22.04.2024 Views

Wetenschap@OLVG Verpleegkunde mei 2024

  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

wetenschapsblad OLVG jaargang 12 | no. 15 | <strong>mei</strong> <strong>2024</strong><br />

WETENSCHAP<br />

@OLVG <strong>Verpleegkunde</strong><br />

Geschiedenis van<br />

verpleegkundige<br />

zeggenschap<br />

Het effect van het besturingsmodel op de<br />

zeggenschap van verpleegkundigen<br />

Critically<br />

Appraised Topic<br />

Words have power:<br />

positief taalgebruik op<br />

de verpleegafdeling<br />

Een CineCare<br />

Beraad<br />

Met elkaar in gesprek<br />

aan de hand van film<br />

Amsterdamse<br />

mentaliteit en<br />

ambitie<br />

Interview met Pien Beltman,<br />

Raad van Bestuur


In deze editie<br />

4<br />

Geschiedenis<br />

van verpleegkundige<br />

zeggenschap<br />

Sanne Hesp-Schutte heeft in 2023 haar thesis geschreven<br />

over het effect van het besturingsmodel op<br />

de zeggenschap van verpleegkundigen. We duiken<br />

met haar in de geschiedenis en de toekomst.<br />

Amsterdamse<br />

mentaliteit,<br />

complexe<br />

vraagstukken en<br />

ambitie<br />

6<br />

Pien Beltman is in augustus 2023 begonnen als lid<br />

van de raad van bestuur. Wij vroegen haar hoe ze de<br />

eerste periode in OLVG heeft beleefd, wat haar visie op<br />

verpleegkundig onderzoek & zeggenschap is, en wat<br />

haar ambities zijn.<br />

Beoordeel ons blad<br />

Help ons <strong>Wetenschap@OLVG</strong> <strong>Verpleegkunde</strong> te<br />

verbeteren, door ons lezersonderzoek in te vullen.<br />

Dit doe je door de QR code te scannen.<br />

Daarmee maak je kans op een VVV bon van €20.<br />

Alvast bedankt!<br />

Een CineCare<br />

Beraad<br />

28<br />

Een film kijken om je werk te verbeteren? Bij een CineCare<br />

Beraad kan het! Zorgprofessionals gaan aan de hand van<br />

een film met elkaar in gesprek. Het doel? Inzicht krijgen in de<br />

eigen professionele moraal en ethisch handelen.<br />

WETENSCHAP@OLVG • 2


Redactioneel<br />

Zeggenschap, protest<br />

en inspireren<br />

Verpleegkundig<br />

Onderzoek:<br />

Een middag vol<br />

inspiratie en<br />

interactie<br />

22<br />

Op woensdag 15 november 2023 vond het mini-symposium<br />

Verpleegkundig Onderzoek plaats. Dit jaar<br />

was het thema: Patiënt en familie als partners. Sietske<br />

Bos van de Patiëntenraad OLVG sprak dit evenement<br />

als dagvoorzitter kundig aan elkaar.<br />

En verder<br />

8 Critically Appraised Topic: Babymassage als<br />

aanvulling op fototherapie bij hyperbilirubinemie<br />

10 Telefonische follow-up van oudere patiënten door<br />

verpleegkundig specialisten spoedeisende hulp:<br />

een haalbare interventie<br />

11 Kwartet onderzoekers<br />

16 Critically Appraised Topic: Words have power: Positief<br />

taalgebruik op de verpleegafdeling<br />

18 Epidemiologica: Mixed methods<br />

20 Critically Appraised Topic: Intermitterend<br />

katheteriseren versus een verblijfskatheter bij<br />

postpartum urine residu<br />

23 Genomineerden verpleegkundige afstudeerprijzen<br />

2023<br />

26 Critically Appraised Topic: Prehydratie, nuttig of<br />

nutteloos?<br />

30 Ouders als zorgpartner, nieuwe rollen voor de<br />

zorgprofessional<br />

31 In het kort<br />

Op 5 maart <strong>2024</strong> lees ik een nieuwsbericht van de<br />

V&VN, ‘Meer dan helft zorgprofessionals wil meer<br />

zeggenschap’. Een bericht over de resultaten van een<br />

nulmeting van Monitor Zeggenschap waarvoor binnen<br />

OLVG onder alle verpleegkundigen een oproep<br />

is gedaan. Ik besef me dat zeggenschap in de zorg<br />

al een item was in mijn leerlingentijd in de jaren 80,<br />

waar ik toen meedeed aan het protest genoemd: De<br />

witte woede. In de editie van <strong>Wetenschap@OLVG</strong> 2021<br />

vertelde Bianca Buurman hierover en adviseerde:<br />

‘Niets over ons, zonder ons!’. Dit nadat in de COVID-19<br />

crisis verpleegkundige zeggenschap pijnlijk onzichtbaar<br />

bleef.<br />

Inmiddels hebben we in OLVG een leergang verpleegkundige<br />

zeggenschap en een verpleegkundige staf<br />

waar alle verpleegkundigen in OLVG automatisch lid<br />

van zijn, met een verpleegkundig stafbestuur. Sinds 1<br />

juli 2023 is de Wet Zeggenschap in de zorg van kracht<br />

gegaan. Hele mooie ontwikkelingen, die we moeten<br />

blijven monitoren door middel van onderzoek. Hoe<br />

staan we er nu eigenlijk voor in OLVG met de beleving<br />

van verpleegkundigen ten aanzien van zeggenschap?<br />

Wat heeft dat te maken met het gekozen<br />

besturingsmodel en wat kunnen we leren van de geschiedenis<br />

over ontwikkelingen hierin? Hierover interviewden<br />

we onderzoeker Sanne Hesp-Schutte voor<br />

een verhelderend historisch essay. In het licht van<br />

deze onderwerpen interviewden we onze nieuwe lid<br />

van de Raad van Bestuur, Pien Beltman. Zij deelt haar<br />

visie op het belang van zeggenschap, verpleegkundig<br />

onderzoek en duo-functies met ons.<br />

Kijkend naar mijn tijd bij OLVG, kan ik beamen dat ik<br />

als onderzoeker zeggenschap heb ervaren over de<br />

inhoud en uitvoering van ons vak door het kunnen<br />

publiceren van onderzoeksresultaten en het participeren<br />

in deze redactie vanaf het begin. In deze editie<br />

vind je nog meer inspirerende voorbeelden van collega’s<br />

die zeggenschap pakken door onderzoeksbevindingen<br />

met ons te delen. Door het schrijven van<br />

een CAT, het publiceren van onderzoeksresultaten<br />

en last but not least: hun onderzoek in te dienen voor<br />

wetenschapsprijzen en te presenteren op symposia.<br />

Trots op deze collega’s! Laat je inspireren en wie weet<br />

sta jij in de volgende editie.<br />

Mireille Stelwagen,<br />

hoofdredacteur<br />

<strong>Wetenschap@OLVG</strong><br />

<strong>Verpleegkunde</strong><br />

WETENSCHAP@OLVG • 3


Historie<br />

Geschiedenis van<br />

verpleegkundige<br />

zeggenschap<br />

Sanne Hesp-Schutte schreef in 2023 haar thesis<br />

over het effect van het besturingsmodel op de<br />

zeggenschap van verpleegkundigen. We duiken met<br />

haar in de geschiedenis en de toekomst.<br />

Sanne Hesp-Schutte, gespecialiseerd verpleegkundige en operationeel manager Interne<br />

geneeskunde, Hematologie, Oncologie, OLVG<br />

Hugo Schalkwijk, Conservator Historisch college Florence Nightingale Instituut, adviseur<br />

V&VN, Onderzoeker Fontys Hogeschool en promovendus Universiteit van Amsterdam<br />

Simone Priester-Vink, Eindredacteur <strong>Wetenschap@OLVG</strong> <strong>Verpleegkunde</strong><br />

