Wetenschap@OLVG 2024 #1 maart
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
wetenschapsblad OLVG jaargang 17 | no. 1 | <strong>maart</strong> <strong>2024</strong><br />
WETENSCHAP<br />
@OLVG<br />
Verpleegkunde<br />
Total body MRI<br />
voor het ontdekken van maligniteiten<br />
bij patiënten met osteochondromen<br />
Zorginnovatie<br />
Gerandomiseerd<br />
onderzoek naar de<br />
Luscii hartfalen app<br />
Abstract<br />
Zwangerschapsintentie,<br />
psychiatrische<br />
diagnoses, maternale en<br />
neonatale uitkomsten<br />
Historie<br />
Mitralisklep operaties,<br />
van 100 jaar geleden<br />
tot in de toekomst
In deze editie<br />
Mitralisklep operaties, van<br />
4<br />
1923 tot in de toekomst<br />
Dr. Riccardo Cocchieri verdedigde in juni 2023 met succes<br />
zijn proefschrift. Dit proefschrift beslaat een breed scala<br />
aan onderwerpen, waaronder de geschiedenis van<br />
hartklep operaties.<br />
16<br />
Total<br />
body MRI<br />
OLVG is een landelijk expertisecentrum voor patiënten met<br />
Hereditaire Multiple Exostosen - Multiple Osteochondromen<br />
(HME-MO). De samenwerkende radioloog en orthopeden<br />
hebben gepubliceerd over het gebruik van de total body MRI<br />
bij het ontdekken van maligniteiten bij deze patiëntengroep.<br />
Fotovraag<br />
Bronnen:<br />
https://www.sirius-medical.com/<br />
* Bart Vrouenraets, Doeke Bijlmakers, Ali el Hassounim, Hanneke Jenje, Kees Ruck, Jan Willem Beijer<br />
(2022). SiriusLink - process mining and surgical oncology process improvement: An application to<br />
Breast Cancer Surgery in The Netherlands. The American Society of Breast surgeons 23rd Annual<br />
Meeting. Scientific Session Abstracts.<br />
Het object op de foto zorgt voor een<br />
hele precieze manier van opereren bij<br />
borstkanker patiënten. Weet u wat<br />
dit is?<br />
Deze naald, met bovenin een magnetisch ‘zaadje’, is onderdeel van een driedelig<br />
apparaat: de ‘Sirius Pintuition’. Tot nu toe gebruikten chirurgen een metalen<br />
lokalisatiedraad of een radioactieve vloeistof om tumoren in de borst te lokaliseren<br />
tijdens een operatie. Dit nieuwe apparaat werkt met behulp van magnetisme:<br />
geen radioactieve belasting voor de patiënt dus. Het magnetische zaadje<br />
wordt bij de patiënt geplaatst en markeert de tumor. Tijdens de operatie geeft<br />
de ‘Pintuition Probe’ vervolgens real-time feedback en begeleidt de chirurg op<br />
die manier heel precies naar de gemarkeerde tumor. Het magnetische zaadje<br />
kan bovendien tot 180 dagen voor de operatie geplaatst worden, in tegenstelling<br />
tot de lokalisatiedraad en de radioactieve vloeistof – die moeten op de ochtend<br />
van de operatie, of één dag van tevoren, door de radioloog geplaatst/ingespoten<br />
worden. Dit zorgt voor een efficiëntere OK planning. OLVG deed onderzoek<br />
naar de methode* en heeft de techniek recent geïmplementeerd.<br />
Foto voorpagina: Een geanonimiseerde, geinverteerde full body MRI van een patiënt met osteochondromen (foto via Henk-Jan van der Woude).<br />
WETENSCHAP@OLVG • 2
Redactioneel<br />
Beoordeel ons blad<br />
Help ons <strong>Wetenschap@OLVG</strong> te verbeteren, door<br />
ons lezersonderzoek in te vullen. Dit doet u door de<br />
QR code te scannen. Daarmee maakt u kans op<br />
een VVV bon van €20. Alvast bedankt!<br />
En verder<br />
6 Vastberadenheid, passie en samenwerking<br />
8 Abstract: Zwangerschapsintentie in relatie tot<br />
maternale en neonatale uitkomsten bij vrouwen<br />
met versus zonder psychiatrische diagnoses<br />
9 Kwartet onderzoekers<br />
14 In de schijnwerpers<br />
15 Abstract: Het effect van transforaminale epidurale<br />
corticosteroïd injecties bij het acuut lumbosacraal<br />
radiculair syndroom- een gerandomiseerde en<br />
gecontroleerde studie<br />
18 Epidemiologica: Risicomaten<br />
20 Commissie wetenschap: Succesvolle STZ visitatie<br />
21 Column Marielle van Pampus: Traumatische<br />
ervaringen op de werkvloer<br />
21 Tip van de ACWO<br />
22 Zorginnovatie: Gerandomiseerd onderzoek naar<br />
de Luscii hartfalen app<br />
23 Gepromoveerd in 2023<br />
Alles staat of valt<br />
bij data<br />
Als deze voorjaarseditie van <strong>Wetenschap@OLVG</strong><br />
verschijnt, ben ik thuis vanwege bevallingsverlof.<br />
Fijn dat hier in Nederland goede regelingen voor<br />
zijn, maar ook een raar idee na 15 jaar fulltime<br />
werken.<br />
Met steeds meer hardwerkende vrouwen op de<br />
arbeidsmarkt is het goed dat er meer aandacht<br />
komt voor de gezondheid van vrouwen. De koninklijke<br />
onderscheiding voor Dorenda van Dijken<br />
en de NWO subsidie voor het Menopause Consortium<br />
zijn daar mooie voorbeelden van. Naast<br />
een onderzoek naar zwangerschapsintenties bij<br />
vrouwen met en zonder psychiatrische diagnose<br />
kunt u lezen over een EMDR-behandeling kort na<br />
een traumatische bevalling. En de impact van een<br />
traumatische ervaring op zorgverleners wordt<br />
beschreven in de column.<br />
Wetenschappelijk onderzoek leidt zelden tot<br />
keiharde conclusies. Maar in de media gaat de<br />
nuance vaak verloren. De NOS-app kopte eind<br />
december ‘Eerste keer onderzoek naar verzuim<br />
bij menstruatie: 10% blijft thuis’. Dit suggereert dat<br />
10% van de menstruerende vrouwen verzuimt. Wie<br />
verder leest dan de kop, ziet dat het gaat om 10%<br />
van de vrouwen die één of meerdere dagen heeft<br />
verzuimd in een jaar tijd vanwege klachten door<br />
zwangerschap, de overgang, óf menstruatie. Dat<br />
is heel iets anders! Zoals bij ieder onderzoek geldt:<br />
alles staat of valt bij de data. Daarom als Tip van<br />
de ACWO dit keer uitleg over de update van het<br />
OLVG Databeleid en in Epidemiologica aandacht<br />
voor het vergelijken van risico’s als uitkomst. Alleen<br />
data en analyses van hoge kwaliteit kunnen<br />
helpen om de zorg te verbeteren!<br />
Verder staat deze editie boordevol innovaties in<br />
de zorg. Minimaal invasieve hartklepchirurgie,<br />
maagverkleining in dagbehandeling, diagnostiek<br />
en behandeling van slaapapneu, nieuwe heupprotheses,<br />
injecties bij een rughernia, patiënt- en<br />
familieparticipatie in de klinische zorg, beeldvorming<br />
bij patiënten met een zeldzame botaandoening<br />
en een app bij hartfalen. De verhalen<br />
weerspiegelen het enthousiasme van<br />
clinici om innovaties in praktijk te<br />
brengen en de motivatie van<br />
onderzoekers om dit zorgvuldig<br />
te evalueren. Ik kan niet<br />
wachten om daar weer aan<br />
bij te dragen!<br />
Nienke Willigenburg<br />
WETENSCHAP@OLVG • 3
Historie<br />
Mitralisklep operaties,<br />
van 100 jaar geleden<br />
tot in de toekomst<br />
Dr. Riccardo Cocchieri, gespecialiseerd in minimaal invasieve<br />
chirurgie van de mitralisklep, verdedigde in juni 2023 met<br />
succes zijn proefschrift. Dit proefschrift beslaat een breed<br />
scala aan onderwerpen, waaronder de geschiedenis van<br />
hartklep operaties.<br />
Dr. Riccardo Cocchieri, cardiothoracaal chirurg en unitleider cardiothoracale chirurgie<br />
Simone Priester-Vink, eindredacteur <strong>Wetenschap@OLVG</strong><br />
digden in het overlijden van de pa tiënt.<br />
Met een speciaal apparaat slaagde dr.<br />
Elliot C. Cutler erin om de vernauwing<br />
van de hartklep van een jong meisje<br />
een beetje te openen, waardoor haar<br />
hart beter kon werken.<br />
In de decennia daarna zie je een snelle<br />
Geschiedenis<br />
De mitralisklep is een van de vier hartkleppen.<br />
Zo’n 100 jaar geleden werden<br />
twintigers en dertigers ziek van een verkalkte<br />
mitralisklep. In 1923 werd vond de<br />
eerste geslaagde reparatie van een mitralisklep<br />
plaats, eerdere pogingen einontwikkeling<br />
van de techniek. De hartlongmachine,<br />
uitgevonden door John<br />
Gibbon in de jaren ’50, hield veel meer<br />
patiënten in leven. Met dank aan deze<br />
uitvinding, konden de eerste hartkleppen<br />
worden vervangen. Dit gebeurde<br />
met kleppen die handmatig van vilt<br />
gemaakt werden door artsen of familie.<br />
Dokter Mariken Wolters-Geldof is cardioloog<br />
in OLVG en haar vader was hier<br />
vroeger cardiochirurg. Haar moeder<br />
maakte thuis kleppen voor patiënten<br />
van OLVG (zie afbeeldingen). Het hartchirurgiecentrum<br />
in OLVG bestaat in dit<br />
jaar 65 jaar. Riccardo: ‘In de jaren ’50 en<br />
‘60 zie je een ‘boom’ van hartchirurgie<br />
die al erg lijkt op wat wij vandaag doen.<br />
Foto boven: De frames<br />
waarom het vilt werd<br />
genaaid.<br />
Foto linksonder:<br />
Uitgeknipte vilt.<br />
Foto rechtsonder:<br />
Met vilt bekleed frame,<br />
eindresultaat thuis.<br />
Alle foto’s zijn eigendom<br />
van Atty Geldof-Fischer.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 4
Natuurlijk met aanpassingen en extra<br />
veiligheid.’<br />
De basis van mitralisklep reparaties ligt<br />
in de jaren ’70. Dr. Alain F. Carpentier<br />
schreef hiermee wereldgeschiedenis op<br />
het gebied van hartchirurgie. Al was dit<br />
