GRONDPRIJZEN DOORGROND - Gemeente Houten
GRONDPRIJZEN DOORGROND - Gemeente Houten
GRONDPRIJZEN DOORGROND - Gemeente Houten
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>GRONDPRIJZEN</strong><br />
rapport grondprijsbeleid<br />
<strong>DOORGROND</strong><br />
REKENKAMERCOMMISSIE<br />
GEMEENTE HOUTEN<br />
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Postbus 30<br />
3990 DA <strong>Houten</strong><br />
telefoon 038-3314589 (voorzitter)<br />
Telefoon 030-2328680 (secretaris)<br />
Maart 2008
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Inhoudsopgave<br />
Inhoudsopgave .............................................................................................................................. 1<br />
Bestuurlijk perspectief................................................................................................................ 3<br />
Deel I<br />
1. Inleiding ..................................................................................................................................... 5<br />
2. Leeswijzer.................................................................................................................................. 5<br />
3. Doelstelling ................................................................................................................................ 5<br />
4. Aanpak van het onderzoek........................................................................................................ 6<br />
5. Samenvatting en conclusies...................................................................................................... 6<br />
6. Aanbevelingen........................................................................................................................... 9<br />
7. Reactie college van B&W........................................................................................................ 11<br />
8. Nawoord rekenkamercommissie ............................................................................................. 20<br />
Bijlagen<br />
1. Onderzoeksopzet .................................................................................................................... 21<br />
2. Brief RIGO ............................................................................................................................... 23<br />
Deel II<br />
Onderzoeksrapport RIGO............................................................................................................ 25<br />
Grondprijzen doorgrond 1
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Grondprijzen doorgrond 2
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Het grondprijsbeleid in bestuurlijk perspectief geplaatst<br />
Met enige regelmaat worden onderzoeken uitgevoerd naar de wijze waarop grote investeringprojecten<br />
van de overheid zijn voorbereid en uitgevoerd. Vaak blijkt dat er tijdens het proces het een en ander is<br />
misgegaan. Verschillende oorzaken liggen hieraan ten grondslag. De complexiteit en de duur van het<br />
project. Onvoldoende bestuurlijke aansturing en controle. De continuïteit van de uitvoerders versus de<br />
discontinuïteit van politici en bestuurders. Een éénduidige oorzaak is meestal niet aan te wijzen; het<br />
gaat doorgaans om een samenspel van zaken en een samenloop van factoren in de uitvoering. Het<br />
feit dat in dit soort zaken de conclusies en aanbevelingen vaak overeenkomsten vertonen zou de stelling<br />
kunnen wettigen dat er bij dit soort projecten bepaalde (ongewilde) wetmatigheden gelden.<br />
Hoewel de schaal van <strong>Houten</strong> van een andere orde is, zijn er in bepaalde opzichten toch parallellen te<br />
trekken. Met de aanwijzing van <strong>Houten</strong> als groeikern en Vinex-locatie werd een grote wissel getrokken<br />
op de deskundigheid en daadkracht van de ambtelijke en bestuurlijke organisatie. De opdracht was,<br />
voor een gemeente van – toen nog - bescheiden omvang, niet gering. Het ontwikkelen van bouwterreinen<br />
voor woningbouw, kantoren, industrie en winkels had een hoge prioriteit. De groeitaak zou een<br />
langdurig karakter hebben en was niet van financiële risico’s ontbloot. Wanneer we over grondbeleid<br />
en grondprijzen praten, is er bovendien sprake van een complexe materie. De kennis hiervan is voorbehouden<br />
aan enkele specialisten.<br />
Tegen de hiervoor geschetste achtergrond is het verklaarbaar – en in zeker opzicht ook wel verdedigbaar<br />
– dat voor een pragmatische aanpak is gekozen. Van de andere kant had het college de raad<br />
wat meer bij de les kunnen houden en de vertrouwelijkheid van de materie minder dogmatisch kunnen<br />
hanteren. Dan had de gemeenteraad beter kaders kunnen stellen en kunnen controleren. En dan had<br />
ook met de raad de principiële discussie gevoerd kunnen worden over de wijze van sturen. Moet de<br />
snelheid van het ontwikkelen van <strong>Houten</strong> prioriteit krijgen? Of is het streven meer gericht op hoge(re)<br />
grondopbrengsten? Waarmee bijvoorbeeld een hogere plankwaliteit gerealiseerd had kunnen worden.<br />
Nu was er te veel sprake van twee ‘werelden'. De raad gaf min of meer een blanco mandaat en het<br />
college kon er goed mee leven.<br />
Wij hechten eraan vast te stellen dat de analyse van een aantal cases heeft aangetoond dat conform<br />
de regels en afspraken is gehandeld. Wat dat betreft is de rechtmatigheid van handelen niet in het<br />
geding.<br />
Grondprijzen doorgrond 3
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Grondprijzen doorgrond 4
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
1. Inleiding<br />
Als gevolg van de Vinex-taakstelling gaat er in <strong>Houten</strong> veel om in de grondexploitatie. De raad is daar<br />
op verschillende manieren bij betrokken. Maar ons is ook gebleken dat de inzichtelijkheid van het<br />
grondbeleid bij raadsleden vragen oproept. Omdat het grondbeleid een omvangrijk en complex beleidsterrein<br />
is heeft de rekenkamercommissie gemeend zich te moeten beperken. Daarom is gekozen<br />
voor een onderzoek naar het grondprijsbeleid.<br />
Hoe komen grondprijzen tot stand? En in hoeverre worden de vastgestelde grondprijzen ook in de<br />
praktijk gehanteerd? De raad wordt niet geïnformeerd over de gerealiseerde grondprijzen en daardoor<br />
is het onduidelijk of de vastgestelde grondprijzen ook worden toegepast.<br />
Ook de komende jaren zullen er nog veel grondtransacties plaatsvinden. Ter illustratie in 2005 was de<br />
"omzet" van de grondexploitatie bijna 60 miljoen, dat is 45% van de omzet van de gemeente. In 2006<br />
was dat weliswaar flink gedaald maar toch nog altijd 27 miljoen. Voor de bouwgrond die de gemeente<br />
uitgeeft aan ontwikkelaars en corporaties voor woningbouw of aan bedrijven, winkels of sportverenigingen<br />
is grondprijsbeleid om meerdere redenen van belang voor de gemeenteraad.<br />
Er kunnen met bepaalde plannen mogelijk winsten worden gerealiseerd die kunnen worden gebruikt<br />
om plannen met verliezen op de grondexploitatie toch te kunnen uitvoeren en/of om voor extra inkomsten<br />
in de gemeentekas zorgen. Het centrumplan is daarvan wel het meest sprekende voorbeeld.<br />
Grondprijsbeleid is ook van belang om bepaalde functies in de gemeente te kunnen realiseren, als de<br />
gemeente dat wil, zoals sociale huurwoningbouw betaalbaar te houden voor starters. Om dergelijke<br />
functies te kunnen faciliteren met het grondprijsbeleid is goed koopmanschap nodig, vooral voor functies<br />
met een grotere financiële draagkracht.<br />
Het is daarom van belang dat de raad inzicht heeft op welke wijze de grondprijzen worden bepaald en<br />
of de vastgestelde grondprijzen ook worden gerealiseerd.<br />
2. Leeswijzer<br />
Dit rapport bestaat uit twee delen. In het eerst deel vindt u een bestuurlijke samenvatting met de conclusies<br />
en de aanbevelingen, de reactie van het college en het nawoord van de rekenkamercommissie.<br />
Het tweede deel bestaat uit het onderzoeksrapport van RIGO, waarin de bevindingen worden<br />
weergegeven. Om het rapport in de juiste context te zetten is begonnen, als een soort voorwoord, met<br />
een beschouwing over het bestuurlijke perspectief waarin het rapport moet worden gelezen.<br />
3. Doelstelling van het onderzoek<br />
Wil de raad echt invloed kunnen uitoefenen op het grondprijsbeleid dan zal de raad niet alleen inzicht<br />
moeten hebben in de vastgestelde grondprijzen voor de verschillende functies. De raad zal ook moeten<br />
weten hoe de grondprijzen tot stand komen en wat de relatie is tussen de grondprijzen en de risico's<br />
van de grondexploitatie. Het gaat dan om de kaderstellende rol van de raad. Daarnaast zal de<br />
raad ook moeten weten hoe dat beleid in de praktijk wordt uitgevoerd, de controlerende rol van de<br />
raad.<br />
Dit leidt tot het centrale onderzoeksthema:<br />
De rekenkamercommissie wil inzicht verschaffen in het gemeentelijke grondprijsbeleid en tevens de<br />
uitvoering ervan toetsen.<br />
Deze doelstelling leidt tot de volgende onderzoeksvragen.<br />
1. Hoe ziet het grondprijsbeleid van de gemeente <strong>Houten</strong> er formeel uit?<br />
Doel is het in kaart brengen en transparant maken van het grondprijsbeleid. Welke doelstellingen<br />
moeten met het grondprijsbeleid worden gerealiseerd? Hoe komt het beleid tot stand en wordt het<br />
geformuleerd? Wat zijn de (on)mogelijkheden om de risico's van de grondexploitaties te beheersen?<br />
Wat is rol van het college en de gemeenteraad, hoe zijn de bevoegdheden en verantwoordelijkhedenverdeeld?<br />
Als de raad echt invloed wil uitoefenen op het grondprijsbeleid is het vaststellen van de<br />
grondprijzen onvoldoende. Minstens zo belangrijk zijn de uitgangspunten en de methodiek die wordt<br />
gehanteerd bij het vaststellen van die prijzen.<br />
Grondprijzen doorgrond 5
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
2. Hoe werkt het grondprijsbeleid in de praktijk?<br />
Gebruikmakend van de uitkomsten uit de vorige onderzoeksvraag, wordt gekeken hoe in de praktijk<br />
uitvoering wordt gegeven aan het grondprijsbeleid. Daarbij zal met name gekeken worden naar de<br />
doeltreffendheid, worden bij transacties de juiste, vastgestelde prijzen gehanteerd?<br />
3. Wordt de raad adequaat geïnformeerd over het grondprijsbeleid?<br />
Enerzijds gaat het daarbij om het strategische niveau, krijgt de raad voldoende informatie om op een<br />
juiste wijze tot een kaderstelling te komen? En anderzijds is de vraag of de raad in staat wordt gesteld<br />
om te kunnen controleren of het grondprijsbeleid adequaat wordt uitgevoerd. De raad kan dat alleen<br />
maar doen als hij volledig, juist en tijdig wordt geïnformeerd over de uitvoering van het beleid. Maar<br />
adequate informatievoorziening wil nog niet zeggen dat de raad zijn controlerende taak ook daadwerkelijk<br />
uitoefent. Daarom is ook onderzocht hoe de raad met die informatie omgaat.<br />
4. Aanpak van het onderzoek<br />
Het is algemeen bekend dat de grondexploitatie een complex en technisch beleidsterrein is. Min of<br />
meer vanzelfsprekend geldt dat dus ook voor het grondprijsbeleid omdat dit een onderdeel is van het<br />
grondbeleid. Daarom heeft de rekenkamercommissie er voor gekozen om dit onderzoek uit te laten<br />
voeren door een bureau dat veel deskundigheid en ervaring heeft op het terrein van grondzaken en<br />
woningbouwplanning.<br />
Op basis van dossieronderzoek en interviews met een paar ambtelijke sleutelfiguren is het grondprijsbeleid<br />
beschreven. Door de onderzoekers zijn 15 grondtransacties geselecteerd waarvan is onderzocht<br />
of de transactieprijs in overeenstemming is met het grondprijsbeleid. Om een goede spreiding<br />
van de transacties over de verschillende categorieën te krijgen was het noodzakelijk de onderzoeksperiode<br />
flink uit te breiden van 2005 - 2006 tot 2003 – 2007. Om ook de oude VINEX-west overeenkomst<br />
in het onderzoek te betrekken zijn zelfs een aantal transacties uit 2000 bestudeerd.<br />
De actieve informatieplicht van het college is onderzocht aan de hand van de stukken voor de commissies<br />
en gemeenteraad. Om praktische redenen is hierbij wel voornamelijk naar de periode 2005 -<br />
2006 gekeken. Daarbij is de focus, zoals gezegd, gericht op twee aspecten; wordt de raad adequaat<br />
geïnformeerd over de uitvoering van het beleid en hoe gaat de raad met die informatie om? Er is niet<br />
gestreefd naar volledigheid, bij het onderzoek ging het om het geven van een indruk waarop raad,<br />
college en andere betrokkenen samenwerken.<br />
Om de adequaatheid van met name de conclusies en aanbevelingen te toetsen is aan het eind van<br />
het onderzoek een zogenaamde expertmeeting gehouden. In die bijeenkomst is met een aantal materie<br />
deskundigen gediscussieerd over het onderzoek en het rapport. Daarbij is met name aandacht<br />
geschonken aan de vraag of er een logische samenhang is tussen de bevindingen, conclusies en<br />
aanbevelingen. Op basis daarvan is het rapport op een aantal punten aangepast.<br />
5. Samenvatting en conclusies<br />
Zoals gezegd, is in deel II het onderzoeksrapport van het RIGO opgenomen. Daarin worden de drie<br />
onderzoeksvragen uitvoerig, per deelvraag, beantwoord. In dit hoofdstuk worden die bevindingen en<br />
conclusies per onderzoeksvraag samengevat.<br />
5.1 Hoe ziet het grondprijsbeleid van de gemeente <strong>Houten</strong> er formeel uit?<br />
In het onderzoeksrapport wordt deze vraag in een vijftal deelvragen uitgewerkt. Om de hoofdlijn<br />
scherp in beeld te krijgen wordt in deze samenvatting niet specifiek op de deelvragen ingegaan.<br />
Er zijn door de gemeenteraad geen concrete doelstellingen voor het grondprijsbeleid vastgesteld. Ook<br />
heeft de raad geen methodiek voor het vaststellen van de grondprijzen bepaald. In de nota Grondprijzen<br />
die jaarlijks door het college wordt vastgesteld zijn die doelen ook niet te vinden. In het algemeen<br />
wordt het grondprijsbeleid summier beschreven en is er weinig toelichting op de uitgangspunten en de<br />
methodiek van de grondprijsvaststelling. Anders gezegd er is geen geformaliseerd grondprijsbeleid.<br />
Het beleid komt impliciet tot stand. Dat is voornamelijk gebeurd bij het vaststellen van de bouwclaimovereenkomsten<br />
in de tweede helft van de jaren negentig.<br />
Grondprijzen doorgrond 6
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
In de bouwclaimovereenkomsten zijn ook afspraken gemaakt over de wijze waarop toekomstige prijsstijgingen<br />
worden verwerkt. In het omvangrijkste contract is dat in eerste instantie gedaan met de zogenaamde<br />
BDB-index 1 (is index voor de ontwikkeling van de bouwkosten). Enige jaren later is het<br />
contract herzien en zijn de prijzen per m 2 omgezet naar grondquotes. Daardoor volgt de grondprijs<br />
automatisch die van de daarop te bouwen woningen.<br />
De jaarlijkse nota's grondprijzen borduren op elkaar voort. De vastgestelde prijzen voor 2005 worden<br />
voor 2006 aangepast aan de marktontwikkelingen. Voor de functies kantoren en bedrijven geldt een<br />
jaarlijks bepaalde onderhandelingsmarge. Bij grotere afwijkingen en bij andere functies is goedkeuring<br />
van de gemeenteraad nodig. Voor de aanpassing van de grondprijzen wordt in veel gevallen de BDBindex<br />
gebruikt. Zowel voor 2005 als voor 2006 betekende de indexering met de BDB-index een stijging<br />
van de grondprijzen met ongeveer 1%. Bij woningbouw is deze prijsstijging lager dan de feitelijke<br />
prijsontwikkeling van woningen en de mogelijke grondprijsontwikkeling (volgens de residuele waardemethode).<br />
Anders gezegd de BDB-index is niet de meest passende methodiek voor de jaarlijkse aanpassing<br />
van de grondprijzen. Voor de kantorenmarkt is niet altijd een indexering gebruikt, dit is het<br />
gevolg van de vraag/aanbodverhoudingen. De gehanteerde methodiek zou kunnen betekenen dat de<br />
grondprijzen in <strong>Houten</strong> aan de lage kant zijn gebleven.<br />
Zeker achteraf, kan worden gezegd dat de gekozen methode van prijsindexering risicomijdend is geweest.<br />
Door met de BDB-index te werken voor de aanpassing van de grondprijzen was de prijsstijging<br />
gematigd. Doordat de vrij op naam prijs (VON-prijs) van woningen harder steeg werd het risico van<br />
stagnatie in de verkoop geminimaliseerd. Of en in hoeverre dat gedrag (mede) is ingegeven om zeker<br />
te zijn van een snelle verkoop van gronden is in het onderzoek niet duidelijk geworden.<br />
De reikwijdte van de nota grondprijzen is beperkt tot de 'vrije gronden'. Dat zijn de bouwgronden<br />
waarover de gemeente nog geen contractuele afspraken heeft gemaakt met projectontwikkelaars of<br />
