You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Saai zal het niet worden<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong>
<strong>In</strong>houd<br />
Voorwoord 006<br />
Bespiegelingen <strong>2024</strong> 009<br />
Thema’s voor langetermijndenkers 022<br />
Klimaat en verduurzaming 041<br />
Economische ontwikkelingen en vooruitzichten 057<br />
<strong>De</strong> woningmarkt en de bouwsector 074<br />
Retail 103<br />
Kristallen bol 118
Voorwoord<br />
Bekeken vanuit een internationaal perspectief heeft<br />
de Nederlandse zonweringsbranche in 2023 echt<br />
niet slecht gepresteerd. Hopelijk kunnen we in <strong>2024</strong><br />
ten minste consolideren. Dat zou al heel mooi zijn!<br />
Scandinavië is al vroeg in 2023 in een recessie beland<br />
en dat heeft echt een desastreuze uitwerking gehad<br />
op de branche in dat gebied. Zweden en Finland<br />
lopen voorop in de teloorgang met zware verliezen<br />
gemeten in tientallen procenten ten opzichte van<br />
2022. Duitsland doet het relatief iets beter, maar de<br />
markt heeft daar ook een serieuze tik gekregen. <strong>De</strong><br />
lokale markt in België loopt achter op 2022, maar<br />
niet desastreus. Sommige Belgische fabrikanten,<br />
waarvan er een aantal serieus exporteren, hebben<br />
behoorlijk grote averij opgelopen.<br />
<strong>In</strong> de Europese markt gaat de consolidatie nu toch<br />
wel serieuze vormen krijgen. <strong>De</strong> Stella-groep<br />
pakt door en ook Hunter Douglas is actief op het<br />
overnamepad. Daarnaast worden er intern binnen<br />
Hunter Douglas met de snelheid van het licht allerlei<br />
veranderingen in de organisatie doorgevoerd.<br />
Ook zien we in snel tempo productie verdwijnen<br />
naar het buitenland, of dat nu raamdecoratie of<br />
buitenzonwering betreft. Coulisse kiest ook het<br />
pad van de overnames, met twee aangekondigde<br />
transacties per 1 januari <strong>2024</strong>.<br />
We zien inmiddels ook duidelijk dat 'in home'-<br />
shoppingmodellen voet aan de grond gekregen<br />
hebben, in eerste instantie met name voor de<br />
verkoop van raamdecoratie. <strong>In</strong> Engeland gebeurde<br />
dat al langer, onder andere bij Hillarys, maar ook<br />
de Ierse Mzuri Group bouwde de afgelopen jaren<br />
haar activiteiten in Europa snel uit en is nu in meer<br />
dan tien landen actief. Veneta is een ander goed<br />
voorbeeld en sinds een jaar of vijftien actief op<br />
de Nederlandse markt. <strong>De</strong> onderneming slaat nu<br />
trouwens ook de vleugels buiten Nederland uit.<br />
<strong>In</strong> homeshopping is zij nu ook succesvol gebleken<br />
in Noorwegen, met zonwering voor buiten. Het is<br />
een bedrijf uit de Hunter Douglas-portefeuille dat<br />
inmiddels zijn zinnen heeft gezet op internationale<br />
expansie binnen Scandinavië.<br />
Er gebeurt dus echt van alles, hoewel misschien<br />
niet altijd direct zichtbaar voor iedereen in<br />
Nederland. <strong>De</strong> Nederlandse markt is wellicht iets<br />
conservatiever op dit moment. Toch moeten<br />
we de zaken ook hier vanuit een internationaal<br />
perspectief bekijken. Vroeg of laat krijgen Europese<br />
trends hier ook voet aan de grond.<br />
Daar staat tegenover dat we voor een solide<br />
toekomst moeten kunnen vertrouwen op bekende<br />
waarden. <strong>De</strong> verkoop van een goed product<br />
vergt hoogwaardige dienstverlening, ook voor<br />
onderhoud en reparatie. Daar zit op lange termijn<br />
toegevoegde waarde die moeilijk te kopiëren is.<br />
Anderzijds is vakmanschap lastig op te bouwen en<br />
te behouden.<br />
<strong>In</strong>vesteren in de markt is een aandachtspunt. Sinds<br />
eind 2019 hebben wij in Hoofddorp veel tijd en geld<br />
geïnvesteerd in onderzoek, kennis en hulpmiddelen<br />
om dynamische zonwering voor binnen en buiten<br />
goed te kunnen presenteren bij allerlei stakeholders<br />
in de markt. Daarbij hebben we ons in eerste<br />
instantie gericht op commercieel vastgoed. Vanaf<br />
<strong>2024</strong> rollen we soortgelijke initiatieven ook uit<br />
naar andere sectoren, zoals zorg en educatie.<br />
<strong>In</strong>middels staan we daarin niet meer alleen en doen<br />
we dat met een kleine vijftien partners. Nagenoeg<br />
allemaal met een primaire focus op projecten in de<br />
buitenzonwering. Volgend jaar hopen we nog een<br />
aantal partners te kunnen verwelkomen, die zich met<br />
name richten op functionele zonwering voor binnen.<br />
Er komt ook een serie producten aan die onderhoud<br />
en reparatie in de utiliteitsbouw efficiënter zullen<br />
6<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
maken. We laten een deel zien op R+T in Stuttgart. Over beurzen gesproken;<br />
na daarover jarenlang te hebben nagedacht is de kogel recentelijk door de<br />
kerk gegaan en zullen we met Somfy niet deelnemen aan de Polyclose in <strong>2024</strong>.<br />
Persoonlijk heb ik daar wel een beetje dubbel gevoel bij. Voor zover ik me kan<br />
herinneren heb ik zelf op alle Benelux-beurzen gestaan sinds 1990.<br />
Klimaat en weer zijn de branche de afgelopen jaren ter wille geweest. <strong>De</strong> branche<br />
heeft daarvan de vruchten kunnen plukken, zeker in de afgelopen drie jaar, zo<br />
blijkt uit de data. Na de extra duw in de rug door corona is het tij sinds de tweede<br />
helft van 2022 gekeerd. Toch lijkt de economie te ontsnappen aan een diepe<br />
recessie. <strong>De</strong> terugval is beperkt, maar duurt langer dan we misschien gewend zijn.<br />
Veel branchegenoten hebben we in 2023 horen zeggen dat het wel goed was.<br />
Minder hectisch, beter voor de kwaliteit, efficiënter en dus met een uiteindelijk<br />
beter resultaat. Wel alert blijven! Er wordt te weinig gedaan om de markt<br />
structureel te laten groeien en dus is de branche nog te veel afhankelijk van externe<br />
factoren zoals het weer en de economie. Zoals gezegd, de combinatie van weer<br />
en economische omstandigheden is de branche de afgelopen jaren goed gezind<br />
geweest. Het is echter, net als bij beleggingen, geen garantie voor de toekomst!<br />
<strong>De</strong> tijd is langzaam ook aangebroken om na te denken over de problematiek<br />
van de wegwerpmaatschappij. Hergebruik, reparatie en verantwoord<br />
vernietigen gaan de komende jaren een rol spelen, ook in deze branche. Een<br />
mooie mogelijkheid voor met name installateurs om op deze trend in te<br />
spelen. Fabrikanten hebben daar ook een rol in te spelen natuurlijk, net als de<br />
toeleveranciers trouwens. <strong>In</strong> dat verband zijn transparantie en het afleggen van<br />
verantwoording over de milieuaspecten van de bedrijfsvoering sleutelfactoren<br />
voor succes in de toekomst.<br />
Zoals in het magazine is te lezen speelt er van alles in de wereld. Ook de<br />
branche kent nog volop uitdagingen en het bedrijfseconomisch op orde houden<br />
van de bedrijven behoeft ook aandacht, dus niemand hoeft zich te vervelen.<br />
Dus 'avanti' en maak er weer iets moois van komend jaar!<br />
Sven van Witzenburg<br />
Hoofddorp, januari <strong>2024</strong><br />
Sven van Witzenburg<br />
Begon als accountant bij KPMG<br />
en kwam na bijna tien jaar in<br />
het bedrijfsleven terecht.<br />
Had daarna gedurende twaalf jaar<br />
missies als managing director<br />
in diverse productie-, retail- en<br />
handelsondernemingen: focus<br />
op start-ups, herstructureringen,<br />
M&A’s, strategische vraagstukken,<br />
sales en marketing. Was vervolgens<br />
werkzaam bij beursgenoteerde<br />
ondernemingen, waaronder<br />
Hunter Douglas. <strong>De</strong>ed intussen<br />
aanvullende studies: masters in<br />
Stratetic Retail Management<br />
(HBS/University of Pennsylvania),<br />
een MBA aan Kingston University in<br />
Londen en een doctoraal in Business<br />
Administration aan ISM Paris/<br />
New York. Is sinds 2001 bij Somfy<br />
en daar verantwoordelijk voor<br />
de tien Noord-Europese landen.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 7
Uitslag verkiezingen 2023<br />
Leeftijd en opleidingsniveau per partij in %<br />
Leeftijd<br />
Opleidingsniveau<br />
100<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0 PVV<br />
VVD NSC GL/PvdA PVV VVD NSC GL/PvdA<br />
18-34jr 34-49jr 50-64jr 65+jr Laag Midden Hoog<br />
Bron: IPSOS gepubliceerd in NRC25112023<br />
8<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Bespiegelingen <strong>2024</strong><br />
<strong>De</strong> binnenlandse politieke arena<br />
Verkiezingsuitslag<br />
> Ipsos deed tijdens de stembusgang een<br />
representatieve steekproef onder bijna 3700<br />
kiezers in opdracht van de NOS.<br />
> <strong>De</strong> belangrijkste conclusies op een rijtje:<br />
• <strong>In</strong> totaal stemde 15 procent van de kiezers<br />
die in 2021 op de VVD stemden bij de laatste<br />
verkiezingen op de PVV. Een forse groep<br />
van ruim 350.000 liberale kiezers, goed voor<br />
4 tot 5 zetels, die is overgestapt naar de PVV.<br />
Bij de vorige verkiezingen haalde de VVD<br />
nog 34 zetels.<br />
• Veel nieuwe PVV-kiezers besloten pas in<br />
de laatste week van de campagne over te<br />
stappen. Een groot deel van de overgelopen<br />
VVD’ers heeft om strategische redenen op de<br />
PVV gestemd: het tot stand brengen van een<br />
rechts kabinet. Voor het eerst is een grote<br />
groep kiezers van een centrumrechtse partij<br />
overgestapt naar een radicaal-rechtse.<br />
• <strong>De</strong> PVV motiveerde ook nog een andere<br />
groep kiezers, namelijk niet-stemmers: 1 op<br />
de 10 PVV-kiezers die nu voor de partij koos<br />
bleef in 2021 nog thuis.<br />
• Bij nog 2 andere partijen valt het relatief<br />
hoge percentage overstappers op: iets meer<br />
dan 1 op de 10 kiezers die bij de vorige<br />
verkiezing CDA stemden, ging nu naar<br />
Wilders, en dat geldt ook voor 16 procent<br />
van de SP-stemmers.<br />
• <strong>De</strong> partij van Omtzigt (NSC) heeft een<br />
heel nieuw electoraat aangeboord. NSC<br />
heeft kiezers weggetrokken bij heel veel<br />
verschillende partijen, van links tot rechts.<br />
12 procent van de kiezers die in 2021 nog op<br />
D66 stemden, stemde nu op NSC. 16 procent<br />
van de SP-kiezers uit 2021 ging naar NSC,<br />
en 12 procent van de ChristenUnie-kiezers.<br />
<strong>De</strong> grootste groep komt wel van centrumrechts:<br />
1 op de 3 CDA-kiezers van 2021<br />
(toen nog goed voor 15 zetels) koos nu voor<br />
Omtzigt, en 10 procent van de grote groep<br />
VVD-stemmers (goed voor 34 zetels).<br />
> <strong>In</strong> totaal 2,4 miljoen kiezers stemden PVV en<br />
hielpen de partij aan de overwinning met 37<br />
zetels. Uit onderzoek van Ipsos blijkt dat de PVV<br />
vergeleken met de andere partijen de meeste<br />
jongere kiezers aan zich wist te binden: 17 procent<br />
in de leeftijdsgroep 18-34 jaar stemde op de PVV.<br />
Bij de vorige verkiezingen was dat nog 7 procent.<br />
Van de hoger opgeleiden stemde 10 procent op<br />
de PVV – in absolute aantallen hebben er méér<br />
hogeropgeleiden op de PVV gestemd dan op D66.<br />
<strong>De</strong> partij won op het platteland, maar ook in de<br />
stad. <strong>De</strong> man-vrouwverhouding is 53 tegenover<br />
47. Bij concurrent VVD is die 60/40. <strong>De</strong> PVV<br />
weet ook steeds beter substantiële groepen met<br />
een migrantenachtergrond te vinden. Een bont<br />
gezelschap van kiesmaagden, een nieuwe generatie<br />
moslims, overstappers en oude getrouwen.<br />
Formaties in Nederland<br />
> <strong>De</strong> formatie voor een nieuw kabinet is inmiddels<br />
in gang gezet en zal zeker een aantal maanden<br />
in beslag nemen. <strong>De</strong> vorige formatie in 2021-2022<br />
was met bijna 300 dagen de langste in de<br />
Nederlandse geschiedenis.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 9
Aantal formatiedagen per kabinet<br />
Kabinet Jaar Formatiedagen<br />
<strong>De</strong>n Uyl 1972<br />
Van Agt I 1977<br />
Van Agt II 1981<br />
Lubbers I 1982<br />
Lubbers II 1986<br />
Lubbers III 1989<br />
Gemiddelde<br />
Kok I 1994<br />
115,3 dagen<br />
Kok II 1998<br />
Balkenende I 2002<br />
Balkenende II 2003<br />
Balkenende<br />
Kabinet<br />
IV<br />
Jaar<br />
2006<br />
Formatiedagen<br />
<strong>De</strong>n Rutte Uyl I 1972 2010<br />
Van Rutte Agt II I 1977 2010<br />
Van Rutte Agt III II 2010 1981<br />
Lubbers Rutte IV I 2010 1982<br />
Lubbers II 1986 0 50 100 150 200 250 300<br />
Lubbers III 1989<br />
Gemiddelde<br />
Excl. dat alleen lopende regeringszaken afhandelt)<br />
rompkabinet (overgangskabinet<br />
Kok I 1994<br />
115,3 dagen<br />
Kok II 1998<br />
Bron: Balkenende FD/27 november I 20022023<br />
Balkenende II 2003<br />
Balkenende IV 2006<br />
Rutte I 2010<br />
285 Rutte II 2010<br />
Rutte III 2010<br />
dat formaties<br />
Rutte IV 2010<br />
in Nederland veel tijd vergen.<br />
> Een internationale vergelijking bevestigt het beeld<br />
Formatieduur<br />
159<br />
op basis van<br />
de laatste 5 verkiezingen<br />
Excl. rompkabinet (overgangskabinet dat alleen lopende regeringszaken afhandelt)<br />
Gemiddeld aantal 85 dagen<br />
285<br />
Bel<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Bel<br />
4<br />
Bron: FD/27 november 2023<br />
5<br />
6<br />
Ned<br />
Dui<br />
82<br />
Oos<br />
> Alleen in België doet men er vaak langer over om<br />
1<br />
een regering te vormen.<br />
2<br />
3<br />
Zweden<br />
Politieke vraagstukken als splijtzwam<br />
4<br />
> Na de verkiezingen volgt de fase van coalitievorming<br />
5<br />
en gaat de politiek zich vooral even met zichzelf<br />
6<br />
159<br />
Ned<br />
85<br />
Dui<br />
82<br />
Oos<br />
0 50 100 150 200 250 300<br />
bezighouden. <strong>De</strong> dagen van intensief contact met<br />
de buitenwereld zijn dan voorbij, die van stille<br />
76<br />
Spa<br />
76<br />
Spa<br />
strategie en introspectie zijn begonnen. Op een<br />
bepaald moment moet er echt over inhoud worden<br />
gesproken. Het gaat dan over de gewenste beleidsmaatregelen<br />
en de geldbedragen die daarbij horen.<br />
48<br />
Ita<br />
48<br />
Ita<br />
45<br />
Zwe<br />
30<br />
Por<br />
21<br />
<strong>De</strong>n<br />
2018 2019 2020 2021 2022<br />
Zwitserland<br />
45<br />
Zwe<br />
30<br />
Por<br />
2018 2019 2020 2021 2022<br />
5<br />
Fra<br />
Zwitserland<br />
<strong>De</strong>nemarken<br />
21<br />
5<br />
Zweden<br />
<strong>De</strong>n Fra<br />
Nederland<br />
<strong>De</strong>nemarken<br />
Nederland<br />
> Vooral over die bedragen moet nog veel duidelijk<br />
worden, zeker als de coalitie over rechts gaat.<br />
PVV, NSC en BBB schuiven aan tafel zonder<br />
doorrekening van hun programma’s en zelfs<br />
ook zonder eigen schattingen van de financiële<br />
consequenties van hun plannen.<br />
> Een complicerende factor voor de<br />
onderhandelende partijen is een begroting die<br />
uit balans is en een horizon met tegenvallers.<br />
Volgens topambtenaren van de Studiegroep<br />
Begrotingsruimte komt de schatkist de komende<br />
kabinetsperiode jaarlijks € 17 miljard tekort. Het gat<br />
op de begroting kan de onderhandelingen verzuren,<br />
want er is tijdens de verkiezingen vooral veel extra<br />
geld beloofd. Dat is er eigenlijk niet. En het komt er<br />
ook niet snel, want de Nederlandse economie is in<br />
een recessie beland. Het is een bijzondere recessie:<br />
(waarschijnlijk) lang, ondiep en met een laag<br />
blijvende werkloosheid.<br />
> Een recessie met eind 2023 een reeks van drie<br />
opvolgende kwartalen met krimp is uitzonderlijk.<br />
Sinds de jaren 90 van de vorige eeuw kwam het<br />
slechts een keer eerder voor. <strong>De</strong> cijfers van het<br />
vierde kwartaal zijn op het moment van schrijven<br />
nog niet bekend, maar je hoeft geen doemdenker<br />
te zijn om ook het vierde kwartaal krimp toe te<br />
schrijven. <strong>De</strong> meeste indicatoren zitten nog in het<br />
rood en de renteverhogingen van de Europese<br />
Centrale Bank werken nog steeds door in de reële<br />
economie. Met een vierde krimpkwartaal zou er<br />
een nieuw Nederlands record worden gezet: nog<br />
nooit duurde een recessie zo lang.<br />
> Gelukkig is de recessie ook ondiep. Vergeleken<br />
met 2009 en 2020 is de krimp gering. Omdat de<br />
krappe arbeidsmarkt voorkomt dat de werkloosheid<br />
snel stijgt, komt er geen vliegwieleffect op gang,<br />
van al verder dalende consumptie en steeds lagere<br />
productie. Met dank aan de massaal pensionerende<br />
babyboomers. Zonder serieus oplopende<br />
werkloosheid zou men ook kunnen spreken van<br />
stilstand of stagnatie overigens.<br />
10<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Een korte bloemlezing van belangrijke<br />
onderwerpen waar in de formatie standpunten op<br />
dienen te worden geformuleerd:<br />
• EU-lidmaatschap: Gebaseerd op eerdere<br />
uitspraken van Wilders hangt ons wat hem<br />
betreft een vertrek uit de EU boven het<br />
hoofd. <strong>De</strong> geringe animo in Nederland maakt<br />
een vertrek overigens weinig realistisch.<br />
• Migratie: Vrij verkeer van personen en dat<br />
van goederen, diensten en kapitaal vormen<br />
al decennialang de ‘vier vrijheden’ van het<br />
kloppend hart van Europese samenwerking.<br />
Wilders maakt er korte metten mee. EUburgers<br />
die in Nederland willen werken,<br />
hebben voortaan een vergunning nodig.<br />
Daarmee gaat de PVV in tegen de Europese<br />
verdragen. Mocht een kabinet-Wilders I dit<br />
beleid willen inzetten, gezien de krapte op<br />
de arbeidsmarkt trouwens onverstandig,<br />
dan liggen er rechtszaken in het verschiet<br />
die Nederland zeker verliest. Ook de door<br />
de PVV gewenste asielstop druist in tegen de<br />
EU- en internationale afspraken. Wilders wil<br />
hier onderuit, maar juridische experts achten<br />
dit kansloos. <strong>De</strong> PVV pleit daarnaast voor<br />
herinvoering van een grensbewaking. <strong>De</strong> EUlanden<br />
werken al naarstig aan een gezamenlijk<br />
migratie- en asielpact, waarbij landen elkaar<br />
helpen bij een migratiecrisis, vingerafdrukken<br />
van migranten afnemen en terugkeerdeals<br />
sluiten met herkomstlanden. Hierover<br />
heeft Wilders gezegd een opt-out te willen<br />
afdwingen, zodat Nederland niet hoeft mee te<br />
doen. <strong>De</strong> onafhankelijke Adviesraad Migratie<br />
voorziet dat <strong>De</strong>n Haag zich zodoende ‘politiek<br />
en economisch isoleert’ in Europa.<br />
• Dan zijn er nog andere EU-gerelateerde<br />
onderwerpen, zoals de uitbreiding van de<br />
EU en daarmee samenhangend ook de<br />
bestuurbaarheid van de Unie die onder druk<br />
staat vanwege het vetorecht van elke lidstaat<br />
bij buitenland- en belastingbeleid. Wilders<br />
wil bevoegdheden terughalen van Brussel<br />
naar <strong>De</strong>n Haag, en ook op EU-uitbreiding<br />
zit hij niet te wachten. Opvallend is dat<br />
Wilders vindt dat Nederland een nettoontvanger<br />
moet worden in plaats van een<br />
nettobetaler, zolang ons land nog EU-lid is.<br />
Hoe hij de andere EU-leiders ervan denkt te<br />
overtuigen om een van de rijkste naties ter<br />
wereld geld toe te geven, is onduidelijk. Op<br />
de vraag hoe handelsland Nederland, dat<br />
bij uitstek profiteert van de open Europese<br />
economie, volgens Wilders zijn boterham<br />
moet verdienen is van de PVV nog nooit een<br />
bruikbaar antwoord gehoord.<br />
• Beperken, doorgaan of opvoeren van de steun<br />
aan de Oekraïne. Tenzij het standpunt van de<br />
PVV zou wijzigen is de PVV voorstander van<br />
beperken. Al zou Nederland de steun willen<br />
inperken, het onderwerp als zodanig is in feite<br />
meer een EU-onderwerp.<br />
• Voor wat betreft de Europese klimaatambities<br />
zijn er ook de nodige barrières te slechten<br />
tijdens de formatie: het al dan niet open<br />
blijven van kolencentrales, stoppen<br />
met de reductie van CO2, het al dan niet<br />
terugtrekken uit het VN-klimaatakkoord<br />
en het intrekken van de Klimaatwet. Anders<br />
gezegd: verduurzaming of niet. <strong>De</strong> PVV<br />
heeft duidelijk weinig op met het onderwerp<br />
verduurzaming, terwijl de VVD hamert op<br />
het belang van schone groei en gemaakte<br />
CO2-reductieafspraken. Dat laat onverlet<br />
dat een rechts kabinet met de PVV Brussel<br />
weinig ruimte zal laten om er een schepje<br />
bovenop te doen. Volgens wetenschappers<br />
is dat wel nodig, te beginnen met een<br />
Europees klimaatdoel voor 2040 dat volgens<br />
hen omhoog moet. Wilders’ weerzin past<br />
overigens wel bij een groeiende roep om ‘de<br />
pauzeknop’ in de EU.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 11
12<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
<strong>In</strong>ternationaal verkiezingsjaar <strong>2024</strong><br />
> Het jaar <strong>2024</strong> is het grootste verkiezingsjaar ooit<br />
in de geschiedenis. <strong>In</strong> <strong>2024</strong> gaat meer dan de helft<br />
van de wereldbevolking - meer dan vier miljard<br />
mensen - naar de stembus.<br />
Aantal inwoners van landen met een<br />
verkiezing gepland in <strong>2024</strong><br />
> <strong>In</strong> de helft van de gevallen zijn de verkiezingen<br />
niet vrij en eerlijk en ontbreken vele andere<br />
voorwaarden voor democratie, zoals de vrijheid<br />
van meningsuiting en vereniging. Verkiezingen<br />
in Bangladesh, Mexico, Pakistan (allemaal<br />
hybride regimes, die elementen van democratie<br />
en autoritarisme combineren) en Rusland (een<br />
autoritair regime) zullen vrijwel zeker geen<br />
4.2bn<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
1800 50 1900 50 2000 24<br />
0<br />
*<strong>In</strong>cludes legislative, presidential ans EU elections, as well as nationwide elections at the municipal or regonal level in <strong>2024</strong> and<br />
in 1950-2023 for countries of over 100 m people<br />
Bron: Economist 13 november 2023<br />
> Volgens berekeningen van de Economist zijn er in<br />
76 landen verkiezingen gepland. Van de 71 landen<br />
die op de democratie-index van de EIU staan,<br />
zal er in 43 landen volledig vrij en eerlijk worden<br />
gestemd (waarvan 27 lid van de EU); de andere<br />
28 voldoen niet aan de essentiële voorwaarden<br />
voor een democratische stemming. 8 van de 10<br />
dichtstbevolkte landen ter wereld – Bangladesh,<br />
Brazilië, <strong>In</strong>dia, <strong>In</strong>donesië, Mexico, Pakistan,<br />
Rusland en de Verenigde Staten – zullen in <strong>2024</strong><br />
verkiezingen houden.<br />
regimeverandering teweegbrengen. Brazilië,<br />
<strong>In</strong>dia, <strong>In</strong>donesië en de Verenigde Staten worden<br />
ondertussen door de EIU geclassificeerd als<br />
‘gebrekkige democratieën’, hetgeen betekent dat<br />
verkiezingen vrij en eerlijk zijn en verandering<br />
mogelijk maken, maar dat hun politieke systemen<br />
zwakke punten hebben. <strong>In</strong> februari zal de<br />
centrumlinkse PDI in <strong>In</strong>donesië, het dichtstbevolkte<br />
land van Zuidoost-Azië, waarschijnlijk de<br />
parlements- en presidentsverkiezingen winnen.<br />
<strong>In</strong> <strong>In</strong>dia zal de regerende BJP van Narendra Modi,<br />
's werelds grootste politieke partij met meer dan<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 13
180 miljoen leden, in mei waarschijnlijk winnen,<br />
ondanks het toenemende sentiment tegen de<br />
zittende regering. <strong>In</strong> Brazilië zal in oktober bij de<br />
gemeenteraadsverkiezingen blijken of de linkse<br />
Arbeiderspartij van president Luiz <strong>In</strong>acio Lula da<br />
Silva winst kan boeken ten koste van de rechtse<br />
Liberale Partij, die het congres domineert en wordt<br />
gesteund door Lula's rechtse voorganger Jair<br />
Bolsonaro. <strong>In</strong> november kiezen de kiezers in de<br />
Verenigde Staten hun volgende president, evenals<br />
het hele Huis van Afgevaardigden en een derde van<br />
de Senaat. President Joe Biden zal het waarschijnlijk<br />
opnemen tegen Donald Trump, de Republikeinse<br />
koploper, een herhaling van 2020.<br />
> <strong>De</strong> 2 continenten met het grootste aantal landen<br />
dat in <strong>2024</strong> gaat stemmen, zijn Europa (37) en Afrika<br />
(18). Afrikaanse landen met een gecombineerde<br />
bevolking van meer dan 330 miljoen mensen,<br />
waaronder Algerije, Ghana en Mozambique, zullen<br />
verkiezingen houden, met als grootste land Zuid-<br />
Afrika, waar meer dan 60 miljoen mensen wonen.<br />
> <strong>De</strong> verkiezingen voor het Europees Parlement in<br />
juni zullen het migratievraagstuk op de voorgrond<br />
plaatsen. <strong>De</strong> EU verwacht in <strong>2024</strong> meer dan 1<br />
miljoen asielaanvragen te ontvangen, het hoogste<br />
aantal sinds een golf van aankomsten in 2015-<br />
2016. Veel Europese politici en kiezers zien de<br />
toestroom van migranten als een bedreiging,<br />
ondanks een oplopend tekort aan arbeidskrachten.<br />
<strong>De</strong> verkiezingen kunnen het parlement naar rechts<br />
verschuiven, omdat kiezers kiezen voor partijen die<br />
pleiten voor strengere controles op immigratie.<br />
14<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Oekraïne: de tussenstand<br />
> Nadat in 2023 het langverwachte Oekraïense<br />
tegenoffensief stukliep op de zware Russische<br />
verdedigingslinies, zal het weer de gevechten langs<br />
de frontlinies vermoedelijk vertragen. Ondanks de<br />
miljardensteun van tientallen bondgenoten voert<br />
Oekraïne nog altijd een asymmetrische oorlog.<br />
Rusland heeft weliswaar enorme verliezen geleden<br />
in de eerste 21 maanden van de oorlog, maar heeft<br />
nog altijd meer soldaten en meer vliegtuigen, tanks,<br />
helikopters, raketten, drones en granaten.<br />
> Met name de munitieschaarste bij de artillerie is<br />
een heikel punt. Granaten, zo is gebleken, spelen<br />
een doorslaggevende rol op het slagveld, maar de<br />
bondgenoten van Oekraïne slagen er niet in hun<br />
productie voldoende op te voeren. <strong>De</strong> EU-landen<br />
moeten inmiddels toegeven dat zij niet voor maart<br />
<strong>2024</strong> de beloofde één miljoen stuks artilleriemunitie<br />
kunnen leveren.<br />
> Dat heeft gevolgen voor de oorlog: Oekraïne<br />
vuurt in de herfst van 2023 noodgedwongen minder<br />
dan de helft van het aantal granaten per maand af<br />
op Russische stellingen in vergelijking met de zomer.<br />
Ook op andere vlakken blijft Oekraïne achter. Zo<br />
vraagt Kiev zijn westerse partners al meer dan een<br />
jaar om de levering van langeafstandsraketten,<br />
zoals de Amerikaanse ATACMS en de Duitse Taurus,<br />
waarmee het Russische doelen ver achter de<br />
frontlinies kan raken.<br />
> Enkele tientallen F-16’s uit Nederland en<br />
<strong>De</strong>nemarken komen wel naar Oekraïne, maar<br />
dat gebeurt pas in de loop van <strong>2024</strong>. Het blijft de<br />
grote vraag welk verschil de gevechtsvliegtuigen<br />
gaan maken. Ze kunnen Oekraïne ‘een<br />
beetje helpen’, maar de F-16’s zijn ‘geen<br />
wondermiddel’, waarschuwde de Amerikaanse<br />
luchtmachtcommandant generaal David Hecker<br />
eind augustus. Wel zullen ze de Oekraïense<br />
luchtafweer verder versterken.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 15
Terwijl in Europa en de VS volop wordt<br />
gediscussieerd over de toekomstige steun aan<br />
Oekraïne, draait de Russische oorlogseconomie<br />
op volle toeren. Het vermogen van Rusland om<br />
oorlog te voeren tegen Oekraïne zal toenemen<br />
naarmate de industriële basis van de Russische<br />
defensie sterker wordt, zegt George Barros van<br />
het <strong>In</strong>stitute for the Study of War (ISW). Sancties<br />
slagen er niet in de Russische industrie tegen te<br />
houden. <strong>De</strong> Russen maken nu hetzelfde aantal<br />
precisiegeleide munitie als vóór de oorlog en zijn<br />
op weg om de vooroorlogse productie tegen<br />
eind <strong>2024</strong> te overtreffen. Het zegt veel over het<br />
aanpassingsvermogen van Moskou, dat alles in<br />
het werk stelt om deze oorlog niet te verliezen.<br />
Ondanks de vele oorlogsdoden en het verlies van<br />
kolossale hoeveelheden materieel beschikt Rusland<br />
nog steeds over de capaciteit om zich succesvol te<br />
verdedigen tegen Oekraïense offensieven, en zelfs<br />
eigen aanvallen uit te voeren.<br />
> Volgens Oekraïense cijfers zijn sinds de grootscheepse<br />
invasie in 2022 zo’n 330.000 Russische<br />
militairen gedood of gewond geraakt. Onder analisten<br />
leidt de huidige staat van de oorlog tot sombere<br />
vooruitzichten. <strong>De</strong> realiteit is dat Rusland komend<br />
jaar materieel in het voordeel zal zijn. Rusland heeft<br />
in <strong>2024</strong> meer artillerie en munitie, produceert meer<br />
drones dan Oekraïne en waarschijnlijk ook meer<br />
langeafstandsdrones en kruisraketten.<br />
> ‘Als hier vandaag een oorlog uitbreekt, moet het<br />
Belgische leger al na een paar uur met stenen gaan<br />
gooien omdat we geen munitie meer hebben’, aldus<br />
de Belgische generaal b.d. Marc Thys. Het geeft wel<br />
een beetje de onmacht aan van de EU.<br />
> <strong>De</strong> economie van Rusland is qua omvang<br />
vergelijkbaar met die van de Benelux. Alle boycots<br />
ten spijt heeft het IMF de groeiprognose voor<br />
2023 fors verhoogd (tot 2,2%) en ook in <strong>2024</strong><br />
doet Rusland het met een groei van 1,1% zelfs<br />
beter dan Nederland. <strong>De</strong> reden: Rusland draait<br />
als een oorlogseconomie, met hoge uitgaven aan<br />
defensie, bijna een derde van de totale begroting<br />
van <strong>2024</strong> (in 2023 lag dat niveau al boven de<br />
20%). Rusland financiert deze kosten door de<br />
verkoop van olie, met name in Azië. Op de langere<br />
termijn zien de IMF-economen het echter juist<br />
somber in voor Rusland. Door de sancties van het<br />
Westen verliest Moskou toegang tot buitenlandse<br />
technologie. <strong>De</strong> potentiële groei valt daardoor<br />
terug. Ter vergelijking: Nederland spendeert in<br />
<strong>2024</strong> 1,95% aan defensie.<br />
> <strong>De</strong> grote vraag is hoe het verder moet, nu Rusland<br />
nog steeds zo'n 20 procent van het Oekraïense<br />
grondgebied bezet houdt. <strong>De</strong> wil van Vladimir Poetin<br />
om zijn oorlog voort te zetten lijkt alleen maar<br />
sterker geworden, terwijl in het Westen sporen<br />
zichtbaar zijn van ‘oorlogsmoeheid’. Onderzoeker<br />
Bob <strong>De</strong>en van <strong>In</strong>stituut Clingendael ziet donkere<br />
wolken zich samenpakken. Er lijkt een soort<br />
neerwaartse spiraal te ontstaan waarbij in het<br />
Westen de steun afneemt doordat men denkt dat een<br />
Oekraïens tegenoffensief niet veel kans maakt, terwijl<br />
Oekraïne vreest dat het steeds minder kans maakt<br />
om te winnen doordat de westerse steun afneemt.<br />
> <strong>In</strong> december 2023 voorspelde Poetin ‘problemen<br />
met Finland’. <strong>In</strong>middels melden militaire bronnen<br />
een Russische troepenopbouw langs de grens met<br />
Finland. <strong>In</strong>gewijden voorspellen dat de NAVO drie<br />
jaar de tijd heeft om zich op een Russische aanval<br />
voor te bereiden.<br />
16<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Ook de Poolse onderminister Jacek Siewiera riep<br />
Europese landen al op een groot leger op de been<br />
te brengen langs de grens met Rusland. Hij kreeg<br />
een rapport voorgelegd van de Duitse denktank<br />
DGAP, waarin stond dat er over zes à tien jaar een<br />
Russische aanval op Europa kan komen.<br />
> Ook in Duitsland gaan er stemmen op dat men<br />
‘moet wennen’ aan het idee dat het misschien<br />
een defensieve oorlog tegen Rusland moet<br />
voeren. Naar verwachting zal de Amerikaanse<br />
troepenreductie in Europa doorgaan, wie er ook<br />
president wordt in <strong>2024</strong>. <strong>De</strong> VS zullen zich meer en<br />
meer focussen op Azië en dus zal Europa zijn eigen<br />
bootjes moeten kunnen doppen.<br />
> President Poetin heeft zich verkeken op de oorlog<br />
in Oekraïne, dat hij binnen een paar dagen onder<br />
de voet dacht te kunnen lopen en aan zijn nieuwe<br />
Russische Rijk toe te kunnen voegen. Een van ’s<br />
werelds grootste wapenleveranciers, Noord-Korea,<br />
bevoorraadt Rusland inmiddels. Gelijktijdig zit<br />
Oekraïne klem, doordat het niet genoeg wapens en<br />
geld van het Westen krijgt.<br />
> Poetin lacht inmiddels openlijk en heeft zijn verhaal<br />
radicaal gewijzigd. Eerst voerde hij een ‘speciale<br />
militaire operatie’ in Oekraïne uit; hij heeft het nu<br />
over een ‘eindeloze oorlog’ tegen het Westen.<br />
Daarmee is hij tegelijkertijd helder over zijn plannen.<br />
<strong>In</strong>middels claimt hij dat Moldavië en de Baltische<br />
landen bij Rusland horen, evenals een deel van Polen.<br />
Misschien is het beter om hem serieus te nemen.<br />
Mondiale logistieke ketens<br />
opnieuw in gevaar?<br />
Cruciale scheepvaartroutes in de wereld<br />
Panamakanaal<br />
Neerslagtekort<br />
veroorzaakt lage<br />
waterstand<br />
Bron: FD/ 22 december 2023<br />
Suezkanaal<br />
<strong>In</strong> maart 2021<br />
blokkeerde<br />
vastgelopen<br />
Ever Given de<br />
doorvaart<br />
> Piraterij in de Straat van Malakka, droogte in<br />
het Panamakanaal en aanvallen van Houthi’s in<br />
de Rode Zee die de doorvaart in het Suezkanaal<br />
bemoeilijken, hebben effect op de wereldhandel.<br />
Als escalatie in het Midden-Oosten uitblijft<br />
zijn de gevolgen te dragen, maar de prijs van<br />
containervervoer gaat sowieso omhoog.<br />
> Na de chaos die de coronapandemie in met<br />
name de containervaart veroorzaakte, heeft de<br />
mondiale scheepvaart opnieuw te maken met<br />
grote verstoringen. Rederijen hebben op twee<br />
belangrijke handelsroutes over zee te maken met<br />
tegenslagen die het wereldwijde vervoer<br />
van goederen ernstig belemmeren.<br />
> Sinds december 2023 mijdt de mondiale<br />
scheepvaart de Rode Zee, na een escalatie van<br />
aanvallen door Jemenitische Houthi-rebellen op<br />
schepen die via deze binnenzee onderweg zijn van<br />
of naar het Suezkanaal. Daarmee raken de Houthi’s<br />
een van de belangrijkste handelsroutes ter wereld,<br />
die tussen Azië en Europa.<br />
Straat van<br />
Malakka<br />
Doorgang werd<br />
lang geplaagd<br />
door piraterij<br />
> <strong>De</strong>ze ernstige verstoring komt boven op de<br />
problemen bij het Panamakanaal. <strong>De</strong>ze verbinding<br />
tussen de Grote en de Atlantische Oceaan is van<br />
groot belang voor de handel tussen Azië en de<br />
oostkust van de VS. Het Panamakanaal kampt<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 17
al enkele maanden met droogte, die een lage<br />
waterstand tot gevolg heeft. Daardoor kunnen<br />
er minder schepen door het kanaal, en elk<br />
van deze schepen kan ook nog eens minder<br />
lading meenemen.<br />
> Bij elkaar gaat ongeveer 18% van de wereldhandel<br />
door het Panamakanaal en het Suezkanaal.<br />
Het gevaar van aanvallen door Houthi’s, een<br />
rebellengroep uit Jemen die banden zou hebben<br />
met het bewind in Iran, heeft grote gevolgen voor<br />
de scheepvaart op de route tussen Azië en Europa,<br />
goed voor ongeveer 12% van de wereldhandel. <strong>De</strong><br />
aanvallen, die worden uitgevoerd met drones en<br />
raketten, vinden plaats bij de Bab el-Mandeb, de<br />
nauwe zeestraat tussen Djibouti en Jemen die de<br />
Rode Zee met de Golf van Aden verbindt. Met zijn<br />
acties zegt de rebellengroep de Palestijnse strijd tegen<br />
Israël te willen steunen. Voor de VS zijn de aanvallen<br />
op het vrije maritieme verkeer onaanvaardbaar.<br />
Als antwoord formeerden de Amerikanen onder<br />
de naam ‘Operation Prosperity Guardian’ een<br />
coalitie van landen, waaronder Nederland, die met<br />
marineschepen aanvallen moeten verijdelen.<br />
> Ondanks het Amerikaanse initiatief kiest een<br />
groot aantal rederijen, waaronder de vijf grootste<br />
containerrederijen en sommige eigenaren van olieen<br />
gastankers, er voorlopig voor de Rode Zee te<br />
mijden, en daarmee dus ook het Suezkanaal.<br />
Schepen moeten dus de langere route om Kaap<br />
de Goede Hoop nemen, een route die voor de<br />
opening van het Suezkanaal in 1869 altijd al werd<br />
gevaren. Daarmee zijn de rederijen terug bij het<br />
nachtmerriescenario uit maart 2021, toen een schip<br />
van Evergreen vastliep in het Suezkanaal en de<br />
verbinding een week lang blokkeerde. <strong>De</strong> toelevering<br />
van bedrijven liep toen enorme vertraging op.<br />
> <strong>De</strong> reis om Afrika duurt ongeveer tien dagen<br />
langer en bovendien kost omvaren geld. Volgens<br />
scheepvaartanalisten stijgen de brandstofkosten<br />
met circa een miljoen dollar voor een retourtrip<br />
tussen China en Noordwest-Europa.<br />
> Het zeevervoer zal onvermijdelijk duurder<br />
worden. Uit cijfers van het Britse maritieme<br />
onderzoeksbureau Drewry blijkt dat vervoer van<br />
een 40 voetscontainer van Shanghai naar Rotterdam<br />
die week 16% duurder werd; de scheepsindex<br />
(Solactive Global Shipping <strong>In</strong>dex) steeg de week voor<br />
de kerst in 2023 van 160 naar 183. Om hetzelfde<br />
serviceniveau te kunnen handhaven, zullen de<br />
rederijen meer schepen moeten inzetten. <strong>In</strong> de<br />
containervaart gaat het op de route van Azië naar<br />
Europa om ongeveer vijftig schepen extra. <strong>De</strong><br />
rederijen Maersk en CMA CGM hebben een speciale<br />
toeslag (transit disruption surcharge) ingevoerd.<br />
> <strong>De</strong>skundigen verwachten geen herhaling van<br />
de grote verstoringen die optraden tijdens de<br />
opstopping op het Suezkanaal in maart 2021. Toen<br />
was de vraag naar goederen enorm en stonden de<br />
toeleveringsketens onder hoogspanning door de<br />
coronapandemie. Momenteel staat zowel de Chinese<br />
als de Europese economie onder druk. Bedrijven<br />
hebben daarnaast hun voorraden aangevuld.<br />
> Bovendien is er sprake van overcapaciteit in de<br />
containervaart. <strong>De</strong> vraag naar vervoer is gedaald,<br />
terwijl er volgend jaar juist meer schepen in de vaart<br />
komen. <strong>De</strong> tarieven zijn dit jaar sterk teruggelopen.<br />
<strong>De</strong> stijging van de transportprijs voor containers<br />
werd door beleggers dan ook positief ontvangen.<br />
Een herhaling van de torenhoge containertarieven<br />
lijkt voorlopig niet aan de orde, maar de dreiging<br />
van verdere escalatie van het conflict in het Rode<br />
Zeegebied blijft. Of die escalatie er komt, zal<br />
afhangen van de manier waarop met name de VS<br />
optreden tegen de Houthi’s. <strong>In</strong> Washington gaan<br />
geluiden op dat een beschermingsmissie alleen<br />
niet voldoende is om de aanvallen van de rebellen<br />
vanuit Jemen tegen te gaan. Volgens persbureau<br />
Bloomberg zou het Pentagon (waarin het ministerie<br />
van defensie zetelt) rechtstreekse actie tegen de<br />
Houthi-rebellen in Jemen niet uitsluiten.<br />
18<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 19
Kabinet Jaar Formatiedagen<br />
Perspectief op Nederland<br />
> Sinds 2016 stelt Mathijs Bouman jaarlijks ‘de Lijst<br />
der lijsten samen’, een overzicht van landen op<br />
basis van vijf bekende, mondiale ranglijsten.<br />
Lijst der lijsten<br />
Samengesteld door Mathijs Bouman<br />
Concurentie <strong>In</strong>novatie Ontwikkeling Geluk<br />
2021 2022 IMD WEF Gil HDI Happiness Total<br />
(1) 1 Zwitserland 2 5 1 1 4 13 -<br />
(4) 2 <strong>De</strong>nemarken 1 10 8 6 2 27 ↑<br />
(2) 3 Zweden 4 8 3 7 7 29 ↓<br />
(3) 4 Nederland 6 4 5 10 5 30 ↓<br />
(5) 5 Finland 8 11 9 11 1 40 -<br />
(9) 6 Singapore 3 1 7 12 27 50 ↑<br />
(7) 7 VS 10 2 2 21 16 51 -<br />
(8) 8 Duitsland 15 7 8 9 14 53 -<br />
(6) 9 Noorwegen 9 17 22 2 8 58 ↓<br />
(11) 10 IJsland 16 26 20 3 3 68 ↑<br />
(10) 11 VK 23 9 4 18 17 71 ↓<br />
(13) 12 Canada 14 14 15 15 15 73 ↑<br />
(15) 13 Luxemburg 13 18 19 17 6 73 ↑<br />
(14) 14 Australië 17 24 23 8 13 74 -<br />
(12) 15 Ierland 11 24 23 8 13 79 ↓<br />
IMD: World Competitiveness Ranking<br />
WEF: Global Competitiveness <strong>In</strong>dex<br />
Gil: Global <strong>In</strong>novation <strong>In</strong>dex<br />
HDI: Human <strong>De</strong>velopment <strong>In</strong>dex<br />
Happiness:World Happiness <strong>In</strong>dex<br />
Totaal: Som van alle posities op ranglijsten<br />
<strong>De</strong>n Uyl 1972<br />
Van Agt I 1977<br />
Van Agt II 1981<br />
Lubbers I 1982<br />
Lubbers II 1986<br />
> Ook het Global Competitiveness Report van het<br />
Lubbers III 1989<br />
Kok I 1994<br />
Kok II 1998<br />
