Solutions Magazine | zomer 2024
Magazine over trends en innovaties in CNC-verspanen en additive manufacturing. In deze editie: Hoe haal je data uit de machine | Redt 3D printen de scheepsbouw? | Automatisch koelsmeermiddel bijvullen zonder risico koudeschok | BMW zet op 3D printen in vanwege kleinere CO2 footprint
Magazine over trends en innovaties in CNC-verspanen en additive manufacturing. In deze editie: Hoe haal je data uit de machine | Redt 3D printen de scheepsbouw? | Automatisch koelsmeermiddel bijvullen zonder risico koudeschok | BMW zet op 3D printen in vanwege kleinere CO2 footprint
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Zomer 2024
Solutions
Magazine
DATA ONMISBAAR:
MAAR HOE HAAL JE
ZE UIT DE
CNC-MACHINE?
3D PRINTEN HAALT
BOUW CASCO’S IN
SCHEEPSBOUW
WEER TERUG
ZIJN PCM CARD EN
Ra-WAARDE WEL
GESCHIKT VOOR
CLEANLINESS
CALCULEREN MET
ALGORITMEN:
SPANFLUG EN
247TAILORSTEEL
Solutions Magazine powered by
INHOUD
04
12
16
24
Hoe kom je aan
data?
Cleanliness en
ruwheid
Automatisch
bijvullen
BMW start
AM-pilot
Op de TechniShow toonden
meerdere partijen hoe je data
uit CNC-machines haalt en in
dashboards visualiseert. Wat
zijn de overeenkomsten en
verschillen?
Coverfoto: Trumpf zet vol
in op de ontwikkeling van
AI. Met de bouw van de laser
voor de EUV-systemen van
ASML ziet het concern zich
tevens als een enabler van AI.
Het onderzoek door het Projectteam
Verspanen 4.0 naar
de relatie tussen cleanliness
en de oppervlakteruwheid
heeft verrassende resultaten
opgeleverd. Vervolgonderzoek
zou goed zijn.
In de onbemande precisieverspaning
is het monitoren
van je koelsmeerbad cruciaal
voor de kwaliteit van de productie.
Petroline zet met het
PLC gestuurde Brix-Control
systeem een volgende stap en
voorkomt koudeschok door
telkens gecontroleerd met
kleine beetjes koelsmeermiddel
bij te vullen.
BMW start met de productie
van 3D geprinte metalen
onderdelen voor serieproductiewagens.
Kleinschalig, maar
de autofabrikant is positief
gestemd. WAAM kan de CO2
emissie van het
productieproces helpen
verlagen.
2 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
42
125.000 producten
per dag
247TailorSteel produceert
zo’n 125.000 artikelen per
dag; verstuurt dagelijks
4.000 offertes en breidde het
klantenbestand in de eerste
maanden van het jaar uit
met ruim 2.500. Dit alles kan
alleen door de bedrijfsvoering
te digitaliseren, zegt CEO Carl
Berlo. Zou dit concept ook in
de verspaning werken?
34
3D printen in
scheepsbouw
Deze zomer vaart in Parijs op
de Seine een autonome veerpont
waarvan het casco is
geproduceerd met 3D printen
van gerecycleerde kunststof.
Leendert Hoogendoorn van
Holland Shipyards Group
ziet voor de Nederlandse
scheepswerven perspectief
in 3D printen. Het helpt de
arbeidsintensieve productie
van casco’s te automatiseren.
En past in cradle to cradle.
Niet alles is smart
Vlak voor de deadline van deze editie bezocht ik
samen met een groep Nederlandse en Belgische
hightech toeleveranciers op uitnodiging van
De Ridder Precisiemachines de Japanse
machinebouwer Yasda. In de precisieverspaning in
de Benelux heeft deze fabrikant een stevige voet
aan de grond gekregen. In de verschillende presentaties
over de visie van Yasda op precisieverspanen
en tijdens de verschillende rondleidingen door de
productie, vielen de woorden Industrie 4.0 en smart
industry amper. Eigenlijk zelfs niet. Waar het bij
andere machinebouwers bijna enkel nog gaat over
bits and bytes, legden de technici van Yasda uit wat
de basis van een machine voor precisieverspanen
is die vele jaren nauwkeurig blijft: een tot in details
doorgevoerde symmetrische constructie zodat de
‘groei’ in alle richtingen plaatsvindt; én super nauwkeurig
afgewerkte contactvlakken voor de geleidingen
en de kolom. Deze vlakken worden met de
hand geschraapt. In een doorsnee Yasda machine
zitten zo’n 100 uren schrapen om de laatste micrometers
hoogteverschillen in het oppervlak weg te
halen. Puur vakmanschap en handwerk dat indruk
maakte op de verspaners uit de Benelux. Handwerk
waarvoor Yasda nog steeds afgestudeerden van
enkele highschools enthousiast krijgt; en wat in het
familiebedrijf soms over gaat van vader op zoon.
Hun beloning is het meetrapport van bijvoorbeeld
een YBM 630 na 90.700 spindeluren. De parallelliteit
was na al die jaren onveranderd; de positioneernauwkeurigheid
was 0,1 micron minder. Geduld
loont. In de september-editie meer over het bezoek
aan Yasda.
Veel leesplezier,
Franc Coenen
Colofon
Solutions Magazine is het kwartaalmagazine voor de lezers
van Made-in-Europe en 3D Print magazine. Het magazine
wordt verspreid in de hightech maakindustrie in Nederland
en Vlaanderen. Overname van artikelen enkel na toestemming
van de uitgever.
Franc Coenen Publiciteit
Schuttersdreef 72
6181 DS Elsloo
Telefoon: +31 46 4333 123
Redactie:
Franc Coenen e.a.
franc.coenen@made-in-europe.nu
Foto’s:
Franc Coenen / Mitutoyo / Petroline / BMW Group /
Röders / Spanflug / Holland Shipyards Group / Cadmes /
Schunk / Haimer e.a.
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 3
Data worden
onmisbaar,
maar hoe kom
je eraan?
Data worden de olie van de 21e eeuw genoemd. De
besturingen van de hedendaagse CNC-machines verzamelen
een schat aan data. De vraag is: hoe visualiseer
je deze, zodat een gebruiker snel inzicht krijgt in hoe de
productie loopt? En hoe voed je met deze data bijvoorbeeld
SPC of de toekomstige slimme AI-toepassingen?
Smart Industry
Als er iets opviel op TechniShow 2024, dan
waren het de oplossingen om data uit een
CNC-machine - of andere productiemachines - te
halen. Deze data kun je niet alleen gebruiken om
inzicht te krijgen in de voortgang van een proces,
maar ook om te analyseren waar het grootste
verbeterpotentieel zit. Zeker als komende jaren
steeds meer AI-oplossingen binnen handbereik
van het mkb-maakbedrijf komen, zul je de data
moeten verzamelen en verwerken. De oplossingen
die de exposanten op de beurs toonden,
lopen nogal uiteen.
Oplossingen voor data uit
machines te lezen volop
aanwezig op TechniShow
Smart Factory: real time ‘verkeersinformatie’
Frank Westervoorde, oprichter en eigenaar van
Smart Factory, werkt met zijn programmeurs al
enkele jaren aan een app die CNC-operators en
productieplanners real time inzicht geeft in de
status van de productie. Westervoorde bestempelt
zijn systeem als een real time verkeersinformatiesysteem
voor de productie. “Op
basis van de data wordt de voorgestelde
route aangepast. Je optimaliseert je
planning en daarmee je leverbetrouwbaarheid”,
legt hij uit. Smart Factory
was een van de drie genomineerden
voor de TechniShow Innovation Award.
Een aantal pilotklanten in Nederland en
Duitsland test de app momenteel. Inzicht
in de status van de productie is onmisbaar,
meent de oprichter van Smart
Factory, zeker als leverbetrouwbaarheid
en samenwerking in de keten alsmaar
belangrijker worden Als je honderd
producten moet leveren en de cyclustijd
blijkt toch een paar minuten langer te
zijn dan gecalculeerd, heeft dat effect op
de levertijd. “Dan kun je dat beter een
week van tevoren weten dan op de dag
van levering”, zegt Westervoorde. De
app is gekoppeld aan het ERP systeem,
waar de orders uit gehaald worden en
de geregistreerde tijden uit een CNC-machine
teruggeschreven worden. De app
registreert als er wijzigingen in de NC-file
zijn aangebracht door de operator. In dat
4 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
Frank Westervoorde (Smart Factory):
minder gereedschapverbruik doordat
je beter inzicht hebt.
Op basis van de data wordt de
voorgestelde route aangepast. Je
optimaliseert je planning en
daarmee je leverbetrouwbaarheid
geval wordt er een nieuwe versie aangemaakt.
Ook kunnen gemakkelijk foto’s
van opspanningen worden gemaakt met
de app. De volgende keer dat een andere
operator de opdracht uitvoert, is bekend
hoe het materiaal opgespannen moet
worden. Frank Westervoorde: “De zoektijd
naar informatie vermindert hierdoor;
er gaat veel tijd verloren aan zoeken.”
Hij schat ook in dat je zo’n 10-15% kunt
besparen op gereedschapgebruik als
je een beter inzicht krijgt in de aanwezige
gereedschappen en waar ze zich
bevinden. Samen met HTM Nederland
onderzoekt hij om via de app inzicht te
krijgen in de onderhoudsstatus van de
machines. Smart Factory werkt ondertussen
zes jaar aan de ontwikkeling van
de app, die er zowel voor smartphone
als tablet is. Veel tijd is gaan zitten in het
optimaliseren van hoe de app er uitziet,
het gebruiksgemak, het tonen van de
data die de gebruiker wil zien én in het
real time maken van de app. “Als de machine
start, is dat binnen een seconde te
zien in de app.” Tijdens de TechniShow
kondigden Smart Factory en
Produmize een samenwerking aan:
Produmize voegt de app van Smart
Factory toe aan de dashboards van het
Thingsboardplatform. Dit is een open
source IoT platform dat door Produmize
in de Benelux wordt gedistribueerd.
Craft Education: kennis
Waar Frank Westervoorde ervoor kiest
om de gebruiker een pasklare oplossing
te bieden, wil Roy van Bussel van Craft
Education juist dat de gebruiker leert
begrijpen hoe een database en php
werken zodat de CNC-operator zijn eigen
systeem kan bouwen. “Wij ontwikkelen
lesmateriaal, in dit geval de Smart
Industry Line. Wij verkopen geen kant en
klare oplossing, maar leren de operator
de basis van web development zodat
hij zijn eigen dashboard kan bouwen.”
Craft demonstreerde zo’n dashboard dat
samen met MKG en Supply Drive is ontwikkeld
op de stand van Mitutoyo, waar
op dat moment zowel de meetmachines
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 5
Links Roy van Bussel (Craft Education) bij een dashboard dat
verspaners zelf leren te bouwen. Daarnaast Joris Ohmstede die
behalve het ProDav systeem ontwikkelde, voor De Ridder ook
een eenvoudige palletwisselaar bouwde.
van Mitutoyo als een bewerkingscentrum van DMG Mori live
gekoppeld waren. Supply Drive heeft de koppelingen naar de
machines gebouwd. “Met MTConnect en umati kun je tegenwoordig
bijna elke machine wel koppelen. Maar het visualiseren
dat moet je zelf doen, want elk bedrijf is anders, elke
situatie vraagt om een andere visualisatie”, meent Roy van
Bussel. In dit laatste schuilt volgens hem de reden om geen
kant-en-klaar product te ontwikkelen maar de gebruikers
juist te scholen. Daarmee is niet gezegd dat elke verspaner
per se zijn eigen systeem moet ontwikkelen. Roy van Bussel
wil ze vooral de tools geven om op gelijk niveau te praten
met een webdeveloper. “Het grootste probleem is namelijk
dat betrokkenen in zo’n traject niet dezelfde taal spreken.
Zodra je de basis van php en web development begrijpt, kun
je praten met een ontwikkelaar.” De frezer van de toekomst
wordt de operator die het hele proces overziet en weet welke
data nodig zijn om het proces te verbeteren. “Kennis is de
enige sleutel naar groei. Ons doel is het om de kennis via
hardware naar de eindklant te brengen.”
Heidenhain: bijna alles koppelen
Voor Heidenhain wordt de productlijn Digital Shopfloor
alsmaar belangrijker. Het wordt de volgende pijler onder
het bedrijf, zo zei Paul Venema van Heidenhain Nederland
het tijdens de Guided Tour Productieautomatisering. Hij
demonstreerde de mogelijkheden van StateMonitor, eigenlijk
het hart van het Industrie 4.0 systeem. StateMonitor leest
de data uit de verschillende machines, niet enkel die met
een Heidenhain besturing, ook uit machines met andere
besturingen. Zelfs een signaallamp van een productiemiddel
zonder besturing kan gebruikt worden. “Dan weet StateMonitor
of de machine loopt of niet. Bij de recente Heidenhain
besturingen weten we ook waarom een machine stilstaat,
kunnen we insteltijden uitlezen et cetera”, schetst Paul
Venema. Juist dat je machines laagdrempelig kunt koppelen
vindt hij een sterk punt aan StateMonitor. Er komt geen
maatwerk aan te pas waardoor de kosten om ermee aan de
slag gaan relatief beperkt blijven. Het gaat bij State Monitor
enkel en alleen om het uitlezen en het visualiseren van data.
Voor de analyse van de data zijn er andere oplossingen.
Uit een casestudy van De Rooy in Nuenen, die Heidenhain
vlak voor de TechniShow naar buiten bracht, blijkt dat het
inzicht in het proces dat het frees- en slijpbedrijf dankzij de
data krijgt, duidelijk maakt waar de meeste winst te behalen
valt als je optimaliseert. Dat levert inmiddels een uur extra
productietijd per dag op.
ProDav: direct naar SPC
Een vierde aanbieder op de beurs was ProDav, de startup van
Joris Ohmstede die onder andere de software ontwikkelde
voor een palletwisselaar die De Ridder sinds kort bouwt en
verkoopt. ProDav leest via de bekende interfaces umati en
MTConnect de data uit de machines en visualiseert deze in
een dashboard. Traceerbaarheid is eveneens standaard ingebouwd.
Joris Ohmstede gaat een stap verder dan visualisatie
door de data direct te verwerken. Hiervoor biedt hij kant-enklare
modules aan, onder andere voor spindel monitoring,
koelwatermonitoring en energieverbruik. “Je kunt op de seconde
nauwkeurig zien wat er gebeurt op de machine maar
je kunt ook limieten instellen waarna het systeem waarschuwt
als deze overschreven worden.” Hiervoor gebruikt
hij niet alleen de data uit de machinebesturing maar ook die
van slimme sensoren, bijvoorbeeld voor de concentratie van
het koelsmeermiddel of de temperatuur. Elke sensor die aan
het netwerk gekoppeld kan worden, is een potentiële databron.