andere kopers. Voor <strong>Houten</strong> VINEX geldt dat alles of nagenoeg alles al in (langdurige) contracten is<br />
vastgelegd. Daardoor is de actuele beleidsruimte voor het grondprijsbeleid zeer beperkt. Dat neemt<br />
niet weg dat het belangrijk is om bij het vaststellen van de grondprijzen de marktontwikkelingen goed<br />
te volgen. Daarnaast is het van belang te zorgen voor goede afspraken over de aanpassing van de<br />
grondprijzen als de feitelijke gronduitgifte enkele jaren later plaatsvindt.<br />
Conclusie 1<br />
Voor een gemeente met zo'n omvangrijke grondexploitatie is het opvallend dat er geen nota grondbeleid<br />
is en ook geen expliciet grondprijsbeleid.<br />
Conclusie 2<br />
Er is gewerkt met een risicomijdende methodiek voor de aanpassing van de grondprijzen.<br />
5.2 Hoe werkt het grondprijsbeleid in de praktijk?<br />
Deze vraag is op basis van 15 transacties in de verschillende uitgiftecategorieën in de periode vanaf<br />
2000 onderzocht. De grondprijzen in de transacties zijn vergeleken met de prijzen uit het betreffende<br />
jaar voor de betreffende functie(s). De gronduitgifteovereenkomsten zijn daarbij bestudeerd op nadere<br />
bepalingen die een eventuele afwijking kunnen veroorzaken en/of verklaren.<br />
In het algemeen kan op basis van de casestudies worden gezegd dat de gerealiseerde grondprijzen<br />
bij de grondtransacties in overeenstemming zijn met de vastgestelde grondprijzen, of afspraken gemaakt<br />
in bouwclaimovereenkomsten 2 .<br />
Bij sommige afwijkingen zijn deze gemotiveerd. In andere gevallen was het soms moeilijk een goede<br />
vergelijking te maken, omdat de gegevens onvoldoende specifiek waren (bijvoorbeeld opgetelde bedragen<br />
voor verschillende functies).<br />
Bij de grondprijsbepaling in bouwclaimovereenkomsten is het gevoerde grondprijsbeleid in betreffend<br />
jaar duidelijk richtsnoer geweest, zo kan op basis van enkele cases worden geconcludeerd.<br />
Conclusie 3<br />
In het algemeen kan worden geconcludeerd dat de gerealiseerde grondprijzen conform de nota grondprijzen<br />
of de contractuele bepalingen waren.<br />
1. BDB staat voor Bureau Documentatie Bouwwezen.<br />
2. In een bouwclaimovereenkomst wordt de individuele grondpositie van een marktpartij verkocht aan de gemeente in ruil voor<br />
een bouwrechten (ontwikkelrecht), soms op dezelfde locatie maar soms ook elders in de gemeente.<br />
Grondprijzen doorgrond 7
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
5. 3. Wordt de raad adequaat geïnformeerd over het grondprijsbeleid?<br />
In de opvatting van de rekenkamercommissie is dit een wezenlijke deel van het onderzoek. Daarom<br />
wordt hier uitgebreider aandacht aangegeven door wel op de deelvragen in te zoemen.<br />
• Krijgt de raad voldoende informatie om op een juiste wijze tot een kaderstelling betreffende<br />
het grondprijsbeleid te komen?<br />
De raad in <strong>Houten</strong> krijgt wel informatie over het grondprijsbeleid. Het ontbreekt echter op belangrijke<br />
onderdelen aan duidelijke kaderstelling door de raad.<br />
Er is geen nota grondbeleid die een transparante kaderstelling biedt voor het grondbeleid en de onderdelen<br />
ervan, waaronder het grondprijsbeleid. Er zijn geen expliciete doelstellingen voor het grondprijsbeleid.<br />
Er zijn ook weinig uitgangspunten voor de grondprijsbepaling.<br />
Conclusie 3.1<br />
Er is de gemeenteraad geen voorstel gedaan om kaders te stellen voor het grondprijsbeleid. Ook niet<br />
nadat de raad in december 2003 had bepaald dat: "Het college biedt ten minste eens in de vier jaar<br />
een nota grondbeleid aan…". 3 Voor de goede orde, de gemeenteraad heeft het college daar ook niet<br />
aan gehouden.<br />
• Krijgt de raad de informatie om te kunnen controleren of het grondprijsbeleid adequaat<br />
wordt uitgevoerd?<br />
De raad krijgt veel gegevens over de uitvoering van het grondprijsbeleid. Maar die gegevens zijn gefragmenteerd<br />
over verschillende documenten die deels ook nog vertrouwelijk zijn. Dit maakt de stap<br />
van gegevens naar informatie (zeer) lastig. Daardoor wordt de controle door de raad aanmerkelijk<br />
bemoeilijkt.<br />
Er ontbreekt overzichtelijke informatie waarin de grondprijzen volgens het grondprijsbeleid of volgens<br />
afspraken bij bouwclaimovereenkomsten, geplaatst worden naast de gerealiseerde prijzen per categorie<br />
van gronduitgifte. Bij het uitvoeren van de casestudies bleek dat zelfs materiedeskundigen veel<br />
creativiteit nodig hadden om het noodzakelijke overzicht te krijgen.<br />
In de programmabegroting en/of de jaarrekening is hierover, op een samengevoegd niveau, ook geen<br />
informatie te vinden. De informatie in herziene grondexploitatierekeningen – die de raad vaststelt -<br />
over gerealiseerde grondprijzen is niet specifiek genoeg om het grondprijsbeleid per categorie te kunnen<br />
controleren.<br />
Dit effect wordt nog versterkt door de soms bedekte omschrijvingen 4 in de besluitenlijst van B&W bij<br />
transacties met afwijkende grondprijzen.<br />
Conclusie 3.2<br />
De gegevens aan de gemeenteraad over de gerealiseerde grondprijzen zijn fragmentarisch en onvoldoende<br />
transparant. Dit heeft tot gevolg dat de raad zijn controlerende functie feitelijk niet kan uitvoeren.<br />
• Hoe gaat de raad met de verkregen informatie om?<br />
Uit de raadsverslagen uit de periode voor de dualisering blijkt dat de goedkeuring van de nota’s<br />
grondprijzen niet tot grote discussies in de raad leidde. In meerdere jaren werden de grondprijzen<br />
zonder stemming of discussie vastgesteld.<br />
In 1998 heeft de raad echter gesproken over een eventuele verhoging van de grondprijzen voor vrijstaande<br />
woningen, mede in het kader van de hausse op de woningmarkt. Daartoe is toen niet besloten.<br />
Tot 2001 werd de nota grondprijzen door de gemeenteraad vastgesteld, daarna wordt de nota door<br />
het college vastgesteld en voor de raad ter inzage gelegd. De raad hoeft niet langer formeel goedkeuring<br />
te geven aan de grondprijzen.<br />
Veel bouwclaimovereenkomsten zijn besproken in de raad. In de meeste gevallen werden de overeenkomsten<br />
echter vertrouwelijk ter inzage gelegd; het openbaar maken van de inhoud ervan zou<br />
volgens het college de (concurrentie)positie en belangen van de gemeente kunnen schaden. In een<br />
aantal gevallen is de raad hier ook actief bij betrokken. Dat geldt bijvoorbeeld voor de herziening van<br />
de overeenkomst in 2000 met OVH voor <strong>Houten</strong> VINEX-West en de herziene plannen voor het Castellum<br />
in 2006.<br />
3. Artikel 22 van de Financiële verordening gemeente <strong>Houten</strong> 2003.<br />
4. Zie het bijlagenrapport p. 14.<br />
Grondprijzen doorgrond 8
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Van controle door de raad van het grondprijsbeleid in termen van: "komen de gerealiseerd grondprijzen<br />
overeen met de prijzen in de nota grondprijzen of de bouwclaimovereenkomst?" is uit de bestudeerde<br />
raadsverslagen weinig gebleken.<br />
Conclusie 3.3<br />
De raad wordt in het algemeen passief betrokken bij de uitvoering van het grondprijsbeleid. Mede door<br />
gebrek aan kaderstelling speelt de raad zelf ook geen actieve rol. Ook op dit punt komt de controlerende<br />
rol van de raad niet tot zijn recht.<br />
6. Aanbevelingen<br />
Vanwege de omvang en complexheid van de grondexploitatie is dit onderzoek beperkt tot het grondprijzenbeleid.<br />
In dit onderzoek is niet alleen gekeken hoe het college met het grondprijzenbeleid is<br />
omgegaan. Er is ook nadrukkelijk stilgestaan bij de kaderstellende en controlerende rol van de raad.<br />
Zowel de kaderstelling als ook de controle van het grondprijsbeleid kunnen in <strong>Houten</strong>, gezien de voorgaande<br />
conclusies, aan kwaliteit winnen. Omdat ook een nota grondbeleid ontbreekt, ligt het enigszins<br />
voor de hand de kaderstelling voor het grondprijsbeleid te zien als een onderdeel van een nota grondbeleid.<br />
Aanbeveling 1<br />
Om tot een transparant grondprijsbeleid te komen, dat is ingekaderd in het grondbeleid, is het noodzakelijk<br />
dat de gemeenteraad een nota grondbeleid krijgt aangeboden en gaat vaststellen.<br />
Aanbeveling 2<br />
In verband met de kaderstellende rol is het belangrijk dat de raad nadrukkelijk wordt betrokken bij het<br />
opstellen van de nota grondbeleid. Bijvoorbeeld door een opiniërende discussie over de uitgangspunten<br />
en randvoorwaarden voor die nota.<br />
Op basis van het onderzoek kunnen daarvoor al de volgende aandachtspunten worden genoemd:<br />
• Evaluatie van gehanteerde methoden van grondprijsvaststelling en zo nodig aanpassing, waaronder<br />
de grondprijzen voor sociale woningbouw, de grondquotesystematiek bij vrije sectorwoningbouw,<br />
het gebruik BDB-index voor aanpassing van de grondprijzen en de wettelijke<br />
(on)mogelijkheden van het nog gehanteerde anti speculatiebeding.<br />
• Hoe om te gaan met langdurige grondprijsafspraken in bouwclaimovereenkomsten en PPSovereenkomsten?<br />
• Hoe transparant maken van grondprijsbeleid en gerealiseerde grondprijzen voor de controle?<br />
• Welk beleid voor grondverwerving gaat de gemeente <strong>Houten</strong> voeren, als men bouwclaimovereenkomsten<br />
in de toekomst meer zou willen vermijden? Of kiest de raad voor een beleid met<br />
meer marktwerking, waarbij regiefunctie meer wordt ondersteund vanuit het bestemmingsplan in<br />
combinatie de exploitatieovereenkomst en/of met bijvoorbeeld de komende grondexploitatiewet?<br />
Aanbeveling 3<br />
De raad moet meer invulling geven aan zijn controlerende rol. Om het grondprijzenbeleid te kunnen<br />
toetsen aan de kaderstelling in de (toekomstige) nota grondbeleid is het nodig dat er duidelijke afspraken<br />
worden gemaakt welke informatie over de grondexploitatie jaarlijks moet worden verstrekt.<br />
Aanbeveling 4.<br />
De jaarlijkse nota Grondexploitatie 5 is onderdeel van de jaarstukken en dus openbaar.<br />
In het onderzoek is duidelijk geworden dat de raad zijn controlerende rol nog onvoldoende uitoefent.<br />
Deels wordt dat veroorzaakt doordat de nota Weerstandsvermogen Grondbedrijf en de Grondexploitatieberekeningen<br />
slechts ter inzage liggen en voor een groot deel geheim zijn. In haar advies over de<br />
jaarstukken heeft de rekenkamercommissie herhaaldelijk benadrukt dat het voor een adequate verantwoording<br />
noodzakelijk is dat er meer openbare informatie over de grondexploitatie in de begroting<br />
en rekening (of een bijlage) wordt opgenomen. De nota's meerjaren prognose grondexploitaties van<br />
vele andere gemeenten maken duidelijk dat dit kan zonder de belangen van de gemeente te schaden.<br />
5. De jaarlijkse nota Grondexploitatie is een samenvoeging van de nota Weerstandvermogen Grondbedrijf, de Grondexploitatieberekeningen<br />
<strong>Houten</strong>-Vinex en de Grondexploitatieberekeningen Niet-Vinex.<br />
Grondprijzen doorgrond 9
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Het is de rekenkamercommissie bekend dat de gemeente <strong>Houten</strong> op dit punt een verleden heeft.<br />
Maar de commissie is ook van mening dat het tijd is om over die schaduw heen te stappen.<br />
Grondprijzen doorgrond 10
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
7. Reactie college van B&W<br />
Grondprijzen doorgrond 11
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Grondprijzen doorgrond 12
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Grondprijzen doorgrond 13
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Grondprijzen doorgrond 14
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Grondprijzen doorgrond 15
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Grondprijzen doorgrond 16
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Grondprijzen doorgrond 17
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Grondprijzen doorgrond 18
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Grondprijzen doorgrond 19
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
8. Nawoord rekenkamercommissie<br />
De rekenkamercommissie heeft kennisgenomen van de bestuurlijke reactie van het college op het<br />
concept Rapport Grondprijsbeleid. Wij waarderen de uitgebreide reactie van het college. Hiermee<br />
wordt tot uitdrukking gebracht dat de grondprijspolitiek en het – beleid in de <strong>Houten</strong>se situatie belangrijke<br />
(maatschappelijke) factoren zijn. Wij stellen met genoegen vast dat alle aanbevelingen worden<br />
overgenomen en dat in belangrijke mate met de conclusies wordt ingestemd.<br />
Het college heeft in zijn reactie een paar opmerkingen gemaakt die enig commentaar behoeven.<br />
Op de eerste bladzij schrijft het college over de ruimtelijke opgave van <strong>Houten</strong> Vinex en stelt:<br />
Het grond(prijs)beleid is daar een integraal onderdeel van en is als zodanig weliswaar nooit in een<br />
aparte nota vastgelegd, maar wel degelijk expliciet als kader door de raad vastgesteld.<br />
Cruciaal bij dit punt is de vraag wat is een beleidskader? Het is inderdaad zo dat de gemeenteraad de<br />
grondprijzen heeft vastgesteld. De verbinding tussen de vastgestelde prijzen en de gekozen wijze van<br />
indexering enerzijds en de daarmee te bereiken doelen anderzijds lijkt echter niet voor de raad inzichtelijk<br />
te zijn gemaakt. Mede doordat een overstijgend kader voor het grondbeleid ontbreekt wordt<br />
de betekenis van de gekozen grondprijzen voor het beleid niet duidelijk 6 . Dat het college erop wijst dat<br />
de raad de grondprijzen heeft vastgesteld is dus terecht, maar de vraag die blijft is of de raad expliciet<br />
over het beleid achter die prijzen heeft besloten?<br />
Het is duidelijk, en in de reactie van het college staat dat ook min of meer, dat voor zover er al sprake<br />
is van een beleidskader voor het grondprijsbeleid het kader in ieder geval niet helder en transparant is.<br />
En dus is het voor de raad moeilijk daarmee zijn controlerende functie in voldoende mate te vervullen,<br />
terwijl dat wel een belangrijke rol is van een beleidskader.<br />
Naar aanleiding van de reactie van het college is nog een screening uitgevoerd op een aantal door het<br />
college kaderstellend genoemde stukken. In die stukken zijn weinig passages over grondprijzen te<br />
vinden en over grondprijsbeleid nog minder. Er zijn dus geen inhoudelijke argumenten om de betreffende<br />
conclusie aan te passen.<br />
Op bladzij 3 schrijft het college bij de inleiding op onze conclusies:<br />
Overigens merken wij daarbij op, dat de door u geformuleerde conclusies niet in alle opzichten goed<br />
aansluiten bij het (in onze ogen evenwichtige) beeld dat in het rapport van RIGO wordt geschetst. Wij<br />
missen een inhoudelijke onderbouwing bij deze discrepantie.<br />
De rekenkamercommissie heeft haar conclusies en aanbevelingen uiteraard besproken met de onderzoekers<br />
van het RIGO. Daarbij is geconstateerd dat de geformuleerde conclusies overeen komen met<br />
de resultaten van het onderzoek. Vervolgens is in de expertmeting de vraag aan de orde geweest:<br />
"Komen de resultaten van het onderzoek voldoende en helder in de conclusies tot uitdrukking?" Die<br />
vraag is door de deskundigen zonder voorbehoud, positief beantwoord.<br />
Naar aanleiding van de bestuurlijke reactie is de vraag nogmaals expliciet aan de onderzoekers van<br />
RIGO voorgelegd. Dat heeft slechts geleid tot een bevestiging van de voornoemde uitspraak dat de<br />
conclusies overeenkomen met de resultaten van het onderzoek. (zie bijlage 2)<br />
In de reactie op onze conclusies schrijft het college op bladzij 4:<br />
Anderzijds is de raad, daar waar daadwerkelijk sprake was van afwijking van de kaders, steeds expliciet<br />
om instemming gevraagd en was de raad derhalve in staat zijn controlerende functie uit te voeren."<br />
In ons rapport wordt onderkend dat afwijkingen van de jaarlijkse nota grondprijzen aan de raad worden<br />
voorgelegd. Maar een adequate uitoefening van de controlerende functie van de gemeenteraad<br />
gaat niet zo zeer over de formele afwijkingen maar strekt zich uit over de volle breedte van het gevoerde<br />
beleid.<br />
6 . Zie voor inhoud Nota Grondprijsbeleid: De prijs van kwaliteit, p. 25/26, VNG, Ver. van Ontwikkelaars en Ministerie VROM,<br />
Den Haag, april 2006.<br />
Grondprijzen doorgrond 20
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong> Bijlage 1<br />
Onderzoeksopzet Grondprijzen<br />
Aanleiding<br />
In <strong>Houten</strong> gaat er veel om in grondtransacties en de raad wordt daar ook over geïnformeerd. Maar in<br />
hoeverre worden de grondprijzen die door de raad worden vastgesteld ook in de praktijk gehanteerd?<br />
De raad wordt niet geïnformeerd over de gerealiseerde grondprijzen en daardoor is het onduidelijk of<br />
