16.01.2024 Views

SOMFY - De Branche In 2024

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Saai zal het niet worden<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong>


<strong>In</strong>houd<br />

Voorwoord 006<br />

Bespiegelingen <strong>2024</strong> 009<br />

Thema’s voor langetermijndenkers 022<br />

Klimaat en verduurzaming 041<br />

Economische ontwikkelingen en vooruitzichten 057<br />

<strong>De</strong> woningmarkt en de bouwsector 074<br />

Retail 103<br />

Kristallen bol 118


Voorwoord<br />

Bekeken vanuit een internationaal perspectief heeft<br />

de Nederlandse zonweringsbranche in 2023 echt<br />

niet slecht gepresteerd. Hopelijk kunnen we in <strong>2024</strong><br />

ten minste consolideren. Dat zou al heel mooi zijn!<br />

Scandinavië is al vroeg in 2023 in een recessie beland<br />

en dat heeft echt een desastreuze uitwerking gehad<br />

op de branche in dat gebied. Zweden en Finland<br />

lopen voorop in de teloorgang met zware verliezen<br />

gemeten in tientallen procenten ten opzichte van<br />

2022. Duitsland doet het relatief iets beter, maar de<br />

markt heeft daar ook een serieuze tik gekregen. <strong>De</strong><br />

lokale markt in België loopt achter op 2022, maar<br />

niet desastreus. Sommige Belgische fabrikanten,<br />

waarvan er een aantal serieus exporteren, hebben<br />

behoorlijk grote averij opgelopen.<br />

<strong>In</strong> de Europese markt gaat de consolidatie nu toch<br />

wel serieuze vormen krijgen. <strong>De</strong> Stella-groep<br />

pakt door en ook Hunter Douglas is actief op het<br />

overnamepad. Daarnaast worden er intern binnen<br />

Hunter Douglas met de snelheid van het licht allerlei<br />

veranderingen in de organisatie doorgevoerd.<br />

Ook zien we in snel tempo productie verdwijnen<br />

naar het buitenland, of dat nu raamdecoratie of<br />

buitenzonwering betreft. Coulisse kiest ook het<br />

pad van de overnames, met twee aangekondigde<br />

transacties per 1 januari <strong>2024</strong>.<br />

We zien inmiddels ook duidelijk dat 'in home'-<br />

shoppingmodellen voet aan de grond gekregen<br />

hebben, in eerste instantie met name voor de<br />

verkoop van raamdecoratie. <strong>In</strong> Engeland gebeurde<br />

dat al langer, onder andere bij Hillarys, maar ook<br />

de Ierse Mzuri Group bouwde de afgelopen jaren<br />

haar activiteiten in Europa snel uit en is nu in meer<br />

dan tien landen actief. Veneta is een ander goed<br />

voorbeeld en sinds een jaar of vijftien actief op<br />

de Nederlandse markt. <strong>De</strong> onderneming slaat nu<br />

trouwens ook de vleugels buiten Nederland uit.<br />

<strong>In</strong> homeshopping is zij nu ook succesvol gebleken<br />

in Noorwegen, met zonwering voor buiten. Het is<br />

een bedrijf uit de Hunter Douglas-portefeuille dat<br />

inmiddels zijn zinnen heeft gezet op internationale<br />

expansie binnen Scandinavië.<br />

Er gebeurt dus echt van alles, hoewel misschien<br />

niet altijd direct zichtbaar voor iedereen in<br />

Nederland. <strong>De</strong> Nederlandse markt is wellicht iets<br />

conservatiever op dit moment. Toch moeten<br />

we de zaken ook hier vanuit een internationaal<br />

perspectief bekijken. Vroeg of laat krijgen Europese<br />

trends hier ook voet aan de grond.<br />

Daar staat tegenover dat we voor een solide<br />

toekomst moeten kunnen vertrouwen op bekende<br />

waarden. <strong>De</strong> verkoop van een goed product<br />

vergt hoogwaardige dienstverlening, ook voor<br />

onderhoud en reparatie. Daar zit op lange termijn<br />

toegevoegde waarde die moeilijk te kopiëren is.<br />

Anderzijds is vakmanschap lastig op te bouwen en<br />

te behouden.<br />

<strong>In</strong>vesteren in de markt is een aandachtspunt. Sinds<br />

eind 2019 hebben wij in Hoofddorp veel tijd en geld<br />

geïnvesteerd in onderzoek, kennis en hulpmiddelen<br />

om dynamische zonwering voor binnen en buiten<br />

goed te kunnen presenteren bij allerlei stakeholders<br />

in de markt. Daarbij hebben we ons in eerste<br />

instantie gericht op commercieel vastgoed. Vanaf<br />

<strong>2024</strong> rollen we soortgelijke initiatieven ook uit<br />

naar andere sectoren, zoals zorg en educatie.<br />

<strong>In</strong>middels staan we daarin niet meer alleen en doen<br />

we dat met een kleine vijftien partners. Nagenoeg<br />

allemaal met een primaire focus op projecten in de<br />

buitenzonwering. Volgend jaar hopen we nog een<br />

aantal partners te kunnen verwelkomen, die zich met<br />

name richten op functionele zonwering voor binnen.<br />

Er komt ook een serie producten aan die onderhoud<br />

en reparatie in de utiliteitsbouw efficiënter zullen<br />

6<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


maken. We laten een deel zien op R+T in Stuttgart. Over beurzen gesproken;<br />

na daarover jarenlang te hebben nagedacht is de kogel recentelijk door de<br />

kerk gegaan en zullen we met Somfy niet deelnemen aan de Polyclose in <strong>2024</strong>.<br />

Persoonlijk heb ik daar wel een beetje dubbel gevoel bij. Voor zover ik me kan<br />

herinneren heb ik zelf op alle Benelux-beurzen gestaan sinds 1990.<br />

Klimaat en weer zijn de branche de afgelopen jaren ter wille geweest. <strong>De</strong> branche<br />

heeft daarvan de vruchten kunnen plukken, zeker in de afgelopen drie jaar, zo<br />

blijkt uit de data. Na de extra duw in de rug door corona is het tij sinds de tweede<br />

helft van 2022 gekeerd. Toch lijkt de economie te ontsnappen aan een diepe<br />

recessie. <strong>De</strong> terugval is beperkt, maar duurt langer dan we misschien gewend zijn.<br />

Veel branchegenoten hebben we in 2023 horen zeggen dat het wel goed was.<br />

Minder hectisch, beter voor de kwaliteit, efficiënter en dus met een uiteindelijk<br />

beter resultaat. Wel alert blijven! Er wordt te weinig gedaan om de markt<br />

structureel te laten groeien en dus is de branche nog te veel afhankelijk van externe<br />

factoren zoals het weer en de economie. Zoals gezegd, de combinatie van weer<br />

en economische omstandigheden is de branche de afgelopen jaren goed gezind<br />

geweest. Het is echter, net als bij beleggingen, geen garantie voor de toekomst!<br />

<strong>De</strong> tijd is langzaam ook aangebroken om na te denken over de problematiek<br />

van de wegwerpmaatschappij. Hergebruik, reparatie en verantwoord<br />

vernietigen gaan de komende jaren een rol spelen, ook in deze branche. Een<br />

mooie mogelijkheid voor met name installateurs om op deze trend in te<br />

spelen. Fabrikanten hebben daar ook een rol in te spelen natuurlijk, net als de<br />

toeleveranciers trouwens. <strong>In</strong> dat verband zijn transparantie en het afleggen van<br />

verantwoording over de milieuaspecten van de bedrijfsvoering sleutelfactoren<br />

voor succes in de toekomst.<br />

Zoals in het magazine is te lezen speelt er van alles in de wereld. Ook de<br />

branche kent nog volop uitdagingen en het bedrijfseconomisch op orde houden<br />

van de bedrijven behoeft ook aandacht, dus niemand hoeft zich te vervelen.<br />

Dus 'avanti' en maak er weer iets moois van komend jaar!<br />

Sven van Witzenburg<br />

Hoofddorp, januari <strong>2024</strong><br />

Sven van Witzenburg<br />

Begon als accountant bij KPMG<br />

en kwam na bijna tien jaar in<br />

het bedrijfsleven terecht.<br />

Had daarna gedurende twaalf jaar<br />

missies als managing director<br />

in diverse productie-, retail- en<br />

handelsondernemingen: focus<br />

op start-ups, herstructureringen,<br />

M&A’s, strategische vraagstukken,<br />

sales en marketing. Was vervolgens<br />

werkzaam bij beursgenoteerde<br />

ondernemingen, waaronder<br />

Hunter Douglas. <strong>De</strong>ed intussen<br />

aanvullende studies: masters in<br />

Stratetic Retail Management<br />

(HBS/University of Pennsylvania),<br />

een MBA aan Kingston University in<br />

Londen en een doctoraal in Business<br />

Administration aan ISM Paris/<br />

New York. Is sinds 2001 bij Somfy<br />

en daar verantwoordelijk voor<br />

de tien Noord-Europese landen.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 7