Voor nacalculatie kan men ook een koppeling maken
6 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
Paul Venema tijdens de Guided Tour Productieautomatisering
tijdens de TechniShow, waarin Heidenhain de mogelijkheden
van StateMonitor demonstreerde.
naar het ERP systeem. Daarnaast integreert ProDav Statische
Proces Controle.
Foto hier onder: een van de dashboards van ProDav.
De verschillen
Zijn er verschillen tussen deze oplossingen? Ja. Allereerst
de manier van data verzamelen. Smart Factory gebruikt een
Microsoft connector die eenmalig gestart moet worden en
dan automatisch de CNC-machines in het netwerk zoekt.
Vooralsnog werkt dit met besturingen van Heidenhain,
Siemens, Fanuc en Haas. Frank Westervoorde erkent dat het
soms lastig is omdat de besturingen onvoldoende open zijn.
Hij rekent erop dat dit gaat veranderen. “Ze moeten wel. De
fabrieken zijn de eigenaar van de machine en die willen de
data gebruiken.” State Monitor en de tool van Craft
Education gebruiken de internationale standaarden
MTConnect en umati, die tegenwoordig bijna op alle machines
aanwezig zijn. Umati is gebaseerd op OPCUA, een internationaal
protocol dat ook door Produmize wordt gebruikt.
ProDav gebruikt ook de Focas interface. Joris Ohmstede: “Wij
lezen sturingen van Siemens, Fanuc, Heidenhain, Sodick en
Agie uit via protocollen zoals MTConnect, OPCUA en Focas.”
Lokaal of in de cloud?
Een ander verschil is de manier van installeren en het
eventueel gebruik in de cloud. Smart Factory kiest voor een
cloudtoepassing. Wie de software wil testen, download de
app en koppelt de machines. In de gratis versie kun je een
beperkt aantal features op maximaal drie machines gebruiken.
ProDav kan zowel in de cloud als lokaal draaien. Joris
Ohmstede: “We merken echter dat de meeste klanten hun
data lokaal willen houden.” Craft Education en Heidenhain
draaien op een lokale server bij het bedrijf.
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 7
AI doet zoals de jager
in het stenen tijdperk,
alleen veel sneller
Digitalisering
Is Kunstmatige Intelligentie
de volgende hype of kan
de maakindustrie hiermee
de winst van Industrie 4.0
verzilveren? Grote machinebouwers
zijn op de AI-trein
gesprongen, ondanks dat
er in Europa blijkbaar nog
aarzeling is als het om de
adoptie gaat. AI gooit de
manier van werken in de
machinebouw op z’n kop.
En zal data-uitwisseling
tussen partijen in een keten
onvermijdelijk zijn.
Ook tijdens de Intech persconferentie
bij Trumpf, dit keer volledig gewijd aan
Kunstmatige Intelligentie (AI), werd aan
het einde de vraag gesteld die steevast
bij het ontwerp ter sprake komt. Verdwijnen
onze banen door de komst van
AI? Professor Sepp Hochreiter, hoogleraar
Bioinformatics aan de Johannes
Kepler University in het Oostenrijkse
Linz, ziet hierin wel een van de redenen
waarom in de maakindustrie de
adoptie van AI traag verloopt. “Je ziet
in de machinebouw een grote aarzeling
bij het personeel om AI toe te passen.
Veel mensen zijn bang hun baan kwijt
te raken.”
Diep ingrijpen
AI gaat diep ingrijpen in het wezen van
de machinebouwer. De klassieke werkwijze
om in twee jaar tijd een nieuwe
technologie te ontwikkelen, dan een
jaar te testen bij enkele pilotklanten en
daarna op de markt te brengen, gaat
overboord. “De snelheid van AI is zo
groot dat we research & development
niet kunnen blijven doen zoals we
gedaan hebben”, zegt Stephan Mayer,
CEO Machine Tools bij Trumpf. Ook
het gegeven dat nieuwe features een
levenscyclus hebben van vijf tot tien
jaar gaat in het AI tijdperk niet meer
op. “Nu zien we dat we met AI elke
8 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
Trumpf ziet opmars van
Kunstmatige Intelligentie als
onomkeerbare ontwikkeling
houdt hij de boodschap positief. Stephan
Mayer verwacht eveneens dat er werk zal
zijn voor eenieder die wil werken. “AI zal er
eerder voor zorgen dat we kunnen omgaan
met een tekort aan geschoolde medewerkers.”
Foto boven: Een toepassing
van AI: iAssist
analyseert het ontwerp en
stelt optimalisaties voor
om de maakbaarheid te
verbeteren. Het concept
wordt door de Trumpf
startup Optimate samen
met KIT Karlsruhe verder
ontwikkeld.
Foto links: een 3D
geprinte remklauw uit
een project samen met
Intense, fabrikant van
zowel mountainbikes als
endurofietsen. Samen met
Elementum is een
downhill fiets ontwikkeld
op basis van 3D printen.
maand stappen maken.” Bijvoorbeeld met
akoestische controle of de assen in een lasersnijmachine
correct zijn ingebouwd. Dat
werkt zo goed dat Trumpf de microfoon tegenwoordig
in de machines laat zitten om
naderhand deze analysetool in de service
te gebruiken.” We staan nog maar aan het
begin. Kunstmatige Intelligentie is het gereedschap
dat bedrijven nodig hebben om
snel te kunnen reageren op onzekerheden
en veranderingen. En in de toekomst is AI
zelflerend en zullen algoritmen in staat zijn
ook root cause analyses te maken. Zover is
het nog niet, maar het gaat wel die kant op.
En dan kun je echt closed loop processen
gaan bouwen.
Nieuwe automatisering nodig
Hagen Zimmer, CEO Laser Technology bij
Trumpf, vindt dat je niet de ogen moet
sluiten voor de impact die AI gaat hebben.
AI is disruptief. Het is anders dan tot nog
toe bij automatisering, omdat AI cognitieve
automatisering is. “AI zal de samenleving
disruptief veranderen, dat is mijn diepste
geloof. We zullen zien wat we met 8 miljard
mensen doen. Als CEO kan ik in principe
vervangen worden. AI kan het wellicht
beter doen dan mijn CFO. Maar we vinden
nieuwe toepassingen voor de mensen”, zo
De jager en disruptie
“De geest is uit de fles en daarmee heb je te
dealen”, luidt de resolute constatering van
Hagen Zimmer. Een opmerking die aansluit
op de visie van professor Hochreiter.
Simuleren gaat met AI tien keer sneller dan
zonder. AI helpt patronen in data te herkennen
en zorgt daarmee voor een hogere
uptime van machines en beter geoptimaliseerde
processen. Een voorbeeld dat
Trumpf tijdens de huisshow demonstreerde
is een algoritme dat aan de hand van
het programma bepaalt of het onderdeel
geautomatiseerd kan worden uitgenomen
na het lasersnijden of dat je problemen
mag verwachten. Eigenlijk, meent Hagen
Zimmer, is dat wat de jager in het stenen
tijdperk deed: met trial and error leerde de
jager dingen sneller te doen. De jager conditioneerde
zijn neurale netwerk. AI doet
niks anders dan het managen van bergen
data, alleen vele malen sneller. En dat is
volgens de Trumpf topmanager de reden
waarom Kunstmatige Intelligentie nu pas
doorbreekt, ofschoon de concepten al in
de jaren vijftig van de vorige eeuw zijn ontwikkeld.
“Destijds hadden we geen chips
die snel genoeg waren om de analyses te
maken; die hebben we nu wel. We hebben
de technologie en de applicaties.”
Van wie zijn de data
Een van de heikele punten bij AI is: van wie
zijn de data? Hoe meer data, hoe sneller
een AI applicatie kan leren. In Europese
regelgeving is vastgelegd dat het bedrijf
dat de machines gebruikt eigenaar is en
blijft van de data. Trumpf zegt dat er een
duidelijke afscherming van data is naar de
rest van het bedrijfsnetwerk. “We gebrui-
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 9
Van links naar rechts Hagen Zimmer, Stephan Mayer en Sepp Hochreiter.
We zullen nooit perfectie
bereiken als we geen data
uitwisselen
ken AI om onze eigen servicedata te
onderzoeken, maar het algoritme is
niet verbonden met de rest van het netwerk”,
aldus Stephan Mayer. Volgens
hem zullen partijen in de keten echter
moeten samenwerken willen ze een
volgend efficiency niveau bereiken.
En dat betekent data uitwisselen. “We
zullen nooit perfectie bereiken als we
geen data uitwisselen.” Dat kan zonder
dat klanten bang moeten zijn dan
hun IP bij een ander belandt. Zo heeft
Trumpf van Daimler enkele duizenden
foto’s gekregen om een model voor het
laserlassen van harpins voor elektromotoren
te trainen. In ruil kreeg de
autofabrikant de algoritmen. Hagen
Zimmer: “Wij hebben Daimler een
competentie geleverd waarmee ze hun
proces hebben geoptimaliseerd.” In de
toekomst zullen dergelijke aantallen foto’s
niet langer nodig zijn, want dankzij
AI kan men met synthetische data gaan
werken en zijn er veel minder beelden
nodig. Met AI kan men parameters
uitsluiten zodat het zoekveld kleiner
wordt en men sneller resultaten boekt.
Over de betrouwbaarheid van de resultaten
die de data-analyses oplevert,
maken ze zich geen zorgen. De large
language modellen waar onder andere
Chat GPT mee werkt, zijn niet intelligent
en maken fouten, zegt Hagen
Zimmer. “We moeten uitkomsten nog
steeds zelf controleren. In de toekomst
is het echter niet de vraag of het antwoord
juist is, maar of je de juiste vraag
hebt gesteld.”
Geen pay per part
Kunstmatige Intelligentie gaat het
verdienmodel van de machinebouwer
veranderen. Een bedrijf als Trumpf kan
meer verantwoordelijkheid voor het
proces op zich gaan nemen in plaats
van vooral de hardware leveren. “Of de
klant zegt de waardecreatie bij zichzelf
te houden, dan blijft het business as
usual”, zegt Hagen. Hij ziet Trumpf niet
veranderen van machinebouwer naar
een leverancier die per geproduceerd
onderdeel betaald wordt. “Pay per part
is niet onze business; we gaan niet op
de stoel van de klant zitten. Je krijgt de
machines en we helpen je het proces
optimaliseren. Meer niet. Onze core
business zal altijd hardware zijn.”
Banen…
Terug naar de vraag over of AI banen
doet verdwijnen. De beide Trumpf
managers en professor Hochreiter
denken dat er geen andere keuze is dan
voor AI te kiezen. “Om onze levensstandaard
verder te verhogen, hebben we
automatisering nodig zoals altijd tot
nog toe”, zegt Stephan Mayer. De uitrol
van Kunstmatige Intelligentie in de
industrie zal zeker ten koste van banen
gaan, daar zijn de drie van overtuigd.
Maar net als met robotisering komen
er andere banen voor in de plaats. “Elk
bedrijf dat AI toepast, heeft tot nog
toe meer medewerkers dan daarvoor.
Maar wel moeilijkere jobs”, zegt Sepp
Hochreiter. AI verandert daar niks aan.
Trumpf wil binnen vijf jaar marktleider
zijn op het vlak van AI-oplossingen in de
industriesegmenten waarin het actief
is, machinebouw, laser en electronica.
Samen met het Institute for Machine
Learning in Linz willen ze de algoritmen
die de onderzoekers ontwikkelen
geschikt maken voor zowel de plaatverwerking
als de laserbusiness.
10 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
Renishaw Central:
dataplatform voor nauwkeurige
procesgegevens
Renishaw advertentie
Tegenwoordig verzamelen en verwerken fabrieken meer gegevens dan ooit tevoren.
Ons nieuwe Renishaw Central platform voor slimme productiegegevens geeft u toegang
tot de juiste informatie, op het juiste moment en brengt de kracht van connectiviteit
naar uw werkvloer.
• Verzamel en analyseer proces- en meetgegevens van apparatuur vanuit uw hele bedrijf
• Gebruik procesinzichten om fouten te identificeren, te voorspellen en te corrigeren voordat ze zich voordoen
• Transformeer efficiëntie en productiviteit tot verbeterde processen, minder stilstand en minimale afkeur
Begin vandaag nog met de optimalisatie van uw productie.
www.renishaw.nl/central
Renishaw Benelux BV Nikkelstraat 3, NL- 4823 AE BREDA +31 76 543 1100 benelux@renishaw.com
© 2024 Renishaw plc. All rights reserved.
Hoe ruwer het
oppervlak hoe
méér kleine
partikels?
Cleanliness & verspanen
Is de PMC kaart van ASML wel
de juiste methode om de partikelvervuiling
op het oppervlak
te meten? En kan in het TPD
niet beter over Rz waarde worden
gesproken dan over Ra?
Of misschien zelfs Rp en Rv?
Allemaal vragen die opstaan na
een onderzoek door het projectteam
Verspanen 4.0 naar
de relatie tussen oppervlakteruwheid
en partikelvervuiling.
De uitkomsten zijn aanleiding
voor vervolgonderzoek.
Een derde conclusie die het projectteam
Verspanen 4.0 trekt, is dat de verspaners
veel betere oppervlakteruwheden frezen
dan ze volgens de tekening moeten doen
De eisen ten aanzien van deeltjesverontreiniging
zijn in de nieuwe GSA
van ASML strenger geworden. Na zelf
testen te hebben gedaan, eist ASML
voor Grade 1 onderdelen een oppervlakteruwheid
van minstens Ra 0,8
µm. In incidentele gevallen hanteert
de chipmachinefabrikant deze grens
ook voor Grade 2 onderdelen. Omdat
het in de nieuwe eisen om nog kleinere
deeltjes gaat dan vroeger (er wordt
nu gekeken naar deeltjes van 0,5 µm),
is de PMC kaart ontwikkeld om de
verontreiniging met partikels te meten.
Het projectteam Verspanen 4.0 is naar
aanleiding hiervan aan de slag gegaan
om te onderzoeken of er een correlatie
bestaat tussen de oppervlakteruwheid
en het aantal deeltjes dat met de PMC
test nog wordt gevonden. Daarnaast
leeft de vraag in het projectteam of de
Ra waarde wel de juiste parameter is als
het om cleanliness gaat. “Een Ra waarde
is immers slechts een gemiddelde”,
zegt Hans Cools, Manager Operations
bij Meilink (het vroegere Innovar). Hij is
lid van het projectteam Verspanen 4.0,
dat eerder al onderzoek heeft gedaan
naar de relatie tussen verschillende aspecten
van de verspaning en de reinigbaarheid.