de vastgestelde grondprijzen ook worden toegepast.<br />
Ook de komende jaren zullen er nog veel grondtransacties plaatsvinden. Ter illustratie in 2004 was de<br />
"omzet" van de grondexploitatie 41 miljoen en in 2005 zelfs 58 miljoen, dat is bijna 50% van de omzet<br />
van de gemeente. Het is daarom van belang dat de raad inzicht heeft of het vastgestelde grondprijzenbeleid<br />
ook wordt geëffectueerd.<br />
Doelstelling<br />
Wil de raad echt invloed kunnen uitoefenen op het grondprijzenbeleid dan zal de raad niet alleen inzicht<br />
moeten hebben in de grondprijzen. De raad zal ook moeten weten hoe de grondprijzen tot stand<br />
komen en wat de relatie is tussen de grondprijzen en de risico's van de grondexploitatie. Daar naast<br />
zal de raad ook moeten weten hoe dat beleid in de praktijk wordt uitgevoerd. De rekenkamercommissie<br />
wil met dit onderzoek vooral inzicht verschaffen in het gemeentelijke grondprijzenbeleid en tevens<br />
de uitvoering ervan toetsen aan de praktijk. Deze doelstelling leidt tot de volgende onderzoeksvragen.<br />
1. Hoe ziet het grondprijzenbeleid van de gemeente <strong>Houten</strong> er formeel uit?<br />
Doel is het in kaart brengen en transparant maken van het grondprijzenbeleid. Welke doelstellingen<br />
moeten met het grondprijzenbeleid worden gerealiseerd? Hoe komt het beleid tot stand en wordt het<br />
geformuleerd? Wat zijn de (on)mogelijkheden om de risico's van de grondexploitaties te beheersen?<br />
Wat is rol van het college en de gemeenteraad, hoe zijn de bevoegdheden en verantwoordelijkhedenverdeeld?<br />
Als de raad echt invloed wil uitoefenen op het grondprijzenbeleid is het vaststellen van de<br />
grondprijzen onvoldoende. Minstens zo belangrijk zijn de uitgangspunten en de methodiek die wordt<br />
gehanteerd bij het vaststellen van die prijzen.<br />
2. Hoe werkt het grondprijzenbeleid in de praktijk?<br />
Gebruikmakend van de uitkomsten uit de vorige onderzoeksvraag, wordt gekeken hoe in de praktijk<br />
uitvoering wordt gegeven aan het grondprijzenbeleid. Daarbij zal met name gekeken worden naar de<br />
doeltreffendheid, worden bij transacties de juiste vastgestelde prijzen gehanteerd?<br />
3. Wordt de raad adequaat geïnformeerd over het grondprijzenbeleid?<br />
Enerzijds gaat het daarbij om het strategische niveau, krijgt de raad voldoende informatie om op een<br />
juiste wijze tot een kaderstelling te komen? En anderzijds is de vraag of de raad in staat wordt gesteld<br />
om te kunnen controleren of het grondprijzenbeleid adequaat wordt uitgevoerd. De raad kan dat alleen<br />
maar doen als hij volledig, juist en tijdig wordt geïnformeerd over de uitvoering van het beleid. Maar<br />
adequate informatievoorziening wil nog niet zeggen dat de raad zijn controlerende taak ook daadwerkelijk<br />
uitoefent. Daarom zal ook worden onderzocht hoe de raad met die informatie om gaat.<br />
Normenkader<br />
Bij de 1 e onderzoeksvraag wordt het beleidskader in beeld gebracht. Vooralsnog wordt verondersteld<br />
dat daarin normen staan die kunnen worden gehanteerd (of worden afgeleid) voor de beoordeling van<br />
bevindingen in het vervolg van het onderzoek. Voor de informatievoorziening wordt de actieve informatieplicht<br />
van het college als norm genomen.<br />
Wijze van onderzoek<br />
Op basis van dossieronderzoek zo nodig aangevuld met interviews met een of meer ambtelijke sleutelfiguren<br />
zal het grondprijzenbeleid worden beschreven. Op basis van een steekproef zullen een aantal<br />
grondtransacties in de periode 2005 en 2006 worden onderzocht. De actieve informatieplicht van<br />
het college zal worden onderzocht aan de hand van de stukken voor de commissies en raad.<br />
Grondprijzen doorgrond 21
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong> Bijlage 1<br />
Eveneens voor de periode 2005 en 2006. Daarbij gaat het om twee aspecten.<br />
a. Wordt de raad in de reguliere stukken in de planning- en controlcyclus adequaat geïnformeerd over<br />
de ontwikkelingen in het grondprijzenbeleid?<br />
b. Wordt de raad tijdig geïnformeerd bij actuele ontwikkelingen? Daarbij kan met name worden gedacht<br />
aan grondtransacties waarin afwijkende prijzen worden gehanteerd.<br />
Organisatie en planning<br />
Het onderzoek zal worden uitbesteed en worden begeleid door Theo Lieverse. Het streven is het feitelijke<br />
onderzoek nog dit jaar te starten. Vooralsnog wordt uitgegaan van een doorlooptijd van drie<br />
maanden.<br />
Grondprijzen doorgrond 22
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong> Bijlage 2<br />
Betreft: Bestuurlijk wederhoor onderzoek grondprijsbeleid<br />
Kenmerk: 95080<br />
Geachte heer Pol,<br />
Amsterdam, 11 februari 2008<br />
Op woensdag 6 februari ontvingen wij de reactie van het college van de gemeente <strong>Houten</strong> op uw rapport<br />
over het grondprijsbeleid. U vroeg ons om een reactie op de door het college gemaakte opmerkingen bij<br />
het rapport, die wij u in deze brief doen toekomen.<br />
Allereerst moet gezegd worden dat de reactie van het college op hoofdlijnen zeer positief is over het<br />
rapport. De aanbevelingen worden alle vier overgenomen en ook met de conclusies van het onderzoek<br />
stemt het college grotendeels in. Wel worden er enige kanttekeningen geplaatst bij het rapport en bij de<br />
bijbehorende bestuurlijke conclusies. De belangrijkste twee zijn:<br />
1 volgens het college wijken de conclusies af van de bevindingen in het rapport;<br />
2 het college bestrijdt dat er geen expliciet grondprijsbeleid is vastgesteld.<br />
Op beide punten zullen wij in het onderstaande nader ingaan.<br />
Wat betreft het eerste punt wijst het college met name conclusie 3.1, dat het college de raad niet in<br />
staat heeft gesteld om kaders vast te stellen, af. Op de inhoud van dat bezwaar wordt onder punt 2 ver-<br />
der ingegaan. Vooralsnog is het van belang om op te merken dat het college bij geen van de individuele<br />
conclusies betoogt dat deze niet in lijn zou zijn met het onderzoeksrapport. Onzes inziens stemmen de<br />
geformuleerde conclusies overeen met de resultaten van het onderzoek. Wellicht is de reactie van het<br />
college meer dan op de feitelijke conclusies gericht op de suggestie die sommige delen van het rapport.<br />
Interessanter voor de discussie is het tweede punt dat het college maakt, namelijk dat er wel degelijk<br />
expliciet een grondprijsbeleid is vastgesteld. Voor het grondprijsbeleid voor de vrije gronden is dit inder-<br />
daad correct; in het jaarlijkse grondprijzenbesluit wordt het beleid aan de raad voorgelegd. Zoals het<br />
college zelf al erkent is dit besluit echter voor slechts een klein deel van de gronden in <strong>Houten</strong> van be-<br />
lang.<br />
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
T.a.v. dhr. O. Pol<br />
Postbus 30<br />
3990 DA <strong>Houten</strong><br />
De grondprijzen voor de overige gronden zijn vastgesteld bij het sluiten van de bouwclaimovereenkom-<br />
sten voor <strong>Houten</strong>-VINEX. Het college geeft in de reactie een beknopt overzicht van de toentertijd geno-<br />
Grondprijzen doorgrond 23
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong> Bijlage 2<br />
men besluiten. Terecht merkt het college op dat bij de besluiten ook de grondprijzen door de raad zijn<br />
vastgesteld.<br />
Cruciaal bij dit punt is de vraag wat is beleid? Het is onzes inziens inderdaad correct dat de gemeente-<br />
raad de grondprijzen heeft vastgesteld. De verbinding tussen de vastgestelde prijzen en de gekozen wijze<br />
van indexering enerzijds en de daarmee te bereiken doelen anderzijds lijkt echter niet voor de raad in-<br />
zichtelijk te zijn gemaakt. Mede doordat een overstijgend kader voor het grondbeleid ontbreekt wordt de<br />
betekenis van de gekozen grondprijzen voor het beleid niet duidelijk. Dat het college erop wijst dat de<br />
raad de grondprijzen heeft vastgesteld is dus volkomen terecht, maar het is de vraag of de raad expliciet<br />
over het beleid achter die prijzen heeft besloten.<br />
Een voorbeeld (dat niet als meer dan een voorbeeld moet worden behandeld) kan dit wellicht verduide-<br />
lijken. In de reactie (p. 5) schrijft het college dat de residuele grondwaardeberekening bij kwaliteitsver-<br />
hoging van de woning kan leiden tot een lagere grondopbrengst, hetgeen feitelijk gezien juist is. Deze<br />
uitspraak wekt echter, in het licht van de keuze voor de grondquotemethode 7 , de suggestie dat voor de<br />
gemeente <strong>Houten</strong> het financieel resultaat belangrijker is dan het kwaliteitsniveau. Het komt ons voor dat<br />
dergelijke implicaties van de keuze voor een bepaalde wijze van grondprijsbepaling de instemming van<br />
de gemeenteraad behoeft. Daarmee is niet gezegd dat deze besluiten stuk voor stuk aan de raad moeten<br />
worden voorgelegd; bij afwezigheid van een breder perspectief op het grondbeleid ontbreekt echter een<br />
algemene richtlijn voor de gemeentelijke beleidskeuzes.<br />
Wij hopen met deze brief het een en ander duidelijker gemaakt te hebben. Mocht u nog vragen hebben,<br />
dan kunt u altijd contact met ons opnemen.<br />
Met vriendelijke groet, mede namens mijn collega Geurt Keers,<br />
Jan Scheele-Goedhart<br />
RIGO Research en Advies BV<br />
7 Waar ook andere dan genoemde redenen aan ten grondslag liggen.<br />
Grondprijzen doorgrond 24
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
Deel II<br />
Onderzoeksrapport RIGO<br />
Grondprijzen doorgrond 25
Grondprijsbeleid <strong>Houten</strong><br />
Hoofdrapport<br />
In opdracht van<br />
Rekenkamercommissie <strong>Houten</strong><br />
drs. Geurt Keers<br />
ir. Jan Scheele-Goedhart<br />
December 2007<br />
Rapportnummer: 95080<br />
RIGO Research en Advies BV<br />
De Ruyterkade 139<br />
1011 AC Amsterdam<br />
telefoon 020 522 11 11<br />
telefax 020 627 68 40<br />
http://www.rigo.nl
Inhoudsopgave<br />
Inleiding 1<br />
GEMEENTELIJK GRONDPRIJSBELEID RELEVANT VOOR DE RAAD 1<br />
ONDERZOEKSVRAGEN EN OPBOUW RAPPORTAGE 2<br />
Grondprijsbeleid en de raad 5<br />
VRAGEN OVER HET GRONDPRIJSBELEID 5<br />
DOELSTELLINGEN 5<br />
INHOUD GRONDPRIJSBELEID 6<br />
VORM VAN GRONDBELEID EN GRONDPRIJSBELEID 11<br />
GRONDPRIJSAFSPRAKEN IN BOUWCLAIMOVEREENKOMSTEN 12<br />
RISCOBEHEERSING MET GRONDPRIJSBELEID 15<br />
ROL VAN COLLEGE EN RAAD 19<br />
Grondprijsbeleid in de praktijk 21<br />
JUISTE VASTGESTELDE PRIJZEN GEHANTEERD? 21<br />
GRONDUITGIFTE BINNEN BOUWCLAIMOVEREENKOMSTEN 22<br />
UITGIFTE VAN VRIJE GRONDEN 25<br />
VERGELIJKING BOUWCLAIMS MET GRONDPRIJSBELEID 27<br />
CONCLUSIES GRONDPRIJSBELEID EN PRAKTIJK 27<br />
Grondprijsbeleid en de gemeenteraad 30<br />
VRAGEN INFORMATIE GRONDPRIJSBELEID VOOR DE RAAD 30<br />
ALGEMEEN: DELEGATIEREGELING GEMEENTE HOUTEN 30<br />
NOTA <strong>GRONDPRIJZEN</strong> 31<br />
BOUWCLAIMOVEREENKOMSTEN 31<br />
UITVOERING GRONDPRIJSBELEID EN GRONDTRANSACTIES 33<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V
AFWIJKINGEN VAN HET GRONDPRIJSBELEID 33<br />
INFORMATIE VOOR CONTROLE IN DE JAARREKENING 34<br />
CONCLUSIE: INFORMATIEVOORZIENING EN CONTROLE RAAD 34<br />
Bijlage: Gebruikte bronnen 36<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V
Inleiding<br />
<strong>Gemeente</strong>lijk grondprijsbeleid relevant voor de raad<br />
In de gemeente <strong>Houten</strong> zijn de gemeentelijke grondtransacties omvangrijk. In<br />
2004 was de omzet van de grondexploitaties € 41 miljoen en in 2005 zelfs € 58<br />
miljoen, bijna 50% van de omzet van de gemeente als geheel.<br />
Het grondprijsbeleid van de gemeente is om meerdere redenen van belang voor<br />
de gemeenteraad.<br />
Prijsstelling van bouwgrond is van belang om de marktwaarde van de grond te<br />
kunnen realiseren waarmee de gemaakte grondproductiekosten worden gedekt<br />
(beheersing grondexploitatie). Er kunnen met bepaalde plannen mogelijk<br />
winsten worden gerealiseerd die kunnen worden gebruikt om plannen met ver-<br />
liezen op de grondexploitatie toch uit te voeren (verevening tussen plannen).<br />
Grondprijsbeleid is ook van belang om bepaalde functies in de gemeente te<br />
kunnen realiseren, als de gemeente dat wil. Om sociale huurwoningbouw be-<br />
taalbaar te houden voor de doelgroep is een lage grondprijs nodig. Dat geldt<br />
ook voor starters in de koopsector.<br />
Om dergelijke functies te kunnen faciliteren met het grondprijsbeleid is goed<br />
koopmanschap nodig, ook voor bouwgronden voor functies met grotere financië-<br />
le draagkracht. Wat is een passende ‘lage grondprijs’ voor sociale huurwoningen<br />
als de ene gemeente voor eenzelfde kavel € 9.000 vraagt en een andere ge-<br />
meente € 25.000?<br />
Voor bedrijvigheid is grondprijsbeleid ook relevant. Laat het grondprijsbeleid<br />
ook toe dat er betaalbare huisvesting voor startende bedrijven of andere<br />
‘broedplaatsen’ kan worden gerealiseerd? Is het grondprijsbeleid voor winkels<br />
wel voldoende gedifferentieerd om ook kleinere winkels met minder draag-<br />
kracht dan veel grote ketens een kans in een winkelcentrum te geven?<br />
Kortom, voor diverse functies en doelgroepen is het grondprijsbeleid van de<br />
gemeente <strong>Houten</strong> van belang. Dat geldt ook voor de financiële huishouding van<br />
de gemeente zelf. Het grondprijsbeleid, en het actieve gemeentelijke grondbe-<br />
leid in algemene zin, kan immers voor extra inkomsten in de gemeentekas zor-<br />
gen.<br />
Daar staan risico’s van gemeentelijke investeringen en de markt tegenover.<br />
Maar ook daarvoor is grondprijsbeleid van belang als één van de instrumenten<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
1
voor risicobeheersing. Grondprijzen staan echter onder grote invloed van<br />
marktontwikkelingen (rente, inkomensontwikkeling, economische groei enz.),<br />
die de sturingsmogelijkheden van gemeentelijk grondprijsbeleid op hun beurt<br />
aanzienlijk inperken.<br />
Onderzoeksvragen en opbouw rapportage<br />
Voor het uitoefenen van invloed op het grondprijsbeleid zal de gemeenteraad<br />
van <strong>Houten</strong> inzicht moeten hebben in hoe de grondprijzen tot stand komen en<br />
wat de relatie is tussen de grondprijzen en de risico's van de grondexploitatie.<br />
De gemeenteraad wordt over het grondprijsbeleid geïnformeerd. Maar, zo<br />
vraagt de Rekenkamercommissie van de gemeente <strong>Houten</strong> zich af, in hoeverre<br />
worden de grondprijzen die door de gemeente worden vastgesteld ook in de<br />
praktijk door de gemeente gehanteerd?<br />
De gemeenteraad wordt niet geïnformeerd over de gerealiseerde grondprijzen<br />
en daardoor is het onduidelijk of de grondprijzen volgens het grondprijsbeleid<br />
ook worden toegepast. De Rekenkamercommissie vindt het daarom van belang<br />
dat de raad inzicht heeft of het grondprijsbeleid ook wordt geëffectueerd.<br />
De Rekenkamercommissie van de gemeente <strong>Houten</strong> wil in dit kader een onder-<br />
zoek doen dat inzicht verschaft in het gemeentelijk grondprijsbeleid en de uit-<br />
voering ervan in de praktijk. Met het onderzoek wil de Rekenkamercommissie<br />
‘bestuurlijk’ terugkijken, waarbij de rol van de raad invalshoek is (hoe is het<br />
beleid gevoerd, wat was de rol van de raad, welke mogelijkheden heeft de raad<br />
gehad en hoe heeft de raad gehandeld?). Het grondprijsbeleid in de afgelopen<br />
jaren wordt in de raad verschillend beleefd. Met de terugblik kan het feitelijk<br />
gevoerde grondprijsbeleid door de raad onderbouwd worden geëvalueerd. De<br />
Rekenkamercommissie wil de terugblik tevens gebruiken voor leermomenten<br />
voor de raad aangaande de kaderstelling en controle van het toekomstige<br />
grondprijsbeleid. De bouwopgave van <strong>Houten</strong> zal de komende jaren op een<br />
lager niveau liggen dan in de VINEX-periode 1995-2005 of de jaren daarvoor.<br />
Maar dat maakt het onderzoek niet minder relevant.<br />
De Rekenkamercommissie heeft RIGO Research en Advies gevraagd dit onder-<br />
zoek uit te voeren.<br />
Het onderzoek betreft een drietal onderzoeksvragen:<br />
1 Hoe ziet het grondprijsbeleid van de gemeente <strong>Houten</strong> er formeel uit?<br />
2 Hoe werkt het grondprijsbeleid in de praktijk?<br />
3 Wordt de raad adequaat geïnformeerd over het grondprijsbeleid?<br />
Deze vragen zijn met behulp van dossieronderzoek en enkele interviews met<br />
betrokken ambtenaren beantwoord.<br />
Dit hoofdrapport geeft de conclusies op hoofdlijnen per deelvraag. Daarnaast<br />
wordt de informatievoorziening aan de raad beschreven en nagegaan wat de<br />
raad met de verkregen informatie heeft gedaan.<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
2
In een vertrouwelijk bijlagenrapport is het grondprijsbeleid beschreven en<br />