Uitslag verkiezingen 2023<br />

Leeftijd en opleidingsniveau per partij in %<br />

Leeftijd<br />

Opleidingsniveau<br />

100<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0 PVV<br />

VVD NSC GL/PvdA PVV VVD NSC GL/PvdA<br />

18-34jr 34-49jr 50-64jr 65+jr Laag Midden Hoog<br />

Bron: IPSOS gepubliceerd in NRC25112023<br />

8<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Bespiegelingen <strong>2024</strong><br />

<strong>De</strong> binnenlandse politieke arena<br />

Verkiezingsuitslag<br />

> Ipsos deed tijdens de stembusgang een<br />

representatieve steekproef onder bijna 3700<br />

kiezers in opdracht van de NOS.<br />

> <strong>De</strong> belangrijkste conclusies op een rijtje:<br />

• <strong>In</strong> totaal stemde 15 procent van de kiezers<br />

die in 2021 op de VVD stemden bij de laatste<br />

verkiezingen op de PVV. Een forse groep<br />

van ruim 350.000 liberale kiezers, goed voor<br />

4 tot 5 zetels, die is overgestapt naar de PVV.<br />

Bij de vorige verkiezingen haalde de VVD<br />

nog 34 zetels.<br />

• Veel nieuwe PVV-kiezers besloten pas in<br />

de laatste week van de campagne over te<br />

stappen. Een groot deel van de overgelopen<br />

VVD’ers heeft om strategische redenen op de<br />

PVV gestemd: het tot stand brengen van een<br />

rechts kabinet. Voor het eerst is een grote<br />

groep kiezers van een centrumrechtse partij<br />

overgestapt naar een radicaal-rechtse.<br />

• <strong>De</strong> PVV motiveerde ook nog een andere<br />

groep kiezers, namelijk niet-stemmers: 1 op<br />

de 10 PVV-kiezers die nu voor de partij koos<br />

bleef in 2021 nog thuis.<br />

• Bij nog 2 andere partijen valt het relatief<br />

hoge percentage overstappers op: iets meer<br />

dan 1 op de 10 kiezers die bij de vorige<br />

verkiezing CDA stemden, ging nu naar<br />

Wilders, en dat geldt ook voor 16 procent<br />

van de SP-stemmers.<br />

• <strong>De</strong> partij van Omtzigt (NSC) heeft een<br />

heel nieuw electoraat aangeboord. NSC<br />

heeft kiezers weggetrokken bij heel veel<br />

verschillende partijen, van links tot rechts.<br />

12 procent van de kiezers die in 2021 nog op<br />

D66 stemden, stemde nu op NSC. 16 procent<br />

van de SP-kiezers uit 2021 ging naar NSC,<br />

en 12 procent van de ChristenUnie-kiezers.<br />

<strong>De</strong> grootste groep komt wel van centrumrechts:<br />

1 op de 3 CDA-kiezers van 2021<br />

(toen nog goed voor 15 zetels) koos nu voor<br />

Omtzigt, en 10 procent van de grote groep<br />

VVD-stemmers (goed voor 34 zetels).<br />

> <strong>In</strong> totaal 2,4 miljoen kiezers stemden PVV en<br />

hielpen de partij aan de overwinning met 37<br />

zetels. Uit onderzoek van Ipsos blijkt dat de PVV<br />

vergeleken met de andere partijen de meeste<br />

jongere kiezers aan zich wist te binden: 17 procent<br />

in de leeftijdsgroep 18-34 jaar stemde op de PVV.<br />

Bij de vorige verkiezingen was dat nog 7 procent.<br />

Van de hoger opgeleiden stemde 10 procent op<br />

de PVV – in absolute aantallen hebben er méér<br />

hogeropgeleiden op de PVV gestemd dan op D66.<br />

<strong>De</strong> partij won op het platteland, maar ook in de<br />

stad. <strong>De</strong> man-vrouwverhouding is 53 tegenover<br />

47. Bij concurrent VVD is die 60/40. <strong>De</strong> PVV<br />

weet ook steeds beter substantiële groepen met<br />

een migrantenachtergrond te vinden. Een bont<br />

gezelschap van kiesmaagden, een nieuwe generatie<br />

moslims, overstappers en oude getrouwen.<br />

Formaties in Nederland<br />

> <strong>De</strong> formatie voor een nieuw kabinet is inmiddels<br />

in gang gezet en zal zeker een aantal maanden<br />

in beslag nemen. <strong>De</strong> vorige formatie in 2021-2022<br />

was met bijna 300 dagen de langste in de<br />

Nederlandse geschiedenis.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 9


Aantal formatiedagen per kabinet<br />

Kabinet Jaar Formatiedagen<br />

<strong>De</strong>n Uyl 1972<br />

Van Agt I 1977<br />

Van Agt II 1981<br />

Lubbers I 1982<br />

Lubbers II 1986<br />

Lubbers III 1989<br />

Gemiddelde<br />

Kok I 1994<br />

115,3 dagen<br />

Kok II 1998<br />

Balkenende I 2002<br />

Balkenende II 2003<br />

Balkenende<br />

Kabinet<br />

IV<br />

Jaar<br />

2006<br />

Formatiedagen<br />

<strong>De</strong>n Rutte Uyl I 1972 2010<br />

Van Rutte Agt II I 1977 2010<br />

Van Rutte Agt III II 2010 1981<br />

Lubbers Rutte IV I 2010 1982<br />

Lubbers II 1986 0 50 100 150 200 250 300<br />

Lubbers III 1989<br />

Gemiddelde<br />

Excl. dat alleen lopende regeringszaken afhandelt)<br />

rompkabinet (overgangskabinet<br />

Kok I 1994<br />

115,3 dagen<br />

Kok II 1998<br />

Bron: Balkenende FD/27 november I 20022023<br />

Balkenende II 2003<br />

Balkenende IV 2006<br />

Rutte I 2010<br />

285 Rutte II 2010<br />

Rutte III 2010<br />

dat formaties<br />

Rutte IV 2010<br />

in Nederland veel tijd vergen.<br />

> Een internationale vergelijking bevestigt het beeld<br />

Formatieduur<br />

159<br />

op basis van<br />

de laatste 5 verkiezingen<br />

Excl. rompkabinet (overgangskabinet dat alleen lopende regeringszaken afhandelt)<br />

