen v.d. provincie 1725, 1726 

Ritter, Hendr. 


sterft 27 november 

Robers, Harm (H.) 


gez. meente 1586, 1587, 1589, 1600 


Robers, Derk 

148




Robers, C. 

secret. provint. rekenkamer 1663 

opvolger van F.F. van Hoisum 

Robers, Roelf 


raadsheer 1586, 1587, 1589, 1590, 1593, 1593 

Robers, Roelf Berends 


Robers, Johan (J., Jan, Joh.) 


secretaris van de stad 1635-1650 (1635 opvolger van Joh. Eek, 1644 wordt 

raadsheer en hem volgt 16 nov. P. Tettema), 1651 (wordt 25 febr. [1651] 

gedeputeerde staat en volgt hem A. Wichers) 

raadsheer 1644? 

gedeput. staten voor de stad 25 febr. 1651 (sed non sedit, en sterft 30 april 

[1651]) 

Robers, Jan (Joh., Johan) 

secretaris van het Gorecht 11 maart 1704 (opvolger van Jacob Altingh)- 

1717, 1719-1724 (sterft 19 febr. [1724], en volgt 21 dito R.T. de Grewse) 

secretaris van het Oldampt 1718 

Robers, Johan (J., Joh.) 


1719, 1721, 1722, 1724 



Robers, Jacob (N.B.: is Jan Robers) 

secret. van 't Gorecht 1704 

Robers, Jaocb (Jac.) 

kluftheer 1670 (opvolger van Jan Jansen Trom) - 1673 

secretaris [gedeput. staten] van de provincie 30 jan. 1674 (opvolger van 

Johan Meinardi) - 1695 

Robers, Johan (is Jacob Robers?) 

secretaris van de provincie 1696 

Robers, Nicolaus (N., Nic.) 

gezworen meente 1708, 1709, 1712, 1713 (sterft 18 febr. 1713) 


Robers, Nicolaus (Nic., N.) 



1730, 1731, 1736 


gildrechtsheer 22 febr. 1717 (opvolger van Scato Trip), 1718, 1720, 1721, 




gildrechtsheer 1724, 1726, 1727, 1729, 1730, 1732, 1733, 1735 (raadsheer 

geworden zijnde, is gevolgt Jac. van Gesseler) 


weesheer 1732-1735 (raadsheer geworden zijnde, volgt hem W.R. de Sitter 

in de maand mei; [ 1735] - en is deze de eerste van dat geslagt, die een 

fatsoenlijk ambt heeft bekleed) 

raadsheer 1735, 1736, 1738, 1739, 1741, 1742, 1744, 1745, 1747-1749 

(wordt afgezet door stadhouder Willem IV) 


149

aad van state van de stad 1740, 1743, 1746 

Robers, [dr.] Robert (R.) 

advocaat fiscaal 1632-1634, 1636, 1637, 1642, 1643 

sindicus van de stad 1645-1650 (zie onder) 

[stads]sindicus 1651, 1652 (sterft 20 sept. [1652] en volgt Fr. Junius) 

Roelfs, Albert (Allert) 


Roelfs, Arents 


Roelfs, Bartelt 

provt. rekenkamer voor de provincie 1716 

Roelfs, Geert (G.) 







raadsheer 1625 (zie onder) 

kluftheer Haddingekluft 1625 (in de plaats van L. Wicheringe) 

raadsheer 1626, 1628, 1629 

kluftheer Haddingekluft 1626-1628 (raadsheer) 



admiraliteit in Zeeland voor de stad 1630 (sterft 4 sept. en hem volgt 23 

okt. Wigbolt Aldringa) 

Roelfs, Hendr. 

gezworen gemeente 1595 

Roelefs, Lulofs 

taalman gezworene meente 1578 


Roelfs, Lubbert 


Roelofs (Roelfs), Reinier 

gezworen meente 1594 (gevangen 1580), 1597, 1598, 1600 

Roelfs (Roelef, Roelofs), Reinier (Reenier) 




Roelefs (Roelfs), Warmolt (W., Warm.) 





kluftheer 1651 (opvolger van Hans Sass) - 1663 (sterft [1663], en volgt 

Peter Hoisema) 

Roijen, Adriaan (Adr., Adrianus) van 



Roijen, Henr. (H., Hendr., Henr.) [F.] van 

ontvanger generaal 1649 (opvolger van Julius Verrutius), 1650 (zie onder) 

ontvanger generaal 1651-1664 (beschuldigd van kwade administratie; 

wordt 25 okt. [1664] in de gevangenis gebracht en op 4 jan. 1665 zijn 

clercq Jeremias Mees) 

150

Roijen, Corn. van 

ontvanger generaal 1665-1670 (wordt raadsheer en volgt 7 jan. 1671 

Berend Christophori) 


ambtman van het Gorecht 26 jan. 1671 (opvolger van Jacob van Boekholt) 

provintiale rekenkamer voor de stad 1671 


Roersma (Roerzema), H. 


Roemers, Otto 


Rolteman, Albert (Abiartus) 

burgemeester 1579, 1580, 1583, 1584, 1587 (heet Rolteman, Abiartus), 

1588 

hoofdman 1578, 1581, 1582, 1585, 1586, 1589, 1590 

Rolteman (Roltemans), Hillebrand (Hilleb., Hilbrand, Hillebrant) 

burgemeester 1597, 1598, 1601, 1602, 1605 (per electionem Abel 

Coenders locus vacuus), 1606, 1609, 1610, 1613, 1614 

hoofdman 1594, 1594, 1596, 1599, 1600, 1603, 1604, 1607, 1608, 1611, 

1612, 1615 (overleden 16 mei [16 mei, volgt op 9 febr. 1616 raadsheer 

Johan Wicheringe) 

Rosing, Corn. (C.) Helpr. (H.) 


Rosing, Roelf (R., Roelefs), Helprich(s) (H., Help., Helph., Helpr.) 





raadskeurheer 1673 1673 

weesheer 1657, 1661, 1662, 1663, 1665, 1667, 1669-1671, 1673-1675 

(sterft 24 okt. [1675] en volgt J. Commenes) 

Rosing, Wigbolt (W. Wigb., Wijgb., Wijgbolt) 




olderman van het gildrecht 1691, 1692, 1694, 1695 (sterft 30 jan. 1696 en 

volgt 15 dito T.B. Wiarda) 


Rosinga, Stephanus (Stph.) 

kluftheer 1721 (opvolger van Jacob Muntinghe) 

gildrechtsheer 1722, 1724, 1725, 1727 (sterft 17 nov. 1727, en succ. 29 

dito H.J. Junius) 

Rotgers, Hindrik (H., Hendrik) 



Rotgers, Jan 

kluftheer 1651 (opvolger van Harm ter Borch), 1652, 1654-1666 

Rotgers, Jan (J.) 

gezworen meente 1685, 1686, 1688, 1689, 1691, 1692 (sterft 3 mei) 



kluftheer 1689 (opvolger van A. Foccema) - 1692 (sterft 3 mei, en volgt 4 

dito H.F. Meinardi) 

weesheer 28 dec. 1691 (opvolger van Jacob Warmolts), 1692 (sterft 3 mei, 

en volgt 14 dito Nic. Jullens, die 28 dec. ook sterft) 

151

Rotgers, Corn. 

secret. provintiale rekenkamer 1662 (opvolger van F.F. van Hoisum), 1665, 

1666 

Rotgers, [dr.] Rotger (R., Rotgers) 


1701, 1703 (sterft 18 nov. 1703) 




Rotgers, Wicher (W.) 


1642, 1644, 1645, 1647, 1648, 1653 


Ruine (Rhuine, Ruune), Geert (G., Gerrit) van 


gez. meente 1584, 1585, 1587, 1588, 1590, 1591 


Ruisselaar, Johan 


Zant (Zand, Zandt), Assuerus (A.) 

secretaris van het Gorecht 1594-1662 (overleden 1622) 

Zand, Edzo 

rentmeester van de stad 1692 (opvolger van Hendr. Fickens Veldman), 

1693 

Zanden (Sanden), (dr) Jan (Johan) van 

gildrechtsheer 1659, 1661-1665, 1667 

Sapeert, Hajo 


Sass, H. 


Sass (Sas), Hans (H.) 


1644, 1646, 1647, 1649, 1650 



kluftheer 1640-1650, 1651 (sterft en volgt Warmolt Roelefs) 

Zaunslifer (Sauslifer, Zauslifer, Fred. (Fr.)) 

secret. van de weeskamer 1665 (opvolger van S. Krudener) - 1668 

weesheer 1669 (wordt adsessor van 't krijgsgerichte en volgt 17 juli [1669] 

dr. Abrah. Schook) 

adsesor van 't krijgsgerichte 1669 

Savornin Lohman, Maurits de (is M.A.) 


Savornijn Lohman, M.A. de 



Schaffer, Berend (Berh., Benardus) 




admiralt. in Zeeland voor de stad 1629 (sterft en volgt Edzard Rengers) 

admiralt. te Amsterdam voor de provincie 1630, 1631 

152


raadsheer 1636, 1638, 1639, 1641, 1642, 1644, 1645 


burgemeester 1648 (sterft en volgt Edzard Rengers) 

Schaffer, Derk 

ambtman van 't Gorecht 1579, 1580 

Schaffer, Egbert (Egb., Engelbert) 

gezworen meente 1594-1596, 1601, 1602 



Schaffer, Gerhard (G., Gerh.) 


1719, 1721, 1722, 1724, 1725, 1727, 1728, 1730, 1731 



provint. rekenkamer v.d. stad 1713-1720 (wordt drost der Oldampten en 

succ. U.E. van Berchuijs) 

drost der Oldampten 1720 (opvolger van Rint ten Winkel) - 1723 

drost der [beide] Oldampten 1724-1732 (wordt raadsheer, en volgt Scato 

Gockinga) 


Schaffer, Gosen 

raadsheer 1614, 1615, 1618, 1619 

curator academia voor de stad 1614 (raadsheer), 1615 



staten generaal voor de stad 1619-1625, 1626-1636 (wordt burgemeester; 

hoofdman en surrogeert de 5 okt. Gualtherus Schonenborch) 

burgemeester 1635 (opvolger van Berend Sijgers de 30 dito [juni]), 1636 

(opvolger van Berend Sijgers de 30 dito [juni], 1637 (overleden 11 juli en 

volgt op Edzard Rengers) 

N.B.: in 1635 en 1636 is Gosen Schaffer niet vermeld als burgemeester) 

Schaffer, Petus 

gedeputeerde staten van de stad 1603, 1604 

Schaij (Schaij), Cornelis (C., Corn., Corneles) 




raadsheer 1686, 1687, 1690, 1691, 1693, 1694, 1696, 1697, 1699, 1700 

raad van state voor de stad 1688, 1689, 1695 


bewindhebber der West Ind. Comp. voor de provincie 1696-1700 (zie 

onder) 


bewindhebber v.d. West-Indische Compagnie v.d. provincie 1701-1723 (zie 

onder) 

raadsheer 1702, 1703, 1705, 1706, 1708, 1709 (wordt burgemeester, en 

volgt Bernh. Gerlacius) 


hoofdman 1704, 1707 (raadsheer), 1711, 1714, 1718, 1722 (zie onder) 

curator academia v.d. stad 1705 (raadsheer), 1706 (raadsheer), 1708, 

1709 (raadsheer), 1716 (burgemeester), 1717 (burgemeester), 1720 


raadskeurheer 1709? 

burgemeester 4 juli 1709 (opvolger van Johan de Drews), 1712, 1713, 

1716, 1717, 1720, 1721 (zie onder) 


lt. president van den hove (de kamer) van justitie 1719, 1723 (zie onder) 

burgemeester 1724, 1725, 1728, 1729, 1732 

bewindhebber der West Ind. Comp. v.d. stad 1724-1732 

curator academia v.d. stad 1724 (burgemeester), 1725 (burgemeester), 

153

1728 (burgemeester), 1729 (burgemeester), 1732 

hoofdman 1726 1726, 1727, 1730 

lt. president van de hove van justitie 1731 

Schainck (Schaink), Hendrik, Henric (H., Hendr.) 




Schatter (Scatter), Peter (P.) 


bijgenaamd raadskeurheer 1603 

Schatter, Wolter (W., Wolth., Wolther) 

burgemeester 1578 (opvolger van Reint Alberda), 1581, 1682, 1585, 1586, 

1589, 1590 

hoofdman 1579, 1580, 1583, 1584, 1587, 1588, 1591, 1592 

Scherff (Scherf), Adolf (A., Adolph) 




ord. raad admiraliteit te Harlingen voor de stad 1666, 1667 


(Hoort bij Scherff, Adolg Frederic?) 

Scherff, Adolf (A., And., Ad.) Frederic (F., Fr., Fred., Fredr.) 







raadsheer 6 juni 1674 (opvolger van Henric Gockinga), 1676, 1677, 1679, 

1680, 1682, 1683, 1685, 1686 


hoofdman 1684 


Scherff, Hendr. (is Herman?) 


Scherff, Herman, Harm (H., Harmen, Hermannus, Herm., Hermen) 


1714, 1717 


raadsheer 1720, 1721, 1723 

admiraliteit te Amsterdam 1722, 1724, 1726, 1727, 1729 

admiralts te Amsterdam 1725 

scholarch der Latijn. scholen 1727 (raadsheer) 


curator academia v.d. stad 1729 (raadsheer) 


Scherius, Herman (H., Herm.) 

secretaris v.d. [hoge] kamer (hove) van justittie 1704-1723 (zie onder) 

secretaris v.d. kamer van justitie 1724-1726 (sterft [1726], en volgt H.T. 

Entrup) 

Scherius, Jan (J.) Lodewijk (Lod., Lodew.) 

gecommitt. raad der Ommelanden (zie onder) 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1705, 1706, 1711, 1712 


Scholarch der Lat. Scholen 1973 

Borgerm. en raadshr. was bij het originele niet geëxpreseerd 

154

Scholtens, harm 


Schook [dr.] Abraham (A., Abr., Abrah., Alb.) 

weesheer 17 juli 1669 

secretaris van de weeskamer 1670-1675, 1676-1687 (wordt in febr. 1688 

secr. van de stad en volgt Jan Muntinghe) 

secretaris van de stad 10 febr. 1688 (opvolger van Hendr. Werrmeus) 

(sterft 8 jan. 1689, en volgt 4 febr. [1689] Sicco Tammen) 

Schonenborgh (Schonenberg) (Schoonenborgh), [dr.] Gualtherus (G., Gualth., 

Gualther) 


admiraliteit te Amsterdam voor de stad 1624, 1625 (zie onder) 

generalt. rekenkamer voor de stad 1626 


admiralt. te Amsterdam voor de stad 1628, 1629 

staten generaal voor de stad 1636 (in plaats van Gosen Schaffer) - 1638, 

1644 (opvolger van Wijbolt Alderinga) 



Schonenborgh (Schonenborg, Schonenborgh), Hindr., Hendrik (H., Hendr.) 

secret. gedeput. staten 1619 (electus 3 juni) - 1624 (wordt raadsheer 26 

febr.) 


burgemeester 1625 (opvolger van burgemeester Hieronimus Isebrands die 

17 jan. 1625 overleed), 1627, 1628, 1631, 1632, 1635, 1636 

gedeputeerde staten v.d. stad 1626 


hoofdman 1629 (burgemeester), 1630, 1633, 1634, 1637, 1638 (sterft 18 

aug. en volgt op Wolter Schonenborch 11 nov.) 

Schonenborgh, Wolter 


advocaat provint. 1623 

Schonenborch (Schonenborgh), Wolter (W., Wolt.) 


hoofdman 1638 (opvolger van Hendr. Schonenborgch), 1641, 1642 

burgemeester 1639 , 1640, 1643, 1644 

staten generaal voor de stad 1645 (voor president, en politique generaal in 

de West-Indie verkozen) 


Schoneveld (Schoneveldt), Jacob (J., Jac.) 


1681, 1682, 1684 

Schröeder (Schröder), proffessor (proff.), N.G. [....] 

inspecteur (inspector) der Lat. (L.) scholen 1789-1793 

Schulenborgh (Schuilenborgh), Johan (J., Jan, Joh.) 



weesheer 1643, 1646, 1647, 1648 


admiralts. te Amsterdam voor de stad 1652 (wordt staten generaal) 

staten generaal voor de stad 1652 (opvolger van Johan Tjassens) - 1660 

Schultens (Scholtens), Harm (H.) 


1679 

gezworen keurheer 1668, 1672. 1677 


Schuring, Schuiring, Egbert, Egb. (E.) 

155

gez. meente 1649, 1650, 1652 (sterft 23 aug. [1652] 



Schultens, Casper (C., Casparus, Caspar, Casp.) 

gezworen meente 1718, 1719, 1721 (wordt raadsheer, en volgt ......) 

gezworen keurheer 1722? 

raadsheer 1721-1723, 1725, 1727, 1729, 1730 (wordt 18 mei [1725] lid in 

de admiralt. te Harlingen) 


lid admiralt. te Harlingen 18 mei 1725 

raad van state v.d. stad 1728 (sterft [1730] en volgt de sindicus Hendr. 

Hofsnijder (hier????)) 

Schultens (Schultes), Lodewijk (L., Lodew.) 

pontkamer 1598 

raadsheer 1596, 1597, 1599, 1600, 1601, 1603, 1605, 1606, 1608, 1609, 

1611, 1612, 1614, 1615, 1617, 1618, 1620 

pontkamer uit de stad (raad) 1601, 1602, 1605 



kluftheer Gaddingekluft 1617-1620 

Schultinga, Verrutius van 

generalts. rekenkamer v.d. provincie 1713, 1719, 1720 


Schults (Schulte, Scholte), Hindr. (H.) 



Schuring, Bartholt (Bart., Barth) 


kluftheer Botteringekluft 1627 


Schuring (Schuiring), Rudolph (R., Rudolf) 



olderman van het gildrecht 1636, 1637, 1639, 1642, 1643, 1645, 1646, 

1648, 1653 


1646, 1648, 1653 



raadsheer 1649 (sterft 19 febr. en volgt 14 dito dr. Otto Valke) 

Schutte, Petrus 


Zeeratt (Seraat), Thoma (Th.) van 

commijs provintiaal 1 oktober 1716 (opvolger van Ficco Veldman) 

ontvanger v.d. provint. goederen 1727-1735 

Zeeratt, Theod. (is Thomas?) (Theodr.) van 

rentmeester der provinciale goederen 1726 

rentmeester der provincie 1736 

Sekema (Sekema), Claas 


Sekema, Claas 



Selbach, Johan (J., Joh.) 

secretaris van de hoofdmannenkamer ('t Hoff) 1658 (opvolger van Ph. 