Zusters onder de bogen<br />

Het beeld van de verpleegkunde is verbonden<br />

met het idee van de roeping.<br />

Dat komt onder andere door de historische<br />

roots van het beroep. De katholieke<br />

‘Zusters onder de bogen’ stonden<br />

bijvoorbeeld aan de basis van verschillende<br />

ziekenhuizen die we vandaag de<br />

dag kennen, zoals ons eigen OLVG. De<br />

nonnen die in deze ziekenhuizen werkten,<br />

deden dat vanuit de roeping van<br />

hun geloof, dus vaak onbetaald. Ook in<br />

de seculiere (afstappen van religie, red.)<br />

verpleging, dat aan het einde van de<br />

19e eeuw opkwam, waren de salarissen<br />

laag. Dat had veel te maken met het<br />

feit dat de verpleging toen ook al voor<br />

een groot deel uit vrouwen bestond, en<br />

vrouwen hadden toen een andere positie<br />

op de arbeidsmarkt dan nu. Sanne:<br />

‘Het is goed om bij onze verpleegkundige<br />

geschiedenis stil te staan, zo is het<br />

belangrijk om vast te stellen dat vrouwen<br />

vroeger meestal stopten met werken<br />

als ze trouwden. Dat gebeurde tot<br />

diep in de jaren ’70’. Het leeuwendeel<br />

van het werk aan het bed werd gedaan<br />

door (leerling-)verpleegkundigen die<br />

maar enkele jaren in dienst waren. In<br />

de afgelopen decennia zien we dat het<br />

gangbaar is geworden dat vrouwen hun<br />

hele carrière, tot aan hun pensioen, als<br />

verpleegkundige blijven werken. Dit<br />

heeft de ontwikkeling van een professionele<br />

identiteit beïnvloed en ook de<br />

kansen voor vrouwen om bijvoorbeeld<br />

in bestuursfuncties terecht te komen.<br />

Een meer bedrijfsmatige<br />

aanpak<br />

Na de jaren ’50 is er een kentering gekomen.<br />

Ziekenhuizen werden steeds<br />

groter en complexer, veel verpleegkundig<br />

directrices waren daar niet<br />

tegen opgewassen. Men vond dat een<br />

ziekenhuis vanuit een bedrijfskundige<br />

blik bestuurd moest worden. De<br />

verpleegkundige viel in de meeste<br />

ziekenhuizen in de jaren ’70 en ’80<br />

weg uit het bestuur en de arts en econoom<br />

bleven over. Zij beslisten over<br />

verpleegkundigen, terwijl deze laatste<br />

groep verreweg het grootst is binnen<br />

het ziekenhuis. Sanne: ‘In mijn thesis<br />

heb ik gekeken naar de besturingsmodellen<br />

van ziekenhuizen in de periode<br />

tussen 1995 en nu. Daaruit concludeer<br />

ik dat door deze ontwikkeling in Nederland<br />

de zeggenschap van artsen in<br />

de afgelopen decennia is toegenomen,<br />

in tegenstelling tot de zeggenschap<br />

van verpleegkundigen.’<br />

Thesis<br />

‘De 2 grote thema’s van mijn thesis<br />

waren zeggenschap en besturingsmodellen,<br />

voornamelijk gericht op OLVG.<br />

Ik heb in het besturingsmodel gekeken<br />

hoe de ontwikkeling was de afgelopen<br />

jaren. En wat dat zegt over de organisatiestructuur<br />

en cultuur. Voor zeggenschap<br />

heb ik eerst een lange tijd<br />

gezocht naar een goede vertaling naar<br />

het Engels. Dat werd uiteindelijk: nurse<br />

decisional involvement, verpleegkundige<br />

besluitvormingsbetrokkenheid, misschien<br />

niet zo pakkend, maar ik denk<br />

wel het meest passend.<br />

Mijn thesis bestaat uit een stuk theorie<br />

en uit praktijkonderzoek. Ik heb<br />

het werkbelevingsonderzoek gebruikt<br />

en heb zelf onderzoek gedaan door<br />

een vragenlijst uit te zetten. Om de<br />

besluitvormingsbetrokkenheid van verpleegkundigen<br />

te meten heb ik een vragenlijst<br />

gestuurd naar alle verpleegkundigen<br />

en verpleegkundig specialisten<br />

in OLVG. Ik heb er bewust voor gekozen<br />

om deze vragenlijst daarnaast ook uit<br />

te zetten onder alle leidinggevenden<br />

van OLVG (teamleiders, OM-ers, BM-ers<br />

en de raad van bestuur). Ik heb in kaart<br />

gebracht of verpleegkundigen nu betrokken<br />

zijn bij de besluitvorming met<br />

betrekking tot verschillende onderwerpen,<br />

en of ze dat zouden willen in een<br />

gewenste situatie.<br />

Ik zie in mijn onderzoek herkenbare<br />

belemmeringen of bevorderingen terugkomen.<br />

De bekende zijn tijd, ruimte<br />

en randvoorwaarden. Maar ook het positioneren<br />

van verpleegkundigen en de<br />

mogelijkheden die je daarin hebt. Een<br />

bevorderende factor bestaat uit verpleegkundige<br />

rolmodellen. Met andere<br />

woorden: voelen verpleegkundigen zich<br />

vertegenwoordigd in de lagen boven<br />

WETENSCHAP@OLVG • 4


Sanne Hesp-Schutte<br />

hen? Zien zij daarin mensen waardoor<br />

ze denken die functies later ook te kunnen<br />

uitoefenen?’<br />

Aanbevelingen voor gedeelde<br />

besluitvorming<br />

‘Een belangrijke uitkomst in mijn onderzoek<br />

is dat er een grote wens is naar<br />

gedeelde besluitvorming. Om dit veel<br />

meer met elkaar en gelijkwaardig in te<br />

richten. Verpleegkundigen willen beter<br />

betrokken worden en meer ervaren dat<br />

er gedeelde besluitvorming is. Daar<br />

kunnen we nog verdere stappen in maken<br />

in OLVG.<br />

In mijn aanbevelingen, geef ik hier een<br />

aantal tips over. Onder andere om na<br />

te denken over een besturingsmodel<br />

dat als basis heeft: gedeelde besluitvorming<br />

en besluitvorming vanuit gelijkwaardigheid.<br />

Een andere belangrijke<br />

ontwikkeling die kan bijdragen aan de<br />

zeggenschap van verpleegkundigen is<br />

het positioneren van verpleegkundigen<br />

op alle niveaus. Dit zorgt dan automatisch<br />

voor meer zichtbare verpleegkundige<br />

rolmodellen wat een extra bevorderend<br />

effect heeft op de zeggenschap.<br />

Het is wel goed om vast te stellen dat<br />

deze veranderingen niet alleen zitten<br />

in het besturingsmodel, maar ook in de<br />

leiderschapsstijl en de organisatiecultuur<br />

van OLVG.’<br />

Toekomst<br />

‘Ik denk dat we in OLVG trots mogen<br />

zijn op onze verpleegkundige zeggenschapsgeschiedenis,<br />

met een start van<br />

het Verpleegkundig Staf Convent bijna<br />

20 jaar geleden en sinds drie jaar een<br />

verpleegkundig stafbestuur (VSB). Het<br />

is belangrijk dat niet alleen het VSB,<br />

maar alle verpleegkundigen laten zien<br />

wat onze toegevoegde waarde is, in<br />

de zorg, op de afdeling en binnen de<br />

gehele organisatie. Uit mijn onderzoek<br />

bleek dat verpleegkundigen het<br />

gevoel hebben al heel veel initiatief te<br />

nemen. Maar je moet er ook de juiste<br />

woorden voor gebruiken, je moet op<br />

het goede moment aan de juiste tafels<br />

zitten. Vanuit het VSB hebben we vorig<br />

jaar een leergang georganiseerd voor<br />

verpleegkundigen over zeggenschap.<br />

Gezamenlijk hebben we nagedacht<br />

over hoe je als verpleegkundige zeggenschap<br />

kunt pakken op individueel<br />

niveau, op teamniveau en op organisatieniveau.<br />

En vooral ook wie je daarvoor<br />

kunt inschakelen en waar je de<br />

juiste informatie vindt.<br />

Het VSB heeft een belangrijke vervolgstap<br />

gezet met de oprichting van de<br />

verpleegkundige staf dit jaar. Ik hoop<br />

dat daar veel verpleegkundigen actief<br />

aan gaan bijdragen!’<br />

Referenties<br />

Bakker-Van der Kooij, C. De maatschappelijke positie<br />

van verpleegsters in de periode 1880-1940.<br />

Tijdschrift Voor Geschiedenis. 1983;96(3):454-75.<br />

van Bokhorst, P. Van Zusters Onder de Bogen naar<br />

Verpleegkundig directeuren. Erasmus Universiteit<br />

Rotterdam. 2022.<br />

Hesp-Schutte, S. Verpleegkundigen aan Board.<br />

TIAS School for Business and Society. 2023.<br />

Ruitenbeek, S. Van ziekenzorg naar diagnose en<br />

behandeling: een geschiedenis van OLVG Oost<br />

en West in Amsterdam. Nijmegen: Valkhof Pers,<br />

2018.<br />

WETENSCHAP@OLVG • 5


Interview<br />

Amsterdamse mentaliteit,<br />

complexe vraagstukken en<br />

ambitie<br />

Pien Beltman is in augustus 2023 begonnen als lid<br />

van de raad van bestuur. Wij vroegen haar hoe ze de<br />

eerste periode in OLVG heeft beleefd, wat haar visie<br />

op verpleegkundig onderzoek & zeggenschap is, en<br />

wat haar ambities zijn.<br />

Simone Priester-Vink<br />

Hoe zijn de eerste maanden<br />

geweest hier?<br />

‘Heel goed! De Amsterdamse mentaliteit<br />

spreekt me erg aan. Ik vind de mensen<br />

die hier werken warm en energiek.<br />

Dat past heel erg bij mij. Die energie<br />

om aan te pakken, in alle openheid<br />

delen wat je op je hart hebt. Ik vind de<br />

dossiers die ik onder mijn hoede heb<br />

mooi en complex. Bijvoorbeeld het arbeidsmarktvraagstuk.<br />

Dat is bestuurlijk<br />

best ingewikkeld, maar daar kom ik<br />

graag voor. Een gespreid bedje is niks<br />

voor mij.’<br />

Je bent opgeleid als jurist, hoe<br />

ben je hier gekomen?<br />

‘Tijdens mijn studie heb ik een keuzevak<br />

gezondheidsrecht gedaan. Daar werd<br />

ik heel enthousiast van. Toen ik naar de<br />

Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen<br />

ging was ik jurist, maar kwam ik<br />

in aanraking met de mogelijkheid om<br />

extra taken erbij te doen. Gaandeweg<br />

merkte ik dat die breedte in het vak<br />

interessanter vind dan de diepte op één<br />

onderwerp. Dan ga je steeds iets verder<br />

van het juridische af. Toen ik naar<br />

het NKI-AvL ging en ging leidinggeven<br />

bleek ik dat een leuke component in<br />

mijn werk te vinden.<br />

Mijn hart gaat nog steeds wel sneller<br />

kloppen als er iets juridisch is, maar ik<br />

doe er eigenlijk niks meer mee. Wat de<br />

rechtenstudie me heeft gebracht, is<br />

het goed kunnen analyseren van een<br />

vraagstuk. Ik heb mezelf aangeleerd<br />

dat ik niet meteen conclusies trek. Ik<br />

doe eerst goed onderzoek om scherp te<br />

krijgen wat er nodig is om het probleem<br />

te tackelen. Met rust en een helikopterview<br />

kijken naar de hele situatie.<br />

Ik ben zelf geen verpleegkundige geweest<br />

en geen arts, maar ik snap door<br />

: Verpleegkundig<br />

onderzoek is een<br />

belangrijke sleutel voor<br />

de vraagstukken in de<br />

gezondheidszorg<br />

mijn ervaring in verschillende ziekenhuizen<br />

wel wat voor een vraagstukken<br />

zij op hun bord hebben.‘<br />

Wat is je visie op<br />

(verpleegkundig)<br />

wetenschappelijk onderzoek?<br />

‘Het belang van wetenschappelijk onderzoek<br />

is het verbeteren van de zorg.<br />

Onderzoek naar de toepassing van<br />

de zorg is heel relevant. Welke keuzes<br />

kunnen we maken om de behandeling<br />

beter of minder belastend voor patiënt<br />

en maatschappij te maken, duurzamer,<br />

met meer kwaliteit van leven. Wat ik<br />

mooi vind aan OLVG is dat wij in staat<br />

zijn om een grote patiëntenpopulatie<br />

te bereiken en toegepast wetenschappelijk<br />

onderzoek kunnen uitvoeren bij<br />

deze populatie.<br />

Als het gaat om verpleegkundig onderzoek,<br />

vind ik het mooi dat juist verpleegkundigen<br />

dicht bij de zorg voor de<br />

patiënt staan. Zij hebben een scherpe<br />

kijk op het effect van onderzoek op het<br />

welzijn van de patiënt. Ook zijn zij een<br />

belangrijke sleutel bij het bekijken of we<br />

in het licht van het arbeidsmarkttekort<br />

anders kunnen werken om toch zoveel<br />

mensen te kunnen behandelen en verzorgen.<br />

Ik zou heel graag willen aanjagen dat<br />

verpleegkundigen onderzoek doen. Dit<br />

omdat ik denk dat daar een belangrijke<br />

sleutel zit voor de vraagstukken die<br />

we hebben in de gezondheidszorg. De<br />

ontwikkeling van duo-functies voor verpleegkundig<br />

onderzoekers vind ik mooi.<br />

Ik denk dat het verpleegkundig vak ook<br />

aantrekkelijker gemaakt kan worden<br />

door dit soort duo-functies.’<br />

Wat is jouw visie op<br />

verpleegkundige zeggenschap?<br />

‘Voor mij zijn de verpleegkundigen een<br />

belangrijke schakel. Ik denk dat OLVG<br />

daarin hele mooie stappen heeft gemaakt<br />

en dat het VSB goed op de kaart<br />

staat. Dit kwam heel duidelijk naar<br />

voren in de STZ-visitatie in december<br />

2023. Dat is echt iets om trots op te zijn.<br />

Ik vind het belangrijk dat mensen zich<br />

gehoord voelen.<br />

Ik denk dat we dit de komende periode<br />

nog verder kunnen inbedden en dat we<br />

daar nog wel wat in te doen hebben.<br />

Verpleegkundigen mogen meer vertrouwen<br />

op hun deskundigheid en hun<br />

positie. Ik voel ook het belang om daar<br />

WETENSCHAP@OLVG • 6


zelf een rol in te spelen. Als verpleegkundigen<br />

kansen zien, is het mooi als<br />

die worden gegrepen.’<br />

Wat zijn je ambities binnen<br />

OLVG aankomende tijd?<br />

‘De arbeidsmarktproblematiek houdt<br />

ons als raad van bestuur natuurlijk<br />

bezig. We willen gaan 'nieuwbouwen'<br />

om inefficiëntie die we soms hebben<br />

door de twee locaties eruit te krijgen.<br />

Het arbeidsmarktprobleem en de inefficiëntie<br />

van twee locaties hebben<br />

ook invloed op elkaar. Die nieuwbouw<br />

gaat ons helpen, maar dat betekent<br />

ook dat we nu moeten zorgen dat we<br />

financieel gezond blijven.<br />

We hebben mooie plannen die we<br />

natuurlijk ook moeten realiseren. Het<br />

bewaken van die zogenaamde executie<br />

(uitvoering, red.) hoort bij de rol<br />

van de COO (chief operating officer).<br />

We moeten de aankomende tijd met<br />

elkaar uitvoering geven aan slimmer<br />

werken, anders werken, mensen<br />

behouden, loopbaanpaden maken<br />

waardoor het aantrekkelijk is om te<br />

blijven werken bij ons. OLVG heeft een<br />

waanzinnige positie in de regio en die<br />

moeten we behouden. Kunnen we het<br />

bijvoorbeeld makkelijker maken om<br />

: Spreek uit wat je<br />

wilt. Wacht niet af of<br />

iemand jou wat biedt,<br />

maar laat weten wat<br />

voor jou belangrijk is<br />

twee banen te hebben, omdat je een<br />

andere organisatie ook interessant<br />

vindt? Liever dat mensen in de zorg<br />

blijven werken dan dat ze helemaal bij<br />

ons weggaan.’<br />

Waar word je blij van binnen je<br />

werk?<br />

‘Van mensen! Ik zou niet iets kunnen<br />

doen waar ik geen contact heb met<br />

mensen. Ik vind het ontzettend leuk<br />

om met mensen te spreken, juist als<br />

iemand heel anders is dan ik.<br />

Een complex dossier ontrafelen en begrijpelijk<br />

maken. Moeilijke vraagstukken<br />

waar ik op moet puzzelen, vind ik<br />

een uitdaging. Ik vind het leuk om een<br />

strategie te bedenken. En daar zit voor<br />

mij ook altijd wel de vraag, hoe doe je<br />

het voor mensen goed? Hoe houd je oog<br />

voor mensen, hoe neem je ze mee, hoe<br />

creëer je draagvlak voor besluiten?’<br />

Wat zou je een ambitieuze<br />

OLVG-medewerker willen<br />

meegeven?<br />

‘Spreek uit wat je wilt. Wacht niet af<br />

of iemand jou wat biedt, maar laat<br />

weten wat voor jou belangrijk is. In<br />

dit huis, als je ambitie hebt, mag je<br />

dat zeggen. Zie kansen voor jezelf<br />

en steek je vinger op. En geef ook<br />

aan dat je ergens bij wilt zijn, iets<br />

wilt verbeteren of ergens iets mee<br />

wilt. Stippel het pad uit. Laat geen<br />

kansen aan je voorbijgaan, omdat<br />

je iets heel erg ver in de toekomst<br />

plant. Denk in het hier en nu met je<br />

ambitie, wacht niet.’<br />

WETENSCHAP@OLVG • 7


Critically appraised topic<br />

Babymassage als<br />

aanvulling op fototherapie<br />

bij hyperbilirubinemie<br />

Zorgt babymassage bij een pasgeborene (vanaf 35 weken)<br />

met hyperbilirubinemie op de kraamafdeling voor verkorting<br />

van fototherapie?<br />

Michelle van der Woude, Obstetrie verpleegkundige,<br />

Jan Tooroppaviljoen<br />

Achtergrond<br />

Hyperbilirubinemie komt vaak voor bij<br />

pasgeborenen tijdens de eerste week<br />

van de geboorte vanwege de snelle afbraak<br />

van rode bloedcellen, langzame<br />

darmbewegingen en een nog onrijpe<br />

lever. De huidige behandeling van hyperbilirubinemie<br />

bij pasgeborenen is<br />

het gebruik van fototherapie 1 door middel<br />

van een biliblanket (een lichtmatje<br />

waar de pasgeborene op kan liggen).<br />

Verpleegkundigen op de kraamafdeling<br />

vermoedden dat babymassage de<br />

fototherapie zou kunnen voorkomen of<br />

verkorten.<br />

Klinische vraag<br />

Kan babymassage bij de pasgeborene<br />

(vanaf 35 weken) op de kraamafdeling<br />

ervoor zorgen dat fototherapie bij hyperbilirubinemie<br />

minder lang nodig is?<br />

P<br />

I<br />

C<br />

O<br />

Pasgeborenen (vanaf 35 weken)<br />

met hyperbilirubinemie<br />

Babymassage en fototherapie<br />

Alleen fototherapie<br />

Bilirubinegehalte, duur<br />

fototherapie, opnameduur<br />

(P=patiënt, I=interventie, C= vergelijking,<br />

O=uitkomst)<br />

Zoekstrategie en uitkomst<br />

Met hulp van een informatiespecialist is<br />

in april 2023 gezocht in PubMed en CI-<br />

NAHL met de volgende zoektermen:<br />

(((“Massage”[Mesh:NoExp] OR<br />

massag*[Title/Abstract]) AND<br />

(“Phototherapy”[Mesh:NoExp]<br />

OR phototherap*[Title/Abstract]<br />

OR photo-therap*[tiab] OR lighttherap*[tiab])))<br />

AND (“Jaundice,<br />

Neonatal”[Mesh:NoExp] OR neonataljaundice*[Title/Abstract]<br />

AND “Hyperbilirubinemia,<br />

Neonatal”[Mesh] OR<br />

hyperbilirubin*[Title/Abstract])<br />

De zoekactie in PubMed leverde elf<br />

resultaten op. De zoekactie in CINAHL<br />

leverde negen resultaten op. Na ontdubbelen,<br />

selectie op publicatiedatum<br />

(


de interactie en hechting tussen ouder<br />

en baby. Ook kan het de baby meer<br />

comfort geven, kan het leiden tot beter<br />

drinken, heeft het een voordelig effect<br />

op de groei en op de slaapduur, en<br />

krijgt de baby vaker ontlasting 3,4 . Het<br />

is een handeling waar nog niemand op<br />

de kraamafdeling bekwaam in is, maar<br />

wat wel goed te leren is. Dit kost tijd,<br />

maar het zou minder tijd kosten als bijvoorbeeld<br />

de massage aan de ouders<br />

wordt geleerd. Zij kunnen twee tot drie<br />

keer per dag zelf de massage geven,<br />

wat meteen de hierboven beschreven<br />

bijkomende voordelen geeft. Babymassage<br />

past goed bij de Family Integrated<br />

Care-visie die OLVG heeft, waarbij<br />

ouders actief betrokken worden bij de<br />

zorg voor de pasgeborene. Daarnaast<br />

heft babymassage het nadeel op van<br />

fototherapie, namelijk dat er minder<br />

interactie tussen de pasgeborene en<br />

ouders is, omdat het zo lang mogelijk<br />

fototherapie moet ontvangen.<br />

Conclusie<br />

Babymassage zorgt voor een snellere<br />

daling van het bilirubine gehalte bij<br />

pasgeborenen met hyperbilirubinemie,<br />

waardoor de pasgeborene minder lang<br />

fototherapie nodig heeft. Dit kan betekenen<br />

dat de pasgeborene sneller met<br />

ontslag mag.<br />

Niveau van aanbeveling: 2<br />

de interventie kan zijn bij fototherapie.<br />

Alle studies die gevonden zijn over babymassage<br />

én fototherapie komen uit<br />

Azië. Dit zou een beperking kunnen zijn.<br />

Babymassage is een traditionele handeling<br />

die vaker voorkomt in Azië dan in<br />

Europa 3 . Hierdoor heeft babymassage<br />

meer bekendheid in Azië en is daar ook<br />

meer onderzoek naar gedaan.<br />

Commentaar en klinische<br />

relevantie<br />

De aanbeveling is om babymassage<br />

toe te passen bij pasgeborenen. Massage<br />

is een veilige en effectieve handeling<br />

bij de pasgeborene. Het verhoogt<br />

Referenties<br />

OLVG. Fototherapie bij hyperbilirubinemie. Beschikbaar<br />

via https://www.olvg.nl/medischeinformatie/fototherapie-bij-hyperbilirubinemie/<br />