Gemiddeld aantal 85 dagen<br />

285<br />

Bel<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Bel<br />

4<br />

Bron: FD/27 november 2023<br />

5<br />

6<br />

Ned<br />

Dui<br />

82<br />

Oos<br />

> Alleen in België doet men er vaak langer over om<br />

1<br />

een regering te vormen.<br />

2<br />

3<br />

Zweden<br />

Politieke vraagstukken als splijtzwam<br />

4<br />

> Na de verkiezingen volgt de fase van coalitievorming<br />

5<br />

en gaat de politiek zich vooral even met zichzelf<br />

6<br />

159<br />

Ned<br />

85<br />

Dui<br />

82<br />

Oos<br />

0 50 100 150 200 250 300<br />

bezighouden. <strong>De</strong> dagen van intensief contact met<br />

de buitenwereld zijn dan voorbij, die van stille<br />

76<br />

Spa<br />

76<br />

Spa<br />

strategie en introspectie zijn begonnen. Op een<br />

bepaald moment moet er echt over inhoud worden<br />

gesproken. Het gaat dan over de gewenste beleidsmaatregelen<br />

en de geldbedragen die daarbij horen.<br />

48<br />

Ita<br />

48<br />

Ita<br />

45<br />

Zwe<br />

30<br />

Por<br />

21<br />

<strong>De</strong>n<br />

2018 2019 2020 2021 2022<br />

Zwitserland<br />

45<br />

Zwe<br />

30<br />

Por<br />

2018 2019 2020 2021 2022<br />

5<br />

Fra<br />

Zwitserland<br />

<strong>De</strong>nemarken<br />

21<br />

5<br />

Zweden<br />

<strong>De</strong>n Fra<br />

Nederland<br />

<strong>De</strong>nemarken<br />

Nederland<br />

> Vooral over die bedragen moet nog veel duidelijk<br />

worden, zeker als de coalitie over rechts gaat.<br />

PVV, NSC en BBB schuiven aan tafel zonder<br />

doorrekening van hun programma’s en zelfs<br />

ook zonder eigen schattingen van de financiële<br />

consequenties van hun plannen.<br />

> Een complicerende factor voor de<br />

onderhandelende partijen is een begroting die<br />

uit balans is en een horizon met tegenvallers.<br />

Volgens topambtenaren van de Studiegroep<br />

Begrotingsruimte komt de schatkist de komende<br />

kabinetsperiode jaarlijks € 17 miljard tekort. Het gat<br />

op de begroting kan de onderhandelingen verzuren,<br />

want er is tijdens de verkiezingen vooral veel extra<br />

geld beloofd. Dat is er eigenlijk niet. En het komt er<br />

ook niet snel, want de Nederlandse economie is in<br />

een recessie beland. Het is een bijzondere recessie:<br />

(waarschijnlijk) lang, ondiep en met een laag<br />

blijvende werkloosheid.<br />

> Een recessie met eind 2023 een reeks van drie<br />

opvolgende kwartalen met krimp is uitzonderlijk.<br />

Sinds de jaren 90 van de vorige eeuw kwam het<br />

slechts een keer eerder voor. <strong>De</strong> cijfers van het<br />

vierde kwartaal zijn op het moment van schrijven<br />

nog niet bekend, maar je hoeft geen doemdenker<br />

te zijn om ook het vierde kwartaal krimp toe te<br />

schrijven. <strong>De</strong> meeste indicatoren zitten nog in het<br />

rood en de renteverhogingen van de Europese<br />

Centrale Bank werken nog steeds door in de reële<br />

economie. Met een vierde krimpkwartaal zou er<br />

een nieuw Nederlands record worden gezet: nog<br />

nooit duurde een recessie zo lang.<br />

> Gelukkig is de recessie ook ondiep. Vergeleken<br />

met 2009 en 2020 is de krimp gering. Omdat de<br />

krappe arbeidsmarkt voorkomt dat de werkloosheid<br />

snel stijgt, komt er geen vliegwieleffect op gang,<br />

van al verder dalende consumptie en steeds lagere<br />

productie. Met dank aan de massaal pensionerende<br />

babyboomers. Zonder serieus oplopende<br />

werkloosheid zou men ook kunnen spreken van<br />

stilstand of stagnatie overigens.<br />

10<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Een korte bloemlezing van belangrijke<br />

onderwerpen waar in de formatie standpunten op<br />

dienen te worden geformuleerd:<br />

• EU-lidmaatschap: Gebaseerd op eerdere<br />

uitspraken van Wilders hangt ons wat hem<br />

betreft een vertrek uit de EU boven het<br />

hoofd. <strong>De</strong> geringe animo in Nederland maakt<br />

een vertrek overigens weinig realistisch.<br />

• Migratie: Vrij verkeer van personen en dat<br />

van goederen, diensten en kapitaal vormen<br />

al decennialang de ‘vier vrijheden’ van het<br />

kloppend hart van Europese samenwerking.<br />

Wilders maakt er korte metten mee. EUburgers<br />

die in Nederland willen werken,<br />

hebben voortaan een vergunning nodig.<br />

Daarmee gaat de PVV in tegen de Europese<br />

verdragen. Mocht een kabinet-Wilders I dit<br />

beleid willen inzetten, gezien de krapte op<br />

de arbeidsmarkt trouwens onverstandig,<br />

dan liggen er rechtszaken in het verschiet<br />

die Nederland zeker verliest. Ook de door<br />

de PVV gewenste asielstop druist in tegen de<br />

EU- en internationale afspraken. Wilders wil<br />

hier onderuit, maar juridische experts achten<br />

dit kansloos. <strong>De</strong> PVV pleit daarnaast voor<br />

herinvoering van een grensbewaking. <strong>De</strong> EUlanden<br />

werken al naarstig aan een gezamenlijk<br />

migratie- en asielpact, waarbij landen elkaar<br />

helpen bij een migratiecrisis, vingerafdrukken<br />

van migranten afnemen en terugkeerdeals<br />

sluiten met herkomstlanden. Hierover<br />

heeft Wilders gezegd een opt-out te willen<br />

afdwingen, zodat Nederland niet hoeft mee te<br />

doen. <strong>De</strong> onafhankelijke Adviesraad Migratie<br />

voorziet dat <strong>De</strong>n Haag zich zodoende ‘politiek<br />

en economisch isoleert’ in Europa.<br />

• Dan zijn er nog andere EU-gerelateerde<br />

onderwerpen, zoals de uitbreiding van de<br />

EU en daarmee samenhangend ook de<br />

bestuurbaarheid van de Unie die onder druk<br />

staat vanwege het vetorecht van elke lidstaat<br />

bij buitenland- en belastingbeleid. Wilders<br />

wil bevoegdheden terughalen van Brussel<br />

naar <strong>De</strong>n Haag, en ook op EU-uitbreiding<br />

zit hij niet te wachten. Opvallend is dat<br />

Wilders vindt dat Nederland een nettoontvanger<br />

moet worden in plaats van een<br />

nettobetaler, zolang ons land nog EU-lid is.<br />

Hoe hij de andere EU-leiders ervan denkt te<br />

overtuigen om een van de rijkste naties ter<br />

wereld geld toe te geven, is onduidelijk. Op<br />

de vraag hoe handelsland Nederland, dat<br />

bij uitstek profiteert van de open Europese<br />

economie, volgens Wilders zijn boterham<br />

moet verdienen is van de PVV nog nooit een<br />

bruikbaar antwoord gehoord.<br />

• Beperken, doorgaan of opvoeren van de steun<br />

aan de Oekraïne. Tenzij het standpunt van de<br />

PVV zou wijzigen is de PVV voorstander van<br />

beperken. Al zou Nederland de steun willen<br />

inperken, het onderwerp als zodanig is in feite<br />

meer een EU-onderwerp.<br />

• Voor wat betreft de Europese klimaatambities<br />

zijn er ook de nodige barrières te slechten<br />

tijdens de formatie: het al dan niet open<br />

blijven van kolencentrales, stoppen<br />

met de reductie van CO2, het al dan niet<br />

terugtrekken uit het VN-klimaatakkoord<br />

en het intrekken van de Klimaatwet. Anders<br />

gezegd: verduurzaming of niet. <strong>De</strong> PVV<br />

heeft duidelijk weinig op met het onderwerp<br />

verduurzaming, terwijl de VVD hamert op<br />

het belang van schone groei en gemaakte<br />

CO2-reductieafspraken. Dat laat onverlet<br />

dat een rechts kabinet met de PVV Brussel<br />

weinig ruimte zal laten om er een schepje<br />

bovenop te doen. Volgens wetenschappers<br />

is dat wel nodig, te beginnen met een<br />

Europees klimaatdoel voor 2040 dat volgens<br />

hen omhoog moet. Wilders’ weerzin past<br />

overigens wel bij een groeiende roep om ‘de<br />

pauzeknop’ in de EU.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 11


12<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


<strong>In</strong>ternationaal verkiezingsjaar <strong>2024</strong><br />

> Het jaar <strong>2024</strong> is het grootste verkiezingsjaar ooit<br />

in de geschiedenis. <strong>In</strong> <strong>2024</strong> gaat meer dan de helft<br />

van de wereldbevolking - meer dan vier miljard<br />

mensen - naar de stembus.<br />

Aantal inwoners van landen met een<br />

verkiezing gepland in <strong>2024</strong><br />

> <strong>In</strong> de helft van de gevallen zijn de verkiezingen<br />

niet vrij en eerlijk en ontbreken vele andere<br />

voorwaarden voor democratie, zoals de vrijheid<br />

van meningsuiting en vereniging. Verkiezingen<br />

in Bangladesh, Mexico, Pakistan (allemaal<br />

hybride regimes, die elementen van democratie<br />

en autoritarisme combineren) en Rusland (een<br />

autoritair regime) zullen vrijwel zeker geen<br />

4.2bn<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

1800 50 1900 50 2000 24<br />

0<br />

*<strong>In</strong>cludes legislative, presidential ans EU elections, as well as nationwide elections at the municipal or regonal level in <strong>2024</strong> and<br />

in 1950-2023 for countries of over 100 m people<br />

Bron: Economist 13 november 2023<br />

> Volgens berekeningen van de Economist zijn er in<br />

76 landen verkiezingen gepland. Van de 71 landen<br />

die op de democratie-index van de EIU staan,<br />

zal er in 43 landen volledig vrij en eerlijk worden<br />

gestemd (waarvan 27 lid van de EU); de andere<br />

28 voldoen niet aan de essentiële voorwaarden<br />

voor een democratische stemming. 8 van de 10<br />

dichtstbevolkte landen ter wereld – Bangladesh,<br />

Brazilië, <strong>In</strong>dia, <strong>In</strong>donesië, Mexico, Pakistan,<br />