Het onderzoek is uitgevoerd
bij Meilink. Willekeurig zijn onderdelen
12 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
De ruwheidsmetingen zijn
door Mitutoyo Benelux
uitgevoerd.
na het reinigen getest volgens de
PMC-methodiek, met de sample
scanner van Fastmicro zijn de
samples geanalyseerd waarna
Mitutoyo de oppervlakteruwheid
van de producten heeft gemeten.
Niet alleen de Ra waarde, maar
ook een aantal andere waarden.
Alle onderdelen zijn met hetzelfde
cleaningprogramma bij Meilink
gereinigd.
De resultaten
De resultaten die het projectteam
Verspanen 4.0 tijdens het Clean
Event 2024 presenteerde, roepen de nodige vervolgvragen
op, maar laten wel zien dat het projectteam een onderwerp
heeft te pakken dat meer aandacht vergt. Allereerst blijkt dat
bij de kleine deeltjes, 0,5 en 1 µm, er geen correlatie bestaat.
Bij de grotere deeltjes (5 en 10 µm) is deze er wel, alhoewel
die gematigd is. “We zien zelfs een negatieve correlatie bij de
kleinere deeltjes”, zegt Hans Cools. “Naarmate de ruwheid
hoger wordt, dus met een hogere Ra en Rz waarde, gaat de
pick-up rate achteruit.” Met de PMC-methodiek worden dan
minder kleine partikels op het oppervlak gevonden. De resultaten
zien er licht anders uit als men de Rp waarden erbij
betrekt. Dan is er een duidelijk negatieve correlatie voor de
deeltjes van 0,5 en 1 micron. Een tweede uitkomst is dat de
Rp en Rv waarden als het om cleanliness gaat, meer zeggen
dan een Ra waarde. “We zien namelijk dat een lagere Rp en
Rv meer invloed heeft dan een lagere Ra”, legt Hans Cools
uit. Een derde conclusie die het projectteam Verspanen 4.0
We denken dat de freesstrategie
wel degelijk een
rol speelt, maar er is meer
onderzoek nodig
trekt, is dat de verspaners veel betere oppervlakteruwheden
frezen dan ze volgens de tekening moeten doen. Hans Cools:
“De gemiddelde Ra waarde die we gemeten hebben, is 7,3
keer beter dan wat het TPD zegt. De maakbedrijven doen
hun job dus goed.”
Welke lessen kun je trekken?
De vraag welke lessen je uit de onderzoeksresultaten kunt
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 13
Hans Cools presenteerde tijdens het Clean Event de resultaten
van het recente onderzoek door het projectteam
Verspanen 4.0.
Foto rechts: de meting na het reinigen.
destilleren, is moeilijk te beantwoorden. Voor het projectteam
is namelijk niet duidelijk waarom er bij de kleinere
deeltjes een negatieve correlatie is. Het vermoeden bestaat
dat dit komt doordat bij een ruwer oppervlak de afstand
tussen de pieken en dalen in het oppervlak toeneemt. Dat
belemmert misschien het oppikken van de kleinste deeltjes.
“We hebben geen bewijs maar we vermoeden dat de pickup
rate van de PMC kaart dan achteruit gaat. De kaart pikt de
kleine deeltjes niet meer op”, legt Hans Cools uit. Daarnaast
lijkt de freesstrategie een rol te spelen. Oppervlakken met
een lagere Ra waarde zijn waarschijnlijk met de zijkant van
de frees bewerkt, een hogere Ra waarde met de onderkant
van de frees. Dat heeft een effect op het oppikken van 10
micron deeltjes met de PMC kaart. ”We denken dat de
freesstrategie wel degelijk een rol speelt, maar het is nog te
vroeg om een antwoord hierop te geven. Daarvoor is er meer
onderzoek nodig.”
Vragen vervolgonderzoek
Dit vervolgonderzoek zou zich zowel op de relatie met de
freesstrategie moeten richten alsook op de vraag of de veel
gebruikte Ra waarde de beste parameter is om de oppervlakteruwheid
te definiëren als het onderdeel Grade 2 of Grade
1 clean moet zijn. Hans Cools oppert dat in de toekomst
wellicht in een zogenaamd 160 blad van ASML voor bepaalde
oppervlakken extra specificaties gegeven kunnen worden,
zoals een Rz en Rp en Rv waarde. Daarmee voorkomt men
dat alle tekeningen aangepast moeten worden, maar hebben
verspaners wel concretere richtlijnen als ze oppervlakken
bewerken die aan hoge cleanliness eisen moeten voldoen.
Een ander punt dat wat hem betreft nader bekeken moet
worden, is hoe objectief de PMC-methodiek in de praktijk nu
echt is. Alleen al de kracht waarmee je de kaart in het materiaal
drukt, officieel 0,5 kilogram maar 5 kilogram haal je gemakkelijk,
kan tot andere uitkomsten leiden. En een laatste
discussiepunt, meer voor de verspaningsexperts, is of er geld
bespaard kan worden door een minder glad oppervlak te
verspanen dat wel nog aan alle ruwheidseisen voldoet.
Het projectteam Verspanen 4.0 staat open voor maakbedrijven
in de verspaning die mee willen werken aan
vervolgonderzoek.
De begrippen uitgelegd
Ra waarde: een gemiddelde van alle afwijkingen van een
rechte lijn binnen de gemeten lengte
Rp waarde: de hoogste piek die gemeten wordt
Rv waarde: het diepste punt, de ‘valley’
Rz waarde: de gemiddelde som van de vijf hoogste pieken
die men meet en de vijf diepste dalen
PMC: Particle Measurement Card. Hierbij wordt een soort
sticker met een kracht van 0,5 kilo op het oppervlak
gedrukt en daarna met het analysesysteem van Fastmicro
gecontroleerd op het aantal deeltjes dat achterblijft op de
sticker
14 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
Timmermans
Verspaningstechniek
wil stap naar
Industrie 4.0 maken
De Hannover Messe gaat tegenwoordig
over digitalisering, AI,
waterstof en groene energie. Arjan
Timmermans laat zich daardoor niet
weerhouden om er te exposeren.
“We hebben altijd deelgenomen.
Maar we zijn wel verhuisd naar hal 8,
de automatiseringshal.” Daar heeft
hij meegedaan aan het Nederlandse
paviljoen van FME, dit jaar met zo’n
dertien exposanten.
Waarom automatiseringshal?
Hij heeft bewust voor de automatiseringshal
gekozen, waar onder andere
het Duitse platform Industrie 4.0 zich
presenteerde. Arjan Timmermans: “Automatisering
is ons bestaansrecht in de
toekomst. In een video tonen we hier
hoe belangrijk automatisering voor ons
is.” Om te kunnen groeien in de verspaning
moet je automatiseren, meent
de metaalondernemer. Niet alleen om
onbemande productie-uren te draaien,
ook om je medewerkers perspectief te
bieden. “Doordat we automatiseren
kunnen zij verder in hun werk groeien.”
De toeleverancier van frees en draaidelen
gaat hierbij verder dan alleen een
robot aan een CNC-machine plaatsen.
Inmiddels zijn twee Mazak Integrex
machines gekoppeld met een palletsysteem
met 32 pallets en 2 laadstations,
waarmee ook grotere componenten ’s
nachts en in het weekend onbemand
geproduceerd worden. De machines
zijn verbonden met iConnect, het
onlineplatform dat Mazak komende
jaren verder uitrolt om diensten op aan
te bieden. “Wereldwijd zijn we een van
de vier bedrijven die aan de iConnect
pilot van Mazak meedoen”, zegt Arjan
Timmermans. Op z’n smartphone
kunnen hij en zijn frezers zien welk
programma loopt; of de
productie loopt zoals
gepland, maar ook zaken
zoals spindelbelasting et
cetera. Hoewel de proeffase
nog in een beginstadium
zit, is hij enthousiast,
al merkt hij dat iedereen
er nog aan moet wennen.
Via het iConnect portal
hebben zijn CNC-verspaners
direct toegang tot
allerlei documentatie en
instructievideo’s voor de
specifieke CNC-machines.
“We kunnen zo veel meer
zaken zelf oplossen. Want
stilstand van de machines
kost geld.”
Versleten lagers
Het gaat zelfs verder. Aan de hand van
de gegevens over de belasting van
een van de spillen zagen de frezers
op een gegeven moment de belasting
van de spindel in een van de machines
oplopen. Zelfs bij het bewerken van
hetzelfde onderdeel met hetzelfde
programma was de belasting hoger
dan voorheen. Uiteindelijk bleek na
het wisselen van de spindel een van de
lagers stuk te zijn. Predictive maintenance
bestaat dus in de praktijk dankzij
sensoren en IT-technologie. “Dat is de
reden waarom we met Mazak samenwerken,
Zij denken mee hoe we de stap
naar Industrie 4.0 kunnen maken”, zegt
Arjan Timmermans.
Jongeren interesseren
Hij vindt dat de verspanende industrie
de digitalisering en automatisering veel
beter moet uitdragen, met name om
het imago bij jongeren te veranderen.
Waarom een
verspaner in
Hannover in de
automatiseringshal
staat
“We moeten de jeugd laten zien dat de
sector veranderd is. We hebben in de
toekomst hbo-ers nodig om de machines
te bedienen die de kwaliteit in de
processen kunnen borgen.” Daar moet
de sector wat hem betreft op inzetten
om te groeien in de toekomst. Dat
betekent echter niet dat je straks geen
gevoel voor frezen en draaien meer
hoeft te hebben. Integendeel. Daarom
programmeren de CNC-operators bij
Timmermans Verspaningstechniek
voor een deel via de CAM stations aan
de machines (Edgecam). “Je moet het
verschil voelen tussen vier en acht
millimeter aanzet.”
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 15
Automatisch bijvullen
voor precisie
verspaning
Koelsmeermiddel
Koelsmeermiddel
verdwijnt via verneveling,
spanen op de werkstukken
of doordat water
verdampt. Dit kan in de
onbemande precisieverspaning
ervoor zorgen dat
’s nachts ongemerkt de
concentratie oploopt. Het
PLC-gestuurde Petrofill
Brix-Control emulsievulsysteem
van Petroline
voorkomt dit door de
mengverhouding te meten
en telkens kleine hoeveelheden
koelsmeermiddel
bij te vullen. Hierdoor
voorkomt men een koudeschok
en worden iedere
dag additieven toegevoegd,
wat schimmels en
bacteriën voorkomt en de
standtijd van de emulsie
verlengt.
De koudeschok wordt voornamelijk
voorkomen omdat er wordt bijgevuld
met kleine hoeveelheden, het aftoppen
zoals Petrofill het noemt. Omdat er maar
wordt bijgevuld met 5 à 10 liter in een
bad van bijvoorbeeld 1000 liter heeft
dit bijna geen invloed op het totaal. De
hoofdreden om de buffertank te gebruiken,
is dat hier een opvoerpomp op zit
om de leidingdruk op 5 bar te houden,
hierdoor kan Petrofill tot 300 meter
aan leidingen aansluiten. Bijkomend
voordeel is natuurlijk dat de temperatuur
van de koelsmeermiddelen mooi op
kamertemperatuur komt.
Arbeidsintensief en kostbaar
Het bijvullen van koelsmeermiddel in de
CNC-machine is arbeidsintensief en kostbaar.
Niemand doet het graag. Het heeft
16 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
PLC gestuurd Petrofill
Brix-Control systeem zorgt
voor constante concentratie
en voorkomt koudeschok
echter bovenal een negatieve invloed op de
constante kwaliteit, de maatnauwkeurigheid
van de bewerking en de standtijd van
de gereedschappen omdat de mengverhouding
niet constant blijft. Dit geldt zeker
in een geautomatiseerde productiecel.
Een geautomatiseerd vulsysteem voor de
baden is in de huidige verspaning dan ook
geen overbodige luxe. Als de CNC-machines
’s nachts of in het weekend onbemand
draaien, is er immers geen operator die
ingrijpt als de concentratie van het
koelsmeermiddel te laag wordt. Of als het
bad onder het minimumniveau komt.
Voordelen PLC-besturing
Automatische vulsystemen kunnen echter
onbedoelde neveneffecten hebben, legt
Ricardo van Staalduinen uit, samen met
Louis Sommen directeur van Petroline
International. Tijdens de TechniShow demonstreerden
zij het nieuwe Petrofill Brix-
Control systeem. Het PLC gestuurd systeem
zorgt ervoor dat de concentratie (mengverhouding)
op een constant niveau blijft.
“Het voordeel van onze PLC-besturing is
dat wij van één centrale plek alle machines
kunnen koppelen, ongeacht het aantal. We
kunnen dan op het scherm van de PLC alle
machines aansturen en monitoren, dit kan
natuurlijk ook online”, verduidelijk Ricardo
van Staalduinen.
Constante concentratie
Wat het Petrofill Brix-Control verder
bijzonder maakt, is dat de concentratie in
de machinetank continu gemeten wordt.
De CNC-operator hoeft hier niet naar om te
kijken. Afhankelijk van het meetresultaat
wordt met een hoge of lage mengverhouding
bijgevuld. Het Petrofill Brix-Control
systeem wordt aangestuurd vanuit een
PLC. Ricardo van Staalduinen: “Water
verdampt tijdens de verspaning, waardoor
je vaak ziet dat ’s nachts, als de machines
onbemand draaien, de concentratie
oploopt zonder dat iemand dit in de gaten
heeft. Doordat de PLC ervoor zorgt dat het
systeem voortdurend kleine hoeveelheden
bijvult met een hoge of lage concentratie,
blijft de mengverhouding van het machinebad
zeer constant.” Hiermee voorkom
je schuimvorming, bacteriegroei en vooral
een te hoog oplopende temperatuur in de
Het Petrofill Brix-Control systeem is
PLC-gestuurd. Een quasi onbeperkt aantal
machines kan op het monitoring- en vulsysteem
worden aangesloten.
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 17
De communicatie tussen machinetank en besturing vindt plaats met
vlotters en vaste bekabeling (IP66-7 pins). Het systeem heeft ingebouwde
beveiligingen die het volledige proces continu bewaken. Elke
potentiële storing, leidingbreuk, drukverlies of lekkage wordt direct
gedetecteerd en gemeld. Dat kan via een mobiele telefoon of over
het internet. Bij leidingbreuk of lekkage schakelt het systeem zichzelf
direct uit en geeft een alarmmelding. Omdat de beschikbare hoeveelheid
emulsie in de buffer- en machinetanks continu wordt geregistreerd,
is de ingestelde mengverhouding gegarandeerd en worden
problemen voorkomen.