[Geraadpleegd op 13 juni 2023].<br />

Abdellatif M e.a. Massage therapy for the treatment<br />

of neonatal jaundice: A systematic review<br />

and network meta-analysis. Journal of Neonatal<br />

Nursing, 2019<br />

Amin T e.a. Effect of infant massage in reduction of<br />

neonatal jaundice. Mymensingh Med J, 2020<br />

Kenari RL e.a. Comparing the effect of kangaroo<br />

mother care and field massage on serum bilirubin<br />

level of term neonates with hyperbilirubinemia<br />

under phototherapy in the neonatal ward.<br />

Caspian J Intern Med, 2020<br />

Korkmaz G e.a. Effects of massage therapy on<br />

indirect hyperbilirubinemia in newborns who<br />

receive phototherapy. J Obstet Gynecol Neonatal<br />

Nurs, 2020<br />

WETENSCHAP@OLVG • 9


Abstract<br />

Telefonische follow-up van<br />

oudere patiënten door<br />

verpleegkundig specialisten<br />

spoedeisende hulp:<br />

een haalbare interventie<br />

J.W. Schuitenmaker, T.E. Argillander, M.E. Bakker, M.H. Sandel, M.M.S. Zwartsenburg<br />

Achtergrond<br />

Oudere patiënten die na een behandeling<br />

van een verwonding van de spoedeisende<br />

hulp (SEH) worden ontslagen,<br />

hebben een hoger risico op complicaties.<br />

Zij hebben vaker zintuiglijke<br />

beperkingen en cognitieve problemen,<br />

wat het begrip van ontslaginstructies<br />

moeilijker kan maken. Bovendien hebben<br />

ouderen vaak beperkte vaardigheden<br />

met alternatieve informatiebronnen,<br />

zoals telefoonapplicaties, wat hen<br />

een groter risico op onderbehandeling<br />

kan opleveren. Het implementeren van<br />

telefonische follow-up na ontslag biedt<br />

een mogelijke oplossing om de overdracht<br />

van informatie te verbeteren en<br />

problemen gerelateerd aan het letsel<br />

aan te pakken. Het doel van dit onderzoek<br />

is om te bepalen of telefonische<br />

follow-up een haalbare interventie is,<br />

om de problemen en vragen die oudere<br />

patiënten hebben met betrekking tot<br />

het letsel of de behandeling ervan te<br />

identificeren, en om de tevredenheid<br />

van de patiënt over de interventie te<br />

evalueren.<br />

Methode<br />

Een verkennende cohortstudie werd<br />

uitgevoerd op de SEH van OLVG, locatie<br />

Oost tussen 2019-2020. Patiënten van<br />

≥70 jaar werden geïncludeerd als ze<br />

zich presenteerden met traumatisch<br />

letsel en na een behandeling op de<br />

SEH weer naar huis werden ontslagen.<br />

Telefonische follow-up werd binnen 48<br />

uur na ontslag uitgevoerd door een<br />

verpleegkundig specialist van de SEH<br />

om eventuele problemen of vragen met<br />

betrekking tot het letsel te identificeren.<br />

De haalbaarheid hiervan werd beoordeeld<br />

door te bepalen of de interventie<br />

binnen de toegewezen tijd kon worden<br />

uitgevoerd tijdens reguliere werktijden<br />

(1 uur per dag). Het type en aantal aanvullende<br />

adviezen dat werd gegeven,<br />

evenals de mate van tevredenheid van<br />

de patiënt over de interventie, werden<br />

gedocumenteerd.<br />

Resultaten<br />

635 patiënten kwamen in aanmerking<br />

voor inclusie waarvan 366 patiënten<br />

op de SEH zijn benaderd voor inclusie.<br />

Hiervan ondergingen 266 patiënten de<br />

interventie volledig (mediaan leeftijd 77<br />

jaar; 32% man). Verpleegkundig specialisten<br />

konden de interventie in de toegewezen<br />

tijd uitvoeren in meer dan 90%<br />

van de gevallen. In totaal ontving 64%<br />

van de patiënten aanvullend advies<br />

tijdens het telefoongesprek, voornamelijk<br />

over pijnmedicatie en het advies om<br />

contact op te nemen met hun huisarts.<br />

Patiënten waren tevreden over de interventie<br />

(mediaan score 8/10).<br />

Conclusie<br />

Telefonische follow-up is een haalbare<br />

interventie die ervoor kan zorgen dat<br />

ontslaginstructies beter worden begrepen<br />

door de oudere patiënt. Het<br />

kan ook gebruikt worden om nieuwe<br />

problemen na ontslag te identificeren.<br />

Tijdens het telefoongesprek ontving<br />

een meerderheid van de patiënten aanvullend<br />

advies, wat wijst op een vraag<br />

naar deze interventie. De belangrijkste<br />

beperkende factor was dat niet alle<br />

patiënten die in aanmerking kwamen<br />

voor inclusie wilden deelnemen aan de<br />

interventie of niet door de zorgverlener<br />

op de SEH zijn benaderd. Toekomstige<br />

studies moeten aantonen of telefonische<br />

follow-up negatieve uitkomsten<br />

kan verminderen en de kwaliteit van<br />

leven van de oudere patiënten kan verbeteren.<br />

Dit onderzoek is gepubliceerd: Schuitenmaker JW,<br />

Argillander TE, Bakker ME, Sandel MH, Zwartsenburg<br />

MMS. Telephone follow-up by nurse practitioners<br />

of geriatric patients discharged from the<br />

emergency department after traumatic injury.<br />

Injury. 2023 Dec 29.<br />

WETENSCHAP@OLVG • 10


Kwartet onderzoekers<br />

Hoe is het om onderzoek te doen in OLVG? Vier onderzoekers<br />

vertellen erover.<br />

WETENSCHAP@OLVG • 11


Kwartet onderzoekers<br />

Kinesiotape bij trauma op de SEH<br />

Hoe kijk je terug op die afgelopen<br />

periode van onderzoek doen?<br />

Ik was vooral bezig met het onderzoek opzetten.<br />

Het protocol schrijven vond ik tijdrovend maar<br />

leerzaam, en leuk om echt iets zelf te ontwikkelen.<br />

Team Wetenschap en de Medisch Ethische<br />

Toetsings Commissie (METC) denken ontzettend<br />

goed mee, maar soms was het ook frustrerend<br />

om steeds aanpassingen te moeten doen. Ik ben<br />

ervan overtuigd dat het ervoor zorgt dat het een<br />

gedegen onderzoek is, waardoor het nu goed<br />

loopt. Ik heb dit proces echt super leerzaam gevonden<br />

en ontzettend leuk. Ik vind het heel leuk<br />

dat ik elke dag weer iets nieuws leer.<br />

Waar ben je het meest trots op tot nu<br />

toe?<br />

Ik ben er trots op dat elke stap lukt. Dat onze zelf<br />

opgezette studie nu loopt. Dat alle mensen om je<br />

heen hieraan willen meewerken en meedenken.<br />

Het belangrijkste dat ik de afgelopen periode<br />

geleerd heb is dat je een team om je heen moet<br />

hebben. Die fijne mensen inspireren je, of het<br />

nou gaat om de uitvoering op de werkvloer, het<br />

Samenvatting onderzoek<br />

Op de Spoedeisende Hulp worden traumapatiënten<br />

vaak behandeld met kinesiotape.<br />

Het was niet bekend of en hoe effectief dit is.<br />

Mireille heeft een pilotstudie gedaan. Sinds<br />

een paar maanden is ze verpleegkundig onderzoeker<br />

onder het lectoraat van Anne Eskes<br />

en is de Kinesiotaping in Trauma (KIT) studie<br />

gestart, als onderdeel van haar PhD traject<br />

onder professor Carel Goslings (Traumachirurg).<br />

Binnen deze studie wordt gekeken naar<br />

het effect van kinesiotape op pijn, maar ook<br />

op het gebruik van pijnstilling, tevredenheid,<br />

fysiotherapie, activiteit en zelfstandigheid van<br />

de patiënt. De groep die kinesiotape krijgt<br />

wordt vergeleken met een controlegroep zonder<br />

tape, maar ook met een groep met nietelastische<br />

tape, die als placebotape fungeert.<br />

Voor dit onderzoek wordt gevraagd dat patiënten<br />

een vragenlijst invullen na een week, drie<br />

weken en acht weken.<br />

Mireille Bakker, verpleegkundig<br />

onderzoeker<br />

en verpleegkundig<br />

specialist op<br />

de spoedeisende hulp<br />

(SEH)<br />

Take-home<br />

message<br />

Een onderzoeksprotocol<br />

schrijven en verbeteren<br />

is soms<br />

frustrerend, maar<br />

zorgt uiteindelijk<br />

voor een soepel<br />

lopend onderzoek.<br />

: Een combifunctie<br />

is ontzettend van<br />

meerwaarde voor het<br />

verpleegkundig vak<br />

meedenken of begeleiden. Ook heb ik diverse<br />

congrespresentaties over mijn onderzoek mogen<br />

houden, onder andere bij de Wetenschapsdag<br />

Chirurgie regio Amsterdam.<br />

Hoe vind je het om een duo-functie te<br />

hebben?<br />

Een combifunctie is ontzettend van meerwaarde<br />

voor het verpleegkundig vak. Ik denk dat je daardoor<br />

je vak ook veel langer volhoudt en ook veel<br />

meer uitdaging hebt, jezelf kan ontwikkelen.<br />

Waardoor je ook energie behoudt voor beide dingen.<br />

Zo’n combifunctie zorgt ook dat je samenwerking<br />

op een ander niveau krijgt met verschillende<br />

disciplines, zoals de traumachirurgie en<br />

gipskamer. Je bent echt met elkaar bezig om de<br />

zorg te verbeteren. Het is wat mij betreft gewoon<br />

een win-winsituatie.<br />

WETENSCHAP@OLVG • 12


Kwartet onderzoekers<br />

De houding van IC-verpleegkundigen<br />

ten aanzien van familieparticipatie<br />

Je bent nu een jaar aan het werk als<br />

verpleegkundig onderzoeker. Hoe kijk<br />

je terug op die periode?<br />

Het was heel erg wennen in het begin. Ik was<br />

als verpleegkundige gewend om in een team<br />

te werken. Je hebt acht uur de tijd en je hebt<br />

een heel duidelijk programma wat je gaat<br />

doen. Dat is bij onderzoek doen niet zo in het<br />

begin. Dat was wel heel erg zoeken, maar je<br />

merkt ook al weer snel dat je agenda ook snel<br />

vol komt. Er beginnen ook wat meer samenwerkingen<br />

te komen. Zo wordt het uiteindelijk<br />

een groter pakket aan taken en daardoor ook<br />

weer meer afwisselend. Die diversiteit maakt<br />

het onderzoek doen weer leuker en interessanter.<br />

Waar ben je het meest trots op tot<br />

nu?<br />

Ik ben heel trots dat alle ziekenhuizen die we<br />

hebben benaderd over onze survey direct<br />

heel erg enthousiast waren. Ze gaven allemaal<br />

aan dat ze hier erg behoefte aan hadden.<br />

Wat ik ook terugkrijg is dat iedereen het<br />

Samenvatting onderzoek<br />

Het onderzoek van Isha valt onder het lectoraat<br />

van Anne Eskes, Patiënt- en Familieparticipatie<br />

in de Klinische Zorg. Isha haar<br />

onderzoek sluit daarbij aan en spitst zich<br />

toe op de IC. Er is gestart met een nationale<br />

survey om te onderzoeken wat de houding<br />

is van IC verpleegkundigen ten aanzien van<br />

familieparticipatie. Alle Santeon ziekenhuizen<br />

en drie academische ziekenhuizen doen<br />

hieraan mee.<br />

Isha Verkaik, verpleegkundig<br />

onderzoeker en<br />

verpleegkundige op de<br />

IC<br />

Take-home<br />

message<br />

Op het gebied van<br />

familieparticipatie<br />

hoef je niet heel<br />

groots te starten.<br />

Het begint met<br />

het creëren van<br />

draagvlak op de<br />

afdeling.<br />

: Je denkt misschien dat<br />

je met iets groots moet<br />

starten, maar het begint<br />

met het creëeren van<br />

draagvlak<br />

wel heel moeilijk vindt om een begin te maken<br />

met familieparticipatie op de IC. Je denkt<br />

misschien dat je met iets heel groots moet<br />

starten, maar het begint uiteindelijk met dat<br />

iedereen op de afdeling erachter staat en je<br />

draagvlak creëert. Ik denk daarom dat deze<br />

survey een heel mooie start is van dit onderzoek.<br />

Hoe vind je die combinatie van<br />

onderzoek doen en werken op de IC?<br />

Onderzoek doen heeft gezorgd dat ik meer<br />

plezier heb in de dagen dat ik op de IC werk.<br />

Toen ik er nog fulltime werkte zat er minder<br />

afwisseling in. Als verpleegkundig onderzoeker<br />

daag ik mezelf uit op andere vlakken. Dat<br />

vind ik heel erg leuk.<br />

WETENSCHAP@OLVG • 13


Kwartet onderzoekers<br />

Bloed afnemen uit een perifeer<br />

infuus versus een venapunctie<br />

Waarom heb je het Evidence Based<br />

Practice (EBP) studiepad gedaan?<br />

Ik wilde wat meer weten over EBP. Op school kregen<br />

we het vrij beknopt aangereikt. Het studiepad<br />

was een uitzonderlijke manier voor mij om die kennis<br />

op te doen in een paar maanden tijd. Ik wilde<br />

leren hoe je moet zoeken op PubMed. Er komen op<br />

een gegeven moment onderzoeken naar voren die<br />

je moet gaan beoordelen. Dat vond ik een behoorlijke<br />

uitdaging. Ik vond grafieken moeilijk om te<br />

interpreteren. Daar wil ik veel meer over gaan leren.<br />

Hoe vond je het om dit onderzoek te<br />

doen?<br />

Ik heb er persoonlijk veel tijd ingestoken. Dat<br />

kwam omdat ik weinig voorkennis had over EBP.<br />

Gelukkig liep ik voor op schooltaken met afronding<br />

van mijn examenonderdelen en kreeg ik tijd van<br />

de afdeling. Dat gaf mij de gelegenheid om meer<br />

tijd hieraan te kunnen besteden. Ik heb dit ook als<br />

een eindexamen opdracht gebruikt. De grootste<br />

uitdaging was voor mij wel kunnen begrijpen van<br />

termen, dus ik moest echt beginnen bij de basis. Ik<br />

Samenvatting onderzoek<br />

Carolien heeft in het laatste jaar van haar<br />

verpleegkunde opleiding uit eigen initiatief<br />

het EBP studiepad gevolgd. Ze zocht een klinische<br />

onzekerheid voor haar CAT en heeft<br />

in samenspraak met school het schrijven<br />