Rusland en de Verenigde Staten – zullen in <strong>2024</strong><br />

verkiezingen houden.<br />

regimeverandering teweegbrengen. Brazilië,<br />

<strong>In</strong>dia, <strong>In</strong>donesië en de Verenigde Staten worden<br />

ondertussen door de EIU geclassificeerd als<br />

‘gebrekkige democratieën’, hetgeen betekent dat<br />

verkiezingen vrij en eerlijk zijn en verandering<br />

mogelijk maken, maar dat hun politieke systemen<br />

zwakke punten hebben. <strong>In</strong> februari zal de<br />

centrumlinkse PDI in <strong>In</strong>donesië, het dichtstbevolkte<br />

land van Zuidoost-Azië, waarschijnlijk de<br />

parlements- en presidentsverkiezingen winnen.<br />

<strong>In</strong> <strong>In</strong>dia zal de regerende BJP van Narendra Modi,<br />

's werelds grootste politieke partij met meer dan<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 13


180 miljoen leden, in mei waarschijnlijk winnen,<br />

ondanks het toenemende sentiment tegen de<br />

zittende regering. <strong>In</strong> Brazilië zal in oktober bij de<br />

gemeenteraadsverkiezingen blijken of de linkse<br />

Arbeiderspartij van president Luiz <strong>In</strong>acio Lula da<br />

Silva winst kan boeken ten koste van de rechtse<br />

Liberale Partij, die het congres domineert en wordt<br />

gesteund door Lula's rechtse voorganger Jair<br />

Bolsonaro. <strong>In</strong> november kiezen de kiezers in de<br />

Verenigde Staten hun volgende president, evenals<br />

het hele Huis van Afgevaardigden en een derde van<br />

de Senaat. President Joe Biden zal het waarschijnlijk<br />

opnemen tegen Donald Trump, de Republikeinse<br />

koploper, een herhaling van 2020.<br />

> <strong>De</strong> 2 continenten met het grootste aantal landen<br />

dat in <strong>2024</strong> gaat stemmen, zijn Europa (37) en Afrika<br />

(18). Afrikaanse landen met een gecombineerde<br />

bevolking van meer dan 330 miljoen mensen,<br />

waaronder Algerije, Ghana en Mozambique, zullen<br />

verkiezingen houden, met als grootste land Zuid-<br />

Afrika, waar meer dan 60 miljoen mensen wonen.<br />

> <strong>De</strong> verkiezingen voor het Europees Parlement in<br />

juni zullen het migratievraagstuk op de voorgrond<br />

plaatsen. <strong>De</strong> EU verwacht in <strong>2024</strong> meer dan 1<br />

miljoen asielaanvragen te ontvangen, het hoogste<br />

aantal sinds een golf van aankomsten in 2015-<br />

2016. Veel Europese politici en kiezers zien de<br />

toestroom van migranten als een bedreiging,<br />

ondanks een oplopend tekort aan arbeidskrachten.<br />

<strong>De</strong> verkiezingen kunnen het parlement naar rechts<br />

verschuiven, omdat kiezers kiezen voor partijen die<br />

pleiten voor strengere controles op immigratie.<br />

14<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Oekraïne: de tussenstand<br />

> Nadat in 2023 het langverwachte Oekraïense<br />

tegenoffensief stukliep op de zware Russische<br />

verdedigingslinies, zal het weer de gevechten langs<br />

de frontlinies vermoedelijk vertragen. Ondanks de<br />

miljardensteun van tientallen bondgenoten voert<br />

Oekraïne nog altijd een asymmetrische oorlog.<br />

Rusland heeft weliswaar enorme verliezen geleden<br />

in de eerste 21 maanden van de oorlog, maar heeft<br />

nog altijd meer soldaten en meer vliegtuigen, tanks,<br />

helikopters, raketten, drones en granaten.<br />

> Met name de munitieschaarste bij de artillerie is<br />

een heikel punt. Granaten, zo is gebleken, spelen<br />

een doorslaggevende rol op het slagveld, maar de<br />

bondgenoten van Oekraïne slagen er niet in hun<br />

productie voldoende op te voeren. <strong>De</strong> EU-landen<br />

moeten inmiddels toegeven dat zij niet voor maart<br />

<strong>2024</strong> de beloofde één miljoen stuks artilleriemunitie<br />

kunnen leveren.<br />

> Dat heeft gevolgen voor de oorlog: Oekraïne<br />

vuurt in de herfst van 2023 noodgedwongen minder<br />

dan de helft van het aantal granaten per maand af<br />

op Russische stellingen in vergelijking met de zomer.<br />

Ook op andere vlakken blijft Oekraïne achter. Zo<br />

vraagt Kiev zijn westerse partners al meer dan een<br />

jaar om de levering van langeafstandsraketten,<br />

zoals de Amerikaanse ATACMS en de Duitse Taurus,<br />

waarmee het Russische doelen ver achter de<br />

frontlinies kan raken.<br />

> Enkele tientallen F-16’s uit Nederland en<br />

<strong>De</strong>nemarken komen wel naar Oekraïne, maar<br />

dat gebeurt pas in de loop van <strong>2024</strong>. Het blijft de<br />

grote vraag welk verschil de gevechtsvliegtuigen<br />

gaan maken. Ze kunnen Oekraïne ‘een<br />

beetje helpen’, maar de F-16’s zijn ‘geen<br />

wondermiddel’, waarschuwde de Amerikaanse<br />

luchtmachtcommandant generaal David Hecker<br />

eind augustus. Wel zullen ze de Oekraïense<br />

luchtafweer verder versterken.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 15