We kunnen met
praktijkervaringen
aantonen dat de terugverdientijd
van een
Petrofill systeem één
tot twee jaar bedraagt
machine doordat de temperatuur van het koelsmeermiddel
blijft stijgen. Daarnaast zorgt een constante concentratie
voor een consistent verspaningsproces, iets dat juist in de
onbemande uren gevraagd is.
Data loggen
Het Petrofill Brix-Control systeem logt alle data. Per machine
wordt alles precies bijgehouden, ook foutmeldingen.
Sensoren registreren daarnaast eventuele leidingbreuk,
drukverlies of lekkage en geven direct een melding hiervan,
zonder dat CNC-operators kostbare uren moeten besteden
aan controles, metingen en bijvullen. Petrofill heeft het systeem
bij zo’n 100 klanten aan meer dan 1000 CNC-machines
geïnstalleerd. Louis Sommen: “We kunnen met praktijkervaringen
aantonen dat de terugverdientijd van een Petrofill
systeem één tot twee jaar bedraagt.” Minstens zo belangrijk
vindt hij dat CNC-frezers, draaiers en slijpers zich kunnen
concentreren op werk waarmee ze echt vanuit hun verspaningskennis
waarde toevoegen in plaats van met de hand
machines bijvullen.
18 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
Kosten besparen met
schone lucht
Nevelafzuiging is in veel metaalbedrijven
de standaard geworden;
ze voorzien alle CNC-machines van
nevelafzuiging. Een oplossing die,
zegt Ricardo van Staalduinen, goed
werkt maar één probleem niet aanpakt.
“Vocht blijft in de lucht zitten
en stapelt zich gaandeweg verder
op.” Dat beïnvloedt alsnog het
werkklimaat in de hal én kan tot
een onnodig hoge energierekening
leiden als men deze vochtige lucht
wil koelen.
Centrale nevelafzuiging
Petroline biedt als alternatief voor de
standalone afzuigunit het centrale
AFS nevelafzuigsysteem aan. Dit
systeem kan gecombineerd worden
met een warmte terugwinsysteem,
een interessante optie voor precisiebedrijven
met een geklimatiseerde
productiehal. Het koelen van lucht
wordt namelijk duurder naarmate de
luchtvochtigheid toeneemt. CNC-bedrijven
met een geklimatiseerde hal
kunnen met een centraal afzuigsysteem
de energierekening fors naar
beneden brengen, zeker zodra er
enkele tientallen CNC-machines 24/7
draaien. Dit levert niet alleen direct
een besparing op de energiekosten
op, maar eveneens een reductie van
de CO2 emissie, een factor die de
komende jaren ook in de toeleveringsindustrie
aan belang zal winnen.
Daarnaast wordt de werkplek voorzien
van schone lucht en resulteert
dit in optimale werkomstandigheden
voor het personeel.
men het debiet voor de afzuiging per
aangesloten machine apart regelen.
Door de buisdikte te variëren, afhankelijk
van de afstand tussen CNC-machine
en centraal filterhuis, blijft de
stromingssnelheid van de lucht door
het hele systeem constant. Hierdoor
blijven de buizen schoon. De effectiviteit
is dan ook voor elke machine
optimaal. De AFS filtersystemen maken
gebruik van zesvoudige filtratie.
De gepatenteerde ‘longlife-separator’
van AFS, die zelfreinigend is, zorgt
ervoor dat alle deeltjes groter dan
twee micron worden gefiltreerd. Dat
resulteert in een aanzienlijk langere
levensduur van de overige filters
doordat ze worden ontlast. Daarnaast
wordt gebruik gemaakt van metaalgaas
en filterdoek om de olienevel af
te vangen. Deeltjes in de gasfase zoals
onaangename geuren en verdampte
oliën worden via een metaalgaasfilter
naar buiten gebracht zodat deze
niet meer in de productiehal terecht
komen. Dit zorgt ervoor dat deze
schoon blijft en de machines minder
onderhoud vergen.
Petroline is 34 jaar geleden opgericht
door Peter Janse, die de
technologie voor automatisch
bijvullen van koelsmeerbaden
zelf ontwikkeld heeft.
Verleden jaar heeft
Sommen-edm Petroline
International overgenomen en
zetten Louis Sommen en Ricardo
van Staalduinen de systemen in
de Benelux, Duitsland, Oostenrijk,
Zwitserland en Noorwegen
voort. Peter Janse blijft actief in
het bedrijf.
Meer informatie:
Petroline, Waalre
Per machine debiet regelen
Bij het AFS systeem van Petroline kan
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 19
Smart Manufacturing
Waarom en hoe:
Waarom en hoe:
méér output per
méér gewerkt output uur per
gewerkt uur
Tegen 2035 zal de Nederlandse arbeidsmarkt 20% kleiner zijn,
verwacht Rabobank. Onderzoekers van ROA van Universiteit
Maastricht zeggen dat er tegen 2028 negen op de tien vacatures
460.000
ontstaan doordat medewerkers de arbeidsmarkt verlaten. Vakspecialisten
natuur en techniek, metaalarbeiders en machinemonteurs
staan bij de knelpuntberoepen. Kortom: de kans dat
onderdelen
metaalbedrijven vakmensen waar ze dringend naar op zoek
voor
zijn gaan vinden, wordt met dag kleiner. Dan blijft volgens
Rabobank nog slechts één knop om aan te draaien: arbeidsproductiviteit.
het hart van de
EUV-machine
Laserfabrikant Trumpf heeft de afgelopen jaren fors geprofiteerd
van het succes van de EUV-machine van ASML.
Inmiddels levert dit het Duitse familiebedrijf zo’n miljard
euro omzet op. Dankzij de EUV-machine is de CO2 laser
van Trumpf aan een uitermate succesvol tweede leven
begonnen.
De Nederlandse bezoekers van Trumpfs huisshow Intech
konden dit jaar op een bonus rekenen. Ze mochten - achter
glas - een kijkje nemen in de cleanrooms waar in Ditzingen
de laserbronnen voor de EUV-systemen van ASML worden
gebouwd. Deze laser bestaat uit liefst 460.000 onderdelen,
deels door Trumpf zelf geproduceerd, deels door externe
toeleveranciers. In de grote cleanrooms op de Trumpf cam-
20 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
Here is the space for you to add anothers subline
text for your title ipsum space lore and for last
line here information...
pus in Ditzingen worden deze bijna half miljoen onderdelen
samengebouwd tot de laser die het hart vormt van de
Nederlandse lithografiemachine. Trumpf is net als opdrachtgever
ASML monopolist als het om de productie van dit type
laser gaat.
Cruciaal voor behoud Wet van Moore
De ontwikkeling van de CO2 laser die extreem ultraviolet
licht uitstraalt, is cruciaal geweest voor het behoud van de
Wet van Moore, die zegt dat het aantal transistoren elke 18
maanden verdubbelt. Ofwel zou een deeltjesversneller à la
CERN nodig zijn geweest. Of een laser die krachtig genoeg is
om druppeltjes tin te verwarmen tot 220.000 graden Celcius.
Want dan gaat het tin over in een plasma dat het extreem
ultraviolet licht uitstraalt. Omdat er in het proces veel
plasma nodig is, worden er elke seconde 50.000 tin druppels
in de laserstraal gebracht. De eerste keer dat zo’n druppel
de laserstraal raakt, wordt deze platgemaakt zodat er bij de
tweede passage een groter oppervlak beschikbaar is. Meer
oppervlak betekent immers meer EUV stralen.
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 21
3D printen als onderdeel
van de oplossing
UltiMaker heeft op de
Hannover Messe de stap
naar het 3D printen van
industriële componenten
voor in eindtoepassingen
aangekondigd. De nieuwe
Factor 4 is de nieuwe light
industrial 3D printer die in
Nederland geproduceerd
wordt. Met name door een
end-to-end oplossing aan
te bieden, wil UltiMaker
méér maakbedrijven voor
zich winnen. De naam moet
de link naar de industrie
weerspiegelen: Factor van
factory en 4 van Industrie
4.0.
UltiMaker wil met
ecosysteem rond Factor 4
de industrie méér gaan
laten 3D printen
Voor Michiel Alting von Geusau,
sinds vorig jaar CEO van het Nederlands-Amerikaanse
fusieconcern,
zijn in het eerste half jaar dat hij in
de 3D printindustrie werkt drie zaken
duidelijk geworden. De markt is kleiner
dan het grote aantal aanbieders doet
vermoeden. De concurrentie van
China aan de onderkant van de markt
is te heftig om als Europees bedrijf te
kunnen winnen. En als derde dat de
industrie amper doordrongen is van de
kansen die 3D printen biedt. Dat laatste
wordt volgens hem duidelijk zichtbaar
als je op de Hannover Messe rondkijkt
bij de grote system integrators. Daar zie
je veel automatisering, maar weinig 3D
printen. “De system integrators moeten
ons leren kennen. Wij zijn onderdeel
van hun oplossing”, zegt Michiel Alting
von Geusau.
Kunststof vervangt staal
Die oplossing is onder andere de
productie van gereedschappen voor
bijvoorbeeld de automobiel-, defensieen
luchtvaartindustrie. Hij toont een
applicatie uit de automobielindustrie,
22 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
waarbij een 3D geprint gereedschap voor het klemmen van
een werkstuk geprint is met de nieuwe Factor 4. De basis is
geprint met het nieuwe UltiMaker materiaal PPS-CF, een
semi-kristallijn thermoplast versterkt met korte koolstofvezels.
Het materiaal is bestand tegen temperaturen van ruim
230 graden C, noodzakelijk voor deze toepassing, en is vlamvertragend.
De bekken waarin het product geklemd wordt,
zijn in dezelfde printjob geprint met iglidur 190 van igus. Het
geprinte onderdeel vervangt een stalen exemplaar en is al
zes maanden in gebruik. Per gereedschap bespaart de klant
€300. “Zelfs als de onderdelen complexer en duurder zijn,
is de terugverdientijd van de Factor 4 vaak slechts enkele
maanden”, vult Andrea Gasperini, Product Manager B2B
Solutions bij UltiMaker, aan.
End-to-end oplossing
Hij en Michiel Alting von Geusau zijn overtuigd dat er zo
talloze applicaties in de industrie te vinden zijn. Of toepassingen
die je decentraal wilt produceren. Of waarvan je geen
voorraden wil aanhouden maar die wel direct beschikbaar
moeten zijn. Wat je hiervoor nodig hebt, is volgens hen een
end-to-end oplossing - hardware, software en materiaal - én
een stabiele 3D printer die een constante kwaliteit garandeert
zonder dat de operator telkens zaken moet bijstellen
of instellen. UltiMaker heeft de Factor 4 met dit beeld voor
ogen ontwikkeld. De constructie is van staal, aluminium en
glas voor stabiliteit; de hele aandrijfunit is nieuw ontworpen
en de printer beschikt over een direct drive dual extruder
met een closed loop aansturing. Ook de stappenmotor is
vernieuwd en kan in kleinere stappen worden aangestuurd.
Hierdoor kan UltiMaker de materiaaldepositie nauwkeuriger
controleren en aansturen. Dit garandeert een maatnauwkeurigheid
van 0,2 mm, ongeacht hoe groot het onderdeel
is en waar het zich op het printbed bevindt. De handling
van het filament is geautomatiseerd; het materiaal zit in een
geklimatiseerde opslagruimte met een constante luchtvochtigheid
van maximaal 15%. De printer met twee extruders
wisselt automatisch het materiaal. “We kunnen harde en
zachte materialen heel goed combineren in één buildjob”,
gaat Andrea Gasperini verder. Dat biedt onder meer kansen
in de robotica voor nieuwe grijpers.
een licht industriële 3D printer is de modulaire opbouw.
Hierdoor valt de 3D printer gemakkelijk te repareren; de
meeste gebruikers zullen dit zelf kunnen doen. “We hebben
de Factor 4 zo ontworpen dat de uptime hoog is.”
Defensie- en luchtvaartindustrie
De Factor 4 is breed inzetbaar in de industrie. De focus van
UltiMaker ligt nu op sectoren zoals automobiel-, defensie-,
luchtvaart- en algemene industrie. Samen met grote partijen
wil UltiMaker applicaties gaan ontwikkelen om de 3D printer
breder geaccepteerd te krijgen in deze industriesegmenten.
Samen met partijen uit de defensie- en luchtvaartindustrie
wil Michiel Alting von Geusau ook de stap zetten naar het
certificeren van processen. “Zover zijn we nog niet met de
Factor 4, daarvoor hebben we de andere partijen nodig.”
Voor defensiebedrijven die vaak geen cloudsoftware mogen
gebruiken, heeft UltiMaker een on premise versie van Cura
beschikbaar. Met de Digital Factory software heeft de printerfabrikant
een oplossing voor bedrijven die hun kennis
centraal willen houden maar wel decentraal willen printen.
“Via Digital Factory kunnen we printers op afstand aansturen.”
Meer contact met eindklant
De nieuwe CEO ziet hier wel een koerswijziging van het
concern: het wil meer contact hebben en nauwer samenwerken
met de eindgebruikers. Is dat een bedreiging voor
de resellers? Michiel Alting von Geusau denkt van niet. “Zie
het als een kans. Zij kunnen ook onze kennis gebruiken.
Maar we willen wel dichterbij de eindklant zijn; we moeten
niet alleen met resellers praten. Wij willen namelijk een heel
ecosysteem verkopen. Zodra we een full solution bieden
waardoor 3D printen onderdeel van het proces wordt, gaan
we deel uitmaken van de workflow van onze klanten. Dan
gaan ze niet één maar tientallen, honderden printers kopen.
Die bestellingen zie je nu nog niet.”
Michiel Alting von Geusau (l) samen met Andrea Gasperini bij
de nieuwe Factor 4, de eerste licht industriële 3D printer van
het fusieconcern. De printer wordt gebouwd in Nederland.
Modulaire opbouw
Het nieuwe PPS-CF filament is een eerste voorbeeld van
een nieuw materiaal, ontwikkeld om als alternatief te
dienen voor minder zwaar belaste componenten in staal en
aluminium. Meer materialen zullen ontwikkeld worden. Wat
de Factor 4 verder onderscheidt, is dat na elke buildjob een
rapport gegenereerd kan worden met daarin de belangrijkste
instellingen die iets zeggen over de kwaliteit. Daarmee
moeten gebruikers zowel vertrouwen in de technologie
krijgen alsook worden de stukken traceerbaar voor latere
kwaliteitscontroles. In de nieuwe Cura 5.7 zijn printprofielen
voor de Factor 4 beschikbaar. En wat misschien niet direct
opvalt maar volgens de UltiMaker CEO wel belangrijk is voor
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 23
Additive Manufacturing
BMW zet
WAAM in voor
productie
grotere
componenten
Servitization als businessmodel voor investeringsgoederen
levert drie keer winst op. De aarde wint
door minder verbruik van grondstoffen. De klant
wint flexibiliteit en zijn kostenmodel wordt beter
afgestemd op de opbrengsten. En de fabrikant?