156

Selbach) - 1674 (sterft 21 juli [1674] en volgt 8 aug. Wicher Wichers) 

Zelbach (Selbach), Luitjens (L.) 

gez. meente 1584, 1585, 1587, 1588, 1590, 1591, 1593 

gez. keurheer 1587, 1588, 1591, 1593 

Selbach, Philip (P., Ph., Phil., Philippus) 




secretaris van de hoofdmannenkamer 1641 (opvolger van Johan Tjassens) - 


secret. van de hoofdmannenkamer 1651-1658 (resigneerd 21 okt. [1658] 

en sterft 29 dito, wordende opgevolgd door Joh. Selbach) 

Sibenius, Andreas W. 


(Hoort bij Sibenius, Andreas?, hoort bij volgende?) 

Sibenius, Andreas (And., Andr., Anr.) 

gezworen meente 1658, 1659, 1661, 1662, 1664, 1666 (wordt hoofdman 

27 nov. [1666] 



hoofdman [van de hoge justitiekamer] 1666 (opvolger van Hendr. 

Cluvinga), 1676-1678, 1680, 1681 

Sibenius, Andreas (A., Andr.) 



Sibenius, Sicco (S.) 

gez. meente 1674, 1675, 1677, 1678 



advocaat fiscaal 1680-1701 (sterft 18 juni 1701 en volgt Thom. Altingh) 

Sijbinga, Dr. 

door de gezworenen als gezworen meente in 1752 gekozen doch in zijn 

plaats door de princesse gouvernante aangesteld J. Camphuis 

Sibinga, Eppo 

richter van Westerwolde 1635-1654 (is vertrokken, en heeft zijn ambt 

verlaten, en is gevolgt J. Tammen, doende 22 sept. [1654] de eed) 

Sibinga, Eppo (E.) 


1709, 1711, 1712, 1714, 1715, 1717, 1718, 1720, 1721, 1723, 1724 



weesheer 1717 (opvolger van Ubbo Emmius van Berchuijs) - 1723, 1724 

(sterft 28 jan. 1725, en succ. Menso Adriaan Trip) 

Sibinga, F. 

rentmeester v.d. stad (v.h. stadscomptoir) 1783-1786, 1788-1793 

Sichterman, A.L. 


kluftheer 1782-1785 (verzocht zijn demissie en gaat naar Westindie) 

Sichterman, H.F. [....] 

gildrechtsheer 1756, 1758, 1759, 1761 (olderman geworden zijnde, volgt 

hem P. Laman) 


1776, 1777, 1779 

olderman v.h. gildrecht 1761 (opvolger van F. Berghuijs) - 1764, 1766- 

1769, 1771-1775, 1776-1779 (sterft en volgt H.W. van Sijsen) 


157

aadskeurheer 1771, 1778 

Sichterman, Jan (J., Johan) [....] 

raadsheer 1750, 1751, 1754, 1755, 1757, 1758, 1760, 1761 



scholarch der Lat. school 1755 (raadsheer), 1761 (raadsheer) 

gedeput. staten v.d. stad 1756, 1759, 1762 (sterft 4 mei [1762] en volgt 

Hugo van Nieveen) 

Sijbrants, Harm (Harmen, Herman) 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1713, 1714, 1717-1722, 1725-1727 

extr. ord. raad admiralt. te Harlingen v.d. provincie 1715, 1716 

Sijgers, Albert (A., Alb.) 

amptman van het Gorecht 1630-1643 (wordt 27 nov. 1638 raad van state, 

en volgt H. Eiben) (1642 wordt raadsheer, hem volgt Jan Tjassens mede lid 

van de stadsraad) (1643 wordt raadsheer en volgt Johan Tjassens) 



raad van state voor de stad 1638 (opvolger van Wijgbolt Aldringa), 1639 

(wordt amptman van het Gorecht) 

raadsheer 1642-1645, 1647, 1648 


gedeput. staten voor de stad 1649 (wordt burgemeester 9 febr. 1650) 

burgemeester 1650 (sterft 13 aug., en volgt Peeter Eissinghe) 

Sijgers (Sijgers), Albert (A., Abert, Abr., Alb.) 





raadsheer 1680, 1681, 1683, 1684, 1686, 1687, 1689, 1690, 1692 (sterft 

24 maart [1692], volgt 5 april W. Pott) 




Sijgers, Berend (B.) 

gezworen meente 1603 (novotiis), 1604, 1606, 1609, 1610, 1612, 1613 



gecommiteerde (administratie) tot de kloostergoederen 1608- 1612, 1614 

rentmeester van de stad 1615 (de 30 november gekozen) - 1617 

kluftheer Akluft 1617-1619 (rentmeester) 


hoofdman 1620, 1621, 1624, 1625 



Sijgers, Berend 

burgemeester 1626, 1630, 1631, 1634, 1635 (sterft 24 juni, volgt 30 dito 

Gosen Schaffer) 

hoofdman 1628, 1629, 1632, 1633 

Sijgers, Berend 



Sijgers, Bernhard 


Sijgers, Evert 1641 


Sijgers, G. [de (d.)] 



158


Sijgers (Sijgers), Geert (G., Gerh., Gerhard, Gerhardus) [de] 

administratie van de weeskamer (weesheer), 1625 (in de plaats van Marten 

Hubbeldink), 1626, 1629-1635, 1643, 1644, 1645, 1650 


busheer van het gildrecht 1634, 1636, 1637, 1639, 1646, 1648, 1649 

gezworen meente 1632, 1633, 1635, 1636, 1639, 1640, 1643, 1644 (zie 

onder) 


kluftheer 1634-1650 (zie onder) 

weesheer 1651, 1654, 1655 


busheer van het gildrecht 1651, 1653-1655 


Sijgers, Gerhard 


Sijgers, Herman (H.) 

gezworen meente 1647-1651 (resigneerd 7 april [1651]) 

(Hoort bij Sijgers [van Hankema?) 

Sijgers, Jacob (J.) 


(sterft?) 




weesheer 1645 

Sijgers, Jacob 


sterft 1646? 

Sijgers, Joachim (J.) [de] 



Sijgers, Johan (...., J., Jan, Joh.) [de] 




extr. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1676, 1678 (wordt 

prov. rekenmeester en volgt J. van Borck, die ook rentmeester wordt en 

volgt Hendr. Swarte) 

provintiale rekenkamer (rekenmeester) voor de stad 1678 (opvolger van 

Cebes Werumeus) - 1682, 1684 

olderman van het gildrehct 1682 


Sijgers (Sijghers), Sijger (Sijgers) 


Sijgers, Sijgers (Sijger) 



Sijgers, Sijger (S., Sijgers, Sijgher) 

admiralts. in Zeeland voor de provincie 1635 

admiralts. in Zeeland voor de stad 1639 






159

Sijgers [van Sappema], Sijger (S., Sijgers) [de] 



raadsheer 1652 (opvolger van Lucas van Hulten), 1653, 1655, 1656 


Sijgers, Sijger (S.) 


Sijgers, Wolter (W.) 

ambtman van het Gorecht 1618, 1619 (de 18 maart in zijn plaats 

gesurogeerd Egd. Halbes die absent is en tot zijn terugkomst op 5 april als 

plaatsvervangend Rudolph Wicheringe) 

drost van het Oldampt 1619 (volgt Mello Coneders op) - 1628 

Sijgers, Wolter de 


Sijgers, Wolter (W.) 

olderman van 't gildrecht 1681, 1683, 1685 

Sijghers, [de] 

rentmeester der predikantengoederen 1664-1667 

Sijghers, de, ....... 

luitenant generaal commandeur der stad Groningen 1749 (aangesteld 25 

dec. 1749) 

Sijgers ter Borgh [ter Borch], Geert (G., Gijsb., Gijsbert) [de] 


geworen meente 1696, 1697, 1699, 1700 (zie onder) 

weesheer 1699, 1700 (opvolger van L. Werumeus) (zie onder) 


1720, 1721, 1723 (zie onder) 



weesheer 1702-1704, 1706-1708, 1710-1712, 1714-1723 (zie onder) 

N.B.: in 1710 weesheer, voornaam Geert 




weesheer, 1725 (resigneerd zijn ambt op Alb. Jan Berchuijs voor 3500 

guldens, en zulks de 6 december 1725) 

Sijgers [van Hankema], Harm (H., Harmen) [de] 


gedeputeerde staten v.d. provincie 1655, 1656, 1659, 1660, 1663 


Sijgers van Meijma, Jan 


Sijlbaak, Zijlbaak (Sijlbak), Willem (W., Wilh., Wilhelm) 




pontkamer voor de gezworenen 1694, 1696, 1697, 1699, 1700 

ontvanger der coll. successien 1700 (zie onder) 

ontvanger der collatrale (coll.) successien 1701-1712 

gezworen meente 1702-1706, 1708-1711 


Zijlman, Sijlman, L. 

gezworen meente 1738, 1739, 1741-1742, 1744, 1745, 1747-1750 (zie 

onder) 

raadskeurheer (zie onder) 

gezworen meente 1751-1754, 1756, 1757, 1759, 1760, 1762, 1763 (sterft 

160

9 juni 1763) 



Sijlman [Dr.] P. 

rentmeester der Ommelanden 1761-1766 (overleden 27 juli [1766] en 

opgevolgt door Dr. L. Fruitier) 

Sijlman, W.D. 

pontkamer wegens de raad 1674-1679 

Sijpers, Lodewijk 



Sijsen, Albert (A.) van 

kluftheer 1695-1699 (sterft en volgt C.R. Gerlacius) 

artilleriemeester van de stad 1699 (sterft en volgt hem Rembt de Mepsche) 

Sijsen, Cebes (C.) van 

ontvanger der koopschatten 9 aug. 1736 (opvolger van H.J. Gruijs)-1750 

(zie onder) 

ontvanger der koopschatten [en vrijwill. verk. v.h. hof (de hove) van 

justitie] 1751-1770 (sterft 25 nov. 1770 en volgt W.C. van Iddekinghe) 

Sijsen, H.W. (W.H.) [....] van 

olderman van het gildrecht 1779 (opvolger van F.H. Sichterman) - 1781, 

1784-1786, 1788-1794 

Sijsen, Hendrik (H., Hendr., Henrik, Henrik [....]) van 


ex. ord. raad amiraliteit te Harlingen v.d. stad 1707 


raadsheer 1711, 1712, 1715, 1716, 1719, 1720 (wordt burgemeester, en 

volgt H.H. Siccama als raadsheer) 


burgemeester 24 maart 1720 (opvolger van Wilhelm Baurmester), 1723 

(zie onder) 

scholarch der Latijn. scholen 1720 (zie onder) 


bewindhebber der W. Indische Comp. v.d. provincie 1722, 1723 (zie onder) 

burgemeester 1724, 1727, 1728, 1731, 1732, 1735, 1736 

bewindhebber der W. Indische Comp. v.d. provincie 1724-1729, 1731-1737 

(sterft 5 jan. 1738) 

hoofdman 1726, 1729, 1730, 1733, 1734, 1737 (sterft 5 jan. 1738 en volgt 

24 dito A.J. van Berchuijs) 

scholarch der Latijn. scholen 1731 (burgemeester), 1734 (burgemeester) 


Sijsen, Hendrik (H.) van 

secretaris [v.d. ambtman] v.h. Gorecht 1727 (opvolger van R.T. Drews) - 

1732 

ambtman v.h. Gorecht 1733 

Sijsen, Hendr. [is J.?] van, J. van 

ex. ord. raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1736 

wordt 16 nov., provt. rekenmeester in plaats van C. Tjassens; hem volgt als 

adm. heer Peter Altorphius; deze wordt ambtman van 't Gorecht (N.B.: 

aangesteld 14 maart 1737); en hem volgt H.J. Veldman 

provt. rekenkamer voor de stad 1736 

in plaats van Corn. Tjassens 

provt. rekenmeester 16 nov. 1736 

in plaats van C. Tjassens 

Sijsen, J. van 

secretaris v.d. weeskamer 1753 (wordt weesheer en volgt E.P. Smith) 

weesheer 1753 

161

N.B.: opvolger van J. van Hoorn abusievelijk E.T. van Drews 

Sijsen, J.R. van 

gez. meente 1789, 1790, 1792, 1793 

Sijsen (Sijzen), Johan (...., J., Jan, Joh.) [van] [...] van 

gezworen meente 1667, 1668, 1670, 1671, 1673, 1674 (zie onder) 






provintiale rekenkamer voor de stad 1684 (tot extr. ord. hoofdman [= 

raad] verkozen, surrogeerd A. Aldringa, van die wordt staten generaal, 

volgt H. de Veenkamp) 

extra ord. hoofdman [= raad] voor de stad 1684 

extra ord. raad admiraliteit te Harlingen voor de stad 1685 (wordt 20 maart 

[1685] raadsheer, volgt H. de Veenkamp) 

hoofdman 1684 (opvolger van Reneke Busch), 1696 (raadsheer), 1699 

(raadsheer) 

raadsheer 20 maart 1685, 1688, 1689, 1691, 1692, 1694, 1695, 1697, 

1698, 1700 (zie onder) 


gedeputeerde staten voor de stad 1690, 1693 (zie onder) 

scholarch der Latijnsche scholen 1698 (raadsheer) (zie onder) 

raadsheer 1701, 1703, 1704, 1706 (sterft 9 sept. [1706], en volgt 17 dito 

Edzard Smith) 



Sijsen, Hendr., Hendrik, H., Hendr., Henric [......] (H., Hindr.) van 




extr. ord. raad admiralt. te Harlingen v.d. stad 1734, 1735 


(Hoort bij vorige?) 

raadsheer 1737, 1739, 1740, 1742, 1743, 1745, 1746, 1748-1750 

raad van state v.d. stad 1741, 1747 


weesheer 1745 (opvolger van L. Wijchel) 

secretaris v.d. weeskamer 1746-1750 

scholarch der Lat. school 1750 (raadsheer) 

gedeput. staten v.d. staf 1750 

Sijsen, Hendrik (H., Hendr., Hr., .....) [....] van 

secretaris v.d. weeskamer 1751 

secretaris v.h. gildrecht 1752 

gedeput. staten v.d. stad 1751, 1758, 1761, 1764, 1766 (opvolger van E.T. 

van Drews) (raadsheer 1766), 1768 (zie onder) 

burgemeester 1752, 1753, 1756, 1757, 1759, 1760, 1762, 1763, 1765, 

1766, 1769, 1770, 1773, 1774 (zie onder) 

admiralitetit van (te) Amsterdam 1754, 1755, 1767, 1775 



curator academia v.d. stad 1760-1775 (burgemeester 1760, 1764) 

bewindhebber der W.I. Comp. v.d. stad 1761-1775 (burgemeester 1760, 

1764, idem 1763, 1764)) (zie onder) 

provint. rekenkamer v.d. stad 1762, 1763, 1769, 1770, 1773 (raadsheer), 

1774 

raadsheer 1764 (in plaats van Joost de Valcke), 1767, 1768, 1771, 1772, 



raadsheer 1776, 1779, 1780, 1783, 1784 


curator academia v.d. stad 1776-1786 (burgemeester), 1788-1794 

bewindhebber der West Ind. Comp. v.d. stad 1776-1786, 1788-1791 

162

urgemeester 1777, 1778, 1781, 1782, 1785, 1786, 1790, 1791, 1793, 

1794 

gedeput. staten v.d. stad 1777, 1778 (raadsheer), 1780-1786 (raadsheer), 

1788, 1789 




commissaris tot de Westindische handel 1792 (het octrooi van deze 

maatschappij is met ultimo december 1791 ingetrokken en voeren dus die 

heren deze titel)-1794 

Sijsen, Johan van 

gedept. staten voor de stad 1717 

Sijsen, Joh. van 

landschrijver van 't Oldampt 29 nov. 1723-1728 

opvolger van Adriaan Wildervanck 

Sijsen, Johan van 

hoofdman 1725 

Sijsen, N.N. [....] 

ontvanger der vrijwillige verkoping 28 aug. 1736, 1738-1742 

Sijsen, R. van 



Zijtsema (Sijtsema), Willem (W.) 

secret. van 't gildrecht 1656 

secret. van de kluft 1657-1660, 1662-1664 (overlijdt en volgt 10 aug. 

Valerius Venhuijsen) 

Zijtzema van (v.) (op) Bellingweer (Bellingeweer), P.W. (....) [van] 


admiralts. te Harlingen v.d provincie 1752, 1753 



Zijtzema van Bellingweer (Bellingw.) T.O. [....] van [...] 

gecommitt. raad der Ommelanden 1782-1786, 1788, 1789 




Siccama, Harco (H.) Hillarius (H.) [.....] 

raadsheer 1724, 1727, 1728, 1731, 1732, 1735 (sterft, en de 16 november 

Cornelis Tjassens gekozen), 1736 (sterft 7 nov., en volgt 16 dito Cornelis 

Tjassens) 

gedeput. staten v.d. stad 1725, 1729, 1730, 1733, 1734 



N.B.: sterft 1735 (niet juist) of 1736? 

Siccama, Harco (H.) Hillebrand (H. Hill.) [....] 

monster commissaris 1709, 1710, 1712, 1713 

ambtman v.d. Gorecht 1716 (opvolger van Johan Loman), 1720 (opvolger 

van T.T. Gerlacius) 

provint. rekenmeester (rekenkamer) v.d. stad 1716, 1718-1720 

ex. ord. raad admiralts. te Harlingen v.d. stad 1717 

raadsheer 1720 (opvolger van Hendrik van Sijsen), 1723 (opvolger van 

Reint ten Winkel) 

hoofdman 1721 


Siccama, J.A. 