Terwijl in Europa en de VS volop wordt<br />

gediscussieerd over de toekomstige steun aan<br />

Oekraïne, draait de Russische oorlogseconomie<br />

op volle toeren. Het vermogen van Rusland om<br />

oorlog te voeren tegen Oekraïne zal toenemen<br />

naarmate de industriële basis van de Russische<br />

defensie sterker wordt, zegt George Barros van<br />

het <strong>In</strong>stitute for the Study of War (ISW). Sancties<br />

slagen er niet in de Russische industrie tegen te<br />

houden. <strong>De</strong> Russen maken nu hetzelfde aantal<br />

precisiegeleide munitie als vóór de oorlog en zijn<br />

op weg om de vooroorlogse productie tegen<br />

eind <strong>2024</strong> te overtreffen. Het zegt veel over het<br />

aanpassingsvermogen van Moskou, dat alles in<br />

het werk stelt om deze oorlog niet te verliezen.<br />

Ondanks de vele oorlogsdoden en het verlies van<br />

kolossale hoeveelheden materieel beschikt Rusland<br />

nog steeds over de capaciteit om zich succesvol te<br />

verdedigen tegen Oekraïense offensieven, en zelfs<br />

eigen aanvallen uit te voeren.<br />

> Volgens Oekraïense cijfers zijn sinds de grootscheepse<br />

invasie in 2022 zo’n 330.000 Russische<br />

militairen gedood of gewond geraakt. Onder analisten<br />

leidt de huidige staat van de oorlog tot sombere<br />

vooruitzichten. <strong>De</strong> realiteit is dat Rusland komend<br />

jaar materieel in het voordeel zal zijn. Rusland heeft<br />

in <strong>2024</strong> meer artillerie en munitie, produceert meer<br />

drones dan Oekraïne en waarschijnlijk ook meer<br />

langeafstandsdrones en kruisraketten.<br />

> ‘Als hier vandaag een oorlog uitbreekt, moet het<br />

Belgische leger al na een paar uur met stenen gaan<br />

gooien omdat we geen munitie meer hebben’, aldus<br />

de Belgische generaal b.d. Marc Thys. Het geeft wel<br />

een beetje de onmacht aan van de EU.<br />

> <strong>De</strong> economie van Rusland is qua omvang<br />

vergelijkbaar met die van de Benelux. Alle boycots<br />

ten spijt heeft het IMF de groeiprognose voor<br />

2023 fors verhoogd (tot 2,2%) en ook in <strong>2024</strong><br />

doet Rusland het met een groei van 1,1% zelfs<br />

beter dan Nederland. <strong>De</strong> reden: Rusland draait<br />

als een oorlogseconomie, met hoge uitgaven aan<br />

defensie, bijna een derde van de totale begroting<br />

van <strong>2024</strong> (in 2023 lag dat niveau al boven de<br />

20%). Rusland financiert deze kosten door de<br />

verkoop van olie, met name in Azië. Op de langere<br />

termijn zien de IMF-economen het echter juist<br />

somber in voor Rusland. Door de sancties van het<br />

Westen verliest Moskou toegang tot buitenlandse<br />

technologie. <strong>De</strong> potentiële groei valt daardoor<br />

terug. Ter vergelijking: Nederland spendeert in<br />

<strong>2024</strong> 1,95% aan defensie.<br />

> <strong>De</strong> grote vraag is hoe het verder moet, nu Rusland<br />

nog steeds zo'n 20 procent van het Oekraïense<br />

grondgebied bezet houdt. <strong>De</strong> wil van Vladimir Poetin<br />

om zijn oorlog voort te zetten lijkt alleen maar<br />

sterker geworden, terwijl in het Westen sporen<br />

zichtbaar zijn van ‘oorlogsmoeheid’. Onderzoeker<br />

Bob <strong>De</strong>en van <strong>In</strong>stituut Clingendael ziet donkere<br />

wolken zich samenpakken. Er lijkt een soort<br />

neerwaartse spiraal te ontstaan waarbij in het<br />

Westen de steun afneemt doordat men denkt dat een<br />

Oekraïens tegenoffensief niet veel kans maakt, terwijl<br />

Oekraïne vreest dat het steeds minder kans maakt<br />

om te winnen doordat de westerse steun afneemt.<br />

> <strong>In</strong> december 2023 voorspelde Poetin ‘problemen<br />

met Finland’. <strong>In</strong>middels melden militaire bronnen<br />

een Russische troepenopbouw langs de grens met<br />

Finland. <strong>In</strong>gewijden voorspellen dat de NAVO drie<br />

jaar de tijd heeft om zich op een Russische aanval<br />

voor te bereiden.<br />

16<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Ook de Poolse onderminister Jacek Siewiera riep<br />

Europese landen al op een groot leger op de been<br />

te brengen langs de grens met Rusland. Hij kreeg<br />

een rapport voorgelegd van de Duitse denktank<br />

DGAP, waarin stond dat er over zes à tien jaar een<br />

Russische aanval op Europa kan komen.<br />

> Ook in Duitsland gaan er stemmen op dat men<br />

‘moet wennen’ aan het idee dat het misschien<br />

een defensieve oorlog tegen Rusland moet<br />

voeren. Naar verwachting zal de Amerikaanse<br />

troepenreductie in Europa doorgaan, wie er ook<br />

president wordt in <strong>2024</strong>. <strong>De</strong> VS zullen zich meer en<br />

meer focussen op Azië en dus zal Europa zijn eigen<br />

bootjes moeten kunnen doppen.<br />

> President Poetin heeft zich verkeken op de oorlog<br />

in Oekraïne, dat hij binnen een paar dagen onder<br />

de voet dacht te kunnen lopen en aan zijn nieuwe<br />

Russische Rijk toe te kunnen voegen. Een van ’s<br />

werelds grootste wapenleveranciers, Noord-Korea,<br />

bevoorraadt Rusland inmiddels. Gelijktijdig zit<br />

Oekraïne klem, doordat het niet genoeg wapens en<br />

geld van het Westen krijgt.<br />

> Poetin lacht inmiddels openlijk en heeft zijn verhaal<br />

radicaal gewijzigd. Eerst voerde hij een ‘speciale<br />

militaire operatie’ in Oekraïne uit; hij heeft het nu<br />

over een ‘eindeloze oorlog’ tegen het Westen.<br />

Daarmee is hij tegelijkertijd helder over zijn plannen.<br />

<strong>In</strong>middels claimt hij dat Moldavië en de Baltische<br />

landen bij Rusland horen, evenals een deel van Polen.<br />

Misschien is het beter om hem serieus te nemen.<br />

Mondiale logistieke ketens<br />

opnieuw in gevaar?<br />

Cruciale scheepvaartroutes in de wereld<br />

Panamakanaal<br />

Neerslagtekort<br />

veroorzaakt lage<br />

waterstand<br />

Bron: FD/ 22 december 2023<br />

Suezkanaal<br />

<strong>In</strong> maart 2021<br />

blokkeerde<br />

vastgelopen<br />

Ever Given de<br />

doorvaart<br />

> Piraterij in de Straat van Malakka, droogte in<br />

het Panamakanaal en aanvallen van Houthi’s in<br />

de Rode Zee die de doorvaart in het Suezkanaal<br />

bemoeilijken, hebben effect op de wereldhandel.<br />

Als escalatie in het Midden-Oosten uitblijft<br />

zijn de gevolgen te dragen, maar de prijs van<br />

containervervoer gaat sowieso omhoog.<br />

> Na de chaos die de coronapandemie in met<br />

name de containervaart veroorzaakte, heeft de<br />

mondiale scheepvaart opnieuw te maken met<br />

grote verstoringen. Rederijen hebben op twee<br />

belangrijke handelsroutes over zee te maken met<br />

tegenslagen die het wereldwijde vervoer<br />

van goederen ernstig belemmeren.<br />

> Sinds december 2023 mijdt de mondiale<br />

scheepvaart de Rode Zee, na een escalatie van<br />

aanvallen door Jemenitische Houthi-rebellen op<br />

schepen die via deze binnenzee onderweg zijn van<br />

of naar het Suezkanaal. Daarmee raken de Houthi’s<br />

een van de belangrijkste handelsroutes ter wereld,<br />

die tussen Azië en Europa.<br />

Straat van<br />

Malakka<br />

Doorgang werd<br />

lang geplaagd<br />

door piraterij<br />

> <strong>De</strong>ze ernstige verstoring komt boven op de<br />

problemen bij het Panamakanaal. <strong>De</strong>ze verbinding<br />

tussen de Grote en de Atlantische Oceaan is van<br />

groot belang voor de handel tussen Azië en de<br />

oostkust van de VS. Het Panamakanaal kampt<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 17