nog niet minimaal invasief en werd hierbij<br />
het borstbeen geopend. Pas 20 jaar<br />
later, in de jaren ‘90 werd de techniek die<br />
lijkt op de huidige minimaal invasieve ingreep<br />
voor het eerst gebruikt. Riccardo:<br />
‘Na dit eerste succes was er veel drama.<br />
De procedure werd onveilig bevonden.<br />
De innovatieve techniek werd lang beschouwd<br />
als trucje voor cowboys.’<br />
In het begin van jaren 2000 is er een<br />
revival waarbij de ingreep verbeterd is<br />
en veiliger is gemaakt.<br />
Proefschrift<br />
Het proefschrift van dr. Riccardo Cocchieri<br />
beschrijft niet alleen de evolutie<br />
van hartchirurgie, maar ook het toepassen<br />
van technologie. De huidige minimaal<br />
invasieve mitralisklep operaties<br />
bouwen voort op een techniek die al<br />
decennia bestaat. ‘Wat veranderd is<br />
in 100 jaar is de toegang, die zorgt dat<br />
door een kleine snede van ongeveer 4<br />
centimeter, het mogelijk is om aan de<br />
binnenkant dezelfde operatie op dezelfde<br />
manier te kunnen doen.’<br />
‘De technologie is een sector die in<br />
ontwikkeling is en die het mogelijk<br />
maakt soms de grenzen op te zoeken..’<br />
Riccardo: ‘Als je iets moderner wil doen<br />
en wilt innoveren, moet je bedenken<br />
dat innovatie een learning curve heeft.’<br />
Maar die learning curve moet niet gezien<br />
worden als experimenteren. Als je<br />
niks durft, is de kans heel klein dat je<br />
innovatief bent en dat je dus uiteindelijk<br />
iets positiefs doet voor je patiënten.<br />
Ik geloof dat falen een onderdeel is van<br />
innovatie. Alleen het falen moet gecontroleerd<br />
falen zijn. Bij die learning curve<br />
hoort dus het registeren van data, onderzoek<br />
doen en continue checken dat<br />
wat je doet goed is. Indien dit niet zo is,<br />
moet je weer teruggaan naar de basis.<br />
Daarom beschrijft mijn proefschrift de<br />
registratie van data als vereist.’<br />
Dr. Riccardo Cocchieri<br />
Toekomst<br />
Het aantal hartklepoperaties in Westerse<br />
landen daalt. Dit komt doordat mensen<br />
over het algemeen gezonder zijn en<br />
minder vaak ziek worden. Tevens komt<br />
het doordat andere specialismen betere<br />
behandelopties en medicijnen hebben.<br />
Dat zorgt voor minder incidentie van<br />
problemen en waardoor minder operaties<br />
nodig zijn. Op dit moment werken<br />
cardiologen en cardiochirurgen voor<br />
kleppenoperaties veel samen. De hartchirurgie<br />
zal nooit verdwijnen, omdat<br />
deze kleppenoperaties door cardiologen<br />
niet voor elke patiënt mogelijk zijn. De<br />
patiëntengroep die door de hartchirurg<br />
minimaal invasief geopereerd worden<br />
zal steeds complexer worden.<br />
Riccardo: ‘Betreft de toekomst van wetenschap<br />
op dit gebied in OLVG; Ik hoop<br />
dat andere artsen promoveren ook zien<br />
als mogelijkheid en ik stimuleer dit in<br />
ieder geval.’<br />
Het is de ambitie om arts-assistenten<br />
op de afdeling cardiothoracale chirurgie<br />
te laten promoveren op minimaal<br />
invasieve chirurgie. Een van de artsassistenten<br />
is al goed op weg met twee<br />
publicaties rondom dit onderwerp. Ook<br />
bestaan er plannen op de afdeling om<br />
meer gezamenlijk wetenschappelijk<br />
onderzoek te doen met de academie.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 5
Interview<br />
Vastberadenheid, passie<br />
en samenwerking<br />
Dorenda van Dijken ontving in oktober 2023 een koninklijke<br />
onderscheiding voor haar inzet voor betere (h)erkenning,<br />
bespreekbaarheid en aandacht van overgangsklachten en het<br />
opheffen van het taboe op hormoontherapie. Ze noemt haar<br />
werk haar hobby en heeft samen met collega’s in 2023 een grote<br />
wetenschappelijke subsidie binnengehaald van het NWO.<br />
Simone Priester-Vink<br />
Gefeliciteerd met de<br />
koninklijke onderscheiding!<br />
‘Dankjewel! Het leek alsof iedereen<br />
het wist behalve ik. Ze hadden met de<br />
vakgroep een appgroep aangemaakt<br />
zonder mij. Echt knap dat zo’n grote<br />
groep mensen dat geheim heeft weten<br />
te houden. Het was echt een mooi<br />
moment. Ik ben trots dat ik het onderwerp<br />
overgang zo op de kaart heb<br />
weten te zetten. We hebben de MOPpoli<br />
opgericht om een grote groep<br />
vrouwen te helpen met complexe<br />
overgangsproblematiek en vrouwen<br />
met hormonale stemmingsklachten<br />
omdat ze echt baat hebben bij een<br />
ander zorgtraject.’<br />
Heeft een multidisciplinaire<br />
poli nog meer voordelen?<br />
‘Ook de opleidingen hebben hier<br />
baat bij, niet alleen de opleiding gynaecologie,<br />
maar ook de opleiding<br />
psychiatrie en andere specialisaties.<br />
Dat multidisciplinair samenwerken,<br />
daar leer je zoveel van. Je komt erachter<br />
welke raakvlakken specialisaties<br />
hebben. Ik kan me niet voorstellen<br />
dat iemand dat niet zou willen.<br />
Het is efficiëntere zorg voor vrouwen,<br />
het is een verrijking, ook voor jezelf.<br />
Netwerkzorg is niet voor niks een van<br />
de vier pijlers van de Federatie Medisch<br />
Specialisten.’<br />
: Het moet beter<br />
geregeld<br />
worden voor de<br />
komende generaties.<br />
Wat is jullie doel binnen<br />
deze poli en misschien wel<br />
daarbuiten?<br />
‘Wat we nu willen is dat de volgende<br />
generatie vrouwen die in de overgang<br />
komt minder tegen muren aanloopt, beter<br />
worden geholpen. De huidige generatie<br />
vrouwen in de overgang is de eerste<br />
die zo actief is op de arbeidsmarkt.<br />
Het moet dus beter geregeld worden<br />
voor de komende generaties. Het is mijn<br />
missie om dit nog beter op de kaart te<br />
zetten, voordat ik met pensioen ga.’<br />
Hoe is je loopbaan begonnen?<br />
Hoe ben je gynaecoloog<br />
geworden?<br />
‘Het hangt veel samen met toeval. Ik<br />
kom uit een artsenfamilie en heb goed<br />
en lang nagedacht of ik wel geneeskunde<br />
wilde studeren. Toen ik begon met de<br />
opleiding wist ik vanaf dag 1 dat dit was<br />
wat ik wilde. Mijn coschap gynaecologie<br />
vond ik echter verschrikkelijk. Mijn hart<br />
lag na de coschappen bij de kindercardiologie,<br />
maar ik merkte dat ik het werk<br />
en de heftigheid moeilijk los kon laten.<br />
Ik werd benaderd of ik arts-assistent bij<br />
de gynaecologie wilde worden. Ik heb<br />
het aangenomen om ervaring op te<br />
doen en bleek het een veel leuker vak te<br />
vinden dan ik dacht. Toen ik daar een<br />
jaar zat werd ik door collega’s gepusht<br />
om me te gaan specialiseren als gynaecoloog.<br />
Op een middag werd ik naar het<br />
kantoor van de professor geroepen en<br />
daar bleek een sollicitatiecommissie te<br />
zitten. Die middag nog werd ik gebeld<br />
door de professor dat ik een opleidingsplek<br />
had bij de gynaecologie. Ik heb ja<br />
gezegd, en nooit een seconde spijt gehad.<br />
Ik vind het nog steeds het leukste<br />
en mooiste vak dat er is.’<br />
Hoe ben je een menopauze<br />
specialist geworden?<br />
‘In 2002 kwam de negatieve beeldvorming<br />
over hormoontherapie. Daar zag<br />
ik een uitdaging in, want ik zag wat<br />
het voor vrouwen betekende. Ik begon<br />
steeds meer het belang van vrouwengezondheidszorg<br />
te zien, ook voor vrouwen<br />
zonder overgangsklachten. We moeten<br />
kijken naar gezondheid op lange termijn,<br />
de hartgezondheid is bijvoorbeeld<br />
erg belangrijk. Het is niet altijd van een<br />
leien dakje gegaan om dit onderwerp<br />
op de kaart te krijgen, ik heb ook veel<br />
tegenwerking gehad. Ik heb gemerkt dat<br />
WETENSCHAP@OLVG • 6
naar mate ik meer weerstand ervaar,<br />
hoe meer ik me ergens voor inzet. Het<br />
maakt me nog vastberadener.’<br />
Je hebt samen met andere<br />
onderzoekers een grote<br />
subsidie binnen gehaald voor<br />
wetenschappelijk onderzoek.<br />
‘Peter Bisschop, hoogleraar interne en<br />
endocrinologie in het AmsterdamUMC,<br />
merkte dat veel vrouwen om hem heen<br />
last hadden van overgangsklachten.<br />
Hij wilde graag met mij in contact<br />
komen en gaf toen aan samen een<br />
Menopause Consortium op te willen<br />
zetten. Hij vroeg of ik samen met hem<br />
en twee anderen de kartrekker wilde<br />
zijn, daar heb ik ja op gezegd. We hoorden<br />
in juli 2023 dat we als consortium<br />
de beurs van 9,5 miljoen toegekend<br />
hebben gekregen. Alles zit erin wat ik<br />
belangrijk vind. De toekenning van die<br />
beurs is voor mij echt de kers op de<br />
taart, want hier kunnen we echt het<br />
verschil mee maken.’<br />
Wat gaat dit onderzoek<br />
inhouden?<br />
‘We hebben 4 verschillende werkpakketten,<br />
waarbinnen in totaal 12 mensen<br />
kunnen gaan promoveren. Het eerste<br />
werkpakket gaat over overgang, psyche<br />
en slaap, werkpakket twee over overgang<br />
en diabetes, schildklier, bot en<br />
: De toekenning van die<br />
beurs is de kers op de<br />
taart.<br />
hart- en vaatziekten. Werkpakket drie<br />
gaat over overgang en werk. Het vierde<br />
werkpakket betreft het opheffen van<br />
het taboe rondom menopauze en de<br />