163

opvolger van R.T. van Iddekinghe 

Siccama, Jan Hora (J.H.) [....] 

provint. rekenkamer v.d. stad 1778 (wordt raadsheer juli 1778 en volgt 

W.A.C. van Iddekinghe), 1779 (raadsheer), 1788 (door het wijsbeleid van 

de stadhouder gelicentieerd en weggeschopt en opgevolgd door H. Lohman) 

raadsheer juli 1788, 1782, 1785, 1786 


Siccama, W. 

rentmeester der geestelijke goederen 1733 (is de eerste van dit geslagt [: 

thans voor een gedeelte door Willem de Iste adelijk verklaard:] die eenige 

publique betrekking of ambt heeft gehad, is echter noch als borgemeester 

gestorven) - 1737 (wordt lid van de admiralts. 24 jan. 1738, en volgt hem 

Sigfridus Klugkist) 

lid van de admiralts. 14 jan. 1738 

ambtman v.h. Gorecht 1738 (de eerste van die naam in enige post gesteld; 

behalve de raadhr. H.H. Siccama, vide de jaare 1730 waaromtrent deze 

xemarque geldig is zijnde deze hr. H.H. Siccama ook monster commissaris 

der jaare 1709) - 1741 (wordt provint. rekenmeester en volgt Rudolph 

Emmen) 

provint. rekenmeester [v.d. stad] 1741-1745 

Siccama, Wiardus (W., .....) [...] 

gezworen meente 1739 (de eerste die enige post heeft bekleed), 1740, 

1742, 1743, 1745 (wordt raadsheer 31 mei 1745 - de eerste die in de raad 

van die naam, die geplaatst is geweest) 

raadsheer 31 mei 1745, 1746, 1750 (zie onder) 

generalts. rekenkamer v.d. stad 1748, 1749 (zie onder) 

meesterknaap v.h. jachtgerichte voor de stad 1750 (raadsheer) 

admiralts. te Harlingen v.d. stad 1750 (zie onder) 

meesterknaap v.h. jachtgerichte v.d. stad 1751-1775 (1751 raadsheer, 

1765-1767 burgemeester) (zie onder) 




burgemeester 1757, 1758, 1761, 1762, 1765, 1766, 1769, 1770, 1773, 


gedeput. staten v.d. stad 1759, 1767, 1771, 1772 

raad van state v.d. stad 1760, 1764, 1768, 1775 

bewindhebber der W.I. Comp. v.d. stad 1761-1775 (1763, 1764 burgemeester) 

scholarch der Lat. scholen 1765, 1766, 1769-1772, 1774, 1775 (burgemeester) 

provint. rekenkamer v.d. stad 1775 (raadsheer) 

burgemeester 1776, 1777, 1779, 1780, 1783, 1784, 1790, 1792, 1793 

bewindhebber der West Ind. Comp. v.d. stad 1776-1786, 1788-1791 

[meesterknaap][provint.] jachtgerichte v.d. stad 1776-1786, 1788-1794 

scholarch der Lat. scholen 1777 (burgemeester) 

admiraliteit te Amsterdam 1778, 1782, 1794 


gildrechtsheer 1783 (opvolger van N. Emmen), 1784 

generaliteits rekenkamer v.d. stad 1785, 1789 (wordt 27 aug. [1789] in 

plaats van Berchuis in de raad geroepen en volgt H.G. Sikinge), 1791 

secretaris v.h. gildrecht 1786, 1788-1794 

raadsheer 17 aug. 1789 

commissaris tot de West Indische handel 1792-1794 

Siccama, Wied 


Sicckes (Sikkes), Mele (Melis) 


staten generaal v.d. provincie 1739, 1740, 1743, 1744, 1746-1749 


Sickman (Sickeman, Sicman), Johan (J.) 

164

gezworen meente 1671, 1672, 1674, 1675 (zie onder) 







gedeput. staten voor de stad 1685 (sterft 25 febr. [1685] en volgt M. Pels) 

Sickinghe, E.E.T. (E.T.) [....] 

rentmeester der venen 1748-1757 (wordt 15 jan. 1758 raadsheer en volgt 

J.H. Keizer) 

raadsheer 15 jan. 1758, 1759, 1761, 1762, 1765, 1766 (zie onder) 


admiralts. te Harlingen v.d. stad 1763 



raadsheer 1769, 1770, 1773, 1774 (zie onder) 

scholarch der Lat. scholen 1774, 1775 (raadsheer) (zie onder) 

generalts. rekenkamer v.d. stad 1775 (zie onder) 

N.B.: voorletter E.T. instede van E.E.T.: 

1751 rentmeester der venen 

1764 staten generaal v.d. stad 

1765, 1766 raadsheer 

1767 gedeput. staten v.d. stad 


raadsheer 1777, 1778, 1781, 1782, 1784, 1785 


generaliteits rekenkamer v.d. stad 1783, 1786, 1793 

burgemeester 1788 (in plaats van de burgem. Siccama genadiglijk door 

Z.H. gepasseerd), 1789, 1791, 1792, 1794 

scholarch der L. scholen 1791 (burgemeester) - 1792 (burgemeester), 1794 


Sickinghe, Hendr. Georg (H.G.) [.......] 


provint. rekenkamer v.d. stad 1783-1786 (opvolger van D.B. van Idsinga), 

1788 (in plaats van J.T. Fockens die uit zijn ambten is gezet en 

weggestuurd) - 1791 

generaliteits rekenkamer v.d. stad 1789 (opvolger van W. Siccama) 


admiraliteit te Harlingen v.d. stad 1793 (opvolger van H. Lohman), 1794 

Sickinghe, Jan 

general. rekenkamer voor de provincie 1611 

qui surogat den 11 april Eilco Glant 

Sickinghe, Ludolf 


Sickinghe, Onno (O.) [....] 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1713-1715, 1721 (wordt 24 mei [1721] 

raadsheer, en volgt eodum dati Joh. Hora) 

rentmeester v.d. venen 28 april 1717 (opvolger van Jan de Drews) 

ambtman van 't Gorecht 11 febr. 1718 (opvolger van Leonard de Veencamp) 

raadsheer 24 mei 1721, 1722 (zie onder) 

ord. raad admiralt. te Harlingen v.d. stad 1723 (zie onder) 

raadsheer 1724, 1725, 1727, 1728, 1730, 1731, 1734, 1735, 1737, 1738, 

1740, 1741, 1743, 1744, 1746, 1747, 1750 (zie onder) 

ord. raad admiralts. te Harlingen v.d. stad 1726 1726, 1729 

scholarch der Latijnsche scholen 1731 (raadsheer), 1744 (raadsheer), 1747 

(raadsheer) (zie onder) 



drost v.h. Oldampt (der beide Oldampten) 1736, 1739, 1745, 1748, 1749 


165

aadsheer 1751, 1753 (wordt burgemeester en volgt Berend van Iddekinghe) 


burgemeester 1753, 1754, 1755 (sterft 15 aug. [1756] en volgt W. van 

Swinderen 

scholarch der Lat. scholen 1753 (succedeert in plaats van raadsheer 

Folkers) 


Sickinge, P.R. 

secretaris v.d. kluft 1770 (opvolger van J.M. Oostbroek) - 1775 (zie onder) 


gezworen meente 1776, 1778, 1779, 1781 (wordt lid v.h. hof [van justitie]) 

secretaris v.d. kluft 1776-1781 (wordt hoofdman) 


hoofdman (lid v.h. hof van justitie) 1781 (opvolger van J.H. Quintus) - 

1786, 1788-1794 

Sickinghe, Rembt 


Sickinghe, Roelf, Rudolf 





Sickinge (Sickinghe), Thejo (Theie, Theijs) 

admiralts. te Dokkum voor de provincie 1644 



Simonides, Adriaan (A., Andr., Ant.) 



secretaris provint. rekenkamer 1631 (opvolger van Albertus Leo) - 1646 

gedeput. staten voor de stad 1647 (in de plaats van R. Eissinge) (zie onder) 


ordinaris admiralts te Harlingen voor de stad 1650 


sterft en volgt hem H. Emmelkamp 

Simonides, S. 

secretaris van de weeskamer 1635 (opvolger van Johan Grauwers) 


Sijmens, Adriaan 


Sijmons, Egbert 

gez. meente 1591, 1592 

Sijmens, Evert 



Sijmons, Gerrit 


Simons (Sijmons), Harm (Harmen) 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1739-1741, 1747, 1748 

Sijmens, Jan (J., Johan) 






raadskeurheer 1607, 1612, 1617, 1618, 1621 (overleden) 

166

ijgenoemd raadskeurheer 1610 

administratie det weeskamer 1613-1616 


raadsheer 1617, 1618, 1621 

Sijmens, Lodewijk 

gezworen meente 1616, 1617 (overleden 1617) 


Sijmens, Roelf (R., Roelef, Roelof, Rudolf) 


raadsheer 1604, 1605, 1612, 1613 

pontkamer wegens de raad (regering) 1606-1608, 1610, 1611 


raadsheer 1596, 1597, 1599, 1600 (zie onder) 

Sijmons, Sijmon (Simon, Sijmen) 

gez. meente 1585, 1586, 1589, 1590, 1592, 1593 

gildrechtsheer 1594 (hopman)-1596 



Sijpkens, E.R. 

gez. meente 1784, 1785 

Sijpkens, T. 

door de gezworenen gekozen als gezworen meente in 1752 doch in zijn 

plaats is door de princesse gouvernante aangesteld H. van Bulderen 

Sjoursema, Sigfridus 

artilleriemeester 1644 

Sjourdsema (Sjoursema), Sigfridus (S., Suffr., Suffridus) 




Sissink, Johan (Jan) 

gecommitt. raad van de Ommelanden 1703 (subsitueert op zijn tour een 

edelman tot een president) - 1705 


Sitter, A.J. de 

rentmeester van de venen 1767 (opvolger van J.H. Keizer) (zie onder) 

rentmeester v.d. venen 1776-1780 (wordt raadsheer febr. 1781 en volgt 

A.S. Werumeus) 

raadsheer febr. 1781, 1782 

drost v.h. Oldampt 1783 (opvolger van provisioneel drost B.D. van Idsinga) 

- 1786, 1788 (wordt uit die post gezet en volgt E.W. Uchtman) 

Sitter, W.R. de 

weesheer mei 1735 (opvolger van Nicolaus Robers) - 1737 (wordt advoct. 

fiscaal v.d. stad, en volgt J. van Hoorn) 

advocaat fiscaal [v.d. stad] 1737 - 1749 (de eerste van die naam in 

geslacht, die in ambt. bediening is gesteld) (wordt secret. van de stad in 

plaats van Laman, en volgt hem als fisccal Mr. H. ter Borgh) 

secretaris v.d. [stads]raad 1749 (opvolger van W. Laman), 1750 (zie 

onder) 

N.B.: 1937 voorletter alleen R. 

secretaris van de raad 1751-1763 (wordt 8 febr. 1764 raadsheer en volgt 

op data Paulus Laman) 

raadsheer 8 febr. 1764, 1765, 1768-1770, 1772, 1773 (zie onder) 

staten generaal v.d. stad 1766, 1767, 1774, 1775 (zie onder) 

gedeput. staten v.d. stad 1770 (raadsheer) 

raadsheer 1776, 1777, 1780 (sterft 12 april [1780] en volgt D.G. Burmania 

Rengers) 

staten generaal 1778, 1779 

167

Sitter, Willem (W.) de 

hoofdman 1776 (opvolger van Harm ter Bergh) - 1786, 1788-1794 

Slochteren, Heer van 


Slochteren, Piccard v., .......... 

ord. raad admiralts. te Harlingen voor de prov. 1747 

Smith, E.P. [Hr.] (Edzard, Etz.) Pet. 

gezworen meente 1776, 1777, 1779, 1780, 1782 (wordt raadsheer), 1783 

(raadsheer) 




secretaris v.d. weeskamer 1777-1781 (wordt rekenmeester en volgt J. 

Wolderingh) 

rekenmeester (provint. rekenkamer) v.d. stad 1781, 1782, 1784 (wordt 

staten generaal en volgt A. Berlingh) 

raadsheer 1782, 1783 (opvolger van B. van Iddelinghe), 1785, 1786, 1789, 

1790, 1792, 1793 

admiraliteit te Harlingen v.d. stad 1783 (wordt 4 sept. [1783] raadsheeren 

volgt Adr. Berteling 

staten generaal v.d. stad 1784 (opvolger van D.B. van Idsinga), 1788 

(opvolger van H. Wolters), 1791, 1794 

gedeput. staten v.d. stad 1788 (wordt staten generaal en volgt in augustus 

[1788] W.J. v. Iddekinghe) 

gildrechtsheer 1753 (wordt secretaris v.d. weeskamer 27 nov. [1753], 

1754, 1756, 1757, 1759, 1760, 1762, 1763, 1765, 1766, 1768, 1769, 1771, 

1772, 1774, 1775 

secretaris v.d. weeskamer 1753 (opvolger van J. van Sijsen) - 1775 


1768, 1770, 1771, 1773, 1774 (zie onder) 

raadskeurheer 1757, 1772 (zie onder) 

weesheer 1766 


Smith, Edzard, Edzaed (E., Ed., Edz.) 




weesheer 1691 (opvolger van Jan van Hoorn), 1693, 1694 

president van 't generaliteits krijgsgerichte 1694 

extr. ord. raad admiralts. te Harlingen 1695 

provint. rekenkamer voor de stad 1696-1700 (zie onder) 

provint. rekenkamer v.d. stad 1701=1706 


raadsheer 17 sept. 1706 (opvolger van Johan van Sijsen), 1707, 1709, 

1711, 1712, 1714, 1715 



ord. raad admiralt. te Harlingen v.d. stad 1713 

hoofdman 1716 (sterft 5 mei [1716], en volgt 16 dito Ant. ten Hola) 

Smith, Egbert Tomas 


Smith, Geert 

extra ord(inaris) admiraliteit tot Dokkum, voor de provincie 1597 

Smit (Smit), Hendrik (Hendr.) 


raad van state voor de provincie 1648 (plv. Conraad Meijer) 

Smith (Schmit), Jan (J.) Gerh. (G.) [.....] 

gezworen meente 1724, 1725, 1727, 1728, 1730, 1731, 1733, 1734 (wordt 

168

aadsheer?) 



kluftheer 1727 (opvolger van J. Dronrijp) - 1736 (wordt raadsheer, en volgt 

10 mei [1736] Fred. Amsingh) 

raadsheer 1734, 1736, 1737, 1739, 1740, 1742, 1743, 1745, 1746, 1748- 



gedeput. staten v.d. stad 1741, 1744 (zie onder) 

scholarch der Lat. sholen 1746 (raadsheer) (zie onder) 

Smith (Schmit), Jan (J.) Gerh. (G.) [......] 


raadsheer) 



kluftheer 1727 (opvolger van J. Dronrijp) - 1736 (wordt raadsheer, en volgt 

10 mei [1736] Fred. Amsingh) 

raadsheer 1734, 1736, 1737, 1739, 1740, 1742, 1743, 1745, 1746, 1748- 



gedeput. staten v.d. stad 1741, 1744 (zie onder) 

scholarch der Lat. scholen 1746 (raadsheer) (zie onder) 

raadsheer 1751, 1753, 1754, 1756 




Smith (Schmit), Nic. (N.) J. [Hr.] 

weesheer 1783 (opvolger van S. Gockinga) - 1786, 1788, 1789 (sterft, 

hangt zichzelf op) 

gezworen meente 1784, 1785, 1788, 1789 (sterft) 

verhangt zich op 7 okt. [1789] en volgt J. Wolderingh 



raadsheer 1687, 1688, 1690, 1691, 1693, 1694, 1696, 1697 





Snip, Bartholomeus (Barth, Bartholt) 

ontvanger der colltrale successien voor de provincie 1694-1699 

Sommerlatte, Van (V.) 

commandeur v.d. stad aug. 1770 (opvolger van Van Holsten) - 1775 (1771- 

1775 generaal majoor) (zie onder) 

commandeur v.d. stad 1776-1786 (1776-1779 gen. majoor, 1780-1785 lt. 

generaal), 1788, 1789 

Spanheim, Andreas (A., And., Andr.) 

rentmeester voor de stad 1694 

rentmeester van de Ommelanden 1695-1697, 1699, 1700 

rentmeester v.d. provintiale goederen 1701-1723 

Sparringa, H. 



Spekman, J. 




Spoormaker, H. [.....] 

pontkamer wegens de [18] gilden 1750 (opvolger van Hendr. Lauters) - 

1756 (sterft [1756] en volgt L. van der Warff) 

169

Staal, A.T. 


Staal, Foppo (Foppe) Arents (A.) 


Stale (Staal), Hemmo (H.) 

richter van Westerwolde 1628-1634 (hem volgt 15 jan. 1635 Eppo Sijbinga) 

Stachting (Stachtingh), Arend (Arent) 


Star, Cornelius (C., Corn., Cornelis) 

gezworen meente 1719, 1720, 1722 (schoonvader van de colonel Lichtenvoort. 

Vader van Cornelis Lichtenvoort, woonachtig in het Kleinmeer anno 



1738, 1740, 1741, 1743, 1744 



raadsheer 1746, 1747 (sterft 9 jan. 1748, en volgt 20 dito Peter 

Alstorphius, en was die monsr. C. Star de eerste en de laatste heer, van die 

familie 

Star Lichtenvoort, C. 


Starkenborgh, A.J. van 


Starkenborgh, A.L.T. van 


Starkenborgh, Albertus (Alb.) 

gedeputeerde staten van de provincie 1599, 1600 

Starkenborgh, E.J.T. van 


Starkenborgh, E.J.T. [van] 


provint. rekenkamer v.d. provincie 1781 (opvolger van Sicce Melis) 

Starckenborgh, E.O. Tjaard (T.) van 


Starkenborgh, L.T. van 

gecommitt. raad van de Ommelanden 1723, 1724, 1727, 1728 

staten generaal v.d. provincie 1725, 1726 (is Starkenborgh van Whee, 

L.T.?) 

Starkenborgh, Lambert van 


Starkenborgh (Starckenborgh) Luirt 

staten generaal voor de provincie 1667, 1668, 1671, 1672, 1675, 1676 

Starkenborgh, T. 

zie: T[aarda] van Starkenborgh 

Starkenborgh v. Dunningen, 


Starkenborgh van Leens, ........ 



170



Starkenborgh van (op) Leens, ....... 

gecommitt. raad der Ommelanden 1757-1759, 1762, 1763, 1766-1779 


Starkenborg van Whee, (Heer van Whee) C.T. [.....] 



Starkenborgh (Starkenb., Starkenborg) van (v.) Whee, L.T. (.....) 


admiraliteit te Harlingen 1771 (zie onder) 


in 1757 is de voorletter alleen L. 


gecommitt. raad der Ommelanden 1777, 1780, 1781, 1782 (sterft 1782) 

Starckenborgh (Starckenborg, Starckenborgh, Starkenb.) van Whee, .......... 

gecommitt. raad van de Ommelanden 1699, 1699-1705, 1717-1722 

ex. ord. raad admiraliteit te Harlingen v.d. provincie 1711, 1712 





Starkenborgh (Starkenb.) van Whee, L.T. [.....] van 


curator academia v.d. provincie 1725-1727, 1735, 1736, 1743-1748 

provint. rekenkamer v.d. provincie 1741, 1742 (hoort bij vorige?) 