al enkele maanden met droogte, die een lage<br />

waterstand tot gevolg heeft. Daardoor kunnen<br />

er minder schepen door het kanaal, en elk<br />

van deze schepen kan ook nog eens minder<br />

lading meenemen.<br />

> Bij elkaar gaat ongeveer 18% van de wereldhandel<br />

door het Panamakanaal en het Suezkanaal.<br />

Het gevaar van aanvallen door Houthi’s, een<br />

rebellengroep uit Jemen die banden zou hebben<br />

met het bewind in Iran, heeft grote gevolgen voor<br />

de scheepvaart op de route tussen Azië en Europa,<br />

goed voor ongeveer 12% van de wereldhandel. <strong>De</strong><br />

aanvallen, die worden uitgevoerd met drones en<br />

raketten, vinden plaats bij de Bab el-Mandeb, de<br />

nauwe zeestraat tussen Djibouti en Jemen die de<br />

Rode Zee met de Golf van Aden verbindt. Met zijn<br />

acties zegt de rebellengroep de Palestijnse strijd tegen<br />

Israël te willen steunen. Voor de VS zijn de aanvallen<br />

op het vrije maritieme verkeer onaanvaardbaar.<br />

Als antwoord formeerden de Amerikanen onder<br />

de naam ‘Operation Prosperity Guardian’ een<br />

coalitie van landen, waaronder Nederland, die met<br />

marineschepen aanvallen moeten verijdelen.<br />

> Ondanks het Amerikaanse initiatief kiest een<br />

groot aantal rederijen, waaronder de vijf grootste<br />

containerrederijen en sommige eigenaren van olieen<br />

gastankers, er voorlopig voor de Rode Zee te<br />

mijden, en daarmee dus ook het Suezkanaal.<br />

Schepen moeten dus de langere route om Kaap<br />

de Goede Hoop nemen, een route die voor de<br />

opening van het Suezkanaal in 1869 altijd al werd<br />

gevaren. Daarmee zijn de rederijen terug bij het<br />

nachtmerriescenario uit maart 2021, toen een schip<br />

van Evergreen vastliep in het Suezkanaal en de<br />

verbinding een week lang blokkeerde. <strong>De</strong> toelevering<br />

van bedrijven liep toen enorme vertraging op.<br />

> <strong>De</strong> reis om Afrika duurt ongeveer tien dagen<br />

langer en bovendien kost omvaren geld. Volgens<br />

scheepvaartanalisten stijgen de brandstofkosten<br />

met circa een miljoen dollar voor een retourtrip<br />

tussen China en Noordwest-Europa.<br />

> Het zeevervoer zal onvermijdelijk duurder<br />

worden. Uit cijfers van het Britse maritieme<br />

onderzoeksbureau Drewry blijkt dat vervoer van<br />

een 40 voetscontainer van Shanghai naar Rotterdam<br />

die week 16% duurder werd; de scheepsindex<br />

(Solactive Global Shipping <strong>In</strong>dex) steeg de week voor<br />

de kerst in 2023 van 160 naar 183. Om hetzelfde<br />

serviceniveau te kunnen handhaven, zullen de<br />

rederijen meer schepen moeten inzetten. <strong>In</strong> de<br />

containervaart gaat het op de route van Azië naar<br />

Europa om ongeveer vijftig schepen extra. <strong>De</strong><br />

rederijen Maersk en CMA CGM hebben een speciale<br />

toeslag (transit disruption surcharge) ingevoerd.<br />

> <strong>De</strong>skundigen verwachten geen herhaling van<br />

de grote verstoringen die optraden tijdens de<br />

opstopping op het Suezkanaal in maart 2021. Toen<br />

was de vraag naar goederen enorm en stonden de<br />

toeleveringsketens onder hoogspanning door de<br />

coronapandemie. Momenteel staat zowel de Chinese<br />

als de Europese economie onder druk. Bedrijven<br />

hebben daarnaast hun voorraden aangevuld.<br />

> Bovendien is er sprake van overcapaciteit in de<br />

containervaart. <strong>De</strong> vraag naar vervoer is gedaald,<br />

terwijl er volgend jaar juist meer schepen in de vaart<br />

komen. <strong>De</strong> tarieven zijn dit jaar sterk teruggelopen.<br />

<strong>De</strong> stijging van de transportprijs voor containers<br />

werd door beleggers dan ook positief ontvangen.<br />

Een herhaling van de torenhoge containertarieven<br />

lijkt voorlopig niet aan de orde, maar de dreiging<br />

van verdere escalatie van het conflict in het Rode<br />

Zeegebied blijft. Of die escalatie er komt, zal<br />

afhangen van de manier waarop met name de VS<br />

optreden tegen de Houthi’s. <strong>In</strong> Washington gaan<br />

geluiden op dat een beschermingsmissie alleen<br />

niet voldoende is om de aanvallen van de rebellen<br />

vanuit Jemen tegen te gaan. Volgens persbureau<br />

Bloomberg zou het Pentagon (waarin het ministerie<br />

van defensie zetelt) rechtstreekse actie tegen de<br />

Houthi-rebellen in Jemen niet uitsluiten.<br />

18<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 19


Kabinet Jaar Formatiedagen<br />

Perspectief op Nederland<br />

> Sinds 2016 stelt Mathijs Bouman jaarlijks ‘de Lijst<br />

der lijsten samen’, een overzicht van landen op<br />

basis van vijf bekende, mondiale ranglijsten.<br />

Lijst der lijsten<br />

Samengesteld door Mathijs Bouman<br />

Concurentie <strong>In</strong>novatie Ontwikkeling Geluk<br />

2021 2022 IMD WEF Gil HDI Happiness Total<br />

(1) 1 Zwitserland 2 5 1 1 4 13 -<br />

(4) 2 <strong>De</strong>nemarken 1 10 8 6 2 27 ↑<br />

(2) 3 Zweden 4 8 3 7 7 29 ↓<br />

(3) 4 Nederland 6 4 5 10 5 30 ↓<br />

(5) 5 Finland 8 11 9 11 1 40 -<br />

(9) 6 Singapore 3 1 7 12 27 50 ↑<br />

(7) 7 VS 10 2 2 21 16 51 -<br />

(8) 8 Duitsland 15 7 8 9 14 53 -<br />

(6) 9 Noorwegen 9 17 22 2 8 58 ↓<br />

(11) 10 IJsland 16 26 20 3 3 68 ↑<br />

(10) 11 VK 23 9 4 18 17 71 ↓<br />

(13) 12 Canada 14 14 15 15 15 73 ↑<br />

(15) 13 Luxemburg 13 18 19 17 6 73 ↑<br />

(14) 14 Australië 17 24 23 8 13 74 -<br />

(12) 15 Ierland 11 24 23 8 13 79 ↓<br />

IMD: World Competitiveness Ranking<br />

WEF: Global Competitiveness <strong>In</strong>dex<br />

Gil: Global <strong>In</strong>novation <strong>In</strong>dex<br />

HDI: Human <strong>De</strong>velopment <strong>In</strong>dex<br />

Happiness:World Happiness <strong>In</strong>dex<br />

Totaal: Som van alle posities op ranglijsten<br />

<strong>De</strong>n Uyl 1972<br />

Van Agt I 1977<br />

Van Agt II 1981<br />

Lubbers I 1982<br />

Lubbers II 1986<br />

> Ook het Global Competitiveness Report van het<br />

Lubbers III 1989<br />

Kok I 1994<br />

Kok II 1998<br />

Balkenende I 2002<br />

World Economic Forum (WEF) wordt 115,3 gebruikt<br />

dagen<br />

voor de samenstelling van de lijst. Helaas kwam<br />

Balkenende II 2003<br />

het WEF-rapport vorig jaar niet uit dus zijn de<br />

Balkenende IV 2006<br />

uitkomsten<br />

Rutte I<br />

van<br />

20102020 gebruikt.<br />

Rutte II 2010<br />

Rutte III 2010<br />

Rutte IV 2010<br />

> <strong>De</strong> Human <strong>De</strong>velopment 0 50 <strong>In</strong>dex 100 150 van de 200 Verenigde<br />

250 300<br />

Naties Excl. rompkabinet kijkt (overgangskabinet naast dat materiële alleen lopende regeringszaken welvaart afhandelt) ook naar<br />

scholing en levensverwachting. Nederland daalde<br />

op deze lijst van plaats 8 naar 10. <strong>De</strong> menselijke<br />

ontwikkeling steeg nog wel wat in Nederland, maar<br />

285<br />

in andere landen ging dat sneller.<br />

> Volgens het jaarlijkse Happiness Report staat<br />

Nederland qua welbevinden op plaats 5 van de wereld.<br />

Iets minder gelukkig dan de Finnen en de <strong>De</strong>nen, maar<br />

veel gelukkiger dan de Britten en Amerikanen.<br />

Positiewisselingen<br />

Bel Ned Dui Oos Spa<br />

Nederland<br />

Ita Zwe<br />

op Lijst der lijsten<br />

Samengesteld door Mathijs Bouman<br />

1<br />

2<br />

159<br />

85<br />

82<br />

76<br />

48<br />

45<br />

Gemiddelde<br />

30<br />

Por<br />

21<br />

<strong>De</strong>n<br />

5<br />

Fra<br />

Zwitserland<br />

<strong>De</strong>nemarken<br />

Bron: FD/4 november 2023<br />

3<br />

Zweden<br />

> <strong>De</strong> Global <strong>In</strong>novation <strong>In</strong>dex van INSEAD meet de<br />