implementatie in de maatschappij, dit<br />
vind ik een fascinerend onderwerp. Dat<br />
is echt een andere tak van sport, want<br />
het heeft te maken met het veranderen<br />
van gedrag. Hoe krijgen we dit onderwerp<br />
verankerd in de maatschappij?<br />
Van de 12 promovendi komen er 3 in<br />
OLVG. Birit Broekman, Fedde Scheele,<br />
Yadira Roggeveen en ik zullen begeleiders<br />
zijn. Het is het eerste onderzoek<br />
waar zo’n subsidie aan is toegekend<br />
waar zo’n maatschappelijke impact in<br />
verwerkt zit. We zijn voor het NWO daarmee<br />
een soort pilot.’<br />
Je werkt dit jaar 30 jaar in OLVG<br />
‘Ik ben begonnen op 1 april 1994, vanaf 1<br />
augustus als specialist. Ik heb echt gekozen<br />
voor kleinschalig, ik ben een mensendokter<br />
en heb destijds heel bewust<br />
voor het Andreas (voormalig Andreas<br />
ziekenhuis, red) gekozen. Maar nu we zo<br />
groot zijn ga ik nog steeds elke dag met<br />
plezier naar mijn werk. Dat begint al als<br />
ik binnenkom. Ik zeg eerst gedag tegen<br />
de portier. Als ik aan kom rijden gaat de<br />
slagboom soms al open. Ik ken en groet<br />
iedereen waar ik langsloop. Het is elke<br />
ochtend een warm bad. Ik ga dat ongelooflijk<br />
missen wanneer ik met pensioen<br />
ga, dat weet ik nu al.’<br />
WETENSCHAP@OLVG • 7
Abstract<br />
Zwangerschapsintentie in relatie<br />
tot maternale en neonatale<br />
uitkomsten bij vrouwen met versus<br />
zonder psychiatrische diagnoses<br />
Noralie N. Schonewille, arts-onderzoeker afdeling<br />
Psychiatrie en Medische Psychologie<br />
Inleiding<br />
Studies hebben bij vrouwen met psychiatrische<br />
stoornissen nadelige uitkomsten<br />
geïdentificeerd voor moeders<br />
en pasgeborenen. Ook is beschreven<br />
dat psychiatrische stoornissen een verhoogd<br />
risico vormen voor onbedoelde<br />
zwangerschappen, welke negatieve<br />
gevolgen kunnen hebben op de bevallingsuitkomsten.<br />
Ons onderzoek vergelijkt<br />
de incidentie van onbedoelde<br />
zwangerschappen bij vrouwen met en<br />
zonder psychiatrische diagnosen in<br />
het verleden of heden, en onderzoekt<br />
of psychiatrische diagnosen de relatie<br />
tussen bevallingsuitkomsten bij vrouwen<br />
met en zonder onbedoelde zwangerschap<br />
beïnvloeden.<br />
Methode<br />
Een retrospectief cohort werd samengesteld<br />
van vrouwen die zijn bevallen<br />
in OLVG. Vrouwen van ≥18 jaar met<br />
eenlingzwangerschappen en bevalregistraties<br />
in Epic tussen 1 januari 2015<br />
en 1 <strong>maart</strong> 2020 werden opgenomen.<br />
Patiëntkenmerken (inclusief zwangerschapsintentie<br />
en psychiatrische<br />
voorgeschiedenis), maternale (zwangerschapsdiabetes,<br />
bevallingswijze)<br />
en neonatale uitkomsten (zoals zwangerschapsduur,<br />
geboortegewicht en<br />
Apgar-scores) werden geregistreerd in<br />
ziekenhuisdossiers. De incidentie van<br />
onbedoelde zwangerschappen werd<br />
vergeleken tussen vrouwen met en<br />
zonder psychiatrische diagnose. Maternale<br />
en neonatale uitkomsten werden<br />
vergeleken tussen vrouwen met en<br />
zonder onbedoelde zwangerschappen<br />
met behulp van lineaire of logistische<br />
regressiemodellen, gecorrigeerd voor<br />
relevante verstorende factoren met<br />
een interactieterm voor onbedoelde<br />
zwangerschappen met psychiatrische<br />
diagnosen.<br />
Resultaten<br />
We hebben 1219 vrouwen met en 1093<br />
vrouwen zonder psychiatrische diagnose<br />
geïncludeerd. Psychiatrische<br />
diagnosen waren significant geassocieerd<br />
met onbedoelde zwangerschap<br />
na correctie voor verstorende factoren<br />
(39,0% vs. 29,6%, OR 1,56, CI 1,23–2,00, p <<br />
0,001). In subanalyses hadden vrouwen<br />
met een depressieve stoornis (OR 1,67,<br />
CI 1,24–2,26, p = 0,001), een persoonlijkheidsstoornis<br />
(OR 2,64, CI 1,38–5,11, p =<br />
0,004) en stoornis in het gebruik van<br />
middelen (OR 4,29, CI 1,90–10,03, p =<br />
0,001) een hogere kans op onbedoelde<br />
zwangerschap in vergelijking met vrouwen<br />
zonder psychiatrische diagnose.<br />
Bij vrouwen met onbedoelde zwangerschap<br />
bleek dat een psychiatrische<br />
diagnose de maternale of neonatale<br />
uitkomsten niet veranderde, behalve<br />
voor zwangerschapsduur. Het bleek dat<br />
vrouwen met zowel onbedoelde zwangerschap<br />
als psychiatrische diagnosen<br />
een gemiddelde zwangerschapsduur<br />
hadden die 2,21 dagen langer was dan<br />
die van vrouwen in de referentiegroep<br />
(p-waarde interactie = 0,001).<br />
Conclusie<br />
Psychiatrische diagnosen zijn geassocieerd<br />
met een hogere kans op<br />
onbedoelde zwangerschap. In onze<br />
steekproef waren maternale en neonatale<br />
uitkomsten vergelijkbaar voor<br />
vrouwen met en zonder onbedoelde<br />
zwangerschap, en deze resultaten waren<br />
vergelijkbaar voor vrouwen met<br />
en zonder psychiatrische diagnosen,<br />
behalve voor de zwangerschapsduur.<br />
Hoewel ons onderzoek gelimiteerd werd<br />
door verschillende factoren, hadden<br />
vrouwen met psychiatrische diagnosen,<br />
ongeacht hun zwangerschapsintentie,<br />
niet meer ongunstige maternale of<br />
zwangerschapsuitkomsten. Er is psycho-educatie<br />
nodig en gesprekken over<br />
zwangerschapsplanning en onbedoelde<br />
zwangerschap voor vrouwen met psychiatrische<br />
diagnosen.<br />
Originele artikel: Schonewille, N. N., N. H. Jonkman,<br />
A. A. M. W. van Kempen, M. G. van Pampus, O. A. van<br />
den Heuvel and B. F. P. Broekman (2023). “Pregnancy<br />
intention in relation to maternal and neonatal<br />
outcomes in women with versus without psychiatric<br />
diagnoses.” - Acta Psychiatr Scand.<br />
Email: n.n.schonewille@olvg.nl.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 8
Kwartet onderzoekers<br />
Hoe is het om onderzoek te doen in OLVG? Vier onderzoekers<br />
vertellen erover.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 9
Kwartet onderzoekers<br />
Maagverkleining in dagbehandeling<br />
Wat was lastig binnen jouw onderzoek?<br />
Het opzetten van dit onderzoek zorgde voor veel<br />
vraagtekens bij andere chirurgen. Zij vroegen zich<br />
af of het niet gevaarlijk was wat we wilden doen,<br />
met name omdat we een maagverkleining best<br />
wel wat complicaties kan hebben. Dat was wel<br />
heel lastig, dus we hebben er in totaal denk ik anderhalf<br />
jaar over gedaan om iedereen achter ons<br />
te krijgen inclusief de METC. Omdat wij het zelf<br />
ook spannend vonden hebben we veel veiligheidsmaatregelen<br />
getroffen om het zo veilig mogelijk<br />
te laten verlopen en hebben we gebruik gemaakt<br />
van een simpele vorm van thuismonitoring na ontslag.<br />
De studies hebben geleid tot een nieuw klinisch<br />
zorgpad en dat vind ik het grootste succes!<br />
Waar ben je het meest trots op binnen je<br />
onderzoek?<br />
Dat maagverkleining in dagbehandeling nu ook<br />
toegepast wordt in meerdere centra in Nederland,<br />
maar ook in andere landen. We zullen niet de eerste<br />
zijn geweest met het idee, maar we zijn wel de<br />
eerste geweest die het ook hebben gedurfd om<br />
Samenvatting onderzoek<br />
In Leontien haar proefschrift ligt de focus op<br />
het onderzoeken of maagverkleiningen in<br />
dagbehandeling uitgevoerd kunnen worden<br />
bij mensen met ernstig overgewicht. Dit is in<br />
eerste instantie als pilotstudie onderzocht<br />
in de periode van de corona pandemie,<br />
toen normale ziekenhuisopnames na een<br />
dergelijke operatie niet mogelijk was. Vanwege<br />
het succesvol verlopen van de pilotstudie<br />
volgende er een groot cohort naar de<br />
maagverkleining in dagbehandeling. Andere<br />
hoofdstukken in het proefschrift gaan over<br />
onderzoeken die hebben gekeken naar de<br />
effectiviteit van de maagverkleinende operatie<br />
in verschillende patiëntengroepen en<br />
op lange termijn. Tot slot heeft ze naar de<br />
zogenaamde ‘patient reported outcome<br />
measures‘ gekeken, dus wat vinden patiënten<br />
ervan en hoe tevreden zijn ze?<br />
Leontien Nijland,<br />
promovendus<br />
chirurgie en huisarts<br />
in opleiding<br />
Take-home<br />
message<br />
Als je de kans<br />
krijgt om onderzoek<br />
te doen, zou<br />
ik iedereen adviseren<br />
die kans te<br />
grijpen. Je wordt<br />
er gewoon een<br />
betere dokter en<br />
mens van.<br />
: we zijn de eerste geweest<br />
die het hebben gedurfd om<br />
het uit te voeren<br />
het uit te voeren. Er komen regelmatig mensen<br />
vanuit het buitenland eventjes kijken bij ons in<br />
OLVG. Zij willen weten hoe we dit hebben opgezet<br />
en hoe het zorgpad loopt.<br />
Heeft onderzoek doen je werk als arts<br />
veranderd?<br />
Jazeker. Huisartsengeneeskunde is een heel<br />
breed vak, met veel verschillende mogelijke behandelingen.<br />
Daarin merk ik dat ik tijdens de<br />
opleiding vaak vraag wat het bewijs voor een behandeling<br />
is. Voorheen was er in de huisartsengeneeskunde<br />
wat minder focus op evidence based<br />
care. Toch zie ik dat er steeds meer met richtlijnen<br />