Die kan met dit verdienmodel echt cradle to cradle
gaan produceren. En automatiseren. “De huidige
productvariëteit zorgt voor een ratrace in de industrie”,
zegt Pieter-Jan De Man, director van het
Belgische familiebedrijf Stas. De productvariatie is
te groot geworden. High mix low volume zal in de
hele toeleverketen minder high mix worden, al is
het maar omwille van sustainability.
24 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
WAAM-componenten kunnen
gebruikt worden voor
hoge belastingen, inclusief
cyclische belastingen
BMW start in 2025 met de inzet van
WAAM (lichtboog 3D metaalprinten)
voor de productie van onderdelen
voor testmodellen. De eerste ervaringen
wijzen erop dat de autofabrikant
hiermee de CO2 emissie in de
productie kan terugdringen. BMW
heeft gekozen voor de WAAM-cel van
het Nederlandse MX3D.
De WAAM-cel op de Additive Manufacturing
Campus in Oberschleißheim
wordt al sinds 2021 gebruikt. BMW wil
nu de volgende stap zetten en de 3D
geprinte onderdelen daadwerkelijk
inbouwen in auto’s om te testen. “In dit
vroege stadium is het al duidelijk dat
het WAAM-proces kan leiden tot lagere
emissies in het productieproces. Het
lagere gewicht van de onderdelen, de
gunstige verhouding tussen materiaalgebruik
en de mogelijkheid om
hernieuwbare energie te gebruiken,
betekent dat de onderdelen efficiënter
kunnen worden geproduceerd,” zegt
Jens Ertel, hoofd van BMW Additive
Manufacturing.
Lichtere aluminium onderdelen
BMW gebruikt onder andere aluminium
lasdraad in de cel om onderdelen laag
voor laag op te bouwen. Hoewel het
oppervlak van deze onderdelen ruw
is en nabewerkt moet worden, biedt
het 3D printen een belangrijk voordeel
doordat men eenvoudiger de verhouding
tussen stijfheid en gewicht kan
optimaliseren. Dat doet BMW onder
Dankzij het WAAM-proces verkleint
BMW de CO2 voetafdruk van de
productie.
andere door de onderdelen niet vol te
printen, wat bij gieten of CNC frezen
wel het geval zou zijn, maar door daar
waar het kan materiaal weg te laten.
Het geringere materiaalverbruik draagt
zo bij aan de verlaging van de koolstof
voetafdruk van het productieproces.
Doordat WAAM gebruik maakt van een
robot, kunnen er grotere onderdelen
mee worden geproduceerd dan met
laser poederbed metaalprinttechnologie.
De typische wanddikte van een
WAAM-onderdeel komt overeen met
wat men nodig heeft voor body-, chassis-
en aandrijflijncomponenten. Een
van deze voorbeeldtoepassingen is een
veerpootsteun, die in uitgebreide tests
op de testbank wordt vergeleken met
een aluminium drukgiet onderdeel dat
momenteel in serieproductie wordt gemaakt.
De ingenieurs van BMW Group
hebben aangetoond dat WAAM-componenten
gebruikt kunnen worden voor
hoge belastingen, inclusief cyclische
belastingen, zelfs zonder nabehandeling
van het oppervlak. Geoptimaliseerde
procesparameters zijn cruciaal om
duurzaamheid direct vanaf de productie
te garanderen.
Generative design
Om optimaal gebruik te maken van
het WAAM-proces moet er wel anders
worden gedesigned. De engineers
kiezen daarbij voor generative design:
computer algoritmen optimaliseren
de ontwerpen op basis van de specifieke
vereisten. Deze algoritmen zijn
deels geïnspireerd op evolutionaire
processen in de natuur. Net als bij
bionische structuren wordt in de eerste
stap alleen het materiaal gebruikt dat
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 25
daadwerkelijk nodig is voor de topologie van de component,
en tijdens de fijnafstemming in de tweede stap wordt de
component alleen versterkt waar dat nodig is. Dit resulteert
uiteindelijk in lichtere en stijvere onderdelen en in een grotere
efficiëntie en verbeterde voertuigdynamiek.
Toekomstplannen
BMW Group plant in eerste instantie een gecentraliseerde
WAAM-productie van onderdelen in Oberschleißheim. In de
toekomst wordt productie op andere locaties of bij toeleveranciers
niet uitgesloten. Verder is het zelfs denkbaar dat
onderdelen direct aan de assemblagelijn geproduceerd gaan
worden, eventueel gepersonaliseerd door enkel het design
te veranderen. WAAM is immers een gereedschapsloze
technologie. Tot slot kan de duurzaamheid verder verbeterd
worden door met gerecyclede metalen te 3D printen.
Jens Ertel, hoofd BMW Additive Manufacturing
(links), toont samen met een van de medewerkers
op de AM campus het onderdeel dat geprint is in de
WAAM-cel van het Nederlandse MX3D.
Afbeelding hieronder: de veerpootsteun heeft een
organische vorm om gewicht te besparen en de stijfheid
te optimaliseren. Deze vorm is mogelijk dankzij
het WAAM-proces.
BMW Group plant in
eerste instantie een
gecentraliseerde
WAAM-productie
26 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
Ontwikkel
opspansystemen
eenvoudig en snel
met 3D printen.
Renishaw Benelux
primeur:
Agility CMM
Renishaw Benelux had op de TechniShow
een primeur: voor het eerst
was de Agility CMM van Renishaw op
een beurs te zien.
De coördinatenmeetmachine is speciaal
ontwikkeld voor het 5-assig meten
met de snelle Revo meetkop, waarin de
vierde en vijfde as geïntegreerd zijn. In
principe blijft Renishaw zich toeleggen
op de meettasters en meetkoppen, die
gecombineerd worden met CMM’s van
derden.
de TechniShow werd gedemonstreerd,
staat inmiddels in de nieuwe
showroom in Breda.
Daar demonstreert Renishaw Benelux
ook het in-proces meten en tevens
vergelijkend meten in de cell met de
Renishaw Equator zoals dat op de
beurs met de Robodrill van Fanuc werd
getoond.
Snelheid
Voor toepassingen waarin snelheid van
het 5-assig meten echt een belangrijke
rol speelt, is de Agility CMM er. Deze
CMM is namelijk vanaf de basis ontwikkeld
om de voordelen van de Revo
multi-sensor meetkop optimaal te benutten.
Vergeleken met 3-assig meten
levert dit een 15 tot 50 procent kortere
cyclustijd op. Ook kan men maatnauwkeurigheid
combineren met het meten
van oppervlakteruwheid. Renishaw
heeft de Agility S CMM ontwikkeld voor
in de productieomgeving; de L-versie is
bedoeld voor in de meetkamer en haalt
meetnauwkeurigheden in het submicron
bereik.
Showroom Breda
De meetmachine zoals deze op
Nijverheidslaan 23
8560 Wevelgem
BE: +32 56 35 00 35
NL: +31 30 32 00 274
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS www.seido-systems.com
MAGAZINE zomer 2024 27
Verspaningstechnologie
Duurzaam
koelsmeerconcept
voor
hightech
Met een innovatief koelsmeerconcept in
drie 5-assige precisiefreesmachines freest
de igus gereedschapsmakerij niet alleen
betere oppervlaktekwaliteiten. De Mediumverteiler
op de Röders freesmachines maakt
het ook gemakkelijker om de werkstukken
te reinigen. En het geautomatiseerde proces
is duurzamer, mede door de forse energiebesparing.
28 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
Mediumverteiler helpt igus
om duurzamer
precisiegereedschap
te frezen
De motion plastics van het Duitse
familiebedrijf igus zijn terug te vinden
in tal van machines en installaties. Van
kabelrupsen tot geleiders en zelfsmerende
kunststof lagers. igus brengt de
wereld in beweging met innovatieve
kunststof producten. Het tempo van de
ontwikkeling ligt hoog. Jaarlijks worden
er zo’n 1.000 nieuwe spuitgietonderdelen
geproduceerd. De focus in het
businessmodel ligt op korte levertijden
en maatwerk voor klanten. “Daarom
werd een paar jaar geleden besloten
om zwaar te investeren in de gereedschapsmakerij
in eigen huis”, zegt Thilo
Schultes, CEO dry-tech New Businesses
& iform Mold Making bij igus. “Dat geeft
ons de mogelijkheid om concepten te
perfectioneren en individuele geometrieën
voor klanten te creëren.”
Technisch hart van igus
Thilo Schultes, die aan de RWTH
Aachen promoveerde met een focus
op productiemanagement, leidt de
afdeling matrijzenbouw. Hier werkt een
team van honderd vakmensen aan de
matrijzen en andere productiemiddelen.
Het technische hart van iform is de
geautomatiseerde productiecel voor
de matrijsinzetstukken. Het bestaat uit
drie 5-assige bewerkingscentra van Röders
(1 x RXP601DS en 2 x RXP601DSH,
met een grotere tafeldiameter en
langere Z-as), aangevuld met zinkvonkmachines,
een wasinstallatie en
een meetmachine. In deze cel worden
matrijsinzetstukken 24/7 hard gefreesd
en gevonkt. De grafietelektroden voor
zinkvonken worden eveneens in de cel
gefreesd. Alles gebeurt zoveel mogelijk
onbemand. Nauwkeurigheid is alles
voor het team van Thilo Schultes. “We
verwerken alleen technische kunststoffen
tot motion plastics. De kunststoffen
die wij ontwikkelen zijn zelfsmerend
en vervangen olie en vet in bewegende
constructies. Om deze onderdelen
goed te spuitgieten, hebben we heel
precies gereedschap nodig.” Daarom
gebruikt igus naast hardfrezen ook
zinkvonkmachines voor de productie
van de gereedschappen.
Medium verdeler
Grafietelektroden voor zinkvonkmachines
worden meestal droog gefreesd.
Twee jaar geleden, bij de uitbreiding
van de cel met twee nieuwe Röders
bewerkingscentra, besloot igus om alle
drie de machines uit te rusten met een
‘Mediumverteiler’ die Röders als optie
aanbiedt. Dit systeem, ontwikkeld
in Duitsland, is een alternatief voor
nat frezen en MQL (Minimal Quantity
Lubrication). Het kan worden gebruikt
voor droge bewerking en als systeem
met luchtolienevel. Bij de productie
van grafietelektroden wordt het alleen
met perslucht gebruikt voor droge bewerking.
Bij het werken in gehard staal
wordt het gebruikt met luchtolienevel
voor een betere smering. Net als bij
een MQL-systeem gebeurt de smering
tijdens het frezen met een mix van
oliedruppels en perslucht. Het grote
verschil is dat bij de ‘Mediumverteiler’
de nozzlehouder in een vaste positie
op het spindelhuis is gemonteerd. Aan
deze houder zijn de aansluitpunten
voor olie en perslucht bevestigd. De
16 sproeiers in de ‘Mediumverteiler’
creëren een tot 6 bar sterke ring van
luchtolienevel die naar beneden rond
het gereedschap wordt geblazen.
Ongeacht de positie van de spil en de
snelheid waarmee deze draait, blijft
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 29
met het risico van thermische drift. Bij
het frezen met de ‘Mediumverteiler’
lost het olie-luchtmengsel volledig op
en kan het dus geen invloed hebben
op de thermische stabiliteit van de
machine.
de luchtolienevelring in een constante
positie ten opzichte van de snijkanten
en het gereedschap, omdat de ‘Mediumverteiler’
niet meedraait. Dit heeft
tot gevolg dat de nevel naar de snijkant
wordt getrokken. “Hierdoor wordt de
nevel (olie en lucht) precies naar de
snijkant geleid en komt de smering precies
daar waar het nodig is”, legt Thilo
Schultes uit. Bij roterende MQL-systemen
is er altijd een risico dat lucht- en
oliedeeltjes worden gescheiden.
Meerdere voordelen
Dit innovatieve koelsmeerconcept voor
CNC-machines biedt verschillende
voordelen voor het snel frezen van
elektroden van gehard staal en grafiet.
Een daarvan is een betere oppervlaktekwaliteit
met beide materialen. “Dit
is belangrijk voor de spuitgietkwaliteit
en de stabiliteit van het spuitgietproces”,
zegt Schultes. Omdat er geen
water wordt gebruikt in het proces,
zoals het geval is bij nat frezen, is het
reinigen na het bewerken eenvoudiger.
Er blijft geen koelmiddel achter op
het geharde staal. Bij de grafietelektroden
blijft er geen restverontreiniging
achter op de elektroden. Grafiet
wordt normaal gesproken altijd droog
bewerkt, omdat het koelmiddel kan
klonteren tijdens natte bewerking.
Wanneer grafiet echter droog wordt
bewerkt, kunnen er kleine deeltjes
grafiet achterblijven, wat kan leiden
tot een foutief meetresultaat wanneer
het automatisch in de productiecel
wordt gemeten. Thilo Schultes: “Je
kunt een elektrode niet reinigen met
perslucht. Door gebruik te maken van
de ‘Mediumverteiler’ voor het snijproces
blijven er geen restdeeltjes achter
op het oppervlak; ze zijn er helemaal
klaar mee.” De 6 bar sterke luchtstroom
zorgt ook voor een betere spaanbeheersing.
De spanen worden gebroken
en weggeblazen. Een bijkomend
voordeel van dit koelmiddelconcept is
dat het een positief effect heeft op de
thermische stabiliteit van de precisiebewerkingscentra.
Bij het nat frezen
van gehard staal verdampt en koelt een
deel van het koelmiddel - het water - de
binnenkant van de CNC-machine af. Dit
verlaagt de temperatuur in de machine
Duurzamer verspanen
Wat de kosten betreft, denkt Thilo
Schultes dat de ‘Mediumverteiler’
onder de streep een klein voordeel
oplevert. De hogere nauwkeurigheid,
betere oppervlaktekwaliteit en het niet
reinigen van de elektroden zijn voor
hem echter belangrijkere voordelen.
Daarnaast draagt de ‘Mediumverteiler’
bij aan de verduurzaming van de
productie, waar igus veel waarde aan
hecht. “Duurzaamheid is belangrijk
voor ons. Met de ‘Mediumverteiler’ verbruiken
we minder koelvloeistof en is
het energieverbruik van de CNC-machine
lager”, zegt Thilo Schultes over het
duurzaamheidsaspect. Dit laatste is te
wijten aan het feit dat bij natte bewerking
de CNC-bewerkingscentra moeten
worden uitgerust met grote pompen
om het koelmiddel te verpompen. Dit is
goed voor 30% van het energieverbruik
van de machine. Met een ‘Mediumverteiler’
is slechts een relatief lage
hoeveelheid perslucht voldoende, die
veel minder stroom verbruikt.