innovatiekracht van een land. Nederland steeg dit<br />

jaar een plek op deze ranglijst en staat nu op plaats<br />

5, achter Zwitserland, de Verenigde Staten, Zweden<br />

en het Verenigd Koninkrijk.<br />

> Op de World Competitiveness Ranking zakte<br />

Nederland van plaats 4 naar 6. Dat kwam<br />

vooral door een lagere score op het onderdeel<br />

‘Economische prestaties’. Op de andere criteria<br />

(prestaties overheid, efficiëntie bedrijven en<br />

infrastructuur) deed Nederland het even goed<br />

of zelfs beter dan vorig jaar. <strong>De</strong> lage score op<br />

economische prestaties hangt vooral samen met<br />

een harde val op het deelonderwerp ‘<strong>In</strong>ternationale<br />

investeringen’, waar Nederland nu liefst 45 andere<br />

landen voor moet laten. Het vertrek van Shell,<br />

Unilever en DSM laat hier dus diepe sporen na.<br />

4<br />

Nederland<br />

5<br />

6<br />

2018 2019 2020 2021 2022<br />

Bron: FD/4 november 2023<br />

> Bekeken door de ogen van buitenlandse<br />

onderzoekers hoort ons land niet meer tot de<br />

absolute top. Aandacht voor de structurele<br />

succesfactoren, zoals investeringen,<br />

vestigingsklimaat, innovatie, onderwijs en<br />

goed bestuur, blijft nodig. Op de politieke<br />

agenda daarentegen worden thema’s als<br />

koopkrachtreparatie, inkomensongelijkheid, het<br />

demoniseren van multinationals en het leven<br />

van zzp’ers moeilijk maken de laatste jaren<br />

steeds belangrijker, zo lijkt het. Goed voor het<br />

electoraat, maar slecht voor de positie op de<br />

internationale ranglijsten.<br />

20<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


<strong>In</strong> ‘Armoede en sociale uitsluiting 2023’<br />

(gepubliceerd op 19 december 2023) presenteert<br />

het CBS de nieuwste gegevens over het deel van<br />

de bevolking van Nederland dat in financieel en<br />

sociaal opzicht is achtergebleven bij de rest. <strong>In</strong><br />

Nederland loopt 4,4% van de huishoudens kans op<br />

armoede. Dit is het laagste niveau sinds het CBS<br />

in 1977 begon met het meten van inkomens. <strong>De</strong><br />

daling van de armoede in 2022 is vooral het gevolg<br />

van de energietoeslag en andere ondersteunende<br />

overheidsmaatregelen. Daardoor stonden vrijwel<br />

alle risicogroepen er in 2022 financieel beter voor<br />

dan een jaar eerder.<br />

> Om de kans op armoede vast te stellen, gaat het<br />

CBS uit van de groep huishoudens met inkomsten<br />

onder de lage-inkomensgrens. Die grens varieert<br />

per huishouden: van € 1.200 per maand voor<br />

een alleenstaande tot € 2.300 voor een echtpaar<br />

met twee minderjarige kinderen. Huishoudens<br />

die voor hun inkomsten afhankelijk zijn van<br />

sociale voorzieningen, zoals ontvangers van een<br />

bijstands- of Wajonguitkering, hebben veruit de<br />

grootste kans in armoede te belanden. Onder<br />

pensioenhuishoudens is de armoede beperkt.<br />

Risico op armoede of sociale uitsluiting<br />

in Europa (cijfers 2021)<br />

% personen<br />

EU-27<br />

Tsjechië<br />

Slovenië<br />

Finland<br />

Slowakije<br />

Nederland<br />

Polen<br />

Zweden<br />

<strong>De</strong>nemarken<br />

Cyprus<br />

Oostenrijk<br />

België<br />

Frankrijk<br />

Hongarije<br />

Ierland<br />

Malta<br />

Kroatië<br />

Duitsland<br />

Luxemburg<br />

Estland<br />

Portugal<br />

Litouwen<br />

Italië<br />

Letland<br />

Spanje<br />

Griekenland<br />

Bulgarije<br />

Roemenië<br />

0 5 10 15 20 25 30 35<br />

% personen<br />

Bron: Eurostat<br />

> Vergeleken met elders in Europa is de<br />

armoede in Nederland laag. <strong>In</strong> de laatste 3 jaar<br />

daalde de armoede overigens het meest in<br />

Oost-Europese landen.<br />

Risico op (langdurige) armoede<br />

% huishoudens<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

Tot 2000 Vanaf 2000<br />

Laag inkomen<br />

Langdurig laag inkomen<br />

Bron: https://longreads.cbs.nl/armoede-en-sociale-uitsluiting-2023/risico-op-armoede-bij-huishoudens/<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 21


Thema’s voor langetermijndenkers<br />

Wegwerpmaatschappij<br />

Ontstaan<br />

Wereldwijd worden steeds meer spullen weggegooid, ook in Nederland. Het gaat veelal<br />

vooral om goederen die in lagelonenlanden worden geproduceerd. Veel van deze producten<br />

worden na (kortstondig) gebruik weer afgedankt en belanden uiteindelijk op afvalbergen.<br />

<strong>De</strong> wegwerpmaatschappij vormt om verscheidene redenen een probleem; met name in de<br />

productiefase en de afdankfase (met name fast fashion, fast furniture en consumentenelektronica)<br />

is er sprake van negatieve effecten zoals milieuvervuiling, gezondheidsproblemen,<br />

CO2-uitstoot, uitputting van natuurlijke grondstoffen en uitbuiting van arbeidskrachten.<br />

Al deze effecten vormen een bedreiging voor de leefbaarheid van onze planeet.<br />