Starkenborg v. Thedema, A.P (is A.P.T.?) 

meesterknaap van 't jachtgerichte voor de prov. 1750 

Starkenborgh (Starkenb.) van (v.) [Thedema], A.P.T. [...] [van] 

gecommitt. raad der Ommelanden 1752-1753, 1756-1759, 1764, 1765 

meesterknaap v.h. jachtgerichte 1751-1753, 1755-1768 (sterft dec. 1768 

en volgt Rengers van Farmsum (Hoort bij vorige?) 

Starkenb. van Whee van Thedema, ...... 

meesterknaap van 't jachtgerichte voor de prov. 1754 

N.B.: hoort bij Starkenborgh van Thedema? 

Hoort bij vorige? 

Starkenborgh (Starckenborgh) van Wetsing (Wetsinge, Wetzing), L.T. (.......) 



curator academia v.d. provincie 1708-1710, 1717 


admiraliteit (admiralt.) te Amsterdam 1719, 1720 


Starkenborg van Wetzing, L. (is L.T.?) 


(Hoort bij vorige?) 

Stechnerus (Stegnerus), J. 


admiralt. te Harlingen v.d. provincie 1788, 1789, 1792, 1793 

Stedum, Gerlacius van 


Stedum, Heer van 

gedeputeerde staten voor de prov. 1731 

171

Steenhuisen, E.J. 


Steenhuijsen, H. van 


Steenhuisen (Steenhuijsen, Steenhuizen), Peter (P., Peeter, Pet.) van 


extra ordinair raad admiraliteit (admiralt.) te Harlingen v.d. stad 1704, 

1705 

extr. ord. raad admiralt. te Amsterdam v.d. stad 1706, 1708 


staten generaal v.d. stad 1710, 1712-1714 

hoofdman 1711 

raadsheer 11 maart 1716 (opvolger van Joseph Trip), 1717 (sterft 14 nov. 

[1717], en volgt Jan Harm Keizer) 

Steenhuijsen, P.S. (is Steenhuizen, Peter?) 

hoofdman 1715 

Steenhuijsen, Peter Jan (J.) van 


Stenhuis, Bronne Sijabes (Sjulles) 


Stenvorden, Berend (B., Barend, Berent) van 




Stionker (Stoinker), Albert (Alb.) 


Stolts, Joh. Vertier 


Stolts, Johan van 


Stolts, [dr.] Johan (J., Joh.) Vertier (V., Vert.) 


(wordt 11 febr. 1693 admiraliteitsheer te Harlingen, en kort daarna wegens 

malversatie in zaken zijn comptoir als rentmeester der geestelijke goederen 

begaan, van zijne posten afgezet en inhabel verklaard; hebben de post 

rentm. elf jaren bediend), 1694 




rentmeester van de geestelijke (predikanten-)goederen 1685 (opvolger van 

W. Gruijs) - 1693 

weesheer 1692 

admrialiteitsheer te Harlingen 11 febr. 1693 

Stork, J. Reinders 

gecommitt. raad de Ommelanden 1722, 1723 

Storck, Jurrien (J.) Reinders (R.) 

gecommitt. raad v.d. Ommelanden 1724-1730, 1733 

Struive (Struve), W.E. (J.) 


Swaagh, Everh. (E.) Peterus (P.) van der 

monster commissaris [van het krijgsgerichte] 1724-1729, 1731-1739 

monster commissaris 1719, 1720, 1722, 1723 (zie onder) 

Swalve, Otto (O.) 

gezworen meente 1696, 1697, 1700, 1701 (sterft 12 jan. 1702) 

172


Swaneveld (Swaneveldt), G. [van] 

gildrechtsheer 1744, 1745, 1747-1750, 1752, 1753, 1755 

Swarte, [dr], Gerhard (Gerh., Gerhart) 


hoofdman 1653 (opvolger van Berend Isebrants), 1654, 1657, 1658, 1661, 

1662, 1665 (overlijdt 24 maart, en volgt G. Hoorenken) 

curator academia voor de stad 1653, 1660 (burgemeester), 1662 (burgemeester), 


burgemeester 1655, 1656, 1659, 1660, 1663, 1664 

lt. president van de hoofdmannenkamer 1659 (roulerend) (burgemeester) 

Swarte, Hendrik (Hendr., Henr., Henric) 

seceretaris van de stad 1665-1670, 1672-1675 (zie onder) 

secretaris van de stad 1676-1678 (wordt admiraliteitsheer te Harlingen, en 

volgt L. Ludolphi) 

admiraliteitsheer te Harlingen 1678 

extr. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1678 (opvolger van J. 

van Borck), 1680 

gedeputeerde staten voor de stad 1679 (opvolger van Adreas Ludophi) 

staten generaal voor de stad 1679, 1681 (wordt hoofdman in de kamer van 

justitie den 6 juni [1681]) 

hoofdman 1681-1685 (sterft 29 mei, en volgt 1686 B. Canter) 

raadsheer 6 juni 1681 (opvolger van Johan Tammen) 

Swarte, Jacob (J., Jac.) 



Swarte, Jacob (J.) 

provint. rekenkamer voor de stad 1661-1666 (wordt raad van state) 

raad van state voor de stad 1666-1668 

staten generaal voor de stad 1666 (opvolger van Hendrik Gockinga), 1669, 

1670 (wordt raadsheer en hem volgt Nic. van Borck) 

raadsheer 1670 (opvolger van Samuel Emmius) 

Swarte, P.J. 

richter van Bellingwolde 1727 (opvolger van J.H. van der Laan)-1749 

(afgezet door stadhouder Willem IV en volgt hem Jonker Johan Hendr. 

Godeus) 

Swartwolt (Swartwold), Harm 


Swartwold, Harm (H.) 





Swartwold, J. 


Swartwold (Swartwoldt, Swartwolt), Johan (J., Jan, Joh.) 




Swinderen, A.H. [...] van 

raadsheer 1776, 1777, 1779, 1780, 1782, 1783, 1785, 1786 

richter van Westerwolde 1776 

drost van Westwoldigerland 1777 (opvolger van Peter Muntinghe)-1786, 

1788-1794 

provint. rekenkamer voor de stad 1781 komt in de gedeput. staten en volgt 

Hendr. Loman) 

gedeputeerde staten voor de stad 1781 (opvolger van Van Gesseler), 1784, 

173

1788 

burgemeester 1789 (in plaats van de burgemeester H. van Sijsen die door 

Z.H. gunstig is gediapprobeert), 1790 


raad van state voor de stad 1792, 1793 (gevangen gezet, ontslagen en 

gestorven omstreeks de Fr. omwenteling) 

Swinderen, A. Quvelerius (Q.) van 

hoofdman febr. 1780 (opvolger van B.H. Knock)-1786, 1788-1794 

Swinderen, Abrah. Hend. van 


Swinderen, Abraham (A.) Hindr. (H.) van 

richter van Vlagtwedde 1 december 1749 (opvolger van Theod. Cloppenborgh), 

1750 

secretaris van het Gorecht 1749 (opvolger van A.J. de Drews), 1750, 1751- 

1753 (sterft 29 maart [1753] en volgt R.T. van Iddekinghe) 

Swinderen, Alb. (A.) Hendr. (H.) van 

richter van Vlagtwedde [gen. de Westerwolde] 1751-1759, 1771-1775 

gezworen meente 1758, 1759 (wordt prov. rekenmeester [1759]), 1761, 

1762, 1764, 1765 

provint. rekenkamer (rekenmeester) voor de stad 1759 (opvolger van J. 

Wolderingh), 1762, 1763 (wordt gedeputeerde staat en volgt 25 juni 

[1763] Jan Hora Siccama), 1764, 1766-1768 (wordt raadsheer 24 februari 

1769) 

admiraliteit te Harlingen voor de stad 1760 (opvolger van Henric 

Gockinga), 1770, 1772 


gedeputeerde staten voor de stad 1763 (opvolger van J.W. Folkers), 1775 

raadsheer 1769, 1770, 1773, 1774 

Swinderen, Albertus (A.) Hendr. (H.) van 


Swinderen, E.J. van 



Swinderen, J.W. van 


Swinderen, Jacob (J., Jac.) van 

kluftheer 1715 (opvolger van Johan van Hoorn) 


president van het krijgsgerichte 1718-1723 (opvolger van Scato Gockinga), 

1724-1739, 1742 



1742 

gezworen keurheer 1725. 1743 

raadskeurheer 1735-1737, 1742 

raadsheer 1743, 1744, 1747 (sterft 28 januari [1747] en volgt hem 7 

februari W. Muntinghe) 



Swinderen, Jan (J.) van 

gezworen meente 1669 (is de eerste van dat geslacht die in enige posten is 

geplaatst geweest), 1670 (sterft 24 maart [1670]) 


Swinderen, W. van 

gezworen meente 1777, 1778, 1780-1783, 1786, 1788 



Swinderen, W.K. van 

174


Swinderen, Wicher (W.) van 

secretaris van de raad (regering) 1711 (1711 opvolger van Albt. Willem 

Hoeth, 1712 de eerste van die naam die in het raadhuis is geplaatst en de 

ook de eerste heer van zijn geslacht)-1723, 1724-1728 (wordt ambtman 

van het Gorecht en volgt H.M. Appius) 

ambtman van het Gorecht 1728 (opvolger van Wolter Wolthers)-1730 

(wordt raadsheer en volgt A.L. Wichers) 

raadsheer 1730, 1732, 1733, 1735 (raadsheer 25 april 1735, opvolger van 

R. de Mepsche), 1736, 1738, 1739, 1741, 1742, 1745, 1746, 1748, 1749, 

1753, 1754, 1756 


admiraliteit te Amsterdam 1734, 1758, 1759, 1762 

generalts. rekenkamer voor de satd 1735 



curator academia voor de stad 1746, 1748, 1749 (wordt voor drie jaren 

tijds tot drost der Oldampten aangesteld) 

drost van het Oldampt 1750, 1751, 1752 

burgemeester 1756 (opvolger van Onno Sickinghe), 1757, 1760, 1761, 

1763, 1764 (sterft 12 maart [1764] en volgt Joost de Valcke in wiens 

plaaats H. van Sijsen raadsheer wordt) 

scholarch der Lat. scholen 1761 (buregemeester) 

bewindhebber der West-Indische Compagnie 1761-1763 (burgemeester) 

Swinderen, R. van 


Swinderen, R.A. van 


Swinderen, R.A. ? van 


Swinderen, R.M. van 


Swinderen, van (v.) [...] 

gedeputeerde staten voor de stad 1778 (raadsheer) 

raadsheer (wordt burgemeester en opgevolgd door W.J. van Iddekinghe) 


scholarch der Lat. scholen 1789 (burgemeester), 1790 (burgemeester) 

Tabing (Tabink), L. 



Tackenborgh, Jarges van 

ext. ord. raad admiralt. te Harlingen voor de provincie 1713 

Takens (Taakens), Z. Sijrt (S., Sijt., Zijt) 


gezworen meente 1594 (gevangen 1580), 1601, 1603 

N.B.: Sijtze Tjakes was in de brief van zijn genade om de keur des raads 

pro anno 1596 te doen, die nogthans niet gevonden wordt in de zittende 

gezworenen) 

Tammen, J. 


Tammen, Johan (J., Joan, Joh.) 

richter van Westerwolde 1654 (opvolger van Eppo Sibinga)-1664 (wordt 

secretaris van de stadf en volgt Laurens Dillinga) 

secretaris van de stad 1664-1675, 1676-1679 

hoofdman 22 november 1679 (opvolger van Andreas Ludolphi) 

raadsheer 1680, 1681 (sterft 31 mei [1681] en volgt 6 juni H. Swarte) 

175

Tammen, Popko 

prov. rekenkamer voor de provincie 1637-1641 (1639 plaats vervanger 

Eltjo Hiddes) 

Tammen (Tammens, Tammo), Sicco (S.) 


hoofdman 1689 

secretaris van de stad (raad) 4 februari 1689 (opvolger van Abr. Schook)- 

1700, 1701 (wordt raadsheer, en volgt Louis Bothenius) 

raadsheer 1701-1703, 1705, 1706, 1709, 1710 


drost v.d. Oldambten (het Oldampt) 1707, 1708 

ord. raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1711 

Tamminga, Allard 


Tamminga, Eger 

ambtman van het Gorecht 1707 (opvolger van T. Berchuijs) 

richter van het Gorecht 1709 (wordt 4 juli [1709] rekenmeester en volgt 

Regn. de Drews) 


staten generaal (generale staten) voor de stad 1712-1721, 1724 

generalts. rekenkamer voor de stad 1722, 1723, 1725 (wordt 18 mei 

[1725] lid van de staten generaal en volgt Johan Hora)-1751 

Tamminga, Eilco 




ordinaire raad admiralitiet te Harlingen voor de stad 1684-1686, 1697 

raadsheer 20 januari 1687 (opvolger van Gerh. Hendr. ten Berge), 1689, 

1690, 1692, 1693, 1695, 1696, 1698, 1699 




Tamminga, Onno 



ontvanger generaal 1636 (opvolger van Mello Coenders)-1647 


Tamminga, Onno 

lt. president van de hoofdmannenkamer 1669, 1670 


Tamminga, Scholto 


staten generaal voor de stad 1659 (wegens de stad en Ommelanden voor 

de tijd van twee jaren) 

staten generaal voor de provincie 1659 (wegens de stad en Ommelanden 

voor de tijd van twee jaren), 1660 

Tamminga, Sicco 


Tamminga, Scato (Satto, Scotto) 


luit. president van de hoofdmannenkamer 1653-1656 

Tamminga, .... 

prov. rekenkamer voor de provincie 1673 

Tamminga van Alberda, Onno 

prov. rekenkamer voor de provincie 1693, 1694, 1697, 1698, 1707, 1708 


176


Tamminga [van] Alberda, Onno (O.) 


raadsheer 1780 (opvolger van H. Gockinga), 1784, 1790 

scholarch der Lat scholen 1788 (raadsheer) 


Tamminga van Bellingerweer (Bellinw., Bellingewolde), Onno 





raad van state voor de provincie 1689 (sterft en hem volgt Mello Akberda v. 

Uithuisen) 

Tamminga van Bellingweer, Scotto (Schotto) [....] 


lt. president van de justitiekamer (kamer van justitie) 1705, 1706 

Tamminga [op Zuidema], Onno 


Tassemaker (Taschemaker, Taschmaker, Tasschemaker, Tasschmaker, 

Thasmaker, Thassemaaker), Dominic (Dom., D.) 

gezworen keurheer 1582, 1590, 1591, 


Thedema, Johan 

burgemeester 1578, 1581, 1582, 1585, 1586, 1589, 1590 

hoofdman 1579, 1580, 1583, 1584, 1587, 1588, 1591, 1592 

Themmen (Temmen), J. 


gedeputeerde staten voor de provincie 1754-1759 (sterft 27 oktober [1759] 

en volgt de raadsheer Woldringh uit de provintiale rekenkamer) 

Themmen, Jacobus (J., Jac., Jacob) 

provint. rekenkamer voor de provincie 1727, 1728, 1733-1737, 1747-1750 

[ext. ord.] raad admiraliteit te Harlingen voor de provincie 1731, 173443, 

1744 

gedeputeerde staten voor de provincie 1745 (hoveling), 1746 (hoveling) 

hoort bij a? 

Temmen (Tammen), Phebo (P., Ph., Phabo, Phaebo, Pheebo) 

ambtman van het Klei Oldambt 1652-1679 (was amptman) 

richter van het Klei Oldampt 1654 (sterft 7 mei [1679] en volgt Frans 

Folkers)_, 1670 

Themmen, Popko 


Themmen, S. 


Tempel, J. 


Tempel, Jan (J.) Jans (J.) 

gecommitt. raad der Ommelanden 1755 (verschil 10 jaren?), 1764, 1765, 

1776, 1777, 1788, 1789 

Theodori, Johan 

adcessor van het [generaliteits] krijgsgerichte 1694-1712 

Tettema, Peter (P., Petrus, Pieter) 

secretaris van het Gorecht 1638-1644 (volgt hem de 19 mei Gregorius 

177

Mees) 



secretaris van de stad 1644-1650, 1651-1654 

raadsheer 1655, 1656, 1658, 1659 


gedeputeerde staten voor de stad 1660 (sterft 16 oktober [1660]) 

Tettema, Willem (W., Wilh.) 




Tiddens, Egbert 


Tiddens, E. (is Egbert?) 


1745, 1747, 1748 




Tiddens, [Dr.] Tiddo (T.) 

advocaat bij de hove van justitie 1762 

sindicus van de stad 15 februari 1765 (opvolger van J.H. Loman)-1775, 

1776-1786, 1788 (bekomt van de stadhouder de 1e juli [1788] zijn 

demissie, en volgt provincioneel W. Cranssen) 

Tijsen, H. van 


Tileking (Tilekingh), Marcus (m.) Albert (A.) 

gezwore4n meente 1701, 1702 


Thilo, Gunther (Gut.) 

generalits. rekenkamer voor de provincie 1646, 1647, 1650 (alias Jan Clant 

de Bres) 

extr. ord. admiralts. te Harlingen voor de provincie 1650 

N.B: zie: Clant van de Bres, Jan 

plv. generalits. rekenkamer voor de provincie 1650 

N.B.: zie: Thilo, Gunther 


provint. rekenlamer voor de provincie 1659, 1660 

Thilo, Victor 


Thilau, Victor Thilo de 

staten generaal voor de provincie 1667, 1668 (wordt capitain en volgt hem 

Joh. Wichers) 

Timmens (Thie4mens, Tijmens), J. 


Timens (Tijmens), Jan 


Tjaarda, E. 