Dymato, de Nederlandse partner van
Röders in de Benelux, organiseert 26
september samen met Röders, ASML
en Mikrocentrum een kennissessie voor
toeleveranciers in de supply chain van
ASML over Minimum
Quantity Lubrication. Meer informatie:
verkoop@dymato.nl
Ondersteuning van leveranciers
De ‘Mediumverteiler’ bestaat uit hardware die direct
op de spindel wordt geplaatst. De sproeierring met 16
sproeiers en de geïntegreerde SK/HSK-gereedschapshouder
passen hierin. Standaard kan men frezen met
de bestaande snijparameters die worden gebruikt bij
nat bewerken. Om tot een optimaal proces te komen, is
finetuning noodzakelijk, bijvoorbeeld om de standtijd
te maximaliseren. Dit vereist training van de CNC-operators.
“Voor trainingen werken we goed samen met
Röders als leverancier”, merkt Schultes op.
30 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
One Click Metal 3D
print voor Index en
Traub machines
Overstap van inkopen
naar 3D printen
scheelt 100K
voor één component
Practice what you preach is zo’n
typisch Britse tegeltjeswijsheid. De
Duitse machinebouwer Index pakt
het letterlijk op. Na de gedeeltelijke
overname van One Click Metal print
de fabrikant van CNC-machines zelf
onderdelen voor de draaifreescentra.
En dat levert flinke besparingen
op.
Op de TechniShow was One Click
Metal één van de deelnemers aan het
themaplein Van 3D print naar productie
met AM. Bezoekers konden zien hoe
het jonge Duitse bedrijf additive manufacturing
met metaal laagdrempeliger
maakt voor het mkb-maakbedrijf.
Tijdens het Open House bij Index lieten
beide partijen eveneens de businesscase
voor de machinebouwer zien.
100K kostenbesparing
Sinds Index een deel van de aandelen
van het jonge bedrijf heeft overgenomen
van Trumpf, is er niet alleen
gewerkt aan het industrialiseren van
de productie van de 3D metaalprinters,
maar zoekt de machinebouwer
ook in eigen huis naar toepassingen.
Een voorbeeld is een klem voor in de
barfeeder voor de meerspindelmachines.
In de klassieke productie vergt
dit onderdeel hoge assemblage- en
opslagkosten. Door het ontwerp aan
te passen voor additive manufacturing
zijn de elf onderdelen waaruit de
klem oorspronkelijk bestond teruggebracht
tot één. De hele klem kan in
één keer geprint worden. Door verdere
aanpassingen is de printtijd met 38%
gereduceerd en het volume met 30%.
Voor de 500 stuks die de machinebouwer
jaarlijks nodig heeft, scheelt dit in
totaliteit inclusief supply chain kosten
€ 100.000 op jaarbasis. Index 3D print
nu de onderdelen die nodig zijn voor
de productie van de meerspindelmachines
en hoeft dus geen voorraden
meer aan te houden.
Andere voorbeelden
Een ander onderdeel is een slider. 3D
printen hiervan levert 62% kostenreductie
op ten opzichte van de traditionele
manier om de losse onderdelen
te maken en daarna samen te stellen.
Door de on demand productie met
3D printen is de voorraad met 66%
afgenomen. One Click Metal heeft voor
Index ook al aluminium pompbehuizingen
geprint. Deze worden normaal
gegoten. In dit geval ging het om een
serie prototypes om snel de wijzigingen
in het ontwerp te testen voordat de
dure gietmal voor de serieproductie
werd gemaakt.
Optimalisatie dankzij AM
One Click Metal print aluminium 100%
dicht, zonder porositeit. Een andere
toepassing die men onderzoekt, is het
toepassen van additive manufacturing
om de gereedschaphouder lichter
te maken of zo aan te passen dat er
minder vibraties ontstaan. Ook worden
koelkanalen in de gereedschaphouders
verjongd (wat kan als je ze 3D print) om
zo de druk van het koelsmeermiddel
verder op te voeren om een betere
spaanbreking te krijgen.
Index heeft inmiddels 70% van de aandelen
van One Click Metal in handen.
De productie van de machines gebeurt
in de fabriek van Index in Slowakije; de
ontwikkeling en service gebeuren vanuit
Duitsland.
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 31
Algoritmen
berekenen
de
kostprijs
Een calculator die elke maand offertes maakt
voor zo’n 150 eenvoudige en 50 complexe onderdelen,
is daar al snel zo’n 100 uur mee bezig.
Dat kan ook in een fractie van de tijd als
men kostprijsberekeningen automatiseert.
Het Duitse Spanflug Technologies tastte met
dit concept de Nederlandse markt af tijdens
de TechniShow.
Nadat Spanflug Technologies sinds de lancering op de EMO
2019 zich vooral op de DACH-regio heeft geconcentreerd,
richt het zich nu ook op de Nederlandse en Belgische markt.
Dit zijn de een van de eerste markten buiten de Duitstalige
gebieden waarin het bedrijf verder wil groeien. Enkele
Nederlandse maakbedrijven gebruiken al Spanflug Make, de
online calculatiesoftware. In maart nam de Duitse scale-up
deel aan de TechniShow. “We hebben een goed gevoel gekregen
voor de bijzonderheden van de markt”, zegt Markus
Westermeier, founder en CEO. Complexe delen, hoge nauwkeurigheden
en nauwe toleranties, dat is wat de markt hier
vraagt. Met een regionale markt die vooral gedreven wordt
door ASML is de observatie van Spanflug dat het automatiseren
van de kostprijsberekeningen het beste werkpakket
hiervoor is, wellicht correct.
Tot 90% tijdbesparing
De ervaringen tot nog toe tonen namelijk aan, aldus Markus
Westermeier, dat je in de verspaning de calculatie kunt
automatiseren, net als in de plaatbewerking of 3D printen.
Lasersnijden is dan wel minder complex dan CNC-frezen en
in de plaatbewerking zijn er minder uitdagingen dan in de
verspaning, dat calculeren in de CNC-wereld geautomatiseerd
gaat worden, staat voor hem vast. Zelfs als je niet alles
automatisch kunt berekenen, valt er aan de voorkant van de
productie veel winst te behalen, meent Westermeier. “Het
zorgt voor een verlichting van de werkdruk.” Hij zegt dat
Spanflug Make online
quotation tool breidt uit
naar Benelux-markt
Spanflug Make momenteel de kostprijs van veel CNC-delen
geautomatiseerd kan afhandelen doordat de algoritmen in
het CAD-model de features herkennen en weten hoe deze
gefreesd, gedraaid of geslepen moeten worden. “Stoten we
op uitdagingen, dan wordt de gebruiker gewaarschuwd dat
we in een grensgebied komen.” Markus Westermeier schat
op basis dat tot 90% van het werk dat een ervaren calculator
momenteel doet, overgenomen kan worden door de
algoritmen. De algoritmen hebben voor de calculatie van
een eenvoudig onderdeel 2 minuten nodig in plaats van
de 10 minuten die een calculator eraan besteedt. En een
complex werkstuk dat 133 minuten calculeren kost voor
de mens, kost het algoritme amper 6 minuten. Gemiddeld
rekent Spanflug op een besparing van 80 tot 95%. Van de 100
uren die er in de maand aan calculatie worden besteed, kan
men heel veel besparen. “Of die uren besteden aan de echte
complexe opdrachten”, verduidelijkt hij.
Interesse groeit
Het viel hem niet alleen vorig jaar tijdens de EMO maar nu
32 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
ook op de TechniShow op dat de groep verspaners die met
concrete vragen komt, groeit. “Tijdens de EMO 2019 (de
officiële lancering, red) zocht nog niemand specifiek naar
een oplossing. Ondertussen is de markt verder ontwikkeld,
men komt nu met concrete vragen.” Hij schrijft dit toe aan
de bredere acceptatie van oplossingen zoals Spanflug Make.
“Zeker sinds Chat GTP is digitalisering meer ‘salonfähig’
geworden. Het is iedereen duidelijk dat er iets gedaan
moet worden.” Daarnaast speelt het groeiend tekort aan
vakmensen het Duitse bedrijf in de kaart, een knelpunt dat
komende jaren alleen maar groter zal worden. De calculatie
algoritmen kunnen in de standaardinstellingen gebruikt worden,
waarbij met voorinstellingen wordt gewerkt gebaseerd
op een diepgaande kennis van de verspaningsprocessen.
Men kan echter ook alle waarden aanpassen, bijvoorbeeld
machine-uurprijs, instelkosten en materiaalprijzen, om de
calculatie af te stemmen op de bedrijfsspecifieke omstandigheden.
De uitkomsten van de calculatie kunnen naar een
ERP-pakket worden geëxporteerd. Of met enkele muisklikken
genereert men een PDC document.
Acceptatie cloud
Spanflug Make werkt in de cloud. Ook op dit punt is de markt
veranderd. Markus Westermeier merkt dat de maakindustrie
anno 2024 cloudtoepassingen méér accepteert. “De
openheid naar de cloud neemt toe; men ziet de voordelen.
Ook beseft men dat cloudoplossingen een hoge mate van
zekerheid bieden.” Omdat CAD-modellen dikwijls kritische
know-how bevatten, neemt Spanflug data security serieus.
“Niemand heeft toegang tot de data van klanten, zelfs onze
medewerkers niet”, zegt Westermeier hierover. “Pas als
de klant dit bij een service aanvraag vrijgeeft, kunnen wij
meekijken naar de data.” Qua dataverwerking voldoet men
aan de ISO 27001 standaard en het verzenden en ontvangen
van data gebeurt versleuteld. Verder voldoet men aan Duitse
en Europese regels omtrent data. Voor het verder verbeteren
van het product kan Spanflug Make de geanonimiseerde
delen van de data gebruiken, die niet meer te herleiden zijn
tot een klant of project.
Klaar voor PMI
In de Nederlandse markt begint stap voor stap het gebruik
van 3D CAD modellen verrijkt met PMI in zwang te raken. In
hoeverre kan Spanflug Make hiermee werken? De huidige
software kan PMI data nog niet lezen. Markus Westermeier:
“Technisch is het voor ons geen probleem. Het heeft
zelfs voordelen omdat de omschrijving van de bewerking
eenduidig is en dat maakt het makkelijker uit te lezen.” Het
ontbreken van de vraag om met PMI data te rekenen, houdt
de ontwikkelaars momenteel tegen om het uitlezen van PMI
data te integreren. Zodra deze vraag komt, wil Spanflug ermee
gaan werken. Markus Westermeier verwacht weliswaar
dat het die richting opgaat, maar ziet de omslag nog niet
snel gebeuren. “Het gebrek aan oplossingen om met PMI
data in de productie te werken, remt de uitrol af. Daar zal
men iets aan moeten doen.”
Bij de introductie enkele jaren geleden had Spanflug een redelijk
unieke positie. Alhoewel het dat nog steeds heeft, zijn
er inmiddels ook machinefabrikanten die in hun software
calculatiemodellen opnemen. Markus Westermeier ziet hier
geen bedreiging in. “Wij zijn machine-onafhankelijk, open
en we hebben een concurrerend aanbod dankzij ons groot
netwerk van productiepartners.”
Inkoopplatform voor CNC-delen
Naast Spanflug Make biedt het bedrijf ook nog Spanflug Buy aan,
het inkoopplatform voor frees- en draaidelen. Veel klanten gebruiken
beide oplossingen, omdat ze niet alleen willen calculeren
maar het inkoopplatform gebruiken voor het uitbesteden van onderdelen
bijvoorbeeld na een make-or-buy analyse. Voor Markus
Westermeier zijn beide activiteiten dan ook even belangrijk.
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 33
3D printen
reddingsboei
Nederlandse werven
Op de Parijse Seine vaart deze zomer
tijdens de Olympische Spelen een bijzondere
ferry van Nederlandse makelij.
Het casco van de elektrisch aangedreven
autonoom varende veerboot is 3D
geprint. Van gerecycleerde kunststof.
Dus duurzaam. Opent dit nieuwe
perspectieven voor de Nederlandse
scheepsbouw, die de stalen casco’s
meestal uit Aziatische landen haalt?
Een consortium van Holland Shipyards Group,
Sequana Développement en Roboat heeft eind
2022 een tender van de Franse binnenvaartautoriteit
Voies Navigables de France gewonnen. Hun
winnend concept behelst een autonome veerboot
van 9 bij 3,9 meter, 3D geprint met post-consumer
afval (PP polypropyleen). Zowel de romp als het
grootste deel van de opbouw zijn 3D geprint.
Volgens de Nederlandse werf is het de tot nog toe
grootste 3D geprinte veerboot in de wereld.
3D geprinte ferry voor Parijs laat
zien dat cascobouw in Nederland
weer kan
10XL LAAM technologie
Het casco en het dek zijn geprint door 10XL in Hardinxveld-Giessendam.
Het bedrijf van oprichter
en CEO Gerbert Smits en CTO Joep Grapperhaus
heeft de laatste tien jaren veel ervaring opgedaan
met LAAM (Large Area Additive Manufacturing).
De twee hebben de technologie doorontwikkeld.
Want toen Gerbert Smits acht jaar geleden
gevraagd werd om een sleepmodel te 3D printen
voor testen bij Marin in Wageningen, kon hij maximaal
1 meter printen. Gerbert Smits: “Er was geen
oplossing voor het 3D printen van groot formaat
producten zoals sleepmodellen, die aan hoge eisen
moeten voldoen. De resolutie, de maten en de
tolerantie moeten accuraat zijn als je zo’n schaalmodel
bij Marin gaat testen.” Uiteindelijk hebben
ze een hybridetechnologie ontwikkeld die zich
juist leent voor de projecten in de scheepsbouw,
zoals de ferry die tijdens de Olympische spelen
in Parijs ingezet gaat worden, maar bijvoorbeeld
ook voor kantoormeubelen. Het sterke punt van
hun oplossing is volgens Smits de combinatie
van 3D printen met een hoog depositie volume
en het CNC-frezen voor de noodzakelijke maatnauwkeurigheid
en oppervlakte afwerking. “De
beide technieken kunnen niet zonder elkaar”, zegt
hij. Frezen betekent veel materiaalverspilling; 3D
printen betekent ruwere oppervlakken. Gecombineerd
minimaliseer je materiaalverbruik en kun je
nauwkeurige producten maken.