van een CAT als eindopdracht voor het examen<br />

gebruikt. Voor een onderzoeksvraag<br />

kwam ze terecht bij de protocollencommissie.<br />

Een vraag die open stond ging over het<br />

afnemen van bloed uit een perifeer infuus<br />

ten opzichte van een venapunctie. Heeft<br />

dit invloed op de uitkomst van laboratoriumuitslagen?<br />

De beoordeelde onderzoeken,<br />

gevonden op PubMed, waren van goede<br />

kwaliteit en keken naar verschillen in laboratoriumuitslagen<br />

tussen de afnamemethodes,<br />

relevant voor de klinische praktijk. Conclusies<br />

suggereren geen significant verschil<br />

in nauwkeurigheid tussen de methodes en<br />

dat de voorkeur van de patiënt belangrijk is.<br />

Carolien Schut, verpleegkundige<br />

op de<br />

AOA<br />

Take-home<br />

message<br />

Er zijn geen<br />

significante verschillen<br />

in de<br />

bloeduitslagen<br />

van bloedafname<br />

via een perifeer<br />

infuus vergeleken<br />

met die via een<br />

venapunctie.<br />

: Het studiepad heeft mij<br />

inzicht gegeven in dat er<br />

zoveel meer achter een<br />

behandeling en protocol zit<br />

vond het wel super interessant om te doen en begon<br />

het op een gegeven moment stiekem heel leuk<br />

te vinden. Ik heb het studiepad als zeer leerzaam<br />

ervaren. Ik ben trots op het schrijven van mijn Critically<br />

Appraised Topic (CAT) en het resultaat zonder<br />

voorkennis vanuit school. Ik heb echt geleerd<br />

om hulp te zoeken zodra ik vastliep, waardoor ik<br />

tijdig mijn CAT kon afronden.<br />

Wat zijn je toekomstplannen?<br />

Verder kennis opdoen op het gebied van EBP. Het<br />

bijwonen van de journal clubs en mogelijk dat ik<br />

studenten kan ondersteunen. Ik stel heel veel de<br />

‘waarom-vraag’. Daarom vond ik het ook zo interessant<br />

om het EBP studiepad te gaan doen. Ik<br />

vraag me nu nóg vaker af: Is hoe we het nu doen<br />

een correcte manier? Kan het anders, kan het<br />

veiliger?<br />

WETENSCHAP@OLVG • 14


Kwartet onderzoekers<br />

Zelfmanagementondersteuning:<br />

ervaringen van chronisch zieke<br />

patiënten<br />

Hoe ben je bij dit werk en deze<br />

master terecht gekomen?<br />

Ik ben na mijn hbo-verpleegkunde gelijk als<br />

wijkverpleegkundige begonnen. Ik werk daar<br />

nog als oproepkracht. Ik wilde net dat stapje<br />

meer en ik merkte dat er veel verbeterd kan<br />

worden in de zorg. Ik ging op zoek naar mogelijkheden<br />

om verandering voor elkaar te<br />

krijgen, terwijl ik in de zorg kon blijven. Toen<br />

kwam ik de master Verplegingswetenschap<br />

tegen. Ik ga hiermee de onderzoekskant op,<br />

maar wel gericht op de verpleegkundige<br />

zorg. Ik merkte dat ik ook alvast een beetje<br />

in die richting qua werk wilde en toen kwam<br />

ik terecht in mijn werk als onderzoeksverpleegkundige<br />

in OLVG.<br />

Hoe vind je het om de afgelopen<br />

jaren studie en werk te combineren?<br />

Wel pittig af en toe. Zeker in het eerste jaar<br />

van de master wist ik soms niet hoe ik het<br />

moest combineren. Toen moest ik nog erg<br />

zoeken naar die balans. Je wilt naast werken<br />

Samenvatting onderzoek<br />

Renza is student master Verplegingswetenschap<br />

en zit in haar laatste jaar. Ze doet voor<br />

haar scriptie onderzoek binnen het UMC<br />

Utrecht naar zelfmanagementondersteuning<br />

bij chronisch zieke patiënten ter voorbereiding<br />

op het ontslag naar huis met wijkverpleging.<br />

Renza’s onderzoek gaat over de ervaringen,<br />

behoeften en wensen van de patiënten en is<br />

onderdeel van een groter project. Als er meer<br />

inzicht komt in wat patiënten nodig hebben,<br />

dan kan daarop ingespeeld worden bij de voorbereiding<br />

op ontslag. Hierdoor zal uiteindelijk<br />

de overgang van ziekenhuis naar thuiszorg<br />

verbeterd worden.<br />

Renza Koppes, onderzoeksverpleegkundige<br />

op de MDL en student<br />

master Verplegingswetenschap<br />

Take-home<br />

message<br />

Als je praktijk en<br />

wetenschap met<br />

elkaar wilt verbinden,<br />

dan kun je<br />

de master Verplegingswetenschap<br />

overwegen.<br />

: Een duidelijk schema<br />

aanhouden werkt voor<br />

mij goed<br />

en studeren nog wel je vrienden en je familie<br />

blijven zien en af en toe sporten. Ondertussen<br />

heb ik een vaste dag dat ik naar school<br />

ga. Een duidelijk schema aanhouden werkt<br />

voor mij goed. Ik weet natuurlijk niet hoe het<br />

straks gaat als ik daadwerkelijk mijn onderzoek<br />

start.<br />

Wat zou je advies zijn voor<br />

iemand die twijfelt om de master<br />

Verplegingswetenschap te gaan<br />

doen?<br />

Ga het vooral doen, verdiep je in de master.<br />

Je kan bijvoorbeeld een meeloopdag doen<br />

en studenten vragen stellen. Het is natuurlijk<br />

even pittig, maar ik vind wel dat je er veel<br />

voor terugkrijgt. Je kunt je ervaringen als verpleegkundige<br />

in de praktijk verbinden met de<br />

wetenschappelijke inzichten uit de master.<br />

WETENSCHAP@OLVG • 15


Critically appraised topic<br />

Words have power,<br />

Positief taalgebruik<br />

op de verpleegafdeling<br />

Is het bij volwassen patiënten op de Acute Opname<br />

Afdeling effectief om positief en suggestief<br />

taalgebruik in te zetten om zo angst, stress en pijn te<br />

reduceren?<br />

Sjoukje Tjalma, verpleegkundige Acute Opname Afdeling, OLVG Oost<br />

Achtergrond<br />

Op de Acute Opname Afdeling (AOA)<br />

worden patiënten geconfronteerd met<br />

pijn, angst en/of stress. Wanneer je als<br />

verpleegkundige vraagt naar pijnbeleving<br />

kan dit juist leiden tot pijn. De<br />

meeste mensen ervaren een negatieve<br />

associatie bij het horen van woorden<br />

zoals ‘pijn, ‘kou’ of ‘prik’. Dit wordt ook<br />

wel het nocebo-effect genoemd. Welk<br />

effect zou het hebben als je zou vragen<br />

naar de mate van comfort in plaats de<br />

mate van pijn? Of dat je zegt: “ik ga nu<br />

beginnen” in plaats van “ik ga u nu prikken.”<br />

Met het gebruiken van deze positieve<br />

woorden richt men zich op wat er<br />

bereikt dient te worden en zijn suggesties<br />

gericht op een positieve uitkomst.<br />

Woorden met een negatieve lading<br />

worden vermeden. Dit wordt positief- en<br />

suggestief taalgebruik genoemd 1 . Dit<br />

resulteerde in de volgende PICO:<br />

P<br />

I<br />

C<br />

O<br />

Volwassen patiënten opgenomen<br />

in het ziekenhuis<br />

Positief- en suggestief<br />

taalgebruik door<br />

zorgprofessional<br />

Standaardcommunicatie<br />

Angst, stress en pijn<br />

(P=patiënt, I=interventie, C=vergelijking en<br />

O=uitkomst)<br />

Zoekstrategie en uitkomst<br />

Op 1 juni 2023 werd gezocht in de databank<br />

PubMed met de volgende zoekstrategie:<br />

(“Pain, Postoperative”[Mesh] OR postoperative*[tiab]<br />

OR “Anxiety”[Mesh]<br />

OR anxiet*[tiab] OR anxious*[tiab]<br />

OR fear*[tiab] OR nervous*[tiab]<br />

OR “Pain”[Mesh] OR pain*[tiab]<br />

OR ache[tiab]) AND (comfort<br />

talk*[tiab] OR warn pat*[tiab] OR<br />

positive suggestion*[tiab] OR therapeutic<br />

suggestion*[tiab] OR positive<br />

language*[tiab] OR positive<br />

communication*[tiab] OR positive<br />

word*[tiab] OR empathic-attention[tiab]<br />

OR warning patient*[tiab] OR empathic<br />

patient-centered[tiab])<br />

Na toepassing van de filters Systematic<br />

Reviews (SR), Randomized Controlled<br />

Trial (RCT) en Meta Analysis bleven<br />

60 artikelen over. Op basis van titel en<br />

abstract is beoordeeld of ze aan de<br />

PICO voldeden. Twaalf artikelen werden<br />

geselecteerd voor het lezen van de full<br />

text. Dit resulteerde in één SR en één<br />

RCT, die vervolgens zijn beoordeeld op<br />

kwaliteit met de beoordelingsformulieren<br />

van Cochrane.<br />

Resultaten<br />

In de SR van Mistiaen e.a. 2 werden 51<br />

studies geïncludeerd met in totaal<br />

5079 deelnemers van 12 jaar en ouder.<br />

In de studie werd het effect van<br />

verschillende soorten van verbale- en<br />

non-verbale communicatie op de pijn<br />

onderzocht. De studies werden verdeeld<br />

in drie categorieën: cognitieve<br />

interventies, emotionele interventies<br />

en voorbereiding voor een procedure.<br />

Na het combineren van de subgroepen<br />

in een meta-analyse op de uitkomst<br />

pijn, werd een significant gestandaardiseerd<br />

gemiddeld verschil in het voordeel<br />

van de interventie groepen gevonden<br />

(SMD=-0,44; 95% BI: - 0,77 tot −0,11).<br />

De RCT van Peraira e.a. 3 werd uitgevoerd<br />

in een ziekenhuis in Portugal.<br />

104 deelnemers ondergingen een<br />

operatie onder lokale verdoving. De<br />

controlegroep ontving gestandaardiseerde<br />

informatie over de procedure.<br />

De interventiegroep kreeg informatie<br />

van een getrainde verpleegkundige<br />

volgens een patiëntgerichte aanpak.<br />

De uitkomstmaten waren pijn en<br />

angst. Patiënten werden beoordeeld<br />

voor (T0) en onmiddellijk na (T1) hun<br />

pre-operatieve screening, 24 uur na<br />

de operatie (T2) en één maand na<br />

de operatie (T3). De interventiegroep<br />

ervaarde minder angst dan de controlegroep<br />

op T1 (p


pijn en angst door het vermijden van<br />

waarschuwingen en 2) lagere pijnscores<br />

na een operatie door het vermijden<br />

van het woord ‘pijn’. De kracht van deze<br />

interventie is dat deze in principe eenvoudig<br />

toepasbaar is in verschillende<br />

situaties en geen nadelige effecten<br />

heeft voor de patiënt.<br />

Conclusie<br />

Uit de studies blijkt dat positief- en suggestief<br />

taalgebruik kan zorgen voor een<br />

afname van angst en pijn. De significante<br />

afname is echter zeer klein. Stress<br />

is in de studies niet gemeten, waardoor<br />

hierover geen conclusie kan worden<br />

getrokken. De aanbeveling van deze<br />

CAT is om verpleegkundigen een cursus<br />

te laten volgen om deze manier van<br />

communiceren te implementeren op de<br />

afdeling en een tipsheet te ontwikkelen.<br />

Niveau van aanbeveling: 1<br />

Commentaar en klinische<br />

relevantie<br />

De SR van Mistiaen e.a. 2 is als sterk van<br />

kwaliteit beoordeeld. Er is helder beschreven<br />

welke data uit de oorspronkelijke<br />

studies is verzameld. Tevens werd<br />

een subgroep meta-analyse uitgevoerd.<br />

Door de vorm van de interventie is blindering<br />

van de deelnemers en behandelaars<br />

onmogelijk, dit zou kunnen leiden<br />

tot performance bias. Indien de effectbeoordelaar<br />

weet tot welke groep een<br />

patiënt behoort is er risico op detection<br />

bias. Door performance en detection<br />

bias kan het uiteindelijke effect van<br />

de interventie worden overschat. In de<br />

SR zijn de participanten twaalf jaar en<br />

ouder, daardoor is het minder vergelijkbaar<br />

met alleen volwassen patiënten op<br />

de AOA. De RCT van Pereira e.a. 3 is goed<br />

uitgevoerd, echter blijkt de grootte van<br />

de onderzoekspopulatie een beperking.<br />

Daarnaast is er ook in deze studie kans<br />

op performance bias.<br />

De klinische relevantie van de interventie<br />

positief taalgebruik werd bekrachtigd<br />

door twee individuele studies<br />

in de SR van Mistiaen e.a. 2 . In deze<br />

interventies werden relevante, simpele<br />

klinische voorbeelden beschreven: 1)<br />

het inbrengen van infuus met minder<br />

Naar aanleiding van deze CAT zullen in<br />

Juni <strong>2024</strong> vijftien verpleegkundigen van<br />

zes verschillende verpleegafdelingen<br />

de cursus gaan volgen om vervolgens<br />

de opgedane kennis te delen met hun<br />

collega’s.<br />

Referenties<br />

Groeneveld E, van Vliet M, Vlieger A. Positief taalgebruik<br />

in de gezondheidszorg. Nursing Academy.<br />

2020;3<br />

Mistiaen P, van Osch M, van Vliet L, Howick J,<br />

Bishop FL, Di Blasi Z, et al. The effect of patientpractitioner<br />

communication on pain: a systematic<br />

review. Eur J Pain. 2016 May;20(5):675-88.<br />

Pereira L, Figueiredo-Braga M, Carvalho IP. Preoperative<br />

anxiety in ambulatory surgery: The impact<br />

of an empathic patient-centered approach<br />

on psychological and clinical outcomes. Patient<br />

Educ Couns. 2016 May;99(5):733-8.<br />

WETENSCHAP@OLVG • 17


Epidemiologica<br />

Mixed methods:<br />

Samen beter, maar hoe?<br />

Mixed methods onderzoek is een onderzoeksdesign,<br />

waarbij je een onderzoeksvraag dieper onderzoekt<br />

met zowel kwantitatieve als kwalitatieve<br />

onderzoeksmethoden. Het wordt vaak gebruikt in de<br />

gedrags-, gezondheids- en sociale wetenschappen.<br />

Wanneer gebruik je het precies? Hoe zet je verschillende<br />

methoden in en hoe combineer je alle gegevens?<br />

Mireille Stelwagen, adviseur wetenschap en opleiden, verpleegkundig onderzoeker<br />