Tjaarda [dr., doctor], j.u.d. Eisso 

gecommitt. tot de kloostergoederen 1608-1610 


raadsheer 1612, 1613, 1616, 1617 


curator academia voor de stad 1616-1619 (raadsheer) 

178

Tjaarda, Regnerus (R., Regn., Regnier, Reinier) 

gildrechtsheer 1639, 1642-1646 




provint. rekenkamer voor de stad 1651 (wordt raadsheer en volgt Arend 

Nieveen) 

raadsheer 1651 (opvolger van Herman Witting), 1651?, 1654, 1655, 1657, 

1658, 1660, 1661, 1663 wordt borgemeester en volgd S. Eeck 


curator academia voor de stad 1655, 1657, 1658, 1660 (raadsheer), 1662 


burgemeester 1663 (opvolger van Johan Eeck), 1665, 1666 

hoofdman 1659 (opvolger van Johan Coenders), 1664, 1667, 1668 (sterft 

14 juli [1668], hem volgt 15 september A. van Nieveen) 

Tjaarda, Regnerus (Regn.) 

extr. ord. admiralts. te Dokkum (die college is getransporteerd naar 

Harlingen)voor de stad 1645 

ordinaris admiralts. te Harlingen voor de stad 1646-1648 (wordt 

gedeputeerde staten en volgt hem Egb. Rengers) 

gedeputeerde staten voor de stad 1648 (opvolger van Albert Wijfferinge) 


Tjaarda [van Starkenborch], A. 

ord. admiralts. te Dokkum (die college is getransporteerd naar Harlingen) 

voor de provincie 1645 



Tjaarda van Starkenborgh, A. 



gedeputeerde staten voor de provincie 1658, 1665 (hoort bij a?) 

Tjaarda van (v.) Starkenborg (Starckenborgh), Joh. 


Tjaard (Tjaart) van Starkenborgh, Coppen 


Tjaarda van Starkenborgh, L. 

provint. rekenkamer voor de provincie 1699 ?, 1799 ? 

Tjaarda van Starkenborgh, Lamb. (L., Lambt.) 



Tjaarda van Starkenborgh, L. 


generalts. rekenkamer voor de provincie 1657-1659, 1660, 1661, 1662, 

1665, 1666, 


hoort bij a? 

Tjaarts, Barteld (B., Bart., Barth., Bartelt, Bartholt) 




Tjaards, Reinier (R.) 



Tjaaden, Cornelis 


179

Tjaden (Tjaaden), [DR.] Cornelis (C.) Hendrik (H.) 



sindicus v.d. stad 1731-1737 (wordt raadsheer, en volgt Johan van Hoorn) 

raadsheer 1737 (opvolger van H. Wijchel), 1739, 1740, 1742, 1743, 1745, 

1746, 1748, 1749 (afgezet door stadhouder Willem IV) 

hoofdman 1738 



Tjaden (Tjaaden), Reinier (Regnier) 



Tjaaden, Sicco (S.) 

rentmeester der geestelijke goederen 1694-1727 (sterft december [1727] 

en volgt in januari 1728 H. Laman) 

Tjaaden, Tiddo Gerlaci 


Tjarks (Tjarkes), Doede 

rechter van het Oldampt 1594-1600 (1599 mede waarnemende het 

ambtmanschap, 1600 mede bedienende het ambtmanschap) 

Tjassens, Albert (Alb., A.) 

kluftheer 1646 (opvolger van Joh. Barnda)-1650, 1651, 1652, 1654-1661 

(sterft [1661], en volgt hem op Egbert van Lingen) 

gezworen meente 1651, 1652, 1655, 1657, 1660, 1661 (sterft 22 november 

[1661]) 




Tjassens, Berend (B., Berent) 

rentmeester van de venen 1664-1700 

Tjassens, Daniel (D.) 


1704, 1706, 1707, 1709, 1710, 1712, 1713 (sterft 18 februari [1713]) 


secretaris van de kluft 1697 

kluftheer 1697 (opvolger van S. Cruidener)-1700 


adcessor van het krijgsgerichte 1704, 1705, 1707-1713 

ambtman van het Gorecht 1713 (opvolger van P.R. Iddekinge; sterft) 

Tjassens, Hajo [Lutje] 

gildrechstheer 1656, 1657 

Tjassens, Herman (H.) 

ambtman van het Gorecht 1763 (opvolger van R.T. van Iddekinghe)-1774 

(wordt staten generaal in februari 1775 en volgt W.A.C. van Iddekinghe) 



staten generaal februari 1775 (ambtman, opvolger van R. de Drews) 

provint. rekenkamer voor de stad 1778, 1779 (wordt februari 1780 

raadsheer), 1788?, 1788 (in plaats van H. Wolthers die in H.H.M.M. is 

gezet) 

gedeputeerde staten voor de stad 1779 (opvolger van Joseph Gockinga), 

1783, 1791 

raadsheer 1780, 1781, 1784, 1785, 1789, 1790, 1792, 1793 

staten generaal voor de stad 1782, 1786, 1788 (opgevolgd door H. 

Wolthers) 


Tjassens, Jacob 

180


Tjassens, Johan (Jan, Joh.) 


secretaris van de hoofdmannenkamer (pontkamer) 1626-1641 (wordt 23 

februari [1641] admiralts. heer, en volgt hem Philip Selbach) 

admiralts. te Amsterdam 1641 

raadsheer 1641 (opvolger van Peter Folkers)-1643, 1645, 1646 

ambtman van het Gorecht 1642 (opvolger van Alb. Sijgers)-1644 

curator academia voor de stad 1646 (opvolger van Hieronimus Eiben), 

1653, 1658 (opvolger van P. Eissinge), 1661 (resigneerd), 1665 

(resigneerd), 1666 (resigneerd), 1669, 1670 (resigneert 31 maart [1670] 

en volgt hem, Samuel Emmius, en volgt deze Jacob Swarte) 

hoofdman 1647, 1648, 1652 (opvolger van Otto Valcke), 1655, 1656, 1659, 

1660, 1663, 1664, 1667, 1668 

burgemeester 1649, 1650, 1654, 1657, 1658, 1660, 1662, 1665, 1666, 

1669, 1670 

staten generaal voor de stad 1651, 1652 (wordt hoofdman, en volgt Joh. 

Schuilenborgh) 

Tjassens, Cornelis (C., Corn.) 

gezworen meente 1670, 1671, 1673 (sterft 11 augustus [1673]) 


Tjassens, Cornelis (C., Corn.) 



hoofdman 1729 


provint. rekenkamer voor de stad 1731-1736 (wordt raadsheer en volgt 

hem Hendr. van Sijsen) 

raadsheer 16 november 1735 (opvolger van Harco Hillarius Siccama), 

1736, 1739, 1740, 1743, 1744, 1747, 1748, 1749 (geplaatst in de 

gedeputeerde staten) 



Tjassens, Cornelis (C., Corn., ....) 

raadsheer 1751, 1752, 1755, 1756, 1759, 1760 


1773, 1780, 1781 

generalts. rekenkamer voor de stad 1754, 1762, 1784 


(1763, 1764 burgemeester)1776-1784 

burgemeester 1763, 1764, 1767, 1768 (vide teken + in register), 1771, 

1772, 1775, 1776, 1778, 1779, 1782, 1783 

admiraliteit te Amsterdam 1766, 1770, 1774 

scholarch der Lat. scholen 1768-1770 (1768-1770 burgemeester) 

curator academia voor de stad 1768 (opvolger van W. Wolthers)-1775, 

1776-1784 (burgemeester, sterft oktober 1784 en volgt Tjaart van 

Berchuijs) 


provint. rekenkamer voor de stad 1775 (raadsheer) 

Tjassens, S.W. (in het boek staat Keizer, S.W.) 

secretaris van het hof van justitie 1781 

Tjassens, S.W. 

secretaris van het hof van justitie 1780 (opvolger van W. Beckeringh), 

1782, 1783, 1786, 1788-1790 

Tjassens, W. (is S.W.?) 

secretaris van het hof van justitie 1784, 1785 

Tjassens, Tjasso (T., Tiasso) 


gezworen meente 1622 (is de eertse van die familie die enige post van 

aanbelang heeft bekleed), 1623 

181


raadsheer 1625 (de 1e heer van dat braav geslagte, die cessie in de 

stadsraad heeft gehad), 1626, 1628, 1629, 1631, 1632, 1634, 1635 


curator academia voor de stad 1631, 1633-1636 

hoofdman 1636, 1637, 1640, 1641 

burgemeester 1638 (de eerste burgemeester van die familie) 

Thomas (Tomas), Egbert (E.) 




administratie van de weeskamer 1625 (overleden en volgt op Joh. van 

Heek) 

Thomas, Jan 

gecommitt. raad der Ommelanden 1756, 1757, 1770, 1771, 1782 (sterft 

1782) 

Thomas, Cornelis 


Tonnis, Luitje (L., Luitjen) 

gezworen meente 1611, 1612, 1614, 1615 (overleden 1615) 


Toppen, Rabbinus (R., Rabbin., Rabinus) 


november [1691]) 


Toppinga, Joh. 

monster-commissaris 1694 

Touchier (Toutiens), Willem (W.) 


gezworen meente 1595, 1596, 1598, 1599 (overleden en opgevolgd door 

Berend Wanscheer) 

Trip, A.B. 

gezworen meente 1759,m 160, 1762, 1763, 1765, 1766, 1768, 1769 (wordt 

in februari 1770 commissaris van finaciën), 1771, 1772, 1774, 1775, 1777, 

1778, 1780, 1781 




commies van financiën provint. rekenkamer 1770 (opvolger van A. Koning)- 

1775, 1776-1781 (wordt secretaris en volgt J. de Drews) 

secretaris provint. rekenkamer 1781 (opvolger van A.H. Koning)-1786, 

1788-1793 

Trip, A.L. (L.A.) 

secretaris van de raad 1 december 1749 (opvolger van W. Laman), 1750 

Trip, Adriaan (Ad., Adr.) 

gildrechtsheer 1717 (opvolger van Johan Burema), 1719, 1720, 1722, 

1723, 1725, 1726, 1728, 1729, 1731 (sterft 13 maart 1731) 


Trip, Adriaan 

gildrechtsheer 1732 (sterft 31 maart 1731?) 

Trip, Adriaan (A., Adr.) Josep (J., Joseph, Josp.) 

president van het krijgsgerichte 1711, 1712, 1714-1718 (wordt monstercommissaris 

voor H> Berchhuijs, die lid van de kamer van justitie 

wordt, en hem volgt Scato Gockinga, die raadsheer wordt, em succedeert 

aan de laatste J. van Swinderen) 

182



monstercommissis 1718 (opvolger van H. Berchuijs), 1720, 1722, 1723, 

1724-1727 

gezsworen keurheer 1727 

hoofdman 1728 (opvolger van Hendr. Berchuijs)-1745 (transporteerd met 

consent van de hoogwijze stadhouder aan Scato Gockinga, voor 15000 

guldens, een fors bedrag voor die tijd; en dit in de maand februari 1745) 

Trip, B. 



Trip, Hendrik (Hendr., Hendrick, Henr.) 

monster commissaris 1714-1720, 1722, 1723, 1724-1729 

Trip, J. 


artilleriemeester voor de provincie 1789 


raadsheer 1790, 1791, 1794 

gedeputeerde staten voor de stad 1793 (in plaats van Gockinga door de 

stadhouder in H.H> [staten generaal] gezet) 

Trip, Jan Lucas 

major van de provincie 1747, 1748 

provint. artilleriemeester 1749 (opvolger van Joost de Valcke), 1750 

Trip, Jan (J.) Sibenius (S., Sib.) 

gildrechtsheer 1769 (opvolger van B. Muntinghe), 1772, 1773, 1775, 1776, 

1778, 1779, 1781 

artilleriemeester voor de stad 1769 (opvolger van L. Wichers)-1774, 1776- 

1781 (wordt procureur generaal en volgt Alexander Valcoener) 

weesheer 1776 (opvolger van P. de Cock)-1781 (wordt procureur generaal 

1781 en volgt Izaac Busch) 

procureur-generaal [v.h. hof van justitie] 1781 (opvolger van J.A. 

Engelhart)-1786, 1788-1794 

Trip, Joseph (Josep) 

secretaris van de hoofdmannenkamer (hogekamer (hove) van justitie) 1682 

(opvolger van .... Rengels op 21 februari 1682)-1690, 1692-1700, 1701- 

1703 

raadsheer 1704, 1705, 1707, 1708, 1710, 1711, 1713, 1714, 1716 (sterft 1 

maart [1716], volgt dito P.J. van Steenhuisen) 

adm. te Amsterdam 1706 


hoofdman 1712 

ord. raad admiraliteit te Harlingen voor de stad 1715 

Noot 1683: de eerste van dat geslacht die in gouvernement in enig 

honorable is gesteld: men zegt dat zij uit Zweden herkomstig zijn) 

Trip, Joseph (J., Josep) 


gedeputeerde staat) 



gedeputeerde staat 1749 

Trip, Joseph [...] 


raadsheer 1751, 1752, 1755, 1756, 1759, 1760, 1762, 1763 (sterft 5 mei 

[1763] en volgt 14 dito de staat generaal F. Berchuijs) 




Trip, L.A. 

raadsheer 1776, 1777, 1779, 1780, 1782 (wordt provisioneel drost van het 

183

Oldampt, sterft in december 1782 en opgevolgd door J.T. Fockens) 



provisioneel drost van het Oldampt 1782 (sterft december 1782 en volgt 

J.T. Fockens) 

Trip, Laurens (L.) Adriaan (A., Adr.) 

secretaris v.d. raad 1751-1764 (wordt 21 februari 1765 raadsheer en volgt 

P. de Valcke) 

raadsheer 1764 (opvolger van Meinard Lohman), 1765, 1767, 1768, 1771, 

1773, 1774 




Trip, Lucas (L.) 

gezworen meente 1741, 1742, 1744, 1745, 1747-1749 (aantekening links 

onder de bladzijde afgesneden) 




raadsheer 1751, 1754, 1755, 1757, 1758, 1760, 1761, 1763, 1764, 1766, 

1767, 1769, 1770, 1772, 1773, 1775 




artilleriemeester voor de stad 1768 


1775 

Trip, Lucas (L.) 

raadsheer 1776 (wordt burgemeester en volgt J. Alstorphius) 

burgemeester april 1776 (opvolger van J. Woldringh), 1779, 1780, 1782, 

1783 (sterft 18 augustus [1783] en volgt B. van Iddekinghe en aan deze als 

raadsheer de gezworene E.P. Smith) 

bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de provincie 1776, 1778- 

1783 



scholarch der Lat. scholen 1779 (burgemeester), 1780 (buregemeester), 



Trip, Menso Adriaan 

weesheer 1725 (opvolger van Eppo Sibbinga) 

Trip, Scato (S.) 

gildrechtsheer 1708 (opvolger van Valerius Elama), 1709, 1711, 1712, 

1714, 1715 (succed. 22 februari 1717 N. Robers) 

rentmeester van de venen 1711 (opvolger van Gerh. Reng. Gerlacius)-1716 

secretaris v.d. de hove van justitie 1716 (opvolger van Hendrik Land) 

raadsheer 17 december 1716 (opvolger van Wicher Pott), 1717, 1719, 1720 


raad van state voor de stad 1721 (sterft 23 oktober 1721) 

Trip, Scato (S.) 


raadskeurheer 1769, 1770, 1776-1778, 1780-1783 



raadsheer 1784, 1785, 1788, 1786, 1790, 1791, 1793 



Trip, Vincent (V.) Berhard (B.) 

gezworen meente 1750, 1753, 1754. 1756, 1757, 1759, 1760, 1762, 1763, 

1765, 1766, 1768, 1769, 1771, 1772 

184




hoort bij B? 

Trip, Vincent (V.) Bernhard (B.) 

raadskeurheer 1778, 1782, 1784, 


gezworen meente 1782-1784 (in 1783 zijn de voorletters B.V. instede van 

V.B.) 



Trip [van Vreedenborgh (Vredenborgh)], Jan (J.) Lucas (L.) 

artilleriemeester voor de provincie 1751-1778, 1780, 1782-1785 

Trom, Jan (J.) Jansen (J., Janssen) 



kluftheer 1665 (opvolger van Wolter Clant)-1670 (hem volgt Jac. Robers) 

Troijen, G. (is G.J.?) van 




Troijen (Troijens), G.J. van 


Tuuk (Tuijk), G. van der 


Tuuk, Gerhard (Gerh., G.) van der 


Ubben, Peter (P., Pieter) 

pontkamer voor de gilden 1666-1670, 1673 

Ubbena, Joachim (Joach.) 

burgemeester 1580, 1584, 1587, 1588, 1591, 1592 

Ubbena, Willem 



Ubbena [tot Spijk], Willem 


admiralt. te Dokkum voor de provincie 1628-1630, 1634-1637 

Ubbena [tot Enum], Willem 

gedeputeerde staten voor de mprovincie 1630, 1632, 1639 

Ubbena, Willem 

ord. raad admiralts. te Harlingen 1695, 1696 

extr. ord. raad admiralts. te Harlingen 1695. 1696 

provint. rekenkamer voor de provincie 1697, 1698, 1701, 1702, 1705, 

1709, 1710 



hoofdman 1712 (opvolger van Gerhard Hoorenken)-1720 (sterft 4 januari 

[1721] en volgt 23 dito D.H. du Chenoij) 

Ubbena, Reint 



Ubbens, Hemmo 

amptman van het Klei-Oldampt 1649, 1650, 1651 

185

Ubbens, U. 


Ubels, Simon 

gecommitt. raad der Ommelanden 15 mei 1788 (opvolger van Claas Jans), 

1789 

Uchtman, [Dr.], E.W. [...] 

advocaat fiscaal ad interim voor de stad 1785 (advocaat fiscaal vacant), 

1786 

drost van het Oldambt 1788 (opvolger van A.J. de Sitter)-1793 

raadsheer 1788 (in plaats van raadsheer R. de Drews), 1793 (als drost van 

het Oldambt gevolgd door H. Guichart in wiens plaats in het raadshuis gaat 

W.J.V. van Iddekinghe), 1794 

Uchtman, Geert (G., Gerh., Gerghard) 


27 maart [1691]) 



pontkamer wegens de raad 1688 

kluftheer 1685 (sterft 27 maart [1691] en volgt Peter Berchuijs) 

Ufkens, poko 

admiralitiet te Dokkum voor de provincie 1602, 1603 

gedeputeerde staten voor de provincie 1611-1613, 1616 

Ulersma, D. 


Ulersma (Uilersma), D.R. 