De speciale printtechnologie
De extruder die 10XL aan de robot koppelt, print
zo’n 100 kilogram per uur. Daarvoor is er wel een
bijzondere oplossing bedacht. De extruder is niet
direct gekoppeld aan de robot maar staat op een
34 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
track en beweegt met de robot mee. Via een verwarmde
slang wordt het materiaal naar de nozzle gestuurd die wel
aan de robotarm is gekoppeld. Gerbert Smits: “Het voordeel
hiervan is dat we een veel grotere capaciteit hebben. Met
5 kilogram per uur heb je geen businesscase; met 100 kilogram
wel.” Om met post-consumer waste te printen, moet hij
een extruder met een langere schroef gebruiken. Anders is er
onvoldoende menging en zou je alleen met virgin materiaal
kunnen 3D printen. Door de extruder niet direct aan de robot
te monteren, heeft hij meer vrijheid om het meest geschikte
type te kiezen. De 100 kilogram die 10XL met deze opstelling
3D print, is het maximale depositie voor de gebruikte extruder
en hangt mede af van het product. Sommige delen van
het casco zijn geprint met een depositie van 50 kilogram per
uur. Hij past dit via de slicer aan, afhankelijk van de positie
in het casco. Gerbert Smits: “Je wilt over het hele casco
dezelfde laagtijd hebben, dezelfde tijd om het materiaal te
laten afkoelen. Daarom printen we kleinere delen langzamer
en grotere sneller.” Omdat deze afkoeling belangrijk is voor
de uiteindelijke kwaliteit, gebruikt 10XL sensoren om de
temperatuur te meten. Is deze toch te ver gezakt, dan wordt
voordat de nieuwe laag geprint wordt de geprinte laag weer
licht opgewarmd. Door de temperatuur van de toplaag net
boven de glastemperatuur van het materiaal te houden,
ontstaat de beste hechting in de Z-richting.
Eigen slicer
Ook de slicer hebben Gerbert Smits en Joep Grapperhaus
zelf ontwikkeld omdat de bestaande in de praktijk niet voldeden.
De nieuwe slicer past beter bij de manier waarop in
de scheepsbouw casco’s worden ontworpen, namelijk met
rechte spanten die 200 mm van elkaar staan. Deze worden
met de infill zoals deze in de slicer gedefinieerd is, automatisch
geprint. Al vanaf het begin 3D printen ze onder een
hoek met een continu toolpath omdat de scheepsbouw geen
support wil. “Onze slicer past bij de manier van engineeren
in de scheepsbouw. Nu kunnen de casco en bruggen gecertificeerd
worden omdat ze hieraan kunnen rekenen”, legt Gerbert
Smits uit. Volgens hem is 10XL het enige bedrijf dat 3D
print op een manier die classificatiebedrijven snappen, wat
nodig is om de stap naar gecertificeerde schepen te maken.
“We hebben eigenlijk een ecosysteem voor het 3D printen
van grote formaten ontwikkeld, waarbij we de machine
aanpassen aan het product.”
Maritieme toepassingen
De ferry van Holland Shipyards meet 9 bij 3,90 meter. Het
grootste casco tot nog toe, maar voor 10XL hoeft het niet op
te houden bij deze afmetingen. De robot 3D printer heeft een
bereik van maximaal 20 op 5 meter. “Daar passen veel maritieme
producten in”, aldus de oprichter van 10XL. Behalve
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 35
het printen van casco’s 3D print 10XL
ook brugdekken. Deze kunnen tot 14
meter bij 4,5 meter in een keer worden
geprint. Door PP versterkt met korte
vezels te versterken met een tape met
lange vezels, haalt 10XL een treksterkte
van 700 Mpa, oftewel meer dan 20 keer
sterker dan standaard PP. Hierdoor
wordt het nadeel van minder sterkte
in de Z-richting in toepassingen waar
deze hoog moet zijn, opgelost. Eigenlijk,
zo merkt Smits op, zou een PVDF
compound nog een betere oplossing
zijn. Dit is een materiaal uit de teflon
familie, brandvertragend, ontzettend
sterk en bijna zonder krimp tijdens het
printen. Met dit materiaal kan een brug
zo’n 100 jaar probleemloos meegaan,
iets dat je met composiet of staal niet
redt.
Perspectief voor scheepsbouw
Waarom is 3D printen aantrekkelijk
voor de scheepsbouw? Gerbert Smits
beantwoordt deze vraag met twee
woorden: circulair en geautomatiseerd.
Door de casco’s in Nederland te printen
met (circulaire) kunststoffen in plaats
van ze van staal aan de andere kant
van de wereld te laten maken, kan
een scheepswerf de CO2 footprint fors
verkleinen. Staal kan weliswaar goed
gerecycled worden, het vergt wel veel
energie, veel meer dan het recyclen
van PP. Smits verwijst daarvoor naar de
smelttemperatuur van staal 1100 graden
C en die van PP 200 graden C. Maar
het doet ook het verdienmodel van de
scheepswerven in de goede richting
kantelen. ”Door het casco te gaan 3D
printen, kunnen de scheepsbouwers
ze weer in Nederland gaan maken. Nu
laten ze deze in het buitenland produceren
om ze hier af te bouwen.” Hij
denkt dat 3D printen een goedkopere
oplossing is. Dat heeft ermee te maken
dat het printproces sneller is en geautomatiseerd
kan worden, wat voor het
lassen van de casco’s te complex zou
zijn. Daarnaast kun je met 3D printen
functies integreren, zoals kabelgoten.
Dat scheelt weer kosten in de afwerking.
“Je kunt onderdelen complexer
maken en dat is interessanter voor
de Nederlandse scheepsbouwers.”
Hij verwacht dat de scheepsbouw
stilaan deze transitie gaat maken. Het
wachten is eigenlijk op de certificeringen.
Voor kleinere toepassingen
is printen met PP sterk genoeg als je
bij het engineeren hier rekening mee
houdt; voor grotere objecten kun je
de tapes gebruiken. “We hebben dan
wel een andere machine nodig, zodat
het leggen van de tapes geïntegreerd
wordt in het printproces. Technisch
kan het; we wachten op een commerciële
opdracht”, zegt Gerbert Smits.
Voor de scheepsvaartindustrie zou
dit de reddingsboei kunnen zijn. Op
dit moment houden de Nederlandse
scheepswerven zich bijna alleen bezig
met de afbouw. De marges zijn dun;
technici zijn amper te vinden. Door te
printen lekt de kennis niet langer weg
naar China maar kunnen de werven
weer de hele productie in Nederland
doen.
Toekomst van mobiliteit
Er zit nog een ander, economisch-maatschappelijk
aspect aan de
ferry die het consortium oplevert voor
de Olympische zomerspelen. De combinatie
van 3D printen met circulair
materiaal én autonoom varen verandert
de economisch-maatschappelijke
businesscase voor veerponten. Dit is
waar Reboat op inzet als toekomstig
mobiliteitsconcept. Gerbert Smits: “3D
printen is een enabler voor seriematige
productie van boten in Nederland. En
autonoom varen is nodig om de businesscase
voor kleine ferry’s sluitend te
maken. Met bemande veerponten lukt
dat niet.” Het vergt wel aanpassing van
regelgeving. Want van de zomer vaart
er op de Seine nog iemand mee omdat
de regels dat zo eisen. Innovatieve
technologie loopt altijd voorop.
36 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
Holland Shipyards Group ziet
toekomst in 3D printen kleinere boten
3D printen helpt
scheepsbouw
veel arbeidsuren
te besparen
Dat het casco van de ferry 3D geprint
is, voegt extra innovativiteit toe aan
de autonoom varende veerpont.
De kennis en ervaring die Holland
Shipyards Group in dit project heeft
opgedaan, gaat in de toekomst vaker
ingezet worden, verwacht Leendert
Hoogendoorn van de scheepswerf.
3D printen helpt scheepswerven
de factor arbeid fors te verkleinen.
Werk waarvoor steeds moeilijker
vakmensen te vinden zijn.
Holland Shipyards Group bouwt
schepen van 9 meter lengte, zoals de
3D geprinte ferry, tot Roll-on Roll-off
schepen van 142 meter. De casco’s van
de kleinere schepen worden op de werf
in Hardinxveld-Giessendam geproduceerd;
het omslagpunt ligt vaak ergens
bij de 500 ton staal, daarna wordt het
casco geoutsourced naar China. Daar
wordt momenteel rond de 15.000 ton
staal verstouwd door Holland
Shipyards Group. “Dat loont. Als
scheepsbouwer opereren we op
wereldniveau en moeten we concurreren
met werven o.a. in Spanje, Turkije
en China.” Ferry’s voor de Europese
markt waarin een paar honderd ton
staal worden verwerkt, worden nog in
Nederland gelast. “Maar het is moeilijk
mensen daarvoor te vinden. Daarvoor
werken we met Oost-Europeanen.”
780 arbeidsuren besparen
3D printen biedt de kans om dit werk te
automatiseren. De bouw van een casco
van 9 meter kost naar schatting zo’n
780 uren arbeid dat met de hand gedaan
wordt. Omdat je slechts met zo’n
vier lassers gelijktijdig aan zo’n ferry
kunt lassen, is de doorlooptijd al gauw
een week of vier. “En dan heb je alleen
het casco gereed”, aldus Hoogendoorn.
Tijdens het 3D printen van de ferry zijn
tal van zaken die bij een stalen casco
naderhand opgebouwd worden, direct
meegeprint. Denk aan luchtkanalen,
kabelbanen, frames voor de elektrokasten,
zelfs zitbankjes kun je direct meeprinten
als je het goed bedenkt en engineert.
Ook zou je het onderwaterschip
en de bovengang in één keer kunnen
printen om tijd te besparen. Leendert
Hoogendoorn schat dat je in enkele
weken tijd misschien wel 70 tot 75 procent
van een gewone urban ferry klaar
hebt. “Je print immers 24/7. Meer componenten
meeprinten maakt het alleen
maar interessanter omdat arbeid de
kritische factor in het huidige proces
is.” Het proces is bovendien gemakkelijker,
omdat juist bij zo’n ferry de ronde
spanten in het casco lastig met de hand
te vervaardigen zijn, terwijl dit voor de
3D printer niks uitmaakt. De ferry die
Holland Shipyards Group samen met
partners voor de Olympische Spelen in
Parijs bouwt, is geprint van gerecycled
kunststof. Het concept sluit naadloos
aan op de cradle to cradle gedachte.
HDPE kunststoffen zijn in de scheepsbouw
inmiddels een gangbaar materiaal
voor de productie van crewtenders
en kleinere bootjes.
De veerpont zet straks 35 mensen in
één keer over als het aan de Nederlandse
bouwers ligt. Hiervoor moet
de veerpont gecertificeerd worden.
Daar ligt nog wel een uitdaging, erkent
Leendert Hoogendoorn. “We bouwen
het schip volgens de set of rules van ES-
TRIN, de Europese norm. Maar het zal
lastig worden om de ferry te certificeren,
omdat ze daar niet op 3D printen
zijn ingericht.” De scheepsbouwer heeft
daarom vooraf trekstaven geprint om
de materialen te testen. De engineers
zijn met de zwakste waarden gaan ontwerpen
en hebben een veiligheidsmarge
van 3 aangehouden. Hier bovenop
is er nog drielaags geprint, dus als
een laag haarscheurtjes zou vertonen,
zijn er nog twee die het water tegenhouden.
“Twaalf personen mogen we
echter altijd vervoeren.”
Vaker 3D printen
Want Leendert Hoogendoorn verwacht
dat 3D printen met kunststoffen gangbaarder
zal worden in de Nederlandse
scheepvaart. “Mijn gevoel zegt dat we
dit vaker gaan inzetten voor de kleinere
schepen.” Zo kunnen de werven hun
productie automatiseren, wat met
staal lassen amper gaat, en ze kunnen
door glasvezel aan het granulaat toe te
voegen de kunststoffen nog betere eigenschappen
meegeven en waar nodig
versterken. Er zal op alle vlakken nog
ontwikkeling nodig zijn, zoals 100%
kwaliteitsmonitoring tijdens het 3D
printen. Het Nederlandse project heeft
de haalbaarheid echter aangetoond.
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 37
Niet de PLM
software, maar
de werkwijze is
leidend
Smart Industry
PLM is een essentieel onderdeel
van de digitale transformatiestrategie
van maakbedrijven.
De behoefte hieraan groeit door
de veranderende klantvragen,
de kortere doorlooptijden en
de noodzaak productie te verduurzamen.
Implementatie van
PLM-systemen bij het midden- en
kleinbedrijf verloopt doorgaans
echter weinig succesvol. Cadmes
denkt dit te kunnen oplossen met
een modulaire aanpak. In plaats
van PLM te zien als een groot
softwaresysteem, brengt Cadmes
het terug tot 32 bouwstenen voor
het proces, waarachter herkenbare
use cases schuilgaan.
Enkele jaren geleden merkte Bas Koomen,
Technical Director bij Cadmes, dat
de implementatie van PLM-systemen bij
grote bedrijven vaak doorschoot. Omdat
de software het kon, deden bedrijven
het maar. “Maar soms hadden ze een
proces al goed onder controle. Moet je
dat dan alsnog in een systeem vatten”,
vat Bas Koomen de vraag samen die hij
zichzelf stelde. Voor hem persoonlijk
is dit de aanleiding geweest om een
promotieonderzoek te starten aan de
Universiteit Twente, met als ambitie
een optimum vinden voor PLM in het
MKB. Later dit jaar hoopt hij hierop te
promoveren. Inmiddels is Cadmes begin
dit jaar gestart met de uitrol van een
product dat voortkomt uit het onderzoek:
PLM voor MKB. Tijdens Digital Innovation,
de nieuwe pijler onder Vision,
Robotics & Motion van Mikrocentrum,
presenteert Cadmes de nieuwe aanpak.
Cadmes maakt PLM behapbaar
voor het mkb met volledig
nieuwe implementatie aanpak
Niet software maar werkwijze
Het klinkt zo goed: informatie en
processen in elke fase van de levenscyclus
van een product documenteren in
één systeem. Dat maakt de informatie
toegankelijk, zorgt voor consistentie,
kwaliteitsverbetering en correcte
overdracht van informatie. PLM-imple-
38 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
mentatietrajecten bij grotere bedrijven
nemen al snel 12 tot 24 maanden in
beslag. “En dan nog haalt de helft niet
de oorspronkelijke doelstelling”, zegt
Bas Koomen op basis van onderzoekdata.
Laat staan dat je hiermee in het
midden- en kleinbedrijf aan de slag
gaat, dat meestal niet eens een eigen
IT-afdeling heeft. De oplossing ligt in
het ophakken van zo’n PLM-traject
in overzichtelijke mootjes. Want PLM
draait niet om de software; het is veel
meer een manier van denken en van
werken. De software is slechts een - belangrijk
- hulpmiddel. “Software komt
in de laatste fase om de hoek kijken”,
zegt Koomen. Daarbij maakt Cadmes
dankbaar gebruik van de mogelijkheden
die software as a service vandaag
de dag biedt.