wordt gewerkt die gebaseerd zijn op wetenschappelijk<br />
onderzoek. Daarnaast heb je als huisarts<br />
ook te maken met complexe vraagstukken en patiëntspecifieke<br />
problemen waarbij je zelf op zoek<br />
moet gaan naar een oplossing.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 10
Kwartet onderzoekers<br />
EMDR om PTSS te voorkomen na<br />
een traumatische bevalling<br />
Wat heb je geleerd van onderzoek<br />
doen?<br />
Dat je heel secuur moet zijn. Ik denk dat het<br />
bij onderzoek doen heel belangrijk is dat je<br />
je aan alle regels houdt, omdat je werkt met<br />
patiënten. Daar gaat enorm veel tijd zitten,<br />
maar daar blijf je jezelf ook in ontwikkelen.<br />
Ik vind niet dat iedere arts een PhD moet<br />
halen, maar het heeft mij wel heel veel gebracht.<br />
De kritische blik ontwikkelen, secuur<br />
werken, goed samenwerken binnen een<br />
team en het begeleiden van studenten. Dat<br />
leert je hoe je een betere arts kunt zijn.<br />
Waar ben je het meest trots op?<br />
Op het team en hoe ontzettend iedereen<br />
zich inzet voor deze studie. Zowel Mariëlle<br />
van Pampus en mijn promotoren, als wetenschappelijk<br />
stagiairs. Zo’n grote RCT, dat<br />
lukt gewoon alleen als je daarnaast iemand<br />
hebt die je daarin helpt: onderzoek doen<br />
kun je niet in je eentje. Daar ben ik echt<br />
heel trots op. Ook ben ik trots op mezelf,<br />
Samenvatting onderzoek<br />
Yvette heeft meerdere onderzoeken uitgevoerd<br />
op het gebied van zwangerschap, angst voor<br />
bevalling en traumatische bevalervaringen. De<br />
afgelopen periode was dit vooral de PERCEIVEstudie.<br />
Dat is een gerandomiseerde studie waarin<br />
gekeken wordt naar het effect van vroege interventie<br />
middels Eye Movement Desensitization and<br />
Reprocessing (EMDR) bij vrouwen die bevallen zijn<br />
en daar traumatische bevalervaring rapporteren.<br />
Bij posttraumatische stress stoornis (PTSS) is<br />
EMDR bewezen effectief. In deze studie wordt onderzocht<br />
of EMDR-therapie in de 2 tot 5 weken na<br />
de bevalling ook PTSS-klachten kan voorkomen.<br />
De controlegroep krijgt geen EMDR-therapie maar<br />
krijgt 2 telefonische gesprekken. Negen weken na<br />
de bevalling krijgen de deelnemers een vragenlijst<br />
en een interview. Daarbij wordt er gekeken naar<br />
het verschil tussen de groepen in mate van PTSSsymptomen,<br />
depressieve symptomen, moederkind<br />
binding, kwaliteit van leven, bevalangst en<br />
borstvoeding. De inclusies zijn afgerond en de<br />
resultaten worden momenteel geanalyseerd.<br />
Yvette Hendrix,<br />
promovendus<br />
gynaecologie en<br />
huisarts in opleiding<br />
Take-home<br />
message<br />
Vroege interventie<br />
middels<br />
EMDR therapie<br />
zou na een<br />
traumatische<br />
bevalervaring<br />
een PTSS kunnen<br />
voorkomen.<br />
: onderzoek doen leert<br />
je hoe je een betere arts<br />
kunt zijn<br />
omdat ik mijn promotietraject heb weten<br />
te combineren met werken in de kliniek en<br />
in deze tijd studenten heb kunnen begeleiden.<br />
Maar dat had dus nooit gekund zonder<br />
hulp.<br />
Heeft onderzoek doen je werk in de<br />
kliniek of als huisarts in opleiding<br />
veranderd?<br />
Ja, dat denk ik wel. Ik vind dat we in de geneeskunde<br />
opleiding heel weinig onderwijs<br />
krijgen over het doen en het beoordelen<br />
van onderzoek. Ik heb dat in de master opleiding<br />
medische psychologie wel veel meer<br />
gehad, daar had je een heel apart vak over<br />
statistiek. Mijn ervaring in het onderzoek<br />
zorgt ervoor dat ik kritischer kijk naar waarom<br />
ik iets eigenlijk doe. Wat zegt de richtlijn?<br />
En waarop is deze dan gebaseerd?<br />
WETENSCHAP@OLVG • 11
Kwartet onderzoekers<br />
Verbeteren van diagnostiek<br />
en behandeling bij slaapapneu<br />
Wat is je grootste uitdaging binnen<br />
het onderzoek doen?<br />
Ik denk dat de grootste uitdaging is om van<br />
ideeën naar succesvolle subsidieaanvragen<br />
te komen en vervolgens naar het opzetten van<br />
protocollen die leiden tot effectief onderzoek.<br />
Hoewel ik veel protocollen heb geschreven, is de<br />
helft ervan nooit verder gekomen. Door ervaring<br />
weet ik nu steeds beter wat haalbaar onderzoek<br />
is. Een voorbeeld hiervan is mijn ambitie om een<br />
drukmeting toe te voegen aan de slaapendoscopieën<br />
(DISE) voor slaapapneu. Voor dit protocol<br />
heb ik me heel goed voorbereid.<br />
Kan je meer vertellen over de<br />
onderzoeksopzet of het protocol?<br />
Ik heb dit jaar een aanvraag ingediend voor<br />
subsidie om een drukmeting tijdens DISE te<br />
kunnen onderzoeken. Ik ben vorig jaar naar de<br />
Samenvatting onderzoek<br />
Emily doet onderzoek naar de diagnostiek en behandeling<br />
van slaapapneu. In OLVG wordt al ruim<br />
10 jaar tongzenuwstimulatie ingezet als behandeling<br />
van slaapapneu. Bij deze therapie krijgen<br />
mensen een pacemaker geïmplanteerd die de<br />
tong stimuleert. Emily onderzoekt hoe je het beste<br />
de follow-up van deze patiënten kan organiseren.<br />
Uniek in het OLVG is dat patiënten overdag komen<br />
voor een slaaptest waarbij de instellingen van de<br />
tongpacemaker worden getest. In het vervolg van<br />
dit onderzoek zal Emily kritisch kijken bij welke<br />
patiënten deze slaaptest nog nodig is en of er<br />
voorspellers zijn voor therapie succes. De diagnostiek<br />
wordt ook onderzocht. De drug-induced sleep<br />
endoscopy (DISE), ook wel slaapendoscopie genoemd,<br />
kan worden gebruikt om te bepalen welke<br />
operatieve ingrepen geschikt zijn voor patiënten<br />
met slaapapneu. Emily onderzoekt hoe ze de DISE<br />
kan verbeteren, zodat er een gericht en persoonlijk<br />
advies gegeven kan worden voor behandeling.<br />
Emily Schoustra,<br />
promovendus en ANIOS<br />
KNO<br />
Take-home<br />
message<br />
Door ervaring<br />
leer je wat haalbaar<br />
onderzoek<br />
is en word je beter<br />
in het schrijven<br />
van haalbare<br />
protocollen.<br />
: eigenlijk ben je in je<br />
klinische werk altijd bezig<br />
met onderzoek, het is een<br />
groot onderdeel van je vak<br />
Verenigde Staten gegaan om te kijken hoe zij<br />
deze drukmetingen uitvoeren bij hun DISE. Tijdens<br />
de DISE krijgt de patiënt een CPAP-masker<br />
op, waarna de optimale druk wordt vastgesteld<br />
zodra de luchtweg volledig open is. Deze druk<br />
voorspelt de effectiviteit van bepaalde therapieën<br />
voor slaapapneu. In OLVG heb ik zelf speciale<br />
maskers gemaakt door gaten erin te boren.<br />
Heeft onderzoek doen je werk in de<br />
kliniek veranderd?<br />
Voordat ik onderzoek deed hield ik me voornamelijk<br />
bezig met het volgen van richtlijnen<br />
zonder veel aandacht te besteden aan de wetenschap<br />
achter de richtlijn. Door mijn werk<br />
als zowel onderzoeker als ANIOS, ontdek ik dat<br />
onderzoek ook onderdeel is van mijn klinische<br />
werk. Waarom kan ik beter die patiënten selecteren<br />
voor die behandeling? Ik zoek dit nu<br />
eerder op en baseer adviezen meer op wetenschap.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 12
Kwartet onderzoekers<br />
Patiëntkarakteristieken, chirurgie<br />
en implantaten na heupprothese<br />
: omdat ik al lang<br />
onderzoek doe weet ik<br />
goed wat wel en wat niet<br />
werkt<br />
Hoe kijk je terug op die periode van<br />
proefschrift schrijven en afronden?<br />
Het was een aardige uitdaging. Als alle artikelen<br />
voor de inhoud van je proefschrift klaar<br />
zijn, kost het nog veel tijd en energie om de<br />
rest van het boekje te schrijven. Het uitzoeken<br />
aan welke eisen je moet voldoen, hoe de systemen<br />
werken op de universiteit waar je promoveert,<br />
etc. was een behoorlijke zoektocht. In<br />
mijn geval was er geen directe collega die dat<br />
net voor mij had gedaan. Daarom heb ik voor<br />
onze onderzoeksafdeling alles op een rijtje<br />
gezet, een soort ‘handboek promoveren’.<br />
Samenvatting onderzoek<br />
Loes heeft enkele jaren geleden een groot onderzoek<br />
opgezet in OLVG waarbij twee heupprothese<br />
stelen met elkaar vergeleken werden.<br />
Recent heeft Loes de langetermijnresultaten<br />
gepubliceerd. Daarnaast heeft ze twee nieuwe<br />
studies opgezet. Een RSA-studie in samenwerking<br />
met radiologie. Hierbij wordt de stabiliteit<br />
(hoe goed het implantaat vast blijft zitten) van<br />
twee verschillende heupkommen vergeleken.<br />
Ook heeft ze een grote internationale multicenter<br />
studie opgezet die de (kosten)effectiviteit<br />
van twee verschillende heupkommen<br />
vergelijkt bij patiënten die een heupprothese<br />
krijgen. Daarbij wordt onderzocht of er een<br />
verschil is in dislocatie (het ‘uit de kom gaan’<br />
van de heup). Deze studie loopt nog steeds en<br />
de eindstreep van 1100 inclusies komt in zicht.<br />
In Loes haar proefschrift staat het protocol<br />
van deze studie beschreven.<br />
Loes van Beers,<br />
promovendus<br />
orthopedie en<br />
onderzoekscoördinator<br />