Ulger, Evert 

burgemeester 1579, 1582, 1583, 1586, 1587, 1590, 1591 

hoofdman 1580, 1581, 1584, 1585, 1588, 1589, 1592, 1593 

Ulgers, Ulger 


raadsheer 1587, 1588, 1590, 1591, 1593 

Ulgers Senior, Ulger 


Ulphen, Harm van 


Ulrum, [de] heer (hr.) van 



Upkema, Egbert 

burgemeester 1583 (opvolger van Crist, van Diest)-1584, 1588, 1589, 1593 

hoofdman 1583, 1596, 1587, 1590, 1591, 1593 

raadsheer 1583 (wordt consul (burgemeester) 1583) 

Upkena, Steeven 


Upmeier (Upmeijer), Dr. H.[...] 

secret. en fisc. van de Ommelanden 1750, 1751 

raad en sindicus [der Ommelanden] 1752-1769 

[gecommitt.] raad [en sindicus] der Ommelanden 1770-1773 (sterft in april 

[1773] en volgt secret. Driessen en deze wordt opgevolgd door N. Guichart) 

Upmeijer, H.J. 

hoofdman april 1789 (opvolger van W. Beckeringh, die op 15 juli 1788 

186

sterft), 1790 (sterft [1790] en volgt de ontvanger der convoien en licenten 

te Delfzijl Cornelis Wichers) 

Upmeier (Upmeijer), Henric (H.) Johan (J.) 

gildrechtsheer 1702 (opvolger van J. Borgesius), 1704, 1705, 1707, 1708, 

1710, 1711, 1713, 1714, 1716, 1717 

Vacant 

advocaat fiscaal voor de stad 1782 

Vackman, Harm [P.] 


Valcke (Valke), Joost 

gezworen meente 1601 (novitius), 1603, 1605, 1606, 1608, 1609, 1611, 

1612 


olderman van het gildrecht 1605, 1608, 1610 (de eerste van die familie die 

enige publieke post heeft bekleed; zijnde echter die heer sinds 1601 

gezworen), 1611 



raadsheer 1613 (is de eerste heer van die naam in het raadshuis), 1614, 

1616, 1617, 1619, 1620, 1622, 1623 


kluftheer A[a]kluft 1617-1619, 1621, 1623 

kluftheer Oosterkluft 1620 



Valcke, [dr.] Otto 

administratie van de weeskamer 1623, 1624 


secretaris provint. rekenkamer 1624 (door het lot tegen Elama den 30 juli 

1624), 1625, 1626-1628 (wordt raadsheer 19 januari 1629, hem volgt 25 

februari Albertus Leo) 

raadsheer 1627 (opvolger van Hugo van Nieveen), 1628 (simul secret, in 

camera), 1629 (senator electus den 19 januari à senatu), 1631, 1632, 

1634, 1635, 1637, 1638, 1649 (opvolger van Rudolph Schuring), 1650 

gezworen meente 1629 (sen. D. sedet) 




Valcke, Otto 


hoofdman 1651, 1652 (sterft 29 oktober [1652] en volgt 15 oktober Joh. 

Tjassens) 

Valcke, Joost (J.) de 


1745, 1747-1749 (wordt 1 december raadsheer) 



artilleriemeester [voor de provincie] 1739 (opvolger van Jhr. A.L. Gruijs)- 

1742, 1744-1749 (wordt raadsheer op 1 december [1749] en volgt J.L. 

Trip) 

raadsheer 1 december 1749, 1750, 1754, 1755, 1757, 1758, 1760, 1761, 

1763, 1764 





(1763 raadsheer, 1764 burgemeester) 

burgemeester 1764 (opvolger van W. van Swinderen), 1766, 1767 (sterft 2 

januari [1768] en volgt J. Wolderingh) 

187

Valcke, Pompejus (P.) de 

weesheer 1762, 1763 (wordt secretaris van het Gorecht en volgt J. 

Wolderingh) 

secretaris van het Gorecht 1763 (opvolger van Jan Hora Siccama), 1764 

(wordt 21 februari 1765 secretaris van de stad en volgt W.A. Baurmeester) 

secretaris voor de raad 1765 (opvolger van Laurens Adr. Trip)-1775 

admiraliteit te Harlingen voor de stad 1771 

Valcke, P. de 

raadsheer 1776, 1778, 1779 

admiralitiet te Harlingen voor de stad 1777 (wordt gedeputeerde staten en 

volgt P. Laman), 1780 (sterft in februari [1780] en volgt H.L. Wichers) 

gedeputeerde staten voor de stad 1777 (opvolger van J.W. Folkers) 

Valcke, Popko 



provint. rekenkamer voor de stad 1637 (opvolger van Johan Grauwers)- 

1639 



Valcke, Popko de 




Valke [van Geldersma], Popko de 



Valcoener, Alexander 

artilleriemeester voor de stad 1781 (opvolger van J.S. Trip) 

Varwer, Johan (J., Jan) 

gezworen meente 1597, 1598, 1600, 1602-1604 

Veelker (Veelcker), Johan (J., Joh.) 




Veenhuizen (Veenhuijzen, Venhuizen), Jacob (J.) 

richter van Bellingwolde en Westerwolde (Westwoldingel.) 1620-1627 

Veenhuijsen, Wibbe 


Veenkamp (veencamp), Eppo de 

stadsrentmeester 1672 (opvolger van Remt de Mepsche)-1675 

rentmeester van de stad 1676-1679 (sterft 30 juli [1679], volgt 20 

augustus Hendrik Fickens Veldtman) 

Veencamp (Veenkamp), Haico [Leon] [de] 




raadskeurheer 1681, 1684, 1688, 1690, 1691 (rekenmeester) 

provint. rekenkamer voor de stad 1684 (opvolger van A. Aldringa), 1686- 

1690 

[ext.] ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1685 (opvolger van 

Johan van Sijsen), 1686 (wordt prov. rekenmeester en volgt W. Wichers), 

1691 (sterft [1691]) 

N.B. in 1680 heette hij Haico Leon, Veencamp (apparte affice?) 

Veencamp, Leonard (L.) [...] de 

raadsheer 8 februari 1718, 1719, 1722, 1723, 1726, 1727 (wordt 

188

urgemeester en succedeert 12 november [1727] A. Conring) 

ambtman van het Gorecht 1717 (opvolger van Ubbo Emmius van Berchuijs) 




curator academia voor de stad 1726 (raadsheer), 1727 (raadsheer) 

burgemeester 12 november 1727 (opvolger van Rudolp Emmen), 1730 

(sterft [1731], en volgt Paulus Laman, in wiens plaats raadsheer wordt 

Johan Lohman. De eerste van die naam in het raadhuis) 


Veldman, Ficco 

commijs provintiaal 1716 (deze functie 38 jaren hebbende waargenomen, 

transporteerd hij dezelve, op Thomas van Seratt, op 1 oktober 1716) 

Veldman, Ficco (F.) 

gildrechtsheer 1753 (opvolger van R.T. van Iddekinghe), 1754, 1756, 1757, 

1759, 1760, 1762, 1763, 1765, 1766, 1768, 1769, 1771, 1772, 1774, 1775, 

1777, 1778, 1780-1784 

kluftheer 1754 (opvolger van J.H. Nauta)-1775, 1776-1785 (sterft) 

secretaris van het jachtgerichte 1756-1774, 1776-1784 

weesheer 1757 (opvolger van S. Veldtman)-1775, 1776-1785 (sterft) 

meesterknaap van het jachtgerichte voor de provincie 1775 

Veldtman, H.F. 


Veldtman (Veldman), H.J. 

ex. ord. raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1737 (in plaats van Peter 

Altorphius)-1740 


provint. rekenmeester 1 december 1749 


Veldtman (Veldtman), H.J. [...] 

drost der Oldambten 1753-1768 (wordt in januari 1769 als raadsheer 

ingekozen en volgt hem Ficco Berghuis) 

raadsheer 1751,. 1752, 1769, 1770 

gedeputeerde staten voor de stad 1771, 1772 (sterft 15 oktober [1772] en 

volgt de raadsheer J. Cranssen) 


Veldman (Veldtman), Hendrik (H., Hendr., Henr.) 



weesheer 15 februari 1716 (opvolger van Hendrik Emmen)-1720 (wordt 

raadsheer en volgt A.FD. Baurmeester) 

raadsheer 1720 (opvolger van S.L. Gockinga), 1721, 1724, 1725, 1727, 

1728, 1730, 1731, 1733 (wordt burgemeester en volgt Johan Hora) 



burgemeester 1733 (opvolger van Herman Wolthers), 1734, 1737, 1738, 

1741, 1742, 1745, 1746, 1750, 1751, 1753 (sterft 23 september [1753] en 

volgt O. Sikinghe) 

hoofdman 1732, 1735, 1736, 1739, 1740, 1743, 1744, 1747-1749 




Veldman (Veldtman), H. 

bewindhebber der West-Indische Compagnie 1751-1753 (sterft 27 juni 

[1753]) 

Hoort bij A3? Bij A is de sterfdag 23 september 1753 

Veldman (Veldtman), Hendrik (H., Hendr., Hindr.) Fickens (F., Fic.) 

gezworen meente 1670 (door transport van zijn schoonvader Barlinckhoff; 

is de eerste van dit geslaght die alhier een fatsoenlijk ambt heeft bekleed), 

189

1671, 1673, 1674, 1675, 1677, 1679 



weesheer 1673 (opvolger van Egbert van Lingen), 1675, 1676, 1677, 1679 

rentmeester van de stad 20 auguistus 1679 (opvolger van Eppo de 

Veenkamp)-1691 (wordt 8 februari 1692 raadsheer en volgt Edzo Zand) 

raadsheer 8 februari 1692, 1693, 1695, 1696, 1698, 1699, 1701, 1702 


Veldtman, K. 


Veldtman, L. (is L.W.?) 


Veldtman, S.W. (is L.W.?) 


Veldtman, L.W. 

gezworen meente 1732, 1733, 1735, 1736, 1738, 1739, 1744 (de 6e in 

rang), 1745, 1747, 1748, 1749 



ontvanger [der oldampten] 1734 (opvolger van L. Wichers)-1737, 1739, 

1740, 1742-1750, 1751-1773 (sterft in mei [1773] en volgt [T.A.] van 


Veldman (Veldtman), Samuel (S.) 

weesheer 23 augustus 1736 (opvolger van A.F. Baurmeester)-1750, 1751- 

1756 (sterft 11 februari [1757] en volgt F. Veldtman) 


1745 


raadskeurheer 1735-1737, 1743 

Venema (Veenema), Jacob (J.) 


1741, 1743, 1744, 1746, 1747, 1750, 1752, 1755 (sterft 10 januari [1756]) 




Venhuisen (Venhuijsen), L. 

kluftheer 1769 (opvolger van L. Wichers)-1775, 1776-1786, 1788 (wordt 8 

februari 1789 raadsheer en volgt T.J. Keizer) 




artilleriemeester voor de provincie 1786, 1788 




Venhuisen (Venhuiijsen, Venhuizen), [dr.] P. [van] 

secretaris en fiscaal v.d. Ommelanden 1728-1739 (1738 wordt hoofdman, 

1739 opvolger van J.H. Entru, die 10 februari 1739 sterft) 

hoofdman 1739-1749 (wordt 1 december [1749] sindicus van de Ommelanden 

en sterft 4 maart 1751) 

sindicus van de Ommelanden 1 december 1749 

Venhuizen (Venhuisen, Venhuijsen, Venhuijzen), Valerius (V.) 

secretaris van de kluft 10 augustus 1664 (opvolger van Willem Zijtzema)- 

1675, 1676, 1678 (sterft 27 januari 1679, volgt Abel Wijpkens) 


Verrutius, Gerlacus (Gerlacius) 


190

Verriucius (Verruci, Verrucie, Verruciï, Verrutius), Johan (J., Joh.) 




drost van Wedde 1656 (opvolger van Geert Gruijs)-1670 (wordt 6 februari 

[1670] raadsheer en hem volgt 25 dito Berend Aldringa) 

raadsheer 1670, 1671, 1673, 1674, 1676, 1677, 1679, 1680, 1682, 1683 

(wordt burgemeester en volgt W. Wichers) 

gedeputeerde staten voor de stad 1675, 1684 (sterft 3 maart en volgt W. 

Wichers) 



burgemeester 1683 (opvolger van Arend van Nieveen) 

Verrutius, Julius 

ontvanger generaal 1648, 1649 (sterft 20 maart en volgt Henr. van Roijen) 

Verrucius, Wilh., Willem (Wilh., Wilhelm) 


admiralt. te Dokkum voor de stad 1626, 1627 

gedeputeerde staten voor de provincie 1628-1630 (sterft, volgt Hillebrand 

Gruijs van Wirdum) 

Verrucii (Verucii) van Schultinga, S.W. [...] 

staten generaal (generale staten) voor de provincie 1705, 1706 

Vertier, Johan (Joh.) Petri 

raadsheer 1623, 1624, 1626, 1627, 1630, 1631, 1633, 1634, 1636, 1639 

(sterft 1637? is in 1641, 1644 nog gedeputeerde staten, zie: Vertier, Johan 

Petri, raadsheer 1642-1643) 

generalit. rekenkamer voor de stad 1628 


Vertier, Johan [Petrie] 

gedeputeerde staten voor de stad 1641, 1644 (obiit et nemo surogg.) 


Verwer, Claas 

gezworen meente 1583, 1584, 1586 (overleden) 

Videnius (Viedenius), Grietman 

extra ordinair raad admiraliteit te Harlingen voor de provincie 1703, 1704 

Videnius, Johan 

extr. ord. raad admiralt. te Amsterdan voor de provincie 1709 

extr. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de provinice 1710 

Vietor, C. 



Vinkeborgh (Vinkenborg), Evert (E.) 



Vinkeborgh Venkeborg, Vinkenborgh), Jacob 

raadsheer 1581, 1582, 1584, 1585, 1587, 1588 

Vinkers, Brond Haies 

gecommitteerde raad der Ommelanden 1778, 1779 

Vinkert (Winkert), Claas [...] 


gezworen meente 1599 (opvolger van Geert Rijkens die overleed), 1601, 

1602, 1604, 1605, 1607, 1608, 1610-1614, 1616, 1619, 1620, 1622, 1623 




191

olderman van het gildrecht 1613 (opvolger van Roelf Geerts), 1618, 1619, 

1621, 1622 

Winkert, Claas 


Visscher, M. 

rechter van Bellingwolde en Westerwolde 1620-1622 

Vonk, Jacobs Harms 


Voss, A. 

gekozen als gezworen meente in 1751 door de keurheren doch afgezwezen 


Vos, Adriaan (A.) Simonides 



Vos, C.F. 

provintiale rekenkamer voor de provinicie 1752-1757, 1759 

Vossema, Ijwe Jans 

ex. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1739, 1740 

Vuist, Bartelt (Barelt, Bartolt) 


Vreedewolt, Heer (Hr.) van 


gecommitteerde raad v.d. Ommelanden 1703, 1704 

Vriese, H.J. 

gecommitteerde raad der Ommelanden 1764, 1765, 1783 

tijdverschil 1783, 1765 = 18 jaren 

Vrijholt, Evert 


Waalkens, W. 


Walman (Walmans), Johan (J., Joh.) 

rentmeester v.d. Ommelanden 1701-1713 

Walrich (Walrig) van Bolsiersema, G.A. [de] 


Walrich van Bolsijrtsema, H. (is G.A.?) 


Walrich (Walrik) van Bolzijrtsema (Bolzijrtzema), .... 

gecommitteerde raad v.d. Ommelanden 1701, 7102, 1707, 1708, 1714 


Wantscheer (Wanscheer), Berend (B.) 

gezworen meente 1596, 1597, 1599 (opvolger van Willem Toutiens) 


Warendorp, G.H. 

pontkamer voor de gilden 1656-1661 

Warff, [L.] van der [v.d.] 

pontkamer voor de gilden 1756-1784 

Warmolts, Jacob 

weesheer 29 mei 1691 (opvolger van A. Foccema) 

192

Warmolts, J. (is R.?) 


Warmolts, R. 


1760, 1761, 1763, 1764, 1766 (de 7e in rang), 1767, 1769, 1770, 1772, 

1773, 1775 


kluftheer 1777, 1778, 1779 (sterft en volgt J.T. van Iddekinghe), 1753 

(opvolger van J. van Hoorn)-1775 


Wedda, Geert (G., Gerhard) 

gildrechtsheer 14 februari 1671 (opvolger van Alb. Costerus), 1672, 1675, 

1676, 1678, 1679, 1681, 1682, 1684 

kluftheer 1674, 1675, 1676-1684 (sterft 18 december [1684] en volgt W. 

Baurmester) 



Wedda, H. 


Weils, G. 

gecommitteerde raad der Ommelanden 1782 (sterft 1782) 

Welvelde, Menasse (Manasse) 


Wenschemius, J. 


Werninck, G. 


Werninck (Werinck, Wernink), W. [...] 

commies voor de provincie 1783-1786 

Werumeus, A.S. 

rentmeester der geestelijke (predikanten) goederen 1763 (opvolger van W. 

Muntinghe)-1775, 1776-1780 (wordt rentmeester van de venen februari 

1781 en volgt J.H. Keizer) 

rentmeester der [stads]venen februari 1781 (opvolger van A.J. de Zitter)- 

1786 

raadsheer 1788 (in plaats van de raadsheer H. van Sijsen, door Z.H. uit zijn 

posten gezet), 1789, 1791, 1792, 1794 


Werumeus, Abraham (A., Abr., Abrah.) 

gezworen meente 1656 (de eerste van dat geslacht, die met een ordentlijk 

ambt is bekleed geweest; except de eerste gerefomeerd predikant Wermues 

anno 1594), 1657, 1659, 1660, 1662, 1663, 1665, 1666, 1668, 1669, 1671 

(sterft 22 februari moet zijn 19 november [1671]) 



Werumeus, Cebes (C.) 

extr. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1671, 1673, 1674, 

1678 (opvolger van Nicolas van Borck), 1679 (opvolger van Nicolas van 

Borck) 



provintiale rekenkamer voor de stad 1675, 1676-1678 (wordt admiraliteitsheer 

en volgt Joh. de Sijgers) 

raadsheer 1680, 1681, 1684, 1685, 1688, 1689, 1692, 1693 


hoofdman 1687 (raadsheer), 1694, 1697, 1698, 1701, 1705, 1706 (sterft 

22 september [1706] en volgt 16 oktober Wicher Wichers Senior) 

193



raad van state voor de stad 1694 (wordt hoofdman en volgt Wicher Wichers 

Senior) 

bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de provincie 1694, 1695 


1701-1706 

burgemeester 1695, 1696, 1699, 1700, 1703, 1704 (sterft 22 september en 

volgt hem in de justitiekamer 10 oktober Wicher Wichers Senior) 

Werumeus, Cebes N. (is Cebes zonder N.?) 

hoofdman 1702 

Werumeus, H. 

gildrechtsheer 1751, 1752, 1754, 1755, 1757, 1758 (sterft 7 november 

[1758] en volgt Cebes van Berchuijs) 



Werumeus, H. 