Iedereen kan zelf schoenen, een
shirt en een hartslagmeter kopen,
maar als je geen ervaring met
hardlopen hebt, is 42 kilometer
een gevaarlijke onderneming
Andere rol consultants
De komst van de cloud software
heeft de rol van de PLM-consultants
drastisch veranderd. “Vroeger was de
deliverable de server met alle afgesproken
functionaliteiten. Nu is onze
deliverable de klant in staat te stellen
rendement uit de software te halen. De
software is het 3DEXPERIENCE platform
van Dassault Systèmes. Die is van dag
1 beschikbaar.” Bas Koomen maakt
een vergelijking met het lopen van een
marathon. Iedereen kan zelf schoenen,
een shirt en een hartslagmeter kopen,
maar als je geen ervaring met hardlopen
hebt is 42 kilometer een gevaarlijke
onderneming. Een personal coach
daarentegen maakt voor iedereen die
hij/zij begeleidt een persoonlijk plan
op basis van ervaring, beschikbare tijd
en doelstelling. Dit plan bestaat telkens
uit een unieke combinatie van gestandaardiseerde
oefeningen die bewezen
tot resultaat leiden. Precies dit laatste
doen de consultants van Cadmes die
PLM voor MKB implementeren. Ze leren
de klanten het beste uit PLM te halen
voor hun product en processen. Stapsgewijs.
Na een paar weken kunnen ze
al de eerste module gebruiken. “We
noemen het daarom enablement as a
service. We enablen de medewerkers
van de klanten om ermee aan de gang
te gaan”, vult Renso Kuster aan, Strategic
Business Development Manager bij
Cadmes.
32 bouwstenen
In plaats van PLM als één groot soft-
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 39
De vraag naar PLM oplossingen wordt
steeds actueler. Als je minder gecontroleerd
innoveert, kun je niet de
stappen maken waarvoor de
mogelijkheden in het mkb-bedrijf
wel aanwezig zijn
waresysteem te zien, heeft Cadmes dit
opgeknipt in 32 bouwstenen voor het
hele proces, de zogenaamde referentieprocessen.
Hieronder liggen use
cases, heldere beschrijvingen. Hiervan
zijn telkens meerdere varianten, zodat
de beschrijving kan worden gekozen
die het beste aansluit bij de manier van
werken in een bedrijf. Sluit er geen aan,
dan ontwikkelt Cadmes een nieuwe
use case. Renso Kuster: “We betrekken
hier vanaf het begin de deelnemers
bij, zodat zij direct begrijpen hoe het
gedaan wordt en wat de impact ervan
zal zijn.” Bij een implementatie maken
de consultants eerst samen met de
medewerkers een roadmap van welke
referentieprocessen men gaat aanpakken.
Ook staat hierin wanneer welke
stappen gezet worden. “Zaken die
we in enkele weken kunnen realiseren.”
Van elk referentieproces worden
ambitieniveaus vastgesteld: waar
staat het bedrijf nu, waar wil het over
een bepaalde tijd staan en wat is het
einddoel?
Implementatie van weken
Het voordeel van deze modulaire
aanpak is volgens Bas Koomen en
Renso Kuster dat je snel tot concrete
resultaten komt en vanaf dag 1 de
medewerkers erbij betrokken zijn. En
dankzij de use cases kan de aanpak
worden afgestemd op het karakter van
bedrijf, zonder dat er in de software
telkens maatwerk geleverd moet worden.
De klassieke aanpak van een PLM
implementatie wordt volledig losgelaten.
“In de oude opzet is er weinig
ruimte om bij te sturen; in de nieuwe
methode wordt de klant onderdeel van
het proces. Ze worden meegenomen
in het maken van de keuzes”, zegt Bas
Koomen. Hierdoor wordt veel nadrukkelijker
de vraag aan een team waarom
ze iets op een bepaalde manier willen
doen of willen vastleggen naar boven
gehaald. “De klassieke implementatie
is een expertmodel, de nieuwe methodiek
is een social learning model”, vat
Renso Kuster het verschil samen. “Wij
leren wat de klant wil en de klant leert
hoe je de software hiervoor het best
inzet.”
Praktische aanpak
De eerste implementaties bij
mkb-maakbedrijven wijzen uit dat deze
methodiek succesvol is. Binnen 5 tot
10 weken werken de eerste modules.
“Voor het mkb is dit een heel praktische
aanpak. Al gedurende die periode
kunnen ze de voordelen die het
systeem biedt er al uithalen en deze
daarna alleen maar uitbreiden.” En dan
doelt Kuster vooral op het versterken
van de concurrentiekracht, het maken
van kwaliteitsslagen en sneller innoveren
doordat informatie rond producten
en processen goed gedocumenteerd is.
“De vraag naar PLM oplossingen wordt
steeds actueler. Als je minder gecontroleerd
innoveert, kun je niet de stappen
maken waarvoor de mogelijkheden in
het mkb-bedrijf wel aanwezig zijn” zegt
Renso Kuster. “Ze zijn vooral druk met
het ad hoc beheren van processen die
Renso Kuster, Strategic Business Development
Manager bij Cadmes.
toch wel lopen.” PLM voor MKB breng
rust, zodat je sneller ontwerp iteraties
kunt maken in een gecontroleerde
systematiek. “PLM is perfect geschikt
voor het midden- en kleinbedrijf en
zorgt ervoor dat het gat met de grote
bedrijven niet groter wordt.”
40 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
Schunk wint Hermes Award
met AI gripper
Schunk heeft met de 2D Grasping Kit op de Hannover
Messe de Hermes Award gewonnen. Het
gaat om een robotgrijper die aangestuurd wordt
met AI.
De kit bestaat uit een camera met lens,
een industriële PC, AI software en een
toepassingsspecifieke grijper. Alle
componenten kunnen worden gecombineerd
met elke robot en elk besturingssysteem
van een hoger niveau.
Centraal staat de speciaal door Schunk
ontwikkelde AI-software in combinatie
met een intuïtieve gebruikersinterface.
Dit betekent dat gebruikers geen voorkennis
van programmeren of beeldverwerking
nodig hebben. Eenmaal
ingesteld leidt de AI-ondersteunde software
bedrijven stap voor stap door het
leerproces van grijpplanning. Zodra de
objecten gefotografeerd en benoemd
zijn, traint de AI zichzelf – volledig
offline. Met de 2D Grasping-Kit kunnen
terugkerende sorteer- of logistieke taken
betrouwbaar en met weinig moeite
worden geautomatiseerd.
Duurzaam verspanen: Haimer
maakt de rekensom
Energiebesparing wordt ook in de
verspaning belangrijk. Haimer heeft
onlangs berekend welk aandeel in
het energieverbruik toe te schrijven
is aan het krimpen van een gereedschap.
Hieruit blijkt dat een besparing
op de bewerkingstijd van één
procent dankzij de betere
rondloopnauwkeurigheid, al een
veelvoud energiebesparing oplevert
vergeleken met wat het krimpen
kost.
Het gemiddeld vermogen van de
nieuwe generatie Haimer Power
Clamp is 8 kW. Het opwarmen van de
krimphouder kost slechts 5 seconden.
Wie ervaring heeft, wisselt dan in één
handeling het versleten snijgereedschap
tegen een nieuw. Het volledige
krimpproces verbruikt dus ongeveer
0,011 kWh. Het koelen kost ook energie,
in het slechtste geval 0,026 kWh
voor het hele proces. Uitgaande van
een gemiddeld stroomverbruik van
een freesmachine van 30 kW, levert
een besparing op de cyclustijd van één
procent een energiebesparing op van
0,3 kWh. Haimer rekent hierbij met een
standtijd van een uur van de frees. De
energiebesparing dankzij de hogere
rondloopnauwkeurigheid die resulteert
in een kortere bewerkingstijd, levert
dus al 11 keer zoveel energiebesparing
op dan wat het kost om te krimpen.
Volgens Haimer is het energieverbruik
om te spannen verwaarloosbaar klein
ten opzichte van het totale proces.
Andreas Haimer, President van de
Haimer Group, met een nieuwe hybride
gereedschaphouder.
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 41
Per dag
125.000
artikelen
Smart Manufacturing
Gaat de verspaning de plaatwerkindustrie achterna, waar orderafhandeling
en werkvoorbereiding bij een aantal bedrijven vergaand
geautomatiseerd zijn? Carl Berlo, CEO en mede-eigenaar van
247TailorSteel, wilde de vraag tijdens het Subcontracting 4.0 debat
niet rechtstreeks beantwoorden. “Maar Protolabs in de VS is groot
geworden met hun platform.” Samen met de rest van zijn betoog
zegt dit eigenlijk genoeg.
247TailorSteel:
e-commerce
bedrijf met
plaatwerk
fabrieken
De industrie heeft last van de dip bij ASML
Kun je 247TailorSteel nog een plaatwerkbedrijf
noemen? De getallen die Carl
Berlo in het debat tijdens D2M opsomde,
zullen bij menigeen de wenkbrauwen
hebben doen fronsen. Meer dan 50.000
accounts telt het platform. Alleen al in
het eerste kwartaal werden er 2.500
nieuwe aan toegevoegd. Elke dag gaan
er bij 247TailorSteel zo’n 4.000 offertes
de deur uit. Tienduizenden orderbonnen
verwerkt het bedrijf. Zo’n 125.000 artikelen
per dag worden uitgeleverd. “Dat kan
Carl Berlo ging in het debat tijdens D2M ook in op de huidige markt voor de
maakindustrie in de Benelux. Volgens hem merken de bedrijven heel goed
dat ASML dit jaar pas op de plaats maakt, mede doordat ze minder aan China
mogen leveren. Dat levert dit jaar een dip in de bestellingen, die er voor 2025
en daarna weer heel goed uitzien dankzij de nieuwe machines die dan volop
uitgeleverd gaan worden. “Daar hebben duizend plus bedrijven last van”, vermoedt
hij. 247TailorSteel verwacht dit jaar desondanks te groeien doordat het
heeft uitgebreid naar onder andere België en veel kleine orders kan afhandelen.
Bedrijven die ingericht zijn op grote volumes zitten nu met tegenvallers, want de
agro-industrie is eveneens afwachten, net als de trailerbouw die last heeft van de
conjunctuur. “Het ziet er slecht uit voor onze industrie.”
niet zonder automatisering”, concludeert
Berlo.
40 software ontwikkelaars
Klantrelaties kun je in zijn ogen moeilijk
automatiseren. Maar met werkvoorbereiders
die calculaties maken en de
klant terug mailen, kun je deze aantallen
nooit halen. Met een geautomatiseerde
backend - de zelf ontwikkelde Sophia
software - kun je het verschil maken,
meent Carl Berlo. “We zijn een e-commerce
bedrijf met productiemiddelen,
maar ook met meer dan 40 software
ontwikkelaars en data scientists. Dat
is de backbone van ons metaalbedrijf.”
Deze groep van 40 software- en dataspecialisten
op in totaal 1.000 medewerkers
maken dus het verschil voor 247Tailor-
Steel. Met de meeste klanten onderhoudt
het bedrijf een digitale relatie,
net als e-commerce bedrijven. Voor de
grote klanten heeft het bedrijf zo’n dertig
buitendienstmedewerkers. Het bedrijf is
dankzij de automatisering echter vooral
in staat om de talloze kleinere orders
42 SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 CNC-verspanen | Additive Manufacturing
volledig geautomatiseerd te verwerken.
Geen last van gebrek vakmensen
De menselijke handelingen zitten vooral nog in logistieke
taken. Daarom heeft het bedrijf geen last van het tekort aan
vakmensen waar de maakindustrie mee kampt. “Bij ons hoef
je geen vakman te zijn. Hierdoor zijn onze kosten substantieel
lager”, zegt Berlo. De werkvoorbereiding laat men aan de
klant over, de software van 247TailorSteel doet de rest. De
data driven onderneming gaat ook als het om duurzaamheid
draait een voordeel halen uit de berg data die het kan analyseren,
verwacht Carl Berlo. Het kan goed voorspellen welke
materialen klanten vragen en in welke hoeveelheden. “Wij
kunnen extreem goed nesten, waardoor we een laag afvalpercentage
hebben en daardoor een kleinere CO2 footprint
dan een regulier plaatwerkbedrijf.”
Keuzes maken
Deze ver doorgevoerde digitalisering en automatisering
vergt dat je als maakbedrijf keuzes maakt. Menig maakbedrijf
wil alles kunnen. “Puik”, reageert Carl Berlo. “Maar je
kunt niet efficiency op alle onderdelen aanbieden op het
niveau dat de klant zoekt. Wil je cherry picken, dan ga je het
nooit redden omdat er altijd spelers gespecialiseerd zijn.
Maak daarom een keuze in wat je onderscheidt en waar
de klant bereid is voor te betalen.” Je moet in zo’n model
ook kijken waar de kosten in de keten zitten en samen met
je ketenpartners analyseren hoe je deze kunt verdelen. Bij
247TailorSteel gaat maandelijks voor zo’n €10 miljoen aan
materiaal de deur uit. Desondanks is de eigen voorraad net
genoeg om anderhalve dag te kunnen produceren. “Onze
leverancier is ons voorraadportaal. Daar moet je een goede
samenwerking mee opbouwen.”
40 software ontwikkelaars en
data scientists. Dat is de backbone
van ons metaalbedrijf
Niet de prijs is bepalend
Draait het in deze e-commerce achtige bedrijfsmodellen
enkel om de prijs? Nee, denkt de CEO van 247TailorSteel. Het
is de mix van prijs, transparantie, snelle levering en vooral
leverbetrouwbaarheid. “Onze e-commerce klanten kiezen
vooral voor bestelgemak; ze kijken niet naar de prijs. Wel de
inkoper die voor een miljoen plaatwerk inkoopt, voor hem
zijn prijs en leverbetrouwbaarheid belangrijk.” Dat laatste
betekent dat je ook in je eigen keten goede afspraken moet
maken. Ondanks de kleine voorraad zegt Carl Berlo nooit
zonder materiaal te hebben gezeten. “Opnieuw, dit is een
kwestie van kiezen met welke groothandel je wilt samenwerken
en met welke niet.”
Kan dit in de verspaning?
Blijft over de vraag: kan zo’n model in de verspaning werken,
zoals momenteel Rodin Machining tracht in de markt te
zetten? Carl Berlo reageert door op te merken overvraagd te
zijn, om dan te wijzen op het Amerikaanse ProtoLabs in de
VS. Dat is groot geworden met het online platform. “Ik denk
dat je alles kunt automatiseren.”
3D Printen | Smart Industry SOLUTIONS MAGAZINE zomer 2024 43