Balkenende I 2002<br />
World Economic Forum (WEF) wordt 115,3 gebruikt<br />
dagen<br />
voor de samenstelling van de lijst. Helaas kwam<br />
Balkenende II 2003<br />
het WEF-rapport vorig jaar niet uit dus zijn de<br />
Balkenende IV 2006<br />
uitkomsten<br />
Rutte I<br />
van<br />
20102020 gebruikt.<br />
Rutte II 2010<br />
Rutte III 2010<br />
Rutte IV 2010<br />
> <strong>De</strong> Human <strong>De</strong>velopment 0 50 <strong>In</strong>dex 100 150 van de 200 Verenigde<br />
250 300<br />
Naties Excl. rompkabinet kijkt (overgangskabinet naast dat materiële alleen lopende regeringszaken welvaart afhandelt) ook naar<br />
scholing en levensverwachting. Nederland daalde<br />
op deze lijst van plaats 8 naar 10. <strong>De</strong> menselijke<br />
ontwikkeling steeg nog wel wat in Nederland, maar<br />
285<br />
in andere landen ging dat sneller.<br />
> Volgens het jaarlijkse Happiness Report staat<br />
Nederland qua welbevinden op plaats 5 van de wereld.<br />
Iets minder gelukkig dan de Finnen en de <strong>De</strong>nen, maar<br />
veel gelukkiger dan de Britten en Amerikanen.<br />
Positiewisselingen<br />
Bel Ned Dui Oos Spa<br />
Nederland<br />
Ita Zwe<br />
op Lijst der lijsten<br />
Samengesteld door Mathijs Bouman<br />
1<br />
2<br />
159<br />
85<br />
82<br />
76<br />
48<br />
45<br />
Gemiddelde<br />
30<br />
Por<br />
21<br />
<strong>De</strong>n<br />
5<br />
Fra<br />
Zwitserland<br />
<strong>De</strong>nemarken<br />
Bron: FD/4 november 2023<br />
3<br />
Zweden<br />
> <strong>De</strong> Global <strong>In</strong>novation <strong>In</strong>dex van INSEAD meet de<br />
innovatiekracht van een land. Nederland steeg dit<br />
jaar een plek op deze ranglijst en staat nu op plaats<br />
5, achter Zwitserland, de Verenigde Staten, Zweden<br />
en het Verenigd Koninkrijk.<br />
> Op de World Competitiveness Ranking zakte<br />
Nederland van plaats 4 naar 6. Dat kwam<br />
vooral door een lagere score op het onderdeel<br />
‘Economische prestaties’. Op de andere criteria<br />
(prestaties overheid, efficiëntie bedrijven en<br />
infrastructuur) deed Nederland het even goed<br />
of zelfs beter dan vorig jaar. <strong>De</strong> lage score op<br />
economische prestaties hangt vooral samen met<br />
een harde val op het deelonderwerp ‘<strong>In</strong>ternationale<br />
investeringen’, waar Nederland nu liefst 45 andere<br />
landen voor moet laten. Het vertrek van Shell,<br />
Unilever en DSM laat hier dus diepe sporen na.<br />
4<br />
Nederland<br />
5<br />
6<br />
2018 2019 2020 2021 2022<br />
Bron: FD/4 november 2023<br />
> Bekeken door de ogen van buitenlandse<br />
onderzoekers hoort ons land niet meer tot de<br />
absolute top. Aandacht voor de structurele<br />
succesfactoren, zoals investeringen,<br />
vestigingsklimaat, innovatie, onderwijs en<br />
goed bestuur, blijft nodig. Op de politieke<br />
agenda daarentegen worden thema’s als<br />
koopkrachtreparatie, inkomensongelijkheid, het<br />
demoniseren van multinationals en het leven<br />
van zzp’ers moeilijk maken de laatste jaren<br />
steeds belangrijker, zo lijkt het. Goed voor het<br />
electoraat, maar slecht voor de positie op de<br />
internationale ranglijsten.<br />
20<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
<strong>In</strong> ‘Armoede en sociale uitsluiting 2023’<br />
(gepubliceerd op 19 december 2023) presenteert<br />
het CBS de nieuwste gegevens over het deel van<br />
de bevolking van Nederland dat in financieel en<br />
sociaal opzicht is achtergebleven bij de rest. <strong>In</strong><br />
Nederland loopt 4,4% van de huishoudens kans op<br />
armoede. Dit is het laagste niveau sinds het CBS<br />
in 1977 begon met het meten van inkomens. <strong>De</strong><br />
daling van de armoede in 2022 is vooral het gevolg<br />
van de energietoeslag en andere ondersteunende<br />
overheidsmaatregelen. Daardoor stonden vrijwel<br />
alle risicogroepen er in 2022 financieel beter voor<br />
dan een jaar eerder.<br />
> Om de kans op armoede vast te stellen, gaat het<br />
CBS uit van de groep huishoudens met inkomsten<br />
onder de lage-inkomensgrens. Die grens varieert<br />
per huishouden: van € 1.200 per maand voor<br />
een alleenstaande tot € 2.300 voor een echtpaar<br />
met twee minderjarige kinderen. Huishoudens<br />
die voor hun inkomsten afhankelijk zijn van<br />
sociale voorzieningen, zoals ontvangers van een<br />
bijstands- of Wajonguitkering, hebben veruit de<br />
grootste kans in armoede te belanden. Onder<br />
pensioenhuishoudens is de armoede beperkt.<br />
Risico op armoede of sociale uitsluiting<br />
in Europa (cijfers 2021)<br />
% personen<br />
EU-27<br />
Tsjechië<br />
Slovenië<br />
Finland<br />
Slowakije<br />
Nederland<br />
Polen<br />
Zweden<br />
<strong>De</strong>nemarken<br />
Cyprus<br />
Oostenrijk<br />
België<br />
Frankrijk<br />
Hongarije<br />
Ierland<br />
Malta<br />
Kroatië<br />
Duitsland<br />
Luxemburg<br />
Estland<br />
Portugal<br />
Litouwen<br />
Italië<br />
Letland<br />
Spanje<br />
Griekenland<br />
Bulgarije<br />
Roemenië<br />
0 5 10 15 20 25 30 35<br />
% personen<br />
Bron: Eurostat<br />
> Vergeleken met elders in Europa is de<br />
armoede in Nederland laag. <strong>In</strong> de laatste 3 jaar<br />
daalde de armoede overigens het meest in<br />
Oost-Europese landen.<br />
Risico op (langdurige) armoede<br />
% huishoudens<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
Tot 2000 Vanaf 2000<br />
Laag inkomen<br />
Langdurig laag inkomen<br />
Bron: https://longreads.cbs.nl/armoede-en-sociale-uitsluiting-2023/risico-op-armoede-bij-huishoudens/<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 21
Thema’s voor langetermijndenkers<br />
Wegwerpmaatschappij<br />
Ontstaan<br />
Wereldwijd worden steeds meer spullen weggegooid, ook in Nederland. Het gaat veelal<br />
vooral om goederen die in lagelonenlanden worden geproduceerd. Veel van deze producten<br />
worden na (kortstondig) gebruik weer afgedankt en belanden uiteindelijk op afvalbergen.<br />
<strong>De</strong> wegwerpmaatschappij vormt om verscheidene redenen een probleem; met name in de<br />
productiefase en de afdankfase (met name fast fashion, fast furniture en consumentenelektronica)<br />
is er sprake van negatieve effecten zoals milieuvervuiling, gezondheidsproblemen,<br />
CO2-uitstoot, uitputting van natuurlijke grondstoffen en uitbuiting van arbeidskrachten.<br />
Al deze effecten vormen een bedreiging voor de leefbaarheid van onze planeet.<br />
> Het ontstaan van de wegwerpmaatschappij<br />
is sterk gerelateerd aan de wijze waarop de<br />
naoorlogse economie vorm heeft gekregen. Tal<br />
van ontwikkelingen en gebeurtenissen hebben<br />
hierop invloed gehad. Een belangrijke oorzaak is<br />
de verplaatsing van de productie van goederen<br />
naar lagelonenlanden vanaf de jaren zestig. Bij<br />
dit proces is de aandacht vooral gericht geweest<br />
op economische groei en welvaartsgroei in<br />
westerse landen. Veel minder aandacht ging uit<br />
naar eventuele schadelijke effecten voor mens en<br />
milieu. Zulke effecten waren er echter wel degelijk.<br />
<strong>De</strong>nk aan de milieu- en gezondheidseffecten<br />
als gevolg van grondstoffenwinning en slechte<br />
arbeidsomstandigheden in lagelonenlanden alsook<br />
de uitputting van natuurlijke hulpbronnen. <strong>De</strong><br />
erkenning van deze negatieve effecten is de laatste<br />
jaren sterk gegroeid. Daardoor is er meer aandacht<br />
gekomen voor zaken als ‘ecologische voetafdruk’<br />
en ‘planetaire grenzen’.<br />
Vier mechanismen bestendigen en<br />
versterken het verschijnsel<br />
1. Producenten van niet-duurzame artikelen<br />
kiezen ervoor om de kosten van negatieve<br />
effecten die optreden bij de productie en de<br />
afvalverwerking daarvan niet te verdisconteren<br />
in de productprijs. Dit maakt het kopen van<br />
producten van wegwerpkwaliteit aantrekkelijk.<br />
2. Keuzen van producenten ten aanzien van<br />
materiaal gebruik en productiemethoden<br />
zorgen ervoor dat niet duurzaam gemaakte<br />
producten een steeds kortere levensduur<br />
hebben. Soms is dit zelfs een doelbewuste<br />
strategie. Producten zijn dan binnen afzienbare<br />
tijd aan vervanging toe.<br />
3. <strong>In</strong> het ontwerp van producten wordt meestal<br />
geen rekening gehouden met wat er in de<br />
afdankfase met het product en de gebruikte<br />
grondstoffen gebeurt.<br />
4. Het maken van een verantwoorde keuze uit<br />
het (online) winkelaanbod is voor consumenten<br />
lastig, door het ontbreken van duidelijke<br />
duurzaamheidsinformatie over producten en<br />
omdat mensen tegelijkertijd blootstaan aan<br />
verleiding en misleiding.<br />
22<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 23
Trends<br />
> Per hoofd van de bevolking worden meer<br />
producten aangeschaft dan ooit (CLO, 2023a)<br />
en door de lage prijs van veel producten is de<br />
verleiding voor mensen groot om een artikel af te<br />
danken en iets nieuws aan te schaffen, bijvoorbeeld<br />
wanneer een product een gebrek vertoont of<br />
wanneer het niet meer past bij de nieuwste mode.<br />
<strong>De</strong> verhouding tussen het prijsniveau van producten<br />
en de koopkracht van burgers is hierbij een<br />
belangrijke factor.<br />
> <strong>De</strong> milieudruk is berekend aan de hand van de<br />
indicatoren landgebruik, emissie van broeikasgassen<br />
en grondstoffengebruik. Voor de indicatoren<br />
landgebruik en emissies (CO2, CH4 en N2O) zijn<br />
ook effecten buiten Nederland meegenomen.<br />
<strong>De</strong> indicator grondstoffengebruik is iets minder<br />
betrouwbaar, omdat grondstoffengebruik in de<br />
voorketen niet is meegerekend.<br />
Milieudruk Nederlandse consumptie<br />
> <strong>De</strong> beleidsinitiatieven die de Nederlandse overheid<br />
en de Europese Unie (EU) de afgelopen jaren<br />
hebben genomen om het grondstoffenverbruik<br />
terug te dringen en de economie te verduurzamen,<br />
hebben vooralsnog maar beperkt effect gehad. <strong>In</strong><br />
de <strong>In</strong>tegrale Circulaire Economie Rapportage 2023<br />
<strong>In</strong>dex (1995 = 100)<br />
stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)<br />
200<br />
vast dat het grondstoffenverbruik in Nederland<br />
nog steeds toeneemt. Het planbureau wijst er<br />
150<br />
in dit verband op dat de Nederlandse overheid<br />
Emissie van<br />
vooralsnog vooral inzet op beleidsinstrumenten<br />
100<br />
met een vrijwillig karakter, zoals convenanten en<br />
innovatiesubsidies. Het ontbreekt aan ‘drang en<br />
50<br />
dwang’ om substantiële stappen te zetten naar een<br />
duurzame en circulaire economie.<br />
0<br />
1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025<br />
Consumptievolume<br />
Bevolking<br />
Landgebruik<br />
broeikasgassen<br />
Grondstofgebruik<br />
Top 10 milieu-impact van gemiddelde<br />
consumptie van één persoon per jaar in<br />
Nederland in 2020<br />
<strong>In</strong>dex (1995 = 100)<br />
200<br />
150<br />
100<br />
Consumptievolume<br />
Bevolking<br />
Landgebruik<br />
Emissie van<br />
broeikasgassen<br />
Grondstofgebruik<br />
300,00<br />
250,00<br />
200,00<br />
150,00<br />
100.00<br />
Direct<br />
klimaateffect (Pt)<br />
<strong>In</strong>direct<br />
klimaateffect (Pt)<br />
Overig (Pt)<br />
Landgebruik en<br />
ontbossing (Pt)<br />
50,00<br />
50<br />
0<br />
1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025<br />
0,00<br />
Spullen<br />
Auto<br />
Wonen<br />
Vlees<br />
Vliegen<br />
Ander eten & drinken<br />
Kleding & textiel<br />
Zuivel & eieren<br />
Badkamer<br />
OV<br />
Bronnen: Weg van de wegwerpmaatschappij/CLO, 2023a<br />
Bronnen: Weg van de wegwerpmaatschappij/CE <strong>De</strong>lft, 2023a<br />
24<br />
> Het Nederlandse consumptievolume is gestaag<br />
toegenomen. 300,00 Dankzij efficiëntieverbeteringen in<br />
productieketens en in het ontwerp van producten<br />
250,00<br />
is de milieudruk tegelijkertijd in relatieve zin<br />
200,00<br />
afgenomen. Veel apparaten zijn bijvoorbeeld<br />
150,00<br />
Overig (Pt)<br />
zuiniger geworden. Daardoor is het energieverbruik<br />
100.00<br />
in Nederland sinds 2010 afgenomen, ook ontbossing al nam (Pt) het<br />
totale 50,00 aantal verkochte apparaten sterk toe.<br />
0,00<br />
Spullen<br />
Auto<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |<br />
Wonen<br />
Vlees<br />
Vliegen<br />
Ander eten & drinken<br />
Kleding & textiel<br />
Zuivel & eieren<br />
Badkamer<br />
OV<br />
Direct<br />
klimaateffect (Pt)<br />
<strong>In</strong>direct<br />
klimaateffect (Pt)<br />
Landgebruik en<br />
> Voor de transitie naar de circulaire economie<br />
wordt vaak verwezen naar de zogenoemde<br />
R-ladder. <strong>De</strong>ze geeft een overzicht van<br />
circulariteitsstrategieën die kunnen worden gebruikt<br />
om het grondstoffengebruik en de daarmee<br />
samenhangende milieudruk te verminderen.<br />
Vanuit het perspectief van (het tegengaan van) de<br />
wegwerpproblematiek zijn vooral R-strategieën<br />
hoger op de ladder relevant.
<strong>De</strong> Rli (Raad voor de leefomgeving en<br />
infrastructuur) heeft de afgelopen jaren<br />
verscheidene publicaties uitgebracht die verband<br />
houden met de circulaire economie. Van wens naar<br />
uitvoering (2015), Naar een duurzame economie<br />
(2019), Overheidssturing op transities (2019),<br />
<strong>In</strong>vesteren in duurzame groei (2021) en Boeren met<br />
toekomst (2021b). Het werkprogramma <strong>2024</strong>-2025<br />
van de Rli (2023) voorziet voorts in de publicatie<br />
van een advies over duurzaam bouwen.<br />
> Binnen de categorie consumptiegoederen zijn<br />
er drie productgroepen geïdentificeerd (kleding,<br />
meubels en consumentenelektronica) die model<br />
staan voor een bredere trend naar de productie<br />
en consumptie van grote hoeveelheden goedkope<br />
artikelen met een beperkte levensduur.<br />
> <strong>De</strong> categorieën ‘Fast fashion’ en ‘Fast furniture’<br />
kenmerken zich door snelle productielijnen,<br />
vaak gebruikmakend van laagwaardig materiaal.<br />
<strong>De</strong> geproduceerde kleding en meubels zijn niet<br />
bedoeld om lang mee te gaan. Een vergelijkbare<br />
situatie is aan de orde bij elektronische apparaten,<br />
die vaak maar een beperkte levensduur hebben<br />
en moeilijk zijn te hergebruiken of te repareren.<br />
Binnen deze productgroep vormen accu’s en<br />
batterijen een groeiend probleem, omdat ze in<br />
steeds meer producten voorkomen en schadelijke<br />
stoffen bevatten, die vaak in het restafval of (buiten<br />
Europa) in het milieu terechtkomen.<br />
> Per jaar komen in Nederland 900 miljoen<br />
kledingstukken op de markt (KplusV, 2020). Circa<br />
6,5% van deze kleding blijft onverkocht achter bij<br />
producenten, groothandels en kledingbedrijven (MVO<br />
Nederland en Wageningen University, 2016). <strong>De</strong> rest<br />
komt terecht in de kledingkasten bij mensen thuis.<br />
Een derde deel van deze aangeschafte kledingstukken<br />
wordt niet of nauwelijks gedragen (Maldini et al.,<br />
2017). Dit verschijnsel neemt alleen maar toe, ook<br />
buiten Nederland. Wereldwijd is het aantal keer dat<br />
een kledingstuk wordt gedragen de afgelopen 15 jaar<br />
met 36% gedaald (KplusV, 2020).<br />
> Dit betekent dat er steeds meer kleding wordt<br />
weggegooid. Onderzoek van KplusV laat zien dat<br />
de hoeveelheid afgedankte kleding in Nederland in<br />
de afgelopen 25 jaar ruimschoots is verdubbeld. Zo<br />
was er in 1993 sprake van 125 kiloton afgedankte<br />
kleding; in 2017 was dit opgelopen naar bijna 260<br />
kiloton (687 miljoen stuks). Dit komt neer op een<br />
toename van circa 8 naar 15 kilo per inwoner per<br />
jaar. Van de afgedankte kleding komt circa 50%<br />
bij het restafval terecht, waardoor deze kleding<br />
niet kan worden hergebruikt of gerecycled en<br />
uiteindelijk in de verbrandingsoven belandt.<br />
Een derde deel<br />
van de aangeschafte<br />
kledingstukken wordt<br />
niet of nauwelijks<br />
gedragen.<br />
> <strong>De</strong> bestedingen van huishoudens aan<br />
woninginrichting en -decoratie zijn in de<br />
periode 2000-2022 met 22,8% toegenomen. <strong>De</strong><br />
belangrijkste oorzaak hiervan is dat meubels een<br />
kortere levensduur hebben gekregen. Meubilair<br />
wordt steeds meer onderhevig aan trends en om<br />
hierin te voorzien worden er steeds meer goedkope<br />
meubels geproduceerd, met vaak een mindere<br />
kwaliteit. <strong>De</strong> gebruiksduur van modegevoelige<br />
banken bedraagt op dit moment ongeveer 7 jaar,<br />
wat lager is dan de gemiddelde economische<br />
levensduur van 11,7 jaar die voor zitbanken wordt<br />
aangehouden bij verzekeringsdiensten. Op jaarbasis<br />
wordt naar schatting ongeveer 80 kiloton aan<br />
zitmeubels afgedankt. <strong>De</strong>ze belanden grotendeels<br />
bij het grofvuil (TAUW, 2022).<br />
> <strong>In</strong> de periode 2005-2022 is de hoeveelheid in<br />
Nederland verkochte consumentenelektronica<br />
met 49% toegenomen (CBS, 2023). <strong>In</strong> 2000 werd in<br />
totaal ongeveer 473 miljoen kilo aan elektronische<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 25
26<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
en elektrische apparaten op de markt gebracht (ruim 29 kilo<br />
per inwoner); in 2019 was dit met ruim 35% toegenomen tot<br />
bijna 640 miljoen kilo (36 kilo per inwoner) (CLO, 2023c). <strong>De</strong>ze<br />
enorme toename is deels te verklaren uit de energietransitie,<br />
die ervoor zorgt dat mensen over steeds meer elektrische<br />
apparaten beschikken, zoals zonnepanelen en omvormers.<br />
Een ander deel van de toename is te verklaren door het feit dat<br />
naarmate apparaten goedkoper en zuiniger worden, mensen<br />
geneigd zijn er meer van te kopen. Dit wordt wel de Jevonsparadox<br />
genoemd. <strong>De</strong> levensduur van veel elektronica is net als<br />
die van kleding en meubels de laatste decennia teruggelopen,<br />
waardoor de hoeveelheid afgedankte elektronische en elektrische<br />
producten sterk is gegroeid. <strong>In</strong> 2000 bedroeg de hoeveelheid<br />
elektrisch en elektronisch afval, inclusief de export van gebruikte<br />
apparaten, 234 miljoen kilo (14,7 kilo per inwoner). <strong>In</strong> 2019 was dit<br />
toegenomen tot 411 miljoen kilo (23,7 kilo per inwoner). Hiervan<br />
bestond 40,7% uit consumentenapparatuur (CLO, 2023c).<br />
> Er zijn inmiddels veel bedrijven die de eerste stappen zetten in<br />
de richting van duurzaamheid en circulariteit bij het ontwerp en de<br />
productie van hun goederen. Ook zijn er bedrijven die zich richten<br />
op de verkoop van refurbished meubels of elektronica of meer<br />
algemeen op de verkoop van tweedehands artikelen. Vooral in de<br />
kledingsector is er een groeiend tweedehands aanbod, met name in<br />
het hogere segment, via platforms als bijvoorbeeld Vinted. Rebuy<br />
specialiseert zich in de verkoop van refurbished elektronica. Daarnaast<br />
is Marktplaats een succesvoorbeeld van tweedehands verkoop en<br />
zien we in het straatbeeld een toenemend aantal kringloopwinkels.<br />
> Het verkopen van zoveel mogelijk producten staat bij<br />
‘product as a service’ niet langer centraal. <strong>De</strong> consument gaat<br />
een gebruikscontract aan met de leverancier van bijvoorbeeld<br />
een telefoon, een elektrische scooter of een wasmachine. <strong>De</strong><br />
leverancier blijft eigenaar van het product en zorgt voor het<br />
onderhoud. <strong>De</strong> inkomsten van de leverancier zijn daardoor niet<br />
langer uitsluitend afhankelijk van verkoopcijfers. Onderhoud,<br />
reparatie en het opknappen van producten worden nieuwe<br />
inkomstenbronnen en ook een nieuwe manier om klanten<br />
te binden. Omdat ze eigenaar van het product blijven, valt te<br />
verwachten dat leveranciers kritischer gaan kijken naar het<br />
ontwerp, het materiaalgebruik en de repareerbaarheid van<br />
hun producten. Ook de mogelijkheid om producten gedurende<br />
de gebruiksfase aan te passen aan nieuwe eisen (updaten en<br />
upgraden) wordt voor de leverancier interessant.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 27
Zodoende bevat het product-as-a-service-model<br />
prikkels voor het volgen van strategieën die hoog<br />
staan op de R-ladder. <strong>In</strong> de praktijk kiezen vooralsnog<br />
maar weinig consumenten voor contractmodellen,<br />
die in veel gevallen duurder uitpakken dan wanneer<br />
je een product in eigendom hebt.<br />
> <strong>In</strong> de zakelijke wereld wordt overigens wél steeds<br />
vaker gekozen voor het product-as-a-service-model.<br />
Zo is kantoormeubelleverancier Ahrend bezig met<br />
het ontwikkelen van een verdienmodel waarbij het<br />
bedrijf minder aan kantoormeubelen verkoopt,<br />
terwijl de financiële inkomstenstroom dankzij<br />
serviceverlening min of meer gelijk kan blijven.<br />
Greenwashing<br />
> Het maken van verantwoorde keuzes wordt<br />
verder bemoeilijkt door een gebrek aan relevante<br />
informatie. Zo hebben mensen over het algemeen<br />
weinig zicht op de herkomst en de milieuimpact<br />
van producten. Ook kunnen ze niet goed<br />
beoordelen wat de kwaliteit en de levensduur zijn<br />
van een product en hoe gemakkelijk het bij een<br />
defect valt te repareren.<br />
> Het gevolg is dat bij aanschaf de laagste prijs<br />
vaak de doorslag geeft. Vervolgens blijkt het in<br />
de gebruiksfase van een product lastig om te<br />
bepalen wat het juiste moment is om het product<br />
te vervangen. Daarvoor moeten de kosten van het<br />
feitelijke gebruik worden afgezet tegen hoelang<br />
een product nog meegaat en wat het onderhoud<br />
kost. <strong>In</strong> de praktijk gaan mensen gemakshalve af op<br />
hun eigen, subjectieve inschatting. <strong>De</strong>ze mentale<br />
boekwaarde van producten is vrij consequent te<br />
laag, met als gevolg dat veel producten vroegtijdig<br />
worden afgedankt (Van den Berge et al., 2021; Van<br />
den Berge et al., 2023).<br />
> Het is overigens niet toevallig dat burgers zo<br />
weinig zicht hebben op de al dan niet duurzame<br />
eigenschappen van producten. Producenten zijn<br />
namelijk vaak terughoudend met het bieden van<br />
transparantie over de herkomst en de milieuimpact<br />
van hun artikelen. Vaak hebben ze ook<br />
zelf, vanwege de lange productieketens, maar<br />
beperkt zicht op de omstandigheden waaronder<br />
ze worden gemaakt en waar en hoe de voor<br />
de producten benodigde grondstoffen worden<br />
gewonnen. Het informatiegebrek van burgers<br />
wordt door greenwashing nog eens versterkt.<br />
Producenten doen daarbij duurzaamheidsclaims die<br />
ze onvoldoende kunnen onderbouwen of waarbij<br />
ze zulke lage standaarden hanteren dat de claims in<br />
feite misleidend zijn (Van den Eerenbeemt, 2022).<br />
Ook labels voor duurzaamheid die producenten in<br />
omloop brengen, soms met de beste bedoelingen,<br />
creëren informatieonduidelijkheid. Het is voor<br />
burgers vaak onmogelijk om te bepalen wat de<br />
betekenis is van deze labels en in hoeverre ze<br />
betrouwbaar zijn. Het ontbreken van gestandaardiseerde<br />
certificering geeft producenten ruimte<br />
om de werkelijkheid fraaier voor te stellen of<br />
informatie achterwege te laten (Wicker et al., 2022).<br />
> Voor het tegengaan van greenwashing en andere<br />
vormen van misleiding heeft de Nederlandse<br />
overheid in mei 2022 de Nederlandse Reclame Code<br />
aangepast. Hiermee geeft Nederland invulling aan<br />
28<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
de Europese richtlijn modernisering consumentenbescherming.<br />
<strong>In</strong> de code staat nu specifieker<br />
omschreven wanneer reclame als misleidend<br />
wordt beschouwd. Zo mogen aanbieders geen<br />
zoekresultaten tonen zonder duidelijk te vermelden<br />
dat er sprake is van betaalde reclame, geen valse<br />
reviews gebruiken en geen misleidende informatie<br />
geven over prijsverlagingen (Stichting Reclame<br />
Code, 2022). <strong>De</strong> Autoriteit Consument & Markt<br />
houdt namens de overheid toezicht op het gebruik<br />
van groene claims door bedrijven.<br />
> Het PBL heeft recent laten zien dat het aandeel<br />
circulaire producenten in Nederland al enige jaren<br />
stagneert rond de 6%. Met andere woorden: de<br />
transitie naar een duurzame en circulaire economie<br />
komt nauwelijks van de grond. Dit zal volgens<br />
ons niet veranderen zolang het op grote schaal<br />
wegwerpen van (vaak slechts kortstondig) gebruikte<br />
producten de norm blijft.<br />
Regelgeving voor de zonweringsbranche<br />
komt dichterbij<br />
> Ongetwijfeld zal er vroeg of laat regelgeving<br />
ontstaan die ook de zonweringsbranche gaat<br />
treffen. Hoewel de milieudruk van deze producten<br />
relatief klein is ontstaan er regels in andere<br />
sectoren voor het gebruik van materialen die in de<br />
zonweringsbranche ook gebruikt worden. Het ligt<br />
voor de hand dat daar op de een of andere manier<br />
aansluiting gaat ontstaan in de toekomst.<br />
> <strong>In</strong> maart 2022 heeft de Europese Commissie de<br />
nieuwe EU-strategie voor duurzaam en circulair<br />
textiel gepresenteerd. <strong>De</strong> strategie is erop gericht<br />
dat in 2030 alle textielproducten die in de EU in de<br />
handel worden gebracht (a) duurzaam, herstelbaar<br />
en recyclebaar zijn, (b) grotendeels zijn gemaakt<br />
van gerecyclede vezels, (c) geen gevaarlijke stoffen<br />
bevatten en (d) zijn geproduceerd met inachtneming<br />
van de sociale rechten en het milieu.<br />
> Een ander onderdeel van de richtlijn betreft het<br />
afvalbeheer. Vastgelegd is dat lidstaten hiervoor<br />
kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen<br />
moeten vaststellen die in overeenstemming<br />
zijn met de doelstellingen uit de Kaderrichtlijn<br />
afvalstoffen en andere relevante EU-richtlijnen.<br />
<strong>In</strong> het werkprogramma voor 2023 heeft de<br />
Europese Commissie een herziening van de huidige<br />
Kaderrichtlijn afvalstoffen aangekondigd. Naar<br />
verwachting zal dit een beperkte herziening zijn,<br />
waarbij de nadruk ligt op preventiedoelstellingen<br />
voor textiel- en voedselafval en een mogelijke<br />
verplichte UPV (Uitgebreide Producenten<br />
Verantwoordelijkheid) voor de textielsector.<br />
> <strong>De</strong> Europese inspanningen om de<br />
wegwerpproblematiek aan te pakken richten<br />
zich ook op het versterken van de positie van<br />
de consument. <strong>In</strong> dit verband heeft de Europese<br />
Commissie voorgesteld om in de Europese<br />
consumentenwetgeving op te nemen dat<br />
consumenten betrouwbare en relevante informatie<br />
moeten ontvangen over producten (inclusief de<br />
levensduur ervan) en over de beschikbaarheid<br />
van reparatiediensten, reserveonderdelen en<br />
reparatiehandelingen.<br />
> Ook wil de Commissie kijken naar de mogelijkheid<br />
om consumenten een recht op reparatie te geven,<br />
zowel binnen als buiten de garantieperiode.<br />
Verder wil de Commissie wettelijk vastleggen dat<br />
bedrijven hun milieuclaims moeten onderbouwen<br />
aan de hand van voorgeschreven methoden voor<br />
het meten van de milieuvoetafdruk. Ook is het de<br />
bedoeling om duurzaamheid, recyclebaarheid en<br />
gerecyclede inhoud van producten systematischer<br />
deel te laten uitmaken van de EU-milieukeurcriteria<br />
(Europese Commissie, 2020b).<br />
> Sinds 1 januari 2021 hanteert Frankrijk een<br />
reparatielabel. Het label geeft aan hoe gemakkelijk<br />
een product is te repareren. Het wordt op dit moment<br />
gebruikt bij onder meer wasmachines, grasmaaiers,<br />
laptops, televisies en smartphones. <strong>De</strong> Franse<br />
overheid wil op termijn alle elektrische apparaten op<br />
de Franse markt voorzien van een reparatielabel.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 29
Het label dient drie doelen: consumenten<br />
beter informeren, bevorderen dat fabrikanten<br />
de mogelijkheid het product te repareren meer<br />
als een concurrentievoordeel gaan zien en het<br />
genereren van informatie aan de hand waarvan<br />
de overheid minder duurzame producten van<br />
de markt kan weren. Bij de toekenning van het<br />
label aan producten wordt gebruikgemaakt van<br />
een repair-score. <strong>De</strong>ze score wordt berekend<br />
op basis van een aantal criteria, waaronder<br />
beschikbaarheid van reparatie-informatie,<br />
demonteerbaarheid en beschikbaarheid en prijs van<br />
onderdelen. Een toegekend reparatielabel toont een<br />
reparatiesymbool, waarvan de kleur aangeeft hoe<br />
gemakkelijk het apparaat is te repareren (van rood,<br />
oranje, geel, lichtgroen naar donkergroen).<br />
Vanaf <strong>2024</strong> zijn<br />
bedrijven verplicht te<br />
rapporteren over<br />
hun impact op mens<br />
en klimaat.<br />
Artificial intelligence<br />
Wat is AI en hoe werkt het?<br />
> Kunstmatige intelligentie (AI) maakt het mogelijk<br />
voor machines om te leren van ervaringen, zich aan<br />
te passen aan nieuwe input en mensachtige taken<br />
uit te voeren. <strong>De</strong> meeste AI-voorbeelden waar je<br />
tegenwoordig over hoort - van schaakcomputers<br />
tot zelfrijdende auto's - zijn sterk afhankelijk van<br />
deep learning en natuurlijke taalverwerking.<br />
> AI werkt door grote hoeveelheden gegevens te<br />
combineren met snelle, iteratieve verwerking en<br />
intelligente algoritmen, waardoor de software<br />
automatisch kan leren van patronen of kenmerken<br />
in de gegevens. AI is een breed vakgebied dat vele<br />
theorieën, methoden en technologieën omvat,<br />
evenals de volgende belangrijke deelgebieden:<br />
> Machine learning automatiseert het bouwen van<br />
analytische modellen. Het maakt gebruik van<br />
methoden uit neurale netwerken, de statistiek,<br />
operationeel onderzoek en de natuurkunde om<br />
verborgen inzichten in gegevens te vinden zonder<br />
expliciet te zijn geprogrammeerd voor waar te<br />
zoeken of wat te concluderen.<br />
> <strong>In</strong> de CSRD, die in november 2022 door het<br />
Europees Parlement is aangenomen, staat<br />
dat bedrijven vanaf <strong>2024</strong> verplicht zijn om te<br />
rapporteren over hun impact op mens en klimaat.<br />
Zo moeten grote ondernemingen in hun jaarverslag<br />
rapporteren over onder meer de impact van hun<br />
activiteiten op mens en milieu.<br />
> <strong>In</strong> 2022 heeft de Europese Commissie de CSDDD<br />
gepresenteerd. <strong>De</strong>ze EU-richtlijn eist van grote<br />
bedrijven die actief zijn op de Europese markt<br />
dat zij gepaste zorgvuldigheid (due diligence)<br />
betrachten. Concreet betekent dit dat de bedrijven<br />
verplicht zijn om de risico’s voor mens en milieu<br />
in hun ketens in kaart brengen, deze risico’s te<br />
voorkomen, aan te pakken of te stoppen en<br />
hierover te communiceren.<br />
> Een neuraal netwerk is een vorm van machine<br />
learning die bestaat uit onderling verbonden<br />
eenheden (zoals neuronen) die informatie<br />
verwerken door te reageren op externe input,<br />
waarbij informatie tussen elke eenheid wordt<br />
doorgegeven.<br />
> <strong>De</strong>ep learning maakt gebruik van enorme neurale<br />
netwerken met vele lagen verwerkingseenheden,<br />
waarbij gebruik wordt gemaakt van de vooruitgang<br />
in rekenkracht en verbeterde trainingstechnieken<br />
om complexe patronen in grote hoeveelheden<br />
gegevens te leren. Veelvoorkomende toepassingen<br />
zijn beeld- en spraakherkenning.<br />
> Bovendien maken verschillende technologieën AI<br />
mogelijk dan wel het ondersteunen daarvan:<br />
30<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Computervisie is gebaseerd op patroonherkenning<br />
en deep learning om te herkennen wat er op een<br />
foto of video staat. Wanneer machines beelden<br />
kunnen verwerken, analyseren en begrijpen, kunnen<br />
ze in realtime beelden of video's vastleggen en hun<br />
omgeving interpreteren.<br />
> Natuurlijke taalverwerking (NLP) is het vermogen<br />
van computers om menselijke taal, inclusief spraak,<br />
te analyseren, te begrijpen en te genereren. <strong>De</strong><br />
volgende fase van NLP is natuurlijke taalinteractie,<br />
waarmee mensen met computers kunnen<br />
communiceren met behulp van normale, alledaagse<br />
taal om taken uit te voeren.<br />
> API's, of application programming interfaces, zijn<br />
draagbare codepakketten die het mogelijk maken<br />
om AI-functionaliteit toe te voegen aan bestaande<br />
producten en softwarepakketten. Ze kunnen<br />
beeldherkenningsmogelijkheden toevoegen aan<br />
huisbeveiligingssystemen en Q&A-mogelijkheden<br />
die gegevens beschrijven, bijschriften en koppen<br />
maken of interessante patronen en inzichten in<br />
gegevens oproepen.<br />
> AI zal mensachtige interacties met software<br />
bieden en beslissingsondersteuning bieden voor<br />
specifieke taken, maar is geen vervanging voor<br />
mensen en zal dat ook niet snel zijn.<br />
> Grafische verwerkingseenheden zijn de sleutel tot<br />
AI omdat ze de zware rekenkracht leveren die<br />
nodig is voor iteratieve verwerking. Voor het<br />
trainen van neurale netwerken zijn big data plus<br />
rekenkracht nodig.<br />
> Het internet of things genereert enorme<br />
hoeveelheden gegevens van verbonden apparaten,<br />
waarvan de meeste niet zijn geanalyseerd. Door<br />
modellen te automatiseren met AI kunnen we er<br />
meer van gebruiken.<br />
Geschiedenis<br />
> <strong>De</strong> term kunstmatige intelligentie werd bedacht<br />
in 1956, maar AI is tegenwoordig populairder<br />
geworden, dankzij grotere datavolumes,<br />
geavanceerde algoritmen en verbeteringen in<br />
rekenkracht en opslag.<br />
> Geavanceerde algoritmen worden op nieuwe<br />
manieren ontwikkeld en gecombineerd om<br />
meer gegevens sneller en op meerdere niveaus<br />
te analyseren. <strong>De</strong>ze intelligente verwerking is<br />
de sleutel tot het identificeren en voorspellen<br />
van zeldzame gebeurtenissen, het begrijpen van<br />
complexe systemen en het optimaliseren van<br />
unieke scenario's.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 31
32<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Vroeg AI-onderzoek in de jaren 1950 richtte<br />
zich op onderwerpen als probleemoplossing en<br />
symbolische methoden. <strong>In</strong> de jaren 1960 raakte het<br />
Amerikaanse ministerie van defensie geïnteresseerd<br />
in dit soort werk en begon computers te trainen<br />
om elementair menselijk redeneren na te bootsen.<br />
Het <strong>De</strong>fense Advanced Research Projects Agency<br />
(DARPA) voltooide bijvoorbeeld in de jaren 1970<br />
projecten voor het in kaart brengen van straten.<br />
En DARPA produceerde intelligente persoonlijke<br />
assistenten in 2003, lang voordat Siri, Alexa of<br />
Cortana bekende namen waren.<br />
> Dit vroege werk maakte de weg vrij voor de<br />
auto matisering en het formeel redeneren die we<br />
tegen woordig in computers zien, inclusief<br />
beslissings ondersteunende systemen en slimme<br />
zoeksystemen die kunnen worden ontworpen<br />
om menselijke vaardigheden aan te vullen en<br />
te vergroten.<br />
Status en verwachte evolutie<br />
in <strong>2024</strong>-2025<br />
> <strong>De</strong> belangstelling voor kunstmatige intelligentie<br />
bereikte in 2023 een hoogtepunt. <strong>In</strong> de zes<br />
maanden na de lancering van ChatGPT door<br />
OpenAI in november 2022, de beroemdste en meest<br />
effectieve chatbot van internet, is het onderwerp<br />
‘kunstmatige intelligentie’ bijna verviervoudigd in<br />
populariteit op de zoekmachine van Google. <strong>In</strong><br />
augustus 2023 zei een derde van de respondenten<br />
van de laatste McKinsey Global Survey dat hun<br />
organisaties generatieve AI in ten minste één<br />
hoedanigheid gebruikten.<br />
> Er zijn drie belangrijke dimensies waarop<br />
onderzoekers AI-modellen verbeteren: omvang,<br />
data en toepassingen. <strong>De</strong> afgelopen jaren was<br />
het geaccepteerde dogma van AI-onderzoek<br />
dat groter beter betekent. Hoewel computers<br />
kleiner zijn geworden, zelfs als ze krachtiger zijn<br />
geworden, geldt dat niet voor taalmodellen (LLM's),<br />
waarvan de grootte wordt gemeten in miljarden<br />
of biljoenen ‘parameters’. Volgens SemiAnalysis<br />
had een onderzoeksbureau, GPT-4, de LLM die de<br />
luxe versie van ChatGPT aandrijft, meer dan 16.000<br />
gespecialiseerde GPU-chips nodig en duurde het<br />
meerdere weken om te trainen.<br />
> Volgens NVIDIA, een chipmaker, zijn de<br />
inferentiekosten - het krijgen van de getrainde<br />
modellen om te reageren op vragen van gebruikers<br />
- nu hoger dan de trainingskosten bij het inzetten<br />
van een LLM op een redelijke schaal. Naarmate<br />
AI-modellen overgaan in commerciële producten,<br />
is er een groeiende focus op het handhaven van<br />
prestaties en het kleiner en sneller maken ervan.<br />
Een manier om dit te doen is door een kleiner<br />
model te trainen met meer trainingsgegevens.<br />
‘Chinchilla’, een LLM die in 2022 is ontwikkeld<br />
door Google <strong>De</strong>epMind, presteert bijvoorbeeld<br />
beter dan de GPT-3 van OpenAI, ondanks dat het<br />
een kwart van de grootte is (het is getraind op<br />
vier keer de gegevens). Een andere benadering is<br />
het verminderen van de numerieke precisie van<br />
de parameters waaruit een model bestaat. Een<br />
team van de universiteit van Washington heeft<br />
aangetoond dat het mogelijk is om een model ter<br />
grootte van een chinchilla op één GPU-chip te<br />
persen, zonder een duidelijke dip in de prestaties.<br />
Kleine modellen, cruciaal, zijn veel goedkoper om<br />
later te gebruiken. Sommige kunnen zelfs op een<br />
laptop of smartphone draaien.<br />
> AI-modellen zijn voorspellingsmachines die<br />
effectiever worden als ze op meer gegevens<br />
worden getraind. <strong>De</strong> focus verschuift ook van<br />
'hoeveelheid' naar 'hogere kwaliteit'. Dit is vooral<br />
relevant omdat het steeds moeilijker wordt om<br />
meer trainingsgegevens te vinden: een analyse in<br />
2022 suggereerde dat de voorraden nieuwe tekst<br />
van hoge kwaliteit de komende jaren zouden<br />
kunnen opdrogen. Het gebruik van de output van<br />
de modellen om toekomstige modellen te trainen,<br />
kan leiden tot minder capabele modellen, dus de<br />
acceptatie van LLM's maakt het internet minder<br />
waardevol als bron van trainingsgegevens. Maar<br />
kwantiteit is niet alles. Het uitzoeken van de juiste<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 33
mix van trainingsgegevens is nog steeds veel meer<br />
een kunst dan een wetenschap. En modellen<br />
worden steeds vaker getraind op combinaties<br />
van gegevenstypen, waaronder natuurlijke taal,<br />
computercode, afbeeldingen en zelfs video's,<br />
waardoor ze nieuwe mogelijkheden krijgen.<br />
<strong>De</strong> belangrijkste vooruitgang zal niet liggen<br />
in de kwaliteit van de modellen zelf, maar in het<br />
leren hoe ze effectiever kunnen worden gebruikt.<br />
> Op dit moment zijn er drie manieren om modellen<br />
te gebruiken. <strong>De</strong> eerste, ‘prompt engineering’,<br />
neemt ze zoals ze zijn en voedt ze met specifieke<br />
prompts. <strong>De</strong>ze methode omvat het maken van<br />
invoerzinnen of vragen om het model te begeleiden<br />
om de gewenste uitvoer te produceren. <strong>De</strong> tweede<br />
is het ‘finetunen’ van een model om de prestaties bij<br />
een specifieke taak te verbeteren. Dit houdt in dat<br />
een reeds bestaand model een extra trainingsronde<br />
krijgt met behulp van een beperkte dataset die op<br />
die taak is afgestemd. Een LLM kan bijvoorbeeld<br />
worden verfijnd met behulp van artikelen uit medische<br />
tijdschriften om het beter te maken in het beantwoorden<br />
van aan gezondheid gerelateerde vragen.<br />
<strong>De</strong> derde benadering is om LLM's in te bedden in<br />
een grotere, krachtigere architectuur. Een LLM is<br />
als een motor; om er gebruik van te maken moet je<br />
de auto eromheen bouwen. Een voorbeeld hiervan<br />
is ‘retrieval augmented generation’, een techniek<br />
die een LLM combineert met extra software en een<br />
database met kennis over een bepaald onderwerp<br />
om het minder waarschijnlijk te maken om<br />
onwaarheden als uitkomst te krijgen. Wanneer een<br />
vraag wordt gesteld, doorzoekt het systeem eerst<br />
zijn database. Als het iets relevants vindt, geeft het<br />
de vraag, samen met de feitelijke informatie, door<br />
aan het LLM, met het verzoek om het antwoord te<br />