Werumeus, A.H. (is H.A.?) 



Werumeus, H.A. 





Werumeus, Hemmo (H.) 


1714, 1716, 1717, 1719, 1720, 1722, 1723, 1725, 1726, 1728, 1729, 1731, 

1732, 1734, 1735, 1737, 1738, 1740, 1741, 1743, 1744, 1746, 1747 

kluftheer 1715 (opvolger van Henr. Emmen), 1724-1731 

Werumeus, [dr.] Henricus (H., Hendr., Hendric, Hendrik, Henr., Henrik) 



raadsheer 1652 (opvolger van Adolph Louwens), 1654, 1655, 1657, 1658, 

1660, 1661, 1663, 1664 


hoofdman [van de hoge justitiekamer] 29 november 1664 (opvolger van 

Hendr. Bern. Emmelcamp), 1665, 1668, 1669, 1672 (raadsheer), 1673, 

1676, 1677, 1680, 1681, 1684-1686 

curator academia voor de stad 1664 (raadsheer), 1671, 1675, 1679, 1683, 

1686 

burgemeester 1666, 1667, 1670, 1671, 1672, 1675, 1678, 1679, 1682, 

1683, 1687 (resigneerd 13 januari 1687 en volgt Reinert Clinge) 

Werumeus, Henrik (H., Hendr., Henr., Henric) 

secretaris van de stad 1680-1687 (wordt 13 januari 1688 raadsheer en 

volgt 10 februari Abrahma Schook) 

raadsheer 1687, 13 januari 1688, 1690, 1691, 1694 (sterft, volgt Wicher 

Wichers) 



Werumeus, Hendr. (H.) Rud. (R.) 

ex. ord. raad admiralt te Harlingen voor de stad 1706 


Werumeus, Lambert (l., Lamb., Lambertus) 


194

1695, 1696, 1698, 1699 




kluftheer 1682-1699 (sterft [1699] en volgt G.R. Gerlacius) 


1699 (sterft [1699] en volgt J. Hittjes) 

weesheer 9 maart 1687 (opvolger van Lodew. Wijchel), 1688, 1690-1692, 

1694-1696, 1698, 1699 (sterft [1699] en volgt G. de Sijgers ter Borgh) 

Werumeus, Th. 


Werumeus, W.A. (is H.A.?) 


Werumeus, .... (Cebes?) 

gedeputeerde staten 1679 

Westerwijk, C.T. (F.) 


Westerwold, Jan 

gildrechstheer 1634, 1635, 1637 


Westerwolt, Luitjen, Luitje (L., Luit., Luirt) 


1640 




gildrechstheer 1628, 1629, 1632 



Westerwold, Luitjen (Luitje) 



Wiarda, T.B. 

olderman van het gildrecht 15 januari 1696 (opvolger van Wijgb. Rosing), 

1698-1700, 1701-1703 

Wibbes, Harm 


Wicheringe (Wichering, Wijcheringhe, Wijgeringe), Johan (Johannes) 

gezworen meente 1595, 1596 (opgevolgd door Alb. Jansen) 

provintiale rekenkamer voor de stad 1596, 1597, 1599, 1600 

raadsheer 1602, 1607, 1608, 1613, 1614, 1617 


generaliteits rekenkamer voor de stad 1606, 1608, 1609, 1610 

hoofdman 1611, 1612, 1615, 1616 

ontvanger generaal 1617 (opvolger van J. Noorthoorn)-1622 (10 mei 

succedeert Johan Wicheringe om zijn zwakheid deze dienst gersigneerd 

had) 

Wicheringe, Luirt (L.) 

gildrechtsheer 1613, 1614, 1616, 1617, 1619 (opgevolgd door Giso Eilkens) 



kluftheer Oost(er)kluft 1617-1620 

kluftheer Haddingekluft 1621-1624 

rentmeester van de stad 1618-1620, 1622 (bij resignatie van zijn broeder 

ontvanger generaal geworden zijnde, is hem 23 maart gesurogeerd 

hopman Peter Folkers) 

195

ontvanger generaal 1622 (in de plaats van Johan Wicheringe)-1625 

(overleden en volgt op Remmert van Berum) 

N.B.: rentmeester van de stad 1621 niet genoteerd?) 

Wijchering, Ludolph (is Rudolph?) 


Wicheringe, R. Rudolph 


plv. ambtman van het Gorecht 1619 (hoort bij b? tijdverschil 10 jaar) 

Wicheringe, Rudolph 



admiralt. te Dokkum voor de stad 1628-1633 

Wicheringe, Rudolph (Roelf, Rudolpf) 

raadsheer 1600, 1603, 1604 (tijdverschil 14 jaar), 1618, 1619, 1622, 1623, 

1625 


administratie der weeskamer 1613-1615 

gecommitteerde raad tot de kloostergoederen 1617 


admiraliteit te Dokkum voor de stad 1624-1625 (wordt raadsheer 8 

februari) 

N.B.: bij mekaar met Wicheringe R. Rudolph? 

Wichers, A.L. 

ambtman van het Gorecht 1730 (opvolger van W. van Swinderen)-1732 

provintiale rekenkamer voor de stad 1733-1736, 1750 



raadsheer 22 september 1741 (opvolger van H. Hofsnijder), 1742, 1744, 

1745, 1747-1750 

meesterknaap van het jachtgerichte voor de stad 1750 (raadsheer) 

Wichers, A.L. (is H.L.?) 


Wichers, Abraham (A., Abh., Abrah., Abrh.) 


secretijaris van de stad 1651 (opvolger van Jan Robers)-1656 (sterft 14 mei 

[1656] en volgt 24 dito Scato Gockinga) 

Wichers, Eisso (E., Eisse) 







Wichers, H. 

gildrechstheer 1752 

Wichers, H. 

ontvanger der koopschatten 1789 

Wichers, Hendr. (H., Hendr.) Ludolf (L., Ludolph) 

secretaris van het gildrecht 1772 (opvolger van G.G. Basse), 1773, 1775, 

1776-1778 

ambtman van het Gorecht 1778 (opvolger van W.A.C. van Iddekinghe)- 

1780 (wordt raadsheer en volgt A. Berteling) 

gezworen meente 1780 (wordt raadsheer) 

admiraliteit te Harlingen voor de stad 1780 (opvolger van P. de Valcke) 

raadsheer 1780-1782, 1784, 1785, 1789 (opvolger van A. Berteling), 1791, 

1792, 1794 


curator academia voor de stad 1790-1794 

196


(raadsheer) 



Wichers, [dr.] Johan (Joh.) 

secret. provint. rekenkamer voor de provincie 1647 (door het lot tegens 

Van Bolhuis)-1650, 1653-1654 

raadsheer 1654, 1655, 1658, 1659, 1661, 1662, 1654 (wordt burgemeester 

en volgt R. Christophorie) 

curator academia voor de stad 1659 (raadsheer), 1661, 1664 


gedeputeerde staten voor de stad 1657 (opvolger van Willem Drews), 

1660, 1662, 1663 

burgemeester 6 april 1664 (opvolger van Johan Coenders), 1665 

hoofdman 1666, 1667 (sterft 15 november en volgt 23 dito A. van Nieveen) 

Wichers, J. 

gezworen meente 1752, 1753, 1756, 1760, 1761, 1764-1767, 1770, 1774, 

1775 



fiscaal [van de ambtman] van het Gorecht 1758 (gezworen)-1762 

hoofdman 1767 (opvolger van J. Wolbers)-1775, 1776-1785 (sterft in 

november [1785] en volgt Willem de Raad) 

Wichers, Jan (J., Johan) 




raadsheer 1783, 1784, 1786, 1788, 29 juni 1789-1791, 1793, 1794 

staten generaal voor de stad 1789 (komt weder in de stadsregering 19 juni 

[1789] en volgt 16 juli de weesheer N.J. Smith die zich echter op 7 oktober 

verhangt en volgt de verhangde de 6 november J. Wolderingh) 


Wichers, J. 




Wichers, J.H. 

ontvanger der koopschatten 1790-1794 

Wichers, A. (is Jan?) 

ontvanger van het collatraal [en vrijw. verk.] 1780 (opvolger van Burmania 

Rengers)-1782 

Wichers, Jacob (J.) (is Jan?) Hill. (H.) 

ontvanger van het collatraal (coll.) [en vrijw. verkoping] (verkoop) 1783- 

1786 

N.B.: 1785 is de naam Hill. Jacob 

Wichers, Jan (J.) Hill (H.) 

ontvanger v.d. collatraal (coll.) [successien] 1788-1794 

N.B.: 1792, 1794 is de naam H.J. Wichers 

Wichers, Johan (J., Jan) 



Wichers, Johan 


Wichers, Jan 


197

Wichers, Joh. 

staten generaal voor de provincie 1668 (opvolger van Victor Thilo de 

Thilau) 

N.B.: sterft 15 november 1667? 

Wichers, Johan (J., Joh.) 

rentmeester v.d. stad 18 februari 1708-1719 (wordt raadsheer 8 februari 

1720, hem volgt 21 dito Adriaan Wildervanck) 

olderman van het gildrecht 9 mei 1711-1719, 1721-1723 




raadsheer 8 februari 1720, 1721, 1724, 1725, 1728, 1729 

kluftheer 1721 (opvolger van Joh. Hendr. Jullens)-1723 


N.B.: waar moet opvolger van Joh. Wolderingh staan? 

Wichers, Johan 



kluftheer 1724-1726 (sterft 25 september [1726] en volgt 25 oktober J. van 

Hoorn) 

olderman van het gildrecht 1725, 1726 (sterft [1726] en volgt 29 november 

1729 [=1726] Jacob Geertsema) 

Wichers, Cornelis (C., Corn.) 

gildrechtsheer 1776 (opvolger van J. Alstorpius), 1779 

hoofdman 1778, 1790 (opvolger van H.J. Upmeijer)- 1794 (1791 in plaats 

van Hr. Upmeijer) 

ontvanger der convoinen licenten te Delfzijl 1790 

Wichers, L.W. 

ontvanger der oldampten 1738 

Wijchers, Lodew. 

secret. van het krijgsgerichte 1699 

Wichers, Ludolf (L., Ludolph) 

secretaris van de [provinciale] rekenkamer 1671 (opvolger van T. Ham)- 

1675, 1676-1691 (sterft en volgt hem Theodorus van Bruinsveld) 

Wichers, Lucas (L.) 

artilleriemeester [v.d. stad] 1749 (opvolger van Ceber Hoeth), 1750, 1751- 

1767, 1769 (sterft juni 1769 en volgt Jan Sibenius Trip) 

kluftmeester 1750, 1751-1769 (sterft in juni 1769 en volgt L. Venhuijsen) 

Wichers, Louis (L.) 

ontvanger v.d. Oldampten 1734 (wordt secretaris van de stad en volgt hem 

L.W. Veldtman) 

secertaris v.d. raad 1734 (opvolger van J.G. Hoisingh)-1745 (wordt 

raadsheer 11 november [1745] en volgt Harm van Gesseler) 

raadsheer 11 november 1745 (opvolger van A. Wildervanck), 1748, 1749 

(afgezet door stadhouder Willem IV) 



Wichers, M.A. 

commies van financiën provint. rekenkamer 1794 

Wichers, T. 


Wichers, Tjaart 

gecommitteerde raad der Ommelanden 1739 

Wicher, W. 

[wnd.] ambtman van het Gorecht 1696 (in de plaats van Wicher Pott) 

198

Wichers, W.J. 

rentmeester van de venen 1788-1794 

Wichers, Wicher 

provintiale rekenkamer voor de stad 1683 (wordt raadsheer) 


secertaris van de hoofdmannenkamer 1682 (wordt 22 juli extra ordinaris 

raad admiraliteit te Harlingen) 


extr. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1658, 1682, 1683 

(wordt provint. rekenmeester en volgt A. Berchuijs en volgt die mits hij 

generaliteits rekenmeester wordt, Johan de Mepsche, moet zijn J. de 

Marees), 1686 (opvolger van Haico de Veenkamp), 1687 (wordt prov. 

rekenmeester en volgt H. Wolthers) 


provint. rekenkamer voor de stad 1659 (opvolger van Sicco Eeck)-1670, 

1672-1675, 1676, 1677-1683 (wordt raadsheer), 1683-1689, 1691 (wordt 

admiraliteitsheer en volgt wicher Pott 1687 opvolger van Albert Aldringa) 


secretaris van de hoofdmannenkamer (justitiekamer) 1674 (opvolger van 

Jan Selbach), 1675, 1676-1682 (wordt 22 juli 1682 extra ordinaris raad 

admiraliteit te Harlingen en volgt hem op dei zelfde dag H. Land) 

Wichers, Wicher (W.) 

weesheer 1680, 1681, 1683 (resigneerd en volgt 28 april Hugo van 

Nieveen) 

Wichers, W. 

gedeputeerde staten voor de stad 1684 (opvolger van Johan Verrutius) 

Wichers, Wich. 

drost van het oldampt 1685, 1686, 1690, 1691 (opvolger van Scato 

Gockinga), 1692 


raadsheer 1683 (opvolger van Johan Verrutius), 1687, 1688, 1691, 1692, 

1694 (opvolger van Hendr. Werumeus) 

admiraliteitsheer 1691 


scholarch der L. scholen 1696 (raadsheer) 

Wichers, Willem (is Wicher?) 

ord. raad admiraliteit te Harlingen voor de stad 1704 

Wichers, Wicher (W.) [...] 


brugemeester 1707, 1708, 1711, 1712, 1714, 1718, 1719, 1722, 1723 

raadsheer 1707, 1710, 1711 

staten generaal (generale staten) voor de stad 1708, 1709, 1712, 1716, 

1720 

hoofdman 1709, 1710, 1713, 1714, 1724, 1725 (sterft 12 mei [1725] en 

volgt J.H. van Julsinghe, die mede sterft 23 juni, wordende 31 dito 

gesuccedeert door Louis Bothenius) 




scholarch der L. scholen 1715 (burgemeester), 1719 (burgemeester), 1722 



rentmeester der provint. goederen 1739-1742, 1744-1749, 1750, 1751- 

1762 

provint. rekenmeester 1749 

rentmeester voor de provincie 1763-1772, 1774, 1775, 1776-1786, 1788- 

199

1793 

ontvanger voor de provincie (provintiaal) 1773 

Wichers senior, Wicher 

raad van state voor de stad 1693, 1694 (opvolger van Cebes Werumeus), 

1705 

raadsheer 1695, 1696, 1699 



hoofdman 16 oktober 1706 (opvolger van C. Werumeus) 

burgemeester 1715 (sterft 25 augustus [1715] en volgt 5 september Jacob 

Appius) 

Wichers Junior, Wicher (W.) 


staten generaal voor de stad 1693, 1696, 1697, 1700, 1701, 1704, 1705 

raadsheer 1695, 1698, 1699, 1702, 1703, 1706 


Wicheringe, Albert 


Wicheringe, Bartholt B., Barth.) 

hoofdman 1626-1628, 1631, 1632, 1635, 1636, 1638, 1639 

burgemeester 1629, 1630, 1633, 1634, 1636 (opvolger van Johan Drews), 

1637, 1640, 1641 (wordt luit. president van de hoge justitiekamer en hem 

volgt P. Folkers) 


luit. president van de hoofdmannenkamer 1641, 1642 (vermeld als 

@Wijfferinge (Wijferinge, Wijffering) niet als Wicheringe), 1646, 1652 

Wijfferinge (Wijffering, Wijfering), Albert (A., Albt.) 







raadsheer 1620, 1628, 1629, 1632, 1633, 1636, 1637, 1639, 1640, 1642, 

1643, 1646-1649 

ambtman van het Gorecht 1625, 1626, 1627 

hoofdman 1648 (opvolger van Edzard Rengers), 1651, 1652 

burgemeester 1649, 1650, 1653 (sterft 8 oktober [1653] en volgt Peter 

Eissinghe 13 dito die door de staten in zijn eer en goederen hersteld wordt) 


taalman gezworen meente 1628 (wordt niet gevonden in het resolutieboek, 

maar wel R. Eissingh als taalman) 


gedeputeerde staten voor de stad 1638, 1641, 1644, 1645, 1648 (wordt 

hoofdman en volgt hem Regn. Tjaarda) 

Wijfferinge, Bartholt 


Wijfering (Wijferinge, Wijfferinck, Wijffferinge, Wijfferink, Wijfring), Harm 

(Harmen, Herman) 


burgemeester 1597, 1600, 1602, 1604, 1605 

hoofdman 1578, 1579, 1598, 1599, 1601, 1603, 1606, 1606 (om zijn 

doofheid als hoofdman geresigneerd en voor hem gesteld L. Hoorenkens) 

Wijffring (Wifferingh, Wifferink, Wijfferink, Wijffering, Wijfferinge, 

Wijfferink, Wijfering, Wijferingh, Wijfrink), Johan (Jan, Joh.) 

burgemeester 1596 (extra ordinaris continualis nova axplo qui alias locus 

relinqu indus erat vacues), 1578, 1579, 1582, 1583, 1586, 1587, 1590, 

1591, 1595, 1596, 1598, 1599, 1602, 1603, 16056, 1607, 1610, 1611, 

1614, 1615, 1618, 1619 (overleden 15 januari 1620) 

200

hoofdman 1584, 1585, 1588, 1589, 1592, 1593, 1600, 1602, 1604, 1605, 

1608 1609, 1612, 1613, 1616, 1617 

raadsheer 1594, 1601 (tegelijk burgemeester?) 

generaliteits rekenkamer voor de stad 1597, 1607 



2 personen ??? 

Wijfferinge (is Wicheringe?), Roelf (R>) 


Wijferink (Wifferinck, Wijferingh), Sixtus 

ambtman van het Gorecht 1581 (opvolger van Claas Heldt)-1583, 1587 

Wierdsema, Abel 


Wierdsema, Abrah. 


Wierdsema, G. 

gecommitteerde raad der Ommelanden 1786, 1792-1794 

Wiersema, Garmt 


Wierdsema, Cornelis (Corn.) 


Wierdsema, Cornellis 


Wierdsema, E. Cornellis 


Wieringa, [Dr.] H.J. (J.H.) [...] 


1793 




fiscaal v.h. [provint.] jachtgerichte 1776 (opvolger van P. de Cock)-1786, 

1788, 1790-1794 

secretaris van het jachtgerichte 1789 (is fiscaal?) 

Wijbens (Wijbing), Melchior (M.) 