wordt een vijftiental cases van gronduitgifte onderzocht; komen deze uitgifte-<br />
prijzen overeen met het grondprijsbeleid en wat zijn redenen voor eventuele<br />
verschillen?<br />
Begeleiding en ondersteuning<br />
Het onderzoek is in nauwe samenwerking met de Rekenkamercommissie uitge-<br />
voerd. RIGO dankt de leden voor hun bijdragen: O. Pol (voorzitter), T. Lieverse<br />
(secretaris), mw. Y. Rietveld-Hessing, mw. E.C.F. Timmermans-Venema, A.<br />
Mouahbi, mw. M. de Beer en mw. J.C.M. de Boer (extern lid).<br />
RIGO wil ook een woord van dank richten aan de gemeentelijke organisatie;<br />
H.S. den Bieman, directeur gemeente <strong>Houten</strong> en Mw. E.M. van Ittersum, hoofd<br />
afdeling Projectontwikkeling gemeente <strong>Houten</strong>, die bereidwillig hebben mee-<br />
gewerkt aan enkele gesprekken en mw. L. van Lievenoogen en mw. A. Koolmees<br />
die snel documenten en dossierstukken beschikbaar hebben gesteld.<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
3<br />
Nieuwbouw in <strong>Houten</strong> Centrum
Grondprijsbeleid en de raad<br />
Vragen over het grondprijsbeleid<br />
Doelstellingen<br />
Doel van de eerste vraag is het in kaart brengen en transparant maken van het<br />
grondprijsbeleid van de gemeente <strong>Houten</strong>. Daarbij worden de volgende deel-<br />
vragen gesteld:<br />
• Welke doelstellingen moeten met het grondprijsbeleid worden gereali-<br />
seerd?<br />
• Hoe komt het beleid tot stand en hoe wordt het geformuleerd?<br />
• Wat zijn de uitgangspunten en de methodiek die worden gehanteerd bij<br />
het vaststellen van de grondprijzen?<br />
• Wat zijn de (on)mogelijkheden om de risico's van de grondexploitaties te<br />
beheersen via het grondprijsbeleid?<br />
• Wat is de rol van het college en de gemeenteraad, hoe zijn de bevoegdhe-<br />
den en verantwoordelijkheden verdeeld?<br />
Op basis van verricht dossieronderzoek aangevuld met twee interviews met<br />
betrokken ambtenaren wordt het grondprijsbeleid van de gemeente <strong>Houten</strong><br />
beschreven.<br />
• Welke doelstellingen moeten met het grondprijsbeleid worden gereali-<br />
seerd?<br />
Jaarlijks wordt de nota Grondprijzen van de gemeente <strong>Houten</strong> gemaakt.<br />
In de nota Grondprijzen 2005 van 21 december 2004 en in de nota Grondprijzen<br />
2006 van december 2005 worden geen woorden gewijd aan doelstellingen van<br />
grondprijsbeleid.<br />
In de paragraaf grondbeleid in de Begroting 2006 is hier ook weinig expliciet<br />
gemaakt over doelstellingen van het gemeentelijk grondprijsbeleid.<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
5
Er zijn algemene doelen geformuleerd, zoals in de Jaarrekening 2004. 8<br />
Het beleidsveld grondexploitatie wordt als volgt omschreven:<br />
• “Het actief (doen) realiseren van (globale bestemmingsplannen).<br />
• Verwerving, bewerking en uitgifte van gronden ten behoeve van de bouw<br />
van woningen en bedrijven en het inrichten van de openbare ruimte en het<br />
realiseren van infrastructurele werken in een plangebied.<br />
• Het uitvoeren van promotie en acquisitie ten behoeve van het verkrijgen<br />
van bedrijfsvestigingen.”<br />
Twee beleidsdoelen zijn voor het grondbeleid gesteld:<br />
a. “Het door middel van exploiteren van bouwgrond zekerstellen van een<br />
voortvarende ontwikkeling van de uitbreidings- en inbreidingsgebieden ge-<br />
richt op groei van de gemeente als woon-, werk-, en leefstad.<br />
b. Het financieel zeker stellen van die groei door onder andere een sluitende<br />
grondexploitatie.” 9<br />
Uit de doelstelling b) kan worden afgeleid dat het grondprijsbeleid moet zorgen<br />
voor kostendekkende grondexploitatie.<br />
In de praktijk wordt het positief afsluiten van grondexploitaties nagestreefd.<br />
Vanuit de grondexploitaties worden regelmatig bijdragen aan de algemene mid-<br />
delen van de gemeente geleverd. In de begroting komt dit minder tot uitdruk-<br />
king dan in de jaarrekeningen.<br />
In Zorgen voor morgen (2001) is een toezegging gedaan dat de positieve resulta-<br />
ten van de ‘niet-VINEXlocaties’ worden overgedragen aan de algemene dienst.<br />
Het maximale beslag op de niet-VINEXlocaties bedroeg € 8,21 miljoen. Aan deze<br />
verplichting is in 2004 voldaan. 10<br />
Het verwachte resultaat van de integrale grondexploitatie <strong>Houten</strong>-VINEX be-<br />
droeg in 2005 € 27 miljoen. Daarmee wordt het tekort op het Masterplan Cen-<br />
trum van bijna € 18 miljoen gedekt. 11<br />
Of het grondprijsbeleid nog nadere of aanvullende doeleinden kent is niet uit de<br />
betreffende stukken op te maken.<br />
Inhoud grondprijsbeleid<br />
• Hoe komt het beleid tot stand en hoe wordt het geformuleerd?<br />
• Wat zijn de uitgangspunten en de methodiek die worden gehanteerd bij<br />
het vaststellen van de grondprijzen?<br />
8 Grondexploitatie, blz. 286.<br />
9 Dezelfde omschrijving staat bijvoorbeeld ook in: gemeente <strong>Houten</strong>, Beleidsbegroting<br />
2004 Meerjarenbegroting 2005-2007, Raadsvergadering 11 november<br />
2003.<br />
10 <strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Jaarverslag 2004, blz. 288.<br />
11 <strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Jaarverslag 2005, blz. 37 en 38.<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
6
De invulling van het grondprijsbeleid wordt door het college verricht door jaar-<br />
lijks de grondprijzen te publiceren. De raad heeft daarvoor geen kaders gesteld.<br />
De gemeenteraad van <strong>Houten</strong> heeft in 2003 het vaststellen van de grondprijzen<br />
gedelegeerd aan het college en heeft dit in 2006 herbevestigd. 12 Na de dualise-<br />
ring van het gemeentebestuur hoort het vaststellen van de grondprijzen bij de<br />
taken die normaal door het college worden uitgevoerd.<br />
Jaarlijks informeert het college de raad over welke grondprijzen te hanteren in<br />
een komend kalenderjaar. Dit is de nota ‘Grondprijzen’, die sinds 1998 jaar-<br />
lijks uitgebracht wordt door de gemeente. In dit onderzoek zijn met name de<br />
documenten Grondprijzen 2006 en Grondprijzen 2005 bestudeerd. 13 Tot 2001<br />
werd deze nota door de raad vastgesteld. Vanaf 2001 stelt het college het<br />
grondprijsbeleid vast. Met de nota grondprijzen wordt de raad hierover geïn-<br />
formeerd (zie verder paragraaf 2.7).<br />
Grondprijsbeleid in hoofdlijn<br />
In het algemeen wordt het grondprijsbeleid voor 2005 en 2006 summier be-<br />
schreven en is er weinig toelichting op de uitgangspunten en de methodiek van<br />
grondprijsvaststelling.<br />
Belangrijk uitgangspunt is: bij uitgifte van bouwrijpe grond door de<br />
gemeente <strong>Houten</strong> wordt de marktwaarde gevraagd. 14 De marktwaarde<br />
van een m2 bouwgrond verschilt tussen uitgiftecategorieën zoals woningbouw<br />
en kantoren en ook bij functies met weinig (economische)<br />
draagkracht, zoals sportvelden.<br />
De grondprijsnota’s borduren op elkaar voort. Vastgestelde grondprijzen<br />
voor 2005 worden voor 2006 aangepast aan marktontwikkelingen:<br />
“Het onderscheid tussen de categorie woningbouw en de categorie kantoren en<br />
bedrijven, bijzondere doeleinden en diversen is gemaakt in verband met het<br />
verschil in economische c.q. marktontwikkeling.<br />
De basis voor de berekening van prijzen van nieuw uit te geven bouwgrond<br />
vormt de algemene kostenontwikkeling in de bouwwereld, welke in de grond-<br />
prijzen wordt doorberekend. Het Bureau Documentatie Bouwwezen berekent<br />
maandelijks indexcijfers voor de ontwikkeling van de bouwkosten waarbij<br />
wordt uitgegaan van een pakket van vaststaande hoeveelheden materiaal,<br />
manuren en indirecte kosten. Deze zogenaamde ‘BDB-index’ is een graadmeter<br />
voor het vaststellen van het kostenstijgingspercentage en komt naar huidige<br />
inzichten uit op gemiddeld 1% voor 2006.<br />
12<br />
Delegatiestatuut gemeente <strong>Houten</strong> 2003, 27 mei 2003; Delegatiestatuut<br />
gemeente <strong>Houten</strong>, 19 december 2006.<br />
13<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Grondprijzen 2005, 21 december 2004; Grondprijzen<br />
2006, 20 december 2005.<br />
14<br />
De prijs van bouwgrond die op de vrije markt tussen aanbieders en vragers<br />
van bouwgrond tot stand komt. Dit is ook in lijn met Europese regelgeving.<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
7
Voorgesteld wordt om conform de BDB-index een kostenstijgingspercentage van<br />
1% te hanteren als algemeen uitgangspunt voor de aanpassing van de grondprij-<br />
zen 2006 voor wat betreft: woningbouw, bedrijventerrein de Meerpaal, bijzon-<br />
dere doeleinden, Overhoeken.”<br />
In de nota Grondprijzen 2006 is door het college ook een beleidsverandering<br />
doorgevoerd:<br />
“Voorgesteld wordt huurprijzen ingeval van de (tijdelijke) verhuur van grond<br />
vanaf 2006 ook op te nemen in het grondprijzenbesluit.”<br />
Afwijkingsmogelijkheden van gestelde grondprijzen<br />
Onduidelijk in de nota Grondprijzen 2005 en Grondprijzen 2006 is in hoeverre<br />
de grondprijzen in de grondprijsnota ook vastliggen voor gronduitgiften in het<br />
betreffende jaar, of dat er voor het college sprake kan zijn van een onderhan-<br />
delingmarge met de aspirant koper van de bouwgrond.<br />
Voor gronduitgifte aan kantoren en bedrijven wordt een prijsniveau met onder-<br />
handelingsmarge gehanteerd. Dit staat echter niet in de grondprijsnota, maar in<br />
het Jaarverslag 2005 (blz. 40). Volgens ambtelijke bron geldt deze afwijkings-<br />
mogelijkheid alleen voor kantoren en bedrijven.<br />
Bij grotere afwijkingen of afwijkingen van de vastgestelde grondprijzen voor<br />
andere functies is goedkeuring van de raad nodig.<br />
Grondprijs per uitgiftecategorie<br />
De marktwaarde van bouwgrond verschilt, zoals gezegd, per type uitgiftecate-<br />
gorie, type markt. In de nota Grondprijzen 2005 en Grondprijzen 2006 worden<br />
de grondprijzen voor de volgende categorieën in gronduitgifte bepaald:<br />
1 Woningbouw, naar projectmatig voor de markt (koop en huur) en sociale<br />
woningbouw (huur en koop)<br />
2 Kantoren en bedrijventerreinen<br />
3 Bijzondere doeleinden naar bebouwd (maatschappelijke functies als biblio-<br />
theek en scholen) en onbebouwd (zoals veldsporten)<br />
4 Diversen: commerciële functies bebouwd en onbebouwd<br />
5 Verhuur commerciële standplaatsen, terrassen en bouwplaatsen<br />
Voor de meeste categorieën zijn de uitgangspunten en wijze van grondprijsbe-<br />
rekening in de grondprijzennota’s 2005 en 2006 niet duidelijk.<br />
Bij woningbouw wordt voor de bepaling van de grondprijs een grondquote-<br />
systeem gehanteerd (zie bijlage 1). Daarbij gaat de gemeente uit van een stan-<br />
daardwoning. De grondprijs is een bepaald percentage van de koopprijs<br />
(V.O.N.) van de woning. Bij hogere woningprijzen is de grondquote doorgaans<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
8
hoger. Dit systeem is rond 1999 ingevoerd, en daarna nader verfijnd met meer<br />
prijsklassen en door ook een relatie te leggen met kavelgrootte. 15<br />
Voor de duurste categorie vrijesectorwoningbouw is een minimumgrondprijs<br />
aangegeven.<br />
Voor kantoren wordt een vaste grondprijs per m² gehanteerd, afhankelijk van<br />
de kwaliteit van de locatie. Dat geldt ook voor bedrijven. Voor bijzondere<br />
doeleinden en commerciële voorzieningen worden ook vaste grondprijzen per<br />
m2 gegeven.<br />
Voor een nieuwe categorie verhuur van grond als bouwplaats wordt in de grond-<br />
prijsnota 2006 de huurprijs bepaald met behulp van de referentiemethode<br />
(welke prijs wordt er elders in de regio voor vergelijkbare objecten gevraagd?).<br />
Bij de toepassing van de grondprijzen uit de nota zijn er zoals gezegd alleen<br />
voor kantoor- en bedrijfsbestemmingen/locaties marges voor onderhandeling<br />
met de grondkoper.<br />
Voor bijzondere woonfuncties (huisvesting ouderen en jongeren, maatschappe-<br />
lijk gebonden eigendom, specifieke projecten en nieuwe woonvormen), Castel-<br />
lum en eerstelijnsgezondheidszorg worden apart grondprijzen per geval vastge-<br />
steld. Dat geldt ook voor privatisering van sportverenigingen en winkels.<br />
Voor winkels gelden aparte procedures om de grondprijs vast te stellen. Voor<br />
bouwgrond voor winkels is het, volgens ambtelijke bron, lastig grondprijzen vast<br />
te stellen. Dit vereist specifieke deskundigheid, die de gemeente inhuurt als het<br />
aan de orde is. Het is locatiespecifiek maatwerk.<br />
Voor grondprijzen voor parkeren (garages op maaiveld of ondergronds) is er<br />
volgens ambtelijke bron, ook sprake van maatwerk per geval.<br />
Kavels voor particulier opdrachtgeverschap in de woningbouw komen niet veel<br />
voor. Recent zijn er enkele kavels door de gemeente aangeboden. De kavelprijs<br />
komt tot stand door een bod van de koper bij inschrijving; de minimumprijs per<br />
m2 is de prijs per m2 voor dure, ‘overige’ vrijesectorwoningen.<br />
15 Het grondquotesysteem is overigens omstreden, omdat het kwaliteitstoevoeging<br />
tijdens de planontwikkeling van koopwoningen afremt. Als er bijvoorbeeld een<br />
dakterras wordt toegevoegd leidt dat tot hogere bouwkosten en een hogere VONprijs.<br />
Door de grondquote stijgt ook de grondprijs als gevolg van het toevoegen van een<br />
woningkwaliteit bij eenzelfde woning. De koper kan beter een dergelijke toevoeging<br />
na de verkoop laten uitvoeren. Want dan hoeft over de bouwkosten daarvan niet ook<br />
nog eens een ‘deel’ grondprijs te worden betaald. In 2001 is er een convenant <strong>Gemeente</strong>lijk<br />
grondprijsbeleid voor projectmatige koopwoningen afgesloten tussen het<br />
rijk (VROM), VNG, NEPROM en NVB. Dit convenant beoogt dat gemeenten de<br />
grondprijsbepaling met die vorm van grondquote niet meer toepassen. Het bezwaar<br />
tegen het grondquotesysteem wordt in <strong>Houten</strong> overigens ondervangen door de grondquote<br />
te baseren op de prijs voor een ‘standaardwoning’; bepaalde kwaliteitsverbeteringen<br />
en meerwerk leiden in dat geval niet tot een hogere grondprijs.<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
9
Jaarlijkse aanpassing grondprijzen<br />
Voor aanpassing van de grondprijzen, bijvoorbeeld voor 2006, wordt in veel<br />
gevallen de BDB-index gebruikt. Deze index geeft de ontwikkeling van de bouw-<br />
kosten weer. Zowel voor 2005 als voor 2006 betekende de indexering met de<br />
BDB-index een stijging van de grondprijzen met ongeveer 1%. Gezien de vraag-<br />
aanbodverhoudingen op de kantorenmarkt is niet altijd een indexering gebruikt.<br />
Volkshuisvestingfonds<br />
Voor marktsectorwoningen wordt van de grondopbrengst administratief een<br />
bedrag van € 908 per woning afgezonderd voor het Volkshuisvestingsfonds. Het<br />
Volkshuisvestingfonds is in 1998 ingesteld om betaalbare sociale woningbouw te<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
10<br />
kunnen realiseren tegen gewenste kwaliteit van woning en woonomgeving.<br />
Anti-speculatiebeding bij alle koopwoningen<br />
Bij alle koopwoningen wordt bij gemeentelijke gronduitgifte een anti-<br />
speculatiebeding gehanteerd.<br />
Afhankelijk van de financieringscategorie is het een meer of minder 'zware'<br />
bepaling, zo blijkt uit cases (zie hoofdstuk 3).<br />
Voor woningen met een V.O.N.-prijs van maximaal €214.179 betekende dat, dat<br />
de koper verplicht is de woning ten minste één jaar zelf te bewonen. De koper<br />
dient de woning binnen twee maanden na oplevering te betrekken. Wordt de<br />
woning binnen één jaar toch verkocht, dan dient de eerste koper een boete ter<br />
hoogte van de oorspronkelijke V.O.N.-prijs te voldoen.<br />
Na het eerste jaar is het toegestaan de woning te verkopen, maar dient de ko-<br />
per een deel van de verkoopwinst aan de gemeente af te dragen. Het uitgangs-<br />
punt voor deze compensatie is het verschil tussen de door de gemeente gereali-<br />
seerde gronduitgifteprijs en de uitgifteprijs voor een woning met de door de<br />
eerste koper gerealiseerde verkoopprijs. In het tweede tot en met vijfde jaar<br />
moet van dit verschil respectievelijk 100%, 80%, 60% en 40% aan de gemeente<br />
betaald worden. Na vijf jaar bewoning vervalt het anti-speculatiebeding.<br />
Voor woningen met een V.O.N.-prijs hoger dan €214.179, maar maximaal<br />
€345.545 geldt alleen het eerste deel van bovenstaand anti-speculatiebeding.<br />
Bij woningen in deze prijsklasse vervalt het beding nadat de eerste koper de<br />
woning één jaar bewoond heeft.<br />
Het anti-speculatiebeding wordt, volgens ambtelijke bron, een enkele keer per<br />
maand toegepast. De opbrengsten gaan naar het Volkshuisvestingfonds, zoals<br />
beoogd.