genereren op basis van de verstrekte informatie.<br />
Door op deze manier bronnen te verstrekken,<br />
kunnen gebruikers meer vertrouwen hebben in de<br />
nauwkeurigheid van de antwoorden. Het maakt het<br />
ook mogelijk om het LLM te personaliseren, zoals<br />
bij Google's NotebookLM, waarmee gebruikers hun<br />
eigen kennisdatabases kunnen aanleveren.<br />
> Te midden van alle aandacht voor het<br />
commerciële potentieel van AI, gaat de jacht op<br />
kunstmatige algemene intelligentie door. LLM's en<br />
andere vormen van generatieve AI zijn misschien<br />
een stukje van de puzzel, of een stap op weg, maar<br />
ze zijn waarschijnlijk niet het definitieve antwoord.<br />
> Wanneer nieuwe technologieën opkomen,<br />
komen ze ten goede aan verschillende groepen<br />
op verschillende tijdstippen. Generatieve<br />
kunstmatige intelligentie hielp voor het eerst<br />
softwareontwikkelaars, die vanaf 2021 GitHub<br />
Copilot, een AI-assistent voor het schrijven<br />
van codes, konden gebruiken. Het jaar daarop<br />
kwamen andere tools, zoals ChatGPT en DALL·E 2,<br />
waarmee allerlei consumenten direct woorden en<br />
afbeeldingen konden produceren.<br />
> <strong>In</strong> 2023 namen de aandelenkoersen van<br />
techreuzen zoals Alphabet, Amazon, Apple, Meta<br />
en Microsoft substantieel toe, omdat investeerders<br />
enthousiaster werden over de vooruitzichten van<br />
generatieve AI. Techbedrijven profiteerden omdat<br />
ze ofwel de AI-modellen zelf leveren, ofwel de<br />
infrastructuur die ze aandrijft en levert.<br />
> <strong>In</strong> <strong>2024</strong> zullen de grote begunstigden bedrijven<br />
buiten de technologiesector zijn, zodra zij AI serieus<br />
toepassen met als doel de kosten te verlagen en de<br />
productiviteit te verhogen. Er zijn drie redenen om<br />
te verwachten dat de acceptatie door bedrijven een<br />
hoge vlucht zal nemen.<br />
> Ten eerste hebben grote bedrijven een groot deel<br />
van 2023 geëxperimenteerd met generatieve AI. Veel<br />
bedrijven gebruiken AI om de eerste concepten van<br />
documenten te schrijven, van juridische contracten<br />
tot marketingmateriaal. JPMorgan Chase, een bank,<br />
gebruikte de technologie om vergaderingen van<br />
de Federal Reserve te analyseren om te proberen<br />
inzichten te verzamelen voor zijn handelsdesk.<br />
Naarmate de experimentele fase ten einde loopt,<br />
zijn bedrijven van plan om generatieve AI op grotere<br />
schaal in te zetten.<br />
34<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 35
Dat kan betekenen dat zij wordt gebruikt om<br />
opnames van vergaderingen samen te vatten of om<br />
onderzoek en ontwikkeling een boost te geven. Uit<br />
een enquête van KPMG bleek dat vier vijfde van de<br />
bedrijven van plan is de investeringen in AI tegen<br />
medio <strong>2024</strong> met meer dan 50% te verhogen.<br />
> Ten tweede zullen er meer AI-producten op<br />
de markt komen. Eind 2023 rolde Microsoft<br />
een AI-chatbot uit om gebruikers van zijn<br />
productiviteitssoftware, zoals Word en Excel,<br />
te helpen. Het lanceerde hetzelfde voor zijn<br />
Windows-besturingssysteem. Google zal dit<br />
voorbeeld volgen en AI injecteren in Google<br />
Documenten en Spreadsheets. Start-ups<br />
zullen zich ook opstapelen. <strong>In</strong> 2023 hebben<br />
durfkapitaalinvesteerders meer dan 36 miljard<br />
dollar in generatieve AI gestoken, meer dan 2 keer<br />
zoveel als in 2022.<br />
> <strong>De</strong> derde reden is talent. Er is nog steeds<br />
veel vraag naar AI-goeroes. PredictLeads, een<br />
onderzoeksbureau, zegt dat ongeveer twee<br />
derde van de S&P 500-bedrijven vacatures heeft<br />
geplaatst waarin AI wordt genoemd. Voor die<br />
bedrijven vermeldt nu 5% van de advertenties de<br />
technologie, tegenover een gemiddelde van 2,5%<br />
in de afgelopen 3 jaar. Maar de markt is aan het<br />
versoepelen. Uit een onderzoek van McKinsey, een<br />
adviesbureau, bleek dat bedrijven in 2023 zeiden dat<br />
het gemakkelijker werd om mensen aan te nemen<br />
voor AI-gerelateerde functies.<br />
> Kleinere bedrijven zullen waarschijnlijk het<br />
voortouw nemen. Dat is wat er gebeurde in eerdere<br />
golven van technologie zoals smartphones en de<br />
cloud. Kleine bedrijven zijn meestal wendbaarder en<br />
zien technologie als een manier om een voorsprong<br />
te krijgen op grotere bedrijven.<br />
> Bij grotere bedrijven zullen datacentrische<br />
bedrijven, zoals die in de gezondheidszorg en<br />
financiële dienstverlening, het snelst kunnen<br />
handelen. Slecht datamanagement is namelijk een<br />
groot risico voor het inzetten van AI. Managers<br />
maken zich zorgen over waardevolle gegevens<br />
die uitlekken via AI-tools. Bedrijven zonder<br />
solide datamanagement moeten mogelijk hun<br />
systemen reorganiseren voordat het haalbaar is<br />
om generatieve AI in te zetten. Het gebruik van de<br />
technologie kan aanvoelen als sciencefiction, maar<br />
het veilig laten werken is een veel alledaagsere<br />
aangelegenheid.<br />
36<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Om een breder beeld te krijgen van welke<br />
bedrijven en industrieën AI toepassen, onderzocht<br />
de Economist gegevens over alle bedrijven in<br />
de S&P 500, waarbij gekeken werd naar vijf<br />
maatstaven: het aandeel verleende octrooien<br />
waarin AI wordt genoemd; durfkapitaalactiviteiten<br />
die gericht zijn op AI-bedrijven; overnames van<br />
AI-bedrijven; vacatures waarin AI wordt genoemd;<br />
vermeldingen van de technologie op earnings calls.<br />
Omdat andere soorten van AI voordelen kunnen<br />
opleveren voor bedrijven, legt deze analyse de<br />
activiteit vast voor alle AI, niet alleen voor de<br />
generatieve golf. <strong>De</strong> resultaten laten zien dat<br />
ook buiten techbedrijven de interesse in AI snel<br />
groeit. Bovendien lijken er al duidelijke leiders en<br />
achterblijvers te zijn.<br />
> AI-expertise lijkt zich al behoorlijk te verspreiden.<br />
Ongeveer twee derde van de bedrijven binnen de<br />
scoop van het onderzoek heeft de afgelopen drie<br />
jaar een vacature geplaatst waarin AI-vaardigheden<br />
worden genoemd volgens PredictLeads. Zo is het<br />
aandeel bij retailbedrijven gestegen van 3% naar<br />
11%, terwijl dat aandeel bij chipmakers is gegroeid<br />
van 9% naar 19%.<br />
> Het aantal AI-gerelateerde patenten dat<br />
wordt geregistreerd, is tussen 2020 en 2022<br />
gestegen, volgens gegevens van Amit Seru<br />
van Stanford University. PitchBook, een ander<br />
onderzoeksbureau, concludeert dat in 2023 bij<br />
ongeveer 25% van de durfkapitaaldeals van S&P<br />
500-bedrijven AI-start-ups betrokken waren,<br />
tegenover 19% in 2021. GlobalData, ook een<br />
onderzoeksbureau, constateert dat ongeveer de<br />
helft van de onderzochte bedrijven sinds 2021 over<br />
AI heeft gesproken in earnings calls, en dat in het<br />
eerste kwartaal van dit jaar het aantal keren dat<br />
AI werd genoemd in de earnings calls van America<br />
<strong>In</strong>c. meer dan verdubbeld is ten opzichte van<br />
het voorgaande kwartaal. Ongeveer de helft van<br />
de onderzochte bedrijven heeft tussen 2020 en<br />
2022 een octrooi gekregen op de technologie.<br />
> Het gebruik van generatieve AI kan uiteindelijk<br />
nog gebruikelijker worden dan andere soorten<br />
AI. Dat komt omdat generatieve AI goed is in<br />
veel taken die essentieel zijn voor het runnen<br />
van een bedrijf. Een rapport van McKinsey stelt<br />
dat driekwart van de verwachte waarde die door<br />
generatieve AI wordt gecreëerd, zal worden toegepast<br />
in vier bedrijfsfuncties: onderzoek en ontwikkeling,<br />
software-engineering, marketing en klantenservice.<br />
Tot op zekere hoogte vormen al deze activiteiten<br />
de kern van veel (grote) bedrijven. Bovendien zou<br />
elk groot bedrijf met interne databases die worden<br />
gebruikt om werknemers te begeleiden, een<br />
toepassing kunnen vinden voor een AI-aangedreven<br />
chatbot. Morgan Stanley, een bank, bouwt een<br />
AI-assistent die zijn vermogensbeheerders<br />
zal helpen antwoorden te vinden en samen te<br />
vatten uit een enorme interne database. SLB, een<br />
olieservicebedrijf, heeft een soortgelijke assistent<br />
gebouwd om servicemonteurs te helpen.<br />
Hoewel de adoptie van AI in veel bedrijven<br />
plaatsvindt, zijn sommige enthousiaster dan<br />
andere. <strong>De</strong>genen die de technologie snel accepteren<br />
en toepassen lijken investeerders voor zich te<br />
winnen. Sinds het begin van het jaar is de mediane<br />
aandelenkoers van de top 100 met 11% gestegen;<br />
voor het laagst scorende kwintiel is het helemaal<br />
niet verplaatst.<br />
> Het is niet verwonderlijk dat de bedrijven die<br />
het meeste profiteren van de hausse voor het<br />
merendeel afkomstig zijn uit Silicon Valley. <strong>In</strong> brede<br />
zin bevat de S&P 500 82 technologiebedrijven.<br />
Bijna 50 van hen halen de top 100. NVIDIA is het<br />
hoogst scorende bedrijf. Andere goed scorende<br />
technologiebedrijven zijn de giganten in cloudcomputing<br />
zoals Alphabet (3e), Microsoft (12e) en<br />
Amazon (34e). Ze verkopen toegang tot een reeks<br />
AI-tools, van diensten die helpen bij het trainen<br />
van geavanceerde modellen tot software die het<br />
gebruik van AI mogelijk maakt zonder stapels codes<br />
te hoeven schrijven.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 37
Naast technologiebedrijven lijken twee andere<br />
soorten bedrijven AI het snelst toe te passen.<br />
Een daarvan zijn data-intensieve industrieën,<br />
zoals verzekeraars, financiële dienstverleners<br />
en farmaceutische bedrijven. Zij zijn goed voor<br />
ongeveer een kwart van de top 100 van de<br />
Economist. <strong>De</strong>ze bedrijven hebben vaak veel<br />
gestructureerde datasets, zoals leningenboeken of<br />
patiëntendossiers, wat het gemakkelijker maakt om<br />
AI te gebruiken. Ongeveer een tiende van de huidige<br />
vacatures van JPMorgan Chase vermeldt AI. Het<br />
bedrijf heeft onlangs een patent aangevraagd voor<br />
<strong>In</strong>dexGPT, een met AI doordrenkte chatbot die<br />
beleggingsadvies geeft. Zorgbedrijven zoals Gilead<br />
Sciences en Moderna gebruiken AI om nieuwe<br />
medicijnen te ontdekken. Anderen, zoals Abbott<br />
en Align Technology, bouwen door AI aangedreven<br />
medische apparaten. <strong>De</strong> Amerikaanse Food and<br />
Drug Administration keurde vorig jaar 97 van<br />
dergelijke machines goed, tegenover 26 in 2017.<br />
> Sommige bedrijven gaan misschien nog een<br />
stap verder. <strong>In</strong> 2021 vroeg Procter & Gamble, een<br />
gigant in consumptiegoederen, een patent aan<br />
voor een op AI gebaseerd systeem dat de huid- en<br />
haarcondities van gebruikers analyseert op basis<br />
van foto's en producten aanbeveelt.<br />
> Er lijken ook veel bedrijven nog achter te blijven<br />
met het gebruik van AI. Ongeveer 70 bedrijven in<br />
de S&P 500 vertonen volgens het onderzoek van<br />
de Economist geen enkele neiging om zich op AI te<br />
concentreren. Dat geldt ook voor bedrijven in zware<br />
industrieën en verzekeraars. <strong>De</strong> massa van kleinere<br />
bedrijven die niet in de S&P 500 zijn opgenomen,<br />
is misschien nog minder enthousiast. Een onderscheidende<br />
factor binnen industrieën kunnen<br />
investeringen zijn. Voor de top 100-bedrijven in onze<br />
ranglijst bedroegen de mediane R&D-uitgaven als<br />
percentage van de omzet 11%. Voor de bedrijven die<br />
tot de laagste 100 behoren was het nul.<br />
> Een tweede groep zijn industrieën als autofabrikanten,<br />
telecom, media en detailhandel. <strong>De</strong>rtien<br />
bedrijven uit deze sectoren behoren tot de hoogst<br />
scorende 100, waaronder Ford, General Motors<br />
en Tesla. <strong>De</strong> opkomst van elektrische voertuigen<br />
en het vooruitzicht van zelfrijdende auto's hebben<br />
autofabrikanten aangemoedigd om in technologie<br />
te investeren. <strong>In</strong> april 2023 vertelde Elon Musk<br />
analisten dat Tesla gespecialiseerde AI- chips kocht en<br />
"zeer gefocust" was op het verbeteren van hun AImogelijkheden<br />
in een poging om de betrouwbaarheid<br />
van zelfrijdende auto's te verbeteren.<br />
> Retailers gebruiken AI om hun kernactiviteiten<br />
te versterken. Nike, een sportkledinggigant,<br />
diende in 2021 een octrooiaanvraag in voor een<br />
systeem dat driedimensionale computermodellen<br />
van sportschoenen kan genereren. Christian<br />
Kleinerman van Snowflake, een databaseprovider,<br />
merkt op dat retailers ook profiteren van de groei<br />
van e-commerce door meer gegevens over klanten<br />
te verzamelen. Dat maakt een nauwkeurigere<br />
targeting van marketingcampagnes mogelijk.<br />
> Een verschuiving naar interne training wijst echter<br />
op een van de risico's: veiligheid. <strong>In</strong> mei ontdekte<br />
Samsung dat medewerkers gevoelige codes hadden<br />
geüpload naar ChatGPT. <strong>De</strong> zorg is dat deze<br />
informatie kan worden opgeslagen op externe servers<br />
van de bedrijven die de op AI gebaseerde applicaties<br />
uitvoeren, zoals Microsoft en Alphabet. Nu zou<br />
Samsung zijn eigen modellen trainen. Het bedrijf sloot<br />
zich ook aan bij de groeiende lijst van bedrijven die het<br />
gebruik van ChatGPT hebben verboden of beperkt,<br />
waaronder Apple en JPMorgan Chase.<br />
> Andere risico's zijn er in overvloed. Modelmakers,<br />
waaronder OpenAI, worden aangeklaagd voor het<br />
schenden van auteursrechtwetten met hun gebruik<br />
van internetgegevens om hun modellen te trainen.<br />
Sommige grote bedrijven denken dat ze aansprakelijk<br />
kunnen worden gesteld als ze de technologie van<br />
OpenAI gebruiken. Bovendien zijn modellen geneigd<br />
om informatie te verzinnen. Bij één incident gebruikte<br />
een advocaat uit New York ChatGPT om een motie te<br />
schrijven. <strong>De</strong> chatbot bevatte fictieve jurisprudentie<br />
en de advocaat kreeg een boete van de rechtbank.<br />
38<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Maar dit alles moet worden afgewogen tegen<br />
de potentiële voordelen, die enorm kunnen zijn.<br />
Golven van technologie zetten industrieën vaak op<br />
hun kop. Terwijl generatieve AI zich in de economie<br />
verspreidt, is het niet moeilijk voor te stellen dat zij<br />
hetzelfde doet.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 39
40<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Klimaat en verduurzaming<br />
Actualiteit<br />
Geheugensteuntje<br />
> <strong>In</strong> 2015 werd er in Parijs door landen afgesproken de opwarming deze eeuw<br />
te beperken tot ruim onder de 2 graad Celsius en te streven naar een maximale<br />
opwarming van 1,5 graad. Dat laatste doel raakt steeds verder uit zicht.<br />
Zelfs als landen ontzettend hun best doen om de uitstoot te verminderen,<br />
dan nog is er slechts een kans van 14% dat de opwarming deze eeuw beperkt<br />
blijft tot 1,5 graad. Op dit moment is de aarde al 1,1 graad warmer dan voor de<br />
industriële revolutie.<br />
> Er is wel enige hoop op verbetering, benadrukken de wetenschappers.<br />
Steeds meer landen hebben de belofte gedaan om voor het eind van deze<br />
eeuw klimaatneutraal te zijn en de facto geen broeikasgassen meer uit te<br />
stoten. Europa wil bijvoorbeeld in 2050 klimaatneutraal zijn, China in 2060<br />
en <strong>In</strong>dia in 2070. Het is nog vaag hoe landen dat doel willen gaan halen,<br />
maar als het lukt, dan zou de temperatuurstijging deze eeuw wel beperkt<br />
kunnen blijven tot 2 graden.<br />
> Als landen wereldwijd hun klimaatbeleid uitvoeren, dan koerst de aarde tot<br />
2100 af op een opwarming van 2,5 tot 2,9 graden Celsius ten opzichte van begin<br />
vorige eeuw. <strong>In</strong> Dubai was het de eerste keer sinds de top in Parijs dat landen<br />
elkaar officieel konden afrekenen op hun inspanningen voor het klimaat.<br />
Scenario’s voor opwarming van de aarde<br />
GHC emissions (GtCO2/eq/yr Gigatons of CO2-equivalent emissions (GtCO2-eq/yr)<br />
Net zero CO2 and net zero GHG emissions can be achieved through strong reductions across all sectors<br />
a) Net global greenhouse<br />
a) Net global greenhouse<br />
80 gas (GHG) emissions<br />
gas (GHG) emissions<br />
2019 emissions were<br />
12% higher than 2010<br />
60<br />
40<br />
20<br />
0<br />
-20<br />
net zero<br />
Implementedpolicies<br />
2000 2020 2040 2060 2080 2100<br />
Bron: IPCC AR6 Synthesis Report Climate Change 2023<br />
a) Global (GHG) emissions<br />
b) 2030<br />
70<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
Nationally <strong>De</strong>termined<br />
Contributions (NDCs)<br />
range in 2030<br />
Implemented policies<br />
Limit warning<br />
to 2ºC<br />
Limit warning<br />
to 2ºC<br />
Trend from implemented policies<br />
Limit warning to2ºC (>67%)<br />
or 1.5 (50%) after high<br />
overshoot with NDCs<br />
until 2030<br />
Limit warning<br />
to 2ºC (>67%)<br />
Limit warning<br />
to 1.5ºC (>50%) with<br />
no or limited overshoot<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
Implemented policies result in projected<br />
emissions that lead to warming of 3.2°C,<br />
with a range of 2.2°C to 3.5°C<br />
(medium confidence)<br />
Key<br />
Implemented policies<br />
(median, with percentiles 25-75% and 5-95%)<br />
Limit warming to 2°C (>67%)<br />
Limit warming to 1.5°C (>50%)<br />
with no or limited overshoot<br />
Past emissions (2000–2015)<br />
Model range for 2015 emissions<br />
Past GHG emissions and uncertainty for<br />
2015 and 2019 (dot indicates the median)<br />
+5%<br />
-4%<br />
-26%<br />
-43%<br />
2019<br />
to be on-track to limit<br />
warning to 1.5ºC,<br />
we need much more<br />
reduction by 2030<br />
Past GHG emission and<br />
uncertainty for 2015 an 20<br />
(dot indicates the median)<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 41
•• •• ••<br />
•<br />
••<br />
•••<br />
••••<br />
IPCC-rapportage AR6<br />
> Willen landen de opwarming van de aarde beperken tot 1,5ºC in deze eeuw,<br />
dan moeten regeringen dit jaar radicale keuzes maken om broeikasgassen terug<br />
te dringen. Het klimaat moet vooropstaan bij alle beslissingen die landen nu<br />
nemen, anders is het in 2015 afgesproken klimaatdoel ten dode opgeschreven,<br />
zo waarschuwt het nieuwste rapport van de Verenigde Naties (VN).<br />
Risico’s en scenario’s voor opwarming van de aarde<br />
Global surface temperature change<br />
relative to 1850–1900<br />
°C5<br />
°C5<br />
very high<br />
shading represents the<br />
4<br />
uncertainty ranges for<br />
high 4<br />
the low and high<br />
emissions scenarios<br />
3<br />
3<br />
intermediate<br />
2<br />
1<br />
0<br />
-1<br />
1950 20002015 2050 2100<br />
low<br />
very low<br />
2011-2020 was<br />
around 1.1°C warme<br />
than 1850-1900r<br />
2<br />
1.5<br />
1<br />
Global Reasons for Concern (RFCs)<br />
in AR5 (2014) vs. AR6 (2022)<br />
•••<br />
0<br />
AR5 AR6<br />
••••<br />
••••<br />
Unique &<br />
threatened<br />
systems<br />
AR5 AR6<br />
Extreme<br />
weather<br />
events<br />
••<br />
•••<br />
••••<br />
AR5 AR6<br />
Distribution<br />
of impacts<br />
••<br />
••<br />
•••<br />
AR5 AR6<br />
Global<br />
aggregate<br />
impacts<br />
AR5 AR6<br />
Large scale<br />
singular<br />
events<br />
•<br />
••<br />
•••<br />
risk is the potential for<br />
adverse consequences<br />
Risk/impact<br />
Confidence level<br />
assigned to<br />
transition range<br />
Low<br />
Very high<br />
High<br />
Moderate<br />
Undetectable<br />
Transition range<br />
Very high<br />
midpoint of transition<br />
Bron: IPCC AR6 Synthesis Report Climate Change 2023<br />
> Het 1,5ºC-doel wordt overschreden in vrijwel alle scenario's voor broeikas gasuitstoot<br />
die, die het klimaatbureau van de VN, het IPCC, heeft opgesteld.<br />
Bovendien houden wetenschappers bij hun berekeningen voor het halen van<br />
het doel steeds vaker rekening met technieken om CO2 uit de lucht te halen.<br />
<strong>De</strong> temperatuur op aarde stijgt dan tijdelijk meer dan 1,5ºC, om daarna te zakken.<br />
Het probleem is dat deze technologieën nu nog in de kinderschoenen staan.<br />
> <strong>De</strong>sondanks schrijft het IPCC het klimaatdoel nog niet af. Er is nog een kans<br />
dat landen op tijd genoeg emissies weten te reduceren. Naar aanleiding van<br />
het IPCC-rapport roept secretaris-generaal van de VN António Guterres rijke<br />
landen op om in 2040 hun broeikasgassen terug te dringen naar netto nul. Dat<br />
zou voor de meeste landen een forse aanscherping van hun klimaatdoelen zijn.<br />
<strong>De</strong> Europese Unie - de derde grootste uitstoter ter wereld - wil bijvoorbeeld in<br />
2050 klimaatneutraal zijn.<br />
42<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Opties om klimaatacties op te schalen<br />
a) Feasibility of climate responses and adaptation, and potential of mitigation options in the near term<br />
ENERGY SUPPLY<br />
Climate responses and<br />
adaptation options<br />
Energy reliability (e.g.<br />
diversification, access, stability)<br />
Resilient power systems<br />
Improve water use efficiency<br />
Potential<br />
feasibility<br />
up to 1.5°C<br />
Synergies<br />
with<br />
mitigation<br />
Mitigation options<br />
Solar<br />
Wind<br />
Reduce methane from coal, oil and gas<br />
Bioelectricity (includes BECCS)<br />
Geothermal and hydropower<br />
Nuclear<br />
Fossil Carbon Capture and Storage (CCS)<br />
options costing 100 USD tCO2-eq -1 o<br />
less could reduce global emissions by<br />
at least half of the 2019 level by 2030<br />
Potential contribution to<br />
net emission reduction, 2030<br />
GtCO2-eq/yr<br />
0 1 2 3 4 5<br />
FOOD<br />
WATER,<br />
LAND,<br />
Efficient livestock systems<br />
Improved cropland management<br />
Water use efficiency and water<br />
resource management<br />
Biodiversity management and<br />
ecosystem connectivity<br />
Agroforestry<br />
Sustainable aquaculture and fisheries<br />
Forest-based adaptation<br />
<strong>In</strong>tegrated coastal zone management<br />
Coastal defence and hardening<br />
not<br />
assessed<br />
Reduce conversion of natural ecosystems<br />
Carbon sequestration in agriculture<br />
Ecosystem restoration,<br />
afforestation, reforestation<br />
Shift to sustainable healthy diets<br />
Improved sustainable forest management<br />
Reduce methane and N 2<br />
O in agriculture<br />
Reduce food loss and food waste<br />
H EALTH S ETTLEMENT S D<br />
AN<br />
INFRASTRUCTURE<br />
Sustainable urban water a) management<br />
Sustainable land use and urban planning<br />
Green infrastructure and<br />
ecosystem services<br />
Enhanced health services<br />
(e.g. WASH, nutrition and diets)<br />
Efficient buildings<br />
Fuel efficient vehicles<br />
Electric vehicles<br />
Efficient lighting, appliances<br />
and equipment<br />
Public transport and bicycling<br />
Biofuels for transport<br />
Efficient shipping and aviation<br />
Avoid demand for energy services<br />
Onsite renewables<br />
SOCIETY, LIVELIHOOD<br />
AND ECONOMY<br />
Risk spreading and sharing<br />
Social safety nets<br />
Climate services, including<br />
Early Warning Systems<br />
Disaster risk management<br />
Human migration<br />
Planned relocation and resettlement<br />
Livelihood diversification<br />
INDUSTRY AND WASTE<br />
Fuel switching<br />
Reduce emission of fluorinated gas<br />
Energy efficiency<br />
Material efficiency<br />
Reduce methane from<br />
waste/wastewater<br />
Construction materials substitution<br />
Enhanced recycling<br />
Carbon capture with<br />
utilisation (CCU) and CCS<br />
Feasibility level and synergies<br />
with mitigation<br />
High<br />
Medium<br />
<strong>In</strong>sufficient evidence<br />
Low<br />
Confidence level in potential feasibility<br />
and in synergies with mitigation<br />
High Medium Low<br />
Net lifetime cost of options:<br />
Costs are lower than the reference<br />
0–20 (USD per tCO2-eq)<br />
20–50 (USD per tCO2-eq)<br />
50–100 (USD per tCO2-eq)<br />
100–200 (USD per tCO2-eq)<br />
Cost not allocated due to high<br />
variability or lack of data<br />
b) Potential of demand-side<br />
mitigation options by 2050<br />
Key<br />
%<br />
the range of GHG emissions<br />
reduction potential is 40-70%<br />
in these end-use sectors<br />
Total emissions (2050)<br />
Percentage of possible reduction<br />
<strong>De</strong>mand-side mitigation potential<br />
Potential range<br />
0<br />
Food<br />
0<br />
Land transport<br />
Buildings<br />
<strong>In</strong>dustry<br />
Electricity<br />
67%<br />
10<br />
10<br />
66%<br />
GtCO2-eq/yr 20<br />
GtCO2/yr<br />
29%<br />
44%<br />
20<br />
Additional electrification (+60%)<br />
73% reduction (before<br />
additional electrification)<br />
Bron: IPCC AR6 Synthesis Report Climate Change 2023<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 43
GHC emissions (GtCO2/eq/yr Gigatons of CO2-equivalent emissions (GtCO2-eq/yr)<br />
a) Net global greenhouse<br />
> <strong>De</strong> a) Net AR6-studie global greenhouse concludeert dat de wereldwijde<br />
80<br />
2019<br />
broeikasgasuitstoot 12% higher emissions than were<br />
2010 vorig jaar een nieuw record<br />
60<br />
(medium confidence)<br />
heeft gebroken. Nationally <strong>De</strong>termined <strong>In</strong> 2022 werd 57,4 miljard ton<br />
koolstofdioxide, methaan en lachgas Key geëmitteerd.<br />
40<br />
gas (GHG) emissions<br />
gas (GHG) emissions<br />
Dat is 1,2% meer dan in 2021. Volgens de<br />
20<br />
wetenschappers moeten Limit warning<br />
Limit warming to 1.5°C (>50%)<br />
emissies dit decennium<br />
juist zakken om het Parijs-doel te halen.<br />
0<br />
Net zero CO2 and net zero GHG emissions can be achieved through strong reductions across all sectors<br />
net zero<br />
-20<br />
Projecties 2000 2020 uitstoot 2040 2060 broeikasgassen<br />
2080 2100<br />
en scenario’s voor beperking stijging<br />
gemiddeld temperatuur<br />
Bron: IPCC AR6 Synthesis Report Climate Change 2023<br />
Klimaatscenario’s<br />
> Onderzoekers rekenden zeven jaar lang –<br />
met nieuwe kennis en technieken – aan eerder<br />
bestudeerde geologische monsters, zoals stokoude<br />
luchtbellen in ijskernen uit Antarctica. Met die<br />
oude luchtmonsters kunnen wetenschappers de<br />
hoeveelheid CO2 in de lucht en temperatuur in het<br />
verleden schatten. <strong>De</strong> gebruikte monsters zijn tot<br />
66 miljoen jaar oud.<br />
> Duidelijk is dat de toename van CO2 in de lucht,<br />
bijvoorbeeld door het verbranden van fossiele<br />
brandstoffen, de aarde doet opwarmen. Aan het<br />
begin van de industriële revolutie was de CO2-<br />
concentratie in de lucht ongeveer 280 ppm (delen<br />
per miljoen). Nu is dat 420 ppm. Als gevolg hiervan<br />
is de aarde sindsdien al ongeveer 1,1°C opgewarmd.<br />
Als de vraag naar energie snel blijft groeien, en<br />
mensen die vraag zouden beantwoorden met<br />
fossiele brandstoffen, dan zou aan het eind van de<br />
eeuw de CO2-concentratie voorbij de 800 ppm<br />
kunnen gaan.<br />
Implementedpolicies<br />
a) Global (GHG) emissions<br />
b) 2030<br />
70<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
Contributions (NDCs)<br />
range in 2030<br />
Implemented policies<br />
to 2ºC<br />
Limit warning<br />
to 2ºC<br />
Trend from implemented policies<br />
Limit warning to2ºC (>67%)<br />
or 1.5 (50%) after high<br />
overshoot with NDCs<br />
until 2030<br />
Limit warning<br />
to 2ºC (>67%)<br />
Limit warning<br />
to 1.5ºC (>50%) with<br />
no or limited overshoot<br />
0<br />
0<br />
2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
Implemented policies result in projected<br />
emissions that lead to warming of 3.2°C,<br />
with a range of 2.2°C to 3.5°C<br />
Implemented policies<br />
(median, with percentiles 25-75% and 5-95%)<br />
Limit warming to 2°C (>67%)<br />
with no or limited overshoot<br />
Past emissions (2000–2015)<br />
Model range for 2015 emissions<br />
Past GHG emissions and uncertainty for<br />
2015 and 2019 (dot indicates the median)<br />
+5%<br />
-4%<br />
-26%<br />
-43%<br />
2019<br />
to be on-track to limit<br />
warning to 1.5ºC,<br />
we need much more<br />
reduction by 2030<br />
Past GHG emission and<br />
uncertainty for 2015 an 20<br />
(dot indicates the median)<br />
> Hoe reageert de temperatuur op aarde<br />
daarop? Om dat te onderzoeken, kijken<br />
klimaatonderzoekers naar het verleden. Welke<br />
temperatuur ging samen met welke atmosferische<br />
CO2-concentratie? Gegevens over temperatuur en<br />
CO2 halen paleoklimatologen dus uit geologische<br />
monsters zoals uit ijskernen, maar ook uit<br />
oceaansedimenten en fossiele plantenbladeren.<br />
><strong>De</strong> onderzoekers analyseerden voor voor welke al<br />
bestaande studies betrouwbare monsters werden<br />
gebruikt en voor welke niet. Sommige gegevens<br />
kalibreerden ze opnieuw met moderne technieken,<br />
en modellen kregen een update. Op die manier<br />
berekenden ze opnieuw hoe de temperatuur en de<br />
CO2-concentratie in de lucht zich de afgelopen 66<br />
miljoen jaar ontwikkelden.<br />
> Discussie was er over de periode van ongeveer<br />
66 miljoen tot 56 miljoen jaar geleden. <strong>De</strong> aarde<br />
was toen al grotendeels ijsvrij, terwijl sommige<br />
studies suggereerden dat in die periode de CO2-<br />
concentratie relatief laag was. Nu onderzoekers de<br />
minst betrouwbare studies eruit hebben gefilterd,<br />
zagen ze dat de CO2-concentratie in die periode<br />
wel relatief hoog was: ongeveer 600 tot 700 ppm.<br />
> We hebben nu een veel robuuster beeld van<br />
hoe gevoelig de aarde is voor een toename<br />
in CO2 in de lucht op lange tijdschalen, van<br />
honderdduizenden jaren, zegt Bärbel Hönisch<br />
in een persbericht. Zij is geochemicus aan<br />
Columbia University. Die universiteit helpt<br />
klimaatmodelleurs die proberen te voorspellen<br />
wat er de komende decennia gaat gebeuren.<br />
> Ongeacht hoeveel graden de temperatuur<br />
precies ver andert, het is duidelijk dat we de<br />
planeet al in een reeks omstandigheden hebben<br />
gebracht die nog nooit door onze soort zijn<br />
waargenomen, zegt Gabriel Bowen, verbonden<br />
aan de universiteit van Utah.<br />
44<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
COP-28: klimaattop in Dubai<br />
> Op de klimaattop 2023 gehouden in Dubai,<br />
COP28, was klimaatfinanciering een van de grote<br />
thema’s. Er waren twee kardinale punten: aan<br />
heel grote investeringen (klimaatfinanciering) valt<br />
niet meer te ontkomen en arme landen hebben<br />
financiële ondersteuning nodig van rijke landen om<br />
het noodzakelijke te doen (klimaatschadefonds).<br />
> Sneller dan verwacht bereikten de bijna<br />
tweehonderd deelnemende landen tijdens COP-28<br />
in Dubai een deal over een klimaatschadefonds.<br />
Ontwikkelingslanden kunnen daaruit steun<br />
ontvangen als ze te maken hebben met schade door<br />
klimaatgerelateerde rampen, zoals overstromingen<br />
en extreme droogte. Landen als de Verenigde<br />
Arabische Emiraten, Duitsland, Nederland en de<br />
Verenigde Staten deden al heel snel toezeggingen,<br />
voor in totaal enkele honderden miljoenen euro’s.<br />
> Een groep economen die de VN adviseert, de<br />
<strong>In</strong>dependent High Level Expert Group on Climate<br />
Finance, denkt dat er over 2 jaar al jaarlijks 1000<br />
miljard dollar aan extra klimaatfinanciering nodig<br />
zal zijn om de Parijse doelen te halen. <strong>In</strong> 2030<br />
zal dat gat zijn gegroeid naar 2400 miljard dollar.<br />
China, dat rijk genoeg is om voor zijn eigen<br />
klimaatbeleid te betalen, is hierin niet meegerekend.<br />
Het <strong>In</strong>ternationaal Energieagentschap komt<br />
op vergelijkbare bedragen. <strong>De</strong> discussie over<br />
klimaatfinanciering moet snel verschuiven van<br />
‘miljarden’ naar ‘biljoenen’, schreef denktank<br />
Sustainable Finance Lab (SFL) in een rapport in<br />
aanloop naar COP28. <strong>De</strong>ze biljoenen (duizenden<br />
miljarden) liggen nu nog ver buiten bereik.<br />
> Rijke landen hebben al de grootste moeite om te<br />
voldoen aan hun belofte uit 2009 om jaarlijks 100<br />
miljard dollar vrij te maken voor klimaatfinanciering<br />
in ontwikkelingslanden. Daaraan moest in 2020<br />
worden voldaan, maar het doel wordt naar<br />
verwachting dit jaar pas gehaald, en zelfs daar is<br />
onzekerheid over.<br />
Nederlandse vertegenwoordiging in Dubai<br />
> Het demissionaire kabinet was in 2023 met<br />
een grote delegatie vertegenwoordigd in Dubai.<br />
Premier Mark Rutte (VVD) woonde de officiële<br />
opening bij en had ontmoetingen met verschillende<br />
regeringsleiders. Tijdens de top waren ook de<br />
ministers Jetten (Klimaat en Energie, D66), Van<br />
der Wal (Natuur en Stikstof, VVD) en Kuipers<br />
(Volksgezondheid, D66) een paar dagen in<br />
Dubai. Van het ministerie van <strong>In</strong>frastructuur en<br />
Waterstaat reisde zowel minister Harbers (VVD) als<br />
staatssecretaris Heijnen (CDA) naar de Emiraten af.<br />
> Voor al deze ministeries heeft klimaatverandering<br />
nu al grote gevolgen. Jetten moet de<br />
energievoorziening zo aanpassen dat die vanaf 2050<br />
het klimaat niet langer belast. Het is een opgave<br />
die wel wordt vergeleken met die in de jaren zestig,<br />
toen heel Nederland op de schop ging om alle<br />
kolenkachels te vervangen door gashaarden.<br />
> Ook voor het ministerie van Van der Wal stond<br />
er in Dubai veel op het spel. <strong>De</strong> natuur heeft<br />
het zwaar door de opwarming van de aarde,<br />
met droogte, hitte en bosbranden in Nederland<br />
als de meest zichtbare risico’s. Bovendien is de<br />
Nederlandse landbouw verantwoordelijk voor<br />
14 procent van alle Nederlandse broeikasgassen,<br />
waarvan het grootste deel (70 procent) afkomstig<br />
is van de veeteelt. Dat schept voor Nederland,<br />
met zijn kenniscentra op dit gebied, een grote<br />
verantwoordelijkheid.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 45
46<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Het ministerie van <strong>In</strong>frastructuur en Waterstaat<br />
staat ook voor een zware taak. <strong>In</strong> een Kamerbrief<br />
kondigden Harbers en Heijnen een jaar geleden aan<br />
dat de grenzen van het water- en bodemsysteem<br />
zijn bereikt. En dat Nederland zich moet<br />
voorbereiden op extremere neerslagpatronen en<br />
een stijgende zeespiegel. Voor het versterken van<br />
de dijken wordt nu al meer dan een miljard euro<br />
per jaar uitgetrokken. Dat bedrag zal fors omhoog<br />
moeten als Nederland geen natte voeten wil krijgen<br />
en er ook in de zomer voldoende water uit de kraan<br />
moet komen.<br />
> Minister Kuipers kon in Dubai met collega’s praten<br />
over de vraag hoe het aantal hitte-gerelateerde<br />
sterfgevallen kan dalen. Vorig jaar waren dat er<br />
volgens Nature Medicine in Europa meer dan<br />
60.000. Maar de relatie tussen volksgezondheid<br />
en klimaat gaat niet alleen om hitte. Volgens het<br />
RIVM neemt neemt door hitte ook de kans toe op<br />
allergieën, infectieziekten, gevaarlijke uv-straling,<br />
verontreinigd oppervlaktewater en muggen<br />
die ziektes overbrengen en gedijen bij hogere<br />
temperaturen.<br />
> Rutte wist natuurlijk ook dat er partijen die<br />
weinig ophebben met klimaat stonden te trappelen<br />
om te gaan regeren. <strong>De</strong> zware Nederlandse<br />
regeringsdelegatie in Dubai was daarom ook een<br />
belangrijk signaal aan degenen bij de PVV, maar ook<br />
bij NSC en BBB, die denken dat het allemaal wel wat<br />
minder kan met de aandacht voor klimaat.<br />
Klimaatverandering<br />
Panamakanaal<br />
> Het Panamakanaal, een cruciale handelsroute<br />
die 3 à 5% van de mondiale maritieme handel<br />
vergemakkelijkt, loopt leeg. Door aanhoudende<br />
droogte vanwege het weerfenomeen El Niño is<br />
het waterpeil van het centraal gelegen artificiële<br />
Gatúnmeer tot een ongekend dieptepunt gezakt.<br />
Daaruit komen juist de enorme hoeveelheden water<br />
voor de sluizen die de Atlantische Oceaan met de<br />
Stille Oceaan verbinden. Waar er onder normale<br />
omstandigheden tot 38 vrachtschepen per dag door<br />
het kanaal varen, beperkt de Panama Canal Authority<br />
(ACP) de dagelijkse ‘transits’ vanaf december 2023<br />
noodgedwongen tot 22. Vanaf februari, midden in<br />
het droogteseizoen dat nog moet beginnen, mogen<br />
er dagelijks nog maar 18 schepen door, ruim de helft<br />
minder dan een jaar eerder.<br />
> Zeehavens in Nicaragua, Ecuador, Peru, El<br />
Salvador en Jamaica kampen door die beperking<br />
al met vrachtvertragingen van 25% boven op de<br />
normale transporttijden, meldde het <strong>In</strong>ternationaal<br />
Monetair Fonds (IMF) recentelijk. <strong>De</strong> organisatie,<br />
die de internationale financiële stabiliteit in de<br />
gaten houdt, waarschuwt dat de wereldhandel<br />
nog maandenlang verstoord kan blijven. Door<br />
klimaatverandering kunnen zulke verstoringen van<br />
het zeetransport vaker gaan voorkomen.<br />
> Door de beperkte diepgang moeten grote schepen<br />
bovendien hun vracht met 40% verminderen bij<br />
doorvaart door het kanaal. Omvaren kost minstens<br />
14 tot 16 dagen en de alternatieven brengen<br />
hogere transportkosten met zich mee. <strong>De</strong>rgelijke<br />
kosten worden doorberekend aan de consument.<br />
<strong>De</strong> grootgebruikers van het Panamakanaal zijn<br />
containerschepen die in China gemaakte goederen<br />
naar de oostkust van de VS brengen, tankers die<br />
vloeibaar propaan van Amerikaanse raffinaderijen<br />
naar Azië verschepen en bulkcarriers die miljoenen<br />
tonnen graan en andere landbouwproducten<br />
vervoeren, onder meer naar Europa.<br />
Amazone<br />
> <strong>In</strong>woners van Brazilië kregen het de eerste helft<br />
van november 2023 flink te verduren; het was<br />
in verschillende steden extreem heet, met een<br />
gevoelstemperatuur tot 58,5 graden Celsius. <strong>In</strong> São<br />
Paulo werd het 38 graden. <strong>In</strong> het binnenland werd<br />
het nog warmer: 40 tot 45 graden. <strong>De</strong> periode van<br />
hitte werd gevolgd door een periode van plaatselijk<br />
zware regenval en daardoor overstromingen.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 47
Er zijn drie oorzaken voor het extreme weer in<br />
Brazilië: klimaatverandering, het weerfenomeen<br />
El Niño en ontbossing in de Amazone. Normaal<br />
borrelt er koud water op voor de kust van Zuid-<br />
Amerika, maar tijdens een El Niño stopt dat. Zo<br />
warmt het water in het midden van de Stille Oceaan<br />
en voor de kust van Zuid-Amerika fors op. Dit heeft<br />
wereldwijde gevolgen voor het weer. <strong>In</strong> Brazilië<br />
wordt het dan droger en warmer. El Niño zorgde<br />
in oktober al voor problemen voor vissers voor<br />
de kust van Peru. Het is in het Amazonegebied<br />
extreem droog. <strong>De</strong> Amazonerivier staat op een zeer<br />
laag punt, ook al doordat het in Peru extreem droog<br />
geweest is. Normaal houdt het regenwoud zichzelf<br />
in stand. Bomen 'zweten', hetgeen zorgt voor<br />
vocht in de lucht. Dat stijgt op en regent weer neer<br />
in het gebied. Door illegale houtkap in het gebied<br />
staan er echter veel minder bomen en door de hitte<br />
zijn bladeren verschrompeld.<br />
Australië<br />
> Sinds begin december is het in Australië al<br />
noodweer, met extreme regenval, onweer en<br />
plaatselijk vuistgrote hagelstenen, vooral in de<br />
staten Victoria, New South Wales en Queensland<br />
aan de oostkust. Het noodweer volgde op de<br />
tropische orkaan Jasper, die in december 2023<br />
aan land kwam. Die orkaan veroorzaakte veel<br />
schade in Queensland. Terwijl het oosten van<br />
Australië te kampen heeft met noodweer, zijn<br />
verschillende regio's in het westen druk met de<br />
bestrijding van bosbranden.<br />
> <strong>De</strong> hoofdoorzaak van de overvloedige neerslag<br />
de afgelopen twee jaar is de aanhoudende La Niña.<br />
La Niña is een relatief koude zeestroom langs de<br />
evenaar op de Grote Oceaan, tussen Zuid-Amerika<br />
aan de ene en <strong>In</strong>donesië en Australië aan de andere<br />
kant. Aan de westkust van Zuid-Amerika welt koud<br />
water vanuit diep in de oceaan op. Met een sterke<br />
oostelijke wind wordt dat koude water naar het<br />
westen getransporteerd, waarbij het water aan het<br />
oppervlak flink op kan warmen. Dat opgewarmde<br />
water houdt zich op in de omgeving van Australië<br />
en <strong>In</strong>donesië.<br />