Wijchel, Hendrik (H., Hendr., Hend.) 


(wordt 8 februari 1730 raadsheer zijnde de eerste van die naam in de 

stads-raadhuijze) 



raadsheer 8 februari 1730, 1731, 1733, 1734, 1736, 1737 (wordt 

burgemeester en volgt C.H. Tjaden) 


scholarch der L. scholen 1734 (raadsheer), 1744 (burgemeester), 1748 


curator academia voor de stad 14 maart 1737 (opvolger van G.R. de Cock, 

raadsheer) 

burgemeester 19 november 1737 (opvolger van Scato Ludolph Gockinga), 

1740, 1741, 1744, 1745, 1748, 1749 (afgezet door stadhouder Willem de 

Vierde) 

201

hoofdman 1738, 1739, 1742, 1743, 1746, 1747 

Wijchel, L. 

weesheer 1745 (wordt 11 november [1745] rekenmeester en hem volgt H. 

van Sijsen) 

rekenmeester der provincie 11 november 1745 

ext. ord. raad admiralts. te Harlingen voor de stad 1748, 1749 

Wijchel, Lodewijk (Lodew.) 


weesheer 1686, 1687 (wordt 14 februari 1687 inhabel verklaard, om zijn 

schoonvader halven, en volgt 9 maart L. Werumeus; wie die schoonvader 

geweest is weet ik niet, dan het is altoos hard, voor een ander te boeten 

(w.g.) C. Gockinga) 

Wijchel, Lodewijk (L., Lodew.) 

kluftheer 1692-1700, 1701-1720 (sterft 14 maart [1720] en volgt 3 mei T. 

Helpiri) 

secretaris van het krijgsgerichte 1694-1700, 1701-1720 (sterft 14 maart 

[1720] en volgt 16 dito Nathan Fockens) 

Wijchel (Wijcher), Simeon (Simon) 

raadsheer 1672-1675, 1676, 12 augustus 1678 (opvolger van Menso 

Altingh), 1679 (sterft 26 april [1678] en volgt 3 mei R. Clinge) 

gedeputeerde staten voor de stad 1678 (gaat in de raad, en volgt Nicolaas 

van Borck) 

Wijnge, Haijke (Haiko, H.) 



Wijpkens (Wijtkens), Abel (A.) 

secretaris van de kluft 1679 (opvolger van V. Venhuijsen, die 17 januari 

1679 sterft), 1680, 1682-1692 (resigneerd, en sterft 6 maart [1692], volgt 

Hendr. Lijfting) 

Wijpkens, Jacob 


Wijtens, Melchior 


Wildervank (Wildervanck), Adriaan (A., Adr.) 

landschrijver [van het Oldampt] 24 juni 1681 (in plaats van E. Edzens)- 

1700, 1701-1714, 1716-1723 (sterft 23 november [1723] en volgt 29 dito 

Joh. van Sijsen) 

landschrijver van het Gorecht 1715 

rentmeester voor de stad 21 februari 1720 (opvolger van Johan Wichers)- 

1723, 1724-1730 

[ext. ord. raad] admiraliteit te Harlingen voor de stad 1731-1733 


drost der Oldampten 1735, 1738, 1742, 1743 

raadsheer 1736, 1737, 1740, 1741, 1744, 1745 (sterft 31 oktober [1745] 

en volgt 11 november L. Wichers) 

Wildervanck, E. 

monster commissaris 1763, 1764, 1766-1769 

Wildervanck, E.P. (is E.?0 


Wildervank, Everh. (E.) 

secret. en fiscaal van de Ommelanden 1695-1701 

Wildervanck, Everhard (E., Everard, Everhardt) 

monster commissaris [van het krijgsgerichte] 1744-1749 

202

Wildervank (Wildervanck), Geert (G.) 

gezworen meente 1676, 1677, 1679, 1680, 1682 (sterft 12 december 

[1682]) 




Wildervanck, J.C. 


Wildervank, Jan (J.) Geerts (G.) 




Wildervanck, Paulus (P.) 

monster commissaris [van het krijgsgerichte] 1742, 1743 

secretaris gedeputeerde staten 1748-1750, 1751-1769 (sterft in februari 

1770 en volgt R.B. Gockinga) 

Wilkens (Wiltens), Frerik (Fred.) 

pontkamer wegens de [18] gilden 1708 (opvolger van Joh. Winter)-1711 

Willem de Vierde [IV] [Pr. van Oranje] 

primus curator et rector magnificentissimus curator accademia 1750, 1759- 

1768, 1770-1775, 1751, 1776-1786, 1790-1794 

houtvester van het jachtgerichte 1750-1751 

president van de hove van justitie 1751, 1760-1775, 1776-1786, 1788- 

1794 

opperhoutvester [en groot haazevanger] v.h. [provint] jachtgerichte 1759- 

1775, 1776-1786, 1788-1790, 1792-1794 

president gedeputeerde staten 1762, 1764, 1765, 1767 

Willema, Jasper (J.) 

raadsheer 1582 (heet in het register Willems), 1583, 1585, 1586, 1588, 

1589, 1591 

Willems, Geert 

gezworen meente 1598 (zweerdveger), 1599, 1605-1608 (zwaardveger), 

1609, 1611, 1612, 1614, 1615, 1617 (2 maal genoteerd), 1618, 1620 

(zwaardveger), 1621 



Willems, Geert (G.) 


pontkamer voor de gilden 1638-1646, 1652 

Willems, Jacob (J., Jac., Jacobus) 

gezworen meente 1597 (goldsmit), 1598 (goldsmit), 1600, 1602 (absent), 

1603 (goldsmit), 1604 (goldsmit), 1609, 1610, 1612 (goldsmit), 1616, 

1621, 1624, 1625 

gezworen keurheer 1598, 1604 (per electionam J. Drews), 1611 (substit. 

jurat), 1614, 1620 



busheer van het gildrecht 1618, 1621, 1622 






raadsheer 1627 (vervangn door Derk Lubbers 12 oktober) 

Willems, Jacob (Jac.) Geerts 


Willems, Johan (joh., J.) 

203




Willems, Pieter 


Willinks, T. 


Winkel, Reint (R.) ter, ten 

secretaris van de raad (stad) 1693-1700 

secretaris van het Gorecht 1703 (wordt ambtman van het Gorecht en volgt 

3 april [1703] A.W. Hoeth) 

ambtman van het Gorecht 1703 (opvolger van Wicher Pott)-1706 (wordt 

rekenmeester en volgt Tjaard Berchuijs) 


provint. rekenmeester voor de stad 1708 

drost van het Oldampt (der Oldampten) 1709-1720 (wordt raadsheer 28 

maart [1720] en hem volgt G. Schaffer) 

raadsheer 28 maart 1720 (opvolger van Willem van Borck), 1723 (sterft 21 

juni [1723] en volgt 28 dito Harco Hill. Siccama) 

hoofdman 1721 


Winschemius, [dr.] Andreas (Adreas, And., Andr.) 

secretaris van de stad 1616 (opvolger van Hironimus Ijsebrants op 19 

maart 1616)-1625 (secretaris van de stad tevens sindicus), 1626-1629 

advocaat van de weeskamer 1613 

sindicus 1620-1625, 1626-1631 (continueerd en volgt 7 november dr. Berh. 

Alting) 


raadsheer 1629 (simul sindicus), 1630 (et sindicus), 1632, 1633, 1635 

(sterft en volgt Henr. van Heek, deze Winschemius was de eertse heer van 

dat geslacht die aan de raad sessie heeft gehad) 


Winschemius, Hemmo 


Winschemius, Hendr. 


Winschemius, J.C. 


Winschemius, J. 



1768, 1770, 1771, 1773 (sterft juni 1773) 



Winter, Jan (J., Jannes, Joh.) de 

pontkamer voor de gilden 1692 (kousebreider, opvolger van Jan Geerts)- 

1700, 1701 (1702 de naam is Jannes Winter de Kousebreider)-1708 (sterft 

[1708] en volgt Fred. Wilkens) 

Wisses, Halbe 

gecommitteerde raad der Ommelanden 1768, 1767, 1780, 1781 (tijdverschil 

1780, 1769 = 11 jaar) 

Wittink, Berend 


Witting (Wittink), Harm (H.) Herman (Harmen) 



204

premier clercq bij de provinciale secretarie 1623 (aangesteld 4 september 

[1623]) 

raadsheer 1627, 1628, 1630, 1631, 1633, 1634, 1636, 1637, 1639, 1640, 

1642, 1643, 1645, 1646, 1648, 1649, 1651 (sterft 4 juli en volgt hem Regn. 

Tjaarda) 


150 

Wijting (Witting, Wijttinge, Wittingh), Teso (T., Theso) 



2e taalman gezworen meente 1607 (hopman) 


3e taalman gezworen meente 1610, 1614, 1616 





kluftheer Haddinge(Gaddinge)kluft 1617-1615, 1626 

raadsheer 1619, 1620, 1622, 1623, 1625, 1626 


Wolbers, J. (Jan, Joh., Johan) 

gezworen meente 1747-1749 (wordt hoofdman) 


hoofdman 1749, 1751-1767 (sterft oktober 1767 en volgt Jan Wichers) 

Woldendorp, J.R. [...] 

kluftheer 1770 (opvolger van J.H. Reneman), 1786, 1788-1794 




rentmeester der geestelijke goederen 14 juli 1788 (opvolger van G.J. 

Keizer)-1794 

Wolderingh, G.G. 


Woldring (Woldering, Wolderingh), J. [...] 

raadsheer 1750, 1751, 1754, 1755, 1757, 1758, 1760, 1761, 1763, 1764, 

1766, 1767 (wordt burgemeester en volgt J.H. Keizer) 

provint. rekenkamer voor de stad 1752, 1759 (wordt gedeput. staat en 

volgt A.H. van Swinderen) 

gedeputeerde staten voor de provincie 1759 (opvolger van J. Themmen), 

1762, 1765, 1768-1770 (burgemeester), 1773, 1774 


weesheer 1763 (opvolger van P. de Valcke)-1775 


burgemeester 1768 (opvolger van Joost de Valcke overleden 2 januari 

1768), 1771, 1772, 1775, 1776 (sterft 27 april [1776] en volgt Lucas Trip) 

Wolderingh (Woldring, Woldringh), J. 

weesheer 1776-1781 (wordt secretaris weeskamer en volgt Hr. Morees) 

kluftheer 1776-1786, 1788, 1789 

secretaris weeskamer 1781 (opvolger van E.P. Smith)-1786, 1788 

gezworen meente 1789 (wordt staten generaal 6 november [1789]) 

staten generaal voor de stad 6 november 1789 




Woldringh, J.R. 


Woldering Wolderingh, Woldringe), Johan (J., Joh.) 


1707, 1709, 1710 (sterft voor de eerste reis op 3 april 1711) 

205




kluftheer 1701-1712, 1711 (sterft 3 april [1711] en volgt Herman 


olderman van het gildrecht 1704-1711 (sterft 3 april [1711] en hem volgt 9 

mei Joh. Wichers) 

Wolteri (Woltheri), Johan (Joh.) 


ord. raad admiralts. te Harlingen voor de provincie 1659, 1660, 1665, 1666 

staten genraal voor de provincie 1664 (alias C.H. Ripperda?) 

gedeputeerde staten voor de provincie 1669 (overlijdt en hem volgt op 

Everd van Asschendorp) 

Wolters (Wolthers), Harm (H.) 

extra ord. raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1687 (opvolger van 

Wicher Wichers) 



Wolthers, Harm (H., Harmen, Herman) 

provint. rekenkamer voor de stad 1688-1692 (wordt 5 april [1692] 

raadsheer) 

raadsheer 5 april 1692, 1694, 1697, 1698, 1701, 1702, 1705, 1706, 1709, 

1710 

drost van het Oldampt 1694 (wordt raadsheer, volgt W. van Borck) 


scholarch der Lat. scholen 1710, 1721 (opvolger van H. Bothenius), 1725, 


hoofdman 7 september 1711 (burgemeester), 1712, 1715, 1719, 1720, 

1727, 1728, 1731 

burgemeester 1713, 1714, 1717, 1718, 1721, 1722, 1725, 1726, 1729, 

1730, 1733 (sterft [1733] en volgt H. Veldman) 


bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de stad 1722 (burgemeester), 

1724-1732 

lt. president v.d. kamer (hove) van justitie 1724, 1732 

curator academia voor de stad 1726 (burgemeester), 1730 (burgemeester) 

Wolthers (Wolters), Herman (H.) 


1765, 1768 





staten generaal voor de stad 1763 (opvolger van T. van Berchuijs) 

curator academia voor de stad 1763 opvolger van R.B. de Mareesz), 1788 

provint. rekenkamer voor de stad 1770, 1772 (opvolger van J. Cranssen), 

1788 (gezet in H.H.M.M. en opgevolgd door H. Tjassens) 

raadsheer 1773, 1776, 1777, 1779, 1780, 1781, 1783, 1785, 1786 

admiralts. te Harlingen voor de stad 1775, 1778 


N.B.: waar moet in plaats van H. Tjassens die in de prov. rekenkamer is 

gepromoveert; sterft 26 maart [1788] v.d. jaar en volgt E.P. Smith 

staan??? 

Wolthers, J. 

hoofdman 1750 

Wolthers, T.H. (is H.?) 


Wolthers, Warm. 


206

Wolthers, Warm. 


Wolters (Wolthers), Wolter (W., Wolt.) 

gezworen meente 1663 (in plaats van W. Roelefs), 1664, 1666, 1667, 

1669, 1670, 1672, 1673, 1675, 1676, 1678, 1679, 1681 


secretaris van het Gorecht 1671 (in plaats van [Menso] Altingh die 

ambtman wordt)-1675, 1676-1679 (wordt rekenmeester en volgt 22 

november [1679] G. Borgesius) 

provint. rekenkamer (rekenmeester) 1679 (opvolger van Egbert van 

Lingen), 1711 

extr. ord. raad admiralt. te Harlingen voor de stad 1681, 1710 


raadsheer 1683, 1684, 1686, 1687, 1689, 1690, 1692, 1693, 1695, 1696 

(wordt burgemeesater en volgt Willem Baurmester) 


bewindhebber der West-Indische Compagnie voor de provincie 1694, 1696, 

1698-1700, 1701-1709 

burgemeester 15 februari 1696 (opvolger van Hendr. Cluivinghe), 1699, 

1700, 1703, 1704, 1707, 1708, 1711, 1712 

hoofdman 1697, 1698, 1701, 1702, 1705, 1706, 1709, 1710, 1713, 1714 

(sterft 14 augustus [1714] en hem volgt Wilh. Baurmester) 



secretaris gedeputeerde staten in de provincie 1702-1709 

adcessor van het krijgsgerichte 1706 



Wolters (Wolthers), Warm. (W.) 

secretaris van de provincie (gedeputeerde staten) 1697-1700 

Wolthers, Wolter (W.) 

secretaris v.d. raad 21 januari 1718 (opvolger van L. Bothenius)-1723, 

1724, 1725 

hoofdman 1723 

lid ter admiraliteit te Harlingen 31 juni 1725 


ambtman van het Gorecht 1728 (sterft en volgt W. van Swinderen) 


gildrechstheer 1727, 1729, 1732, 1733, 1735, 1736, 1738, 1739, 1741, 

1744, 1745, 1747-1750 


1744, 1746, 1747, 1750, 1754 



kluftheer 1731-1750, 1751 

raadsheer 1752, 1753 (3de in rang), 1756, 1757, 1759, 1760, 1762, 1763, 

1765, 1766, 1774 


provint. rekenkamer voor de stad 1755, 1758, 1761 


curator academia voor de stad 1764 (raadsheer)-1767 (sterft 12 februari 

[1768] en volgt Corn. Tjassens) 


burgemeester 1768 (sterft 12 februari [1768] en volgt A.J. ter Borgh) 




weesheer 1782-1786, 1788-1794 


Woltherus, Grietman 


207

Woortman, J. 


Woortman, S. (is J.?) 


Woortman, P. 





Writzers (Writsers), Jan (J.) 

gecommitteerde raad der Ommelanden 1717-1723, 1724, 1725, 1727-1732 

(1728-1730, 1732 hoveling) 


Writsers, Claas 


Writsers (Writzers), Tjaart 

gecommitteerde raad der Ommelanden 1734, 1740, 1741, 1743-1748, 

1756, 1757 

Wullen, Jurjen (J., Jurien, Jurrien) van 




Wullen, Lamb. van 


...... 

...... 

...... 

admiralts. in Zeeland 1646 

aangezien men goedgevonden heeft zich van de admiralts. in Zeeland te 

separeeren zo is dit ambt komen te casseren 

admiralts. te Harlingen voor de stad 1677 


......, [Vacant] 

advocaat fiscaal [voor de stad] 1783, 1784, 1788 

...... 

...... 

...... 

...... 

...... 

...... 

ambtman van het Klei Oldampt 1621, 1622, 1647, 1648 

artilleriemeester der provincie 1790 


1679, 1680=3x, 1681=3x, 1682, 1683=2x, 1685, 1686, 1687=2x, 

1688=2x, 1689 

generalts. rekenkamer voor de provincie 1677=2x 

grootmajoor voor de provincie 1783 


208

...... 

...... 

...... 

...... 

...... 

...... 

...... 

...... 

...... 

...... 

...... 

commies voor de provincie 1782 

landschrijver van het Oldampt 1601 

lt. president van de hoofdmannenkamer 1659 (de lt. presidentenplaats van 

het hoff aan de stad zijnde, rouleerd onder onder de vier burgemeesteren, 

zijnde ieder op zijn beurt president) 



pontkamer van de gezworenen 1619, 1621 

pontkamer van de gilden 1616, 1618-1621, 1625, 1628, 1663, 1674, 1675, 

1676 

pontkamer van de raad 1616, 1618 

president van het krijgsgerichte 1743-1746, 1749 (het krijgsgerichte is op 1 

december [1749] opgehouden te bestaan) 

secretaris van het krijgsgerichte 1749 

adsessoren van het krijgsgerichte 1749 

raad en sindicus van de Ommelanden 1750 

raadsheer 1650, 1653, 1654, 1685 

...... (vacant) 

rentmeester voor de stad 1794 

...... 

...... 

rentmeester van de Ommelanden 1697, 1698, 1699, 1700 

secretaris van het jachtgerichte 1786 

...... 

secretaris en fiscaal voor de Ommelanden 1740, 1743-1748 

209

1 Lijst van gezagsdragers vermeld in het ... - Archieven.nl

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?