Nini Jonkman, adviseur wetenschap - epidemioloog<br />

Het gebruik van mixed methods is<br />

een goede keuze als kwantitatieve of<br />

kwalitatieve gegevens alléén je onderzoeksvraag<br />

niet voldoende beantwoorden.<br />

Met kwantitatief onderzoek<br />

toets of beschrijf je de resultaten van<br />

cijfermatige tests. Met kwalitatief onderzoek<br />

beschrijf, verken en verklaar je<br />

fenomenen met het gebruik van taal.<br />

Door numerieke en niet-numerieke data<br />

aan elkaar te koppelen kun je meer en<br />

vollediger inzicht krijgen. Stel bijvoorbeeld<br />

dat je een enquête houdt over<br />

de voorkeuren van patiënten voor een<br />

bepaalde behandeling. Hiermee krijg<br />

je inzicht in hoeveel patiënten een bepaalde<br />

voorkeur aangeven. Je kunt dit<br />

aanvullen met kwalitatieve gegevens<br />

om een beter beeld te krijgen van de<br />

verschillende redenen waarom patiënten<br />

bepaalde voorkeuren hebben.<br />

Hoe zet je mixed methods<br />

onderzoek op?<br />

Het integreren van gegevens kan een<br />

uitdaging zijn. Als je van tevoren zorgvuldig<br />

nadenkt over de manier en volgorde<br />

waarop je de onderzoeksdata wilt verzamelen<br />

en integreren, helpt dit je om<br />

zinvolle conclusies te trekken uit je onderzoek.<br />

De vier belangrijkste te onderscheiden<br />

ontwerpen van mixed methods zijn:<br />

Verklarend opeenvolgend<br />

In een verklarend opeenvolgend ontwerp<br />

verzamel je eerst kwantitatieve<br />

gegevens en daarna kwalitatieve gegevens.<br />

Dit ontwerp gebruik je als je een<br />

reeks kwantitatieve gegevens hebt geanalyseerd<br />

en verder wilt verklaren met<br />

aanvullende kwalitatieve informatie.<br />

Een aanpak hierbij is om in eerste instantie<br />

enquêtegegevens te verzamelen<br />

en deze cijfermatig te analyseren. Vervolgens<br />

kun je verdiepende interviews<br />

of focusgroep discussies houden om<br />

de enquêteresultaten in meer detail te<br />

begrijpen. Een voorbeeld hiervan is, als<br />

je ouders enquêteert over hun betrokkenheid<br />

in de zorg voor hun kind in het<br />

ziekenhuis en vervolgens interviews<br />

houdt om meer informatie te krijgen<br />

over waarom zij bepaalde vragen laag<br />

of hoog hebben gescoord.<br />

Verkennend opeenvolgend<br />

Het verkennende opeenvolgende ontwerp<br />

verzamelt eerst kwalitatieve<br />

gegevens en daarna kwantitatieve<br />

gegevens. Dit type mixed methods onderzoek<br />

wordt gebruikt als het doel is<br />

om een onderwerp te verkennen, en<br />

daarna de omvang te duiden. Een voorbeeld<br />

hiervan is als je interactie tussen<br />

ouders en hun kinderen wilt bestuderen<br />

door interviews af te nemen. Vervolgens<br />

kun je een enquête ontwikkelen om<br />

te meten in hoeverre deze interacties<br />

voorkomen.<br />

Parallel convergerend<br />

Bij het parallel convergerend ontwerp<br />

verzamel je tegelijkertijd de kwantitatieve<br />

en de kwalitatieve gegevens. Je<br />

analyseert beide bronnen van gegevens<br />

apart van elkaar. Je kunt bijvoorbeeld<br />

patiënten interviewen over meningen<br />

en ervaringen met een bepaalde behandeling<br />

en tegelijkertijd enquêtes<br />

uitzetten onder dezelfde populatie om<br />

hun tevredenheid in cijfers te meten.<br />

Vervolgens vergelijk je de (tussentijdse)<br />

WETENSCHAP@OLVG • 18


Verklarend opeenvolgend<br />

Kwantitatieve data<br />

verzameling<br />

Kwantitatieve<br />

analyse<br />

Kwalitatieve data<br />

verzameling<br />

Kwalitatieve<br />

analyse<br />

Interpretatie<br />

Verkennend opeenvolgend<br />

Kwalitatieve data<br />

verzameling<br />

Kwalitatieve<br />

analyse<br />

Kwantitatieve data<br />

verzameling<br />

Kwantitatieve<br />

analyse<br />

Interpretatie<br />

Verkennend opeenvolgend<br />

Kwantitatieve data<br />

verzameling<br />

Kwalitatieve data<br />

verzameling<br />

Kwantitatieve<br />

analyse<br />

Kwalitatieve<br />

analyse<br />

Vergelijken of<br />

relateren<br />

Interpretatie<br />

Verklarend opeenvolgend<br />

Kwantitatieve data<br />

verzameling en<br />

analyse<br />

Combineren<br />

Interpretatie<br />

Kwalitatieve data<br />

verzameling en<br />

analyse<br />

antwoorden. Op deze manier kun je<br />

‘onderzoeker gestuurde’ kwantitatieve<br />

gegevens vergelijken met ‘door deelnemers<br />

gestuurde’ kwalitatieve gegevens,<br />

zodat je een vollediger begrip krijgt van<br />

wat er speelt.<br />

Ingebed<br />

Bij een ingebed ontwerp verzamel je de<br />

kwantitatieve en kwalitatieve gegevens<br />

ook tegelijkertijd, maar is één methode<br />

leidend. Een voorbeeld is als je kwalitatieve<br />

gegevens gebruikt om kwantitatieve<br />

gegevens meer betekenis te geven<br />

of te verklaren, als je bij patiënten een<br />

enquête afneemt over hun mening over<br />

patiëntenvoorlichting en in individuele<br />

interviews vraagt naar voorbeelden.<br />

Hoe rapporteer je dit?<br />

Denk goed na over hoe je de resultaten<br />

uit de twee databases naar voren<br />

wilt laten komen en bespreek dit ook<br />

met jouw onderzoeksteam. Er zijn twee<br />

belangrijke manieren om de integratie<br />

van de resultaten weer te geven. Eén<br />

daarvan is door de kwantitatieve en<br />

kwalitatieve resultaten gewoon naast<br />

elkaar te bespreken in een discussie. De<br />

andere manier wordt steeds populairder;<br />

een ‘joint display’. Een joint display<br />

is meestal een tabel waarin de kwantitatieve<br />

en kwalitatieve resultaten naast<br />

elkaar worden weergegeven. Op deze<br />

manier kun je vergelijkingen tussen de<br />

kwantitatieve en kwalitatieve resultaten<br />

zichtbaar maken. Een voorbeeld is<br />

een verklarend opeenvolgend ontwerp.<br />

Hierbij kun je de kwantitatieve resultaten<br />

rapporteren in de eerste kolom.<br />

De kwalitatieve resultaten die helpen<br />

bij het verklaren van de kwantitatieve<br />

resultaten staan dan in een tweede kolom.<br />

In de derde kolom staat de uiteindelijke<br />

interpretatie.<br />

Enkele tips<br />

Teken een eenvoudig en duidelijk diagram<br />

van het ontwerp van jouw mixed<br />

methods studie, een visueel beeld kan<br />

helpen jouw ontwerp te verduidelijken.<br />

Hanteer voor beide soorten gegevens<br />

de daarvoor geldende methoden voor<br />

het verzamelen en analyseren van gegevens,<br />

om zo je bevindingen valide, betrouwbaar<br />

en repliceerbaar te houden.<br />

Presenteer de kwantitatieve gegevens<br />

door middel van statistische resultaten<br />

en de kwalitatieve gegevens met thematische<br />

resultaten. De resultatenweergave<br />

moet ook het ontwerp weerspiegelen<br />

en duidelijk de verbanden laten<br />

zien tussen de kwantitatieve en kwalitatieve<br />

onderdelen in het onderzoek.<br />

Als je een mixed methods studie wilt<br />

opzetten en hulp wilt bij vragen hoe<br />

je dit voor jouw studie aan moet pakken,<br />

neem dan contact op met wetenschap@olvg.nl.<br />

Literatuur<br />

Creswell JW, Hirose M. Mixed methods and<br />

survey research in family medicine and community<br />

health. Fam Med Community Health.<br />

2019;7(2):e000086.<br />

O’Brien BC, O’Sullivan PS. Mixed methods in health<br />

professions education scholarship. J Grad Med<br />

Educ. 2017;9(2):253-4.<br />

Plano Clark VL, Huddleston-Casas CA, Churchill<br />

SL, O’Neill Green D, Garrett AM. Mixed methods<br />

approaches in family science research. Journal<br />

of Family Issues. 2008;29(11):1543-66.<br />

WETENSCHAP@OLVG • 19


Critically appraised topic<br />

Intermitterend katheteriseren<br />

versus een verblijfskatheter<br />

bij postpartum urine residu<br />

Leidt het intermitterend katheteriseren tot snellere<br />

adequate spontane mictie bij vrouwen met grotere<br />

postpartum urineretentie of residu (PUR) in<br />

vergelijking met een catheter à demeure (CAD)?<br />

Nienke van Dekken, bekkenbodemverpleegkundige gynaecologie<br />

Achtergrond<br />

Urineretentie na de bevalling (postpartum<br />

urineretentie of residu PUR) is<br />

een veel voorkomend probleem na een<br />

vaginale baring. Er is een onderscheid<br />

tussen een symptomatische PUR, waarbij<br />

geen spontane mictie plaatsvindt<br />

binnen zes uur na de bevalling (0,7%-<br />

12%), en een asymptomatische PUR<br />

waarbij wel spontane mictie plaatsvindt<br />

maar sprake is van een verhoogd urineresidu<br />

van 150 milliliter (ml) of meer (tot<br />

45%) 1 .<br />

Volgens het protocol in OLVG 2 wordt<br />

bij een PUR tussen de 150 ml en 700 ml<br />

clean intermittend catheterization (CIC)<br />

gestart. Afhankelijk van de hoeveelheid<br />

van het residu, wordt de frequentie afgebouwd<br />

tot de patiënt weer volledig<br />

zelfstandig de blaas kan ledigen. Soms<br />

is het nodig dat vrouwen deze behandeling<br />

ook thuis voortzetten.<br />

Bij een PUR van ≥700 ml wordt een catheter<br />

à demeure (CAD) voor 24 uur<br />

gegeven en bij ≥1000 ml voor 48 uur. Bij<br />

klinische katheterontwenning blijkt dat<br />

dit niet altijd slaagt, met als gevolg dat<br />

vrouwen opnieuw een CAD krijgen of<br />

alsnog starten met CIC. Hierdoor kunnen<br />

vrouwen met grotere PUR meerdere<br />

klinische dagopnames nodig hebben<br />

voor katheterontwenning. In combinatie<br />

met de zorg voor een pasgeboren baby,<br />

kunnen vrouwen dit belastend ervaren.<br />

Daarom onderzoekt deze CAT een alternatieve<br />

interventie.<br />

P<br />

I<br />

C<br />

O<br />

Postpartum vrouwen<br />

opgenomen in het ziekenhuis,<br />

met PUR ≥700 ml<br />

Intermitterend<br />

zelfkatheteriseren<br />

Verblijfskatheter<br />

Tijd tot adequate spontane<br />

mictie<br />

(P=patiënt, I=interventie, C=vergelijking en<br />

O=uitkomst)<br />

Om deze PICO te beantwoorden is in<br />

april en <strong>mei</strong> 2023 gezocht naar wetenschappelijke<br />

artikelen, in PubMed en<br />

Cochrane met onderstaande zoektermen:<br />

(“Urinary Retention”[Mesh] OR urinary<br />

resid*[tiab] OR post void resid*[tiab]<br />

OR urinary retent*[tiab]) AND (“Postpartum<br />

Period”[Mesh] OR post<br />

delivery[tiab] OR postnatal*[tiab] OR<br />

postpart*[tiab] OR puerper*[tiab] OR<br />

post-part*[tiab]) AND (“Intermittent<br />

Urethral Catheterization”[Mesh] OR<br />

intermittent-self-catheter*[tiab] OR<br />

intermittent-catheter*[tiab])<br />

Engels- of Nederlandstalige systematic<br />

reviews (SR) en randomized<br />

controlled trials (RCT) werden geïncludeerd.<br />

Uiteindelijk zijn er twee artikelen<br />

geselecteerd: een RCT en een<br />

gepubliceerde samenvatting van een<br />

relevante RCT (die tijdens het schrijven<br />

van de CAT nog gepubliceerd<br />

moest worden). Beide artikelen zijn beoordeeld<br />

met de checklist voor RCT’s<br />

van Cochrane.<br />

Resultaten<br />

In het onderzoek (RCT) van Mulder<br />

e.a. 3 werden 85 vrouwen met een<br />

symptomatische PUR via randomisatie<br />

ingedeeld in twee groepen, waarbij<br />

CIC en CAD met elkaar werden vergeleken.<br />

Uiteindelijk deden 68 patiënten<br />

mee in de analyse (34 in CIC-groep<br />

en 34 in CAD-groep). Patiënten in de<br />

CAD-groep kregen een verblijfskatheter<br />

voor 24 uur, met daarna een<br />

nieuwe poging tot adequate spontane<br />

mictie (mictie met een urineresidu<br />


wenselijk zijn, zodat de patiënt eerder<br />

met ontslag naar huis kan. Het kan de<br />

vrouwen een groter gevoel van zelfstandigheid<br />

en controle geven. Dit kan<br />

echter ook een nadeel zijn. Het toepassen<br />

van zelfkatheterisatie in combinatie<br />

met de zorg voor de pasgeboren baby<br />

kan voor nieuwe moeders overweldigend<br />

zijn. Het aanleren van zelfkatheterisatie<br />

kan veel tijd in beslag nemen.<br />

De afdeling kan hierbij een beroep doen<br />

op de bekkenbodemverpleegkundige.<br />

Het is van belang de patiënt goed voor<br />

te lichten zodat via shared decision<br />

making het behandelplan gezamenlijk<br />

door de zorgverlener en de vrouw opgesteld<br />

kan worden.<br />

Conclusie<br />

Beide onderzoeken stellen dat de behandeling<br />

met CIC de voorkeur heeft<br />

boven de CAD. Deze interventie geeft<br />

een sneller herstel ongeacht het volume<br />

van de PUR.<br />

Niveau van aanbeveling 2<br />

één katheterisatie nodig vóór complete<br />