Vorm van grondbeleid en grondprijsbeleid<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
11<br />
Beperkte reikwijdte nota grondprijzen tot ‘vrije gronden’<br />
Het grondprijsbeleid, zoals hierboven beschreven, heeft alleen betrekking op de<br />
zogenaamde ‘vrije gronden’. Dat zijn de (bouw)gronden waarover de gemeente<br />
nog geen contractuele afspraken heeft gemaakt met projectontwikkelaars.<br />
Buiten deze gronden is het beleid impliciet al vastgelegd in afspraken met ont-<br />
wikkelaars.<br />
De nota grondprijzen heeft in die zin beperkte werking, omdat er in <strong>Houten</strong><br />
veel gronden zijn waar contractuele afspraken zijn gemaakt. Die afspraken<br />
betreffen vooral <strong>Houten</strong>-VINEX waar de meeste nieuwbouw in de gemeente is<br />
en wordt gepleegd.<br />
Daarbij is een onderscheid te maken naar afspraken met:<br />
• een bouwclaimovereenkomst, circa 85% van de gronden in <strong>Houten</strong>-VINEX,<br />
en<br />
• zelfrealisatie door ontwikkelaars met een grondexploitatieovereenkomst,<br />
circa 15% van <strong>Houten</strong>-VINEX.<br />
Deze vormen worden in het kader op de volgende bladzijde nader toegelicht<br />
(zie ook tabel 2-1).<br />
In de bouwclaimovereenkomsten tussen gemeente en ontwikkelaars zijn ook<br />
toekomstige uitgifteprijzen vastgesteld. Voor de bouwclaimovereenkomst geldt<br />
dat de overeengekomen uitgifteprijs normerend is. De gemeente heeft, volgens<br />
ambtelijke bron, bij het aangaan van een bouwclaimovereenkomst het gemeen-<br />
telijk grondprijsbeleid wel gebruikt.<br />
Tabel 2-1 Vorm van grondbeleid en toepassing van grondprijsbeleid<br />
Vorm grondbeleid en<br />
gronduitgifte in een jaar<br />
<strong>Gemeente</strong>lijk grondprijsbe-<br />
leid van toepassing<br />
In <strong>Houten</strong><br />
1 Actief Ja Beperkt tot kleinere<br />
1a Actief maar met bouw-<br />
claim<br />
Ja of andere afspraak. Betreft<br />
vaak afspraak over grondprijzen<br />
in meerdere jaren.<br />
2 PPS (joint venture) Ja of andere afspraak. Betreft<br />
3 Passief grondbeleid, zelfre-<br />
alisatie door de grondeige-<br />
naar<br />
vaak afspraak over grondprijzen<br />
in meerdere jaren.<br />
Niet van toepassing of bepaalde<br />
afspraak. Bij een overeenkomst<br />
kan er een afspraak zijn over<br />
grondprijzen in meerdere jaren.<br />
locaties buiten <strong>Houten</strong>-<br />
VINEX<br />
Ongeveer 85% van Hou-<br />
ten-VINEX<br />
Niet van toepassing in<br />
<strong>Houten</strong><br />
Ongeveer 15% van Hou-<br />
ten-VINEX
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
12<br />
Vormen van grondbeleid en gemeentelijk grondprijsbeleid<br />
1) Het grondprijsbeleid heeft doorgaans betrekking op bouwgrond die in eigendom is van de<br />
gemeente en door de gemeente wordt uitgegeven. Het prijsbeleid hoort in beginsel bij actief<br />
gemeentelijk grondbeleid, dus met gemeentelijke gronduitgifte verkoop en/of erfpacht).<br />
1a) Bij een bouwclaimovereenkomst is er ook sprake van actief gemeentelijk grondbeleid<br />
met gemeentelijke gronduitgifte. Hierbij was de ruwe grond oorspronkelijk echter van een<br />
ontwikkelaar. De gemeente heeft deze grond verkregen met toekennen van bouwrechten aan<br />
de ontwikkelaar - het bouwclaimmodel. Bij de overeenkomst kan het gemeentelijk grond-<br />
prijsbeleid bij de afspraken (samenwerkingsovereenkomst) over de gronduitgifte over meer-<br />
dere jaren richtsnoer zijn. Afwijkende afspraken kunnen resultaat van onderhandeling zijn.<br />
Ook kunnen grondprijzen afwijken van het recentere gemeentelijk grondprijsbeleid, dat kan<br />
zijn veranderd, afwijkend van de afspraken over aanpassing van grondprijzen in de bouwclai-<br />
movereenkomst.<br />
2) Bij een PPS-overeenkomst zijn de grondprijsafspraken tussen gemeente en ontwikkelaar<br />
vergelijkbaar met het bouwclaimmodel.<br />
3) Bij particuliere grondexploitatie (zelfrealisatie) voert de grondeigenaar zelf de grondex-<br />
ploitatie uit en verkoopt de gronden. Het grondprijsbeleid van de gemeente is niet van toe-<br />
passing. In verband met kostenverhaal door gemeente wordt bij zelfrealisatie door een priva-<br />
te partij doorgaans een exploitatieovereenkomst tussen gemeente en marktpartij gesloten.<br />
Bij een exploitatieoverkomst kan er een afspraak zijn over grondprijzen over meerdere jaren.<br />
bijvoorbeeld voor sociale huurwoningen, of over een bijdrage aan de gemeente, naast verhaal<br />
van kosten die de gemeente maakt voor betreffende gronden (bovenwijkse voorzieningen).<br />
Grondprijsafspraken in bouwclaimovereenkomsten<br />
Veel grondprijsbeleid is al vastgelegd<br />
In de jaren 1995-1998 is het grondprijsbeleid van <strong>Houten</strong> in feite voor het me-<br />
rendeel bepaald en voor de jaren tot en met realisatie van <strong>Houten</strong>-VINEX (2010)<br />
zo goed als vastgelegd. Dit is echter niet uitdrukkelijk als beleid vastgesteld,<br />
maar het beleid is impliciet vastgelegd doordat de grondprijzen zijn vastge-<br />
steld. Bij de bouwclaimovereenkomst zijn voor de verschillende functies en<br />
diverse segmenten daarbinnen de grondprijzen bepaald, waarbij is overeenge-<br />
komen op welke wijze de grondprijzen worden aangepast als de feitelijke<br />
gronduitgifte pas bijvoorbeeld één, drie of tien jaar later plaats zal vinden. Die<br />
afspraken lopen door tot op de dag van vandaag en nog in de komende jaren<br />
totdat <strong>Houten</strong>-VINEX is gerealiseerd.<br />
Hieronder worden verschillende overeenkomsten kort weergegeven. In hoofd-<br />
stuk 3 wordt bezien in hoeverre die afspraken zich verhouden tot de praktijk,<br />
de gerealiseerde grondprijzen.
Bouwclaim <strong>Houten</strong>-VINEX-West<br />
Voor de westzijde van <strong>Houten</strong>-VINEX is één grote overeenkomst gesloten. Deze<br />
overeenkomst dateert oorspronkelijk van 1997 en is in 2000, naar aanleiding van<br />
de herziening van de uitgangspunten voor <strong>Houten</strong>-VINEX, aangepast. Contract-<br />
partij van de gemeente in deze overeenkomst is het Consortium <strong>Houten</strong>-VINEX,<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
13<br />
waarin onder andere Bouwfonds en ABN Amro participeren.<br />
In deze overeenkomst krijgt het consortium het recht op realisatie van mini-<br />
maal 3.200 en maximaal 3.290 woningen. Ook mag het consortium in het nieu-<br />
we centrum – <strong>Houten</strong>-Castellum – 6.000 m² BVO winkels realiseren en 1.500 m²<br />
overige commerciële voorzieningen. Buiten Castellum mag nog 12.000 m² BVO<br />
commerciële voorzieningen gerealiseerd worden.<br />
In de overeenkomst zijn uitgifteprijzen afgesproken. De prijzen worden vanaf<br />
1997 jaarlijks geïndexeerd met de BDB-index. Naast deze kavelprijzen moet per<br />
vrijesectorwoning een bedrag in het volkshuisvestingsfonds gestort worden.<br />
De overeenkomst is in 2000 herzien. In de herziene overeenkomst werkt de<br />
gemeente niet langer met vaste prijzen per m², maar worden grondquotes vast-<br />
gelegd. 16 Doordat gewerkt wordt met grondquotes, volgt de prijsontwikkeling<br />
van de grond automatisch die van de daarop te bouwen woningen.<br />
<strong>Houten</strong>-Castellum-Oost<br />
Voor de oostzijde van het centrum Castellum is een realisatieovereenkomst<br />
afgesloten met Rotij projectontwikkeling. Rotij is in bezit van een groot deel<br />
van de gronden in VINEX-Oost. In de overeenkomst is afgesproken dat Rotij in<br />
Castellum-Oost 317 woningen zal realiseren, waarvan 95 in de sociale huursec-<br />
tor. Ook krijgt Rotij het recht op de ontwikkeling van 10.000 m² BVO kantoor-<br />
ruimte in het gebied.<br />
In ruil voor medewerking aan de realisatie van het Castellum krijgt Rotij een<br />
bouwrecht in <strong>Houten</strong>-VINEX. Afgesproken wordt dat de gemeente 10.000 m2 zal<br />
uitgeven voor de bouw van vrijesectorwoningen; de exacte differentiatie mag<br />
door Rotij zelf worden vastgesteld. Wel dient Rotij voor 31 december 2009 te<br />
zijn begonnen met de daadwerkelijke bouw van het Castellum; na die datum<br />
vervalt het bouwrecht.<br />
16 De herziening van de overeenkomst leverde – volgens ambtelijke bron – een<br />
forse extra opbrengst (tientallen miljoenen) op voor de grondexploitatie / gemeente.<br />
Met deze extra inkomsten konden inmiddels hogere investeringen voor het plan <strong>Houten</strong>-VINEX<br />
worden gedekt (zoals de aanleg van de ontsluiting naar de rijksweg,<br />
rondweg en overige posten in de grondexploitatie) en kon een bijdrage aan het<br />
Volkshuisvestingsfonds worden geleverd.
<strong>Houten</strong>-Castellum-West<br />
De overeenkomst voor <strong>Houten</strong>-Castellum-West is een vervolg op de ‘grote’ sa-<br />
menwerkingsovereenkomst <strong>Houten</strong>-VINEX-West. In die overeenkomst is afge-<br />
sproken dat het consortium de rechten krijgt op de ontwikkeling van een deel<br />
van <strong>Houten</strong>-Castellum. Bij de aanvullende overeenkomst van 3 februari 2006<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
14<br />
wordt de ontwikkeling van Castellum-West nader gespecificeerd.<br />
Overige bouwclaimovereenkomsten<br />
Voor de ontwikkeling van <strong>Houten</strong>-VINEX zijn diverse overeenkomsten gesloten<br />
met diverse ontwikkelaars. Figuur 2-1 geeft een overzicht van alle uitgegeven<br />
bouwclaims. Ook zijn er realisatieovereenkomsten gesloten met ontwikkelaars<br />
die deelgebieden in eigen beheer wilden realiseren.<br />
Figuur 0-1 Overzicht bouwclaims in <strong>Houten</strong>-VINEX<br />
In een aantal overeenkomsten worden bouwclaims uitgegeven. In de overeen-<br />
komst is meestal ook een grondtransactie opgenomen. De bouwclaim- of reali-<br />
satieovereenkomst is in dat geval tegelijkertijd een gronduitgifteovereenkomst.<br />
In sommige gevallen moet deze overeenkomst nog wel verder uitgewerkt wor-<br />
den; er moet dan bijvoorbeeld nog een concreet perceel geselecteerd worden<br />
voor uitgifte.
Overeenkomst bedrijventerrein de Meerpaal<br />
Op 21 februari 2002 is een overeenkomst gesloten over de ontwikkeling van het<br />
bedrijventerrein ‘de Meerpaal’. Tegenover deze verkoop van Mega Projecten<br />
aan de gemeente geeft de gemeente in <strong>Houten</strong>-VINEX-Oost grond uit aan Mega<br />
Projecten. Ook is in de overeenkomst bepaald dat bij een bestemmingswijziging<br />
van de rest van het perceel ook extra grond aan Mega Projecten zal worden<br />
uitgegeven.<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
15<br />
Samenwerkingsovereenkomst VINEX-Oost met MEGA en Rotij Projecten<br />
In de bouwclaimovereenkomst voor de Meerpaal is ook bepaald dat de gemeen-<br />
te samen met Mega en Rotij een samenwerkingsovereenkomst voor Hofstad III<br />
en Loerik V zal sluiten. Op dezelfde datum is deze samenwerkingsovereenkomst<br />
gesloten met Mega Projecten en Rotij Projecten. In deze overeenkomst wordt<br />
een aantal deelplannen in <strong>Houten</strong>-VINEX in samenhang geregeld. De overeen-<br />
komst is een uitwerking van een intentieovereenkomst die begin 2000 gesloten<br />
is. Daarin werd bepaald dat de gemeente, Rotij en Mega samen zouden werken<br />
aan een overeenkomst voor de ontwikkeling van de deelplannen Loerik V, Hof-<br />
stad III en Castellum-Oost. Ook gronden voor de spoorverdubbeling waren in de<br />
overeenkomst inbegrepen.<br />
Uitgangspunt is dat de genoemde deelgebieden door Mega en Rotij zelf gereali-<br />
seerd mogen worden. De gemeente stelt daarmee de realisatie van de laatste<br />
deelgebieden van <strong>Houten</strong>-VINEX zeker. Ook koopt de gemeente twee kleine<br />
percelen langs het spoor aan, die noodzakelijk zijn voor de spoorverdubbeling.<br />
Verder zijn er nog twee percelen – in de deelgebieden Hofstad II en Loerik III –<br />
die de gemeente al feitelijk in gebruik heeft, maar die bij deze overeenkomst<br />
nog formeel worden overgedragen.<br />
Riscobeheersing met grondprijsbeleid<br />
• Wat zijn de (on)mogelijkheden om de risico's van de grondexploitaties te<br />
beheersen via het grondprijsbeleid?<br />
De deelvraag over de mogelijkheden van risicobeheersing van de grondexploita-<br />
ties via het grondprijsbeleid wordt beknopt beantwoord op basis van bureau-<br />
expertise en de informatie uit de relevante gemeentelijke stukken.<br />
Als het gaat om beheersing van de grondexploitatie kan er met meer ‘knoppen’<br />
worden gestuurd, zoals kwaliteit en fasering, ruimtegebruik en programma. Wij<br />
beperken deze sturingsvraag in het onderzoek tot de ‘knop’ grondprijsbeleid.<br />
Het programma (differentiatie van woningen, of mix van wonen en kantoren en<br />
winkels) is een belangrijk sturingsinstrument op het raakvlak van grondprijsbe-<br />
leid en kostendragers.