orthopedie in het St.<br />
Antonius ziekenhuis<br />
Take-home<br />
message<br />
Als je als team<br />
volhoudt en het<br />
belang van je<br />
project blijft zien,<br />
dan komt de eindstreep<br />
uiteindelijk<br />
vanzelf in zicht.<br />
Waar ben je het meest trots op in<br />
jouw onderzoek?<br />
Dat we hebben doorgezet met een grote multicenter<br />
studie: de REDEP-studie, waarbij we<br />
twee heupkommen met elkaar vergelijken. Er<br />
zijn 1100 patiënten nodig en we hebben veel<br />
tegenslagen gehad bij het includeren. We hebben<br />
met het studieteam volgehouden en met<br />
succes. Uiteindelijk is dit zelfs een internationale<br />
multicenter studie geworden en gaan we<br />
richting de eindstreep.<br />
Heeft onderzoek doen jouw werk<br />
veranderd?<br />
Ik werkte zowel als fysiotherapeut en als onderzoeker<br />
in OLVG. Bij mijn werk als fysiotherapeut<br />
zorgde ik bijvoorbeeld dat ik mijn verslaglegging<br />
op systematische wijze deed, zodat<br />
het gemakkelijker bruikbaar is voor eventueel<br />
toekomstig wetenschappelijk onderzoek. Omdat<br />
ik al lang onderzoek doe weet ik inmiddels<br />
goed wat wel en wat niet werkt, wat voor<br />
moeilijkheden je kan tegenkomen. Je leert van<br />
de onderzoeken die je hebt uitgevoerd en dat<br />
gebruik je om je volgende onderzoek beter op<br />
te zetten.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 13
In de schijnwerpers<br />
Pizza &<br />
Wetenschap<br />
<strong>2024</strong>: inclusief<br />
onderzoek doen<br />
Op donderdag 18 januari<br />
vond de tweede editie van<br />
Pizza & Wetenschap plaats,<br />
in de auditoriumruimte<br />
in het Generator Hostel<br />
aan het Oosterpark. Na<br />
de interessante keynote,<br />
werd er door de grote groep<br />
geïnteresseerden nagepraat<br />
onder het genot van pizza en<br />
een drankje.<br />
Dr. Jennifer van den Broeke gaf de<br />
keynote presentatie over inclusief onderzoek.<br />
Zij is Senior Adviseur en projectleider<br />
‘Vitaal ouder worden voor<br />
iedereen’ bij Pharos.<br />
To involve or not to involve?<br />
Lectorale rede Anne Eskes<br />
Wie doen er minder vaak mee in<br />
onderzoek?<br />
Er zijn meerdere groepen die<br />
minder gerepresenteerd zijn in<br />
onderzoek. Hierbij kan je denken<br />
aan vrouwen, ouderen, etnische<br />
minderheden, mensen met meer<br />
dan 1 ziekte, laaggeletterden<br />
Op 12 september mocht bijzonder<br />
lector Anne Eskes de lectorale rede<br />
voor haar lectoraat “Patiënt- en familieparticipatie<br />
in de klinische zorg”<br />
uitspreken. Dit is een samenwerking<br />
van OLVG, Amsterdam UMC en Hogeschool<br />
van Amsterdam Anne hield<br />
een pakkend betoog, met hierin<br />
persoonlijke anekdotes en duidelijke<br />
resultaten uit haar eerdere onderzoeken.<br />
Ze benadrukte waarom het<br />
zo belangrijk is voor patiënten, naasten<br />
én zorgverleners om elkaar als<br />
partners te zien tijdens een ziekenhuisopname.<br />
Na haar rede kwamen<br />
patiënten en zorgverleners aan het<br />
woord in een paneldiscussie. Je kunt<br />
de lectorale rede terugkijken. Stuur<br />
wetenschapsblad@olvg.nl een email<br />
voor de link.<br />
en mensen met beperkte<br />
gezondheidsvaardigheden.<br />
Waarom is dit een probleem?<br />
De richtlijnen worden wel gemaakt<br />
op basis van onze onderzoeken, waar<br />
dus een deel van onze patiënten niet<br />
of minder vaak aan meedoet. Hierdoor<br />
is het maar de vraag of de zorg<br />
die in onze richtlijnen staat ook de<br />
beste zorg is voor deze groepen patiënten.<br />
Hoe kun je meer inclusief<br />
onderzoek doen?<br />
Neem de patient mee in alle fasen<br />
van het onderzoek. Dit begint al bij<br />
het opstellen van een onderzoeksvraag.<br />
Als verschillende groepen patiënten<br />
participeren bij het beslissen<br />
wat er onderzocht wordt, dan sluit<br />
dit beter aan bij de wensen, problemen<br />
en ervaring van de patient. Werf<br />
deelnemers waar jouw doelgroep zich<br />
bevindt, bijvoorbeeld een lokaal gezondheidscentrum<br />
of buurthuis.<br />
Betrek de patient bij het opstellen<br />
van de proefpersoneninformatie en<br />
vragenlijsten. Gebruik taalniveau B1,<br />
dit begrijpt 80% van de Nederlanders.<br />
Als je twijfelt of een woord begrijpelijk<br />
is kan je deze controleren op ishetb1.<br />
nl. Voor laaggeletterden kan je audiovisueel<br />
materiaal maken of de informatie<br />
nog eens mondeling met de<br />
patient doornemen.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 14
Abstract<br />
Transforaminale epidurale<br />
corticosteroïd injecties bij het acuut<br />
lumbosacraal radiculair syndroom<br />
een gerandomiseerde en gecontroleerde studie<br />
Bastiaan C. ter Meulen MD, dr. Johanna M.<br />
van Dongen , dr. Esther Maas, Marinus H. van<br />
de Vegt, dr. Johan Haumann, Prof. Dr. Henry<br />
C. Weinstein, dr. Raymond Ostelo<br />
Inleiding<br />
Transforaminale epidurale steroïd injecties*<br />
(TESIs) worden veelvuldig toegepast<br />
bij behandeling van het lumbosacraal<br />
radiculair syndroom^. Het doel van de<br />
STAR-trial (steroids against radiculopathy-trial)<br />
is het evalueren van de (kosten)<br />
effectiviteit van TESIs bij het acuut lumbosacraal<br />
radiculair syndroom op basis<br />
van een rughernia (
Artikel<br />
Total body MRI voor het<br />
ontdekken van maligniteiten<br />
bij patiënten met<br />
osteochondromen<br />
OLVG is een landelijk expertisecentrum voor patiënten<br />
met Hereditaire Multiple Exostosen - Multiple<br />
Osteochondromen (HME-MO). De samenwerkende<br />
radioloog en orthopeden hebben gepubliceerd over het<br />
gebruik van de total body MRI bij het ontdekken van<br />
maligniteiten bij deze patiëntengroep.<br />
Henk-Jan van der Woude, radioloog, Arnard van der Zwan, orthopedisch chirurg, John Ham,<br />
orthopedisch chirurg, Simone Priester-Vink, eindredacteur<br />
HME-MO<br />
HME-MO staat voor Hereditaire Multiple<br />
Exostosen - Multiple Osteochondromen.<br />
Dit is een autosomaal dominante<br />
erfelijke skeletaandoening, waarbij<br />
goedaardige bottumoren ontstaan aan<br />
lange pijpbeenderen, ribben, schoudergordel<br />
en bekken, osteochondromen<br />
genoemd. Tevens ontstaan er vaak<br />
groeistoornissen, die zich kunnen uiten<br />
in kromme armen en benen. Als het in<br />
families voorkomt is het vroeg bekend<br />
en worden kinderen gescreend. Als het<br />
niet bekend was, wordt de diagnose<br />
vaak gesteld voor het zesde of zevende<br />
jaar. Als je bent uitgegroeid stoppen<br />
de osteochondromen in principe met<br />
groeien.<br />
: Er is een hele directe<br />
betrokkenheid van de<br />
patiëntengroep.<br />
Maligniteiten<br />
Er is een kleine kans op een kwaadaardige<br />
ontaarding van een of meer<br />
van de osteochondromen, volgens de<br />
literatuur tussen de 0% en 5%. Het expertisecentrum<br />
in OLVG was op zoek<br />
naar de juiste diagnostiek om deze<br />
maligniteiten zo vroeg mogelijk op te<br />
sporen. De orthopeden en radiologen<br />
willen volwassen patiënten goed kunnen<br />
adviseren wanneer en hoe vaak ze<br />
gecontroleerd moeten worden. Vroeger<br />
werd de botscan gebruikt, dit belastte<br />
de patiënt met straling en was niet specifiek.<br />
Tien jaar geleden werd in OLVG<br />
een protocol ontwikkeld om met behulp<br />
van MRI een overzicht te krijgen van<br />
het gehele skelet (total body MRI) om<br />
gericht de mogelijke maligniteiten op<br />
te sporen. Het protocol is ook in andere<br />
centra overgenomen.<br />
Bij een klein percentage van de pa tiënten<br />
worden met behulp van de total<br />
body MRI maligniteiten ontdekt. Deze<br />
patiënten worden geopereerd en extra<br />
in de gaten gehouden. De afgelopen<br />
tien jaar is in OLVG veel data verzameld,<br />
van rond de 1000 patiënten. Henk-Jan,<br />
Arnard en John hebben als doel om<br />
met deze data bij te dragen aan ontwikkeling<br />
van een richtlijn over hoe vaak en<br />
in welke gevallen screening door middel<br />
van MRI zinvol is en wanneer niet.<br />
Ontwikkelingen in radiologisch<br />
onderzoek<br />
Het is een doel voor een volgende studie<br />
om het total body MRI-protocol aan<br />
te passen. Henk-Jan: ‘Er komt nieuwe<br />
software op de MRI, op AI gebaseerd.<br />
Hierdoor kun je sneller scannen, zodat<br />
je zo’n protocol met dezelfde kwaliteit<br />
sneller kunt uitvoeren.’<br />
De maligniteiten worden vooral gezien<br />
in de schoudergordel, borstkas en bek-<br />
WETENSCHAP@OLVG • 16
Van links naar rechts: Arnard van der Zwan, Henk-Jan van der Woude en John Ham.<br />
kenregio. Het protocol beperken tot de<br />
romp en heupen zou de scan nog korter<br />
kunnen maken. Iets wat voor de patiënt<br />
comfortabeler zou zijn, lang stilliggen is<br />
lastig met pijnlijke osteochondromen.<br />
Arnard: ‘Er is een hele directe betrokkenheid<br />
van de patiëntengroep en de<br />
patiëntenvereniging. Ik kreeg bijvoorbeeld<br />
een vraag over of het onderzoek<br />
minder pijnlijk kan zijn, of het korter kan<br />