> Momenteel is er ook sprake van een negatieve<br />
<strong>In</strong>dian Ocean Dipole (IOD). Theoretisch is de<br />
IOD grotendeels hetzelfde als het La Niña/<br />
El Niño-fenomeen, alleen gaat het nu om de<br />
temperatuurverdeling op de <strong>In</strong>dische Oceaan.<br />
Wanneer de IOD zich net zoals nu in de negatieve<br />
fase bevindt, houdt warm zeewater zich op in de<br />
buurt van <strong>In</strong>donesië en ten noorden van Australië.<br />
> Het warme zeewater rondom Australië als<br />
gevolg van de La Niña en in mindere mate de<br />
negatieve IOD, is de belangrijkste oorzaak van<br />
de zeer natte omstandigheden in Australië. Het<br />
warme zeewater zorgt ervoor dat er meer water<br />
verdampt, waardoor de lucht vochtiger is. Daarbij<br />
zorgt het relatief warme wateroppervlak voor<br />
stijgende bewegingen in de atmosfeer. Op deze<br />
manier kunnen zich makkelijk felle buien en<br />
neerslaggebieden vormen.<br />
> Het is dan ook niet geheel verrassend dat 2023 in<br />
delen van Australië als natste jaar ooit de boeken<br />
in gaat. <strong>In</strong> oktober 2023 was er al ruim 2200 mm<br />
regen in Sydney gevallen. <strong>In</strong> een gemiddeld jaar<br />
valt daar zo’n 1200 mm aan regen. Bij een jaarlijkse<br />
hoeveelheid regen van 1600 mm of meer wordt<br />
gesproken van een extreem nat jaar. Ook vorig jaar<br />
was in Australië al zeer nat.<br />
> Momenteel is er sprake van het derde La Niñajaar<br />
op rij. Ook gedurende de komende Australische<br />
zomer houdt deze La Niña naar verwachting aan.<br />
Dit is dan ook de reden dat de komende maanden<br />
nog natter weer dan normaal verwacht wordt.<br />
Omdat het inmiddels al zo lang regenachtig is, is de<br />
bodem verzadigd, staan de rivieren continu hoog en<br />
staan meren en dammen vol.<br />
48<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Beleid verband houdend<br />
met duurzaamheid<br />
Stikstofproblematiek<br />
> Stikstof (N2) is een kleur- en reukloos gas dat<br />
overal om ons heen is. Ongeveer 78% van alle<br />
lucht bestaat uit stikstof. Stikstof is van zichzelf<br />
niet schadelijk voor mens en milieu. Maar er zijn<br />
chemische verbindingen van stikstof in de lucht die<br />
wel schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu. Dit<br />
zijn stikstofoxiden (NOx, een verbinding van stikstof<br />
en zuurstof) en ammoniak (NH3, een verbinding van<br />
stikstof en waterstof). <strong>De</strong> hoeveelheid stikstofoxiden<br />
en ammoniak in de lucht heet de concentratie.<br />
Stikstofoxiden (NOx) komen vooral in de lucht<br />
terecht door uitlaatgassen van het verkeer en de<br />
uitstoot van industrie. Ammoniak (NH3) komt met<br />
name van dieren in de veeteelt. Een klein deel komt<br />
uit overige bbronnen, zoals de industrie, de bouw en<br />
het verkeer. Boeren gebruiken mest van dieren en<br />
kunstmest om hun land te bemesten. Een deel van die<br />
mest verdampt als ammoniak en komt zo in de lucht.<br />
> Een teveel aan stikstofoxiden in de lucht is<br />
schadelijk voor de gezondheid. Te veel ammoniak in<br />
de lucht is ook schadelijk voor de mens. Maar in de<br />
buitenlucht is de ammoniakconcentratie bijna nooit<br />
zo hoog. <strong>De</strong> stikstofoxiden en ammoniak in de lucht<br />
komen uiteindelijk weer op de grond terecht. Dit heet<br />
stikstofdepositie. <strong>De</strong> stoffen kunnen met neerslag<br />
meekomen op de bodem, dit heet natte depositie.<br />
Maar ook kunnen planten of de bodem direct stikstof<br />
uit de lucht opnemen, dit heet droge depositie.<br />
> <strong>De</strong> depositie van stikstofoxiden en ammoniak<br />
zorgt ervoor dat de bodem rijk wordt aan<br />
voedingsstoffen. Dat is vooral in natuurgebieden<br />
een probleem. Zeldzame planten die het juist goed<br />
doen op voedselarme grond, verdwijnen daardoor.<br />
Zo verdringen de brandnetels bijvoorbeeld de<br />
orchideeën. Daarmee verdwijnen ook dieren die<br />
van die zeldzame planten leven. We zeggen dan dat<br />
de biodiversiteit (het aantal verschillende soorten<br />
planten en dieren) afneemt.<br />
> Berekeningen geven inzicht in de bijdrages<br />
van verschillende sectoren aan de depositie.<br />
<strong>De</strong> bovenste staaf in onderstaande figuur laat<br />
de herkomst van de depositie zien voor alle<br />
landoppervlak in Nederland. <strong>De</strong> tweede staaf toont<br />
de herkomst voor alle stikstofgevoelige natuur in<br />
Natura 2000-gebieden. Hierin valt op dat vooral<br />
de bijdrage uit het buitenland groot is. Dit komt<br />
doordat veel Natura 2000-gebieden aan de rand van<br />
Nederland liggen.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 49
Herkomst stikstofdepositie in Nederland<br />
Heel Nederland<br />
Stikstofgevoelige<br />
Natura 2000<br />
Bron: RIVM<br />
> Er komt steeds minder stikstof terecht in<br />
daarvoor gevoelige natuurgebieden. <strong>De</strong> daling<br />
is echter niet voldoende om de doelen te halen<br />
die de overheid zich heeft gesteld. Dat blijkt uit<br />
het rapport Monitor stikstofdepositie in Natura<br />
2000-gebieden 2023 van het RIVM.<br />
> Alle EU-lidstaten zijn verplicht om beschermde<br />
soorten en habitattypen in stand te houden<br />
en achteruitgang te voorkomen. Sinds 1 juli<br />
2021 geldt daarom de Wet stikstofreductie en<br />
natuurverbetering (Wsn). Minder stikstof in Natura<br />
2000-gebieden om de natuur te verbeteren is een<br />
belangrijke doelstelling van deze wet.<br />
> Het kabinet heeft in het coalitieakkoord<br />
afgesproken dat in 2030 74% van de stikstofgevoelige<br />
natuur in Natura 2000-gebieden de<br />
zogeheten kritische depositiewaarden (kdw's) niet<br />
meer overschrijdt. Boven deze grens is er namelijk<br />
een risico dat de kwaliteit van leefgebieden van<br />
dieren en planten wordt beschadigd.. Met als gevolg<br />
dat er dier- en plantensoorten verdwijnen en<br />
ecosystemen ontregeld raken. Daarnaast werken<br />
het Rijk, de provincies en andere betrokkenen<br />
samen aan een gebiedsgerichte aanpak om de<br />
natuur te herstellen.<br />
45% 12% 9% 3% 32%<br />
40% 11% 9% 5% 35%<br />
0% 20% 40% 60% 80% 100%<br />
Landbouw Verkeer <strong>In</strong>dustrie en gebouwde omgeving Ammoniak aan zee Buitenland<br />
> <strong>De</strong> overheid neemt verschillende maatregelen<br />
per sector om de stikstofuitstoot omlaag te<br />
brengen. Sommige maatregelen helpen de bron<br />
van de stikstofuitstoot aan te pakken, zoals<br />
verduurzaming, vrijwillige aankoopregelingen en<br />
elektrische werktuigen in de bouw. Ook sluiten in<br />
steeds meer havens schepen aan op walstroom,<br />
zodat ze hun aggregaten niet hoeven te gebruiken.<br />
> Uit de wet komt een zeer zware opgave voor<br />
de landbouwsector. Er moet veel gebeuren om<br />
de sector klaar te maken voor de toekomst en<br />
om snel (veel) minder stikstof uit te stoten.<br />
> <strong>De</strong> bouwsector heeft het kleinste aandeel in<br />
het veroorzaken van stikstofdepositie (landelijk<br />
minder dan 0,6%), maar moet nu wel voor elk<br />
van de tienduizenden projecten die de sector<br />
jaarlijks uitvoert aantonen dat de activiteiten<br />
geen verslechterend effect hebben op de natuur.<br />
Dit in tegenstelling tot landbouwbedrijven en de<br />
industrie, die een vergunning eenmalig aanvragen.<br />
Het wegvallen van de bouwvrijstelling in november<br />
2022 zorgde ook voor extra vertraging bij<br />
vergunningverlening. Recente EIB-rapporten tonen<br />
duidelijk aan dat dit direct gevolgen heeft voor alle<br />
sectoren van de bouwproductie. Door uitstel en krimp<br />
in de bouwproductie kan niet worden voorzien in de<br />
maatschappelijke behoefte aan voldoende betaalbare<br />
woningen en een veilig en bereikbaar Nederland.<br />
> Stikstof zal in komende jaren voor een wezenlijk<br />
deel van de woningbouwopgave een belemmering<br />
blijven vormen.<br />
PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen)<br />
> Al eerder schreef ik over PFAS (<strong>De</strong> branche in<br />
2020 en <strong>De</strong> branche in 2021), in de laatst genoemde<br />
versie in het kader van vertragingen in de bouw.<br />
PFAS is een verzamelnaam voor een groep van<br />
ongeveer 6000 chemische verbindingen.<br />
> Pas jaren na de ontdekking van teflon kunnen<br />
consumenten producten met teflon pas voor het<br />
eerst kopen. <strong>De</strong> productiekosten ervan zijn te hoog.<br />
<strong>In</strong> 1954 brengt de Franse ingenieur Marc Grégoire<br />
voor het eerst pannen met een antiaanbaklaag op<br />
de markt, op aanraden van zijn vrouw. Hij noemt<br />
zijn bedrijf Tefal, een samentrekking van teflon en<br />
aluminium. Daarna verschijnt overal kookgerei<br />
met een water- en vuilafstotend wonderlaagje. Na<br />
teflon ontwikkelt de industrie veel meer soortgelijke<br />
stoffen, die allemaal dezelfde eigenschappen hebben.<br />
50<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Vanwege de waterafstotende eigenschappen<br />
zijn PFAS uitermate geschikt voor laarzen en<br />
regenkleding, zoals jassen, hoedjes of poncho’s. <strong>De</strong><br />
risico’s van blootstelling zijn volgens de overheid<br />
gering, omdat mensen de kleding maar af en toe<br />
dragen en meestal over gewone kleding heen. Wel<br />
is sinds 2020 het gebruik van PFOA in regenkleding<br />
verboden binnen de EU.<br />
> Tenten krijgen veelal een laagje PFAS-houdende<br />
spray om ze waterdicht te houden, maar de stoffen<br />
beschermen kampeerartikelen ook tegen vuil en<br />
stof. Veel outdoormerken zoeken de laatste jaren<br />
naar alternatieven voor PFAS, voor het gebruik in<br />
slaapzakken, schoenen, rugzakken of kleding.<br />
> Tegenover al die zichtbare voordelen staan nadelen<br />
die lang onzichtbaar blijven; PFAS zijn giftig voor<br />
mens en milieu en breken amper af. <strong>De</strong> verbinding<br />
tussen koolstof en fluor wordt ook wel de ‘sterkste<br />
verbinding’ in de organische chemie genoemd.<br />
Daarom heten PFAS ook wel ‘forever chemicals’.<br />
> Uit oude documenten die in latere rechtszaken<br />
naar voren komen, blijkt dat Amerikaanse PFASproducenten<br />
zoals DuPont en concurrent 3M al<br />
sinds de jaren zestig de gevaren kennen, maar<br />
zij laten de buitenwereld decennialang in het<br />
ongewisse over de risico’s.<br />
> <strong>In</strong> Nederland staat vooral de chemiefabriek van<br />
Chemours in Dordrecht in de schijnwerpers. <strong>In</strong><br />
de zomer van 2023 onthult televisieprogramma<br />
Zembla dat het hoofdkantoor van DuPont, het<br />
voormalige moederbedrijf van Chemours, veel<br />
informatie bewust heeft achtergehouden. Het<br />
weet bijvoorbeeld in 1981 al dat veel Dordtse<br />
medewerkers gevaarlijk veel PFAS in hun bloed<br />
hebben. <strong>De</strong>ze waardes worden in verband<br />
gebracht met verschillende ziektes, waaronder<br />
nier- en leverkanker. Toch treft het bedrijf geen<br />
maatregelen. Chemours heeft ook illegaal stoffen<br />
geloosd in de Merwede en de grond en het<br />
grondwater rondom de fabriek ernstig vervuild.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 51
PFAS zijn diep doorgedrongen in ons dagelijks<br />
leven en komt onder andere voor in pizzadozen,<br />
bakpapier, pannen, regenjassen, blusschuim,<br />
gitaarsnaren, cosmetica, kunstgras en klimtouwen.<br />
Normale gebruiksvoorwerpen die onschuldig ogen.<br />
Er is geen alomvattend overzicht van de stoffen en<br />
de toepassingen, al worden pogingen gedaan de<br />
omvang ervan inzichtelijk te maken. <strong>In</strong> 2020 hebben<br />
wetenschappers voor meer dan 1400 individuele<br />
PFAS-stoffen ruim 200 vormen van gebruik<br />
geïdentificeerd. Zo worden de stoffen toegepast in<br />
de lucht- en ruimtevaart, de chemische industrie,<br />
de olie- en gasindustrie en bij de productie van<br />
zonnepanelen. Ze zitten ook in coatings tegen<br />
roest, in smeermiddelen en remvloeistoffen<br />
en ze worden gebruikt in de voedselsector,<br />
textielproductie en houtindustrie. PFAS komen<br />
ook voor in drijfgassen, auto’s, kleding, cosmetica,<br />
geneesmiddelen en kook- en bakgerei.<br />
> Ook in de medische sector worden de stoffen<br />
veel toegepast, bijvoorbeeld in implantaten zoals<br />
stents en in kunstgewrichten, hartpleisters en<br />
katheterbuizen. Volgens de sector worden de<br />
onverwoestbare chemicaliën niet door het lichaam<br />
afgestoten.<br />
> Ook cosmeticaproducten bevatten PFAS. Uit<br />
onderzoek van circa 200 cosmeticaproducten<br />
blijkt dat 56% van de geteste foundations, 48%<br />
van de geteste lippenstiften en 47% van de geteste<br />
mascara’s een hoog gehalte aan fluor bevatten,<br />
een indicator voor de aanwezigheid van PFAS. Het<br />
gevaar is dat de stoffen bij dit type producten door<br />
de huid en traanbuis kunnen worden opgenomen,<br />
en de PFAS kunnen worden ingeademd of ingeslikt.<br />
> Volgens sommige producenten zijn PFAS ook<br />
belangrijk voor de energietransitie. Het merendeel<br />
van de zonnepanelen bevat PFAS. Die zitten dan<br />
vooral in de zogenoemde backsheets, flinterdunne<br />
folies die de zonnecellen beschermen tegen uvstraling,<br />
vocht, wind en stof.<br />
> Ook in huizen, kantoren en klaslokalen komen<br />
we PFAS tegen én ademen we de giftige stoffen<br />
in, blijkt uit recente onderzoeken. Zo zijn PFAS<br />
jarenlang op grote schaal gebruikt om tapijten<br />
vlek- en vuilafstotend te maken of om tapijten mee<br />
te reinigen. Vaak wordt vloerbedekking behandeld<br />
met PFAS om die te beschermen tegen water,<br />
olie en vuil, maar bijvoorbeeld ook tegen motten,<br />
schimmels en bacteriën.<br />
> Vijf landen, waaronder Nederland, hebben in<br />
Brussel een voorstel ingediend om het gebruik<br />
van alle PFAS in een keer aan banden te leggen.<br />
Het voorstel gaat ver: alle PFAS moeten op korte<br />
termijn van de markt worden gehaald.<br />
52<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Zo’n PFAS-verbod zou het grootste stoffenverbod<br />
ooit zijn. <strong>De</strong> hoeveelheid PFAS in onze grond en<br />
wateren heeft al bijna een kritieke grens bereikt.<br />
Nog meer PFAS in het milieu is gevaarlijk voor de<br />
gezondheid. Als alles volgens plan verloopt, gaat<br />
het verbod in 2026 of 2027 in. Bedrijven hebben<br />
dan nog anderhalf jaar om op zoek te gaan naar<br />
alternatieven. Alleen in uitzonderlijke gevallen geldt<br />
straks een overgangstermijn van vijf of twaalf jaar,<br />
afhankelijk van de mogelijkheden om over te stappen<br />
op andere stoffen. Twaalf bedrijven zijn goed voor<br />
het overgrote deel van de mondiale PFAS-productie.<br />
Zij zetten samen zo’n € 26 miljard per jaar om.<br />
> Het verbod raakt niet alleen afnemers, maar<br />
ook PFAS-producenten. <strong>In</strong> en rondom Nederland<br />
zijn dat er drie. Chemours in Dordrecht, 3M in<br />
Zwijndrecht (Antwerpen) en Lanxess, een spinoff<br />
van chemiereus Bayer AG, in Leverkusen. Via<br />
de Schelde en de Rijn komen PFAS die zij lozen,<br />
Nederland binnen. Uit data van het Forever Pollution<br />
Project blijkt dat in de buurt van zowel producenten<br />
als afnemers PFAS worden aangetroffen.<br />
> 3M zette in 2021 € 250 miljoen apart voor<br />
bodemsanering van de paar vierkante kilometer<br />
rondom de fabriek in Zwijndrecht nabij Antwerpen.<br />
Nu is de omgeving van Zwijndrecht een van de<br />
zwaarst vervuilde gebieden in Europa en moet dit<br />
bedrag dus gezien worden als een bovengrens. Als<br />
het bij slechts 1% van de 17.000 verontreinigde<br />
plekken in Europa die het Forever Pollution Project<br />
geïdentificeerd heeft net zoveel zou kosten om<br />
op te ruimen, zou dat al een rekening opleveren van<br />
€ 42,5 miljard.<br />
> Onderzoekers vermoeden dat alle rivieren en<br />
wateren die in zee uitmonden PFAS-bronnen<br />
kunnen zijn en wijzen erop dat metingen in Noord-<br />
Frankrijk en onderzoeken in <strong>De</strong>nemarken, Zweden<br />
en Noorwegen hetzelfde zorgelijke beeld tonen.<br />
Al die watervervuiling heeft ook gevolgen voor<br />
de positie van Nederland in Europa. Van Brussel<br />
moet de waterkwaliteit in Nederland uiterlijk 2027<br />
op orde zijn. Dat gaat volgens deskundigen niet<br />
meer lukken, want Nederland scoort het slechtst<br />
van de hele EU. Vanaf 2027 dreigen er boetes voor<br />
Nederland, oplopend tot € 80 miljoen per jaar. Dit<br />
probleem komt overigens niet alleen door PFAS,<br />
want de Nederlandse wateren zitten ook vol met<br />
pesticiden en zware metalen zoals kwik en zink.<br />
> Schiphol zit in z’n maag met minstens 180.000<br />
ton grond die is vervuild met kankerverwekkende<br />
PFAS-stoffen. Komend jaar probeert de luchthaven<br />
de grond op eigen terrein te saneren, maar het is<br />
onzeker of dat gaat lukken. Bouwprojecten lopen<br />
dus vertraging op.<br />
> <strong>De</strong>skundigen zijn sceptisch over het ‘opruimen’<br />
van PFAS. Het probleem heeft volgens veel experts<br />
zulke dimensies aangenomen dat de oplossing uit<br />
het zicht is verdwenen.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 53
Bemoeienis overheid: subsidies of boetes?<br />
> Wat kun je als overheid doen om bedrijven<br />
duurzamer te maken? Moet je ze verleiden met<br />
subsidies? Of moet je juist streng zijn: normeren en<br />
dreigen met boetes?<br />
> Het lijkt erop dat je met regelgeving bedrijven<br />
ambitieuzer maakt dan met subsidies. Het<br />
Planbureau voor de Leefomgeving en Tilburg<br />
University analyseerden duurzame innovatie in de<br />
wereldwijde auto-industrie. Zij concludeerden dat<br />
regels leiden tot meer vernieuwing dan subsidies.<br />
Subsidies leiden wel tot de ontwikkeling van<br />
technische innovaties, maar niet noodzakelijk tot<br />
de toepassing ervan. Strenge regels doen beide en<br />
ze kosten de overheid niets.<br />
> Belasting op uitstoot bleek in dit onderzoek<br />
minder effectief dan het stellen van een strenge<br />
norm voor de maximum-uitstoot van nieuwe<br />
auto’s. <strong>De</strong> vrees dat bedrijven wegvluchten voor<br />
regels bleek ongegrond. Autobedrijven richten zich<br />
juist op regio’s met strenge normen, omdat daar<br />
geld kan worden verdiend met innovatie.<br />
> <strong>In</strong> september van dit jaar stelde de<br />
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid<br />
dat de overheid gevestigde bedrijven ‘pampert’ als<br />
het gaat om duurzaamheid. <strong>De</strong> overheid zou veel<br />
meer moeten doen om de innovatiekracht van<br />
bedrijven in te zetten.<br />
> Als we de klimaatafspraken willen nakomen,<br />
gaat dat niet lukken met alleen mooie doelen<br />
stellen en vrijwilligheid maar moet dat ook worden<br />
afgedwongen met wetgeving, liefst in lijn met<br />
Europese regels, want dan bereid je bedrijven ook<br />
voor op nieuwe Europese wetgeving.<br />
> Hopen dat bedrijven en consumenten de<br />
komende jaren uit zichzelf een duurzame economie<br />
zullen creëren, is geen serieuze strategie. <strong>De</strong> Stern<br />
Review, een invloedrijk Brits overheidsrapport over<br />
klimaat en economie uit 2006, noemde destijds<br />
klimaatverandering al ‘het grootste falen van de<br />
markt ooit’.<br />
> Strenge regels werken dus kennelijk, maar<br />
zijn ze ook nodig? Een wereldwijde enquête<br />
onder bestuurders en toezichthouders van grote<br />
bedrijven, uitgevoerd door onder meer IINSEAD,<br />
liet in 2023 zien dat bedrijven duurzaamheid nog<br />
nauwelijks een plek geven in hun plannen voor de<br />
lange termijn. Ook zien de meeste topmanagers<br />
geen financiële risico’s of interessante kansen op<br />
het gebied van duurzaamheid op de korte termijn.<br />
<strong>De</strong> onderzoekers constateren dat bedrijven vooral<br />
in actie komen onder druk van wettelijke eisen of<br />
als hun reputatie onder vuur ligt.<br />
54<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 55
56<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Economische ontwikkelingen<br />
en vooruitzichten<br />
Dit hoofdstuk is geïnspireerd op de decemberverwachtingen van <strong>De</strong> Nederlandsche Bank,<br />
die op hun beurt weer deel uitmaken van de halfjaarlijkse ramingen die de Europese<br />
Centrale Bank (ECB) maakt voor het eurogebied. Voor de nationale ramingen gebruiken<br />
alle Europese banken dezelfde internationale uitgangspunten.<br />
<strong>In</strong>flatie<br />
<strong>In</strong>flatie als katalysator<br />
> Natuurlijk kan een economie oververhit raken door<br />
een aanhoudende vraag, zoals ook zeker het geval<br />
was door de enorme compensaties tijdens corona.<br />
Het is niet ondenkbaar dat daaruit inflatie ontstaat.<br />
> We zaten jarenlang in een situatie van een (te)<br />
lage inflatie. Centrale banken hebben daarom veel<br />
geld in de economie gepompt, zonder dat de inflatie<br />
omhoogging overigens. <strong>In</strong> de praktijk is nu gebleken<br />
dat er een soort gecoördineerd mechanisme<br />
nodig is dat bedrijven ertoe brengt om prijzen te<br />
verhogen en bottlenecks en kostenschokken in de<br />
postcoronaperiode hebben als zodanig gewerkt. Een<br />
combinatie van zaken heeft geleid tot de recente<br />
explosie van inflatie.<br />
die in de uiteindelijke consumentenprijzen en het kan<br />
niet in alle gevallen worden ontkend: een deel van de<br />
bedrijven deed daar dan nog een schepje bovenop.<br />
> Bedrijven boekten recordwinsten, marges bleven<br />
in stand of stegen waardoor aandeelhouders<br />
hogere dividenden mochten toucheren. Daarmee<br />
is de rekening van de inflatie terechtgekomen bij de<br />
consument.<br />
Berekening inflatie in Nederland<br />
> Het Centraal Bureau voor de Statistiek stelde<br />
ruim een jaar (in 2022) lang het Nederlandse<br />
consumentenprijspeil vast op basis van verkeerde<br />
energieprijzen en die meetfout werkte tot en met<br />
mei 2023 in het inflatiecijfer door.<br />
> Niet alle prijsverhogingen destabiliseren het<br />
hele systeem. Als het lukt om de categorie<br />
cruciale prijzen in kaart te brengen kan er worden<br />
nagedacht hoe schokken te absorberen om extreme<br />
inflatie op die cruciale goederen te voorkomen.<br />
Voor sectoren die zeer essentieel zijn kan dan<br />
worden nagedacht over ingrijpen om prijsvolatiliteit<br />
in te dammen. <strong>In</strong> feite is dat in veel landen ook al<br />
gebeurd na de explosie van de prijzen voor energie<br />
vlak na het ontstaan van het conflict in Oekraïne.<br />
> <strong>De</strong> energiecomponent is sindsdien gebaseerd op<br />
wat consumenten daadwerkelijk betalen in plaats<br />
van de prijs voor nieuwe contracten.<br />
<strong>De</strong> oude methode overschatte de inflatie,<br />
aangezien veel huishoudens nog lang<br />
profiteerden van langlopende<br />
contracten met een vaste<br />
(lagere) prijs.<br />
> Terugkijkend op de afgelopen twee jaar nam een<br />
deel van het bedrijfsleven de gestegen (energie)kosten<br />
veelal niet voor eigen rekening maar versleutelde<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 57
Het CBS berekent de oude inflatiecijfers echter<br />
niet opnieuw, en vergelijkt het prijspeil van een jaar<br />
geleden (dat dus te hoog werd ingeschat) met de<br />
daadwerkelijk betaalde energierekening nu.<br />
> Pas vanaf juni 2023 is er weer een betrouwbare<br />
meting, maar hoe de inflatie zich sinds begin 2022<br />
van maand op maand precies heeft ontwikkeld, zal<br />
in officiële cijfers nooit meer precies zichtbaar zijn.<br />
dezelfde maanden van 2022, toen de gasprijzen<br />
piekten. Daarna zette de daling weer in, waardoor<br />
goedkopere energie minder zwaar doorweegt<br />
terwijl de prijsstijging van diensten en voeding -<br />
hoewel dalende - nog steeds fors is. <strong>In</strong> oktober was<br />
energie (inclusief benzine en diesel) 40% goedkoper<br />
dan een jaar geleden, in november ‘slechts’ 25%.<br />
Zonder energie kwam de jaar-op-jaar-inflatie (CPI)<br />
uit op 4,1%, tegen 5,1% in oktober.<br />
Verloop van de inflatie in Nederland<br />
> Nadat het Centraal Bureau voor de Statistiek in<br />
oktober 2023 het prijspeil juist zag dalen, was in<br />
november de inflatie weer terug van weggeweest;<br />
het gemiddelde prijspeil lag 1,4% hoger dan een jaar<br />
geleden, zo bleek uit voorlopige cijfers van het CBS.<br />
> Het betreft hier de inflatie volgens de Europese<br />
definitie (HICP), die in oktober uitkwam op -1%<br />
(deflatie). <strong>In</strong> oktober was ook het percentage<br />
volgens de Nederlandse definitie (CPI), de basis<br />
voor onder meer veel huurcontracten, voor het<br />
eerst in lange tijd negatief (-0,4%).<br />
> Dat er weer sprake is van jaar-op-jaar-inflatie<br />
komt niet als een verrassing. <strong>In</strong> de maanden<br />
september en oktober werd het cijfer sterk gedrukt<br />
door de vergelijking met de energieprijzen in<br />
> Schaarste aan energie zal niet snel weer ontstaan,<br />
omdat de gasvoorraden op peil zijn. Bovendien is<br />
het gasverbruik fors gedaald. <strong>In</strong> oktober lag dit 37%<br />
onder het gemiddelde. Gecorrigeerd voor de milde<br />
temperaturen blijft daar 24% van over. Huishoudens<br />
en bedrijven zijn minder gas gaan gebruiken<br />
door efficiëntere installaties of isolatie. Energieintensieve<br />
industrieën hebben de hogere prijzen<br />
ook ondervangen door halffabricaten in te voeren<br />
uit regio’s waar de energieprijzen lager liggen.<br />
> Door het eerder beschreven statistische<br />
‘basiseffect’ zal de inflatie naar verwachting eerst<br />
iets verder oplopen naar 3,5% (HICP), om in de loop<br />
van <strong>2024</strong> fors te dalen als ook de prijsstijging van<br />
onder meer voeding afvlakt. Voor heel <strong>2024</strong> wordt<br />
uitgegaan van een niveau van 2,5%. Voor 2023 zal<br />
de inflatie op 4,2% uitkomen.<br />
Verloop inflatie (CBS)<br />
16,0%<br />
14,0%<br />
12,0%<br />
10,0%<br />
8,0%<br />
6,0%<br />
4,0%<br />
2,0%<br />
0%<br />
-2,0%<br />
mrt. ’17 jan. ’18 nov. ’18 sep. ’19 jul. ’20 mei. ’21 mrt. ’22 jan. ’23 nov. ’23<br />
Bron: CBS – jaarmutatie CPI, gemeten over 12 maanden<br />
58<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Economie<br />
<strong>In</strong>ternationaal perspectief<br />
> Ondanks de snelste verkrapping van het<br />
monetaire beleid sinds de jaren tachtig, zal<br />
de economische groei van Amerika in <strong>2024</strong><br />
waarschijnlijk versnellen. Europa heeft zich<br />
grotendeels van het Russische gas ontdaan<br />
zonder economische catastrofe. <strong>De</strong> wereldwijde<br />
inflatie is gedaald zonder grote stijgingen van de<br />
werkloosheid, deels omdat de arbeidsmarkten<br />
tot nu toe voornamelijk zijn afgekoeld door het<br />
schrappen van vacatures en niet van banen zelf.<br />
> Toch blijft de wereldeconomie in <strong>2024</strong> fragiel.<br />
Hoewel de inflatie lager zal zijn, blijft het niveau<br />
van de inflatie hoog. <strong>De</strong> recente daling van<br />
de inflatie gaat in de goede richting, maar de<br />
verwachte daling op korte termijn beantwoordt<br />
nog niet aan de doelstellingen van de ECB (2%),<br />
tenzij een recessie toeslaat.<br />
> <strong>De</strong> arbeidsmarkten zijn nog steeds behoorlijk<br />
verhit en de nominale loongroei is hoog. Aan de<br />
andere kant zullen economieën te maken krijgen<br />
met de effecten van duurdere olie. Net nadat het<br />
leek alsof de aanbodschokken van het pandemische<br />
tijdperk en de Russische invasie van Oekraïne<br />
waren verdwenen en de toeleveringsketens<br />
en economieën meer in balans leken te zijn<br />
gekomen, is een vat olie sinds de zomer van<br />
2023 met ongeveer een derde in prijs gestegen.<br />
Productieverlagingen in Saoedi-Arabië en elders<br />
waren de voorbode daarvan.<br />
> Een verdere prijsdaling lijkt niet waarschijnlijk,<br />
kijkend naar de gevolgen van het conflict in de<br />
Gazastrook. Aan het einde van 2023 verlegden<br />
vele zeeschepen hun koers, in plaats van het<br />
Suezkanaal te nemen met de dreiging beschoten te<br />
worden door Houthi-strijders gefinancierd vanuit<br />
Teheran. <strong>De</strong> resulterende hogere kosten en langere<br />
aanvoerlijnen zouden voor een 'tweede golf' van<br />
inflatie kunnen zorgen in <strong>2024</strong>.<br />
> <strong>De</strong> grote centrale banken zullen de rente waarschijnlijk<br />
niet verder verhogen, maar in plaats daarvan<br />
een door de olieprijs aangedreven inflatieopleving als<br />
tijdelijk beschouwen. Anderzijds zullen zij ook niet<br />
happig zijn op het voorbarig verlagen van de rente.<br />
> <strong>De</strong> Amerikaanse economie lijkt redelijk bestand<br />
tegen het verkrappingsbeleid van de Federal<br />
Reserve, zelfs nu grote bedrijven die schulden<br />
herfinancieren en huishoudens die hun spaargeld uit<br />
het pandemie tijd perk hebben opgebruikt, de druk<br />
beginnen te voelen. Hoge rentetarieven kunnen de<br />
toch al wankele economie van de eurozone in een<br />
recessie doen belanden en angst voor inflatie zou<br />
de beleids makers ervan kunnen weerhouden de<br />
rente te verlagen.<br />
> Zelfs de robuustheid van de Amerikaanse economie<br />
komt met een grote kanttekening: die wordt<br />
ondersteund door buitengewone niveaus van overheidsleningen.<br />
Eind 2023 bedraagt het tekort van de<br />
federale overheid meer dan 7% van het bbp per jaar.<br />
> Economieën zonder vrijelijk lenende overheden<br />
zien er kwetsbaarder uit. Naast de waarschijnlijke<br />
recessie in Europa heeft de wereldeconomie<br />
ook te lijden onder de groeivertraging in China.<br />
Of China zich herstelt zal afhangen van de mate<br />
waarin de regering de stimuleringskranen blijft<br />
opendraaien. Maar de recente verslechtering van<br />
China's economische beleidsvorming - in alles, van<br />
het beëindigen van zero-covid tot het hardhandig<br />
optreden tegen technologie - suggereert dat het<br />
onverstandig zou zijn om een goed gekalibreerde<br />
stimulans te verwachten. China wordt ook<br />
geconfronteerd met fiscale beperkingen als gevolg<br />
van de schuldenlast van zijn overheden.<br />
> Al tijden strooien de geopolitieke spanningen<br />
tussen Amerika en China, en het wereldwijde tij van<br />
protectionisme, zand in de tandwielen van de<br />
wereld handel. Volgens Global Trade Alert is het<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 59
60<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
aantal protectionistische maatregelen gestegen van<br />
ongeveer 9000 tien jaar geleden tot ongeveer 35.000<br />
vandaag. Hoewel sommige economieën in Azië<br />
profiteren van de verplaatsing van productie in China<br />
naar productie in andere landen in Azië, drukken de<br />
verdubbeling van investeringen en het verlies van de<br />
voordelen van specialisatie op de potentiële groei<br />
van de wereldeconomie. Zelfs winnaars, zoals het<br />
snelgroeiende <strong>In</strong>dia, vertonen een zorgwekkende<br />
verschuiving naar de economie van het thuisland.<br />
> Arme landen die niet in staat zijn om te profiteren<br />
van de herverdeling van investeringen, lijden onder<br />
een hoge schuldenlast, lage groei en een sterke dollar.<br />
<strong>In</strong> <strong>2024</strong> zal het IMF blijven worstelen om uit te zoeken<br />
hoe schuldverlichting kan worden geboden aan landen<br />
die zwaar in de schulden zitten met schulden aan China<br />
en andere kredietverstrekkers die de traditionele<br />
principes voor schuldherstructurering niet onderschrijven.<br />
Als de Amerikaanse tekorten de economie<br />
blijven voortstuwen terwijl de wereldwijde groei<br />
tegenvalt, dan zal de dollar nog verder zal stijgen.<br />
> <strong>De</strong> mogelijkheid van de herverkiezing van de<br />
heer Trump in het Witte Huis brengt een extra<br />
dimensie voor al deze trends met zich mee. Een<br />
tweede termijn van Trump zal waarschijnlijk<br />
leiden tot nog diepere belastingverlagingen – en<br />
dus grotere tekorten – en een verdere escalatie<br />
van de handelsoorlog. Net als in 2016 zouden de<br />
aandelenmarkten kunnen stijgen als Trump wint,<br />
maar dat zou geen goednieuwsverhaal zijn.<br />
> Goldman Sachs verwacht dat de groei in Amerika<br />
met 2,1% robuust zal zijn, ongeveer het dubbele<br />
van het niveau dat economen van UBS voorzien.<br />
Sommige banken zien de inflatie in <strong>2024</strong> met de<br />
helft dalen. Anderen denken dat deze plakkerig<br />
zal blijven en slechts zal dalen tot ongeveer 3%,<br />
nog steeds ruim boven de doelstelling van de<br />
Federal Reserve. <strong>De</strong> verwachtingen voor wat de<br />
Fed uiteindelijk met de rentetarieven zal doen,<br />
variëren dan ook van vrijwel niets tot 2,75<br />
procentpunt aan renteverlagingen.<br />
> <strong>De</strong> verschillen tussen deze scenario's komen<br />
neer op meer dan alleen onenigheid over<br />
groeivooruitzichten. <strong>De</strong> Bank of America verwacht<br />
een stagflatie, waarbij slechts een bescheiden daling<br />
van de inflatie wordt gecombineerd met een vrij<br />
scherpe daling van de groei (en dus weinig beweging<br />
in de beleidsrente van de Fed). Morgan Stanley<br />
verwacht het tegenovergestelde: een versie van de<br />
‘onbevlekte desinflatie’-wereld waarin de inflatie<br />
weer op het streefcijfer kan uitkomen zonder dat<br />
de groei veel onder de trend zakt.<br />
> Dat elk van de uitkomsten die bankeconomen<br />
beschrijven bij uitstek plausibel aanvoelt, is een bewijs<br />
van de enorme mate van onzekerheid die er is. Bijna<br />
iedereen was op zijn beurt verrast door hoe hoog<br />
de inflatie was, de snelheid van de renteverhogingen<br />
die nodig waren om deze te onderdrukken en<br />
vervolgens de veerkracht van de economie. Het is<br />
alsof het herhaaldelijk op het verkeerde been zetten<br />
de economische waarzeggers meer vrijheid heeft<br />
gegeven: als niemand weet wat er gaat gebeuren, kun<br />
je net zo goed zeggen wat je echt denkt.<br />
Er is echter één<br />
overeenkomst in de<br />
verhalen die economen<br />
vertellen. Velen lijken<br />
te denken dat het<br />
ergste voorbij is.<br />
> Economen van <strong>De</strong>utsche Bank denken dat de economie<br />
teruggaat naar de jaren zeventig, met centrale<br />
bankiers die de inflatie aanpakken. Bij UBS verwacht<br />
men een ‘redux uit de jaren 90’ - een vertraging van<br />
de groei naarmate de rente stijgt, gevolgd door een<br />
hausse naarmate nieuwe technologie de productiviteitswinst<br />
stimuleert. Er is echter één overeenkomst<br />
in de verhalen die economen vertellen. Velen lijken te<br />
denken dat het ergste voorbij is.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 61
Veel economen denken dat de budgettaire<br />
voorzichtigheid van de Chinese overheid dit jaar<br />
heeft bijgedragen aan een tegenvallende groei en het<br />
gevaar van dalende prijzen. Gelukkig is de Chinese<br />
regering nu begonnen de portemonnee te trekken.<br />
Het land heeft de zeldzame stap gezet om zijn<br />
doelstelling voor het begrotingstekort te herzien van<br />
3% van het bbp naar 3,8%. Het heeft provincies in<br />
staat gesteld ‘herfinancieringsobligaties’ uit te geven,<br />
waardoor ze een deel van de duurdere schulden<br />
van aangesloten infrastructuurbedrijven kunnen<br />
terugbetalen, bekend als financierings vehikels van<br />
de lokale overheid. Financiële toezicht houders<br />
hebben er bij banken op aangedrongen om tegemoet<br />
te komen aan de ‘redelijke’ financieringsbehoeften<br />
van de minder gammele projectontwikkelaars,<br />
zonder particuliere projectontwikkelaars te<br />
discrimineren. Ambtenaren hebben het ook vaker<br />
over ‘drie grote projecten’: betaalbare huisvesting,<br />
vrijetijdsvoorzieningen die China ook kunnen helpen<br />
het hoofd te bieden aan rampen en noodsituaties, en<br />
inspanningen om ‘stedelijke dorpen’ of voormalige<br />
landelijke enclaves te renoveren.<br />
> Maar deze stappen alleen zijn niet voldoende.<br />
Houze Song van MacroPolo, een denktank, maakt<br />
zich zorgen dat de "stimulus niet groot genoeg is<br />
om de economie weer op gang te brengen". <strong>De</strong><br />
regering lijkt banger te zijn voor een buiten sporige<br />
reactie dan voor een ontoereikende. Velen in China<br />
beschouwen de staatsschuld als verdacht, ondanks<br />
de argumenten die ervoor pleiten.<br />
> Wat verklaart de budgettaire terughoudendheid<br />
van de overheid? Het kan ideologie zijn. Maar het<br />
kan ook recente geschiedenis zijn. Vijftien jaar<br />
geleden kondigde de Chinese regering een fiscale<br />
stimulans aan ter waarde van ongeveer 4 biljoen<br />
yuan (of $ 590 miljard) als reactie op de wereldwijde<br />
financiële crisis. Financiële toezichthouders<br />
gaven ook hun zegen aan lokale overheden om<br />
beperkingen op hun leningen te omzeilen door<br />
financieringsvehikels op te zetten die obligaties<br />
konden uitgeven en van banken konden lenen.<br />
> Lokale overheden reageerden en met de extra<br />
leningen steeg de aanvankelijke 4 biljoen yuan tot<br />
9,5 biljoen yuan (of 27% van het bbp van 2009),<br />
verspreid over 27 maanden.<br />
> <strong>De</strong> aaneenschakeling van maatregelen heeft<br />
de groei in China in eerste instantie met succes<br />
nieuw leven ingeblazen. Maar in de jaren daarna<br />
heeft stimulering in China een stigma gekregen.<br />
Chinese functionarissen hebben herhaaldelijk<br />
gewaarschuwd voor de gevaren van een soortgelijke<br />
‘overstromingsachtige’ reactie op economische<br />
vertragingen. <strong>De</strong> kredietverstrekking is beschuldigd<br />
van het bevoordelen van staatsbedrijven, het<br />
verdringen van investeringen in de industrie en het<br />
belemmeren van uitgaven voor industriële R&D.<br />
> Aangezien de stimuleringsmaatregelen<br />
neerkwamen op een ‘vloed’ van leningen en<br />
investeringen, zou het verrassend zijn als<br />
particuliere bedrijven geen krediet meer zouden<br />
hebben. Soepelere financiële beperkingen voor<br />
lokale overheden werpen niettemin een ‘lange<br />
schaduw’. Sommige van de schulden lijken nu<br />
onmogelijk terug te betalen voor lokale overheden,<br />
wat bijdraagt aan de somberheid die over de<br />
Chinese economie hangt.<br />
> Vijftien jaar later zijn de neveneffecten van<br />
China's kredietverlening in 2008 een argument voor<br />
betere stimulansen, niet voor nul stimulansen.<br />
> <strong>De</strong> afgelopen tien jaar waren gunstig voor het<br />
noorden van Europa. <strong>De</strong> Scandinavische landen,<br />
plus Duitsland, Polen en zelfs Groot-Brittannië,<br />
konden allemaal bogen op een behoorlijke groei<br />
en werkgelegenheid. Het zuiden daarentegen werd<br />
eerst getroffen door de eurocrisis in 2010-2012 en de<br />
daaropvolgende pijnlijke aanpassing, en vervolgens<br />
door de pandemie, die de toeristische economieën<br />
meer dan de meeste andere heeft getroffen.<br />
Nu Europa wordt geconfronteerd met nieuwe<br />
uitdagingen zoals klimaatverandering en geopolitieke<br />
onrust zijn er heel veel uitdagingen tegelijkertijd.<br />
62<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 63
Europa wil het eerste koolstofneutrale continent<br />
worden. Om dat te laten gebeuren, moet het<br />
zijn elektriciteitsvoorziening koolstofvrij maken<br />
en vervolgens de industrie, verwarming en het<br />
transport vernieuwen om op groene energie te<br />
draaien. Het is een hele opgave. Voor sommige<br />
landen kan deze groene transformatie de groei<br />
stimuleren aangezien investeringen de vraag doen<br />
toenemen en de transformatie landen weer nieuwe<br />
groeiperspectieven kan bieden. Plaatsen met veel<br />
potentieel voor hernieuwbare energie, zoals die langs<br />
de winderige kust van de Noordzee of in vrijwel heel<br />
zonnig Spanje, kunnen een groene groeiboost krijgen.<br />
> Maar legacy-industrieën zullen het moeilijk<br />
hebben. Bij de productie van cement en staal<br />
wordt bijvoorbeeld gebruikgemaakt van fossiele<br />
energie die moeilijk goedkoop te vervangen is door<br />
groene energie. Op de wereldmarkt waar dergelijke<br />
producten worden verhandeld, zullen andere<br />
producenten veel lagere energiekosten hebben dan<br />
Europese, omdat ze vandaag aardgas hebben of<br />
morgen zullen genieten van overvloedige groene<br />
stroom en waterstof. <strong>In</strong> de zware industrie is<br />
Duitsland de grootste energieverbruiker van Europa<br />
en verbruikt het ongeveer twee keer zoveel als de<br />
op een na grootste verbruikers Italië en Frankrijk.<br />
> Ook de auto-industrie krijgt te maken met<br />
nieuwe concurrentie, aangezien auto's met<br />
verbrandingsmotoren worden uitgefaseerd en<br />
elektrische voertuigen (EV's) de markt overnemen.<br />