blaaslediging.<br />

Het onderzoek van Vitner e.a. 4 is een<br />

RCT waarvan de eerste resultaten zijn<br />

beschreven in een samenvatting. In<br />

deze studie wordt CIC vergeleken met<br />

CAD met als primaire uitkomstmaat de<br />

tijd tot herstel. Vrouwen werden middels<br />

randomisatie onderverdeeld in twee<br />

groepen: 73 vrouwen kregen CIC elke 6<br />

uur voor maximaal 4 keer en 74 vrouwen<br />

kregen een CAD voor 24 uur. Indien<br />

de PUR na 24 uur niet


Mini-symposium<br />

Mini-symposium Verpleegkundig Onderzoek:<br />

Een middag vol inspiratie en interactie<br />

Op woensdag 15 november<br />

2023 vond het mini-symposium<br />

Verpleegkundig Onderzoek<br />

plaats. Dit jaar was het<br />

thema: Patiënt en familie als<br />

partners. Sietske Bos van de<br />

Patiëntenraad OLVG sprak dit<br />

evenement als dagvoorzitter<br />

kundig aan elkaar.<br />

Keynote<br />

Bijzonder lector Anne Eskes en verpleegkundig<br />

onderzoeker Isha Verkaik<br />

trapten de dag af met een keynote over<br />

patiënt- en familieparticipatie. Anne<br />

Eskes is benoemd door de HvA en Amsterdam<br />

UMC om een nieuw lectoraat<br />

Patiënt- en Familieparticipatie in de Klinische<br />

Zorg vorm te geven. OLVG werkt<br />

sinds vorig jaar samen met Anne Eskes<br />

aan verpleegkundig onderzoek binnen<br />

dit thema.<br />

Anne en Isha gaven een pleidooi voor<br />

het afschaffen van bezoektijden in<br />

ziekenhuizen. Zij gaven veel voorbeelden<br />

van onderzoeken die Anne in het<br />

Amsterdam UMC heeft begeleid, waaronder<br />

een mantelzorgproject (zie parallelsessie).<br />

Uit het onderzoek blijkt dat de<br />

tevredenheid van zowel de patiënt en<br />

familie, als die van zorgverleners op de<br />

afdeling een hoog cijfer kreeg. Isha vertelde<br />

over het onderzoek dat zij is gestart<br />

naar de houding van IC-verpleegkundigen<br />

in heel Nederland ten aanzien<br />

van familieparticipatie op de IC.<br />

Verpleegkundige<br />

Afstudeerprijzen<br />

Marijn Keuken (Acute Opname Afdeling),<br />

Jean-Paul Haack (Cardiothoracale<br />

Chirurgie) en Roxan Zeldenthuis<br />

(Verpleegafdeling Obstetrie/Kraam) gaven<br />

alle drie een boeiende presentatie,<br />

waarna veel vragen werden gesteld. Op<br />

de aankomende pagina’s lees je meer<br />

over hun onderzoeken.<br />

Parallelsessies<br />

Na de presentaties van de drie genomineerden<br />

konden bezoekers in twee<br />

rondes parallelsessies kiezen uit vier<br />

verschillende onderwerpen.<br />

Maria Knapen (Verpleegkundig Specialist<br />

Infectieziekten) gaf een sessie over<br />

het samen te lijf gaan van stigma. Zij<br />

heeft in samenwerking met ervaringsdeskundigen<br />

van Soa Aids Nederland<br />

een workshop opgezet en e-learning<br />

gemaakt om informatie over hiv in de<br />

zorg aan te bieden, stigma te verminderen<br />

en te zorgen voor gepaste bejegening<br />

van mensen die leven met hiv. Het<br />

is belangrijk dat iedere zorgverlener<br />

de term n=n kent, niet meetbaar = niet<br />

overdraagbaar.<br />

Nynke Dijkstra en Ingrid Wegman (respectievelijk<br />

researchcoördinator en<br />

Verpleegkundig Specialist bij de Longgeneeskunde)<br />

vertelden over hun innovatieproject<br />

over de COPD-coach.<br />

Via deze e-coach krijgen patiënten wekelijks<br />

een vragenlijst om in te vullen en<br />

maandelijks een iets uitgebreidere lijst.<br />

Het aantal consulten in het ziekenhuis<br />

daalde hierdoor opvallend. Patiënten<br />

waren zelfs zo tevreden over deze app<br />

dat ze niet overgedragen wilden worden<br />

aan de huisarts, omdat ze dan deze<br />

ondersteuning zouden kwijtraken.<br />

Mireille Stelwagen en Amy Hofman (Adviseurs<br />

Wetenschap in het Leerhuis)<br />

bespraken in hun sessie het belang van<br />

het betrekken van patiënten in alle fasen<br />

van wetenschappelijk onderzoek. Ze<br />

hadden een aantal stellingen voorbereid<br />

over patiënten als deel van het onderzoeksteam,<br />

waar de aanwezigen op<br />

moesten reageren. Deze bleken allemaal<br />

het belang in te zien van patiënten- en<br />

familieparticipatie in wetenschappelijk<br />

onderzoek.<br />

Selma Musters (Amsterdam UMC) ging<br />

met het publiek in gesprek over het<br />

mantelzorgproject dat op de afdeling<br />

chirurgie in het Amsterdam UMC heeft<br />

plaatsgevonden. Zij informeerde de<br />

aanwezigen over de mantelzorgers die<br />

gedurende de opname blijven slapen<br />

en de patiënt, na instructie door een<br />

verpleegkundige, begeleiden bij simpele<br />

taken als aan- en uitkleden en wandelen,<br />

maar ook bij ademhalingsoefeningen<br />

en het aan- en afkoppelen van sondevoeding.<br />

Dit alles werd ondersteund<br />

met een app voor mantelzorgers, waarin<br />

ze een soort dagboek konden bijhouden<br />

en informatie konden opzoeken. De<br />

ervaringen van patiënten, mantelzorgers<br />

en zorgverleners zijn positief.<br />

WETENSCHAP@OLVG • 22


Verpleegkundige afstudeerprijs<br />

Patiënten sneller en veilig met ontslag door<br />

blaasvulling bij verwijderen van de katheter<br />

Marijn Keuken, hbo-verpleegkundige op de Acute Opname<br />

Afdeling (AOA), won met haar Critically Appraised Topic (CAT)<br />

de juryprijs. Zij toonde aan dat blaasvulling voor het verwijderen<br />

van een kortdurende katheter geen extra complicaties oplevert,<br />

maar patiënten wel eerder met ontslag kunnen.<br />

Gefeliciteerd met de juryprijs.<br />

Hoe vond je het om te<br />

presenteren?<br />

‘Toch spannend, zeker in de zorg ben<br />

je niet gewend om voor publiek te<br />

spreken. Toen ik student was, heb ik<br />

de Anna Reynvaan prijs gewonnen en<br />

toen heb ik in De Balie gesproken. Maar<br />

het blijft toch spannend, omdat je zoiets<br />

niet vaak doet.’<br />

Wat was de aanleiding van je<br />

onderzoek?<br />

‘Ik merkte dat we op de AOA soms een<br />

verslechterde doorstroom hebben.<br />

Patiënten waarbij een katheter verwijderd<br />

wordt mogen pas weg als ze<br />

kunnen uitplassen. Dat kan lang duren.<br />

Dus ik vroeg me af of dat niet sneller<br />

kon. Ik wist dat ze op de afdeling urologie<br />

katheters verwijderen met een trial<br />

without catheter. Dit is blaasvulling<br />

met een NaCl oplossing. Ik vroeg me af<br />

of dit ook mogelijk was bij andere categorieën<br />

patiënten, dus dat ben ik gaan<br />

uitzoeken.’<br />

Was de methode van<br />

blaasvulling overal gelijk?<br />

‘Er zijn verschillende methodes gebruikt.<br />

Soms werd de blaas gevuld<br />

met 200 ml NaCl oplossing, soms tot<br />

maximaal 500 ml NaCl. Je kunt je voorstellen<br />

dat een halve liter onprettig is.<br />

Daarom werd in meerdere studies de<br />

blaas gevuld met minimaal 200 ml.<br />

Daarna gaan ze door met vullen tot de<br />

patiënt aandrang aangeeft.’<br />

Wat was jouw aanbeveling?<br />

‘Om dit ziekenhuisbreed te gaan toepassen.<br />

De enige patiënten waarvoor<br />

dit niet zou gelden zijn kraamvrouwen,<br />

mensen met een suprapubische katheter<br />

en kinderen. Het kan wel voor alle<br />

andere patiënten. Mijn aanbeveling is<br />

om het trial without catheter protocol te<br />

volgen. Dus minimaal 200 ml en maximaal<br />

500 ml, tot de patient aandrang<br />

aangeeft.’<br />

Krijgt je onderzoek een vervolg?<br />

‘Ja, zeker. Ik heb de protocollencommissie<br />

gemaild. En ik heb contact opgenomen<br />

met de eigenaren van het protocol<br />

‘blaaskatheter verwijderen’. Het protocol<br />

is aangepast. Wanneer het protocol<br />

definitief is zal het ziekenhuisbreed geïmplementeerd<br />

worden.’<br />

Wat is je advies aan verpleegkundigen<br />

die aankomend jaar<br />

een CAT gaan doen?<br />

‘Mijn advies zou zijn om er een beetje plezier<br />

in te hebben, want het is hartstikke<br />

leuk om meer uit te zoeken over een onderwerp<br />

waar je geïnteresseerd in bent.<br />

Omarm het proces, ook al is misschien<br />

niet elk onderdeel leuk en heb je af en toe<br />

tegenslagen. Het is wel een hele mooie<br />

manier om informatie te vergaren.’<br />

Blijft wetenschap en EBP deel<br />

van jouw carrière?<br />

‘Ja, dat zou ik wel heel leuk vinden. Ik<br />

ben nu bezig met het schrijven van een<br />

abstract van mijn artikel. Dat moet ik<br />

morgen insturen voor de Santeon verpleegkundige<br />

prijs.’<br />

Marijn heeft de Santeon <strong>Verpleegkunde</strong><br />

prijs gewonnen!<br />

Hoe heb je dat aangepakt?<br />

‘Ik ben in PubMed en Cochrane library<br />

gaan zoeken met een PICO. Ik vond een<br />

systematische review en twee randomised<br />

controlled trials (RCTs).’<br />

Wat kwam hier uit?<br />

‘Er kwam uit dat de blaasvulling voor<br />

patiënten veilig is. Patiënten plassen<br />

sneller uit, daarnaast kunnen ze ook<br />

eerder met ontslag. Je ziet in alle studies<br />

dat er geen significant effect is<br />

op complicaties zoals een urineweginfectie<br />

of heropname. Dus dat is heel<br />

gunstig.’<br />

WETENSCHAP@OLVG • 23


Verpleegkundige afstudeerprijs<br />

Oordoppen en slaapmaskers<br />

voor het verbeteren van slaapkwaliteit<br />

na operatie<br />

Jean-Paul Haack, verpleegkundige op de Cardiothoracale<br />

chirurgie, won met bijna de helft van de stemmen de<br />

publieksprijs. Hij concludeerde met zijn casestudie dat<br />

toegankelijke interventies zoals slaapmaskers en oordoppen de<br />

slaapkwaliteit van postoperatieve patiënten kan bevorderen.<br />

Gefeliciteerd met de<br />

publieksprijs! Hoe<br />

vond je het om te<br />

presenteren en om te<br />

winnen?<br />

‘Presenteren is sowieso leuk<br />

om te doen. En ik ben blij<br />

met de publieksprijs. Het<br />

zegt me dat het verhaal<br />

wat ik bracht goed is overgekomen.<br />

Het is waardering<br />

voor wat je inhoudelijk<br />

gedaan hebt en ik denk ook<br />

de manier van presenteren.’<br />

Wat was de aanleiding?<br />

‘Ik heb in mijn afgelopen vier jaar op<br />

drie chirurgische afdelingen stage gelopen.<br />

Daar komt eigenlijk altijd wel terug<br />

dat mensen slecht slapen na een zware<br />

operatie. Een deel komt door pijn en<br />

onrust. Maar er zijn meer factoren die<br />

betrekking hebben op die slaapkwaliteit.<br />

Ik vond het een mooie afsluiter van<br />

mijn opleiding om me daarin te verdiepen,<br />

om te kijken welke niet-medicamenteuze<br />

middelen er zijn om daar iets<br />

aan te doen.’<br />

Hoe heb je je casestudie<br />

aangepakt?<br />

‘Het begint met het vinden van een<br />

goed onderwerp, waar je ook de nodige<br />

literatuur over kunt vinden. Daarna<br />

heb ik gekeken welke artikelen er naar<br />

voren komen en welke middelen/interventies<br />

in die artikelen genoemd<br />

worden. De studie vraagt natuurlijk wel<br />

dat je je ook goed verdiept in deze onderzoeken.<br />

Je beoordeelt hoe ze uitgevoerd<br />

zijn, en kijkt bijvoorbeeld naar de<br />

validiteit.’<br />

Wat zijn de belangrijkste<br />

resultaten?<br />

‘Het mooie van het onderzoek was,<br />

dat er gewoon diverse middelen zijn<br />

om slaapkwaliteit te verbeteren. Je<br />

moet natuurlijk wel kijken wat toepasbaar<br />

is in het ziekenhuis en wat zo<br />

min mogelijk extra inspanning vraagt<br />

van verpleegkundigen. Een van de onderzoeken<br />

die ik als belangrijkste heb<br />

aangehaald was een meta-analyse<br />

waarin meerdere opties werden vergeleken<br />

met elkaar en met de reguliere<br />

zorg. Daar kwam als beste interventie<br />

naar voren de combinatie van muziek,<br />

oordoppen en oogmasker. Voor muziek<br />

moet je veel meer regelen, dus dat heb<br />

ik losgelaten. Waar het uiteindelijk op<br />

neer kwam zijn dus de oordoppen en<br />

het oogmasker.’<br />

Je hebt een enquête uitgezet<br />

onder patiënten?<br />

‘Het interessante was dat er uit deze<br />

enquête specifieke verbeterpunten<br />

voor verpleegkundigen kwamen. Het<br />

wordt ‘s avonds wat rustiger op de afdeling<br />

en verpleegkundigen zijn over<br />

het algemeen best luidruchtig<br />

tijdens het heen<br />

en weer lopen op de gang,<br />

prullenbakken legen. Verpleegkundigen<br />

kunnen<br />

zich meer beseffen dat zij<br />

luidruchtiger zijn voor de<br />

patiënt dan ze vermoeden.’<br />

Wat gebeurt er nu op<br />

de afdeling met wat<br />