Tabel 2-2 Posten van de grondexploitatie (hoofdposten)<br />
Programma en ruimtegebruik (kwaliteit) & planfasering (investeringen en opbrengsten) (tijd)<br />
Kosten Opbrengsten (grondprijzen en subsidiebijdragen)<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
16<br />
Verwerving Goedkope woningbouw<br />
Grondwerk Middeldure woningbouw<br />
Riolering Duur woningbouw<br />
Verharding Bijzondere (maatschappelijke) doeleinden<br />
Groen en water Commerciële functies (winkels, kantoren, bedrij-<br />
ven)<br />
V&T (planvoorbereiding en toezicht uitvoering) Subsidies (rijk, provincie, EU)<br />
Bijdrage bovenwijkse voorzieningen<br />
Rentekosten Rentebaten<br />
Kostenstijging Opbrengstenstijging<br />
Totale kosten Totaal opbrengsten<br />
Saldo kosten-opbrengsten<br />
Sociale woningbouw heeft een lage grondprijs als gevolg van lage marktwaar-<br />
de/opbrengstpotentie. Meer sociale woningbouw in een programma voor een<br />
locatie betekent minder opbrengsten dan in het geval met meer vrijesectorwo-<br />
ningen. Dat laat echter onverlet dat ook met de grondprijs van sociale huurwo-<br />
ningen kan worden gestuurd. In de ene gemeente is de grondprijs voor een ver-<br />
gelijkbare kavel in de sociale huursector € 9.000, in een andere gemeente €<br />
22.000. Deze verschillen kunnen worden verklaard door verschillen in bereke-<br />
ningswijze van de grondprijs en de beleidsmatige keuze die daaraan is gekop-<br />
peld. Hoe wordt de onrendabele top bij sociale woningbouw bepaald en hoe<br />
wordt deze vervolgens verdeeld tussen gemeente (grond) en corporatie (wo-<br />
ningexploitatie)?<br />
De marktwaarde is uitgangspunt voor het grondprijsbeleid. Dat geeft al aan dat<br />
de sturingsruimte gering is en de invloed van de markt en marktontwikkelingen<br />
groot. De volgende gemeentelijke instrumenten zijn evenwel van belang:<br />
a. Goed inschatten van de marktwaarde is een sturingsinstrument (nota grond-<br />
prijsbeleid). Afweging van het onderste uit de kan en andere beleidsaspec-<br />
ten, zoals voortgang van woningbouw of woningkwaliteit, werkgelegenheid,<br />
zijn hierbij ook aan de orde.<br />
b. De prijsaanpassing van jaar tot jaar (nota grondprijsbeleid)<br />
c. De afspraak over grondprijsaanpassing als de overeenkomst enkele jaren<br />
voor feitelijke gronduitgifte plaatsvindt, zoals bij projectmatige woning-
ouw in de koopsector (nota grondprijsbeleid en gronduitgifte- en samen-<br />
werkingsovereenkomsten).<br />
De aanpassing van de grondprijzen in <strong>Houten</strong> gebeurt met BDB-index. Dit is voor<br />
bouwkostenstijgingen een passende index. Voor V.O.N.-prijzen en grondprijzen<br />
is deze index echter ontoereikend. De prijsontwikkeling bij vastgoed en grond is<br />
doorgaans hoger. Dit kan betekenen dat in <strong>Houten</strong> de grondprijzen aan de lage<br />
kant zijn gebleven (zie het kader met een rekenvoorbeeld op de volgende blad-<br />
zijde). Dat heeft dan nadelen voor de gemeente: lagere opbrengsten dan<br />
markttechnisch mogelijk. Maar er zijn ook voordelen aan verbonden: minder<br />
verkooprisico voor de gemeente, snellere afzet van gronden (rentevoordeel);<br />
meer kwaliteit in bebouwing mogelijk, en/of meer financieel voordeel bij de<br />
bouwer en/of eerste eigenaar/gebruiker/ bewoner.<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
17
Rekenvoorbeeld: verschillende berekeningsmethoden en indexeringen<br />
Om de verschillende manieren van grondprijsbepaling duidelijk te maken volgt een aantal voorbeelden. Alle voorbeelden gaan uit<br />
van een fictieve grondprijsovereenkomst gesloten in 1996, waarbij de uitgiften vervolgens in de periode 1996 – 2006 plaatsvinden.<br />
De V.O.N.-prijsontwikkeling is gebaseerd op de NVM-woningprijsontwikkeling bestaande woningen in de NVM-regio Utrecht. Als<br />
uitgangspunt is genomen een woning met een fictieve V.O.N.-prijs van €150.000 in 1996, met een grondprijs van € 50.000, dus een<br />
grondquote van 33%. Ter vergelijking wordt de residuele grondwaarde gegeven; de grondwaarde wordt in dat geval berekend als de<br />
V.O.N.-prijs minus de bouwkosten.<br />
Voorbeeld 1: aanpassing grondprijs met BDB-index<br />
Dit voorbeeld geeft in beginsel de wijze van indexe-<br />
ring aan die in de bouwclaim <strong>Houten</strong> VINEX-West van<br />
1996 is opgenomen. Als in dit voorbeeld de grondprijs<br />
van 1996 met de BDB-index wordt aangepast zien we<br />
in 1996-2006 een cumulatieve stijging van de grond-<br />
prijs met circa €20.000 in 2006. De woningprijs is tot<br />
2006 gestegen met €150.000. Bij residuele grond-<br />
waardeberekening stijgt de grondwaarde mee met de<br />
VON-prijs en de bouwkosten met de BDB-index, waar-<br />
voor deze mede bedoeld is. De grondwaarde is dan<br />
cumulatief gestegen met €120.000 tot 2006. Het<br />
verschil tussen een grondprijs met indexering met de<br />
BDB-index en die met residuele berekening komt in<br />
dit rekenvoorbeeld ten goede aan de bou-<br />
wer/ontwikkelaar. Als de V.O.N.-prijs lager is gesteld<br />
dan haalbaar in betreffend jaar valt de waardegroei toe aan de eerste bewoner.<br />
Voorbeeld 2: aanpassing grondprijs met grondquote<br />
Een alternatief is de bepaling van de grondprijzen op<br />
basis van een grondquote. In dat geval wordt afge-<br />
sproken dat de grondprijs gelijk is aan een bepaald<br />
deel van de V.O.N.-prijs. Dat leidt ertoe dat de prij-<br />
zen mee stijgen met de V.O.N. prijzen. In onder-<br />
staande figuur is het effect te zien.<br />
In de herziening van de overeenkomst <strong>Houten</strong> VINEX-<br />
West wordt dit systeem in een licht aangepaste vorm<br />
gehanteerd. De prijsgrenzen van de verschillende<br />
categorieën voor de grondprijzen worden in die over-<br />
eenkomst geïndexeerd met de BDB-index. Dat bete-<br />
kent dat een woning met een gelijkblijvende V.O.N.-<br />
prijs na een aantal jaren een lagere grondquote<br />
krijgt. Bij grondprijzen die sneller stijgen dan de BDB-<br />
index wordt de grondquote na een aantal jaren verhoogd.<br />
€ 350.000<br />
€ 300.000<br />
€ 250.000<br />
€ 200.000<br />
€ 150.000<br />
€ 100.000<br />
€ 50.000<br />
€ 0<br />
€ 350.000<br />
€ 300.000<br />
€ 250.000<br />
€ 200.000<br />
€ 150.000<br />
€ 100.000<br />
€ 50.000<br />
€ 0<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
18<br />
Bouwkosten<br />
Residuele grondwaarde<br />
V.O.N.-prijs<br />
Grondprijs conform BDB-index<br />
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006<br />
Bouwkosten<br />
Residuele grondwaarde<br />
V.O.N.-prijs<br />
Grondprijs conform grondquote<br />
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006<br />
€ 350.000<br />
€ 300.000<br />
€ 250.000<br />
€ 200.000<br />
€ 150.000<br />
€ 100.000<br />
€ 50.000<br />
€ 0<br />
€ 350.000<br />
€ 300.000<br />
€ 250.000<br />
€ 200.000<br />
€ 150.000<br />
€ 100.000<br />
€ 50.000<br />
€ 0
Rol van college en raad<br />
• Wat is de rol van het college en de gemeenteraad, hoe zijn de bevoegdhe-<br />
den en verantwoordelijkheden verdeeld?<br />
De invulling van het grondprijsbeleid wordt door het college verricht; in de<br />
praktijk betekent dat dat het college de grondprijzen jaarlijks vaststelt. Er zijn<br />
hier door raad of college geen beleidskaders voor vastgesteld. Het vaststellen<br />
van de grondprijzen is sinds 2001 gedelegeerd aan het college. In <strong>Houten</strong> is<br />
(nog) geen nota grondbeleid door de raad vastgesteld, waarin kaders voor het<br />
vaststellen van de grondprijzen kunnen worden opgenomen. 17 Volgens regelge-<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
19<br />
ving (Financiële verordening gemeente <strong>Houten</strong>) had dit al wel gemoeten.<br />
In 2001 is de bevoegdheid om de grondprijzen vast te stellen gedelegeerd aan<br />
het college. 18 Sinds 2003 komt die bevoegdheid het college bij wet toe, in het<br />
kader van de dualisering van het gemeentebestuur.<br />
In 2003 is het delegatiestatuut van de gemeente <strong>Houten</strong> aangepast naar aanlei-<br />
ding van de dualisering van het gemeentebestuur. De belangrijkste wijziging is<br />
dat een groot deel van de bevoegdheden die in het oude delegatiestatuut door<br />
de raad aan het college gedelegeerd waren, in de nieuwe situatie vallen onder<br />
de wettelijke bestuursbevoegdheid van het college.<br />
In artikel 160 van de <strong>Gemeente</strong>wet wordt de bevoegdheid tot het aangaan van<br />
privaatrechtelijke overeenkomsten toebedeeld aan het college. Tot het oprich-<br />
ten van coöperaties of (gezamenlijke) vennootschappen is het college slechts<br />
bevoegd na advies van de raad en met goedkeuring van Gedeputeerde Staten.<br />
Verder dient het college de raad over privaatrechtelijke rechtshandelingen –<br />
zoals (ver)koop, (ver)huur of het toekennen van schadeloosstellingen – te in-<br />
formeren. Deze informatieplicht geldt in elk geval op verzoek van de raad,<br />
maar ook wanneer het gaat om handelingen die buiten de begroting om gaan.<br />
De meeste handelingen in het kader van het grondprijsbeleid, zoals het uitge-<br />
ven van grond of het vaststellen van de gronduitgifteprijs, komen krachtens dit<br />
artikel toe aan het college. Daarbij geldt echter dat het college de raad wel<br />
moet informeren over de transacties of besluiten die hebben plaatsgevonden.<br />
Jaarlijks informeert het college de raad over welke grondprijzen te hanteren in<br />
een komend kalenderjaar. Dit is de nota ‘Grondprijzen’, die sinds 1998 jaarlijks<br />
uitgebracht wordt door de gemeente. In dit onderzoek zijn met name de docu-<br />
17 De gemeenteraad dient de kaders voor het grondprijsbeleid in de Nota<br />
grondbeleid uiteen te zetten: doelstellingen, uitgangspunten voor gronduitgifte (eigendom,<br />
erfpacht e.d), grondprijsberekening, afwijkingsmogelijkheden bij gronduitgifte,<br />
algemene gronduitgiftevoorwaarden, selectiemethoden bij gronduitgifte aan<br />
ontwikkelaars, particuliere opdrachtgevers enzovoort. Belangrijk is ook welke kaders<br />
voor het grondprijsbeleid worden gesteld in het geval van publiek-private samenwerking,<br />
bouwclaimovereenkomsten e.d..<br />
18 Delegatiestatuut gemeente <strong>Houten</strong> 2003, 27 mei 2003; Delegatiestatuut<br />
gemeente <strong>Houten</strong>, 19 december 2006. Tussen beide statuten bestaan slechts kleine<br />
verschillen; voor het grondprijsbeleid zijn deze in ieder geval niet van belang. Dit<br />
komt ook door de gemeentewet dienaangaande.
menten Grondprijzen 2006 en Grondprijzen 2005 bestudeerd. 19 Tot 2003 werd<br />
deze nota door de raad vastgesteld. In <strong>Houten</strong> is er geen breder beleidskader<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
20<br />
waarbinnen de door het college vastgestelde grondprijzen moeten passen.<br />
Verkoop van gronden was in de periode 2001-2003 door de raad aan het college<br />
gedelegeerd. Bij verkoop van grond tegen een lagere grondprijs dan door de<br />
raad vastgesteld was er geen delegatie. 20 Ook in het duale stelsel moeten trans-<br />
acties met van het beleid afwijkende prijzen aan de raad worden voorgelegd.<br />
Mogelijkheden voor verandering grondprijsbeleid<br />
Voor een mogelijk gewenst ander grondprijsbeleid is vooral een toekomstige<br />
ontwikkeling in bijvoorbeeld Schalkwijk van belang. Daarvoor<br />
kan de gemeenteraad nog belangrijke keuzes maken, ook voor het<br />
grondprijsbeleid. Dat betekent meer dan het vaststellen van grondprijzen;<br />
in het bredere kader van een nota grondbeleid kan de gemeente<br />
met de grondprijzen de realisatie van bepaalde beleidsdoelen nastreven.<br />
Voor <strong>Houten</strong>-VINEX (inclusief het centrumplan) ligt het beleid grotendeels<br />
vast tot de realisatie tegen 2011. Dat vastleggen van het beleid<br />
is impliciet medio jaren 1990 gebeurd in de bouwclaimovereenkomsten<br />
voor <strong>Houten</strong>-VINEX. Buiten <strong>Houten</strong>-VINEX zijn de eerstkomende<br />
jaren weinig gronduitgiften te verwachten.<br />
(spoorverdubbeling in <strong>Houten</strong> Centrum)<br />
19<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Grondprijzen 2005, 21 december 2004; Grondprijzen<br />
2006, 20 december 2005.<br />
20<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Delegatie- en mandaatstatuut, 20 april 2001.
Grondprijsbeleid in de praktijk<br />
Juiste vastgestelde prijzen gehanteerd?<br />
Met behulp van het beschreven grondprijsbeleid in <strong>Houten</strong> (hoofdstuk 2), wordt<br />
gekeken hoe in de praktijk uitvoering wordt gegeven aan het grondprijsbeleid.<br />
Bij dit onderdeel gaat het om de vraag:<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
21<br />
• Worden bij transacties de juiste vastgestelde prijzen gehanteerd?<br />
Voor deze vraag is een vijftiental grondtransacties naar uitgiftecategorieën in<br />
de periode vanaf 1995 onderzocht. De grondprijzen in de transacties zijn verge-<br />
leken met de vastgestelde grondprijs voor het betreffende jaar voor de betref-<br />
fende functie(s). De gronduitgifteovereenkomsten zijn daarbij bestudeerd op<br />
nadere bepalingen die een eventuele afwijking kunnen veroorzaken en/of ver-<br />
klaren.<br />
De volgende (hoofd)typen van situaties bij de transacties kunnen zich voordoen:<br />
1 In overeenstemming met de vastgestelde grondprijzen (en toegestane on-<br />
derhandelingsmarges en gevolgde afwijkingsprocedure).<br />
2 Afwijkend van de vastgestelde grondprijzen als gevolg van afspraken in een<br />
voorafgaand jaar. Dit kan vooral voor bij bouwclaimovereenkomsten voor-<br />
komen.<br />
3 Afwijkend van de vastgestelde grondprijzen om andere redenen (gemoti-<br />
veerd of niet gemotiveerd, en niet een mogelijke afwijkingsprocedure ge-<br />
volgd).<br />
Selectie van cases<br />
Om aan te sluiten bij meer actuele ervaringen van de raad was het de bedoeling<br />
een deel van de case-transacties in de jaren 2005-2006 te selecteren.<br />
In verband met de omvang van de grondopbrengsten is voor de case-selectie<br />
vooral aan de volgende gronduitgiftecategorieën gedacht:<br />
a. Woningbouw projectmatig voor de markt<br />
b. Kantoren<br />
c. Bedrijventerreinen<br />
d. Winkels<br />
Dit leidde aanvankelijk tot de volgende preselectie:
Cases met bouwclaims<br />
1 <strong>Houten</strong>-VINEX-West case woningbouw koopsector rond 2000<br />
2 <strong>Houten</strong>-VINEX-West case woningbouw koopsector 2006<br />
3 <strong>Houten</strong>-VINEX-Oost – Rotij Projecten (overeenkomst 2006); koopwoningen 2006/2007<br />
4 <strong>Houten</strong>-VINEX-Castellum-West; lump sum grondprijs woningen winkels & kantoren 2006<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
22<br />
Cases met ‘vrije grond’<br />
1 De Spil - centrum <strong>Houten</strong> woningen, winkels, bioscoop<br />
2 De Meerpaal - bedrijfskavel 2006<br />
3 De Schaft bedrijfkavel 2006<br />
4 De Koppeling, kantoren: Pinck Roccade transactie<br />
5 Vrije sectorkoop midden, met grondquote, 2006<br />
6 Vrije sector duur met grondprijs minimaal € 460 per m2 (2 transacties)<br />
7 Beleggershuurwoningen, 2006<br />
8 Winkelruimte, 2 transacties rond 2006<br />
In verband met onafhankelijke selectie zouden de onderzoekers een selectie<br />
maken bij 9 van de 12 cases, waarbij er in beginsel meerdere transacties zijn<br />
geweest.<br />
Bij onderzoek in de dossiers blijkt dat er voor de cases met vrije grond er bij de<br />
nr. 6, 7 en 8 geen transacties zijn in 2006-2007, ook niet in de jaren ervoor.<br />
Buiten <strong>Houten</strong>-VINEX, dus de cases met vrije grond, zijn er weinig transacties<br />
geweest. <strong>Houten</strong> is een kleine gemeente. De grote bouwopgave is binnen Hou-<br />
ten-VINEX en dus met bouwclaims en andere contracten (zelfrealisatie).<br />
Het onderzoek naar de beoogde case voor kantoren bij de vrije gronden werd<br />
afgeraden vanwege een lopende juridische geschillenprocedure over de grond-<br />
uitgifte.<br />
Uiteindelijk zijn er acht uitgiften binnen bouwclaimovereenkomsten onderzocht<br />
en zeven cases in de vrije gronden.<br />
Gronduitgifte binnen bouwclaimovereenkomsten<br />
In <strong>Houten</strong>-VINEX zijn veel overeenkomsten gesloten met ontwikkelaars. Daar-<br />
door is het vaak niet zo dat het gemeentelijk grondprijsbeleid bepalend is voor<br />
de uitgifteprijs, maar zijn er met ontwikkelaars aparte afspraken gemaakt. De<br />
gemeente geeft wel aan dat de in de bouwclaimovereenkomsten afgesproken<br />
grondprijzen gerelateerd zijn aan het gemeentelijk grondprijsbeleid.<br />
<strong>Houten</strong>-VINEX-West case woningbouw koopsector rond 2000<br />
Er zijn drie cases voor gronduitgifte binnen het raamwerk van de bouwclaim-<br />
overeenkomst <strong>Houten</strong>-VINEX-West voor herziening. Twee van de drie zijn uitgif-<br />
ten in deelgebied Leeburg I. De derde ligt in het deelgebied De Hoon II.