Het onlangs aangekondigde onderzoek van de EU<br />
naar de subsidies van China aan zijn EV-industrie<br />
laat zien hoe nerveus Europa is over deze nieuwe<br />
concurrent. Landen met een grote auto-industrie<br />
- Tsjechië, Frankrijk, Duitsland, Slowakije en Spanje<br />
- zullen daar de dupe van worden.<br />
64<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Nu al hebben bedrijven in heel Europa moeite<br />
om voldoende werknemers te vinden, dus ook<br />
de demografie begint een factor van belang te<br />
worden. <strong>De</strong> vacaturegraad, de verhouding tussen<br />
het aantal vacatures en het totale aantal banen in de<br />
economie, bedroeg in het tweede kwartaal van 2023<br />
meer dan 4% in Oostenrijk, Duitsland en Nederland<br />
(het gemiddelde in de eurozone lag 10 jaar geleden<br />
net boven de 1%). Elk jaar gaan grote hoeveelheden<br />
mensen van de babyboomgeneratie met pensioen.<br />
<strong>De</strong> eurozone telt 23 miljoen mensen tussen de 60<br />
en 64 jaar, maar slechts 18 miljoen tussen de 15 en<br />
19 jaar. <strong>In</strong> de grote landen is de kloof het grootst in<br />
Duitsland, Italië en Polen. <strong>In</strong> Frankrijk en Scandinavië<br />
is er nauwelijks een kloof en in België en Nederland<br />
zijn de verschillen relatief klein.<br />
westen te vluchten, waardoor de Tsjechische,<br />
Duitse en Poolse economieën een nieuwe bron<br />
van arbeidskrachten kregen. <strong>In</strong> <strong>2024</strong> zal immigratie<br />
het politieke debat weer domineren, aangezien<br />
het tekort aan arbeidskrachten toeneemt, meer<br />
Oekraïners (onder druk) zullen besluiten naar huis<br />
terug te keren terwijl migranten van buiten Europa<br />
op de kusten zullen blijven aankomen.<br />
> <strong>De</strong> groeiende geopolitieke rivaliteit tussen<br />
Amerika en China - en bij uitbreiding democratieën<br />
en autocratieën - zal economische gevolgen<br />
hebben voor heel Europa. Landen met sterke<br />
handelsbanden met autocratieën kunnen hun<br />
toeleveringsketens verstoord zien worden of het<br />
slachtoffer worden van economische vergelding.<br />
> Niet alle Europese landen kunnen het tekort<br />
compenseren met toegenomen migratie. <strong>De</strong><br />
oorlog in Oekraïne dwong veel mensen naar het<br />
> <strong>De</strong> EU streeft naar convergentie, maar dat is in<br />
de praktijk niet zo gemakkelijk. Kleine landen als<br />
Hongarije ontpoppen zich als notoire dwarsliggers.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 65
66<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
<strong>De</strong> economische vooruitzichten<br />
voor Nederland<br />
Onderliggende veronderstellingen<br />
> <strong>De</strong> ECB verwacht in 2023 een mondiale bbp-groei<br />
(excl. eurogebied) van 3,3%. Mede door het verkrappende<br />
monetaire beleid van de meeste centrale<br />
banken en de wereldwijd krappe arbeidsmarkten<br />
is er internationaal weinig ruimte voor meer<br />
economische activiteit. Verwacht wordt dat de<br />
mondiale bbp-groei in de komende jaren stabiel blijft,<br />
met een raming van 3,1% in <strong>2024</strong> en 3,2% in 2025.<br />
> Ondanks de opgelopen spanningen in het<br />
Midden-Oosten en het voortduren van de oorlog<br />
in Oekraïne wordt verwacht dat de hoge prijzen en<br />
volatiliteit op de Europese energiemarkt achter ons<br />
liggen. Dit komt vooral doordat Europa voor zijn<br />
energievoorziening minder van Rusland afhankelijk<br />
is geworden. Voor <strong>2024</strong> wordt een gasprijs van<br />
€ 41,5 per MWh geraamd. <strong>De</strong> aanname voor de<br />
gasprijs is gebaseerd op marktverwachtingen, en<br />
is een van de belangrijkste onzekerheden voor de<br />
raming. <strong>De</strong> olieprijs raamt de ECB in <strong>2024</strong> op € 77,8<br />
per vat, en op basis van marktverwachtingen wordt<br />
een geleidelijke daling van de prijs geraamd tot<br />
€ 70,6 per vat in 2025.<br />
> Het monetaire beleid is erop gericht om de<br />
inflatie op middellange termijn terug te brengen<br />
naar 2%. <strong>De</strong> in de raming gebruikte korte en lange<br />
renteniveaus liggen in zowel <strong>2024</strong> als 2025 licht<br />
hoger dan in de vorige raming (juni 2023). Zoals<br />
gebruikelijk zijn ook deze aannames gebaseerd op<br />
marktverwachtingen.<br />
Economische activiteit<br />
> <strong>De</strong> economische activiteit stagneert in 2023,<br />
door de terugval van de wereldhandel, de scherp<br />
gestegen rente en de hoge inflatie. <strong>De</strong> jaar-opjaargroei<br />
van het bruto binnenlands product (bbp)<br />
valt in 2023 terug tot 0,1%, na de stevige groei van<br />
4,4% in 2022. Op kwartaalbasis kromp het bbp zelfs<br />
in de eerste drie kwartalen van 2023.<br />
> <strong>De</strong>ze technische recessie wordt voor een<br />
belangrijk deel verklaard door de Nederlandse<br />
uitvoer, die in 2023 krimpt (met 0,9%), net als de<br />
wereldhandelsgroei. <strong>De</strong> wereldhandel krijgt een tik<br />
van de mondiale economische groeivertraging, een<br />
gevolg van het in veel landen verkrapte monetaire<br />
beleid. <strong>In</strong> dit internationale klimaat staan ook de<br />
binnenlandse bestedingen onder druk. <strong>In</strong> de tweede<br />
helft van 2023 werd de investeringsgroei negatief.<br />
<strong>In</strong>vesteringen in vaste activa zijn gevoelig voor de<br />
gestegen rente, wat is terug te zien in de afnemende<br />
vraag naar bankkrediet. Bij huishoudens staan<br />
de bestedingen onder druk door de hoge inflatie,<br />
die de reële inkomens fors heeft aangetast. <strong>In</strong> de<br />
eerste twee kwartalen van 2023 kromp daardoor de<br />
particuliere consumptie. Ook op de woningmarkt<br />
laat de gestegen rente zijn sporen na en daalt de<br />
gemiddelde huizenprijs in 2023 met 3,3%.<br />
Bruto binnenlands product/raming DNB<br />
Volume, procentuele mutaties jaar op jaar en 2019 = 100<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
-2<br />
-4<br />
Groei<br />
Niveau, schaal rechts<br />
> <strong>In</strong> <strong>2024</strong> herstelt de economie en gaat de bbpgroei<br />
licht omhoog naar 0,3%. <strong>De</strong> bestedingen van<br />
de overheid leveren dan de grootste bijdrage aan<br />
de groei. Hogere uitgaven aan onder andere zorg<br />
en defensie, en meer investeringen, zoals in de<br />
infrastructuur, dragen hieraan bij. <strong>De</strong> consumptie<br />
van huishoudens neemt in <strong>2024</strong> met slechts 0,4%<br />
toe. Dit hangt samen met de reëel beschikbare<br />
4<br />
inkomens, waarvan de groei nauwelijks herstelt na<br />
de 3 terugval in 2023.<br />
Raming DNB<br />
10 12 14 16 18 20 22 24<br />
115<br />
110<br />
105<br />
100<br />
95<br />
90<br />
85<br />
Bronnen: CBS en DNB<br />
9<br />
8<br />
2<br />
1<br />
0<br />
7<br />
6<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 67<br />
5<br />
-1<br />
Raming DNB<br />
4
<strong>In</strong> <strong>2024</strong> ondersteunt de overheid de koopkracht<br />
met onder andere een verhoging van het<br />
minimumloon, regelingen voor gezinnen<br />
met kinderen en huurtoeslag. Daarnaast zien<br />
huishoudens de reële inkomens gemiddeld weer wat<br />
herstellen door de hogere nominale loongroei en<br />
de afnemende inflatie. <strong>De</strong> hoge loongroei in 2023 en<br />
<strong>2024</strong> is niet alleen een gevolg van de voorafgaande<br />
inflatieschok, maar hangt ook samen met de krappe<br />
arbeidsmarkt. <strong>De</strong> geraamde werkloosheid loopt<br />
slechts licht op, van 3,6% in 2023 naar 4,0% in <strong>2024</strong>.<br />
<strong>In</strong>flatie<br />
> <strong>De</strong> inflatie is overtuigend voorbij de piek en gaat<br />
in de raming geleidelijk verder omlaag richting de<br />
2%. Na 11,6% inflatie in 2022 komt de HICP-inflatie<br />
in 2023 naar verwachting aanzienlijk lager uit, op<br />
4,1%. Behalve door de afnemende economische<br />
activiteit, komt dit door de sterk gedaalde<br />
energieprijzen. <strong>In</strong> 2023 liggen de energieprijzen<br />
ruim 23% lager dan in 2022. <strong>De</strong> prijzen van<br />
voedingsmiddelen (inclusief alcohol en tabak)<br />
daarentegen liggen in 2023 ruim 11% hoger dan<br />
in 2022 en dragen in 2023 met ruim 2%-punt nog<br />
uitzonderlijk veel bij aan de totale inflatie. <strong>In</strong> <strong>2024</strong><br />
neemt de geraamde inflatie af tot 2,9%, bij vrijwel<br />
stabiele energieprijzen. Eind 2025 komt de inflatie<br />
iets onder de 2%, terwijl de inflatie over 2025<br />
gemiddeld uitkomt op 2,2%.<br />
> Ook onderliggend daalt de inflatie aanmerkelijk.<br />
<strong>De</strong> kerninflatie gaat van 6,4% in 2023 naar<br />
3,0% in <strong>2024</strong> en 2,7% in 2025. Dit inflatiecijfer<br />
geeft eveneens een beter beeld van de<br />
prijsontwikkelingen dan de HICP-inflatie, omdat<br />
de volatiele en methodegevoelige prijzen van<br />
energie (en voeding) er niet in meetellen. Binnen<br />
de kerninflatie is de prijsontwikkeling van de<br />
industriële goederen, zoals auto’s, meubels en<br />
kleding, vrijwel teruggekeerd naar het tempo<br />
van voor de pandemie. Er zijn nauwelijks nog<br />
aan de pandemie gerelateerde invloeden op de<br />
inflatie, zoals die van verstoorde aanvoerketens,<br />
extreme grondstofprijzen en sterke opleving van<br />
de vraag. Bij de prijsontwikkeling van diensten, die<br />
het grootste deel van de kerninflatie bepaalt en<br />
sterk afhangt van de loonkostenontwikkeling, is<br />
de inflatie echter nog hoog. Dat de HICP-inflatie<br />
(en kerninflatie) in de raming nog enige tijd boven<br />
de 2% ligt, hangt samen met de overspannen<br />
economie en de krapte op de arbeidsmarkt.<br />
Ondanks de gematigde bbp-groei blijft de<br />
economie de komende jaren boven het potentiële<br />
tempo draaien. Ook loopt de werkloosheid slechts<br />
langzaam op, terwijl de contractlonen in 2023,<br />
<strong>2024</strong> en 2025 sneller stijgen dan de inflatie. <strong>De</strong><br />
arbeidskosten per eenheid product nemen in deze<br />
jaren toe met 7,6%, 5,8% en 3,6%, wat stevig aan<br />
de inflatie bijdraagt.<br />
Ontwikkeling van de inflatie (HICP) en kerninflatie<br />
Procentuele mutaties jaar op jaar en bijdragen in procentpunten<br />
18<br />
15<br />
12<br />
9<br />
6<br />
3<br />
0<br />
-3<br />
Raming DNB<br />
-6<br />
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25<br />
<strong>In</strong>flatie<br />
Diensten<br />
Energie<br />
Overige goederen<br />
Kerninflatie<br />
<strong>In</strong>flatie (jaarraming)<br />
Kerninflatie (jaarraming)<br />
Toelichting: kerninflatie = inflatie (HICP)<br />
exclusief voeding en energie.<br />
Bronnen: CBS en DNB<br />
68<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
<strong>De</strong> doorwerking van het monetaire beleid, de<br />
loongroei en de geopolitieke situatie zijn risico’s<br />
voor de inflatieontwikkeling. Om de inflatie<br />
te verlagen heeft de ECB de rentes inmiddels<br />
sterk verhoogd, en de gevolgen hiervan voor<br />
de economie zijn duidelijk merkbaar. Een<br />
voorbeeld daarvan is de al enige tijd gestegen<br />
hypotheekrente. <strong>De</strong> kans bestaat dat de effecten<br />
van de renteverhogingen sterker zullen doorwerken<br />
dan verwacht. Daardoor kan de kerninflatie sneller<br />
gaan dalen dan nu geraamd. Een risico in opwaartse<br />
richting wordt gevormd door de loongroei. Als<br />
deze minder snel afneemt dan geraamd, bestaat<br />
8<br />
het risico dat de inflatie langer hoog blijft. Ook de<br />
6<br />
geopolitieke situatie vormt een opwaarts risico<br />
voor 4 inflatie. Bij een escalatie van geopolitieke<br />
spanningen kunnen de energieprijzen weer verder<br />
2<br />
stijgen. Dat zou ook tot een hoger dan geraamde<br />
0<br />
inflatie kunnen leiden.<br />
-2<br />
-4<br />
Ontwikkeling van de werkloosheid<br />
> <strong>In</strong> 2023 groeit het aantal werkzame personen<br />
Groei<br />
Niveau, schaal rechts<br />
naar verwachting nog met 1,4%, maar dit is<br />
deels gedreven door een sterke overloop uit<br />
2022. <strong>In</strong> <strong>2024</strong> (0,2%) en 2025 (0,2%) komt de<br />
werkgelegenheidsgroei bijna tot stilstand.<br />
Vraag en aanbod arbeidsmarkt<br />
Procentuele mutaties jaar op jaar en procenten<br />
beroepsbevolking<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0<br />
-1<br />
-2<br />
10 12 14 16 18 20 22 24<br />
Werkgelegenheid (personen)<br />
Arbeidsaanbod (personen)<br />
Werkloosheidspercentage, schaal rechts<br />
Raming DNB<br />
115<br />
110<br />
105<br />
100<br />
95<br />
90<br />
85<br />
Bronnen: CBS en DNB<br />
Raming DNB<br />
10 12 14 16 18 20 22 24<br />
Bronnen: CBS en DNB<br />
9<br />
8<br />
7<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
> <strong>De</strong>ze raming van de werkgelegenheidsgroei is<br />
minder gunstig dan een half jaar geleden, wat<br />
aansluit bij de verslechterde macro-economische<br />
vooruitzichten.<br />
> Volgens het CBS daalde het aantal gewerkte<br />
uren in het tweede en derde kwartaal van 2023<br />
ten opzichte van een kwartaal eerder. Daarmee<br />
reageerden de gewerkte uren sneller op de krimp<br />
van het bbp dan het aantal werkzame personen,<br />
dat nog steeds toeneemt. Dit kan duiden op het<br />
zogenoemde labour-hoarding-effect: in krappe<br />
arbeidsmarkten zijn ondernemers aanvankelijk<br />
terughoudend met het ontslaan van mensen,<br />
ondanks een minder uitbundige economische<br />
ontwikkeling, en kiezen zij ervoor om werknemers<br />
eerst minder uren te laten werken en minder<br />
zzp’ers en uitzendkrachten in te huren. Daarom<br />
is de verwachting dat de groei van het aantal<br />
gewerkte uren in 2023 1,1% lager zal zijn dan de<br />
werkgelegenheidsgroei in personen. <strong>In</strong> <strong>2024</strong> is<br />
de werkgelegenheidsgroei in personen en uren<br />
vergelijkbaar, maar in 2025 groeit het aantal<br />
gewerkte uren met 0,5%. Dat is hoger dan de groei<br />
van het aantal werkzame personen en sluit aan bij<br />
de verwachte versnelling van de bbp-groei in 2025.<br />
> <strong>De</strong> arbeidsmarkt blijft krap, bij een kleine<br />
toename van de werkloosheid. Doordat de vraag<br />
naar arbeid afvlakt, zal naar verwachting ook<br />
de groei van het arbeidsaanbod vertragen. <strong>In</strong><br />
2023 groeien het arbeidsaanbod (1,5%) en de<br />
werkgelegenheid (1,4%, in personen) min of meer<br />
in dezelfde mate, waardoor de werkloosheidsvoet<br />
in de raming uitkomt op 3,6%. Dat is slechts een<br />
fractie hoger dan in 2022 (3,5%). <strong>In</strong> <strong>2024</strong> (0,6%) en<br />
2025 (0,4%) neemt de groei van het arbeidsaanbod<br />
verder af, maar deze is in beide jaren wel hoger<br />
dan de werkgelegenheidsgroei. Hierdoor<br />
loopt de werkloosheid op tot 4,2% in 2025. <strong>De</strong><br />
werkloosheidsvoet blijft daarmee nog steeds flink<br />
onder het langjarige gemiddelde (2003-2022: 6,0%).<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 69
Werkloosheidspercentage, schaal rechts<br />
Bronnen: CBS en DNB<br />
> <strong>In</strong> 2023 tot en met 2025 stijgen de lonen sneller<br />
dan de inflatie (HICP). <strong>De</strong> loongroei gaat in de<br />
raming omhoog van gemiddeld 3,0% in 2022 naar<br />
5,9% in 2023 (contractloon bedrijven). Door de<br />
krappe arbeidsmarkt en de verwachte looneisen<br />
ter compensatie van het forse reële loonverlies<br />
in 2022 blijft de loongroei ook in <strong>2024</strong> en 2025<br />
historisch hoog. We gaan er hierbij van uit dat<br />
alleen in cao’s waarin nog geen sprake is geweest<br />
van compensatie van de hoge inflatie in 2022 hoge<br />
loonstijgingen worden afgesproken. <strong>In</strong> cao’s waar<br />
dit al wel is gebeurd, verwachten we een duidelijke<br />
daling van de loonstijging. Met een raming van 5,7%<br />
in <strong>2024</strong> en 3,7% in 2025 is de contractloongroei<br />
hoger dan het gemiddelde van 1,9% tussen 2010 en<br />
2019. Dit betekent overigens niet dat het reëleloonverlies<br />
van 2021 en 2022 voor iedereen wordt<br />
goedgemaakt. Over de hele periode 2021 tot 2025<br />
blijft de nominale contractloongroei bij bedrijven<br />
bijna een procent achter bij de HICP-inflatie.<br />
Ontwikkeling consumptie<br />
van huishoudens<br />
> Na een zeer sterke groei in 2022 kromp de<br />
particuliere consumptie in de eerste twee kwartalen<br />
van 2023. Terwijl de vraag naar diensten nog licht<br />
toenam, besteedden huishoudens minder aan<br />
goederen, zoals voeding en duurzame goederen.<br />
<strong>De</strong> consumptie staat sinds 2022 onder druk<br />
vanwege de hoge inflatie, die de groei van de reële<br />
inkomens remt. Het reëel beschikbare inkomen van<br />
huishoudens groeide in 2023 met slechts 0,3%.<br />
Reëel beschikbaar inkomen huishoudens<br />
Procentuele mutaties jaar op jaar en bijdragen in<br />
procentpunten<br />
15<br />
12<br />
9<br />
6<br />
3<br />
0<br />
-3<br />
-6<br />
-9<br />
-12<br />
-15<br />
Reëel beschikbaar inkomen<br />
Beloning per werknemer<br />
Werkgelegenheid (personen)<br />
<strong>In</strong>flatie<br />
> Dat de reële inkomensgroei in 2023 nog positief<br />
is, gegeven de hoge inflatie, komt vooral door de<br />
bijdrage van het overige inkomen, waaronder de<br />
sociale uitkeringen en inkomen uit vermogen. <strong>In</strong><br />
de loop van 2023 is onder consumenten een lichte<br />
verbetering opgetreden van het vertrouwen en<br />
de koopbereidheid, terwijl de huizenprijzen weer<br />
iets zijn opgeveerd. <strong>De</strong> raming voor de groei van<br />
de con sumptie over heel 2023 komt uit op een<br />
magere 0,2%.<br />
Loonbelasting per werknemer<br />
Premies per werknemer<br />
Overig (incl. zelfstandigen en sociale uitkeringen)<br />
Bronnen: CBS en DNB<br />
> <strong>De</strong> particuliere consumptiegroei herstelt<br />
geleidelijk, maar blijft in <strong>2024</strong> en 2025 nog laag.<br />
<strong>De</strong> geraamde consumptiegroei komt uit op 0,4%<br />
in <strong>2024</strong> en 0,9% in 2025, wat nog ruim onder het<br />
gemiddelde ligt van voor de pandemie (1,7% in<br />
2015-2019). <strong>In</strong> de raming zet de voorzichtige<br />
Raming DNB<br />
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25<br />
verbetering van het consumentenvertrouwen door.<br />
> Ook stijgen de woningprijzen weer sinds medio<br />
2023, wat in de raming een gunstig effect heeft op<br />
de bestedingen. Daar staat tegenover dat de groei<br />
van het reëel beschikbare inkomen nauwelijks<br />
verbetert, na de scherpe terugval in 2023. <strong>In</strong> <strong>2024</strong> en<br />
2025 volgt een geraamde inkomensgroei van slechts<br />
0,6% en 0,4%. <strong>De</strong> stevige groei van de brutolonen<br />
houdt weliswaar aan, maar de werkgelegenheid<br />
groeit nauwelijks en de werknemerslasten en de<br />
inflatie zetten een rem op de reële inkomensgroei.<br />
70<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Vergeleken met de periode voor de pandemie,<br />
zetten consumenten recent een groter deel van<br />
hun inkomen opzij in de vorm van besparingen.<br />
<strong>In</strong> de jaren 2014-2019 bedroegen de individuele<br />
besparingen gemiddeld 4,0% van het inkomen.<br />
Hierna volgde tijdelijk een piek van 12% in 2020-<br />
2021, door de ‘afgedwongen’ besparingen vanwege<br />
contactbeperkende maatregelen tijdens de<br />
pandemie. Daarna bleef de spaarquote in 2022 en<br />
2023 op een niveau van gemiddeld 7,6%. Vooralsnog<br />
is er geen signaal dat deze extra besparingen op korte<br />
termijn alsnog worden aangewend voor bestedingen.<br />
<strong>In</strong> de raming voor <strong>2024</strong>-2025 blijft de spaarquote dan<br />
ook vrijwel ongewijzigd op gemiddeld 7,7%.<br />
> Ook blijft de werkloosheid laag. Bovendien stijgen<br />
de inkomens, wat zich vertaalt in meer leencapaciteit<br />
en daarmee hogere huizenprijzen.<br />
Ontwikkeling in leencapaciteit,<br />
huizenprijzen en betaalbaarheid<br />
Procentuele mutaties jaar op jaar<br />
7<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0<br />
-1<br />
<strong>In</strong>dividuele en collectieve<br />
besparingen huishoudens<br />
Procenten beschikbaar inkomen<br />
(inclusief correctie pensioenvoorziening)<br />
20<br />
16<br />
12<br />
8<br />
4<br />
Raming DNB<br />
-2<br />
23k4 24k1 24k2 24k3 24k4 25k1 24k2 24k3 24k4<br />
Huizenprijzen<br />
Leencapaciteit<br />
Betaalbaarheid<br />
Bronnen: CBS en DNB<br />
> Voor starters verbetert de betaalbaarheid van<br />
woningen. <strong>De</strong> grafiek laat op basis van de raming<br />
de verwachte ontwikkeling van de leencapaciteit<br />
(maximale hypotheek) zien voor starters met een<br />
gemiddeld huishoudinkomen (bij de aankoop van<br />
een huis met energielabel C). <strong>De</strong> leencapaciteit<br />
wordt bepaald door de inkomensontwikkeling, de<br />
hypotheekrente en de leennormen van het Nibud.<br />
0<br />
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25<br />
Collectief <strong>In</strong>dividueel Totaal<br />
Bronnen: CBS en DNB<br />
Huizenprijzen<br />
> Een korte periode van dalende huizenprijzen lijkt<br />
voorbij. <strong>In</strong> mei 2023 lagen de huizenprijzen gemiddeld<br />
6,1% lager dan het eerdere hoogtepunt in juli 2022.<br />
<strong>De</strong>ze daling kwam vooral door de snel gestegen<br />
hypotheekrentes, waardoor huizenkopers minder<br />
kunnen lenen. <strong>De</strong>ze lagere leencapaciteit heeft zich<br />
vertaald in lagere prijzen. Vanaf juni 2023 stijgen de<br />
prijzen echter weer. Dit zet naar verwachting door in<br />
de komende jaren met 0,4% in <strong>2024</strong> en 2,0% in 2025<br />
(t.o.v. het voorafgaande jaar). <strong>De</strong> prijzen herstellen<br />
sneller dan werd verwacht in de vorige raming (juni<br />
2023). <strong>De</strong> belangrijkste redenen hiervoor zijn dat<br />
de markt onverminderd krap is gebleven en dat het<br />
sentiment sneller herstelt dan verwacht.<br />
> <strong>In</strong> het begin van <strong>2024</strong> daalt het hypotheekbedrag<br />
naar verwachting licht door de hogere<br />
hypotheekrente en inflatie, maar daarna stijgt het<br />
flink, vanwege de geraamde inkomensstijging.<br />
<strong>In</strong> <strong>2024</strong> en 2025 stijgt de leencapaciteit met<br />
respectievelijk 2,4% en 6,1%. Door de Nibudnormen<br />
voor <strong>2024</strong> stijgt de hypotheekruimte sterker voor<br />
huizen met energielabel A of B, en minder sterk<br />
voor huizen onder energielabel E. Doordat de<br />
leencapaciteit sneller stijgt dan de huizenprijzen,<br />
verbetert op korte termijn de betaalbaarheid van<br />
woningen voor starters (hier gedefinieerd als het<br />
verschil in de ontwikkeling van leencapaciteit en<br />
huizenprijzen). Echter, eerder onderzoek laat zien<br />
dat een grotere maximale hypotheek zich op lange<br />
termijn een-op-een in hogere huizenprijzen vertaalt.<br />
<strong>De</strong> betaalbaarheid gaat hierdoor weer achteruit.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 71
Lagere huizenprijzen en minder verstrekte<br />
nieuw bouwvergunningen leiden tot lagere<br />
woninginvesteringen. <strong>In</strong> <strong>2024</strong> dalen de<br />
woninginvesteringen naar verwachting met 2,1%<br />
en in 2025 wordt weer een licht positieve groei<br />
van 0,8% geraamd. <strong>De</strong> daling in <strong>2024</strong> komt door de<br />
opgelopen rente, het dalende aantal nieuwbouwvergunningen<br />
en de gedaalde huizenprijzen. Ten<br />
opzichte van de vorige raming is de daling van<br />
investeringen in de huidige raming voor <strong>2024</strong> iets<br />
kleiner. Dit komt voornamelijk door de opwaartse<br />
bijstelling van de huizenprijsraming.<br />
Overheidsfinanciën<br />
> Het begrotingstekort komt in 2023 uit op 0,9% bbp.<br />
Ten opzichte van 2022 verslechtert het begrotingssaldo<br />
door een stijging van de overheids uitgaven,<br />
onder andere door de tijdelijke koopkracht- en<br />
energiemaatregelen (waaronder het prijsplafond),<br />
en extra uitgaven aan asiel en steunpakketten voor<br />
Oekraïne. Daarnaast nemen de uitgaven geleidelijk<br />
toe door de investeringen uit het regeerakkoord,<br />
zoals die voor infrastructuur, defensie en klimaat.<br />
Door de krappe arbeidsmarkt en andere uitvoeringsproblemen<br />
lukt het de overheid niet om alle<br />
geplande uitgaven ook daadwerkelijk te kunnen<br />
doen, hetgeen een gunstige invloed heeft op het<br />
begrotingstekort in 2023. Ten opzichte van 2022<br />
nemen de overheidsontvangsten toe door hogere<br />
ontvangsten bij de vennootschaps- en inkomstenbelasting.<br />
Daartegenover staan lagere gasbaten en<br />
het wegvallen van de tijdelijke solidariteitsheffing<br />
voor overwinsten in de fossiele sector.<br />
Kerngegevens overheidsfinanciën<br />
Procenten bbp<br />
2022 2023 <strong>2024</strong> 2025<br />
Collectieve uitgaven 43,5 44,3 45,2 45,9<br />
Collectieve lasten 38,5 38,9 38,6 39,2<br />
Overige inkomsten 4,9 4,6 4,0 3,7<br />
Primair saldo 0,4 -0,2 -1,9 -2,0<br />
EMU-saldo -0,1 -0,9 -2,6 -2,9<br />
EMU-schuld (o.b.v. ultimostand) 50,1 46,8 46,2 47,5<br />
Bronnen: CBS en DNB<br />
> Het begrotingstekort loopt in <strong>2024</strong> en 2025<br />
verder op tot dicht onder 3% bbp (EMU-saldo).<br />
<strong>In</strong> <strong>2024</strong> eindigen de maatregelen ter compensatie<br />
van de gestegen energiekosten, waaronder het<br />
prijsplafond. Tegelijkertijd stijgen de uitgaven door<br />
de investeringen uit het regeerakkoord (waaronder<br />
die voor defensie) en door uitgaven die zijn<br />
doorgeschoven naar latere jaren. Daarnaast lopen<br />
de rentelasten op de uitstaande schuld geleidelijk op,<br />
door de snel gestegen rentetarieven (nu bijna 3%)<br />
en de aanhoudende begrotingstekorten. Hierdoor<br />
zullen de rente-uitgaven tussen 2022 en 2025 naar<br />
verwachting verdubbelen van circa € 5 miljard naar<br />
meer dan € 10 miljard. Omdat de gemiddelde looptijd<br />
van Nederlands schuldpapier bijna 9 jaar is, zullen de<br />
rente-uitgaven ook na 2025 nog blijven oplopen.<br />
72<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Kerngegevens Nederlandse economie<br />
Procentuele mutaties, tenzij anders vermeld<br />
2022 2023 <strong>2024</strong> 2025<br />
Volume bestedingen en productie<br />
Bruto binnenlands product 4,4 0,1 0,3 1,0<br />
Particuliere consumptie 6,5 0,2 0,4 0,9<br />
Overheidsbestedingen 0,8 2,5 3,1 2,4<br />
Bedrijfsinvesteringen 4,0 4,5 -1,1 1,6<br />
Woninginvesteringen 1,0 -0,8 -2,1 0,8<br />
Uitvoer goederen en diensten 4,6 -0,9 0,0 2,3<br />
binnenlands geproduceerd 4,9 -1,4 0,1 2,1<br />
wederuitvoer 4,3 -0,3 -0,1 2,6<br />
<strong>In</strong>voer goederen en diensten 4,0 -0,4 0,7 3,2<br />
binnenlands verbruik 3,9 -0,5 1,3 3,5<br />
Lonen en prijzen<br />
Contractloon bedrijven 3,0 5,9 5,7 3,7<br />
Loonvoet bedrijven 4,0 5,9 5,7 4,1<br />
Arbeidskosten per eenheid product bedrijven 2,6 7,7 5,6 3,2<br />
Prijs binnenlands geproduceerde uitvoer 16,2 3,6 1,1 1,7<br />
Geharmoniseerde consumentenprijsindex 11,6 4,1 2,9 2,2<br />
Kerninflatie (HICP excl. energie en voeding) 4,8 6,4 3,0 2,7<br />
Prijsindex bestaande koopwoningen 13,6 -3,3 0,4 2,0<br />
Arbeidsmarkt<br />
Werkgelegenheid (personen, groei) 3,9 1,4 0,2 0,2<br />
Arbeidsaanbod (personen, groei) 3,2 1,5 0,6 0,4<br />
Werkloosheid (personen, x 1000) 349 365 415 443<br />
Werkloosheid (% beroepsbevolking) 3,5 3,6 4,0 4,2<br />
Collectieve sector en financieel<br />
EMU-saldo (% bbp) -0,1 -0,9 -2,6 -2,9<br />
EMU-schuld (% bbp, o.b.v. ultimostand) 50,1 46,8 46,2 47,5<br />
Lopende rekening (% bbp) 9,3 11,1 10,6 10,0<br />
Woninghypotheken (o.b.v. ultimostand) 3,5 1,0 0,9 1,7<br />
Bancair krediet bedrijven (o.b.v. ultimostand) 5,3 -1,0 -0,1 1,2<br />
<strong>In</strong>ternationale uitgangspunten<br />
Volume relevante wereldhandel 7,8 -0,3 2,1 2,9<br />
Volume bbp: VS 1,9 2,4 1,7 1,5<br />
Eurogebied 3,4 0,6 0,8 1,5<br />
Opkomende economieën 3,7 4,0 3,8 4,0<br />
Korte rente eurogebied (%) 0,3 3,4 3,6 2,8<br />
Lange rente Nederland (%) 1,4 2,8 2,9 3,0<br />
Eurokoers (USD) 1,05 1,08 1,08 1,08<br />
Concurrentenprijs 16,9 -2,5 1,7 2,6<br />
Olieprijs (UK Brent in USD per vat) 99,1 83,4 80,1 76,5<br />
Grondstoffenprijzen exclusief energie (USD) 6,6 -13,2 -2,3 2,4<br />
Bronnen: CBS, DNB, ECB<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 73
<strong>De</strong> woningmarkt en de bouwsector<br />
<strong>De</strong> woningmarkt in Nederland<br />
Woningvoorraad (peildatum 1 januari 2022)<br />
§<br />
Bron: www.datawonen.nl<br />
74<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 75
Totale woningvoorraad Koopwoningen Huurwoningen Eigendom woningcorporatie Eigendom overige verhuurders<br />
Totaal<br />
Niet-<br />
Bewoonde bewoonde<br />
woningen woningen<br />
Totaal<br />
Niet-<br />
Bewoonde bewoonde<br />
woningen woningen<br />
Totaal<br />
Niet-<br />
Bewoonde bewoonde<br />
woningen woningen<br />
Totaal<br />
Niet-<br />
Bewoonde bewoonde<br />
woningen woningen<br />
Totaal<br />
Niet-<br />
Bewoonde bewoonde<br />
woningen woningen<br />
2021 7 966 331 7 615 576 350 755 4 549 480 4 416 428 133 052 3 401 779 3 189 735 212 044 2 295 522 2 218 417 77 105 1 106 257 971 318 134 939<br />
2022 8 045 580 7 704 623 340 957 4 597 518 4 467 789 129 729 3 434 455 3 228 496 205 959 2 305 772 2 229 458 76 314 1 128 683 999 038 129 645<br />
2023 8 125 229 7 777 143 348 086 4 634 411 4 497 516 136 895 3 479 588 3 273 205 206 383 2 312 981 2 237 360 75 621 1 166 607 1 035 845 130 762<br />
76<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Bevolking<br />
Flashback<br />
> Volgens Auke van der Woud woonde in 1900 het<br />
grootste deel van de Nederlandse bevolking,<br />
3 van de 5 miljoen Nederlanders, in krotten gelegen<br />
in achterbuurten en sloppen. Ruim 300.000 van<br />
de bijna 900.000 woningen die Nederland toen<br />
telde, hadden slechts 1 vertrek. Nog eens 300.000<br />
woningen hadden 2 kamers, waarvan de tweede<br />
vaak slechts een donkere berging of een vochtig<br />
keukentje was. <strong>De</strong> piepkleine woningen bevonden<br />
zich bovendien veelal in armzalige bouwsels<br />
die in de tweede helft van de 19e eeuw waren<br />
neergezet in de tuinen achter de huizen aan de<br />
grachten en de straten van de arbeidersbuurten<br />
van de Nederlandse steden. <strong>De</strong>ze ‘achterbuurten’,<br />
bereikbaar via nauwe gangen tussen de huizen,<br />
waren de 'verborgen steden van de armen'. <strong>In</strong> deze<br />
'urbane onderwerelden' kwam het rijkste deel van<br />
de Nederlandse bevolking bijna nooit.<br />
Samenstelling bevolking<br />
naar type huishouden<br />
Verhuisbewegingen<br />
> <strong>In</strong> 2022 zijn 1,71 miljoen mensen verhuisd, van<br />
wie het merendeel (0,92 miljoen) naar een andere<br />
woning binnen de gemeente waar ze al woonden.<br />
<strong>In</strong> dat jaar kreeg in totaal 9,6% van de bevolking<br />
een nieuw adres. <strong>In</strong> 2010 was dat 8,8%.<br />
Aantal verhuisde personen 2010-2022<br />
x mln<br />
2<br />
2019 2020 2021 2022*<br />
Totaal huishoudens 17.399.485 17.473.675 17.587.270 17.801.500<br />
Eenpersoonshuishouden 3.074.690 3.092.265 3.166.075 3.258.930<br />
Eenouderhuishouden 1.501.985 1.514.630 1.521.390 1.557.145<br />
Paar zonder<br />
thuiswonende kinderen<br />
4.573.235 4.631.510 4.670.070 4.685.345<br />
Paar met kind(eren) 7.882.130 7.864.565 7.851.865 7.907.055<br />
Overig of institutioneel<br />
huishouden<br />
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek<br />
367.445 370.705 377.870 393.025<br />
* Voorlopige cijfers<br />
> Het leven van de ongeveer drie miljoen mensen in<br />
die onderwerelden was kort, smerig en armoedig.<br />
<strong>In</strong> 1912 beschrijft schrijver Israël Querido de<br />
beruchte achterbuurt aan de Wijde Gang tussen<br />
de Willemstraat en de Palmgracht in de Jordaan<br />
in Amsterdam als een plek met melaatse huizen<br />
vol neergeworpen vuil der slopbewoners. Kapotte<br />
ruiten zijn vervangen door smerige planken, slordig<br />
in de sponningen getimmerd. Er klonk op ieder uur<br />
van de dag en de avond hees gereutel van afgematte<br />
dronkaards en gehuil, gejammer en geschreeuw van<br />
geranselde, verwaarloosde of spelende kinderen.<br />
> Van de achterbuurten in de Jordaan is nog maar<br />
heel weinig zichtbaar. <strong>In</strong> de Willemstraat staat<br />
nu geen huis meer van vóór 1850. Vrijwel alle<br />
voormalige gangen in de Jordaan zijn nu afgesloten<br />
door deuren en hekken, en alleen toegankelijk<br />
voor bewoners van de nu dure woningen in de<br />
voormalige onderwereld.<br />
1,5<br />
1<br />
0,5<br />
0<br />
2010<br />
Bron: CBS<br />
Binnen gemeente<br />
Naar andere gemeente<br />
2015 2020<br />
> % van <strong>In</strong> de bevolking oktober 2023 zijn 146 duizend mensen<br />
40<br />
verhuisd. Dat waren er meer dan in dezelfde maand<br />
30<br />
een jaar eerder. <strong>In</strong> de zomermaanden verhuizen<br />
20<br />
meestal wat meer mensen. Verder is er geen sterk<br />
10<br />
seizoenpatroon in de verhuizingen te zien.<br />
0<br />
x 1.000<br />
600<br />
400<br />
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 105<br />
jaar<br />
2022 2012<br />
200<br />
0<br />
-200<br />
-400<br />
2002 2006 2010 2014 2018 2022<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 77<br />
Immigratie<br />
Emigratie<br />
2012
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 105<br />
jaar<br />
2022 2012<br />
x mln<br />
> 2 Twintigers en dertigers verhuizen het meest. Ze<br />
gaan uit huis, verhuizen voor opleiding of werk,<br />
1,5<br />
gaan samenwonen of naar een grotere woning.<br />
1<br />
Hun jonge kinderen verhuizen mee. <strong>In</strong> de hoogste<br />
0,5<br />
leeftijdsgroepen verhuizen mensen vaker naar<br />
0<br />
een kleinere woning of naar een verzorgings- of<br />
2010<br />
2015 2020<br />
verpleeghuis. <strong>In</strong> 2022 zat de piek bij 25-jarigen, van<br />
Binnen gemeente Naar andere gemeente<br />
wie 27,9% dat jaar van adres veranderde.<br />
Migratie<br />
x 1.000<br />
600<br />
400<br />
200<br />
0<br />
-200<br />
-400<br />
2002 2006 2010 2014 2018 2022<br />
Verhuisde personen naar leeftijd<br />
Immigratie<br />
Emigratie<br />
2012<br />
% van de bevolking<br />
40<br />
Bron: CBS<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 105<br />
jaar<br />
Bron: CBS<br />
x 1.000<br />
2022 2012<br />
600<br />
> Mensen verhuizen volgens het CBS gemiddeld<br />
400<br />
7 keer in hun leven. Dat komt neer op ongeveer<br />
200<br />
1 x per 10 jaar. Maar in de praktijk blijkt dat niet zo<br />
0<br />
te zijn. Jongvolwassenen verhuizen het vaakst. Zij<br />
-200<br />
gaan bijvoorbeeld studeren of werken en gaan dan<br />
-400<br />
het huis uit. Ze beginnen met een huurwoning of<br />
2002 2006 2010 2014 2018 2022<br />
-appartement en gaan pas later een koopwoning<br />
zoeken. Immigratie Vervolgens Emigratie verhuizen 2012 zij meestal nog<br />
eens van de starterswoning naar een wat grotere<br />
woning.<br />
Migratie<br />
Totale woningvoorraad<br />
> <strong>In</strong> 2022 Bouwjaar voor immigreerden 1945<br />
403.108 personen naar<br />
Nederland. Dat waren er 150.580 meer dan in<br />
1945 tot 1965<br />
2021. Daarnaast emigreerden 179.310 personen<br />
1965 tot 1985<br />
uit Nederland, 33.980 meer dan een jaar eerder. <strong>In</strong><br />
1985 tot 2005<br />
totaal migreerden er in 2022 meer personen naar<br />
2005 en later<br />
Nederland dan dat er vertrokken. Het migratiesaldo<br />
(de immigratie minus de emigratie) bedroeg<br />
0 20 40 60 80 100<br />
Rijtjeswoning<br />
Vrijstaande woning<br />
Meergezinswoning<br />
223.798 personen. Van 2003 tot en met 2007<br />
was het migratiesaldo negatief: er waren minder<br />
immigranten dan emigranten.<br />
Totale woningvoorraad<br />
Twee-onder-een-kapwoning<br />
> Van alle EU-/EFTA-burgers die in 2016 naar<br />
Totale woningvoorraad<br />
Nederland migreerden en na 1 jaar nog steeds in<br />
Bouwjaar voor 1945<br />
Nederland woonden, was 51,0% werknemer of<br />
1945 tot 1965<br />
zelfstandige. Na 5 jaar was 67,0% van de migranten<br />
uit de EU/EFTA 1965 tot 1985 die toen nog steeds in Nederland<br />
woonden werknemer of zelfstandige, 14,3% was<br />
1985 tot 2005<br />
schoolkind of student en 6,6% had een uitkering<br />
2005 en later<br />
en/of pensioen.<br />
> Onder burgers van buiten de EU/EFTA ligt het<br />
aandeel dat werkt lager dan onder immigranten uit<br />
Totale woningvoorraad<br />
de EU/EFTA. Van alle immigranten van buiten de<br />
EU/EFTA Bouwjaar voor die 1945 in 2017 naar Nederland migreerden<br />
en na 11945 jaar tot 1965nog steeds in Nederland woonden,<br />
was 17,3% werknemer of zelfstandige. Na 5 jaar<br />
bedroeg dit 35,2% van alle immigranten van buiten<br />
de EU/EFTA die nog in Nederland woonden.<br />
2005 later<br />
Immigranten van buiten de EU/EFTA zijn gemiddeld<br />
vaker schoolkind Rijtjeswoning of student Twee-onder-een-kapwoning<br />
en vaker uitkerings-<br />
en pensioenontvanger dan immigranten uit de<br />
EU/EFTA. Na 5 jaar was 29,2% van de migranten<br />
van buiten de EU/EFTA die toen nog steeds in<br />
15.000<br />
Nederland woonden schoolkind of student, 24,9%<br />
12.500<br />
1965 tot 1985<br />
1985 tot 2005<br />
had een uitkering.<br />
0 20 40 60 80 100<br />
Rijtjeswoning<br />
Twee-onder-een-kapwoning<br />
Vrijstaande woning<br />
Meergezinswoning<br />
0 500 1.000 1.500 2.000 2.500<br />
Vrijstaande woning<br />
Meergezinswoning<br />
10.000<br />
7.500<br />
5.000<br />
2.500<br />
0<br />
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022<br />
x 1.000<br />
Bouwjaar voor 1945<br />
1945 tot 1965<br />
1965 tot 1985<br />
78<br />
1985 tot 2005<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |<br />
2005 en later<br />
0 500 1.000 1.500 2.000 2.500<br />
16,5%<br />
5,5%<br />
Rijtjeswoning<br />
Vrijstaande woning<br />
Twee-onder-een-kapwoning<br />
Meergezinswoning<br />
x 1.000
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 79
Prognoses woningbehoefte<br />
(Bron: Primos-prognose 2023)<br />
> <strong>In</strong> 2022 kende Nederland een exceptionele<br />
bevolkingsgroei. Mede daarom heeft het CBS zijn<br />
nationale bevolkingsprognose bijgesteld. Voor 2031<br />
komt die prognose nu 110.000 inwoners hoger uit<br />
dan in de vorige CBS-raming. Dit is grotendeels<br />
het gevolg van de niet voorziene instroom<br />
van Oekraïense vluchtelingen. <strong>De</strong> verwachte<br />
bevolkingsgroei in de periode 2023 t/m 2030<br />
bedraagt 861.000 personen (+4,8%).<br />
> Het aantal huishoudens neemt volgens de<br />
Primos- prognose 2023 in de periode 2023 t/m 2030<br />
toe met 601.000 (+7,3%). Naast de hogere verwachte<br />
bevolkingsomvang in 2031 en een snellere daling van<br />
de gemiddelde huishoudens grootte zorgt het beleid<br />
inzake de maximering van de verpleeghuiscapaciteit<br />
voor een grotere huishoudensgroei. <strong>In</strong> het nieuwe<br />
WOZO-programma van het ministerie van VWS<br />
mag het aantal institutionele plaatsen voor<br />
65-plussers niet verder oplopen dan tot 135.000<br />
plaatsen. Dat betekent dat in de toekomst minder<br />
mensen in een ‘instelling’ zullen gaan wonen en<br />
de zogeheten institutionele bevolking minder snel<br />
toeneemt. Het aantal huishoudens neemt daardoor<br />
extra toe. Voor de periode tot 2031 betekent dit<br />
naar schatting 27.000 extra huishoudens die een<br />
woning nodig hebben.<br />
> Het statistisch woningtekort is toegenomen tot<br />
390.000 woningen (4,8% van de voorraad). Het<br />
statistisch woningtekort is daarmee in 1 jaar tijd<br />
met 75.000 woningen toegenomen. Naast de sterke<br />
bevolkingsgroei speelt een betere meting van de<br />
beschikbare langdurige leegstand van woningen<br />
een rol. Het aantal beschikbare woningen wordt<br />
als gevolg van dat laatste circa 40.000 woningen<br />
lager ingeschat. Bij een tekortpercentage van<br />
2% is er sprake van een normale spanning op<br />
de woningmarkt. Om dat te bereiken zouden<br />
(per direct) 223.000 woningen aan de voorraad<br />
toegevoegd moeten worden.<br />
> Behalve om het tekort in te lopen zal tussen<br />
2023 en 2031 de woningvoorraad ook uitgebreid<br />
moeten worden om de verwachte toename<br />
van het aantal huishoudens op te vangen.<br />
<strong>In</strong> 2022 bedroeg de nieuwbouw volgens de<br />
hier gebruikte definitie 90.200 woningen. <strong>De</strong><br />
woningbouwverwachtingen voor de eerstkomende<br />
jaren zijn echter niet positief. Op basis van<br />
het aantal woningen in aanbouw en het aantal<br />
verleende bouwvergunningen wordt geschat dat<br />