er uit jouw onderzoek<br />

is gekomen?<br />

‘We hebben het opgenomen<br />

in het opnameprotocol.<br />

We hebben op alle<br />

kamers twee setjes oordoppen en oogmaskers<br />

liggen en voldoende in onze<br />

algemene voorraad. In het opnamegesprek<br />

wordt de patient verteld dat het<br />

rumoerig kan zijn op een afdeling, door<br />

medepatiënten en alarmbellen. Dus we<br />

bieden ze tijdens het opnamegesprek<br />

die oordoppen en oogmaskers al aan.<br />

We hebben allerlei posters op de kamers<br />

en op de koffiekamer hangen om<br />

mensen erop te wijzen.’<br />

Wat is je advies aan<br />

verpleegkundigen<br />

die aankomend jaar<br />

afstudeeronderzoek gaan<br />

doen?<br />

‘Zorg ten eerste voor een goed onderwerp,<br />

waar je de nodige artikelen over<br />

kan vinden. En zoek iets wat dichtbij<br />

je staat en waar de afdeling ook baat<br />

bij kan hebben. Dat motiveert alleen<br />

maar. Je moet het leuk maken voor jezelf.<br />

Het is best een heel pittig traject.’<br />

WETENSCHAP@OLVG • 24


Verpleegkundige afstudeerprijs<br />

Zorgen voor een couveuse moeder:<br />

waar zitten de knelpunten en wat<br />

kunnen we leren?<br />

Roxan Zeldenthuis, obstetrie verpleegkundige,<br />

deed een knelpuntanalyse naar beïnvloedende<br />

en belemmerende factoren voor de zorg van<br />

moeders op de kraamafdeling met een kind op<br />

de couveuse-afdeling.<br />

Hoe vond je het om te<br />

presenteren tijdens<br />

het minisymposium?<br />

‘Dat vond ik eigenlijk heel<br />

spannend voor zoveel<br />

mensen. Voor mijn gevoel<br />

had ik mijn verhaal goed<br />

op orde, maar ineens zie<br />

je zo’n bordje omhoogkomen<br />

met nog vijf minuten.<br />

Uiteindelijk heb ik wel alles<br />

kunnen vertellen wat ik<br />

wilde vertellen.’<br />

Wat is de aanleiding<br />

voor je onderzoek?<br />

‘Dat is een klacht geweest van een<br />

patiënt waarbij haar kindje op de couveuseafdeling<br />

apart opgenomen heeft<br />

gelegen. In grote lijnen heeft zij zich<br />

vergeten gevoeld, weinig begeleiding<br />

ervaren bij het kolven en borstvoeding<br />

en ook veel verschillende adviezen gehad.<br />

Voor mijn knelpuntanalyse ging<br />

ik op zoek naar verbeterpunten voor<br />

de zorg voor de couveuse moeder. Wat<br />

zijn belemmerende punten en wat kunnen<br />

we daar als afdeling van leren?’<br />

Hoe heb je je onderzoek<br />

aangepakt?<br />

‘Ik vond het best lastig om een begin<br />

te maken, ik ben niet zo theoretisch<br />

opgeleid. Met de nodige hulpmiddelen<br />

heb ik uiteindelijk een stappenplan<br />

kunnen maken. Het begon met een<br />

concrete onderzoeksvraag en PICO,<br />

dat ga je in eerste instantie in de literatuur<br />

onderzoeken. Ik heb ook gebruik<br />

mogen maken van interviews onder<br />

werknemers en patiënten op de afdeling,<br />

wat heel leuk was.’<br />

Wat zijn de belangrijkste<br />

resultaten?<br />

‘Vanuit de interviews met werknemers<br />

bleek dat we deze categorie patiënten<br />

soms als ‘makkelijke zorg’ zien. Dat komt<br />

waarschijnlijk doordat je een moeder<br />

hebt zonder baby op de afdeling. Ik denk<br />

dat een couveuse-moeder juist een<br />

stapje extra nodig heeft, vanwege het<br />

psychische aspect. Het blijkt dat collega’s<br />

heel verschillend met deze groep<br />

moeders omgaan. Patiënten ervaren<br />

vooral de verschillende antwoorden als<br />

onprettig. Een voorbeeld hiervan is dat<br />

de ene collega de moeder het advies<br />

geeft lekker de nacht te slapen, terwijl<br />

de ander aangeeft dat ze zou moeten<br />

kolven. Er blijken verschillen te zitten<br />

tussen de locaties in welke maaltijden de<br />

patiënt moet betalen en partners krijgen<br />

vaak geen maaltijden aangeboden.’<br />

Welke aanbevelingen heb je<br />

gedaan?<br />

‘Ik heb de aanbeveling gedaan om familiekamers<br />

te maken, wat de moederkind<br />

binding ten goede komt. Ik denk<br />

dat het voor ons dan een goede ontwikkeling<br />

gaat zijn om de zorg zoveel mogelijk<br />

te bundelen, zodat er<br />

niet steeds iemand anders<br />

in de kamer staat. Ik wil<br />

heel graag de ontslagregel<br />

die wij hanteren op papier<br />

terugzien, want die was<br />

nergens te vinden. Wat heb<br />

ik nog meer voor aanbeveling<br />

heb gegeven? Voor de<br />

keukendienst één lijn trekken.’<br />

Krijgt je onderzoek<br />

een vervolg op de<br />

afdeling?<br />

‘Dat weet ik niet zo goed. Ik<br />

heb geen aanbeveling gedaan<br />

voor een vervolg op langere termijn.<br />

Dit ligt wat ingewikkelder, omdat<br />

de afdeling en teams vanaf maart <strong>2024</strong><br />

allemaal in Oost zitten.’<br />

Wat zou je advies zijn<br />

aan verpleegkundigen<br />

die aankomend jaar hun<br />

afstudeeronderzoek gaan doen?<br />

‘Vooral een onderwerp kiezen waar je je<br />

goed bij voelt en waar je denkt het plezier<br />

uit te halen. En het ook echt goed te<br />

plannen en in stukjes te hakken. Begin<br />

op tijd!’<br />

Blijft wetenschap en EBP deel<br />

van jouw carrière?<br />

‘Voor nu ben ik wel even uitgeleerd en<br />

ga ik eventjes werkervaring opdoen als<br />

gediplomeerd obstetrieverpleegkundige.<br />

Al trekt bijvoorbeeld het stukje lactatiekundige<br />

me wel heel erg. Mogelijk<br />

dat ik me in de toekomst daar nog eens<br />

in ga laten scholen.’<br />

WETENSCHAP@OLVG • 25


Critically appraised topic<br />

Het voorkomen van een postcontrast acute kidney injury<br />

na een CT-scan met contrastmiddel met prehydratie<br />

Prehydratie, nodig<br />

of nutteloos?<br />

Voorkomt prehydratie voorafgaand aan een CTscan<br />

met contrastmiddel de kans op postcontrast<br />

acute kidney injury bij patiënten met een preexistente<br />

eGFR van 30 of lager, ten opzichte van niet<br />

prehydreren?<br />

Sjoerd Bosma, verpleegkundige SEH<br />

Achtergrond<br />

Veel CT-scans worden gedaan met<br />

contrast, dat schadelijk kan zijn voor<br />

de nieren. Bij patiënten met een slechte<br />

nierfunctie (eGFR


Conclusie<br />

Er is onvoldoende bewijs dat prehydratie<br />

voorafgaand aan een CT-scan met<br />

contrastmiddel de kans op postcontrast<br />

acute kidney injury (PC-AKI) verlaagt<br />

of verhoogt bij patiënten met een preexistente<br />

eGFR


Artikel<br />

Een CineCare Beraad<br />

Bij een CineCare Beraad gaan zorgprofessionals met elkaar in<br />

gesprek aan de hand van een film. Dit heeft als doel om van elkaar<br />

te leren en te reflecteren op ervaringen, intuïties, emoties, (voor)<br />

oordelen en verantwoordelijkheden, om inzicht te krijgen in de<br />

eigen professionele moraal en ethisch handelen.<br />

Kim Henkels de Lange, verpleegkundige en ambtelijk secretaris VSB<br />

Film als reflectie<br />

Films kunnen toeschouwers meetrekken<br />

in een onbekende wereld en hen tijdelijk<br />

de grenzen van hun identiteit laten verleggen<br />

en/of een andere identiteit aan<br />

laten nemen. Dit kan waardevol zijn voor<br />

zorgprofessionals omdat zij dagelijks<br />

werken met mensen in wiens schoenen<br />

je meestal niet zelf wilt staan. Tegelijkertijd<br />

bieden films de gelegenheid om<br />

de zorgervaringen en -handelingen van<br />

een afstand te beschouwen, omdat je<br />

als toeschouwer niet zelf de hoofdrol<br />

speelt, maar je een ander ziet handelen.<br />

Opzet van een CineCare Beraad<br />

Een CineCare Beraad begint met een<br />

kort voorgesprek van ongeveer vijftien<br />

WETENSCHAP@OLVG • 28


minuten waarin een gespreksleider de<br />

deelnemers een zogenoemd ‘kijkraam’<br />

aanbiedt, een soort lens waardoor de<br />

deelnemers de film bekijken.<br />

Na het voorgesprek begint de filmvertoning.<br />

Er zijn vele films mogelijk.<br />

Enkele voorbeelden zijn Wit met Emma<br />

Thompson uit 2001 over een vrouw met<br />

terminale kanker; Patch Adams uit 1998<br />

met Robin Williams over een arts in opleiding<br />

of Plan 75 uit 2022 waarin in een<br />

nabije toekomst Japan een ‘oplossing’<br />

heeft gevonden voor de vergrijzingsproblematiek.<br />

Na afloop is er een nagesprek van<br />

ongeveer 30 minuten waarin de deelnemers<br />

onder begeleiding van de gespreksleider<br />

stilstaan bij de film, hun<br />

kijkervaring en implicaties voor hun<br />

eigen dagelijkse praktijk.<br />

Een ‘kijkraam’ als lens<br />

Het kijkraam vormt een lens waardoor<br />

heeft als doel om de deelnemers gericht<br />

naar de film te laten kijken, maar<br />

laat tegelijkertijd voldoende ruimte om<br />

te reflecteren op waarden, perspectieven<br />

en inzichten die eigen ervaring, beleving<br />

en handelen kleuren.<br />

Een kijkraam bestaat uit een concept,<br />

zoals zorg, emotie, lichamelijkheid,<br />

betekenis of verantwoordelijkheid. De<br />

gespreksleider zal het gekozen kijkraam<br />

toelichten en geeft de deelnemers<br />

vervolgens enkele reflectievragen waarover<br />

zij tijdens de filmvertoning kunnen<br />

nadenken.<br />

Om bijvoorbeeld het kijkraam ‘zorg’<br />

toe te lichten, kan de gespreksleider<br />

de visie op ‘zorg’ van de Amerikaanse<br />

zorgethicus Joan Tronto gebruiken.<br />

Volgens Tronto begint zorgen bij het<br />

waarnemen van een zorgvraag of<br />

zorgbehoefte. Vervolgens moet de zorg<br />

georganiseerd en deskundig gegeven<br />

worden. Daarna moet er gekeken worden<br />

of de zorgvraag is beantwoord en<br />

of de zorg democratisch is ontvangen<br />

en verleend, dat wil zeggen: rechtvaardig,<br />

gelijkwaardig en in vrijheid.<br />

Op basis van deze visie op zorg, kan<br />

de gespreksleider de deelnemers vijf<br />

vragen meegeven om te overdenken<br />

tijdens het kijken van de film:<br />

• Waar heeft de zorgvrager behoefte<br />

aan? Wat is volgens jou zijn/haar<br />

zorgvraag?<br />

• Wie heeft de verantwoordelijkheid<br />

voor de zorg?<br />

• Welke mogelijkheden hebben de<br />

zorgprofessionals om aan de zorgbehoeften<br />

van de zorgvrager tegemoet<br />

te komen?<br />

• Hoe reageert de zorgvrager op de<br />

aangeboden zorg?<br />

• In hoeverre vind je de verleende zorg<br />

rechtvaardig en gelijkwaardig?<br />

Nagesprek: een koppeling naar<br />

de eigen praktijk<br />

In het nagesprek laat de gespreksleider<br />

de deelnemers een koppeling maken<br />

naar hun eigen praktijk. Voortbordurend<br />

op het kijkraam ‘zorg’ kan de gespreksleider<br />

de volgende vragen stellen<br />

aan de deelnemers:<br />

• Herken je de manier waarop de zorgvrager<br />

in de film zijn/haar behoeften<br />

aangaf bij jouw patiënten/cliënten?<br />

• Hoe achterhaal jij de zorgbehoeften<br />

bij jouw patiënten/cliënten?<br />

• Hoe zijn de zorgverantwoordelijkheden<br />

in jouw praktijk verdeeld?<br />

• Welke tekorten of kwaliteiten van<br />

zorgverleners in de film herken je bij<br />

jezelf of je collega’s?<br />

• Hoe controleer jij of de door jou aangeboden<br />

zorg aansluit bij de zorgbehoeften<br />

van jouw cliënt/patiënt?<br />

• Welke verleende zorg vind je onrechtvaardig<br />

en waarom?<br />

• Wanneer vind jij dat er sprake is van<br />

ongelijkwaardige zorgverlening en<br />

waarom?<br />

Discussie<br />

Een CineCare Beraad kent twee mogelijke<br />

belemmeringen voor de uitvoering:<br />

het kost geld en tijd. Als je een filmvertoning<br />

zou organiseren in een filmhuis,<br />

moet je rekening houden met zaalhuur<br />

en mogelijk licentiekosten. Wellicht<br />

zijn er subsidies mogelijk of kun je<br />

zo’n CineCare Beraad met meerdere<br />

partijen organiseren om de kosten te<br />

verlagen, bijvoorbeeld OLVG en Amsterdam<br />

UMC samen. Aan de andere<br />

kant: reflecteren op ervaringen en<br />

handelingen is geen luxe. Zoals Joan<br />

Tronto het zegt: “het is een noodzaak<br />

om zorginstellingen zorgzame instellingen<br />

te laten zijn”.<br />

De tweede belemmering is tijd; een<br />

CineCare Beraad kost in totaal makkelijk<br />

twee à drie uur, afhankelijk van<br />

de duur van de film. Hierdoor is het<br />

wellicht minder praktisch uitvoerbaar<br />

dan bijvoorbeeld een dilemmabespreking<br />

met de CURA-methode<br />

die 20 tot 30 minuten kost. Misschien<br />

is het echter in deze tijd waarin alles<br />

snel, sneller, snelst gaat, juist goed<br />

om eens te vertragen en aandacht te<br />