Gronduitgifte I<br />
In 2000 heeft de gemeente een perceel grond uitgegeven voor de bouw van tien<br />
vrijesectorkoopwoningen. Het perceel mat 2.030 m². De uitgifteprijs komt<br />
overeen met de in de overeenkomst <strong>Houten</strong> VINEX-West bepaalde grondprijs<br />
plus een zogenaamde marktconforme toeslag. Er wordt een hogere index ge-<br />
bruikt dan de feitelijke BDB-index.<br />
Gronduitgifte II<br />
In hetzelfde jaar is in hetzelfde deelgebied een perceel uitgegeven voor de<br />
bouw van 36 vrijesectorkoopwoningen. Ook hiervoor geldt dat de uitgifteprijs<br />
overeenkomt met de vastgestelde prijs plus een marktconforme toeslag. Ook<br />
hier wordt een hogere index gebruikt.<br />
Gronduitgifte III<br />
In deelgebied De Hoon II is in 2000 een stuk grond van 116 m² uitgegeven als<br />
extra tuin voor een bewoner. Daarvoor wordt een verouderde grondprijs gere-<br />
kend. De reden voor het rekenen van een oude grondprijs is dat er aan de zijde<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
23<br />
van de gemeente vertraging is opgelopen bij de transactie.<br />
<strong>Houten</strong>-VINEX West case woningbouw 2006<br />
Ook voor de uitgifte na herziening zijn er drie cases.<br />
Gronduitgifte IV<br />
In 2006 is in het deelgebied De Hoon III een perceel grond van 9.669 m² uitge-<br />
geven. De prijs komt overeen met de in de bouwclaim overeengekomen prijs,<br />
met uitzondering van de prijs voor sociale woningbouw. Deze prijs is gebaseerd<br />
op de grondprijs volgens het jaarlijkse grondprijsbesluit.<br />
Er wordt bij een deel van de woningen een anti-speculatiebeding opgelegd.<br />
Voor woningen met een V.O.N.-prijs van maximaal €214.179 betekent dat, dat<br />
de koper verplicht is de woning ten minste één jaar zelf te bewonen. De koper<br />
dient de woning binnen twee maanden na oplevering te betrekken. Wordt de<br />
woning binnen één jaar toch verkocht, dan dient de eerste koper een boete ter<br />
hoogte van de oorspronkelijke V.O.N.-prijs te voldoen.<br />
Na het eerste jaar is het toegestaan de woning te verkopen, maar dient de ko-<br />
per een deel van de verkoopwinst aan de gemeente af te dragen. Het uitgangs-<br />
punt voor deze compensatie is het verschil tussen de door de gemeente gereali-<br />
seerde gronduitgifteprijs en de uitgifteprijs voor een woning met de door de<br />
eerste koper gerealiseerde verkoopprijs. In het tweede tot en met vijfde jaar<br />
moet van dit verschil respectievelijk 100%, 80%, 60% en 40% aan de gemeente<br />
betaald worden. Na vijf jaar bewoning vervalt het anti-speculatiebeding.<br />
Voor woningen met een V.O.N.-prijs hoger dan €214.179, maar maximaal<br />
€345.545 geldt alleen het eerste deel van bovenstaand anti-speculatiebeding.
Bij woningen in deze prijsklasse vervalt het beding nadat de eerste koper de<br />
woning één jaar bewoond heeft.<br />
Gronduitgifte V<br />
In deelgebied De Hoon III is in 2006 nog een uitgifte gedaan aan het Ontwikke-<br />
lingsverband <strong>Houten</strong>. Dit perceel mat 23.475 m² en was bestemd voor 125 wo-<br />
ningen, alle in de vrije sector (koop). De grondprijs komt overeen met de prijs<br />
die in de bouwclaim is afgesproken.<br />
Gronduitgifte VI<br />
Aan het ontwikkelingsverband <strong>Houten</strong> is in 2005 een perceel van 5.170 m² uit-<br />
gegeven ten behoeve van de bouw van 35 sociale huurwoningen. De uitgifteprijs<br />
bedroeg per kavel €13.696. Dat is de grondprijs voor sociale huur in 2005. De<br />
grondprijzen voor sociale huur worden niet aan de bouwclaims, maar aan het<br />
grondprijsbesluit gerelateerd.<br />
<strong>Houten</strong>-VINEX-Oost – Rotij Projecten (overeenkomst 2006)<br />
Gronduitgifte VII<br />
Naast een school worden twee vrijstaande woningen gebouwd. Deze kavels<br />
worden uitgegeven aan dezelfde ontwikkelaar die ook de school bouwt, omdat<br />
de locatie na voltooiing van de school vrijwel onbereikbaar is voor bouwver-<br />
keer. Voor de grond wordt een lagere grondprijs gerekend dan normaal. Als<br />
reden voor de lagere grondprijs wordt genoemd dat het bouwbedrijf ook een<br />
brug dient te realiseren, waarvan de kosten voor rekening van de gemeente<br />
behoren te komen. Het betreffende bouwbedrijf heeft een bouwclaim in VINEX-<br />
Oost, maar deze woningen worden niet gegund op basis van die bouwclaim,<br />
maar vanwege het bouwen van de school.<br />
Gronduitgifte VIII<br />
In 2003 is grond uitgegeven voor de bouw van vrijesectorwoningen, acht appar-<br />
tementen en acht eengezinswoningen, alle van de dure categorie. Bij deze<br />
uitgifte wordt door B&W voorgesteld om de grondquote te verlagen van 35%<br />
naar 30%, vanwege afzetproblemen in de markt, een verlaging dus van 14%. Als<br />
tegenprestatie eist de gemeente dat ook de V.O.N.-prijzen dan met 3% verlaagd<br />
worden. Op die manier zou een lagere grondprijs ook voor de bewoners van<br />
<strong>Houten</strong>-VINEX voordelig zijn. Het blijkt dat een dergelijke aanpassing inderdaad<br />
heeft plaatsgevonden.<br />
Ondanks de ligging in VINEX-Oost is dit in feite een transactie van vrije gronden.<br />
Er is geen sprake van een bouwclaimovereenkomst waaruit de uitgifte volgt.<br />
Desondanks wordt toch gebruik gemaakt van de grondquotes als bij VINEX-West,<br />
omdat de woningprijzen hoger zijn dan het in het grondprijzenbesluit gehan-<br />
teerde maximum. Opgemerkt wordt dat deze afwijking wel goedkeuring van de<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
24
aad nodig heeft. Deze goedkeuring is niet formeel gevraagd, maar B&W hebben<br />
de afwijking wel in hun besluitenlijst genoemd.<br />
<strong>Houten</strong>-VINEX- Castellum-West<br />
Gronduitgifte IX<br />
In de samenwerkingsovereenkomst van eind jaren ’90 voor <strong>Houten</strong>-VINEX is nog<br />
geen afspraak gemaakt over de grondprijs voor Castellum-West. Wel kan de op<br />
3 februari 2006 overeengekomen lump sum grondprijs vergeleken worden met<br />
het grondprijsbeleid. Dat leidt niet tot een precieze vergelijking, omdat er geen<br />
generiek grondprijsbeleid voor winkels en parkeren is. Met uitzondering van die<br />
functies blijft een fors verschil over, maar in werkelijkheid komt de prijs waar-<br />
schijnlijk ongeveer overeen met de berekende grondprijs. Een ruwe berekening<br />
lijkt een indicatie te geven dat de vastgestelde grondprijzen in dit geval toege-<br />
past zijn.<br />
Uitgifte van vrije gronden<br />
De hoeveelheid uitgiften van vrije gronden in <strong>Houten</strong> is beperkt. Het grootste<br />
deel van de uitgiften vindt plaats binnen één van de raamovereenkomsten voor<br />
de ontwikkeling van <strong>Houten</strong>-VINEX. Voor een aantal categorieën bleek het daar-<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
25<br />
om niet mogelijk om een uitgifte te vinden (zie ook paragraaf 3.1).<br />
De Spil – centrum <strong>Houten</strong> woningen, winkels, bioscoop<br />
De ontwikkeling van De Spil in het centrum van <strong>Houten</strong> is al lange tijd gaande.<br />
Op 17 oktober 1994 werd voor het eerst een overeenkomst over de ontwikkeling<br />
van dit project gesloten. Toen werden ook de eerste indicatieve grondprijzen<br />
vastgelegd.<br />
Rond het jaar 2000 is echter besloten een andere richting in te slaan met het<br />
project. De overeenkomst uit 1994 werd daarbij niet langer als bindend en rich-<br />
tinggevend beschouwd, hoewel het bekend was dat men geen nieuwe overeen-<br />
komst kon aangaan zonder toestemming van de oude contractpartners. Een<br />
nieuw plan diende daarom ook voor de andere partijen aantrekkelijk te zijn.<br />
Uit de informatie lijkt geconcludeerd te kunnen worden dat het grondprijsbe-<br />
leid bij deze casus goed is toegepast. De grondprijzen die in 1994 in de samen-<br />
werkingsovereenkomst zijn vastgelegd, zijn niet langer van toepassing, omdat<br />
die overeenkomst later terzijde is geschoven. In de overeenkomst van 1994 zijn<br />
geen grondprijzen vastgelegd, zodat het grondprijsbesluit leidend zou moeten<br />
zijn. De gerealiseerde uitgifteprijs komt ongeveer overeen met de beleidsmatig<br />
vastgestelde prijs voor kantorengrond op deze locatie.
Bedrijventerrein De Meerpaal – Uitgifte 2004<br />
In 2004 is er een groot Europees bedrijf dat belangstelling heeft voor een kavel<br />
op het bedrijventerrein de Meerpaal. Het gaat om een bedrijf met verschillende<br />
divisies in meerdere Europese landen, dat alle activiteiten wil concentreren in<br />
één kantoor. Het bedrijf ziet twee mogelijkheden, namelijk vestiging in Zeist of<br />
in <strong>Houten</strong>. Wanneer de keuze voor <strong>Houten</strong> wordt gemaakt, betekent dat dat<br />
een kavel van ruim 16.000 m² aangekocht zal worden. In dit geval is afgeweken<br />
van het grondprijsbesluit, maar binnen de onderhandelingsmarge die het colle-<br />
ge heeft. Later wordt een extra randje grond, dat anders niet uitgeefbaar is,<br />
voor ongeveer 60% van de vastgestelde grondprijs aan hetzelfde bedrijf ver-<br />
kocht.<br />
Bedrijventerrein de Meerpaal – Uitgifte 2005<br />
In 2005 is een kavel op de Meerpaal uitgegeven aan een transportbedrijf. Het<br />
gaat om een extra strook; het bedrijf heeft al een kavel in bezit, maar wil uit-<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
26<br />
breiden in verband met behoefte aan extra parkeerruimte.<br />
In de overeenkomst wordt bepaald dat ‘de grondprijs zoals die door de raad is<br />
vastgesteld’ wordt gehanteerd. Wel wordt voorgesteld om de uitgifte onder<br />
categorie ‘Meerpaal V’ te laten vallen, hoewel het perceel formeel categorie<br />
‘Meerpaal IV’ heeft. Deze afwijking wordt redelijk geacht, vanwege het feit dat<br />
de oorspronkelijke kavel van het bedrijf wel in categorie V valt. Buiten deze<br />
uitzondering wordt het grondprijzenbesluit normaal toegepast.<br />
Bedrijventerrein de Meerpaal – Uitgifte 2006<br />
Op het bedrijventerrein de Meerpaal is in 2006 een uitgifte gedaan ten behoeve<br />
van de bouw van een kantoorpand. Verondersteld wordt dat het perceel in<br />
deelgebied V gelegen is; in dat geval is de grondprijs van 2005 gehanteerd. De<br />
reden hiervoor is dat een akkoord over de transactie al in 2005 bereikt is.<br />
Woningbouw op vrije gronden<br />
Er zijn twee uitgiften in de vrije sector buiten de bouwclaimovereenkomst.<br />
Deze liggen in kernen buiten <strong>Houten</strong> zelf. Beide uitgiften zijn nog niet defini-<br />
tief; het college van B&W moet nog instemmen met de concepten.<br />
Vrije gronden voor woningbouw I<br />
Deze uitgifte betreft een perceel van 7.016 m² voor de bouw van 25 woningen.<br />
De gemeentelijke raming voor de gronduitgifteprijs komt ongeveer overeen met<br />
de vastgestelde grondprijzen.
Vrije gronden voor woningbouw II<br />
Voor een andere locatie is een concept-overeenkomst met een raming van de<br />
grondopbrengsten gegeven. Hierin wordt voor alle categorieën een lagere<br />
grondquote gehanteerd. De genoemde transactie is uiteindelijk niet op deze<br />
wijze doorgegaan, maar met een ander bouwprogramma. Een reden voor verla-<br />
ging van de grondprijs is mogelijk dat de ontwikkelaar ook zou investeren in<br />
bepaalde maatschappelijke voorzieningen.<br />
Vergelijking bouwclaims met grondprijsbeleid<br />
De grondprijzen die in de bouwclaimovereenkomsten zijn afgesproken kunnen<br />
worden vergeleken met het ten tijde van het sluiten vigerende grondprijsbe-<br />
leid.<br />
In een overeenkomst uit 2002 zijn lagere grondprijzen opgenomen voor de<br />
duurdere categorieën vrijesectorwoningen. De hier toegepaste grondprijzen<br />
lijken overeen te komen met de grondprijzen in VINEX-West voor de herziening<br />
van 2000.<br />
Voor extra woningen wordt een grondquote gerekend; deze grondquote komt<br />
ongeveer overeen met die volgens het grondprijzenbesluit (2001). De grondquo-<br />
te is in dat besluit afhankelijk van de kavelgrootte, dus een exact oordeel kan<br />
niet worden gegeven.<br />
Bij de overeenkomst over de realisatie van Castellum-Oost is ook een bouw-<br />
claim uitgegeven. De daar gehanteerde grondprijs komt ongeveer overeen met<br />
de grondprijs voor vrijesectorwoningen tussen de €230.000 en €280.000. Door-<br />
dat de ontwikkelaar zelf de differentiatie mag bepalen, kan het zo zijn dat<br />
deze grondprijs uiteindelijk erg laag blijkt.<br />
Bij de grondprijsbepaling in bouwclaimovereenkomsten zijn de vastgestelde<br />
grondprijzen in het betreffende jaar duidelijk richtsnoer geweest, zo kan op<br />
basis van deze cases worden geconcludeerd.<br />
Conclusies grondprijsbeleid en praktijk<br />
In het algemeen kan op basis van de casestudies worden geconcludeerd dat de<br />
gerealiseerde grondprijzen bij de grondtransacties redelijk in overeenstemming<br />
zijn met de vastgestelde grondprijzen, of afspraken gemaakt in bouwclaimover-<br />
eenkomsten.<br />
Tabel 3-1 Bevindingen cases: grondprijsbesluit/prijsafspraak bouwclaimovereenkomst en gerealiseerde<br />
grondprijs<br />
Casus Beoordeling Opmerkingen<br />
Gronduitgifte I Overeenkomstig Inclusief marktconforme toeslag en verhoogde indexering.<br />
Gronduitgifte II Overeenkomstig Inclusief marktconforme toeslag en verhoogde indexering.<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
27
Gronduitgifte III Geen beleid. 166 m2 extra tuin voor zittende bewoner; onduidelijk welke grondprijs<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
28<br />
volgens beleid gerekend zou worden. Verschilberekening niet mogelijk<br />
Gronduitgifte IV Overeenkomstig Grondprijzen sociale woningbouw conform grondprijsbeleid i.p.v. con-<br />
Gronduitgifte V Overeenkomstig -<br />
form bouwclaim.<br />
Gronduitgifte VI Overeenkomstig Grondprijzen sociale woningbouw conform grondprijsbeleid i.p.v. con-<br />
form bouwclaim.<br />
Gronduitgifte VII Afwijkend Lagere prijs vanwege realisatie brug door ontwikkelaar<br />
Gronduitgifte VIII Afwijkend Lagere grondquote in ruil voor verlaging woningprijs<br />
Gronduitgifte IX Onduidelijk, onge-<br />
<strong>Houten</strong><br />
Centrum<br />
veer overeenkomstig<br />
Lump sum bedrag vanwege afdekken groot risico; onmogelijk exacte<br />
prijs volgens beleid te bepalen door ontbreken grondprijzen parkeren en<br />
winkels<br />
Onduidelijk Gedeeltelijk compensatie vanwege afkoop eerdere overeenkomst; 5%<br />
afwijking bij FSI = 1<br />
Meerpaal 1 Afwijkend Stimulering werkgelegenheid door mogelijk maken vestiging groot be-<br />
drijf; later nog lagere prijs voor klein extra randje<br />
Meerpaal 2 Afwijkend Uitbreiding bestaand bedrijf in categorie €171 per m2<br />
Meerpaal 3 Afwijkend Verouderde prijs<br />
Woningbouw 1 Overeenkomstig Geen exacte berekening mogelijk<br />
Woningbouw 2 Afwijkend Onduidelijke reden voor lagere quote<br />
Totaal -14% tot +40% Prijzen komen over het algemeen overeen met het grondprijsbeleid. Er<br />
worden incidenteel afwijkingen gevonden, die meestal beperkt blijven.<br />
Uitschieters lopen van -14% tot maximaal +40%; deze laatste afwijking is<br />
waarschijnlijk veel kleiner.<br />
Bij de meeste afwijkingen zijn deze gemotiveerd, bij een enkele niet. Bij enke-<br />
le gevallen was het soms moeilijk een goede vergelijking te maken, omdat de<br />
gegevens onvoldoende specifiek daarvoor waren (bijvoorbeeld opgetelde bedra-<br />
gen voor verschillende functies). Ook bijvoorbeeld dat de grondprijs voor socia-<br />
le woningbouw niet uit de bouwclaim wordt berekend maar uit het grondprijs-<br />
besluit.<br />
Voor controledoeleinden voor de raad is de informatie in het algemeen niet<br />
transparant en toereikend.<br />
Bij de grondprijsbepaling in bouwclaimovereenkomsten zijn de vastgestelde<br />
grondprijzen in betreffend jaar duidelijk richtsnoer geweest, zo kan op basis<br />
van enkele cases worden geconcludeerd.