duren. Ik vind dat we daar dan ook wat<br />
mee moeten.’<br />
Bijkomend voordeel<br />
Bij het merendeel van de patiënten die<br />
een total body MRI ondergaan worden<br />
geen maligniteiten gevonden. Arnard:<br />
‘Als je zegt dat de patient pas over vijf<br />
jaar terug hoeft te komen, dan geeft<br />
dat veel opluchting.’<br />
Door een total body scan heb je een<br />
compleet overzicht van de patiënt. Als<br />
een patient veel osteochondromen<br />
heeft die naar binnen groeien, bijvoorbeeld<br />
bij de borstkas of de heupen, dan<br />
is dit met lichamelijk onderzoek lastig<br />
te onderzoeken. Met de MRI kan je zien<br />
waar de pijn vandaan komt en de juiste<br />
behandeling geven.<br />
Toekomst<br />
John: ‘We hebben gevonden dat de<br />
maligne ontaarding al op relatief jonge<br />
: Met de MRI kan je zien<br />
waar de pijn vandaan<br />
komt.<br />
leeftijd voorkomt. Eigenlijk in een heel<br />
aantal gevallen al kort na het sluiten<br />
van de groeischijven. Dan zijn die patiënten<br />
18 of 19 jaar.’<br />
Op kinderleeftijd komen deze maligniteiten<br />
eigenlijk nog niet voor. Henk-Jan,<br />
Arnard en John zouden het interessant<br />
vinden te onderzoeken hoe het komt<br />
dat juist die patiënten een maligniteit<br />
ontwikkelen. Ze willen op termijn een<br />
protocol schrijven voor HME-patiënten<br />
in de leeftijdscategorie van 10 tot 18<br />
jaar. Als je deze groep patiënten herhaald<br />
kan screenen met behulp van<br />
MRI en volgen in de tijd dan kan je wellicht<br />
ontdekken wat er vooraf gaat aan<br />
een maligne ontaarding. En bij wie de<br />
HME juist in regressie gaat en of hier<br />
bepaalde trends in te ontdekken zijn.<br />
Meer lezen<br />
• Van der Woude, H. J., Flipsen, M., Welsink, C., Van<br />
der Zwan, A. L., & Ham, S. J. (<strong>2024</strong>). Is total-body<br />
MRI useful as a screening tool to rule out malignant<br />
progression in patients with multiple osteochondromas?<br />
Results in a single-center cohort of<br />
319 adult patients. Skeletal radiology, 53(1), 141–150.<br />
https://doi.org/10.1007/s00256-023-04389-2<br />
• Van der Woude, H. J., Van der Zwan, A. L., Flipsen,<br />
M., Welsink, C., & Ham, S. J. (2023). Concurrent<br />
intraosseous cartilaginous lesions in patients with<br />
multiple osteochondromas identified on totalbody<br />
MR imaging. Skeletal radiology, 52(7), 1369–<br />
1375. https://doi.org/10.1007/s00256-023-04277-9<br />
WETENSCHAP@OLVG • 17
Epidemiologica<br />
Onderzoek naar risico –<br />
relatief risico en odds ratio<br />
In medisch of verpleegkundig wetenschappelijk<br />
onderzoek bestuderen we vaak het risico op een<br />
bepaalde ziekte of gezondheidsuitkomst. Het<br />
relatief risico en de odds ratio zijn hierbij veel<br />
gebruikte maten. Wat houden deze maten precies<br />
in? Hoe kun je ze interpreteren? En wanneer<br />
gebruik je welke maat?<br />
Amy Hofman, Adviseur wetenschap – Epidemioloog<br />
Wanneer we kijken naar het risico op<br />
een bepaalde ziekte of gezondheidsuitkomst,<br />
hebben we te maken met<br />
een uitkomstmaat die twee waarden<br />
kan aannemen. Dit noemen we dichotome<br />
uitkomstmaten, bijvoorbeeld: wel<br />
of niet ziek, wel of niet hersteld. Als we<br />
deze vergelijken tussen twee groepen,<br />
bijvoorbeeld een interventie- en een<br />
controlegroep, kunnen we de resultaten<br />
gemakkelijk weergeven in een kruistabel.<br />
We gebruiken een voorbeeld om<br />
de associatiematen uit te leggen: een<br />
gerandomiseerd onderzoek naar het<br />
effect van een beweegprogramma voor<br />
de operatie op het risico op complicaties<br />
na de operatie (Tabel 1).<br />
Tabel 1.<br />
Relatief risico<br />
Wat is het? Deze maat is gebaseerd<br />
op absolute risico’s: de kans op de<br />
uitkomst in een groep. In het voorbeeld<br />
zie je dat 20 van de 200 mensen<br />
die het beweegprogramma volgden,<br />
complicaties hebben gekregen.<br />
De kans is hier (20/200)*100% = 10%.<br />
We kijken dus naar het aantal deelnemers<br />
met de uitkomst ten opzichte<br />
van het totale aantal deelnemers<br />
in deze groep (Afbeelding 1). De kans<br />
op complicaties in de controlegroep<br />
is (40/200)*100% = 20%. Om het relatief<br />
risico te berekenen, delen we<br />
deze kansen door elkaar: 10%/20% =<br />
0.5.<br />
Complicaties Geen complicaties Totaal<br />
Beweegprogramma 20 180 200<br />
Reguliere zorg 40 160 200<br />
Totaal 80 320 400<br />
Hoe te interpreteren? Het relatief risico<br />
interpreteren we als de kans op<br />
de uitkomst in de interventiegroep<br />
ten opzichte van de kans in de controlegroep:<br />
voor deelnemers die een<br />
beweegprogramma volgen is de kans<br />
op complicaties 0.5 keer zo groot als<br />
voor deelnemers die reguliere zorg<br />
ontvangen. Ofwel: zij hebben een<br />
lagere kans op complicaties (in dit<br />
geval 50% lager). Wanneer er geen<br />
effect is van de interventie, is de kans<br />
op de uitkomst gelijk in beide groepen:<br />
het relatief risico is dan 1.<br />
Wanneer te gebruiken? Het relatief<br />
risico is de meest informatieve en<br />
intuïtieve associatiemaat voor dichotome<br />
uitkomsten. Daarnaast biedt<br />
het berekenen van risico’s de mogelijkheid<br />
om andere risicomaten uit te<br />
rekenen, zoals het absolute risicoverschil<br />
of de number needed to treat.<br />
Echter kun je een relatief risico alleen<br />
bepalen in prospectief onderzoek.<br />
Dit komt doordat alle deelnemers bij<br />
aanvang van de studie at risk moeten<br />
zijn: zij moeten allemaal het risico<br />
hebben/lopen om tijdens de studie de<br />
aandoening te krijgen. In retrospectief<br />
of patiënt-controle onderzoek kun je<br />
WETENSCHAP@OLVG • 18
Afbeelding 1: Relatief risico<br />
Risico berekenen<br />
dit niet vaststellen; bij patiënt-controle<br />
onderzoek bepaal je immers zelf wat het<br />
risico op de uitkomst in jouw populatie is<br />
(als je evenveel patiënten als controles<br />
includeert, is het risico 50%).<br />
Odds ratio<br />
Wat is het? Deze maat gaat uit van<br />
odds. Terwijl dit in het Engels een veelgebruikte<br />
term is (‘what are the odds?’),<br />
is er geen goede Nederlandse vertaling<br />
voor. Om de odds in onze studiepopulatie<br />
te bepalen, wordt het aantal<br />
deelnemers met complicaties afgezet<br />
tegen het aantal deelnemers zonder<br />
complicaties (Afbeelding 2). De odds in<br />
de interventiegroep is dan ook 20 tegen<br />
180, ofwel 0.11. De odds op complicaties<br />
Afbeelding 2: Odds ratio<br />
Odds berekenen<br />
in de controlegroep is 40 tegen 160, ofwel<br />
0.25. Om de odds ratio te berekenen<br />
worden deze twee odds door elkaar<br />
gedeeld: 0.11/0.25 = 0.44.<br />
Hoe te interpreteren? De odds ratio<br />
wordt geïnterpreteerd als de odds in<br />
de interventiegroep ten opzichte van<br />
de odds in de controlegroep: de odds<br />
op complicaties voor deelnemers met<br />
het beweegprogramma is 0.44 keer zo<br />
groot als voor deelnemers met reguliere<br />
zorg. Het is hierbij belangrijk dat je je<br />
ervan bewust bent dat dit niet hetzelfde<br />
is als de kans, waarover we spreken<br />
bij relatief risico. Ook bij de odds ratio<br />
geeft de waarde van 1 aan dat er geen<br />
verschil is tussen de groepen (de odds<br />
voor beide groepen is gelijk). Hoe verder<br />
de odds ratio van 1 af zit, hoe sterker de<br />
associatie is.<br />
Wanneer te gebruiken? De odds ratio<br />
wordt vooral gebruikt bij retrospectief<br />
en patiënt-controle onderzoek, maar<br />
kan je in principe altijd berekenen.<br />
Daarnaast ken je de odds ratio misschien<br />
ook als effectmaat vanuit een<br />
logistisch regressiemodel. Wanneer onderzoekers<br />
voor andere variabelen willen<br />
corrigeren dan de interventie, wordt<br />
zo’n regressiemodel vaak gebruikt en<br />
worden ook odds ratio’s gerapporteerd.<br />
Tot slot<br />
Het is belangrijk om je ervan bewust te<br />
zijn dat de odds ratio in het algemeen<br />
een overschatting geeft van het relatief<br />
risico. In het voorbeeld zie je ook dat de<br />
odds ratio verder van 1 af ligt dan het<br />
relatief risico. De odds ratio geeft alleen<br />
een goede benadering van het relatief<br />
risico wanneer de uitkomst zeldzaam is.<br />
De deler (het aantal deelnemers onder<br />
de streep in afbeelding 1 en 2) is vrijwel<br />
gelijk wanneer de uitkomst zeldzaam is,<br />
waardoor beide maten vergelijkbaar zijn.<br />
Meer weten?<br />
De meeste epidemiologie en/of biostatistiek<br />
boeken geven uitleg over deze<br />
risicomaten, bijvoorbeeld Twisk – Inleiding<br />
in de toegepaste biostatistiek (beschikbaar<br />
in OLVG). Heb je vragen? Mail<br />
ons dan op wetenschap@olvg.nl.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 19
Commissie Wetenschap<br />
Succesvolle<br />
STZ visitatie<br />
Eenmaal per 5 jaar worden we als OLVG gevisiteerd<br />
door de Samenwerkende Topklinische ziekenhuizen<br />
(STZ). Tijdens deze visitatie wordt getoetst of we<br />
nog steeds aan de STZ criteria voldoen en is het een<br />