de nieuwbouw op papier in 2023 nog toeneemt<br />
tot 95.000 woningen om daarna te dalen tot<br />
78.000 woningen in 2025. Verwacht wordt dat er<br />
vervolgens een inhaalslag in de woningproductie<br />
plaatsvindt. Voor de periode 2023 t/m 2030 wordt<br />
een realisatie van 744.000 nieuwe woningen<br />
verwacht. Het statistisch woningtekort loopt de<br />
eerste jaren naar verwachting niet of nauwelijks<br />
terug en wordt voor 2027 op 4,7% geraamd. <strong>In</strong><br />
2031 zal volgens de verwachtingen het tekort licht<br />
gedaald zijn tot 3,8%.<br />
> <strong>In</strong> het Programma Woningbouw heeft het<br />
ministerie van BZK op basis van onder andere de<br />
Primos-prognose 2021 de ambitie opgenomen<br />
om in de periode 2022 t/m 2030 in totaal 900.000<br />
nieuwbouwwoningen te realiseren. Op basis van<br />
de Primos-prognose 2023 is een groter aantal<br />
woningen nodig om in 2031 op een tekort van<br />
2% uit te komen. Uitgaande van het inlopen van<br />
het actuele woningtekort tot 2%, de toename<br />
van de woningbehoefte in de jaren 2023 t/m<br />
2030 (569.800), alsmede de reeds gerealiseerde<br />
nieuwbouw in het jaar 2022 (92.200) wordt de<br />
benodigde productie voor de programmaperiode<br />
2022 t/m 2030 geraamd op 981.000<br />
nieuwbouwwoningen.<br />
> Een ander punt is de verandering van de samenstelling<br />
van de bevolking. Om de ontwikkelingen in<br />
beeld te brengen kijken we 15 jaar vooruit.<br />
80<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
x mln<br />
2<br />
1,5<br />
1<br />
0,5<br />
0<br />
2010<br />
2015 2020<br />
> Het aantal huishoudens neemt in die periode met<br />
916.000 toe, van 8,3 miljoen naar 9,2 miljoen. Dat<br />
komt neer op een groei met 11,1%. <strong>De</strong> toename<br />
bestaat voor 18% uit alleenstaanden (601.000),<br />
voor 10% uit gezinnen (89.000), voor 8% uit<br />
eenoudergezinnen (76.000) en voor 16% uit paren<br />
zonder kinderen (149.000). Als gevolg van de<br />
vergrijzing zal in het bijzonder het aantal oudere<br />
alleenstaanden en oudere paren zonder kinderen<br />
sterk toenemen. <strong>In</strong> totaal neemt het aantal<br />
65-plushuishoudens toe met 877.000 (+36%). Het<br />
aantal huishoudens jonger dan 30 jaar zal afnemen<br />
(50.000, -5%), terwijl het aantal huishoudens van<br />
tussen de 30 en 65 jaar nog beperkt toeneemt met<br />
89.000 (+2%).<br />
> Het aandeel van de Randstad in de totale<br />
bevolking van Nederland neemt nog steeds toe en<br />
bedraagt momenteel 42,5%. Volgens de Primosprognose<br />
zal in 2038 het aandeel van de Randstad<br />
in de totale Nederlandse bevolking verder zijn<br />
toegenomen tot 44,0%. <strong>De</strong> Randstad trekt veel<br />
buitenlandse migranten en kent daarnaast als<br />
gevolg van de relatief jonge bevolking een hogere<br />
natuurlijke aanwas dan de andere landsdelen. <strong>De</strong><br />
Randstad kent sinds 2018 een oplopend negatief<br />
binnenlands migratiesaldo. Er verhuisden meer<br />
mensen vanuit de Randstad naar andere regio’s in<br />
Nederland dan andersom. <strong>In</strong> 2021 ging het per saldo<br />
om 14.000 personen. <strong>In</strong> 2022 heeft er een omslag<br />
plaatsgevonden, het negatieve saldo is gehalveerd<br />
tot 7000 personen.<br />
> <strong>De</strong>mografische prognoses kennen grote<br />
onzekerheden. Met name het buitenlands<br />
migratiesaldo fluctueert sterk. Omdat de<br />
Nederlandse bevolkingsgroei steeds meer via<br />
immigratie tot stand komt, neemt de onzekerheid<br />
omtrent de bevolkingsontwikkeling toe. <strong>De</strong><br />
Primos-prognose dient te worden gezien als een<br />
puntschatting binnen een bandbreedte. Omdat<br />
demografische processen door vele factoren<br />
worden beïnvloed is het niet mogelijk om eenduidig<br />
vast te stellen hoe groot die bandbreedte is.<br />
> Om Binnen een gemeente beeld Naar te andere schetsen gemeente van een mogelijke<br />
bandbreedte zijn naast de standaardprognose<br />
twee varianten, Primos Hoog en Primos Laag,<br />
doorgerekend. <strong>In</strong> de Trendprognose neemt het<br />
% van de bevolking<br />
40<br />
aantal huishoudens toe tot 8.871.000 in 2031.<br />
30<br />
<strong>In</strong> de lage variant zijn er tegen die tijd 8.744.000<br />
20<br />
huishoudens, ofwel 127.000 minder dan in de<br />
10<br />
Trendprognose. <strong>In</strong> de hoge variant zijn er dan juist<br />
140.000 0 huishoudens meer dan in de Trendprognose.<br />
Woningmarkt<br />
2022 2012<br />
in Nederland<br />
x 1.000<br />
Woningvoorraad<br />
600<br />
> Van de bijna 8 miljoen woningen in Nederland op<br />
400<br />
1 januari 2021 was 42% een rijtjeshuis, dat wil zeggen<br />
200<br />
deel van een blok van ten minste 3 huizen. 36% van<br />
0<br />
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 105<br />
jaar<br />
alle woningen was een meergezinswoning, zoals<br />
-200<br />
een appartement of een boven- of benedenwoning.<br />
-400<br />
2002 2006 2010 2014 2018 2022<br />
13% van de woningen was vrijstaand en 9% was een<br />
twee-onder-een-kapwoning.<br />
Immigratie<br />
Verdeling woningvoorraad<br />
naar type en ouderdom<br />
Totale woningvoorraad<br />
Bouwjaar voor 1945<br />
1945 tot 1965<br />
1965 tot 1985<br />
1985 tot 2005<br />
2005 en later<br />
Emigratie<br />
Bronnen: CBS, Kadaster<br />
2012<br />
0 20 40 60 80 100<br />
Rijtjeswoning<br />
Vrijstaande woning<br />
Twee-onder-een-kapwoning<br />
Meergezinswoning<br />
Totale woningvoorraad<br />
> <strong>De</strong> huidige woningvoorraad is een erfenis van<br />
Bouwjaar voor 1945<br />
vele jaren waarin verschillend werd gebouwd,<br />
1945 tot 1965<br />
maar ook van (selectieve) sloop en wijzigingen<br />
in woningtype 1965 tot 1985 door bijvoorbeeld splitsing,<br />
samenvoeging en transformaties. Zo is 19% (1,5<br />
1985 tot 2005<br />
miljoen) van de huidige woningen nog vooroorlogs.<br />
2005 en later<br />
Rijtjeshuizen vormen 30% van de vooroorlogse<br />
0 500 1.000 1.500 2.000 2.500<br />
Rijtjeswoning<br />
Twee-onder-een-kapwoning<br />
voorraad, een veel Vrijstaande kleiner woning aandeel Meergezinswoningdus dan van de<br />
hele tegenwoordige voorraad. 1 op de 5 van de nog<br />
x 1.000<br />
15.000<br />
12.500<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 81<br />
10.000<br />
7.500
0<br />
-200<br />
-400<br />
2002 2006 2010 2014 2018 2022<br />
Immigratie Emigratie 2012<br />
bestaande vooroorlogse woningen is vrijstaand,<br />
veel meer dus dan het aandeel van de volledige<br />
Totale woningvoorraad<br />
woningvoorraad (bijna 1 op de 8). Het percentage<br />
Bouwjaar voor 1945<br />
meergezinswoningen van de voorraad uit die<br />
1945 tot 1965<br />
tijd is met 39% iets hoger dan de genoemde<br />
1965 tot 1985<br />
36% meergezinswoningen in de totale huidige<br />
1985 tot 2005<br />
voorraad. <strong>De</strong> meergezinswoningen van voor de<br />
oorlog hebben 2005 en later wel een ander karakter: het zijn<br />
voornamelijk boven- en benedenwoningen.<br />
0 20 40 60 80 100<br />
Rijtjeswoning<br />
Twee-onder-een-kapwoning<br />
Vrijstaande woning<br />
Meergezinswoning<br />
Aantal woningen naar type en bouwjaar<br />
Verdeling woningvoorraad naar<br />
type woning (2021)<br />
Totale woningvoorraad<br />
Bouwjaar voor 1945<br />
1945 tot 1965<br />
1965 tot 1985<br />
1985 tot 2005<br />
2005 en later<br />
0 500 1.000 1.500 2.000 2.500<br />
Rijtjeswoning<br />
Twee-onder-een-kapwoning<br />
x 1.000<br />
Vrijstaande woning<br />
Meergezinswoning<br />
Minder dan 15 (%)<br />
15 tot 30 (%)<br />
30 tot 45 (%)<br />
45 tot 60 (%)<br />
60 of meer (%)<br />
Bronnen: CBS, Kadaster<br />
Bronnen: CBS, Kadaster<br />
15.000<br />
> Dat het rijtjeshuis momenteel domineert, heeft<br />
12.500 te maken met ontwikkelingen tussen 1945 en 2005.<br />
<strong>In</strong> de huidige woningvoorraad is het rijtjeshuis<br />
10.000<br />
het best vertegenwoordigd. Vooral in de periode<br />
7.500<br />
1965-1985 zijn er zeer veel rijtjeshuizen opgeleverd,<br />
5.000<br />
die nog altijd bestaan. Meer dan de helft van de<br />
2.500<br />
woningen uit de overgebleven voorraad uit deze<br />
0<br />
periode is een rijtjeshuis. Het is bovendien het<br />
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022<br />
tijdperk waarin de meeste woningen van de huidige<br />
voorraad zijn gebouwd.<br />
> Het aandeel meergezinswoningen in de<br />
klasse bouwjaar voor 1945 is het kleinst. Bij de<br />
nieuwere woningen is het aandeel groter en bij de<br />
nieuwste woningen (bouwjaar 2005-2021) hebben<br />
meergezinswoningen met 47% de overhand.<br />
Het aandeel vrijstaande woningen en tweeonder-een-kapwoningen<br />
is in de voorraad met<br />
bouwjaar 1965-1985 ook klein (9,5 respectievelijk<br />
6,7%). Bij woningen gebouwd in 2005 en later<br />
is dit aandeel nog kleiner.<br />
18,8%<br />
16,5%<br />
5,5%<br />
Kantoor<br />
Overig<br />
Maatschappelijk<br />
Winkel<br />
<strong>In</strong>dustrie<br />
32,8%<br />
Transformaties: stand van zaken<br />
> Volgens een publicatie van het CBS uit november<br />
2023 zijn er in 2022 9600 woningen ontstaan<br />
uit transformaties van niet-woningen, zoals<br />
kantoren en winkels. Daarmee ligt het aantal<br />
woningtransformaties sinds 2015 voor het eerst<br />
onder de 10.000.<br />
82<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |<br />
26,4%
1945 tot 1965<br />
1965 tot 1985<br />
Totale woningvoorraad<br />
1985 tot 2005<br />
Bouwjaar 2005 voor en 1945 later<br />
1945 tot 1965<br />
0 500 1.000 1.500 2.000 2.500<br />
Rijtjeswoning<br />
Twee-onder-een-kapwoning<br />
x 1.000<br />
Vrijstaande woning<br />
Meergezinswoning<br />
Aantal 1985 woningen tot 2005 door transformaties<br />
15.000<br />
12.500<br />
10.000<br />
7.500<br />
15.000 5.000<br />
12.500 2.500<br />
10.0000<br />
7.500<br />
Bron: CBS<br />
5.000<br />
2.500<br />
1965 tot 1985<br />
2005 en later<br />
0 500 1.000 1.500 2.000 2.500<br />
Rijtjeswoning<br />
Vrijstaande woning<br />
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022<br />
> <strong>De</strong>ze daling ontstaat door een sterke afname<br />
0<br />
in het aantal transformaties uit kantoorpanden;<br />
het aantal woningtransformaties uit andere typen<br />
niet-woningen neemt licht toe. 5,5%<br />
16,5%<br />
Woningtransformatie naar oorspronkelijke<br />
gebruiksfunctie in 2022<br />
Kantoor<br />
32,8%<br />
Overig5,5%<br />
Maatschappelijk<br />
16,5%<br />
18,8%<br />
Winkel<br />
<strong>In</strong>dustrie<br />
Winkel<br />
26,4%<br />
Twee-onder-een-kapwoning<br />
Meergezinswoning<br />
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022<br />
18,8%<br />
Kantoor<br />
Overig<br />
Maatschappelijk<br />
<strong>In</strong>dustrie<br />
32,8%<br />
x 1.000<br />
> Het aantal woningen dat in 2022 uit transformatie<br />
van bestaande panden is ontstaan, vormt 10%<br />
van de toevoegingen aan de woningvoorraad.<br />
Nieuwbouw blijft nog altijd de belangrijkste factor<br />
voor groei van de woningvoorraad. <strong>In</strong> 2022 waren<br />
dat 74,6 duizend woningen.<br />
> Uit een eerste voorlopige schatting zijn in het<br />
eerste halfjaar van 2022 ruim 5000 woningen<br />
ontstaan uit transformaties.<br />
Transacties woningen<br />
> Het Kadaster maakte bekend dat het in september<br />
2023 16.089 woningtransacties registreerde.<br />
Dat is 8,7% minder dan in dezelfde maand een<br />
jaar eerder. <strong>In</strong> de eerste 9 maanden zijn 131.885<br />
woningen verkocht, 7% minder dan in dezelfde<br />
periode in 2022. <strong>In</strong> september was de gemiddelde<br />
transactieprijs voor een bestaande koopwoning<br />
€ 422.175. <strong>De</strong> gemiddelde verkoopprijs kan een<br />
andere ontwikkeling laten zien dan de prijsindex<br />
bestaande koopwoningen van het CBS en het<br />
Kadaster. <strong>In</strong> tegenstelling tot bij de prijsindex wordt<br />
er bij de gemiddelde transactieprijs geen rekening<br />
gehouden met kwaliteitsverschillen van woningen.<br />
Voor het bepalen van prijsontwikkelingen van<br />
bestaande koopwoningen kan daarom beter de<br />
prijsindex gebruikt worden.<br />
Bron: CBS<br />
26,4%<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 83
Transacties bestaande koopwoningen<br />
%-verandering t.o.v. een jaar eerder<br />
50<br />
25<br />
0<br />
-25<br />
-50<br />
2019 2020 2021 2022 2023<br />
Bronnen: CBS, Kadaster<br />
Hypotheekrente<br />
> <strong>De</strong> gemiddelde rente bij nieuw afgesloten<br />
hypotheken via banken daalde de voorbije jaren<br />
trendmatig. Dit was deels een gevolg van het ruime<br />
monetaire beleid van de ECB om de economie<br />
te stimuleren. Daarnaast speelde het toetreden<br />
van nieuwe hypotheekverstrekkers een rol. Sinds<br />
2022 stijgt de hypotheekrente weer, onder meer<br />
vanwege het aangepaste rentebeleid van de ECB,<br />
bedoeld om de inflatie te bestrijden.<br />
Bancaire rente op nieuw afgesloten<br />
woninghypotheken huishoudens<br />
Naar rentevaste periode<br />
6%<br />
5%<br />
4%<br />
3%<br />
2%<br />
1<br />
0%<br />
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023<br />
Totaal Variabel en 1 jaar en 5 jaar en 10 jaar<br />
Bron: DNB<br />
<strong>In</strong> EUR miljoen<br />
10.000<br />
> Behalve van de algemene marktomstandigheden<br />
hangt de hypotheekrente voor de individuele<br />
hypotheeknemer af van twee factoren: de<br />
risicoklasse van de lening en de looptijd van de<br />
rentevaste periode die de koper kiest. <strong>In</strong> het<br />
algemeen geldt dat een hoge risicoklasse van de<br />
lening en een lange rentevaste periode leiden tot<br />
een hogere hypotheekrente.<br />
> Door 8000 de zeer lage rente van de voorbije jaren<br />
7000<br />
was het voor huizenkopers aantrekkelijk om de<br />
EUR miljoen<br />
9000<br />
6000<br />
5000<br />
hypotheekrente voor een langere periode vast te<br />
4000<br />
zetten. 3000 Zo zijn zij immers verzekerd van jarenlange<br />
2000<br />
lage rentelasten, ook als de rente weer gaat stijgen.<br />
1000<br />
0<br />
Sinds het begin van 2022 stijgt de hypotheekrente<br />
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023<br />
Totaal<br />
snel, waardoor hypotheken met een kortere<br />
> 5 jaar en 10 jaar<br />
en 1 jaar en
6%<br />
5%<br />
4%<br />
3%<br />
2%<br />
1<br />
Bancaire 0% verstrekking nieuw afgesloten<br />
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023<br />
woninghypotheken huishoudens<br />
EUR miljoen<br />
<strong>In</strong> EUR miljoen<br />
10.000<br />
9000<br />
8000<br />
7000<br />
6000<br />
5000<br />
4000<br />
3000<br />
2000<br />
1000<br />
0<br />
Totaal Variabel en 1 jaar en 5 jaar en 10 jaar<br />
Naar rentevaste periode<br />
Bron: DNB<br />
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023<br />
Totaal Variabel en 1 jaar en 5 jaar en 10 jaar<br />
Nationale hypotheekschuld<br />
> Voor de meeste mensen is de aanschaf van een<br />
eigen woning de grootste aankoop van hun leven.<br />
<strong>De</strong> meeste Nederlanders sluiten hiervoor een<br />
hypotheek af. <strong>In</strong> totaal heeft 61% van de bevolking<br />
een hypotheek. <strong>In</strong> geen enkel ander Europees<br />
land heeft zo’n groot deel van de bevolking een<br />
hypotheek. We lenen ook veel geld ten opzichte<br />
van de waarde van ons huis én van ons inkomen.<br />
<strong>De</strong> totale waarde van de nationale hypotheekschuld<br />
in het 3e kwartaal van 2023 was € 823 miljard, het<br />
hoogst gemeten bedrag ooit.<br />
> Om te voorkomen dat huishoudens in de<br />
financiële problemen komen, hebben we in<br />
Nederland leennormen, vastgesteld door de<br />
overheid. Zo mogen mensen niet meer dan 100%<br />
van de waarde van hun huis lenen en is er een<br />
maximumbedrag dat je mag lenen ten opzichte van<br />
je inkomen. Maar zelfs met deze normen houden<br />
sommige huishoudens weinig geld over als zij het<br />
maximale bedrag lenen, of zijn ze kwetsbaar als er<br />
plotseling iets verandert in hun persoonlijke situatie,<br />
bijvoorbeeld door een daling van hun inkomen.<br />
> Een ander risico van een hoge hypotheek is dat<br />
het huis ‘onder water’ kan komen te staan als de<br />
huizenprijzen dalen. Dit betekent dat de waarde<br />
van het huis kleiner is dan de schuld die nog<br />
moet worden terugbetaald. Als iemand dan moet<br />
verhuizen, bijvoorbeeld vanwege een scheiding,<br />
zit die persoon met een restschuld.<br />
> Die hoge hypotheekschuld heeft nog een nadeel:<br />
onze huizenprijzen én onze economie schommelen<br />
sterker dan in andere landen. Als het goed gaat met<br />
de economie, stijgen de huizenprijzen bij ons extra<br />
hard. Want doordat we zoveel lenen, kunnen we<br />
meer betalen voor een woning.<br />
Kerngegevens nationale rekeningen/huishoudens<br />
Exploitatieoverschot<br />
en gemengd inkomen<br />
2021 1e<br />
kwartaal<br />
2021 2e<br />
kwartaal<br />
2021 3e<br />
kwartaal<br />
2021 4e<br />
kwartaal 2021<br />
2022 1e<br />
kwartaal<br />
2022 2e<br />
kwartaal<br />
2022 3e<br />
kwartaal<br />
2022 4e<br />
kwartaal 2022<br />
2023 1e<br />
kwartaal<br />
2023 2e<br />
kwartaal<br />
2023 3e<br />
kwartaal<br />
mln euro 26 212 27 672 28 747 29 065 111 696 29 430 31 298 32 664 34 798 128 190 35 872 35 945 36 680<br />
Gemengd inkomen mln euro 20 292 21 496 22 424 22 629 86 841 22 399 23 122 23 738 24 778 94 037 25 241 25 126 25 248<br />
Beschikbaar inkomen<br />
(bruto)<br />
Reëel beschikbaar<br />
inkomen (netto)<br />
Alternatief beschikbaar<br />
inkomen (bruto)<br />
Consumptieve<br />
bestedingen (bruto)<br />
Vrije/individuele<br />
besparingen<br />
mln euro 100 678 125 091 106 654 112 906 445 329 107 840 133 819 117 946 126 440 486 045 123 801 148 085 128 821<br />
% volumemutaties 1,6 3,1 2,8 2,3 2,3 3,0 2,2 2,0 2,0 2,0 1,7 1,4 1,0<br />
mln euro 135 688 164 556 144 662 153 009 597 915 146 604 175 518 158 169 169 075 649 366 165 285 192 832 172 824<br />
mln euro 81 629 90 657 94 792 93 832 360 910 95 210 101 641 105 368 108 854 411 073 110 551 112 447 113 228<br />
mln euro 19 049 34 434 11 862 19 074 84 419 12 630 32 178 12 578 17 586 74 972 13 250 35 638 15 593<br />
Spaarquote % beschikbaar inkomen 23,0 31,5 16,4 20,9 23,3 16,8 27,9 14,7 17,1 19,4 14,4 27,3 15,3<br />
<strong>In</strong>vesteringsquote % beschikbaar inkomen 13,8 11,9 12,7 12,7 12,7 14,2 12,5 12,8 12,7 13,0 13,8 12,0 12,3<br />
Spaartegoeden en<br />
overige deposito's<br />
Verzekerings- en<br />
pensioenregelingen<br />
Voorzieningen<br />
pensioenverzekeringen<br />
mln euro 404 992 412 211 410 479 408 758 408 758 418 039 426 913 428 109 435 574 435 574 441 967 453 947 458 297<br />
mln euro 1 987 684 2 000 090 2 002 704 2 005 746 2 005 746 1 833 531 1 604 574 1 511 607 1 599 217 1 599 217 1 619 568 1 615 412 1 504 235<br />
mln euro 1 797 573 1 809 912 1 812 146 1 814 645 1 814 645 1 648 212 1 428 672 1 339 898 1 432 427 1 432 427 1 451 761 1 447 701 1 339 115<br />
Woninghypotheken mln euro 758 587 767 128 777 751 785 477 785 477 793 965 804 429 810 999 813 300 813 300 816 639 819 943 823 353<br />
Saldo opgenomen en<br />
afgeloste hypotheken<br />
mln euro 6 648 8 542 10 621 7 718 33 529 8 490 10 456 6 560 2 314 27 820 3 345 3 303 3 410<br />
Bron: CBS<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 85
Als huizen meer waard worden, worden huizenbezitters rijker en gaan zij meer<br />
geld uitgeven. Hierdoor groeit de economie dan extra hard. Als het slecht gaat met<br />
de economie, werkt het precies andersom. Dat zagen we in de periode 2009-2013.<br />
Toen daalden de huizenprijzen en kwamen de huizen van een op de drie<br />
huishoudens met een hypotheek onder water te staan. Veel van deze huishoudens<br />
gingen vervolgens bezuinigen, waardoor de economie een extra harde klap kreeg.<br />
Woninghypotheken verstrekt aan huishoudens (in € miljoen)<br />
800.000<br />
600.000<br />
400.000<br />
200.000<br />
0<br />
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023<br />
2012 2014 2016 2018 2020 2022<br />
Totaal verstrekte<br />
woninghypotheken<br />
Banken<br />
Overige financiële instellingen<br />
Pensioenfondsen Verzekeraars Beleggingsinstellingen<br />
Bron: DNB<br />
> Halverwege 2023 hadden Nederlandse huishoudens samen ruim € 803 miljard<br />
aan hypotheekschuld bij Nederlandse financiële instellingen, 23% meer dan<br />
tien jaar geleden. DNB verzamelt geen gegevens over woninghypotheken van<br />
Nederlandse huishoudens bij buitenlandse hypotheekaanbieders.<br />
Ontwikkeling WOZ-waarde woningen<br />
> Op 1 januari 2023 bedroeg de gemiddelde WOZ-waarde van een woning 369<br />
duizend euro. Dat is 16,4% meer dan een jaar eerder en de hoogste waarde ooit.<br />
<strong>De</strong> WOZ-waarde voor 2023 is de door de gemeenten vastgestelde marktwaarde<br />
van alle woningen per 1 januari 2022.<br />
> <strong>De</strong> WOZ-waarde volgt de prijsontwikkeling van bestaande koopwoningen<br />
met een jaar vertraging. Dit komt doordat woningen voor de WOZ worden<br />
getaxeerd naar de waarde van 1 januari van een jaar eerder. Hierbij gebruiken<br />
gemeenten onder andere de transactieprijzen van verkochte woningen.<br />
Ten opzichte van januari 2021 waren de verkoopprijzen van koopwoningen<br />
ruim 20% hoger.<br />
86<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
<strong>De</strong> prijsontwikkeling van bestaande koopwoningen<br />
na 1 januari 2022 is nog niet in de huidige<br />
WOZ-waarde meegenomen. <strong>De</strong> transactieprijzen<br />
van koopwoningen waren in januari 2023 ruim 1%<br />
hoger dan in januari 2022.<br />
Gemiddelde WOZ-waarde per gemeente<br />
per 1 januari 2023<br />
WOZ-waarde en verkoopprijzen<br />
bestaande koopwoningen<br />
% verandering t.o.v. een jaar eerder<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
-10<br />
-20<br />
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023<br />
Bron: CBS<br />
Prijsontwikkeling bestaande koopwoningen, voorgaand jaar<br />
Ontwikkeling WOZ-waarde woningen per 1 januari<br />
> <strong>De</strong> prijsontwikkeling van bestaande<br />
koopwoningen en de WOZ-waarde zijn niet eenop-een<br />
vergelijkbaar. Bij de berekening van de<br />
ontwikkeling van de WOZ-waarde worden alle<br />
woningen meegenomen, ook huurwoningen en niet -<br />
verkochte koopwoningen. Daarnaast verandert<br />
de woningvoorraad door nieuwbouw en sloop,<br />
wat over het algemeen zorgt voor een hogere<br />
WOZ-waarde. Meestal hebben nieuwbouwwoningen<br />
een hogere WOZ-waarde dan de woningen die<br />
verdwijnen door sloop.<br />
Minder dan 280 (duizend euro)<br />
280 tot 340 (duizend euro)<br />
340 tot 400 (duizend euro)<br />
400 tot 460 (duizend euro)<br />
460 of meer (duizend euro)<br />
Bron: CBS<br />
> <strong>In</strong> de gemeente Bloemendaal hebben woningen<br />
met € 932.000 gemiddeld de hoogste WOZ-waarde<br />
van Nederland, in Pekela de laagste (€ 194.000).<br />
Noord-Holland heeft de hoogste gemiddelde<br />
WOZ-waarde van alle provincies (€ 461.000). <strong>De</strong><br />
provincie Groningen met € 268.000 juist de laagste.<br />
Huizenprijzen<br />
> Uit onderzoek van het CBS blijkt dat in september<br />
2023 de prijzen van bestaande koopwoningen<br />
gemiddeld 3,5% lager waren dan in september<br />
2022. <strong>De</strong> prijsdaling is opnieuw kleiner dan die van<br />
een maand eerder. Ten opzichte van augustus 2023<br />
stegen de prijzen met 0,6%.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 87
Prijsontwikkelingen van bestaande woningen<br />
%-verandering prijsindex t.o.v. een jaar eerder<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
-5<br />
-10<br />
2019 2020 2021 2022 2023<br />
Bronnen: CBS, Kadaster<br />
> <strong>De</strong> prijzen van bestaande koopwoningen<br />
bereikten in juni 2013 een dieptepunt. Vervolgens<br />
was er sprake van een stijgende trend tot augustus<br />
2022. Toen sloeg de trend om, maar de afgelopen 4<br />
maanden zijn de prijzen weer gestegen. Vergeleken<br />
met het dal in juni 2013 waren de prijzen in<br />
september 2023 90,7% hoger.<br />
Prijsindex bestaande koopwoningen<br />
> Volgens publicaties van de NVM lag de<br />
transactieprijs in het derde kwartaal van 2023 1,7%<br />
2015 = 100<br />
200<br />
hoger vergeleken met het tweede kwartaal van<br />
2023. 175 <strong>De</strong> gemiddelde transactieprijs in het derde<br />
kwartaal kwam daarmee op € 422.000. <strong>De</strong> prijs<br />
150<br />
van tussenwoningen steeg op kwartaalbasis 0,7%<br />
125<br />
naar € 378.000. Een hoekwoning noteerde in het<br />
100<br />
derde kwartaal 2023 € 403.000, een stijging van<br />
2019 2020 2021 2022 2023<br />
1,1% op kwartaalbasis.<br />
Gemiddelde transactieprijs NVM<br />
(inclusief verkocht onder voorbehoud)<br />
2015 = 100<br />
200<br />
€ 600.000<br />
€ 500.000<br />
175<br />
€ 400.000<br />
150<br />
€ 300.000<br />
€ 200.000<br />
125<br />
€ 100.000<br />
100<br />
2019 2020 2021 2022 2023<br />
€ 0<br />
2019 2020 2021 2022 2023<br />
Bron: CBS, Kadaster<br />
Bron: NVM<br />
€ 600.000<br />
88<br />
€ 500.000<br />
€ 400.000<br />
€ 300.000<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |<br />
€ 200.000<br />
€ 100.000<br />
8,0%<br />
6,0%<br />
4,0%<br />
2,0%<br />
0%<br />
€ 0<br />
2019 2020 2021 2022 2023<br />
-2,0%
€ 600.000<br />
€ 500.000<br />
€ 400.000<br />
€ 300.000<br />
2015 = 100<br />
€ 200 200.000<br />
€ 100.000<br />
175<br />
> <strong>De</strong> 2-onder-1-kapwoningen kwamen uit op<br />
€ 458.000, 3,7% hoger ten opzichte van het<br />
tweede kwartaal van 2023. Vrijstaande woningen<br />
stegen met 3,7% op kwartaalbasis naar een<br />
gemiddelde verkoopprijs van € 614.000. <strong>De</strong> prijs<br />
van appartementen steeg in een kwartaal tijd<br />
met 0,9% naar € 346.000. Vergeleken met het derde<br />
kwartaal van 2022 laten tussenwoningen met +0,2%<br />
alweer een lichte stijging zien, terwijl de andere<br />
categorieën nog een (lichte) daling laten zien.<br />
Hoekwoningen -1,3%, 2-onder-1-kapwoningen<br />
-0,4%, vrijstaande woningen -4,0%<br />
en appartementen -3,0%.<br />
Prijsontwikkelingen geografisch kwartaal 3<br />
2023 ten opzichte van kwartaal 3 2022<br />
Daling<br />
Stijging 0% tot 2%<br />
Stijging 2% tot 4%<br />
Stijging 4% tot 6%<br />
Stijging meer 6%<br />
€ 0<br />
150<br />
> <strong>In</strong> het derde kwartaal van 2023 is een woning na<br />
gemiddeld 125 33 dagen verkocht. Dat is 1 dag eerder<br />
dan in het tweede kwartaal van 2023.<br />
100<br />
Ontwikkeling transactieprijzen<br />
per kwartaal<br />
8,0%<br />
6,0%<br />
€ 4,0% 600.000<br />
2,0%<br />
€ 500.000<br />
0%<br />
€ 400.000<br />
-2,0%<br />
€ 300.000<br />
-4,0%<br />
€ 200.000<br />
-6,0%<br />
Bron: NVM<br />
2019 2020 2021 2022 2023<br />
-8,0% € 100.000<br />
2018 2019<br />
2020 2021 2022 2023<br />
€ 0<br />
2019 2020 2021 2022 2023<br />
Nieuwbouwwoningen<br />
> NVM-makelaars verkochten in het derde<br />
20.000<br />
kwartaal van 2023 ruim 5400 nieuwbouwwoningen.<br />
18.000<br />
<strong>De</strong> markt herstelde zich verder met een plus van<br />
16.000<br />
8,0%<br />
14% ten opzichte van het tweede kwartaal van<br />
6,0%<br />
14.000<br />
2023. Vergeleken met een jaar geleden stijgt het<br />
4,0%<br />
12.000<br />
aantal 2,0% transacties zelfs met 18%. <strong>De</strong>salniettemin<br />
10.000<br />
0%<br />
blijft het aantal verkopen op een in historisch<br />
8.000<br />
-2,0%<br />
perspectief laag niveau. Over een periode van 4<br />
-4,0%<br />
6.000<br />
kwartalen -6,0% verkochten NVM-makelaars ongeveer<br />
4.000<br />
-8,0%<br />
16.800 nieuwbouwwoningen.<br />
2.000<br />
2019 2020 2021 2022 2023<br />
2018 2019<br />
2020 2021 2022 2023<br />
0<br />
2018 2019<br />
2020 2021 2022 2023<br />
Aantal nieuwbouwwoningen in portefeuille<br />
bij NVM-makelaars<br />
20.000<br />
18.000<br />
16.000<br />
> <strong>In</strong> het derde kwartaal van 2023 werd 45% van de<br />
verkochte woningen boven de vraagprijs verkocht.<br />
> Een kwartaal eerder was dit 39% en een jaar<br />
geleden 66%. <strong>In</strong> het derde kwartaal van 2023 lag de<br />
uiteindelijke verkoopprijs gemiddeld 0,2% boven de<br />
vraagprijs. <strong>In</strong> het tweede kwartaal van 2023 kwam<br />
de uiteindelijke verkoopprijs nog 0,5% lager uit<br />
dan de vraagprijs.<br />
14.000<br />
12.000<br />
12.000<br />
10.000<br />
10.000<br />
8.000<br />
8.000<br />
6.000<br />
4.000<br />
6.000<br />
2.000<br />
4.000<br />
0<br />
2.000<br />
Bron: NVM<br />
2018 2019<br />
2020 2021 2022 2023<br />
0<br />
2018 2019<br />
2020 2021 2022 2023<br />
Aantal aanmeldingen<br />
Gemiddelde van 4 kwartalen<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 89<br />
12.000
30.000<br />
€ 0<br />
2019 2020 2021 2022 2023<br />
8,0%<br />
> <strong>De</strong> gemiddelde prijs van een verkochte nieuw-<br />
6,0%<br />
bouw woning was in het derde kwartaal van 2023<br />
4,0%<br />
vrijwel gelijk aan die in het tweede kwartaal, namelijk<br />
2,0%<br />
0%<br />
€ 474.000. Vergeleken met een jaar geleden is de<br />
-2,0%<br />
gemiddelde verkoopprijs 5,3% lager. <strong>De</strong> dynamiek in<br />
-4,0%<br />
de markt is evenredig verdeeld tussen de prijsklassen<br />
-6,0%<br />
€<br />
-8,0%<br />
250.000 - € 400.000, € 400.000 - € 500.000 en<br />
€ 500.000 - € 750.000. Alle klassen namen ieder circa<br />
30% van de transacties voor hun rekening.<br />
> <strong>In</strong> het derde kwartaal van 2023 stonden ruim 19.000<br />
nieuwbouwwoningen in aanbod; een stijging van 41%<br />
20.000<br />
op jaarbasis en 3% hoger dan in het tweede kwartaal<br />
18.000<br />
van 2023. Dit is het hoogste punt sinds begin 2016.<br />
16.000<br />
14.000<br />
> <strong>In</strong> het derde kwartaal van 2023 kwamen 6435<br />
12.000<br />
nieuwbouwwoningen op de markt. Dit is 13%<br />
10.000<br />
minder dan in het tweede kwartaal van 2023 en<br />
8.000<br />
16% minder dan in dezelfde periode een jaar eerder.<br />
6.000<br />
<strong>De</strong> gemiddelde vraagprijs van de in aanbod staande<br />
4.000<br />
nieuwbouwwoningen aan het eind van het derde<br />
2.000<br />
kwartaal van 2023 kwam uit op € 515.000. Dat was<br />
0<br />
2,4% lager ten opzichte van het tweede kwartaal<br />
van 2023 en 5,6% lager dan in dezelfde periode een<br />
jaar eerder.<br />
Aantal nieuwbouwwoningen nieuw in de<br />
verkoop gezet door NVM-makelaars<br />
12.000<br />
10.000<br />
8.000<br />
6.000<br />
4.000<br />
2.000<br />
0<br />
Bron: NVM<br />
2018 2019<br />
2020 2021 2022 2023<br />
2018 2019<br />
2020 2021 2022 2023<br />
2018 2019<br />
2020 2021 2022 2023<br />
Aantal aanmeldingen<br />
Gemiddelde van 4 kwartalen<br />
> Het aandeel appartementen maakte met 48%<br />
in het derde kwartaal van 2023 het grootste deel<br />
uit van het nieuwbouwaanbod. Hoekwoningen<br />
maakten 12% van het aanbod uit, 2-onder-1-<br />
kapwoningen 14% en vrijstaande woningen 7%.<br />
Tussenwoningen zijn goed voor 19% van het<br />
aanbod nieuwbouw.<br />
> Er is nog steeds opvallend veel sprake van<br />
projectuitstel. Het vele projectuitstel biedt geen<br />
gunstig perspectief voor de aanwas in de komende<br />
kwartalen. Projecten die worden uitgesteld en<br />
teruggaan naar de tekentafel worden over het<br />
algemeen pas na zo’n anderhalf jaar weer op de<br />
markt verwacht.<br />
> <strong>In</strong> samenwerking met Nieuw Wonen Nederland<br />
zijn de voorkeuren van ongeveer 24 duizend actieve<br />
zoekprofielen geanalyseerd. Dit zijn consumenten<br />
die het afgelopen jaar actief zochten naar een<br />
nieuwbouwkoopwoning. <strong>De</strong> analyse van deze<br />
gegevens heeft inzicht gegeven in de woonvraag<br />
van Nederlandse nieuwbouwconsumenten. <strong>De</strong><br />
woonwensen van nieuwbouwconsumenten zijn<br />
divers en afhankelijk van factoren zoals locatie,<br />
leeftijd en budget. Elke doelgroep heeft hierin zijn<br />
eigen prioriteiten.<br />
> Over het algemeen zoekt de gemiddelde<br />
Nederlandse nieuwbouwconsument naar een<br />
woning van ongeveer 104 m² voor maximaal<br />
€ 475.000, waarbij de meerderheid een voorkeur<br />
heeft voor een woonhuis. Niet alle wensen kunnen<br />
echter binnen het beschikbare budget worden<br />
vervuld. <strong>In</strong> de huidige markt moeten kopers vaak<br />
compromissen sluiten, maar het is nog de vraag<br />
of dit betekent dat ze voor een kleinere woning<br />
gaan of een goedkopere locatie kiezen. Senioren<br />
hebben een voorkeur voor minstens twee<br />
slaapkamers en de meerderheid van de twintigers<br />
is specifiek op zoek naar een woonhuis. <strong>De</strong>ze<br />
data over woonvoorkeuren kunnen bijdragen aan<br />
het ontwikkelen van woonprogramma’s die goed<br />
aansluiten bij de behoeften van de doelgroep.<br />
50.000<br />
90<br />
45.000<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |<br />
40.000<br />
35.000
6.000<br />
4.000<br />
12.000<br />
2.000<br />
Betaalbaarheid en beschikbaarheid<br />
> Volgens de NVM-rapportage over het derde<br />
kwartaal van 2023 is het aanbod op de Nederlandse<br />
koopwoningmarkt met een krapte-indicator van<br />
2,6 in het derde kwartaal van 2023 iets kleiner<br />
geworden. <strong>In</strong> het tweede kwartaal van 2023 was<br />
deze indicator 2,7. <strong>De</strong> krapte-indicator drukt het<br />
aantal keuzemogelijkheden uit dat een koper op<br />
de woningmarkt heeft. Voor een evenwichtige<br />
woningmarkt met voldoende keuze moet de<br />
krapte-indicator tussen de 5 en 10 liggen.<br />
Krapte-indicatoren per regio in Nederland<br />
10.000<br />
0<br />
Ook 8.000 het aanbod vrijstaande woningen (-5,0%) en<br />
appartementen (-5,7%) laat een daling zien.<br />
6.000<br />
Aantal woningen te koop<br />
4.000<br />
bij NVM-makelaars<br />
2.000<br />
50.000<br />
45.0000<br />
40.000<br />
35.000<br />
30.000<br />
25.000<br />
20.000<br />
15.000<br />
2018 2019<br />
2020 2021 2022 2023<br />
Aantal aanmeldingen<br />
Gemiddelde van 4 kwartalen<br />
2018 2019<br />
2020 2021 2022 2023<br />
Aantal aanmeldingen<br />
Gemiddelde van 4 kwartalen<br />
50.000<br />
10.000<br />
Tot 2,2<br />
2,2 tot 2,5<br />
2,5 tot 2,8<br />
2,8 tot 3,1<br />
Meer dan 3,3<br />
45.000<br />
5.000<br />
40.000<br />
0<br />
35.000<br />
Bron: 30.000NVM<br />
25.000<br />
2018 2019<br />
2020 2021 2022 2023<br />
> 20.000 <strong>De</strong> gemiddelde vraagprijs van te koop staande<br />
woningen 15.000 komt uit op € 544.000. Dat is 2,4% hoger<br />
dan 10.000een kwartaal eerder. Op jaarbasis stijgt<br />
30%<br />
de 5.000 vraagprijs met 5,3%. <strong>De</strong> looptijd van het aanbod,<br />
dus 25% de 0 tijd dat een te koop staande woning gemiddeld<br />
in dagen te koop staat, was 71 dagen, 4 dagen<br />
20%<br />
langer dan in het tweede kwartaal van 2023 en 23<br />
15%<br />
dagen langer dan in het derde kwartaal van 2022.<br />
10%<br />
2018 2019<br />
2020 2021 2022 2023<br />
29.427<br />
29.427<br />
31.185<br />
31.185<br />
28.854<br />
28.854<br />
5%<br />
Aanbod woningen naar prijsklasse<br />
0%<br />
Bron: NVM<br />
30%<br />
Tot 200d<br />
200-250d<br />
250-300d<br />
300-350d<br />
350-400d<br />
400-500d<br />
500-750d<br />
750d-1m<br />
>1m<br />
25%<br />
2022 3<br />
2022 4 2023 1 2023 2 2023 3<br />
20%<br />
> Het aantal te koop gezette woningen is in het<br />
15%<br />
derde kwartaal van 2023 op kwartaalbasis met 9%<br />
afgenomen. Aan het eind van het derde kwartaal<br />
stonden bijna 29.000 woningen te koop. Vergeleken<br />
met een jaar geleden ligt het woningaanbod 1,9%<br />
lager. Het aantal woningen in aanbod daalt ten<br />
opzichte van het tweede kwartaal van 2023 met<br />
gemiddeld 7,5% voor alle typen. Het aanbod<br />
tussenwoningen daalt op kwartaalbasis met<br />
12,5%, hoekwoningen met 9,5% en 2-onder-<br />
1-kapwoningen noteren een daling van 7,5%.<br />
10%<br />
5%<br />
0%<br />
Bron: NVM<br />
Tot 200d<br />
200-250d<br />
2022 3<br />
250-300d<br />
300-350d<br />
350-400d<br />
400-500d<br />
500-750d<br />
750d-1m<br />
2022 4 2023 1 2023 2 2023 3<br />
>1m<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 91
Van alle woningen die in het tweede kwartaal van<br />
2023 werden aangemeld, is 46% binnen 1 maand<br />
verkocht, 19% is binnen 2 maanden verkocht<br />
en 9% binnen 3 maanden. <strong>De</strong> kans van te<br />
koop gezette woningen op een verkoop binnen<br />
3 maanden is nu 74%. <strong>De</strong> overige 26% van<br />
de aanmeldingen staat nog te koop of is van de<br />
markt gehaald.<br />
Huren of kopen<br />
> Voor een vergelijking maken we gebruik van de<br />
vergelijking die Business <strong>In</strong>sider in mei 2023 heeft<br />
gedaan. Zij vergelijken de kosten van het huren<br />
en het kopen van een woning van 100 vierkante<br />
meter in 5 grote steden: Amsterdam, Utrecht, <strong>De</strong>n<br />
Haag, Rotterdam en Eindhoven. Bij kopen is een<br />
vergelijking gedaan op basis van de kosten van<br />
respectievelijk een annuïtaire en een aflossingsvrije<br />
hypotheek. <strong>In</strong> de berekening is gekeken naar zowel<br />
de bruto- als de nettokosten, waarbij dus het effect<br />
van de hypotheekrenteaftrek wordt meegenomen<br />
(alleen voor de annuïtaire hypotheek).<br />
Maandlasten huren versus kopen<br />
Stad/regio<br />
Bron: Business <strong>In</strong>sider<br />
> Bij het vergelijken van de maandelijkse<br />
hypotheekkosten en de maandhuur zien we dat<br />
zowel de hypotheeklasten voor de aflossingsvrije<br />
hypotheek als de nettomaandlasten van de<br />
annuïtaire hypotheek lager zijn dan de gemiddelde<br />
huurlasten.<br />
Maandhuur<br />
per 100 m2<br />
> Voor de annuïtaire hypotheek geldt dat het<br />
effect van de hypotheekrenteaftrek veel verschil<br />
maakt. Zonder dit fiscale voordeel komen de brutomaandlasten<br />
van een annuïtaire hypotheek hoger<br />
uit dan de maandelijkse huurlasten.<br />
Aflossingsvrij<br />
bruto-nettomaandlast<br />
Annuïtair nettomaandlast<br />
(1 e jaar)<br />
Groot Amsterdam € 2.568 € 2.174 € 2.231<br />
Utrecht € 1.983 € 1.556 € 1.592<br />
Agglomeratie<br />
's-Gravenhage<br />
Groot-Rijnmond<br />
(regio Rotterdam)<br />
Zuidoost-Noord-Brabant<br />
(regio Eindhoven)<br />
€ 1.819 € 1.416 € 1.425<br />
€ 1.791 € 1.328 € 1.313<br />
€ 1.728 € 1.290 € 1.26<br />
> Om op een gemiddelde koopprijs per stad<br />
uit te komen is uitgegaan van de gemiddelde<br />
transactieprijs per vierkante meter in het eerste<br />
kwartaal van 2023 op basis van gegevens van de<br />
NVM. <strong>De</strong> transactieprijs per vierkante meter is<br />
met 100 vermenigvuldigd. Voor de kosten van<br />
een huurwoning van 100 vierkante meter hebben<br />
we gemiddelde huurprijzen per vierkante meter<br />
genomen in 5 grote steden, op basis van data van<br />
woonplatform Pararius. Een kanttekening daarbij<br />
is dat de data van Pararius de stedelijke huurprijzen<br />
betreft, terwijl de transactieprijzen van de NVM<br />
op bredere regio's betrekking hebben, zoals Groot<br />
Amsterdam, voor Amsterdam en omstreken,<br />
en Groot-Rijnmond voor de regio Rotterdam.<br />
> Het voordeel van kopen is het kleinst in<br />
Amsterdam en het grootst in Rotterdam. <strong>In</strong><br />
Rotterdam kost een huurhuis van 100 vierkante<br />
meter op de vrije markt gemiddeld € 1791<br />
per maand. <strong>De</strong> kosten van een vergelijkbare<br />
koopwoning gefinancierd met een annuïtaire<br />
hypotheek bedragen netto € 1313 per maand<br />
in het eerste jaar.<br />
> Ook met de hogere tarieven voor hypotheekrente<br />
begin 2023 kan kopen voordeliger zijn dan huren,<br />
mits je van de benodigde fiscale voordelen kunt<br />
profiteren. <strong>De</strong> maandlasten zijn bij kopen wellicht<br />
wat lager, maar de kosten van onderhoud en<br />
verbetering van de woning zijn niet meegenomen<br />
in de berekening. Daar staat weer tegenover dat<br />
de prijzen van woningen op de langere termijn<br />
stijgen. Eventuele winst die bij verkoop kan worden<br />
gerealiseerd is fiscaal niet belast.<br />
92<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Bouwsector<br />
Dashboard conjunctuur bouwketen<br />
Dashboard conjunctuur bouwketen<br />
Orderportefeuille<br />
Maanden<br />
2023Q2 2023Q4 2018Q2 t/m 2023Q4<br />
Architectenbureaus<br />
4,9<br />
4,7<br />
4,9<br />
<strong>In</strong>genieursbureaus<br />
5,1<br />
6,5<br />
6,1<br />
Bouwbedrijven<br />
10,5<br />
10,7<br />
10,5<br />
<strong>In</strong>stallatiebedrijven<br />
10,4<br />
11,2<br />
10.4<br />
Totaal<br />
9,8<br />
10,2<br />
9,8<br />
0 3 6 9 12<br />
Architectenbureaus<br />
Verwachting van bedrijven over de omzet 4e kwartaal<br />
Saldo<br />
Afname % Toename<br />
2023Q2 2023Q4 2018Q2 t/m 2023Q4<br />
-15 -17 17 10<br />
-25<br />
-5<br />
<strong>In</strong>genieursbureaus<br />
-9<br />
-17<br />
23<br />
9<br />