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s<br />
B V<br />
29
Grondprijsbeleid en de gemeenteraad<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s B V<br />
30<br />
Vragen informatie grondprijsbeleid voor de raad<br />
Bij de informatievoorziening over het grondprijsbeleid en de uitvoering ervan van<br />
het college aan de raad gaat het om het strategische niveau van beleidskaders stel-<br />
len en de controlerende rol.<br />
• Krijgt de raad voldoende informatie om op een juiste wijze tot een kader-<br />
stelling betreffende het grondprijsbeleid te komen?<br />
• Krijgt de raad de informatie om te kunnen controleren of het grondprijs-<br />
beleid adequaat wordt uitgevoerd?<br />
• Hoe gaat de raad voor deze functies met de verkregen informatie om?<br />
De raad kan deze functies alleen goed vervullen als hij volledig, juist en tijdig<br />
wordt geïnformeerd over de uitvoering van het beleid. Maar adequate informa<br />
tievoorziening wil nog niet zeggen dat de raad zijn controlerende taak ook<br />
daadwerkelijk uitoefent. Daarom wordt ook onderzocht hoe de raad met die in<br />
formatie omgaat.<br />
De actieve informatieplicht van het college is onderzocht aan de hand van de stuk<br />
ken voor de commissies en raad, voor de periode 2005 en 2006.<br />
Daarvoor analyseren wij de reguliere stukken in de planning- en controlecyclus over<br />
de ontwikkelingen in het grondprijsbeleid.<br />
Daarnaast wordt gefocust op de informatie aan de raad(scommissies) bij de case-<br />
grondtransacties en bouwclaimovereenkomsten die zijn onderzocht. Daarbij zijn<br />
verslagen van de raad(scommissie) betreffende de cases bestudeerd om te zien wat<br />
de raad met betreffende informatie heeft gedaan.<br />
Bij geen van de onderdelen wordt een volledig overzicht van de raadsbetrokkenheid<br />
gegeven; het gaat meer om het geven van een indruk van de wijze waarop raad, col-<br />
lege en andere betrokkenen samenwerken.<br />
Algemeen: delegatieregeling gemeente <strong>Houten</strong><br />
De verhouding tussen B&W en de gemeenteraad wordt in grote lijnen vastgelegd in<br />
de <strong>Gemeente</strong>wet. Binnen die kaders kan iedere gemeente kiezen voor andere<br />
accenten in de verdeling van taken en verantwoordelijkheden. In <strong>Houten</strong> is deze<br />
taakverdeling vastgelegd in het delegatiestatuut 2007 (voorheen delegatiestatuut<br />
2003).
Tussen beide statuten bestaan slechts kleine verschillen; voor het grondprijsbeleid<br />
zijn deze in ieder geval niet van belang.<br />
In 2003 is het delegatiestatuut van de gemeente <strong>Houten</strong> aangepast naar aanleiding<br />
van de dualisering van het gemeentebestuur. De belangrijkste wijziging is dat een<br />
groot deel van de bevoegdheden die in het oude delegatiestatuut door de raad aan<br />
het college gedelegeerd waren, in de nieuwe situatie vallen onder de wettelijke<br />
bestuursbevoegdheid van het college.<br />
In het algemeen wordt sinds de dualisering van het gemeentelijk bestuur in artikel<br />
160 van de <strong>Gemeente</strong>wet de bevoegdheid tot het aangaan van privaatrechtelijke<br />
overeenkomsten toebedeeld aan het college van B&W. Tot het oprichten van coö-<br />
peraties of (gezamenlijke) vennootschappen is het college slechts bevoegd na ad-<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s B V<br />
31<br />
vies van de raad en met goedkeuring van Gedeputeerde Staten.<br />
Verder dient het college de raad over privaatrechtelijke rechtshandelingen – zoals<br />
(ver)koop, (ver)huur of het toekennen van schadeloosstellingen – te informeren.<br />
Deze informatieplicht geldt in elk geval op verzoek van de raad, maar ook wanneer<br />
het gaat om handelingen die buiten de begroting om gaan.<br />
De meeste handelingen in het kader van het grondprijsbeleid, zoals het uitgeven<br />
van grond of het vaststellen van de gronduitgifteprijs, komen krachtens dit artikel<br />
toe aan het college. Daarbij geldt echter dat het college de raad wel moet informe-<br />
ren over de transacties of besluiten die hebben plaatsgevonden.<br />
Nota Grondprijzen<br />
Het vaststellen van de nota grondprijzen gebeurde voor de dualiseringsoperatie<br />
door de gemeenteraad. Daarna is deze bevoegdheid aan B&W overgedragen, zodat<br />
de nota grondprijzen tegenwoordig alleen ter inzage ligt voor de raad.<br />
Uit de raadsverslagen uit de periode voor de dualisering blijkt dat de goedkeuring<br />
van de nota’s grondprijzen niet tot grote discussies in de raad leidde. In meerdere<br />
jaren werd de nota grondprijzen zonder stemming of discussie vastgesteld.<br />
Als uitzondering kan genoemd worden dat in 1998 de raad heeft gesproken over een<br />
eventuele verhoging van de grondprijzen voor vrijstaande woningen, mede in het<br />
kader van de hausse op de woningmarkt. Daartoe is toen uiteindelijk niet besloten.<br />
Met de invoering van het duale stelsel in 2003 wordt de nota grondprijzen alleen<br />
ter inzage voor de raad gelegd. De raad hoeft niet langer formeel goedkeuring te<br />
geven aan de grondprijzen.<br />
Bouwclaimovereenkomsten<br />
Veel bouwclaimovereenkomsten zijn besproken in de gemeenteraad. Dat geldt in<br />
ieder geval voor de overeenkomst met OVH voor <strong>Houten</strong>-VINEX-West en de herzie-<br />
ning van die overeenkomst. Ook de beide overeenkomsten over de ontwikkeling van<br />
<strong>Houten</strong>-VINEX-Castellum-West met OVH en Oost met Mega/Rotij – zijn aan de raad<br />
ter goedkeuring voorgelegd. In de meeste gevallen werden de overeenkomsten ech-<br />
ter vertrouwelijk ter inzage gelegd; het openbaar maken van de inhoud ervan zou -<br />
volgens het college - de (concurrentie)positie en belangen van de gemeente kun-<br />
nen schaden.
<strong>Houten</strong>-VINEX-West<br />
Voor VINEX-West was het oorspronkelijk de bedoeling dat de gemeente de locatie<br />
samen met Rabo Vastgoed en MBO (later ING Vastgoed) zou ontwikkelen. Daartoe<br />
was een overeenkomst met deze partijen gesloten over een gezamenlijke grond-<br />
verwervingstrategie. In 1995 bleek echter dat deze strategie niet gewerkt had en<br />
dat er te veel vijandige aankopen in het gebied waren gedaan. Op 21 november<br />
heeft het college daarom aan de raad voorgelegd dat de oorspronkelijke intentie<br />
was mislukt en dat met VINEX-West een nieuwe koers moest worden ingeslagen.<br />
Vervolgens wordt in 1997 het Integraal Programma van Eisen <strong>Houten</strong>-VINEX (IPvE)<br />
vastgesteld. In datzelfde jaar worden de Algemene Voorwaarden voor de uitgifte<br />
van gronden (AV97) vastgesteld. Ook de overeenkomst met OVH dateert van 1997.<br />
Op 22 april 1997 is hierover in de gemeenteraad gesproken. De financiële risico’s<br />
van het plan komen in dat debat nadrukkelijk aan de orde. Bepaald wordt dat het<br />
college toestemming heeft om van de AV97 af te wijken, maar dat alleen wanneer<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s B V<br />
32<br />
daar vanuit regelgeving of jurisprudentie aanleiding toe bestaat.<br />
In 1999 wordt het IPvE herzien. Naar aanleiding daarvan wordt ook de overeen-<br />
komst met OVH herzien. De stijgende woningprijzen zijn in beide raadsdebatten<br />
onderwerp van discussie. Dat in de herziene overeenkomst de grondprijzen met<br />
grondquotes berekend worden, wordt door de raad toegejuicht. Het idee dat met<br />
hogere grondprijzen de winst bij de ontwikkelaars wordt afgeroomd speelt daarbij<br />
mee. De herziene overeenkomst heeft de grondopbrengsten in VINEX-West met en-<br />
kele tientallen miljoenen verhoogd (zie hoofdstuk 2, voetnoot 10).<br />
<strong>Houten</strong>-VINEX-Oost<br />
Veel van de deelplannen in VINEX-Oost worden door de grondeigenaren zelf gereali-<br />
seerd. Er is in die gevallen geen sprake van een gronduitgifte van de gemeente en<br />
daardoor ook niet van een grondprijsbeleid. In dergelijke gevallen sluit de gemeen-<br />
te een exploitatieovereenkomst met de ontwikkelende partij, waarin bijvoorbeeld<br />
het woningbouwprogramma wordt vastgelegd.<br />
<strong>Houten</strong>-VINEX-Castellum<br />
Begin 2006 worden de herziene plannen voor het Castellum, evenals twee overeen-<br />
komsten voor de realisatie ervan, aan de raad voorgelegd. De overeenkomst over<br />
Castellum-West is een uitgifteovereenkomst met OVH. Aan de oostzijde gaat het<br />
om een realisatieovereenkomst met Mega en Rotij.<br />
In Castellum-Oost is geen grondprijsbeleid aan de orde. De grond daar is in handen<br />
van de twee ontwikkelaars Mega en Rotij. Er vindt dus geen gemeentelijke grond-<br />
uitgifte plaats; het grondprijsbeleid van de gemeente speelt bij deze locatie dus<br />
geen rol. Vanuit de raad is wel bezwaar tegen de gang van zaken, ook omdat er fi-<br />
nanciële ongelijkheid tussen Castellum-Oost en -West ontstaat.<br />
Voor de ontwikkeling van Castellum-West geldt in beginsel de overeenkomst met<br />
OVH van 2000. De realisatie van het Castellum is in feite een uitwerking van die<br />
raamovereenkomst. Er is een lump sum grondprijs afgesproken; als motivatie daar-<br />
voor wordt aangevoerd dat het een zeer omvangrijke transactie betreft en dat op<br />
deze wijze één van de laatste grote risico’s van <strong>Houten</strong>-VINEX wordt weggenomen.<br />
De gemeenteraad keurt deze handelwijze van het college goed.
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s B V<br />
33<br />
Uitvoering grondprijsbeleid en grondtransacties<br />
De grondtransacties worden uitgevoerd door het college. Sinds de dualisering van<br />
het gemeentebestuur is dat wettelijk geregeld, omdat privaatrechtelijke handelin-<br />
gen onder de bevoegdheden van het college vallen. Voor die tijd had de gemeente-<br />
raad deze bevoegdheid gedelegeerd aan het college.<br />
Ondanks het feit dat deze bevoegdheid bij B&W rust, heeft de raad wel de moge-<br />
lijkheid om invloed uit te oefenen op de concrete woningbouwplannen. Dat kan zij<br />
doen via de verkaveling die voor ieder deelproject ter goedkeuring wordt voorge-<br />
legd. Bij deze verkaveling zit ook een woningbouwprogramma. Een exacte grond-<br />
uitgifteprijs wordt meestal niet genoemd in de voorstellen; wel wordt de grondex-<br />
ploitatie van het plan vertrouwelijk ter inzage gelegd.<br />
Formeel kan hieruit niet geconcludeerd worden dat de raad voldoende mogelijkhe-<br />
den heeft om de handhaving van het grondprijsbeleid te waarborgen. Echter, via<br />
het instemmen met de verkaveling en de grondexploitatie kan de raad indirect de<br />
handhaving van het grondprijsbeleid controleren. De informatievoorziening aan de<br />
raad is op dit punt adequaat te noemen.<br />
Kanttekening is wel dat de informatie in herziene grondexploitatierekeningen over<br />
gerealiseerde grondprijzen niet specifiek genoeg is om het grondprijsbeleid per ca-<br />
tegorie te kunnen controleren (zie ook paragraaf 4.7 over de jaarrekening).<br />
Afwijkingen van het grondprijsbeleid<br />
Op een aantal momenten wordt door de raad afgeweken van het vastgestelde<br />
grondprijsbeleid.<br />
In juni 1999 wordt aan de raad voorgesteld om van de vastgestelde grondprijzen af<br />
te wijken voor de vestiging van huisarts- en tandartspraktijken. Deze grondprijzen<br />
werden volgens het beleid vastgesteld op basis van de grondprijs voor vrijstaande<br />
woningen. Dat leidde er echter toe dat er nauwelijks huis- of tandartsen te vinden<br />
waren die zich in <strong>Houten</strong>-VINEX wilden vestigen. In het kader van het vestigingsbe-<br />
leid zijn toen de grondprijzen aangepast.<br />
In november 2000 is een voorstel gedaan om voor de gronden buiten de afspraken<br />
voor <strong>Houten</strong>-VINEX een lossere omgang met het grondprijzenbeleid mogelijk te ma-<br />
ken. De reden voor die flexibilisering was dat de gemeente in het licht van het toe-<br />
nemende woningtekort de bouwproductie wilde stimuleren. Door het verlagen van<br />
de grondprijzen hoopte men het bouwtempo te kunnen verhogen.<br />
Een andere uitzondering die is gevonden, is dat in februari 2001 besloten is om voor<br />
een kinderdagverblijf een grondprijs van ƒ240 per m² in plaats van ƒ290 per m² te<br />
rekenen. Het blijkt dat het kinderdagverblijf oorspronkelijk in een ander gebied<br />
gepland was, waarvoor een lagere grondprijs gold.<br />
Over het algemeen lijkt het er dus op, gezien de genoemde uitzonderingen, dat<br />
uitzonderingen op het grondprijsbeleid ter goedkeuring aan de raad worden voorge-<br />
legd. De raad wordt daarmee in de gelegenheid gesteld om het grondprijsbeleid op<br />
dit punt te controleren.
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s B V<br />
34<br />
Informatie voor controle in de jaarrekening<br />
De begroting en de jaarrekening geven eigenlijk geen informatie over het grond-<br />
prijsbeleid. Er wordt niet begroot hoeveel opbrengsten in het begrotingsjaar wor-<br />
den verwacht (per uitgiftecategorie).<br />
Bij de begroting worden de grondexploitaties budgetneutraal opgenomen, waarbij<br />
alleen rekening wordt gehouden met de begrote uren (van de gemeentelijke orga-<br />
nisatie voor grondbedrijfsactiviteiten). Verwezen wordt naar de nota Weerstands-<br />
vermogen waarin de financiële gegevens zijn vastgelegd. 21 De nota Weerstandsver-<br />
mogen Grondbedrijf wordt in vertrouwelijkheid aan de raad voorgelegd. 22 De nota<br />
Weerstandsvermogen Grondbedrijf 2005 en 2006 zijn door de onderzoekers inge-<br />
zien. Ook deze documenten, waarin vooral gegevens over grondexploitatiesaldi zijn<br />
opgenomen, geven geen cijfers om het grondprijsbeleid te kunnen controleren.<br />
In de jaarrekening 2005 wordt van de nota Weerstandsvermogen 2005 een samen-<br />
vatting gegeven. In de paragraaf Weerstandsvermogen Grondexploitatie / grondbe-<br />
leid 23 is eveneens geen informatie gegeven die het mogelijk maakt het grondprijs-<br />
beleid te controleren.<br />
In de jaarrekening worden in de paragraaf grondexploitatie alleen de totale baten<br />
(opbrengsten uit gronduitgifte, mogelijke subsidies) aangegeven. Deze zijn niet met<br />
de begroting te vergelijken, omdat er niet voor begroot is. 24 Daarnaast wordt een<br />
korte beschrijving gegeven van het rekeningsaldo grondexploitatie. In het Jaarver-<br />
slag 2005 is dit ook zo. 25<br />
Conclusie: informatievoorziening en controle raad<br />
Uit de bestudering van de raadsverslagen krijgt men de indruk dat de gemeente-<br />
raad van <strong>Houten</strong> adequaat geïnformeerd wordt over het grondprijsbeleid. Het col-<br />
lege en de ambtelijke organisatie zijn blijkens de dossiers goed op de hoogte van<br />
de door de raad gestelde kaders en zijn zich bewust van de verplichting afwijkingen<br />
van die kaders ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen. De raad lijkt<br />
in beginsel over veel informatie te beschikken om zijn controlerende functie te<br />
vervullen. Maar deze informatie is gefragmenteerd over verschillende documenten.<br />
Dit bemoeilijkt de controle door de raad.<br />
Er ontbreekt overzichtelijke informatie waarin grondprijzen volgens het grondprijs-<br />
besluit of volgens afspraken bij bouwclaimovereenkomsten worden gezet naast ge-<br />
realiseerde prijzen per categorie van gronduitgifte. Bij de uitgevoerde casestudies<br />
hebben de onderzoekers dit zelf ook ervaren.<br />
21 <strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Begroting 2006, blz. 22 en 133 en 134 (paragraaf grondbeleid).<br />
22 <strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Weerstandsvermogen Grondbedrijf 2005, mei 2005; Weerstandsvermogen Grondbedrijf<br />
2006, mei 2006. Bij de vooruitberekening, de raming van toekomstige gronduitgiften wordt wel het meest<br />
actuele grondprijsbeleid gevolgd, met uitzondering van de (deel)exploitaties waar andere prijsafspraken zijn<br />
gemaakt (2006, blz. 20).<br />
23 <strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Jaarverslag 2005, blz . 35-42.<br />
24 <strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Jaarverslag 2004, blz . 286-289.<br />
25 <strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Jaarverslag 2005, blz. 63-66 en 195-196.
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s B V<br />
35
Bijlage: Gebruikte bronnen<br />
R I G O R e s e a r c h e n A d v i e s B V<br />
36<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Delegatie- en mandaatstatuut, 20 april 2001<br />
VROM, VNG, NEPROM en NVB, Convenant <strong>Gemeente</strong>lijk grondprijsbeleid voor projectmatige koopwonin-<br />
gen, Den Haag ,2001<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Delegatiestatuut gemeente <strong>Houten</strong> 2003, 27 mei 2003<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Beleidsbegroting 2004 Meerjarenbegroting 2005-2007, Raadsvergadering 11 november<br />
2003<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Grondprijzen 2005, 21 december 2004<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Jaarverslag 2004, 2005<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Weerstandsvermogen Grondbedrijf 2005, mei 2005<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Begroting 2006, 2005<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Grondprijzen 2006, 20 december 2005<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Jaarverslag 2005, 2006<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong>, Weerstandsvermogen Grondbedrijf 2006, mei 2006<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Houten</strong> Delegatiestatuut gemeente <strong>Houten</strong> 2007, 19 december 2006