moment een onszelf een spiegel voor te houden die<br />
helpt, inspireert en motiveert om nog beter te worden.<br />
Wetenschap is een van de 6 hoofdcriteria.<br />
Diana van Rooijen, Hoofd Wetenschap<br />
Op 7 december is een afvaardiging van<br />
functionarissen die een belangrijke rol<br />
hebben op dit terrein in gesprek gegaan<br />
met de visiterende commissie.<br />
Dit waren Birit Broekman (hoogleraar,<br />
psychiatrie, vicevoorzitter commissie<br />
wetenschap), Diederik Kempen (voorzitter<br />
commissie wetenschap, orthopedisch<br />
chirurg), Nini Jonkman (adviseur<br />
wetenschap- epidemioloog), Diana van<br />
Rooijen (hoofd wetenschap), Isha Verkaik<br />
(verpleegkundig onderzoeker i.o. ,<br />
IC-verpleegkundige) en Monique van<br />
den Eijnden (ervaringsdeskundige).<br />
Vooraf hadden we aangegeven trots te<br />
zijn op een aantal ontwikkelingen: het<br />
netwerk van onderzoekers, de ondersteuning<br />
die geboden wordt door team<br />
wetenschap rondom de gehele onderzoekscyclus<br />
en de ontwikkeling van de<br />
academische lijn voor verpleegkundigen.<br />
Daarbij zijn een aantal onderzoeken<br />
laten zien met impact in de praktijk.<br />
De commissie was verder tijdens het<br />
gesprek geïnteresseerd in hoe de lokale<br />
uitvoerbaarheid georganiseerd is. Monique<br />
heeft heel mooi uiteen kunnen<br />
zetten hoe zij als ervaringsdeskundige<br />
deelneemt in alle stappen van onderzoek<br />
van prof. Birit Broekman, van<br />
subsidieaanvraag t/m implementatie.<br />
Een heel mooi voorbeeld van patiëntparticipatie<br />
die volgens de commissie<br />
breeduit gedeeld mag worden als best<br />
practice en in de topklinische etalage<br />
mag staan.<br />
In het visitatierapport wordt benoemd<br />
dat OLVG trots mag zijn op de impact<br />
van onze wetenschappelijke output.<br />
De studies die we uitvoeren zijn in het<br />
algemeen niet alleen gerelateerd aan<br />
de speerpunten en topklinische centra.<br />
Hieruit wordt duidelijk dat toegepast<br />
wetenschappelijk onderzoek door alle<br />
vakgroepen en geledingen gedragen<br />
wordt. De positionering van verpleegkundig<br />
onderzoek en het verder bestendigen<br />
in de organisatie wordt als<br />
belangrijke aanbeveling genoemd.<br />
Daarnaast wordt aanbevolen voortgang<br />
te maken met volledige transparantie<br />
van de derde geldstroom. Als<br />
ziekenhuis hebben we aan de STZ kunnen<br />
meegeven zich in te zetten om STZziekenhuizen<br />
als kennisinstituut erkend<br />
te krijgen.<br />
We kijken terug op een geslaagde visitatie.<br />
De dag en de aanloop er naartoe<br />
waren een mooi moment voor reflectie<br />
om trots te zijn op de mijlpalen van<br />
de afgelopen jaren en we hebben een<br />
aantal mooie aanbevelingen waar we<br />
de komende periode aan kunnen gaan<br />
werken.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 20
Column<br />
Traumatische<br />
ervaringen op de<br />
werkvloer<br />
Een bevalling is voor 10-20% van de bevallen<br />
vrouwen een traumatische ervaring; 10% van hen<br />
die een bevalling als traumatisch heeft ervaren,<br />
ontwikkelt een Posttraumatische stressstoornis<br />
(PTSS). Tegelijkertijd kan een bevalling een grote<br />
impact hebben op, of zelfs een traumatische ervaring<br />
worden, voor een zorgverlener.<br />
Marielle van Pampus - Gynaecoloog en onderzoeker<br />
Ingrijpende of traumatische gebeurtenissen vinden niet alleen op de<br />
afdeling verloskunde plaats, maar op elke afdeling in OLVG. En dat<br />
heeft impact op jezelf, je werk en daarmee op de zorg voor je volgende<br />
patiënten. Want het kan maken dat we, de zorgverleners, ons onzeker<br />
voelen, defensiever gaan handelen, of twijfelen aan onze competenties.<br />
Ieder van ons kent nog die ene patiënt waar je nog altijd buikpijn<br />
van krijgt als je eraan terug denkt.<br />
Ik denk dat het goed is dat iedereen beseft dat we allemaal van alles<br />
meemaken in meer of minder ernstige mate. We zijn minder onbevangen<br />
dan toen we met ons werk begonnen. Dat is niet erg, maar het<br />
heeft wel degelijk invloed op hoe je met de volgende patiënt omgaat.<br />
Dat je misschien net iets voorzichtiger bent, omdat je eenzelfde negatieve<br />
uitkomst echt niet nog eens wil meemaken.<br />
Een traumatische ervaring op de werkvloer heeft op iedereen een ander<br />
effect*, afhankelijk van je ervaring, positie, coping en persoonlijkheid.<br />
Laten we lief zijn voor elkaar en begrip tonen in plaats van direct<br />
te oordelen. Achteraf is altijd alles duidelijk… en iedereen wil het beste<br />
voor een patiënt. Dus heel fijn als je naar iemand wil luisteren die net<br />
iets heel erg vervelends heeft meegemaakt, en dat je laat zien dat het<br />
normaal is om heftige emoties te hebben of te tonen.<br />
In OLVG zijn peer supporters, die kun je op de Intranet vinden. Deze<br />
peer supporters bieden meestal drie gesprekken aan, niet medisch<br />
inhoudelijk, maar vooral over wat een bepaalde ervaring met jou heeft<br />
gedaan. Houden klachten aan, dan kan je verwezen worden naar de<br />
afdeling Traumaopvang van HR Gezondheid.<br />
TIP van de ACWO<br />
Lees het OLVG<br />
databeleid<br />
Het werken met data is aan veel regels onderhevig,<br />
zoals vindbaarheid en een goede back-up.<br />
De ACWO toetst of onderzoekers zich houden<br />
aan deze regels, maar merkt dat het voor veel<br />
onderzoekers lastig is om hier goed van op de<br />
hoogte te zijn. Wist je dat er een databeleid<br />
is dat je helpt om hier direct aan te voldoen?<br />
Het databeleid is een overzichtelijk document<br />
waarin staat hoe om te gaan met je onderzoeksdata<br />
en welke processen hiervoor opgezet zijn<br />
in OLVG. Het Databeleid is recent geüpdatet en<br />
dus helemaal bijgewerkt naar de huidige processen<br />
en richtlijnen.<br />
Wat staat er in?<br />
In het Databeleid staat hoe je een datamanagementplan<br />
opstelt, hoe je je data verzamelt, waar<br />
je ze het beste kunt opslaan, opschonen, delen,<br />
en na afloop kunt archiveren. Wat mag je wel en<br />
niet met je data doen, hoe hou je je data veilig<br />
en hoe voldoe je aan de wettelijke regels. Om<br />
dit voor onderzoekers eenduidig en makkelijk te<br />
maken zijn er hiervoor binnen OLVG allerlei processen<br />
opgezet en is software en faciliteiten beschikbaar<br />
gesteld. Deze staan allemaal vermeld<br />
in het Databeleid.<br />
Bijeenkomst ‘Onderzoek doen in OLVG’<br />
Het databeleid ligt waarschijnlijk niet op je<br />
nachtkastje als leesvoer, maar het is wel degelijk<br />
handig hier meer over te weten. Je kunt je aanmelden<br />
voor de online bijeenkomst ‘Onderzoek<br />
doen in OLVG’. Tijdens deze bijeenkomst word je<br />
in ongeveer 40 minuten bijgepraat over de inhoud<br />
van het databeleid en krijg je andere handige<br />
weetjes rondom onderzoek doen in OLVG.<br />
En je ontmoet Team Wetenschap dat je op allerlei<br />
vlakken kan helpen met je onderzoek.<br />
Kortom, lees eerst het databeleid door, kom naar<br />
de online bijeenkomst je onderzoeksleven is een<br />
stuk makkelijker!<br />
Loes Pronk – Adviseur<br />
Wetenschap – ACWO<br />
*Scheepstra, K. W. F., Pauw, H. S., van Steijn, M. E., Stramrood, C. A. I., Olff, M., & van Pampus,<br />
M. G. (2020). Potential traumatic events in the workplace and depression, anxiety and<br />
post-traumatic stress: a cross-sectional study among Dutch gynaecologists, paediatricians<br />
and orthopaedic surgeons. BMJ open, 10(9), e033816. https://doi.org/10.1136/bmjopen-2019-033816<br />
WETENSCHAP@OLVG • 21
Zorginnovatie<br />
Gerandomiseerd onderzoek<br />
naar de Luscii hartfalen app<br />
Willemijn van<br />
Maarschalkerwaart<br />
is PhD student en<br />
coördineert het<br />
onderzoek rondom de<br />
Luscii hartfalenapp. Zij<br />
vertelt over het hoe en<br />
waarom van de app én<br />
het onderzoek.<br />
Simone Priester-Vink - Eindredacteur<br />
Kan je iets vertellen over de<br />
Luscii hartfalen app?<br />
‘We zijn in juli 2020 begonnen met het<br />
gebruik van Luscii app. We bieden<br />
deze app aan bij patiënten als ze een<br />
klinisch hartfalen event hebben gehad<br />
en daarvoor opgenomen zijn geweest.<br />
Zij hebben na zo’n opname verhoogd<br />
risico op een heropname. Mensen moeten<br />
dan dagelijks meten in de eerste<br />
periode. De app wordt ingezet om achteruitgang<br />
sneller op te merken én om<br />
de hartfalen medicatie zo snel mogelijk<br />
op de juiste dosering te krijgen. Als de<br />
door de patiënt ingevoerde waarden<br />
boven of onder de afkapwaarde komen,<br />
dan komt er automatisch een melding.<br />
Er zijn e-nurses, gespecialiseerde verpleegkundigen<br />
in het ziekenhuis, die<br />
deze meldingen monitoren en zo nodig<br />
overleggen met de verpleegkundig specialist<br />
hartfalen en/of cardioloog.’<br />
Wat onderzoeken jullie?<br />
‘De digitale zorg wordt nu vergoed.<br />
Daarmee kwam de vraag om de effectiviteit<br />
aan te tonen. Ik besloot om<br />