3 5<br />
6<br />
Bouwbedrijven<br />
-11<br />
-9<br />
10<br />
12<br />
2<br />
2<br />
<strong>In</strong>stallatiebedrijven<br />
-17<br />
-2<br />
19<br />
57<br />
5 2<br />
57<br />
Totaal<br />
-14 -7 15<br />
31<br />
-40 -20 0 20 40 60 80<br />
2 4<br />
25<br />
Sterke afname (meer dan 5%) Lichte afname (2,5%-5%) Lichte toename (2,5%-5%) Sterke toename (meer dan 5%)<br />
Bron: EIB/Monitor bouwketen najaar 2023<br />
> <strong>De</strong> gemiddelde werkvoorraad bij<br />
architectenbureaus is ten opzichte van de<br />
voorjaarsmeting met twee tiende maand<br />
toegenomen naar 4,9 maanden werk. <strong>De</strong><br />
verwachtingen rondom de omzet en het personeel<br />
zijn negatief; een derde van de bureaus verwacht<br />
een afname van de omzet, terwijl 27% een hogere<br />
omzet verwacht. Daarnaast verwacht 15%<br />
een kleiner personeelsbestand in de komende<br />
maanden, 8% verwacht een uitbreiding. Bij de<br />
ingenieursbureaus is de gemiddelde werkvoorraad<br />
ten opzichte van de voorjaarsmeting met vier<br />
tiende maand afgenomen tot 6,1 maanden werk.<br />
Ongeveer een derde van de bureaus verwacht<br />
een hogere omzet, terwijl een kwart een lagere<br />
omzet verwacht. <strong>De</strong> verwachtingen over het<br />
personeelsbestand zijn ongeveer gelijk gebleven:<br />
per saldo verwacht 12% van de bureaus een<br />
uitbreiding van het personeelsbestand.<br />
> <strong>De</strong> bouwbedrijven zien de gemiddelde<br />
werkvoorraad ten opzichte van de voorjaarsmeting<br />
met twee tiende maand afnemen. Daarmee<br />
bedroeg de werkvoorraad 10,5 maanden werk. Per<br />
saldo verwacht 2% van de bedrijven personeel aan<br />
te nemen, tegenover 5% in de voorjaarsmeting.<br />
<strong>De</strong> omzetverwachting is niet sterk veranderd.<br />
Per saldo verwacht 2% van de bouwbedrijven<br />
een toename van de omzet. <strong>De</strong> gemiddelde<br />
werkvoorraad bij installatiebedrijven is met<br />
acht tiende maand gedaald naar 10,4 maanden<br />
werk. <strong>De</strong> verwachtingen omtrent de omzet zijn<br />
positiever dan in de voorjaarsmeting. Per saldo<br />
verwacht 57% een omzetstijging tegenover 52%<br />
in de voorjaarsmeting. <strong>De</strong> verwachtingen rondom<br />
uitbreiding van het personeelsbestand blijven hoog,<br />
maar zijn licht gedaald. Per saldo verwacht 80%<br />
personeel aan te nemen, waar dit in het voorjaar<br />
83% was.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 93
Seizoensgecorrigeerde omzet per schakel<br />
in de bouwketen tegen lopende prijzen<br />
(2016 = 100%)<br />
180<br />
170<br />
160<br />
150<br />
140<br />
130<br />
120<br />
110<br />
100<br />
90<br />
80<br />
2018 2019 2020 2021 2022 2023<br />
Bouwbedrijven<br />
<strong>In</strong>stallatiebedrijven<br />
Architectenbureaus<br />
<strong>In</strong>genieursbureaus<br />
Bron: EIB/Monitor bouwketen najaar 2023<br />
> Bouw- en infrabedrijven leveren een belangrijke<br />
bijdrage aan een goed woon-, werk- en leefklimaat<br />
in Nederland. <strong>De</strong> totale bouwsector is goed voor<br />
zo’n 10% van het bruto binnenlands product en<br />
voor een productie van ruim € 95 miljard.<br />
> Volgens het EIB staat op korte termijn de<br />
bouwproductie onder druk, waarbij een krimp<br />
van 2,5% wordt voorzien in <strong>2024</strong>. Hierbij kan<br />
de werkgelegenheid licht dalen in <strong>2024</strong> en<br />
ongeveer stabiliseren in 2025. <strong>De</strong> spanning op<br />
de bouwarbeidsmarkt, die nog altijd hoog is,<br />
zal daarbij afnemen. Met het aantrekken van de<br />
bouwproductie na 2025 zal ook de werkgelegenheid<br />
weer toenemen, tot een niveau dat iets uitgaat<br />
boven het niveau van het afgelopen jaar.<br />
Op macroniveau moet het goed mogelijk zijn om<br />
in de arbeidsvraag te voorzien.<br />
94<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Bouwproductie 2022-2027<br />
Miljoen € Jaarlijkse verandering (%)<br />
2022 2023 2023 <strong>2024</strong> 2025 2025-2027<br />
Woningbouw 41.725 41.375 -1 -2½ 2 3<br />
- nieuwbouw 18.900 17.775 -6 -8 3 3½<br />
- herstel en verbouw 14.225 14.925 5 1½ 1 3<br />
- onderhoud 8.600 8.675 1 1 1½ 1½<br />
Utiliteitsbouw 28.600 29.125 2 -3½ -2 ½<br />
- nieuwbouw 14.025 14.725 5 -8½ -7 -2½<br />
- herstel en verbouw 8.400 8.125 -3½ 2½ 3½ 3½<br />
- onderhoud 6.175 6.275 1½ 1½ 2½ 2½<br />
Gww 20.625 20.950 1½ -1½ 0 1<br />
- nieuwbouw en herstel 13.300 13.625 2½ -2 -1 ½<br />
- onderhoud 7.325 7.325 0 0 2½ 2½<br />
Externe onderaanneming 4.950 4.975 ½ -2½ ½ 2<br />
Totaal bouw 95.900 96.425 ½ -2½ ½ 2<br />
Bron: Bouwend Nederland/Verwachting bouwproductie 2023-2027<br />
Woningbouw<br />
> <strong>In</strong> 2022 werden ruim 74.000 nieuwbouwwoningen opgeleverd. Dat is het<br />
hoogste aantal nieuwbouwwoningen sinds 2012.<br />
Gerealiseerde nieuwbouwwoningen<br />
x 1000<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022* 2022*<br />
Nieuwbouwwoningen Nieuwbouwwoningen (nieuwe methode) *voorlopige cijfers in 2022 zowel viaoude als nieuwe methode geteld<br />
Bron: CBS<br />
> <strong>De</strong> groei van de woningvoorraad door nieuwbouw komt daarmee uit op 0,9%.<br />
<strong>In</strong> Amsterdam werden de meeste nieuwbouwwoningen aan de woningvoorraad<br />
toegevoegd, namelijk bijna 6800.<br />
Zuid-Holland<br />
Noord-Holland<br />
Noord-Brabant<br />
Gelderland<br />
Utrecht<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 95<br />
Overijsel<br />
Limburg<br />
Groningen
x 1000<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022* 2022*<br />
Nieuwbouwwoningen Nieuwbouwwoningen (nieuwe methode) *voorlopige cijfers in 2022 zowel viaoude als nieuwe methode geteld<br />
Nieuwbouwwoningen per provincie in 2022<br />
Zuid-Holland<br />
Toename woningvoorraad door<br />
nieuwbouw in 2022<br />
Noord-Holland<br />
Noord-Brabant<br />
Gelderland<br />
Utrecht<br />
Overijsel<br />
Limburg<br />
Groningen<br />
Flevoland<br />
Fryslân<br />
Zeeland<br />
Drenthe<br />
Bron: CBS<br />
0 5 10 15<br />
> Behalve door nieuwbouw ontstaan er ook<br />
woningen door bijvoorbeeld splitsing van bestaande<br />
woningen en transformaties van kantoren. Er<br />
verdwijnen echter ook woningen uit de voorraad,<br />
onder andere door sloop en samenvoeging. Als<br />
deze verdwenen woningen van de toename worden<br />
afgehaald, is de woningvoorraad in 2022 gegroeid<br />
tot 8,1 miljoen woningen.<br />
> Het hogere aantal opgeleverde<br />
nieuwbouwwoningen in 2022 is in lijn met het<br />
hogere aantal vergunde nieuwbouwwoningen<br />
in 2020 en 2021, na een relatief forse afname in<br />
2019. Het aantal vergunde nieuwbouwwoningen<br />
is een indicator voor de bouw in de nabije<br />
toekomst. <strong>De</strong> gemiddelde doorlooptijd vanaf de<br />
vergunningverlening is circa twee jaar.<br />
Minder dan 0,5 (%)<br />
0,5 tot 1 (%)<br />
1 tot 1,5 (%)<br />
1,5 tot 2 (%)<br />
2 of meer (%)<br />
Bron: CBS<br />
> <strong>De</strong> nieuwbouwcijfers worden sinds 2022 op een<br />
iets andere manier berekend. Door registraties<br />
conform BAG 2.0 kan nog preciezer de typering van<br />
een woning worden gevolgd. Via de oude methode<br />
komt het aantal nieuwe woningen voor 2022 uit op<br />
ruim 73,5 duizend woningen. <strong>De</strong> totale groei van de<br />
woningvoorraad blijft in beide gevallen hetzelfde.<br />
96<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Utiliteitsbouw<br />
Kerncijfers utiliteitsbouw 2020-2023 (2 e kw.)<br />
2022 2023<br />
2020 2021 2022 kw. 2 kw. 3 kw. 4 kw. 1 kw. 2<br />
Gebouwvoorraad x 1000 1.158 1.168 1.181 1.173 1.176 1.181 1.186 1.188<br />
Gereedgekomen x 1000 11,1 14,0 15,6 3,0 3,7 5,0 4,7 3,3<br />
Sloop x 1000 4,0 4,7 4,7 1,0 1,0 1,4 1,1 1,4<br />
Vergunningen nieuwbouw 2,9 3,4 2,9 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7<br />
<strong>In</strong>vesteringen x 1000 23,0 23,0 23,3 8,1 6,8 8,0 7,8 8,7<br />
Bouwsom in miljoen € 6.724 7.391 7.745 2.123 1.799 2.101 2.069 1.781<br />
Nieuwbouw in miljoen € 4.601 5.170 5.422 1.288 1.281 1.655 1.527 1.285<br />
Niet-nieuwbouw in miljoen € 2.157 2.221 2.323 835 518 446 542 496<br />
Bron: Bouwend Nederland//CBS, bewerking Somfy<br />
Politiek en regelgeving<br />
> <strong>In</strong> het coalitieakkoord van het demissionaire kabinet zijn een aantal<br />
uitgangspunten opgenomen die te maken hebben met de woningbouw,<br />
waaronder:<br />
• Versnellen van de woningbouw tot rond de 100.000 woningen per jaar,<br />
met het streven dat ten minste twee derde van de woningen betaalbare<br />
huurwoningen en koopwoningen met een prijs tot aan de grens van de<br />
Nationale Hypotheek Garantie zijn.<br />
• Speciale aandacht gaat uit naar de bouw van woningen voor starters,<br />
senioren en middeninkomens. Met het oog op de acute tekorten aan<br />
woningen voor studenten, spoedzoekers, arbeidsmigranten en daklozen<br />
is het streven om jaarlijks 15.000 tijdelijke woningen te bouwen en 15.000<br />
eenheden extra te bereiken via transformatie van kantoren tot woningen.<br />
Er komt meer ruimte voor alternatieve woonvormen en coöperatieve<br />
woonprojecten die door bewoners zelf worden ontwikkeld.<br />
• Het Rijk neemt meer verantwoordelijkheid voor de huisvesting van<br />
statushouders door met regionale afspraken over tijdelijke woningen<br />
de druk op gemeenten te verlichten. Procedures voor het plaatsen van<br />
tijdelijke woningen worden verder vergemakkelijkt.<br />
• Gebouwd wordt in heel Nederland, zowel binnen- als buitenstedelijk.<br />
Er wordt behalve in de veertien verstedelijkingsgebieden en in kansrijke<br />
spoor- en kanaalzones bij voorkeur bij bestaande infrastructuur en<br />
knooppunten gebouwd. Bij nieuwbouw zijn de aanwezigheid van<br />
publieke voorzieningen, (ov-)infrastructuur en bescherming van natuur<br />
randvoorwaarden. Bij bebouwing van open ruimte groeit groen mee.<br />
Het Rijk gaat met zijn vastgoed en grondpositie bijdragen aan het<br />
terugdringen van de woningnood door extra betaalbare huur- en<br />
koopwoningen te realiseren.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 97
Wat daarvan overeind zal blijven in een nieuw<br />
coalitieakkoord is natuurlijk een grote vraag.<br />
> Voor veel mensen is het lastig om een woning te<br />
vinden die aansluit bij hun wensen en (financiële)<br />
mogelijkheden. Ook groeit het aantal huishoudens<br />
de komende jaren fors. Met de Nationale Woonen<br />
Bouwagenda en onder meer het Programma<br />
Woningbouw stimuleren provincies, gemeenten<br />
en ontwikkelaars om 900.000 woningen te bouwen<br />
tot en met 2030, waarvan een derde betaalbaar.<br />
Daarnaast is het de ambitie om te komen tot een<br />
groei van de bouwproductie naar 100.000 woningen<br />
per jaar in deze kabinetsperiode. Dat is nodig om<br />
woningen betaalbaar te houden voor starters en<br />
mensen met een middeninkomen.<br />
> <strong>In</strong> 2021 waren er ruim 8 miljoen huishoudens<br />
in Nederland. <strong>De</strong> voorspelling is dat er in<br />
2035 bijna 8,9 miljoen huishoudens zijn. <strong>De</strong><br />
groei komt grotendeels voor rekening van<br />
eenpersoonshuishoudens. Door de vergrijzing<br />
neemt vooral het aantal alleenstaande ouderen<br />
sterk toe.<br />
> Het tekort aan woningen is in 2021 geraamd<br />
op 279.000 woningen, gelijk aan 3,5% van de<br />
woningvoorraad. Volgens de prognose uit 2021 zal<br />
het woningtekort eerst nog oplopen richting de<br />
3,9% in <strong>2024</strong> (317.000 woningen). <strong>De</strong> komende jaren<br />
groeit het aantal nieuwe woningen aanzienlijk, maar<br />
het aantal huishoudens groeit sneller, waardoor het<br />
woningtekort verder stijgt.<br />
> Om de toename van het aantal huishoudens op<br />
te vangen en het aantal woningen te vervangen<br />
dat door sloop of anderszins onttrokken wordt<br />
aan de voorraad en om te zorgen voor een gezond<br />
evenwicht tussen woningzoekenden en het aanbod<br />
van woningen, zijn tot en met 2030 ongeveer<br />
900.000 extra woningen nodig. <strong>De</strong> cijfers kennen<br />
uiteraard onzekerheid, aangezien het prognoses<br />
betreft. Vooral migratie vormt een onzekere factor.<br />
> <strong>De</strong> prognoses kennen verschillende varianten; in<br />
de hoge variant zouden er circa 1.022.000 woningen<br />
nodig zijn en in de lage variant 759.000 woningen.<br />
Woningtekort en -behoefte<br />
Provincie 2021<br />
Bron: Nationale Woon- en Bouwagenda<br />
Raming<br />
woningtekort Toename woningbehoefte Opgave 2021 t/m 2030<br />
2021<br />
t/m 2025<br />
2026<br />
t/m 2030<br />
Totaal<br />
Raming<br />
sloop*<br />
Raming<br />
woningtekort<br />
Brutonieuwbouw*<br />
Nettouitbreiding<br />
2031<br />
Groningen 6.200 2,2% 7.600 2.600 10.200 16.500 4.500 12.000 5.400 1,8%<br />
Friesland 4.400 1,4% 8.200 4.300 12.500 15.300 4.500 10.800 6.000 1,9%<br />
Drenthe 4.200 1,9% 4.600 2.700 7.300 9.900 3.000 6.900 4.700 2,0%<br />
Overijssel 11.700 2,3% 19.000 13.000 32.000 41.600 7.100 34.500 9.800 1,8%<br />
Flevoland 9.400 5,4% 16.200 14.800 31.000 35.400 800 34.600 6.500 3,1%<br />
Gelderland 34.900 3,8% 44.100 32.900 77.000 94.900 10.000 84.900 28.300 2,8%<br />
Utrecht 26.600 4,5% 39.200 37.300 76.500 92.700 7.400 85.300 19.300 2,9%<br />
Noord-Holland 65.000 4,8% 86.400 71.000 157.400 199.800 23.900 175.900 50.400 3,3%<br />
Zuid-Holland 67.600 4,0% 96.500 81.900 178.400 230.200 36.900 193.300 56.700 3,0%<br />
Zeeland 0 0,0% 3.700 1.400 5.100 7.100 2.600 4.500 800 0,4%<br />
Noord-Brabant 40.500 3,5% 59.100 44.300 103.400 130.600 11.200 119.400 26.700 2,1%<br />
Limburg 8.800 1,6% 6.100 -1.400 4.700 18.400 5.900 12.500 3.800 0,7%<br />
Nederland 279.300 3,5% 390.700 304.800 695.500 892.400 117.800 774.600 218.400 2,5%<br />
98<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Klimaatrisico’s<br />
> Tot nu toe lijken klimaatrisico’s nog beperkte<br />
invloed te hebben op de woningprijzen. Calcasa<br />
onderzocht wat de mogelijke waardevermindering<br />
zou kunnen zijn indien natuurrampen zouden<br />
worden meegenomen in de totstandkoming van de<br />
huizenprijzen en kwam tot een waardevermindering<br />
die zou kunnen oplopen tot € 325 miljard. <strong>In</strong><br />
Nederland staan ongeveer 8,2 miljoen woningen<br />
met een totale waarde van circa € 3,3 biljoen.<br />
Geografische weergave klimaatrisico’s<br />
> Ook de AFM waarschuwde eind 2023 voor de<br />
risico's door klimaatverandering. <strong>De</strong> AFM gaf aan<br />
dat deze risico's moeten worden meegenomen in<br />
de waardebepaling en dus de prijzen van huizen.<br />
<strong>De</strong> gemiddelde reparatiekosten liggen volgens de<br />
toezichthouder rond de € 54.000, maar dit bedrag<br />
zou kunnen oplopen tot € 100.000. Naast de<br />
mogelijke schade kan de angst voor een natuurramp<br />
ook een effect hebben op woningprijzen.<br />
> <strong>De</strong> geschatte effecten verschillen per type<br />
risico, aangezien de impact bij bijvoorbeeld een<br />
overstroming of bosbrand groter kan zijn dan die<br />
bij een ondergelopen kelder. Er zijn verschillende<br />
risico's te onderscheiden die een potentiële impact<br />
hebben op de waarde van een woning. Een risico<br />
waar in Nederland veel om te doen is de laatste<br />
twintig jaar, is het risico op schade door aardbevingen<br />
(meer het gevolg van menselijk handelen dan het<br />
gevolg van klimaatveranderingen). <strong>In</strong> de praktijk<br />
zal in Nederland het risico op een aardbeving,<br />
vanwege de publieke aandacht, ook al (gedeeltelijk)<br />
meegenomen zijn in de huizenprijs. Klimaatrisico's<br />
die minder bekend zijn bij huizenkopers zijn risico’s<br />
van overstromingen en droogte. Ongeveer 1,5<br />
miljoen woningen lopen een risico op schade als<br />
gevolg van een aardbeving; 3,7 miljoen woningen<br />
lopen een risico op schade als gevolg van een<br />
overstroming en bijna 2 miljoen woningen lopen<br />
een risico op schade als gevolg van droogte.<br />
Verschillende soorten klimaatrisico's<br />
Blauw: Risico op overstroming en<br />
wateroverlast<br />
Bruin: Risico op aardbeving<br />
Rood: Risico op natuurbrand<br />
Groen: Risico op droogte<br />
Bron: Calcasa<br />
> Doordat een groot deel van Nederland onder<br />
zeeniveau ligt en er veel rivieren door Nederland<br />
lopen is het risico op overstromingen relatief<br />
groot. Daarnaast stijgt de zeespiegel langzaam<br />
door klimaatverandering. Ongeveer 51% van de<br />
Nederlandse woningen loopt momenteel een risico<br />
op overstroming. <strong>De</strong> woningwaarde van deze groep<br />
woningen bedraagt bijna € 1,7 biljoen. <strong>De</strong> Europese<br />
Centrale Bank berekende in 2022 de prijsschok<br />
wanneer het risico op overstromingen wordt<br />
meegenomen. Uitgaande van prijsschokken van<br />
tussen de 4% en 45%, komt het potentiële waardeeffect<br />
uit op € 179 miljard. Dit is 5,4% van de huidige<br />
totale woningwaarde.<br />
> Naast overstromingen neemt door het veranderende<br />
klimaat ook het risico op water overlast door hevige<br />
buien toe. Wateroverlast kan leiden tot schade aan<br />
woningen, maar ook tot ondergelopen of vochtige<br />
kelders en schimmelvorming. Iets meer dan 3 miljoen<br />
woningen lopen een risico op wateroverlast van ten<br />
minste 10 centimeter bij een hevige bui.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 99
<strong>De</strong>ze woningen hebben momenteel een totale<br />
waarde van ruim € 1,2 biljoen. Uit verschillende<br />
internationale onderzoeken blijkt dat waterschade<br />
een negatief effect van tussen de 2,5% en 10%<br />
kan hebben op woningprijzen, wat het poten tiële<br />
waarde-effect brengt op € 22 tot € 86 miljard.<br />
> Als de bodem daalt, kunnen dit soort woningen<br />
scheefzakken. Uit onderzoek blijkt dat de verkoopprijs<br />
12% lager kan uitvallen wanneer slechte<br />
kwaliteit van de fundering van woningen wordt<br />
gemeld, wat tot een potentieel waardeverlies van<br />
€ 29 miljard kan leiden.<br />
> Een ander klimaatrisico dat invloed heeft op<br />
gebouwen is droogte. Aanhoudende droogte<br />
vergroot het risico op natuurbranden en kan ook<br />
de fundering van gebouwen aantasten, bijvoorbeeld<br />
in de vorm van paalrot en verschilzetting. Het<br />
goed inschatten van dit klimaatrisico is complex.<br />
Op basis van studies van DGBC en het CAS is een<br />
omgevingsscore ontwikkeld waarin het risico op<br />
natuurbranden in kaart wordt gebracht. Hieruit blijkt<br />
dat ongeveer 2 miljoen woningen een risico lopen<br />
op een natuurbrand in de omgeving. Het aantal<br />
woningen waar dit een hoog risico is, is met 28.000<br />
nog relatief klein. Het prijzen van dit risico door de<br />
markt zou echter toch tot een waardevermindering<br />
van ongeveer € 75 miljard kunnen leiden.<br />
> Naast natuurbranden kan aanhoudende droogte<br />
ook leiden tot funderingsproblemen zoals paalrot<br />
en verschilzetting. Van paalrot is sprake bij houten<br />
paalfunderingen van gebouwen, waar de paalkop<br />
gaat rotten als er door een lage grondwaterstand<br />
zuurstof bij komt. Verschilzetting vindt juist plaats<br />
bij woningen met een fundering op staal.<br />
> Ook aardbevingen vormen in Nederland een<br />
reëel risico. Aardbevingen komen voor in het<br />
noord- en zuidoosten van Nederland. <strong>In</strong> het<br />
noordoosten zijn er geïnduceerde aardbevingen<br />
(veroorzaakt door de op dit moment stilgelegde<br />
gaswinning), in het zuiden zijn ze van tektonische<br />
aard (als gevolg van vervorming van de aardlagen).<br />
<strong>In</strong> deze aardbevingsgebieden staan 1,6 miljoen<br />
woningen met een totale waarde van € 600 miljard.<br />
<strong>De</strong> vraag hierbij is of het risico op aardbevingen<br />
- doordat het zoveel publiciteit heeft gehad - al<br />
is verwerkt in de huizenprijzen. Kijkend naar de<br />
prijsontwikkeling in de afgelopen tien jaar zien we<br />
dat in de Groningse gebieden waar bevingsschade<br />
is ontstaan, de prijzen net zo hard zijn gestegen<br />
als in de gebieden waar geen schade was. Dit wijst<br />
erop dat het risico op aardbevingen slechts een<br />
zeer beperkte invloed heeft op de huizenprijzen,<br />
als het al wordt meegenomen. <strong>In</strong>dien rekening<br />
wordt gehouden met een mogelijke waardedaling<br />
van 2,5% tot 10%, kan het waardeverlies oplopen<br />
van € 14 miljard tot € 60 miljard.<br />
100<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 101
102<br />
<strong>De</strong> branche in 2021 <strong>2024</strong> |
Retail<br />
Overzicht<br />
Het aantal vestigingen in de detailhandel is in de afgelopen 10 jaar met ongeveer<br />
15% gedaald, terwijl het aantal vestigingen in de niet-detailhandel (met name horeca)<br />
de Factsheet afgelopen retailmarkt 6 jaar min of in Nederland<br />
meer gelijk gebleven is.<br />
Aantal<br />
verkooppunten<br />
Aantal<br />
verkooppunten<br />
WVO (m²)<br />
Factsheet retailmarkt Winkelverkoop-<br />
in Nederland<br />
vloeroppervlakte alle<br />
verkooppunten<br />
WVO (m²)<br />
Winkelverkoopvloeroppervlakte<br />
alle<br />
verkooppunten<br />
Leegstand<br />
Aantal<br />
verkooppunten<br />
Leegstand<br />
Aantal<br />
verkooppunten<br />
Aantal<br />
branches<br />
Aantal<br />
branches<br />
Aantal<br />
winkelketens<br />
Aantal<br />
winkelketens<br />
Filialisering<br />
Aantal<br />
verkooppunten<br />
Filialisering<br />
Aantal<br />
verkooppunten<br />
212.047<br />
42.675.554<br />
6,0%<br />
221<br />
1.796<br />
24%<br />
Aantal<br />
212.047<br />
verkooppunten<br />
42.675.554<br />
per groep (in%)<br />
6,0% 221 1.796<br />
Aantal verkooppunten per groep (in%)<br />
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%<br />
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%<br />
24%<br />
Leegstand<br />
Dagelijks<br />
Mode & Luxe<br />
Vrije tijd<br />
Leegstand<br />
<strong>In</strong> & om huis<br />
Dagelijks<br />
<strong>De</strong>tailhandel overig<br />
Mode & Luxe<br />
Transport & Brandstof<br />
Vrije tijd<br />
Cultuur en ontspanning<br />
<strong>In</strong> & om huis<br />
Horeca<br />
<strong>De</strong>tailhandel overig<br />
Diensten<br />
Transport & Brandstof<br />
Cultuur en ontspanning<br />
Horeca<br />
Diensten<br />
Bron: Locatus<br />
Aantal locaties retail en overige fysieke vestigingen<br />
120.000<br />
110.000<br />
120.000 100.000<br />
110.000 90.000<br />
100.000 80.000<br />
90.000 70.000<br />
80.000 60.000<br />
70.000<br />
2014 2015 2016 2017 2018<br />
Bron: Locatus<br />
60.000<br />
2014 2015 2016 2017 2018<br />
2019 2020 2021 2022<br />
2019 2020 2021 2022<br />
2023<br />
2023<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 103
Top 100 Nederland 2023 op basis van winkelverkoopvloeroppervlak m 2<br />
Positie Formule <strong>Branche</strong> Aantal m² Positie vorig jaar .<br />
11 IKEA Woonwarenhuis 370.194 10 ↓<br />
14 Leen Bakker Woonwarenhuis 262.841 14 −<br />
15 Kwantum Woonwarenhuis 207.298 16 ↑<br />
30 JYSK Woonwarenhuis 109.010 30 −<br />
39 Xenos Woondecoratie 82.117 41 ↑<br />
40 Loods 5 Woonwarenhuis 81.408 36 ↓<br />
55 Carpetright Woningtextiel 63.159 52 ↓<br />
63 Piet Klerkx Woonwarenhuis 56.343 62 ↓<br />
92 Tapijtcentrum Nederland Woningtextiel 39.921 76 ↓<br />
Bron: Locatus<br />
> <strong>In</strong> totaal omvat Nederland ongeveer 27 miljoen m2<br />
oppervlakte winkelvloer, waarvan 1,25 miljoen m2<br />
(4,6%) wordt ingenomen door 9 ketens die onderdeel<br />
uitmaken van het segment wonen. Die behoren alle<br />
tot de top 100 van ketens in Nederland.<br />
> Alle woongerelateerde fysieke winkels hebben<br />
in 2023 een lastig jaar gehad. Homefashion, het<br />
bedrijf achter Leen Bakker en Kwantum, werd in<br />
2022 al hard geraakt door het 'staartje van corona'<br />
en de Russische inval in Oekraïne. <strong>De</strong> woonwinkels<br />
leden daardoor een fors verlies. Homefashion<br />
heeft 154 winkels van Leen Bakker (waarvan<br />
114 in Nederland) en 113 winkels (waarvan 97 in<br />
Nederland) van Kwantum in Nederland en België.<br />
<strong>De</strong> omzet van Homefashion, steeg weliswaar met<br />
ruim 4% tot 651 miljoen euro, maar onderaan<br />
de streep was er een verlies van maar liefst 25,6<br />
miljoen euro. <strong>In</strong> het jaar ervoor was er nog een<br />
winst van 11,9 miljoen euro. Door het flinke verlies<br />
ontstond er een negatief eigen vermogen van 10<br />
miljoen euro.<br />
te zijn in vloeren en raambekleding in Nederland,<br />
met gemiddeld 123.000 bezoekers per dag in de<br />
winkel en online.<br />
Consumenten<br />
Consumentenvertrouwen<br />
> <strong>De</strong> stemming onder consumenten verbeterde in<br />
december 2023 voor de vierde maand op rij, meldt<br />
het CBS. Het consumentenvertrouwen steeg van<br />
-33 in november naar -29 in december. Zowel<br />
het oordeel over het economische klimaat als de<br />
koopbereidheid verbeterde.<br />
> Met -29 lag het consumentenvertrouwen in<br />
december 2023 onder het gemiddelde over de<br />
afgelopen 20 jaar (-10). Het vertrouwen bereikte<br />
in januari 2000 de hoogste stand ooit (36) en in<br />
september en oktober 2022 de laagste stand ooit<br />
(-59). Het CBS meet het consumentenvertrouwen<br />
elke maand sinds april 1986.<br />
> Leen Bakker werd opgericht in 1918, heeft<br />
een omzet van ongeveer 400 miljoen euro, was<br />
onderdeel van Blokker Holding en kwam in<br />
2017 in handen van private-equityfirma Gilde.<br />
Kwantum is opgericht in 1976, was onderdeel<br />
van Macintosh Retail Group en kwam in 2015 in<br />
handen van Gilde. Leen Bakker realiseert 20%<br />
van de omzet online met 37 miljoen bezoekers<br />
per jaar. Daarnaast bezoeken nog eens 23 miljoen<br />
bezoekers de winkels. Kwantum claimt nummer 1<br />
104<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
0<br />
-20<br />
0<br />
-40<br />
Consumentenvertrouwen<br />
seizoengecorrigeerd<br />
Gemiddelde van de deelvragen<br />
0<br />
-20<br />
-40<br />
-60<br />
-80<br />
Bron: CBS<br />
2020 2021 2022 2023<br />
> Consumenten waren in december 2023 minder<br />
pessimistisch over de economie dan in november.<br />
<strong>De</strong> deelindicator economisch klimaat kwam uit op<br />
-41, tegen -47 in november. Zowel het oordeel<br />
1 000 euro<br />
van 5 consumenten over de economische situatie in<br />
de afgelopen twaalf maanden als het oordeel over<br />
4,8<br />
de economische situatie in de komende twaalf<br />
4,6<br />
maanden was minder negatief. <strong>De</strong> koopbereidheid<br />
4,4<br />
kwam in december uit op -21, tegen -24 in<br />
4,2<br />
november. Het oordeel over de financiële situatie<br />
in 4 de afgelopen twaalf maanden en het oordeel<br />
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021* 2022* 2023*<br />
over de financiële situatie in de komende twaalf<br />
maanden<br />
Voorlopige cijfers<br />
verbeterden. Consumenten waren voor<br />
het eerst na oktober 2021 weer positief over<br />
hun financiële situatie in de komende twaalf<br />
maanden. Ook vonden consumenten de tijd voor<br />
het doen van grote aankopen minder ongunstig<br />
dan in november.<br />
-20<br />
-60 Bestedingen van consumenten<br />
-40 > <strong>De</strong> Nederlandse consumptie is na de coronacrisis<br />
-80<br />
snel hersteld. 2020 <strong>In</strong> het 2021 derde kwartaal 2022 van 2022 2023 was<br />
-60<br />
de consumptie per inwoner weer op hetzelfde<br />
niveau als voor de coronacrisis en zij groeide vanaf<br />
-80<br />
2020 2021 2022 2023<br />
het vierde kwartaal van 2022 naar een hoogtepunt.<br />
<strong>In</strong> de eerste kwartalen van 2023 kromp de<br />
consumptie, maar huishoudens gaven ondanks de<br />
grote prijsstijgingen nog altijd iets meer uit dan in<br />
de jaren voor de coronapandemie.<br />
1 000 euro<br />
5<br />
Consumptieve bestedingen per inwoner<br />
4,8<br />
(x 1.000)<br />
1 000 euro<br />
4,6<br />
5<br />
4,4<br />
4,8<br />
4,2<br />
4,6<br />
4<br />
4,4<br />
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021* 2022* 2023*<br />
4,2<br />
Voorlopige cijfers<br />
4<br />
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021* 2022* 2023*<br />
Voorlopige cijfers<br />
Bron: CBS<br />
> <strong>In</strong> november 2023 publiceerde het CBR een<br />
verdeling op basis van gegevens uit 2021.<br />
Verdeling van besteedbaar inkomen<br />
Aantallen huishoudens x 1.000<br />
375<br />
350<br />
325<br />
300<br />
375<br />
275<br />
350<br />
250<br />
325<br />
375<br />
350<br />
325<br />
300<br />
275<br />
250<br />
225<br />
200<br />
175<br />
150<br />
Consumenten<br />
waren voor het eerst<br />
na oktober 2021<br />
weer positief over hun<br />
financiële situatie.<br />
225<br />
300<br />
200<br />
275<br />
175<br />
250<br />
150<br />
225<br />
125<br />
200<br />
100<br />
175<br />
75<br />
150<br />
50<br />
125<br />
25<br />
100<br />
0<br />
75<br />
0 20 40 60 80 100 120 140<br />
50<br />
25<br />
Bron: CBS<br />
0<br />
0 20 40 60 80 100 120 140<br />
125<br />
100<br />
75<br />
50<br />
Aantal winkels op 1 januari<br />
x 1 000<br />
100<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 105<br />
25<br />
0<br />
0 20 40 60 80 100 120 140<br />
80<br />
Aantal winkels op 1 januari<br />
x 1 000<br />
100 60
375<br />
350<br />
Beeld in de winkelstraat<br />
325<br />
300<br />
275<br />
<strong>De</strong> getallen op een rijtje<br />
250<br />
225 > Volgens het CBS telde Nederland 82,1 duizend<br />
200<br />
fysieke winkelvestigingen op 1 januari 2023. Dit zijn<br />
175<br />
1,6 duizend winkels minder dan een jaar eerder.<br />
150<br />
Dit is de sterkste daling sinds het uitbreken van de<br />
125<br />
100 coronapandemie. Het aantal winkels in schoenen<br />
75<br />
en lederwaren daalde het sterkst, het aantal winkels<br />
50<br />
in overige voedingsmiddelen steeg het meest. <strong>De</strong><br />
25<br />
nieuwste cijfers passen in de dalende trend die in<br />
0<br />
2010 is ingezet.<br />
0 20 40 60 80 100 120 140<br />
Aantal fysieke winkels<br />
en aantal webwinkels<br />
Aantal winkels op 1 januari<br />
x 1 000<br />
100<br />
80<br />
60<br />
40<br />
Aantal fysieke winkels per 1 januari 2023<br />
Kledingwinkels<br />
Winkels overige huishoudartikelen<br />
Kledingwinkels<br />
Winkels overige huishoudartikelen<br />
Supermarkten<br />
Bloemen-, dierenwinkels, Supermarkten tuincentra<br />
Bloemen-, dierenwinkels, Doe-het-zelfzaken tuincentra<br />
Doe-het-zelfzaken<br />
Vrijetijdsartikelen<br />
Overige voedingsmiddelen<br />
Vrijetijdsartikelen<br />
Drogisten, Overige orthopedische voedingsmiddelen winkels<br />
Winkels Drogisten, in antiek orthopedische en tweedehands winkels<br />
Winkels in antiek Slagerijen en tweedehands<br />
en poeliers<br />
Schoenen Slagerijen en lederwaren<br />
en poeliers<br />
Brood, Schoenen banket, en lederwaren<br />
zoetwaren<br />
Brood, banket, zoetwaren Slijterijen<br />
Warenhuizen, Slijterijen e.d.<br />
Warenhuizen, Juweliers e.d.<br />
Tabaksproducten Juweliers<br />
Communicatieapparatuur<br />
Tabaksproducten<br />
Communicatieapparatuur<br />
Wit- en bruingoed<br />
Wit- Tapijt en en bruingoed gordijnen<br />
Tapijt Overige en gordijnen winkels<br />
Bron: CBS<br />
Overige winkels<br />
0 2 4 6 8 10 12 14 16<br />
Voorlopige cijfers 1000 x<br />
0 2 16<br />
4 6 8 10 12 14<br />
Voorlopige cijfers 1000 x<br />
> <strong>De</strong> daling van het aantal winkels is te zien in<br />
nagenoeg alle sectoren. Het gaat bij schoenen en<br />
lederwaren wel heel erg hard. Ook vallen audio/<br />
video, wit- en bruingoed op; veelal zaken die men<br />
aanschaft via internet.<br />
20<br />
0<br />
2010 2012 2014 2016 2018 2020 2022<br />
Verandering van het aantal winkels<br />
(ten opzichte van 2022)<br />
Overige voedingsmiddelen<br />
Overige voedingsmiddelen<br />
Speelgoedwinkels<br />
Fysieke winkels<br />
Webwinkels<br />
Warenhuizen, Speelgoedwinkels e.d.<br />
Warenhuizen, Boekwinkels e.d.<br />
Bron: CBS<br />
Supermarkten<br />
Boekwinkels<br />
Brood, banket, Supermarkten<br />
zoetwaren<br />
Brood, Doe-het-zelfzaken<br />
banket, zoetwaren<br />
> Er zijn nu voor het eerst meer webwinkels<br />
(84,1 duizend) dan fysieke winkels (82,1 duizend)<br />
in Nederland. Het totale aantal webwinkels steeg in<br />
2023, net als in de afgelopen jaren.<br />
> Kledingwinkels komen het meeste voor<br />
(13,3 duizend). Toch daalde het aandeel<br />
kledingwinkels Kledingwinkels licht, tot 16,2%. Winkels in<br />
Winkels overige huishoudartikelen<br />
Supermarkten artikelen en supermarkten<br />
Bloemen-, dierenwinkels, tuincentra<br />
volgen met respectievelijk 6,5 duizend en 6,4<br />
Doe-het-zelfzaken<br />
Vrijetijdsartikelen<br />
duizend. <strong>De</strong> meeste webwinkels handelen in<br />
Overige voedingsmiddelen<br />
Drogisten, orthopedische winkels<br />
kleding en mode (19,3 duizend), en huis- en<br />
Winkels in antiek en tweedehands<br />
tuinartikelen Slagerijen en poeliers (15,3 duizend).<br />
Schoenen en lederwaren<br />
Brood, banket, zoetwaren<br />
Slijterijen<br />
Warenhuizen, e.d.<br />
Juweliers<br />
Doe-het-zelfzaken Juweliers<br />
Drogisten, orthopedische Juweliers winkels<br />
Drogisten, orthopedische Slijterijen winkels<br />
Winkels in overige Slijterijen artikelen<br />
Winkels in Vrijetijdsartikelen<br />
overige Parfums Vrijetijdsartikelen<br />
en cosmetica<br />
Parfums en Viswinkels cosmetica<br />
Tabaksproducten Viswinkels<br />
Tapijt Tabaksproducten<br />
gordijnen<br />
Tapijt Kledingwinkels<br />
en gordijnen<br />
Bloemen-, dierenwinkels, Kledingwinkels tuincentra<br />
Bloemen-, Overige dierenwinkels, huishoudartikelen tuincentra<br />
Overige Slagerijen huishoudartikelen<br />
en poeliers<br />
Antiek Slagerijen en tweedehands<br />
en poeliers<br />
Communicatieapparatuur<br />
Antiek en tweedehands<br />
Elektrische Communicatieapparatuur<br />
huishoudapparatuur<br />
Elektrische huishoudapparatuur<br />
Groentewinkels<br />
Computers Groentewinkels<br />
software<br />
Computers Lectuur en schrijfwaren<br />
software<br />
Lectuur Stoffen schrijfwaren<br />
textiel<br />
Audio- en Stoffen video-opnamen en textiel<br />
Audio- en Wit- video-opnamen<br />
en bruingoed<br />
Schoenen Wit- en en lederwaren bruingoed<br />
Schoenen en lederwaren<br />
Bron: CBS<br />
-9 -6 -3 0 3 6 9<br />
Voorlopige cijfers<br />
% verandering t.o.v. een jaar eerder<br />
-9 -6 -3 0 3 6 9<br />
Voorlopige cijfers<br />
% verandering t.o.v. een jaar eerder<br />
Tabaksproducten<br />
Communicatieapparatuur<br />
Wit- en bruingoed<br />
106<br />
Tapijt en gordijnen<br />
Overige winkels<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |<br />
0 2 4 6 8 10 12 14 16<br />
Voorlopige cijfers x 1000
<strong>In</strong> 71,9% van de gemeenten daalt het aantal<br />
winkels. <strong>In</strong> de twintig gemeenten met de meeste<br />
inwoners kan men dit jaar alleen in Zoetermeer en<br />
Arnhem meer winkels bezoeken dan vorig jaar. <strong>In</strong><br />
alle andere grote gemeenten daalde het aanbod.<br />
Verandering van het aantal fysieke winkels<br />
Minder dan -8 (%)<br />
-8 tot -4 (%)<br />
-4 tot 0 (%)<br />
0 tot 4 (%)<br />
4 tot 8 (%)<br />
8 of meer (%)<br />
Bron: CBS<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 107
Special<br />
Implosie van het Blokker-concern<br />
> Tien jaar geleden maakte Blokker Holding,<br />
<strong>De</strong> nieuwe eigenaar ontving van de familie Blokker<br />
het destijds machtige winkelconcern van de<br />
een bruidsschat van naar verluidt 250 miljoen<br />
gelijknamige ondernemersfamilie, voor de eerste euro, waarmee hij het bedrijf weer gezond moest<br />
keer in de geschiedenis verlies. Tot die tijd had maken. <strong>De</strong> familie gaf dat bedrag onder meer mee<br />
het familiebedrijf de winkelstraten van Nederland om ervoor te zorgen dat ‘hun’ personeel goed<br />
gedomineerd, met klinkende namen als <strong>In</strong>tertoys, terecht zou komen. Witteveen doopte Blokker<br />
Leen Bakker, Marskramer, Xenos en natuurlijk Holding om tot Mirage Retail Group (MRG) en<br />
Blokker. Bij het overlijden van pater familias Jaap zette een reorganisatie door. Door verkoop van<br />
Blokker in 2011 telde het concern 14 ketens, goed bedrijfsonderdelen als Blokker België en sluiting<br />
voor bijna 3000 winkels, 25.000 werknemers en<br />
een omzet van 2,7 miljard euro. <strong>De</strong> rode cijfers<br />
van 2014 bleken het begin van een decennium<br />
van onstuitbaar verval. <strong>In</strong> de jaren die volgden,<br />
bereikten de verliezen duizelingwekkende hoogtes.<br />
<strong>In</strong> 2017 gooide de familie Blokker de handdoek<br />
in de ring en kondigde aan alle winkelketens<br />
behalve Blokker te verkopen. Dat jaar werd een<br />
recordverlies van 344 miljoen euro geleden. Michiel<br />
Witteveen (69) nam in 2019 de restanten van de<br />
kwakkelende winkelgigant Blokker Holding over.<br />
Hij zou het concern weer gezond maken en naar de<br />
beurs brengen. <strong>In</strong>middels zijn (ex-)dochters Blokker<br />
België, BCC en Big Bazar bankroet, en staat de rest<br />
in de etalage.<br />
van slecht presterende winkels daalde de omzet<br />
van MRG in 2019 van 817 miljoen euro naar 544<br />
miljoen euro. Dat jaar werd bovendien opnieuw<br />
een megaverlies geleden, van 144 miljoen euro.<br />
<strong>In</strong> de herfst van 2019 werd de noodlijdende<br />
speelgoedformule <strong>In</strong>tertoys teruggekocht. Dat<br />
wekte nogal verbazing omdat de winkelketen 2 jaar<br />
eerder juist was afgestoten en na een daaropvolgend<br />
faillissement in omvang was gehalveerd. Ondanks de<br />
'ongekende uitdagingen' van het eerste coronajaar<br />
beleefde Mirage Retail Group in 2020 een topjaar. <strong>De</strong><br />
groepsomzet steeg ruim 15%, tot 628 miljoen euro.<br />
Als de volledige omzet van BCC was meegeteld, was<br />
de omzet van het concern ruim 1,1 miljard euro<br />
geweest.<br />
108<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Onderaan de streep prijkte voor het eerst in jaren<br />
een nettowinst, van 57 miljoen euro. Bij nader<br />
inzien was de winstgevendheid vooral het gevolg<br />
van een eenmalige meevaller, zo concludeerde<br />
het FD na het bestuderen van de jaarrekening.<br />
Omdat de boekwaarde van het aangekochte BCC<br />
bijna 88 miljoen euro hoger was dan de werkelijk<br />
betaalde prijs, kon er op papier een winst worden<br />
gepresenteerd. Een deel van de overwaarde kon<br />
beursgang van Mirage Retail Group voorlopig af.<br />
Opeens bleek het winkelbedrijf wel degelijk geraakt<br />
te zijn door de winkelsluitingen als gevolg van de<br />
coronapandemie. Bij de presentatie van de jaarcijfers<br />
in de zomer van 2022 bleek het winkelconcern<br />
inderdaad weer in de rode cijfers te zitten. <strong>De</strong> omzet<br />
daalde in 2021 met 8% tot 968 miljoen euro met een<br />
verlies van 63 miljoen euro. Afgelopen zomer bleef het<br />
eerst ijzig stil vanuit het hoofdkantoor in Amsterdam,<br />
Witteveen ook daadwerkelijk verzilveren, dankzij<br />
de verkoop van het hoofdkantoor van BCC op<br />
Schiphol. <strong>De</strong> werknemers moesten intrekken in<br />
het Amsterdamse kantoor van Mirage. Met de<br />
omzetstijging en de winst in de achterzak kon<br />
Witteveen in juli en september 2021 melden dat<br />
de voorbereidingen voor de beursgang van Mirage<br />
Retail Group in het jaar erop op schema lagen. Maar<br />
de feestvreugde duurde niet lang. <strong>In</strong> oktober 2021<br />
verkocht Witteveen plotseling dochter Big Bazar, met<br />
destijds 135 winkels. Het bedrijf zou opeens niet bij<br />
Mirage passen, omdat het niet over een webwinkel<br />
beschikte. Later bleek dat Big Bazar jarenlang een<br />
zorgenkindje was dat grote verliezen leed. Begin<br />
december 2021 blies Witteveen de voor 2022 geplande<br />
maar in augustus kondigde Witteveen aan de Mirage<br />
Retail Group te ontmantelen. Het voormalige winkelimperium<br />
is inmiddels behoorlijk gedecimeerd: exdochter<br />
Blokker België (123 winkels) ging eind 2020 al<br />
op de fles, winkeldochter BCC (60 winkels) ging eind<br />
2023 failliet en ex-dochter Big Bazar (135 winkels)<br />
is ook al omgevallen. <strong>In</strong>middels is bekend dat er een<br />
directiewissel heeft plaatsgevonden bij Blokker. <strong>De</strong><br />
nieuwe directie heeft de opdracht de keten klaar te<br />
maken voor verkoop. Dochterbedrijven <strong>In</strong>tertoys (220<br />
winkels) en Blokker (406 winkels) staan in de etalage.<br />
Hoe deze winkelketens precies presteren is onduidelijk<br />
omdat Mirage nog geen cijfers over 2022 heeft<br />
gepresenteerd en van de dochters zelf ont breken<br />
jaarrekeningen bij de Kamer van Koophandel.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 109
110<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Opeenstapeling van moeilijkheden<br />