vragen en nemen voor jezelf als professional<br />

in ontwikkeling.<br />

Conclusie<br />

‘Cinema is a mirror by which we often<br />

see ourselves’ aldus filmmaker Alejandro<br />

Gonzalez Inarritu. Een CineCare<br />

Beraad zou je kunnen samenvatten<br />

als een beraad waarin film een reflectie<br />

biedt op je eigen (professionele)<br />

perspectief, houding en waarden en<br />

normen. Hiermee vormt een CineCare<br />

Beraad een reflectieve gelegenheid<br />

die nodig is voor het welzijn en behoud<br />

van zorgprofessionals.<br />

Dit essay is een ingekorte versie van een eindopdracht<br />

die ik in juni 2023 schreef voor mijn studie<br />

Zorgethiek en Beleid aan de Universiteit voor<br />

Humanistiek. Voor de leesbaarheid zijn enkele<br />

bronnen onvermeld gebleven. Het volledige<br />

essay kun je opvragen door een mail te sturen<br />

naar k.henkels-delange@olvg.nl.<br />

Belangrijkste bronnen<br />

Nistelrooij I. Basisboek Zorgethiek. Heeswijk-<br />

Dinther: Berne Educatie; 2022.<br />

Tronto JC. Moral boundaries. A political Argument<br />

for an Ethic of Care. New York: Routledge;<br />

1993.<br />

Van Dartel H, Molewijk B. In gesprek blijven over<br />

Goede zorg. Overlegmethoden voor moreel<br />

beraad. Amsterdam: Uitgeverij Boom; 2020.<br />

WETENSCHAP@OLVG • 29


Abstract<br />

relaties, doordat ouders optreden als<br />

primaire zorgverlener en (2) communicatielijnen,<br />

doordat ouders participeren<br />

tijdens de medische visiterondes. Er<br />

ontstaat behoefte aan het ontwikkelen<br />

van (3) competenties, zoals het coachen<br />

van ouders in de rol van primaire<br />

zorgverlener. Waarden, normen en overtuigingen<br />

(4) geassocieerd met FICare<br />

hielpen zorgprofessionals nieuwe rollen<br />

te omarmen. Andere waarden en normen<br />

en overtuigingen konden juist optreden<br />

als barrières, bijvoorbeeld wanneer<br />

de familiekamers een hotelachtige<br />

services opriepen.<br />

Ouders als zorgpartner,<br />

nieuwe<br />

rollen voor de<br />

zorgprofessional<br />

Dr. Mireille Stelwagen, Adviseur wetenschap en opleiden, verpleegkundig onderzoeker<br />

Aanleiding/doel<br />

Veranderingen in het werk kunnen van<br />

invloed zijn op de professionele identiteit,<br />

wat bestaat uit gedeelde gedragingen,<br />

kennis, vaardigheden, waarden<br />

en overtuigingen. Een goed ontwikkelde<br />

beroepsidentiteit is essentieel voor het<br />

welzijn en groei van de zorgprofessional1.<br />

Het werk van zorgprofessionals<br />

verschuift steeds meer naar een gelijkwaardige<br />

werkwijze met de patiënt<br />

en/of naasten. Een voorbeeld hiervan<br />

is de verschuiving van het werk van<br />

neonatologieverpleegkundigen; van<br />

uitvoerder van gespecialiseerde zorg<br />

naar een intensieve samenwerking met<br />

ouders. Het OLVG biedt hiervoor familie<br />

geïntegreerde zorg (FICare) aan ouders<br />

en pasgeborenen in hun eigen familiesuites.<br />

Met deze studie onderzochten<br />

wij welke rolverschuivingen artsen en<br />

verpleegkundigen ervoeren door de veranderingen<br />

in het werk en wat dat betekende<br />

voor hun professionele identiteit.<br />

Hoe onderzocht<br />

Zestig zorgprofessionals (waaronder 27<br />

artsen en 27 verpleegkundigen) van het<br />

Anna Paviljoen werden tussen <strong>mei</strong> 2018<br />

en januari 2020 tijdens drie focusgroepgesprekken<br />

en 43 diepte-interviews<br />

gevraagd naar hun ervaringen met het<br />

empoweren van ouders. Alle tekst uit<br />

de interviews werd onafhankelijk door<br />

meerdere codeurs gecodeerd en vervolgens<br />

verder geanalyseerd met behulp<br />

van een framework-analyse. Hierbij<br />

werd een raamwerk gebruikt van het<br />

concept ‘professionele identiteit’.<br />

Resultaat<br />

Zorgprofessionals ervaren zowel gunstige<br />

als bedreigende verschuivingen<br />

in hun professionele identiteit door<br />

het werken op familiekamers en door<br />

de continue aanwezigheid van ouders<br />

naast hun pasgeborenen. Tussen henzelf,<br />

de ouders en de pasgeborenen<br />

verandert het (1) verbondenheid en<br />

Conclusies<br />

Bij het opnemen van ouders als gelijkwaardige<br />

partners in een zorgteam in<br />

een ziekenhuis ervaren zorgprofessionals<br />

zowel positieve als bedreigende<br />

verschuivingen in hun professionele<br />

identiteit. Het is belangrijk om hiermee<br />

rekening te houden in de toekomst<br />

en zorgprofessionals hierin te helpen<br />

ontwikkelen, gezien het belang en de<br />

opkomst van familie- en naastenparticipatie<br />

in de zorg.<br />

Dankzij deze studie weten we hoe verschillende<br />

zorgprofessionals zich kunnen<br />

voorbereiden op een nieuwe beroepsidentiteit<br />

door verregaande patiëntenen<br />

familieparticipatie in ziekenhuizen.<br />

Niet alleen binnen moeder en kindzorg,<br />

maar ook voor andere afdelingen.<br />

Referenties<br />

1. Fitzgerald A. Professional identity: A concept<br />

analysis. Nursing forum. 2020;55(3):447-72.<br />

2. Ritchie J. Qualitative research practice: A quide<br />

for social science students and researchers.<br />

London: Sage; 2003.<br />

3. Stelwagen M, Westmaas A, Van Kempen A,<br />

Scheele F. Rebalancing of professional identity<br />

roles in an integrated maternity and neonatal<br />

care setting designed to increase parent autonomy:<br />

A qualitative study among health professionals.<br />

J Interprofessional Care [Accepted 9<br />

April, <strong>2024</strong>]<br />

Scan deze QR<br />

code voor een<br />

filmpje over dit<br />

onderzoek.<br />

WETENSCHAP@OLVG • 30


In het kort<br />

Colofon<br />

Volg deze hoogleraren en<br />

lectoren uit de verpleegkunde<br />

Wie volg jij op LinkedIn om bij te blijven in je vak, om inspiratie op te doen? We<br />

horen het graag. Hier een paar van onze favorieten:<br />

• Anne Eskes, bijzonder lector<br />

Patiënten- en familieparticipatie in<br />

de klinische zorg.<br />

• Albine Moser, bijzonder lector Samen<br />

beslissen door verpleegkundigen.<br />

• Angelique Dierick, lector Digitale<br />

beslissingsondersteuning door<br />

verpleegkundige en paramedische<br />

professionals.<br />

• Manon Parry, hoogleraar Medische en<br />

verpleegkundige geschiedenis.<br />

• Kim Verhaegh, lector Verpleegkundig<br />

leiderschap.<br />

• Berno van Meijel, bijzonder<br />

hoogleraar GGZ verpleegkunde<br />

• Marieke Schuurmans, hoogleraar<br />

Passende zorg (gericht op ouderen en<br />

chronisch zieken).<br />

• Frederique Paulus, hoogleraar<br />

Kwaliteit van Intensive Care Zorg.<br />

• Lilian Vloet, lector Acute Intensieve<br />

Zorg.<br />

• Pieterbas Lalleman, lector<br />

Persoonsgerichtheid in een ouder<br />

wordende samenleving.<br />

• Annemarie de Vos, lector Continue<br />

professionele ontwikkeling van<br />

verpleegkundigen.<br />

• Monique van Dijk, hoogleraar<br />

Verplegingswetenschap.<br />

• Margreet van der Cingel, lector<br />

Leiderschap en identiteit.<br />

• Wolter Paans, lector Verpleegkundige<br />

diagnostiek.<br />

• Hester Vermeulen, hoogleraar<br />

Verplegingswetenschap.<br />

• Evelyn Finnema, hoogleraar<br />

Verplegingswetenschap en Onderwijs<br />

en lector Verpleegkundige innovatie<br />

en positionering.<br />

• Wilma Scholte op Reimer, hoogleraar<br />

Complexe zorg.<br />

• Lisette Schoonhoven, hoogleraar<br />

Kwaliteit en veiligheid<br />

verpleegkundige zorg.<br />

• Bianca Buurman, hoogleraar Acute<br />

Ouderenzorg.<br />

En vergeet niet de LinkedIn pagina van<br />

Wetenschap OLVG te volgen!<br />

Onderscheid maken als EBP-coach<br />

Evidence-based practice (EBP) is belangrijk binnen het<br />

verpleegkundig handelen. Toch landt de werkwijze nog<br />

moeizaam in de praktijk. In 2019 is een studiepad om hboverpleegkundigen<br />

op te leiden als EBP-coach ontwikkeld.<br />

Meerdere EBP-coaches hebben sindsdien in dit blad gestaan.<br />

Marijke van Buren heeft haar onderzoek naar het onderscheidend vermogen<br />

van de EBP-coach gepubliceerd. Uit focusgroepen blijkt dat zowel de EBpcoaches<br />

zelf als hun team de rol van EBP-coach positief ontvangt:<br />

• de rol van EBP-coach geeft verpleegkundigen een nieuwe uitdaging; de opleiding<br />

en coaching dragen bij aan hun professionele ontwikkeling<br />

• collega’s van EBP-coaches ervaren deze rol in hun team positief;<br />

• zij kunnen gebruik maken van EBP- en coachingvaardigheden<br />

• collega’s zien dat dankzij de EBP-coach binnen hun afdeling<br />

• meer gestuurd wordt op het écht verpleegkundig maken van<br />

• evidence-based vraagstukken<br />

Het hele artikel is te lezen in TVZ (editie 1 van <strong>2024</strong>, pag. 52-55). Op<br />

te vragen via wetenschapsblad@olvg.nl.<br />

<strong>Wetenschap@OLVG</strong> <strong>Verpleegkunde</strong><br />

(speciale editie van Wetenschap@<br />

OLVG) is een onafhankelijke,<br />

wetenschappelijke uitgave van het<br />

Leerhuis van OLVG, die één keer per<br />

jaar verschijnt. Met deze uitgave wil<br />

OLVG wetenschappelijk onderzoek<br />

voor en door verpleegkundigen op een<br />

toegankelijke manier presenteren en<br />

verpleegkundigen laten kennismaken<br />

met en informeren over de<br />

ontwikkelingen rond evidence based<br />

practice (EBP).<br />

Redactie<br />

M. van Buren MSc, verpleegkundige<br />

afdeling Acute Zorg; M.R. Herrebrugh<br />

MA, medisch fotograaf; F.J.G. van<br />

Hunnik, operationeel manager<br />

en verpleegkundige Psychiatrie &<br />

Medische Psychologie, CNIO;<br />

K. Henkels de Lange, IC-verpleegkundige;<br />

dr. N.H. Jonkman, adviseur<br />

wetenschap, epidemioloog; M. ter Meer,<br />

praktijkbegeleider dialyse-afdeling;<br />

S. Priester-Vink Msc;<br />

informatiespecialist;<br />

drs. J.W. Schuitenmaker,<br />

verpleegkundig specialist SEH;<br />

dr. M.A. Stelwagen, adviseur<br />

wetenschap en opleiden<br />

Redactie- en administratieadres<br />

<strong>Wetenschap@OLVG</strong> <strong>Verpleegkunde</strong><br />

Postbus 95500<br />

1090 HM Amsterdam<br />

Telefoon: (+316) 38850513<br />

E-mail: wetenschap@olvg.nl<br />

Hoofdredacteur: Mireille Stelwagen<br />

Eindredactie en bladcoördinatie:<br />

Manja Herrebrugh en Simone Priester-<br />

Vink<br />

Fotografie: Catalina Feres Favi, Manja<br />

Herrebrugh, Jelmer ten Hoeve en Joep<br />

Maeijer, Audiovisuele Zaken OLVG<br />

Vormgeving: Ruparo, www.ruparo.nl<br />

Druk: Drukkerij De Bij, www.debij.nl<br />

Oplage: 1.000 stuks<br />

Oproep<br />

Heb je een interessant artikel dat je<br />

wilt delen? Of wil je reageren op het<br />

magazine? Neem dan contact op met<br />

onze redactie.<br />

We zijn altijd op zoek naar critically<br />

appraised topics (CATs). Heb je recent<br />

een CAT gemaakt of ga je dit jaar<br />

hiermee beginnen? Dan is dit je kans<br />

om het resultaat full colour terug te<br />

zien in de volgende editie.<br />

Meer weten? wetenschap@olvg.nl<br />

Jaargang 12, nummer 13, <strong>mei</strong> <strong>2024</strong><br />

WETENSCHAP@OLVG • 31


verpleegkundige?<br />

: maak kennis met OLVG<br />

Bij OLVG zijn we allemaal een beetje eigenwijs maar<br />

op een goede manier. We steken onze mening niet<br />

onder stoelen of banken en communiceren open en<br />

eerlijk, met aandacht voor elkaar. Via korte lijnen,<br />

waarbij iedere mening telt. We zeggen op respectvolle<br />

wijze waar het op staat, zijn ruimdenkend, persoonlijk<br />

en oprecht. Dat past bij de onbegrensde uitdagingen<br />

én mogelijkheden van een wereldstad.<br />

We verleggen de bekende weg als het bijdraagt aan<br />

het resultaat. En bedenken het liefst hoe het nóg<br />

beter kan. Op eigen wijze. Mét elkaar. Altijd in dienst<br />

van onze patiënten, op betekenisvolle momenten in<br />

hun leven. Waarbij we iedere keer kijken naar de mens<br />

achter de patiënt.<br />

Bij OLVG bepaal je zelf hoe ver je wilt komen en welke<br />

initiatieven je neemt. Maar een ding is zeker, je kunt<br />

altijd rekenen op de onvoorwaardelijke steun van je<br />

collega’s en de organisatie.<br />

Meer weten? Neem contact op met recruitment via<br />

recruitment@olvg.nl of bekijk onze vacatures en<br />

opleidingsmogelijkheden op werkenbijolvg.nl.<br />

Werken bij OLVG. Op eigen wijze.<br />

werkenbijolvg.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!