een gerandomiseerd onderzoek op te<br />
zetten. In dit onderzoek krijgen patiënten<br />
naast de Luscii app ook hartfalenthuiszorg<br />
van Cordaan. Daarbij komen<br />
specialistische hartfalenverpleegkundigen<br />
eens per week bij mensen thuis<br />
Willemijn van Maarschalkerwaart, PhD student<br />
na een opname. Patiënten worden dus<br />
gerandomiseerd over deze gecombineerde<br />
interventie bovenop standaard<br />
zorg of standaard zorg alleen in de<br />
vorm van normale poli follow-up. We<br />
volgen de patiënt voor een half jaar,<br />
met meetpunten na een maand, drie<br />
maanden en zes maanden. We kijken<br />
vooral naar de uitkomsten sterfte, hartfalen<br />
gerelateerde heropnames en naar<br />
orale ophoging van diuretica. Secundair<br />
kijken we naar kwaliteit van leven, zorgconsumptie<br />
en als het haalbaar is ook<br />
kosteneffectiviteit.’<br />
Hoe ziet de aankomende<br />
periode eruit?<br />
‘We zijn nog volop patiënten aan het<br />
includeren. Het protocol is geschreven<br />
op een inclusie van 240 patiënten. We<br />
hopen dit rond <strong>maart</strong> 2025 te bereiken.<br />
Verder willen we ons proces ook gaan<br />
evalueren. Ik hou een lijst bij met welke<br />
patiënten we excluderen en waarom. Ik<br />
denk dat daar zeker nog winst te behalen<br />
is. We hebben ongeveer 10 tot 25%<br />
exclusies door een taalbarrière, waarvan<br />
een groot deel Arabisch spreekt.<br />
Misschien kunnen we de app ook in het<br />
Arabisch gaan aanbieden? De meeste<br />
onderzoeken volgen de patiënt voor<br />
een half jaar. In de praktijk zitten sommige<br />
mensen jaren in de telemonitoring.<br />
Wanneer ze kunnen stoppen weten we<br />
eigenlijk niet zo goed. Een achtergrondvraag<br />
die we daarom nog willen beantwoorden<br />
is hoe lang je mensen moet<br />
opvolgen met telemonitoring.’<br />
WETENSCHAP@OLVG • 22
Korte berichten<br />
Colofon<br />
Gepromoveerd in 2023<br />
OLVG-promovendus en/of promovendus met (co)promotor uit OLVG.<br />
Bernice<br />
Engeltjes^<br />
Mireille<br />
Stelwagen<br />
Marlies<br />
Verhoeff*<br />
Zhengfei Huang 24 februari<br />
16 januari Leerhuis<br />
17 januari Kindergeneeskunde<br />
en Leerhuis<br />
8 februari Geriatrie<br />
Ning Zhou^ 28 <strong>maart</strong> KNO<br />
KNO en Klinische<br />
Neurofysiologie<br />
Deshui Li^ 5 april KNO en Klinische<br />
Neurofysiologie<br />
Hanneke<br />
Joosten*<br />
Ricardo<br />
Cocchieri*<br />
Nicole van<br />
Veenendaal<br />
Jooske<br />
Boomsma<br />
1 juni Heelkunde<br />
5 juni Cardiothoracale<br />
chirurgie<br />
16 juni Kindergeneeskunde<br />
30 juni Neurologie<br />
Carlo Peeters^ 3 juli Orthopedie<br />
Romein<br />
Dujardin^<br />
4 juli Intensive Care<br />
Maud Reijntjes* 7 juli Heelkunde<br />
Maybritt<br />
Kuypers^<br />
Hans<br />
Blaauwgeers*<br />
David<br />
Bernstein^<br />
Hassanin<br />
Alkaduhimi ^<br />
6 oktober SEH<br />
10 oktober Pathologie (lab)<br />
9 november Orthopedie<br />
10 november Orthopedie<br />
Anja Stevens^ 10 november Psychiatrie<br />
Hester Zijlstra^ 16 november Orthopedie<br />
Astrid van<br />
Huizen<br />
Leontien<br />
Nijland<br />
^ Promovendus met (co)promotor in OLVG, aanstelling elders<br />
30 november Dermatologie<br />
1 december Bariatrie<br />
Lena Siolino* 15 december Chirurgie<br />
* Promotie van staflid/a(n)ios/medewerker van OLVG, onderzoek elders verricht<br />
Deze lijst is samengesteld met de gegevens die bij ons bekend waren. Promoveer je in <strong>2024</strong>? Laat het ons<br />
weten via wetenschap@olvg.nl.<br />
<strong>Wetenschap@OLVG</strong> is een<br />
onafhankelijke, wetenschappelijke<br />
uitgave van het OLVG-Leerhuis.<br />
Met deze uitgave wil OLVG<br />
wetenschappelijk onderzoek<br />
stimuleren en praktisch ondersteunen.<br />
De uitgave verschijnt twee keer per<br />
jaar en wordt verspreid in de eigen<br />
organisatie en onder Santeon- en STZziekenhuizen<br />
in Nederland.<br />
Redactie<br />
Dr. B.F.P. Broekman, psychiater; C. den<br />
Haan, medisch informatiespecialist<br />
bibliotheek; dr. R.R. Jansen, artsmicrobioloog,<br />
dr. D.H.R. Kempen,<br />
orthopedisch chirurg, vicevoorzitter<br />
wetenschapscommissie; A.D. Klaassen<br />
MSc, staffunctionaris Kwaliteit &<br />
Innovatie; dr. M.G. van Pampus,<br />
gynaecoloog; L.M. Pronk, adviseur<br />
wetenschap en ambtelijk secretaris<br />
ACWO, dr. D.E. van Rooijen, hoofd<br />
wetenschap; dr. B.C. Vrouenraets,<br />
chirurg; dr. N.W. Willigenburg,<br />
researchcoördinator Orthopedie<br />
Redactie- en administratieadres<br />
OLVG Wetenschapsblad<br />
Postbus 95500<br />
1090 HM Amsterdam<br />
Telefoon: (020) 599 40 17<br />
E-mail: wetenschap@olvg.nl<br />
Hoofdredactie: Diana van Rooijen<br />
Eindredactie: Manja Herrebrugh,<br />
Simone Priester-Vink<br />
Bladcoördinatie: Manja Herrebrugh,<br />
Simone Priester-Vink<br />
Foto’s en illustraties: Catalina Feres<br />
Favi, Manja Herrebrugh, Jelmer ten<br />
Hoeve en Joep Maeijer – Audiovisuele<br />
Zaken OLVG, Ivo Sikkema – Ruparo<br />
Cartoon: Jaap Stiemer,<br />
www.jaapstiemer.nl<br />
Vormgeving: Ruparo, www.ruparo.nl<br />
Druk: Drukkerij De Bij<br />
Oplage: 850 stuks<br />
Oproep<br />
Wil je ook onderzoeksresultaten<br />
publiceren? Heb je een interessant<br />
artikel dat je wilt delen? Wil je<br />
reageren op het magazine? Of wil je<br />
je aanmelden voor de Onderzoekers<br />
van OLVG (OvO), een club van<br />
wetenschappers die langdurig<br />
onderzoek doen in OLVG? Neem dan<br />
contact op via wetenschap@olvg.nl<br />
Jaargang 17 nummer 1, <strong>maart</strong> <strong>2024</strong><br />
WETENSCHAP@OLVG • 23
Wetenschappelijke Statistieken publicaties in 2023<br />
Wetenschappelijke publicaties<br />
Het aantal publicaties van één of meer OLVG-medewerkers in 2023, opgesplitst naar afdeling.<br />
De publicaties bestaan uit wetenschappelijke artikelen, boeken en boekhoofdstukken in zowel Engels als<br />
Het aantal Pubmed-publicaties van één of meer OLVG-medewerkers in 2014 en 2015, opgesplitst naar afdeling. De publicaties<br />
van Maag- Darm- Leverziekten staan voor OLVG, locatie Oost apart vermeld en zijn voor OLVG, locatie West<br />
Nederlands. Het totaal aantal unieke publicaties bedroeg: 534.<br />
geteld bij de publicaties van Interne Geneeskunde. De categorie ‘overig’ omvat de publicaties van Teaching Hospital,<br />
Medisch Onderwijs, Verpleegkunde, Diëtetiek en Fysiotherapie.<br />
Afdeling<br />
Chirurgie<br />
Anesthesiologie & Operatiekamers 5<br />
Huisartsenpraktijk<br />
4<br />
78<br />
Buitenhof<br />
Apotheek<br />
7<br />
9<br />
Algemene Chirurgie<br />
Cardio-thoracale Chirurgie 0 Ingeborg Douwes<br />
14<br />
Centrum<br />
Cardiologie<br />
Dermatologie 2<br />
0<br />
Gynaecologie/Verloskunde Intensieve<br />
11<br />
Geneeskunde<br />
Hematologisch Klinisch Chemisch Laboratorium<br />
9<br />
Anesthesiologie<br />
4<br />
Huisartsengeneeskunde<br />
12<br />
37<br />
Intensieve Geneeskunde<br />
Interne Geneeskunde<br />
13<br />
Radiologie Klinische Farmacie14<br />
11<br />
Reumatologie<br />
12<br />
Klinische<br />
0<br />
Spoedeisende Hulp 2<br />
2 Fysica<br />
11<br />
Sportgeneeskunde 2 8<br />
4<br />
Urologie Kwaliteit en Verbetering<br />
4<br />
Overig<br />
Aantal publicaties<br />
Keel- Neus- en Oorheelkunde Interne<br />
Cardiologie<br />
Geneeskunde<br />
Kindergeneeskunde<br />
13<br />
Longgeneeskunde<br />
12<br />
10<br />
7 Maag- Darm- Leverziekten 8<br />
15<br />
17<br />
Cardiothoracale Chirurgie<br />
KNO<br />
Medische Microbiologie<br />
9<br />
9<br />
Data &<br />
Mondziekten, 2Kaak- en Aangezichtschirurgie 0<br />
Analytics<br />
Kindergeneeskunde<br />
1<br />
Neurologie / Klinische Neurofysiologie<br />
17<br />
2 Dermatologie 28<br />
Oogheelkunde 5<br />
2<br />
Fysiotherapie<br />
1<br />
Orthopedie<br />
Klinische 10<br />
Pathologie 5<br />
10<br />
3<br />
Chemie<br />
Geriatrie<br />
6<br />
Plastische Chirurgie 2<br />
10<br />
Psychiatrie en Medische Psychologie<br />
36<br />
Gynaecologie /<br />
Verloskunde<br />
27<br />
42<br />
41<br />
21<br />
13<br />
17<br />
21<br />
21<br />
23<br />
Longgeneeskunde 40<br />
45<br />
28<br />
25<br />
31<br />
32<br />
22<br />
Nucleaire<br />
Geneeskunde<br />
17<br />
Leerhuis<br />
12<br />
18<br />
MDL<br />
2<br />
17<br />
Medische<br />
Microbiologie<br />
3<br />
9<br />
Neurochirurgie<br />
36<br />
23<br />
1<br />
1<br />
5<br />
48<br />
Medisch<br />
Onderwijs<br />
45<br />
Neurologie<br />
/ Klinische<br />
Neurofysiologie<br />
Oogheelkunde<br />
54<br />
Mondziekten,<br />
Kaak- en<br />
Aangezichtschirurgie<br />
Oncologisch<br />
Centrum<br />
Amsterdam<br />
60<br />
72<br />
Orthopedie<br />
Pathologie<br />
3<br />
1<br />
26<br />
15<br />
15<br />
9<br />
64<br />
15<br />
8<br />
73<br />
Plastische<br />
Chirurgie<br />
Psychiatrie en<br />
Medische Psychologie<br />
Radiologie<br />
Reumatologie<br />
Spoedeisende Hulp<br />
Sportgeneeskunde<br />
Urologie<br />
85<br />
2014 (totaal uniek 457)<br />
2015 (totaal uniek 543)<br />
een santeon<br />
ziekenhuis