in detailhandel<br />
> <strong>De</strong> omstandigheden zijn voor veel winkeliers<br />
extreem moeilijk: de naweeën van de coronapandemie<br />
en de torenhoge inflatie, die allerlei<br />
kosten heeft opgejaagd en ertoe leidde dat de<br />
consument de hand op de knip hield. Winkeliers<br />
blijven de gevolgen daarvan nog lang voelen.<br />
> <strong>De</strong> hardnekkigste kwaal is ironisch genoeg het<br />
gevolg van een van de maatregelen die winkeliers de<br />
coronapandemie heeft doorgeholpen. Het kabinet<br />
bood al snel na de eerste lockdown bedrijven de<br />
mogelijkheid de afdracht van belastingen en sociale<br />
premies uit te stellen. Zo konden ondernemers<br />
die slechts een fractie van hun gebruikelijke omzet<br />
draaiden, toch het hoofd boven water houden.<br />
Het pakket, dat verder bestond uit de NOW<br />
(loonsteun) en een tegemoetkoming voor vaste<br />
lasten, was succesvol: een faillissementsgolf bleef<br />
uit. Sinds oktober 2023 moeten ondernemers<br />
die van de regeling hebben gebruikgemaakt,<br />
de tijdens de coronapandemie opgebouwde<br />
belastingschulden terugbetalen. Daarvoor hebben<br />
ze vijf jaar de tijd, al kan de Belastingdienst die<br />
periode onder voorwaarden oprekken tot zeven<br />
jaar. <strong>De</strong> detailhandel heeft in heel ruime mate<br />
gebruikgemaakt van de steunmaatregel en dat was<br />
terecht, want ze moesten wekenlang verplicht hun<br />
deuren gesloten houden, mochten een tijdlang<br />
alleen open voor klanten die een afspraak hadden<br />
gemaakt en merkten dat bezoekers uit angst voor<br />
het virus de winkelstraat vermeden.<br />
> Gevolg daarvan is dat veel winkelketens de<br />
komende jaren werken voor de Belastingdienst.<br />
Medewerkers in loondienst zullen daar weinig<br />
van merken. INretail, de branchevereniging van<br />
de non-foodwinkeliers, zegt dat 40% van haar<br />
achterban serieus overweegt te stoppen. Daarnaast<br />
neemt het terugbetalen van de coronaschulden<br />
een grote hap uit het budget van winkeliers. Zo zal<br />
HEMA € 118,3 miljoen moeten overmaken aan de<br />
Belastingdienst en UWV, dat de te veel uitgekeerde<br />
NOW-subsidies terugvordert, hetgeen neerkomt<br />
op 3,5 keer de jaarwinst van 2022. Dat betekent dat<br />
de warenhuisketen de komende jaren toch minder<br />
kan besteden aan het opfrissen van winkels, het<br />
installeren van zelfscankassa’s of vernieuwing van<br />
het assortiment.<br />
> <strong>De</strong> teruglopende verkopen doen extra veel pijn<br />
doordat de kosten fors zijn gestegen. Personeel<br />
verdient meer dankzij cao-afspraken en een<br />
verhoging van het wettelijk minimumloon, de<br />
energieprijs is na de Russische inval in Oekraïne<br />
omhooggeschoten en winkelpandeigenaren mogen<br />
de huur verhogen met de inflatie. Het einde van<br />
de prijsstijgingen is bovendien nog niet in zicht. Zo<br />
stijgt op 1 januari <strong>2024</strong> het minimumloon met 3,75%<br />
en als het aan de Tweede Kamer ligt, komt daar in<br />
juni <strong>2024</strong> nog eens 1,2% bovenop.<br />
> Bedrijven die onvoldoende onderscheidend<br />
zijn ten opzichte van hun concurrenten, kunnen<br />
kostenstijgingen lastiger doorrekenen aan klanten<br />
omdat de laagste prijs in zulke situaties vaak<br />
doorslaggevend is. Hierdoor moeten zij inleveren<br />
op hun winstmarges en houden zij minder ruimte<br />
over om te innoveren in zaken als assortiment, de<br />
winkel of personeel.<br />
> Doordat grote ketens in de financiële problemen<br />
raken en verdwijnen, krijgen ook kleinere retailers<br />
het zwaar. Binnensteden bestaan idealiter uit<br />
een mix van bekende winkelketens en nieuwe,<br />
verrassende namen. Die eerste groep trekt veel<br />
bezoekers, waar de tweede groep van profiteert. <strong>In</strong><br />
potentie is het dus een probleem als grote ketens<br />
verdwijnen uit steden. Het aantal winkels in het<br />
centrum van de 17 grootste Nederlandse steden is<br />
de afgelopen 20 jaar flink afgenomen. Van 11.372<br />
detailhandelspanden in 2004 naar 8595 in 2023, een<br />
afname van bijna 25%.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 111
Verschuivingen gaan gewoon door<br />
> Consumenten kochten volgens brancheorganisatie<br />
Thuiswinkel eind 2019 18% van hun producten<br />
online; halverwege 2023 was dat al gestegen naar<br />
22%. Klanten die nog niets online kochten, gingen<br />
tijdens de lockdowns overstag – en zijn gewend<br />
geraakt aan online winkelen. Daardoor is de taart<br />
voor de stenen winkels kleiner geworden.<br />
> <strong>In</strong> de detailhandel daalt het aantal verkochte<br />
producten al maanden, blijkt uit data van het<br />
Centraal Bureau voor de Statistiek. Dankzij<br />
prijsverhogingen blijft de omzet in de sector op<br />
peil. <strong>De</strong> volumedaling laat zien dat consumenten<br />
de hand op de knip houden.<br />
Het besteedbaar<br />
inkomen van gezinnen<br />
staat onder druk.<br />
Omzetontwikkeling<br />
> <strong>De</strong> detailhandel heeft in oktober 2023 4,7% meer<br />
omgezet dan in oktober 2022, meldt het CBS. Het<br />
verkoopvolume bleef nagenoeg gelijk. <strong>De</strong> omzet<br />
van de foodsector groeide met 6,0%, en de omzet<br />
van de non-foodsector met 2,4%. Online is 2,9%<br />
meer omgezet dan een jaar eerder. <strong>De</strong> omzetcijfers<br />
zijn gecorrigeerd voor koopdagen in oktober. Op<br />
sommige dagen van de week wordt meer verkocht<br />
dan op andere dagen. Zonder deze correctie was<br />
de omzet van de detailhandel 3,9% hoger dan in<br />
oktober 2022.<br />
112<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Omzet detailhandel (koopdaggecorrigeerd)<br />
% verandering ten opzichte van voorgaande jaar<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
-5<br />
-15<br />
-10<br />
2019 2020 2021 2022 2023<br />
Bron: CBS<br />
> <strong>De</strong> omzet van de non-foodwinkels groeide in oktober 2023<br />
met 2,4%. Het volume (de voor prijsveranderingen gecorrigeerde<br />
omzet) was 0,6% lager dan een jaar eerder. <strong>De</strong> drogisterijen,<br />
de winkels in schoenen en lederwaren, de winkels in recreatieartikelen,<br />
de kledingwinkels en de winkels in meubels en<br />
woninginrichting hebben in oktober 2023 meer omgezet dan<br />
in oktober 2022. Daarentegen hebben de winkels in doe-hetzelfartikelen<br />
(inclusief keukens en vloeren) en de winkels in<br />
consumentenelektronica in oktober minder omgezet. <strong>De</strong> winkels<br />
in voedings- en genotmiddelen hebben in oktober 2023 6,0%<br />
meer omzet behaald dan in oktober 2022. Het verkoopvolume<br />
was 1,3% lager dan een jaar eerder. <strong>De</strong> omzet van de<br />
supermarkten lag 6,4% hoger, de omzet van de speciaalzaken<br />
was 3,2% hoger.<br />
Wat gebeurt er online?<br />
Online bestedingen<br />
> <strong>De</strong> online-omzet was in oktober 2023 2,9% hoger dan in<br />
oktober 2022. Webwinkels (met als hoofdactiviteit verkoop via<br />
internet) hebben 5,1% meer omgezet. <strong>De</strong> online-omzet van<br />
winkels waarvan de verkoop via het internet een nevenactiviteit<br />
is (multi-channelers), bleef nagenoeg gelijk. <strong>De</strong> online-omzet van<br />
de winkels in voedingsmiddelen en drogisterijen en de winkels<br />
in overige non-foodartikelen lag in oktober 2023 hoger dan in<br />
oktober 2022. <strong>De</strong> online-omzet van de kledingwinkels en de<br />
winkels in consumentenelektronica was lager dan een jaar eerder.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 113
Online-omzet 3 e kwartaal 2023<br />
€<br />
€ 7,4 miljard<br />
4%<br />
groei<br />
t.o.v.<br />
Q3 2022<br />
€<br />
€ 81,7 miljoen<br />
1%<br />
groei<br />
t.o.v.<br />
Q3 2022<br />
Online<br />
bestedingen<br />
(excl. verzendkosten)<br />
Nederland<br />
€ 6,5 miljard<br />
Cross-border<br />
€ 0,9 miljard<br />
Aantal<br />
online<br />
aankopen<br />
Nederland<br />
€ 72,7 miljoen<br />
Cross-border<br />
€ 9,1 miljoen<br />
Q3 2023<br />
Bestedingen<br />
Q3 2023<br />
Q3 2023 Aankopen Q3 2023<br />
Totaal<br />
aandeel online<br />
29%<br />
29%<br />
11%<br />
11%<br />
Aandeel<br />
online<br />
t.a.v. totale markt<br />
Producten<br />
22%<br />
22%<br />
9%<br />
10%<br />
Diensten<br />
86%<br />
85%<br />
85%<br />
84%<br />
Bron: Thuiswinkel Markt Monitor van Thuiswinkel.org<br />
> <strong>In</strong> totaal hebben Nederlandse consumenten in het derde kwartaal van 2023<br />
€ 7,44 miljard online uitgegeven, 4% meer dan in het derde kwartaal van 2022.<br />
<strong>De</strong>ze groei komt vooral door een stijging in online bestedingen aan diensten<br />
(+16%), aangejaagd door een groei in pakketreizen (+32%) en losse vliegtickets<br />
en accommodaties (+20%). Het totale aantal online aankopen is 81,7 miljoen<br />
(+1%). Van alle consumentenbestedingen wordt 29% online uitgegeven en 11%<br />
van alle aankopen wordt online gedaan. Waar vorig jaar in kwartaal 3 de online<br />
bestedingen aan pakketreizen en losse vliegtickets en accommodaties nog<br />
vergelijkbaar waren met die in 2019, het laatste jaar zonder COVID-19, schieten<br />
de online bestedingen aan deze categorieën in 2023 omhoog met gemiddeld<br />
24%. <strong>De</strong>ze stijging is te verklaren door een flinke toename in boekingen in<br />
september, vooral lastminutes voor de herfstvakantie. Ook zien we het<br />
zwaartepunt van de online bestedingen aan pakketreizen zich steeds meer<br />
verplaatsen naar online in plaats van fysiek. Waar in het derde kwartaal van<br />
2022 nog 78% van de bestedingen aan pakketreizen online werd gedaan, is dat in<br />
het derde kwartaal van 2023 gestegen naar 85%. Uitgaven aan losse vliegtickets<br />
en accommodaties gaan in 90% van de gevallen online.<br />
> <strong>De</strong> online bestedingen aan producten nemen iets af (-2%), terwijl het aantal<br />
online bestelde producten stabiel blijft. Het totale aantal online aankopen is<br />
81,7 miljoen en dit blijft redelijk stabiel ten opzichte van het derde kwartaal<br />
van 2022 (+1%). Categorieën waar dit kwartaal minder online aan besteed is,<br />
zijn bijvoorbeeld kleding (-13% t.o.v. 2022), consumentenelektronica (-5%) en<br />
telecom (-5%). Online bestedingen aan media en entertainment stijgen met<br />
13%, met name door de verkoop van games en gaming-accessoires.<br />
114<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
<strong>De</strong> online cross-border-bestedingen zijn gestegen<br />
met 10% ten opzichte van het derde kwartaal van<br />
2022. Dit wordt met name veroorzaakt door de<br />
bestedingen aan diensten die stijgen met 17%,<br />
wederom door uitgaven aan pakketreizen (+28%) en<br />
losse vliegtickets en accommodaties (+19%) in het<br />
buitenland. Ook de online cross-border-bestedingen<br />
aan producten groeien iets (+3%), evenals het aantal<br />
cross-border-aankopen van producten (+10%).<br />
Grote groeisegmenten hier zijn speelgoed (+66%<br />
bestedingen) en kleding (+23% bestedingen).<br />
Online aankopen van goederen<br />
of producten<br />
Streaming films<br />
<strong>In</strong>ternetabonnement<br />
Kaartjes culturele evenementen<br />
Streaming muziek<br />
E-books<br />
Online spellen, games<br />
Computersoftware<br />
> iDEAL wordt nog steeds veruit het meest<br />
gebruikt als betaalmiddel voor het doen van online<br />
aankopen, en het aandeel iDEAL-betalingen is zelfs<br />
gestegen Het aantal online aankopen afgerekend<br />
met iDEAL gaat van 69% in het derde kwartaal van<br />
2022 naar 73% in het derde kwartaal van 2023. <strong>De</strong>ze<br />
toename heeft zijn oorsprong in het toenemend<br />
aandeel van iDEAL-betalingen binnen de online<br />
bestedingen gedaan met een smartphone.<br />
Andere betaalde apps<br />
Kaartjes sportevenement<br />
Gezondheids- of sportapps<br />
0 20 40 60<br />
2021<br />
% personen ouder<br />
2023 2022 van 12 jaar of<br />
Bron: thuiswinkel.org<br />
> <strong>In</strong> het derde kwartaal van 2023 deed 88% van<br />
de Nederlanders (15+) een aankoop online, een<br />
vergelijkbaar aandeel met dat in het vorige jaar. Het<br />
aandeel online kopers dat zijn aankopen doet met<br />
een smartphone is wederom gestegen, inmiddels<br />
gaat 27% van de bestedingen via de smartphone<br />
(2 procentpunt meer dan vorig jaar) en 35% van het<br />
aantal aankopen gaat via een smartphone<br />
(1 procentpunt meer dan vorig jaar). Dit gaat met<br />
name ten koste van het gebruik van de tablet.<br />
Twinckle - top 250<br />
2022 2021 2020 2019<br />
Omzet ex btw<br />
in miljoen €<br />
Omzet<br />
aandeel<br />
tussenliggend<br />
% stijging t.o.v.<br />
voorgaand<br />
jaar<br />
Omzet ex btw<br />
in miljoen €<br />
Omzet<br />
aandeel<br />
tussenliggend<br />
% stijging t.o.v.<br />
voorgaand<br />
jaar<br />
Omzet ex btw<br />
in miljoen €<br />
Omzet<br />
aandeel<br />
tussenliggend<br />
% stijging t.o.v.<br />
voorgaand<br />
jaar<br />
Omzet ex btw<br />
in miljoen €<br />
Omzet<br />
aandeel<br />
tussenliggend<br />
% stijging t.o.v.<br />
voorgaand<br />
jaar<br />
1 4.020 -2% 4.100 24% 3.300 52% 2.170 32%<br />
1-10 11.925 -2% 12.127 25% 9.725 46% 6.653 19%<br />
1-50 19.219 7.294 -3% 19.642 7.515 25% 15.723 5.998 47% 10.721 4.068 22%<br />
1-100 22.166 2.947 17% 22.163 2.521 7% 18.081 2.358 40% 12.408 1.687 43%<br />
1-150 23.939 1.773 -14% 24.217 2.054 56% 19.398 1.317 39% 13.358 950 2%<br />
1-200 25.010 1.071 -35% 25.868 1.651 89% 20.271 873 46% 13.958 600 30%<br />
1-250 25.933 923 17% 26.656 788 24% 20.906 635 47% 14.391 433 36%<br />
Bron: Twinckle/bewerking Somfy<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 115
Voorsorteren op de toekomst<br />
Verwachtingen voor de detailhandel<br />
op korte termijn<br />
> Voor vrijwel alle sectoren binnen de dynamische<br />
detail- en groothandel verwacht Rabobank slechts<br />
een kleine groei in 2023 en <strong>2024</strong>. <strong>De</strong> consument is<br />
door een afnemende koopkracht terughoudender<br />
geworden. Dit blijkt ook uit de negatieve<br />
koopbereidheid van consumenten. Vrijwel alle<br />
deelsectoren van de (non-food)-<br />
detailhandel dalen in volume. <strong>In</strong> een paar<br />
deelsectoren gaat dit samen met een lichte<br />
omzetdaling maar vaak met een (kleine)<br />
omzetgroei. Prijsstijgingen camoufleren in de<br />
meeste gevallen dus de daling in volume. Daarnaast<br />
liet januari voor de detailhandel een bovennormale<br />
(jaar-op-jaar-)omzetgroei zien als gevolg van de<br />
lockdowns in januari 2022. Dit werkt door in het<br />
eindcijfer voor heel 2023.<br />
Omzetprognoses deelsectoren handel<br />
2022 (j-o-j, %) 2023 (j-o-j, %) <strong>2024</strong> (j-o-j, %)<br />
Autohandel en -reparatie 19,3 9,9 -1,5<br />
Gespecialiseerde autoreparatie 11,8 1,0 0,5<br />
Handel in auto-onderdelen 9,5 4,8 -2,8<br />
Handel in reparatie en motorfietsen 11,4 6,0 1,3<br />
Groothandel in landbouwproducten 23,2 0,0 4,7<br />
Groothandel in voedingsmiddelen 15,6 1,8 1,3<br />
Groothandel in non-food 8,7 3,0 2,0<br />
Groothandel in ICT-apparatuur 14,0 5,6 2,0<br />
Groothandel in industriemachines 13,9 6,6 1,8<br />
Overige gespecialiseerde groothandel 32,9 -15,9 -4,2<br />
Groothandel in bouwmaterialen 6,0 -3,5 -1,0<br />
Supermarkten 4,4 6,0 -1,0<br />
Winkels in voedingsmiddelen 2,1 3,0 1,0<br />
Winkels in consumentenelektronica 6,8 1,8 0,3<br />
Winkels in doe-het-zelfartikelen 6,9 0,6 1,3<br />
Winkels in meubels, woninginrichting algemeen 5,5 -0,2 2,3<br />
Winkels in recreatieartikelen 11,5 3,6 0,8<br />
Winkels in kleding 24,8 1,6 1,0<br />
Winkels in schoenen en lederwaren 18,9 1,7 1,0<br />
Postorderbedrijven, webwinkels -0,3 2,0 5,8<br />
Bronnen: Rabo, CBS<br />
116<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 117
Kristallen bol<br />
Zoals te doen gebruikelijk baseren we ons weer op het archief van het KNMI om een<br />
beeld op te bouwen van het weer in 2023.<br />
Voor wat betreft het aantal uren gemeten over het hele jaar blijft 2023 sterk achter bij<br />
2022 (2054 uren zon) en 2018 (2045 uren zon).<br />
Weerbeeld<br />
Maandgemiddelden<br />
temperatuur/graden Celsius<br />
aantal uren zon<br />
2023 2022 2021 2020 2019 2018 gemiddeld* 2023 2022 2021 2020 2019 2018 gemiddeld*<br />
Januari 5,8 5,3 3,4 6,2 3,5 5,6 3,6 64 59 58 40 57 50 68<br />
Februari 5,7 6,8 4,3 7,2 6,1 0,7 3,9 111 109 125 68 139 162 92<br />
Maart 7,0 7,3 6,4 6,8 8,0 4,7 6,5 120 250 158 186 129 132 145<br />
April 8,7 9,3 6,7 11,1 10,9 12,2 9,8 191 226 221 282 241 181 195<br />
Mei 13,5 14,0 11,2 13,1 11,7 16,4 13,4 255 256 200 324 223 290 225<br />
Juni 19,4 17,1 18,2 17,5 18,1 17,5 16,2 328 282 247 228 266 213 214<br />
Juli 18,1 18,6 18,0 17,0 18,8 20,7 18,3 213 258 196 209 236 341 220<br />
Augustus 17,6 20,0 16,9 20,4 18,4 18,5 17,9 209 289 170 224 248 214 205<br />
September 17,5 14,6 15,9 15,2 14,5 14,7 14,7 211 180 178 202 162 193 159<br />
Oktober 13,2 13,1 11,6 11,3 11,6 11,9 10,9 111 147 124 71 104 174 120<br />
November 7,8 8,6 7,4 8,9 6,4 6,8 7,0 67 98 68 82 77 97 70<br />
<strong>De</strong>cember 3,9 5,4 5,5 5,8 6,1 3,7 62 50 48 81 52 49<br />
Tussentelling 41,6 40,4 36,1 41,7 40,7 46,1 39,4 774 764 668 834 730 684 634<br />
<strong>In</strong>dicator/3 jaar 0,35 0,34 0,28 0,34 0,34 0,30<br />
<strong>In</strong>dicator/10 jaar 1,06 1,03 0,92 1,22 1,21 1,05<br />
* 10-jarig gemiddelde over het tijdvak 2013-2022 Bron: KNMI/bewerking Somfy<br />
> Toch lezen we in de grafiek ook iets anders en dat<br />
heeft betrekking op de periode die we in de branche<br />
‘het hoogseizoen’ noemen. Zowel de gemiddelde<br />
temperatuur als het aantal uren zon in die periode<br />
in 2023 liggen boven het 3 jaars- en boven het 10<br />
jaarsgemiddelde. Voor de gemiddelde temperatuur<br />
eindigt 2023 als het beste jaar sinds 2017 met alle<br />
indicatoren en waardes op het hoogste niveau. Kijken<br />
we naar het aantal uren zonneschijn, dan eindigt<br />
2023 in de betreffende periode op de op een na beste<br />
plaats, maar op gepaste afstand achter 2020.<br />
> Juni was de warmste junimaand ooit gemeten en lag<br />
qua temperatuur ruim boven de andere recordjaren<br />
(2021 18,2 graden Celsius en 2019 18,1 graden Celsius).<br />
<strong>De</strong> maand september was de op een na warmste septem<br />
bermaand ooit gemeten (2006: 17,9 graden Celsius)<br />
> Ook wat neerslag betreft was 2023 een bijzonder<br />
jaar, al zat het venijn een beetje in de staart. Met<br />
een gemeten hoeveelheid regen die twee keer<br />
zo groot was als normaal was oktober de natste<br />
oktobermaand sinds 1906. Ook november deed<br />
wat dat betreft een duit in het zakje; het was de<br />
derde natste maand ooit gemeten, overigens maar<br />
fractioneel onder het recordjaar 1977.<br />
118<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 119
Specifieke invloeden<br />
> Ieder jaar spelen er wel een aantal specifieke<br />
elementen die (mogelijk) van invloed zijn op het<br />
niveau van de activiteiten in de markt. Doorgaans<br />
zijn het elementen waarvan de voorspelbaarheid<br />
laag is. We hebben er ook voor <strong>2024</strong> een aantal<br />
geïdentificeerd. <strong>In</strong> vergelijking met verstoringen<br />
die we hebben meegemaakt in recente voorgaande<br />
jaren (corona, verstoring wereldwijde logistieke<br />
ketens, energieprijzen) is onze inschatting dat de<br />
gevolgen van de volgende verstoringen voor <strong>2024</strong><br />
minder drastisch zullen zijn.<br />
Veranderingen in politiek <strong>De</strong>n Haag<br />
> <strong>De</strong> verkiezingen eind vorig jaar lieten een aardverschuiving<br />
zien binnen het electoraat. Het meest<br />
voor de hand liggende gevolg is het ontstaan van een<br />
rechts (gedoog)kabinet onder leiding van de PVV.<br />
> Veel oude rotten stappen uit de politiek of zijn<br />
al uit het zicht verdwenen. Dat geeft ruimte voor<br />
nieuwe inzichten en een nieuwe aanpak. Daar<br />
was al enige tijd behoefte aan, echter bij nieuwe<br />
gezichten ontbreekt dan vaak weer de nodige<br />
ervaring die nodig is voor stabiliteit.<br />
<strong>De</strong> nieuwe Tweede Kamer<br />
Zetelverdeling<br />
> Met een beetje goede wil hebben we aan het einde<br />
van het voorjaar een nieuwe regering die vanuit de<br />
coalitie onderhandelingen gelijk aan de voorbereiding<br />
van Prinsjesdag kan beginnen, onderbroken door<br />
een zomerreces. Het lijkt niet waarschijnlijk dat een<br />
nieuwe regering voor het einde van <strong>2024</strong> aan het<br />
implementeren van nieuw beleid toe gaat komen.<br />
> <strong>In</strong> feite zal <strong>2024</strong> beleidsmatig een verloren jaar<br />
zijn, waarvan de eerste helft wordt ingevuld door<br />
het demissionaire kabinet, waaruit steeds meer<br />
bewindvoerders zullen wegvallen omdat zij andere<br />
missies verkiezen boven het afwerken van lopende<br />
dossiers. Het zal kantje boord worden of Mark<br />
Rutte ook tot het rijtje van vervroegde afzwaaiers<br />
gaat behoren. Zijn recentelijke internationale<br />
optredens verraden een ambitie op Europees<br />
niveau of zelfs groter. Enfin, we gaan het allemaal<br />
zien. Het is in ieder geval heel wel mogelijk dat hij<br />
in april in de voetsporen van de vroegere minister<br />
Luns gaat treden.<br />
> <strong>In</strong> een ander scenario is er onvoldoende binding<br />
tussen de vier kandidaten over rechts en zal er een<br />
andere oplossing gevonden moeten worden. Er zijn<br />
drie opties: een minderheidskabinet over rechts, een<br />
vermoedelijk zeer instabiel compromis in het midden<br />
of nieuwe verkiezingen. <strong>In</strong> het laatste geval blijft<br />
Nederland tot het einde van <strong>2024</strong> zonder regering.<br />
> Hoe dan ook: beleidsmatig zal <strong>2024</strong> niet het jaar<br />
van de grote veranderingen worden. Overigens<br />
helpt dat de internationale concurrentiepositie<br />
van ons land op de middellange termijn niet echt<br />
vooruit. Dat is geen goed nieuws, want we verliezen<br />
in behoorlijk tempo terrein.<br />
Bron: Tweede Kamer der Staten-Generaal<br />
> Nemen we de laatste vijf formaties als uitgangspunt<br />
dan zouden er toch snel vijf maanden nodig zijn<br />
voor het vormen van een nieuwe regering.<br />
<strong>In</strong>stabiele regio’s en (handels)oorlogen<br />
> Helaas is de situatie in Israël, na een groot aantal<br />
jaren van relatieve rust, sinds oktober 2023 weer<br />
totaal ontspoord. Aangespoord en ondersteund<br />
door Iran is Hamas uit op een kettingreactie waarbij<br />
vele landen betrokken zullen worden. Amerika<br />
kan zich niet afzijdig houden en probeert uit alle<br />
120<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
macht Israël in toom te houden. Eind december<br />
waarschuwt Israël het buurland dat de toenemende<br />
raketbeschietingen vanuit Libanon door de<br />
Hezbollah-beweging moeten stoppen op straffe van<br />
een inval in dat land. Libanon is totaal verziekt door<br />
corruptie, politiek ontwricht, nog steeds overvol<br />
met vluchtelingen uit Syrië en heeft een failliete<br />
overheid. Oorlog is dus wel het laatste dat het land<br />
kan gebruiken. Over Syrië gesproken: ook dat land<br />
ligt totaal in puin. Toch worden er ook vanuit Syrië<br />
beschietingen uitgevoerd op Israël, met militaire<br />
vergeldingen vanuit Israël tot gevolg.<br />
> <strong>De</strong> directe betrokkenheid van Europa is en<br />
blijft relatief klein. Wel zijn er invloeden op<br />
het internationale scheepvaartverkeer die<br />
kostenverhogingen teweegbrengen en de<br />
aanvoerlijnen beïnvloeden. Omdat de wereldhandel<br />
in <strong>2024</strong> niet overmatig zal zijn, is er voldoende<br />
capaciteit om langere transporttijden in te vullen.<br />
Alles bij elkaar is de impact op ons land in <strong>2024</strong><br />
relatief gering.<br />
> Veel dichter bij huis: Oekraïne. Op de militaire<br />
kaarten is er eigenlijk niet zo heel veel gewijzigd<br />
in 2023. Schijn bedriegt! <strong>De</strong> politieke steun in<br />
het Westen voor verdere financiële steun aan<br />
Oekraïne brokkelt in rap tempo af en dus drogen<br />
de geldstromen op. Oorlog voeren is kostbaar en<br />
Oekraïne is simpelweg niet in staat dit op eigen<br />
houtje lang vol te houden. Sluwe vos Poetin krijgt<br />
zijn oorlogseconomie steeds beter op orde en<br />
heeft een bijna onuitputtelijke bron van financiële<br />
middelen die vrijkomen door de verkoop van<br />
olie aan Azië en Afrika. Daar waar hij zijn eigen<br />
wapens of munitie niet krijgt geproduceerd kan<br />
hij aankloppen bij Noord-Korea, dat geld voor de<br />
opbouw van zijn eigen strijdmacht en nucleaire<br />
wapens goed kan gebruiken. Stelselmatig vernietigt<br />
Poetin ook de infrastructuur van het hele land,<br />
inclusief de hoofdstad Kiev.<br />
> Het heeft er alle schijn van dat de operatie in<br />
Gaza pas stopt als alle infrastructuur is vernietigd<br />
en de toekomst voor de 2 miljoen inwoners<br />
totaal verdwenen is. Militaire operaties van Israël<br />
in Libanon en Syrië zullen eerst in omvang en<br />
hevigheid toenemen, is de verwachting. Koren<br />
op de molen van Teheran, dat uit is op een totale<br />
ontwrichting van de regio. Het beeld hier is<br />
niet gunstig: grote kans op uitbreiding, geen zicht<br />
op oplossingen en dus instabiliteit in ieder geval<br />
voor heel <strong>2024</strong>.<br />
> Het front zal in <strong>2024</strong> wellicht niet heel veel<br />
verschuiven, maar de kans dat het Westen deze<br />
oorlog als verloren beschouwt is inmiddels tot<br />
ver boven de 50% gestegen. <strong>De</strong> Baltische staten<br />
en Finland kunnen hun borst natmaken; zij<br />
komen langzaam binnen het schootsveld. Het is<br />
allemaal een kwestie van tijd. <strong>De</strong> biologische klok<br />
van Poetin begint ook mee te spelen trouwens.<br />
Voor de energievoorziening is Europa nauwelijks<br />
meer afhankelijk van Rusland. Er zijn andere<br />
oplossingen gevonden die in de praktijk ook<br />
werken. <strong>De</strong> klimaatverandering werkt voorlopig<br />
mee. Conclusie: de economische gevolgen voor<br />
Nederland, met uitzondering van immigratie, zijn<br />
naar verwachting klein in <strong>2024</strong>.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 121
Verkiezingsjaar <strong>2024</strong><br />
> <strong>In</strong> <strong>2024</strong> gaat meer dan de helft van de wereld naar de<br />
stembus, iets dat nog nooit eerder is voorgekomen. <strong>In</strong><br />
veel landen is een periode van verkiezingen veelal een<br />
tijd van afwachten en onzekerheid ten aanzien van<br />
consumptieve bestedingen. Dat komt het herstel van<br />
de economie niet ten goede.<br />
> Verreweg de belangrijkste verkiezingen worden<br />
eind <strong>2024</strong> gehouden in de VS. Op <strong>2024</strong> zullen deze<br />
geen heel grote invloed meer hebben. Kiezers lijken<br />
een tweede termijn voor president Biden niet echt<br />
een optie te vinden. Trump, hoewel druk met zijn<br />
rechtszaken, toont nog steeds vechtlust en men<br />
kan hem nog niet afschrijven.<br />
Wetgeving<br />
> Vanwege het enorme woningtekort in Nederland<br />
staat woningbouw hoog op de politieke agenda.<br />
Sinds de verkiezingen is het een beetje stil<br />
geworden rond minister <strong>De</strong> Jonge.<br />
> <strong>De</strong> minister wil met extra regie zorgen dat in de<br />
zeventien al bestaande NOVEX-gebieden voor<br />
grootschalige woningbouw de potentie voor<br />
nieuwe woningen nog meer wordt benut. Regio’s<br />
waar daarvoor mogelijkheden worden gezien,<br />
zijn Eindhoven, de Stedendriehoek, Twente,<br />
Zuid-Limburg en Groningen-Assen-Emmen.<br />
<strong>De</strong>ze zoekgebieden staan ook genoemd in de<br />
contourennotitie van de Nota Ruimte. Bij de<br />
vast stelling van de Nota Ruimte in <strong>2024</strong> zullen<br />
de nieuwe grootschalige woningbouwlocaties<br />
worden aangewezen.<br />
> Tot nu toe blijkt het allemaal nog niet met<br />
een sneltreinvaart te gaan als het gaat om het<br />
realiseren van de geplande woningbouw. Ruimte,<br />
vergunningen, betaalbaarheid, aanbod afgestemd<br />
op de vraag, alles is een uitdaging.<br />
Verduurzaming<br />
Klimaatdoelen<br />
> Willen landen de opwarming van de aarde<br />
beperken tot 1,5 ºC in deze eeuw, dan moeten<br />
regeringen dit jaar radicale keuzes maken om<br />
broeikasgassen terug te dringen. Het klimaat<br />
moet vooropstaan in alle beslissingen die landen<br />
nu nemen, anders is het in 2015 afgesproken<br />
klimaatdoel ten dode opgeschreven, zo waarschuwt<br />
het nieuwste rapport van de Verenigde Naties (VN).<br />
> Nederland is redelijk op gang gekomen, boekt<br />
vooruitgang, maar loopt ook tegen achterstanden<br />
op. Van een demissionair kabinet is weinig nieuwe<br />
regelgeving te verwachten. Hoe het nieuwe kabinet<br />
aan zal kijken tegen het klimaat is vooralsnog een<br />
groot vraagteken. Mocht het een kabinet onder<br />
Wilders worden, dan hoeven we ook in 2025 geen<br />
echte versnelling te verwachten.<br />
> Regelgeving ten spijt, veel mensen zijn zich toch<br />
wel bewust geworden van de klimaatverandering.<br />
Consumptiepatronen zullen veranderen,<br />
deels ingegeven door de gevolgen van de<br />
klimaatverandering. <strong>De</strong> branche heeft daarin ook<br />
een opgave te vervullen. Dynamische zonwering<br />
is een must voor de toekomst. Er ligt een grote<br />
opgave te wachten om de producten beter te<br />
vermarkten. <strong>De</strong> verwachtingen op middellange en<br />
lange termijn blijven onverminderd gunstig. Lopen<br />
de temperaturen verder op, dan worden de kansen<br />
beter.<br />
Wegwerpmaatschappij<br />
> <strong>De</strong> wegwerpmaatschappij vormt om verscheidene<br />
redenen een steeds groter probleem; met name<br />
in de productiefase en de afdankfase is er sprake<br />
van negatieve effecten zoals milieuvervuiling,<br />
122<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 123
Ongetwijfeld<br />
zal er vroeg of laat<br />
regelgeving ontstaan<br />
die ook de<br />
zonweringsbranche<br />
gaat treffen.<br />
gezondheidsproblemen, CO2-uitstoot, uitputting<br />
van natuurlijke grondstoffen en uitbuiting van<br />
arbeidskrachten. Al deze effecten vormen een<br />
bedreiging voor de leefbaarheid van onze planeet.<br />
> Ongetwijfeld zal er vroeg of laat regelgeving<br />
ontstaan die ook de zonweringsbranche gaat treffen.<br />
Hoewel de milieudruk van deze producten relatief<br />
klein is, ontstaan er regels in andere sectoren voor<br />
het gebruik van materialen die in de zonweringsbranche<br />
ook gebruikt zullen gaan worden.<br />
Reguliere variabelen voor<br />
activiteiten in de branche<br />
> Buiten specifieke (incidentele) gebeurtenissen<br />
en oorzaken zijn er een aantal meer voor de<br />
hand liggende variabelen die in hun onderlinge<br />
samenhang bepalend zijn voor het niveau van de<br />
activiteiten in de branche. Veel variabelen zijn in<br />
de voorgaande hoofdstukken al uitgebreid aan de<br />
orde geweest. <strong>In</strong> een aantal gevallen verwijzen we<br />
terug naar verhandelingen in voorgaande edities.<br />
<strong>De</strong> relevante factoren laten we hier even kort de<br />
revue passeren, specifiek in hun samenhang met de<br />
activiteiten in de branche.<br />
Weerbeeld: temperatuur,<br />
aantal uren zon, seizoenpatroon<br />
> Het weer heeft de branche de afgelopen jaren<br />
flink geholpen. Zowel voor wat betreft het aantal<br />
uren zon als de temperaturen heeft het weer<br />
de branche echt de helpende hand toegestoken.<br />
Statistisch gezien zouden we wat weer betreft in<br />
<strong>2024</strong> wel eens een wat minder jaar kunnen hebben.<br />
Macrofactoren: economische groei,<br />
inflatie, rente en besteedbaar inkomen<br />
> Mede door ingrijpen van de ECB is de groei van<br />
de economie tot stilstand gekomen. Het ligt niet in<br />
de lijn der verwachtingen dat de ECB de rente voor<br />
medio <strong>2024</strong> laat zakken. Mocht dat toch gebeuren,<br />
dan zal de groei pas weer vaart krijgen in 2025 en<br />
dat zal in het begin slechts op zeer bescheiden<br />
schaal zijn. Wel komt de inflatie, vooropgesteld<br />
124<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
dat er nergens nieuwe schokgolven ontstaan,<br />
min of meer op het gewenste niveau terug,<br />
ergens in de tweede helft van <strong>2024</strong>. <strong>De</strong> rente zal<br />
gemiddeld iets boven die in 2023 uitkomen, maar<br />
gaat vanaf de tweede helft van <strong>2024</strong> weer dalen,<br />
zeer waarschijnlijk in heel kleine stapjes. Zonder<br />
nieuwe ingrepen die de premie- of belastingdruk<br />
verhogen ontstaat er een beetje meer ruimte; het<br />
besteedbaar inkomen zal iets stijgen.<br />
Huizenmarkt: volume en prijsniveau<br />
> <strong>De</strong> situatie op de huizenmarkt is verrassend<br />
robuust gebleven. Natuurlijk is er een dip in de<br />
verkopen geweest vanaf de tweede helft van 2022,<br />
maar aan het einde van 2023 zien we tekenen<br />
van herstel. Het aanbod is nog steeds te klein en<br />
er wordt weer in grote mate overboden op de<br />
vraagprijs, al lijken de bedragen minder extreem<br />
dan voorheen. Nieuwbouw wil nog steeds niet<br />
vlotten in de mate waarin gewenst, maar ook<br />
hier helpt het dat de hypotheekrente en de inflatie<br />
weer zakken. Al met al zijn de vooruitzichten voor<br />
<strong>2024</strong> niet slecht.<br />
Consument:<br />
vertrouwen en besteedbaar inkomen<br />
> Het afgelopen jaar wist de detailhandel zijn omzet<br />
redelijk op orde te houden, niet qua volume, maar<br />
door het doorberekenen van prijsverhogingen.<br />
Het onderliggende beeld is echter helemaal niet<br />
gunstig. Het aantal vestigingen daalt al een heel<br />
lange periode, ondanks een toename van het<br />
aantal inwoners van ons land. Het winkelaanbod<br />
verschraalt ten gunste van ketens.<br />
> <strong>In</strong>middels zijn er evenveel webshops als fysieke<br />
winkels. <strong>De</strong> lijnen hebben elkaar gekruist in 2023.<br />
Hoewel ook de omzetgroei voor internetverkopen<br />
in 2023 onder druk heeft gestaan, lijkt de opmars<br />
ervan nog steeds niet te stoppen. <strong>De</strong> omzetstijging<br />
in 2023 is met name prijsgedreven, net als in de<br />
detailhandel overigens.<br />
> Het consumentenvertrouwen is in 2023 het<br />
hele jaar historisch laag geweest, maar is wel aan<br />
de beterende hand, gedreven door teruglopende<br />
inflatie, een rente die niet verder op lijkt te lopen<br />
en een lichte verbetering die zich aftekent op de<br />
huizenmarkt. Er lijkt in <strong>2024</strong> ruimte te komen voor<br />
verder herstel.<br />
> <strong>In</strong> 2023 is een einde gekomen aan de afbetalingstermijnen<br />
van belastingschulden die zijn ontstaan<br />
tijdens de coronaperiode. Talloze bedrijven zijn niet<br />
in staat gebleken binnen de gestelde termijnen te<br />
betalen en dus zijn er afgelopen jaar weer een groot<br />
aantal spraakmakende faillissementen geweest.<br />
Er zijn geen redenen om aan te nemen dat dit beeld<br />
in <strong>2024</strong> zal veranderen.<br />
> <strong>De</strong> teruglopende koopkracht (niveau inflatie<br />
boven de loonontwikkeling) heeft de consumptieve<br />
uitgaven in 2023 zeker gedrukt. Voor <strong>2024</strong> is zeer<br />
waarschijnlijk het tegenovergestelde het geval.<br />
<strong>De</strong> lonen zullen nog doorstijgen als gevolg van<br />
(hoge) inflatiecorrecties gebaseerd op voorgaand<br />
jaar, terwijl voor de inflatie een veel milder niveau<br />
wordt verwacht. Per saldo is hier een gunstig<br />
effect te verwachten.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 125
Vooruitzichten zonweringsbranche<br />
Zakelijke en particuliere markt<br />
> Voor de zakelijke markt maken we onderscheid<br />
tussen enerzijds de budgetgedreven segmenten<br />
zoals zorg en onderwijs en anderzijds de sectoren<br />
die meer afhangen van macro-economische<br />
omstandigheden zoals kantoren.<br />
> Budgetgedreven sectoren zijn relatief stabiel,<br />
worden veelal gedreven door bevolkingsomvang en<br />
-samenstelling en kennen dus een lange sinusgolf.<br />
<strong>De</strong> budgetten voor onderwijs hebben de neiging te<br />
verschuiven naar salarissen vanwege spanning op de<br />
arbeidsmarkt. Dat helpt niet echt. <strong>De</strong> kosten voor<br />
zorg moeten verder naar beneden omdat ze op lange<br />
termijn niet houdbaar zijn voor de maatschappij.<br />
Als gevolg daarvan daalt het aantal ziekenhuizen,<br />
evenals het gemiddelde aantal ziekenhuisdagen per<br />
opname. Ook voor de ouderen is het beleid gericht<br />
op een toekomst waarin mensen zo lang mogelijk<br />
thuisblijven, ofwel de markt wordt ingevuld door<br />
commerciële alternatieven.<br />
> Kijken we naar gebouwen voor de commerciële<br />
sector, dan zijn er twee belangrijke trends te<br />
bespeuren. Als gevolg van de conjunctuur is de<br />
markt al sinds 2022 aan het verslappen. Dat effect<br />
zal ook het komende jaar merkbaar zijn. Daarnaast<br />
is er toch ook wel goed nieuws. <strong>De</strong> verplichte<br />
certificering van bestaande gebouwen maakt het<br />
noodzakelijk dat er een inhaalbeweging zal moeten<br />
worden gemaakt als het gaat om het verduurzamen<br />
van bestaande gebouwen.<br />
> Voor de sector over de gehele linie dus een<br />
minder gunstig beeld.<br />
Markt voor buitenzonwering- en leven<br />
> Wij denken dat het beter is om de markt te<br />
splitsen in twee delen, waarin de dynamiek zeker<br />
niet gelijk is. Dat zien we ook terug in de cijfers over<br />
de afgelopen jaren.<br />
> Zonwering aan de gevel van gebouwen wordt<br />
inmiddels volledig gedomineerd door de (ZIP-)<br />
screens. Uitvalzonwering is bijna niet meer van deze<br />
tijd en traditiegetrouw worden rolluiken met name<br />
in het zuiden van Nederland verkocht en langs de<br />
grens met Duitsland. Toch mogen we de rolluiken<br />
niet verwaarlozen. <strong>De</strong> volumes zijn ondanks de<br />
markt relatief goed overeind gebleven. Ook op<br />
andere plaatsen zien we rolluiken meer gewoon<br />
worden in het straatbeeld: veiligheid en comfort<br />
(geluiddemping) zijn belangrijke aankoopmotieven<br />
geworden, die ook blijvend zijn.<br />
> <strong>De</strong> markt voor buitenleven is significant<br />
geïmplodeerd. Mede door exorbitante<br />
prijsverhogingen in met name de periode 2021-<br />
2023 zijn hele subsegmenten kopers totaal<br />
afgehaakt en zijn de volumes in alle segmenten,<br />
maar met name in terrasoverkappingen, enorm<br />
gekrompen, in 2023 al snel met meer dan 30%.<br />
Dit wordt niet alleen veroorzaakt door de prijzen,<br />
maar ook door de dynamiek op de huizenmarkt,<br />
de groei van de economie die tot stilstand komt,<br />
lagere bonussen aan werknemers en de hogere<br />
rente (minder aantrekkelijk om hypotheken over te<br />
sluiten), en is ook een correctie op de vraag tijdens<br />
de coronajaren.<br />
> Wij verwachten dat de gevelzonwering in<br />
volume stabiel tot licht negatief zal zijn. Dat is<br />
overigens historisch gezien op een heel hoog<br />
niveau (referentiejaar 2019). Voor buitenleven<br />
is de verwachting eigenlijk niet anders, al is dat<br />
dus op een veel lager niveau. <strong>De</strong> prijzen voor de<br />
consument zullen zeer waarschijnlijk moeten<br />
zakken om de markt op korte termijn weer in een<br />
nieuwe groeifase te krijgen. Op de middellange<br />
termijn speelt dat veel minder; naarmate de<br />
economie en de huizenmarkt weer op gang komen<br />
is er geen reden om de toekomst voor deze<br />
producten niet ook zonnig in te zien.<br />
126<br />
<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |
Markt voor raamdecoratie<br />
> Het volume op de markt heeft een cyclisch<br />
karakter en steunt op de macro-omstandigheden<br />
en de huizenmarkt. Het is dan ook niet verwonderlijk<br />
dat het volume in 2023 een behoorlijke<br />
daling heeft moeten ondergaan (minus 10-15%).<br />
Bovendien speelt er voor de branche een ander<br />
fenomeen mee; de volumes zijn al een paar jaar<br />
behoorlijk aan het verschuiven. Fysieke winkels<br />
leveren in en ‘in home’-shopping wint terrein.<br />
Een niet te onderschatten trend. Tegelijkertijd<br />
voltrekken zich twee andere fenomenen met de<br />
snelheid van het licht: consolidatie van fabrikanten<br />
en grensoverschrijdend verkeer van producten.<br />
<strong>De</strong> productie vindt voor verreweg het grootste<br />
deel plaats buiten Nederland.<br />
| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 127
Somfy Nederland BV<br />
Jacobus Ahrendlaan 1<br />
Postbus 163<br />
2130 AD Hoofddorp<br />
Tel. +31 (0)23 55 44 900<br />
info.nl@somfy.com<br />
www.somfy.nl