> Het ontstaan van de wegwerpmaatschappij<br />

is sterk gerelateerd aan de wijze waarop de<br />

naoorlogse economie vorm heeft gekregen. Tal<br />

van ontwikkelingen en gebeurtenissen hebben<br />

hierop invloed gehad. Een belangrijke oorzaak is<br />

de verplaatsing van de productie van goederen<br />

naar lagelonenlanden vanaf de jaren zestig. Bij<br />

dit proces is de aandacht vooral gericht geweest<br />

op economische groei en welvaartsgroei in<br />

westerse landen. Veel minder aandacht ging uit<br />

naar eventuele schadelijke effecten voor mens en<br />

milieu. Zulke effecten waren er echter wel degelijk.<br />

<strong>De</strong>nk aan de milieu- en gezondheidseffecten<br />

als gevolg van grondstoffenwinning en slechte<br />

arbeidsomstandigheden in lagelonenlanden alsook<br />

de uitputting van natuurlijke hulpbronnen. <strong>De</strong><br />

erkenning van deze negatieve effecten is de laatste<br />

jaren sterk gegroeid. Daardoor is er meer aandacht<br />

gekomen voor zaken als ‘ecologische voetafdruk’<br />

en ‘planetaire grenzen’.<br />

Vier mechanismen bestendigen en<br />

versterken het verschijnsel<br />

1. Producenten van niet-duurzame artikelen<br />

kiezen ervoor om de kosten van negatieve<br />

effecten die optreden bij de productie en de<br />

afvalverwerking daarvan niet te verdisconteren<br />

in de productprijs. Dit maakt het kopen van<br />

producten van wegwerpkwaliteit aantrekkelijk.<br />

2. Keuzen van producenten ten aanzien van<br />

materiaal gebruik en productiemethoden<br />

zorgen ervoor dat niet duurzaam gemaakte<br />

producten een steeds kortere levensduur<br />

hebben. Soms is dit zelfs een doelbewuste<br />

strategie. Producten zijn dan binnen afzienbare<br />

tijd aan vervanging toe.<br />

3. <strong>In</strong> het ontwerp van producten wordt meestal<br />

geen rekening gehouden met wat er in de<br />

afdankfase met het product en de gebruikte<br />

grondstoffen gebeurt.<br />

4. Het maken van een verantwoorde keuze uit<br />

het (online) winkelaanbod is voor consumenten<br />

lastig, door het ontbreken van duidelijke<br />

duurzaamheidsinformatie over producten en<br />

omdat mensen tegelijkertijd blootstaan aan<br />

verleiding en misleiding.<br />

22<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 23


Trends<br />

> Per hoofd van de bevolking worden meer<br />

producten aangeschaft dan ooit (CLO, 2023a)<br />

en door de lage prijs van veel producten is de<br />

verleiding voor mensen groot om een artikel af te<br />

danken en iets nieuws aan te schaffen, bijvoorbeeld<br />

wanneer een product een gebrek vertoont of<br />

wanneer het niet meer past bij de nieuwste mode.<br />

<strong>De</strong> verhouding tussen het prijsniveau van producten<br />

en de koopkracht van burgers is hierbij een<br />

belangrijke factor.<br />

> <strong>De</strong> milieudruk is berekend aan de hand van de<br />

indicatoren landgebruik, emissie van broeikasgassen<br />

en grondstoffengebruik. Voor de indicatoren<br />

landgebruik en emissies (CO2, CH4 en N2O) zijn<br />

ook effecten buiten Nederland meegenomen.<br />

<strong>De</strong> indicator grondstoffengebruik is iets minder<br />

betrouwbaar, omdat grondstoffengebruik in de<br />

voorketen niet is meegerekend.<br />

Milieudruk Nederlandse consumptie<br />

> <strong>De</strong> beleidsinitiatieven die de Nederlandse overheid<br />

en de Europese Unie (EU) de afgelopen jaren<br />

hebben genomen om het grondstoffenverbruik<br />

terug te dringen en de economie te verduurzamen,<br />

hebben vooralsnog maar beperkt effect gehad. <strong>In</strong><br />

de <strong>In</strong>tegrale Circulaire Economie Rapportage 2023<br />

<strong>In</strong>dex (1995 = 100)<br />

stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)<br />

200<br />

vast dat het grondstoffenverbruik in Nederland<br />

nog steeds toeneemt. Het planbureau wijst er<br />

150<br />

in dit verband op dat de Nederlandse overheid<br />

Emissie van<br />

vooralsnog vooral inzet op beleidsinstrumenten<br />

100<br />

met een vrijwillig karakter, zoals convenanten en<br />

innovatiesubsidies. Het ontbreekt aan ‘drang en<br />

50<br />

dwang’ om substantiële stappen te zetten naar een<br />

duurzame en circulaire economie.<br />

0<br />

1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025<br />

Consumptievolume<br />

Bevolking<br />

Landgebruik<br />

broeikasgassen<br />

Grondstofgebruik<br />

Top 10 milieu-impact van gemiddelde<br />

consumptie van één persoon per jaar in<br />

Nederland in 2020<br />

<strong>In</strong>dex (1995 = 100)<br />

200<br />

150<br />

100<br />

Consumptievolume<br />

Bevolking<br />

Landgebruik<br />

Emissie van<br />

broeikasgassen<br />

Grondstofgebruik<br />

300,00<br />

250,00<br />

200,00<br />

150,00<br />

100.00<br />

Direct<br />

klimaateffect (Pt)<br />

<strong>In</strong>direct<br />

klimaateffect (Pt)<br />

Overig (Pt)<br />

Landgebruik en<br />

ontbossing (Pt)<br />

50,00<br />

50<br />

0<br />

1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025<br />

0,00<br />

Spullen<br />

Auto<br />

Wonen<br />

Vlees<br />

Vliegen<br />

Ander eten & drinken<br />

Kleding & textiel<br />

Zuivel & eieren<br />

Badkamer<br />

OV<br />

Bronnen: Weg van de wegwerpmaatschappij/CLO, 2023a<br />

Bronnen: Weg van de wegwerpmaatschappij/CE <strong>De</strong>lft, 2023a<br />

24<br />

> Het Nederlandse consumptievolume is gestaag<br />

toegenomen. 300,00 Dankzij efficiëntieverbeteringen in<br />

productieketens en in het ontwerp van producten<br />

250,00<br />

is de milieudruk tegelijkertijd in relatieve zin<br />

200,00<br />

afgenomen. Veel apparaten zijn bijvoorbeeld<br />

150,00<br />

Overig (Pt)<br />

zuiniger geworden. Daardoor is het energieverbruik<br />

100.00<br />

in Nederland sinds 2010 afgenomen, ook ontbossing al nam (Pt) het<br />

totale 50,00 aantal verkochte apparaten sterk toe.<br />

0,00<br />

Spullen<br />

Auto<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |<br />

Wonen<br />

Vlees<br />

Vliegen<br />

Ander eten & drinken<br />

Kleding & textiel<br />

Zuivel & eieren<br />

Badkamer<br />

OV<br />

Direct<br />

klimaateffect (Pt)<br />

<strong>In</strong>direct<br />

klimaateffect (Pt)<br />

Landgebruik en<br />

> Voor de transitie naar de circulaire economie<br />

wordt vaak verwezen naar de zogenoemde<br />

R-ladder. <strong>De</strong>ze geeft een overzicht van<br />

circulariteitsstrategieën die kunnen worden gebruikt<br />

om het grondstoffengebruik en de daarmee<br />

samenhangende milieudruk te verminderen.<br />

Vanuit het perspectief van (het tegengaan van) de<br />

wegwerpproblematiek zijn vooral R-strategieën<br />

hoger op de ladder relevant.


<strong>De</strong> Rli (Raad voor de leefomgeving en<br />

infrastructuur) heeft de afgelopen jaren<br />

verscheidene publicaties uitgebracht die verband<br />

houden met de circulaire economie. Van wens naar<br />

uitvoering (2015), Naar een duurzame economie<br />

(2019), Overheidssturing op transities (2019),<br />

<strong>In</strong>vesteren in duurzame groei (2021) en Boeren met<br />

toekomst (2021b). Het werkprogramma <strong>2024</strong>-2025<br />

van de Rli (2023) voorziet voorts in de publicatie<br />

van een advies over duurzaam bouwen.<br />

> Binnen de categorie consumptiegoederen zijn<br />

er drie productgroepen geïdentificeerd (kleding,<br />

meubels en consumentenelektronica) die model<br />

staan voor een bredere trend naar de productie<br />

en consumptie van grote hoeveelheden goedkope<br />

artikelen met een beperkte levensduur.<br />

> <strong>De</strong> categorieën ‘Fast fashion’ en ‘Fast furniture’<br />

kenmerken zich door snelle productielijnen,<br />

vaak gebruikmakend van laagwaardig materiaal.<br />

<strong>De</strong> geproduceerde kleding en meubels zijn niet<br />

bedoeld om lang mee te gaan. Een vergelijkbare<br />

situatie is aan de orde bij elektronische apparaten,<br />

die vaak maar een beperkte levensduur hebben<br />

en moeilijk zijn te hergebruiken of te repareren.<br />

Binnen deze productgroep vormen accu’s en<br />

batterijen een groeiend probleem, omdat ze in<br />

steeds meer producten voorkomen en schadelijke<br />

stoffen bevatten, die vaak in het restafval of (buiten<br />

Europa) in het milieu terechtkomen.<br />

> Per jaar komen in Nederland 900 miljoen<br />

kledingstukken op de markt (KplusV, 2020). Circa<br />

6,5% van deze kleding blijft onverkocht achter bij<br />

producenten, groothandels en kledingbedrijven (MVO<br />

Nederland en Wageningen University, 2016). <strong>De</strong> rest<br />

komt terecht in de kledingkasten bij mensen thuis.<br />

Een derde deel van deze aangeschafte kledingstukken<br />

wordt niet of nauwelijks gedragen (Maldini et al.,<br />

2017). Dit verschijnsel neemt alleen maar toe, ook<br />

buiten Nederland. Wereldwijd is het aantal keer dat<br />

een kledingstuk wordt gedragen de afgelopen 15 jaar<br />

met 36% gedaald (KplusV, 2020).<br />

> Dit betekent dat er steeds meer kleding wordt<br />

weggegooid. Onderzoek van KplusV laat zien dat<br />

de hoeveelheid afgedankte kleding in Nederland in<br />

de afgelopen 25 jaar ruimschoots is verdubbeld. Zo<br />

was er in 1993 sprake van 125 kiloton afgedankte<br />

kleding; in 2017 was dit opgelopen naar bijna 260<br />

kiloton (687 miljoen stuks). Dit komt neer op een<br />

toename van circa 8 naar 15 kilo per inwoner per<br />

jaar. Van de afgedankte kleding komt circa 50%<br />

bij het restafval terecht, waardoor deze kleding<br />

niet kan worden hergebruikt of gerecycled en<br />

uiteindelijk in de verbrandingsoven belandt.<br />

Een derde deel<br />

van de aangeschafte<br />

kledingstukken wordt<br />

niet of nauwelijks<br />

gedragen.<br />

> <strong>De</strong> bestedingen van huishoudens aan<br />

woninginrichting en -decoratie zijn in de<br />

periode 2000-2022 met 22,8% toegenomen. <strong>De</strong><br />

belangrijkste oorzaak hiervan is dat meubels een<br />

kortere levensduur hebben gekregen. Meubilair<br />

wordt steeds meer onderhevig aan trends en om<br />

hierin te voorzien worden er steeds meer goedkope<br />

meubels geproduceerd, met vaak een mindere<br />

kwaliteit. <strong>De</strong> gebruiksduur van modegevoelige<br />

banken bedraagt op dit moment ongeveer 7 jaar,<br />

wat lager is dan de gemiddelde economische<br />

levensduur van 11,7 jaar die voor zitbanken wordt<br />

aangehouden bij verzekeringsdiensten. Op jaarbasis<br />

wordt naar schatting ongeveer 80 kiloton aan<br />

zitmeubels afgedankt. <strong>De</strong>ze belanden grotendeels<br />

bij het grofvuil (TAUW, 2022).<br />

> <strong>In</strong> de periode 2005-2022 is de hoeveelheid in<br />

Nederland verkochte consumentenelektronica<br />

met 49% toegenomen (CBS, 2023). <strong>In</strong> 2000 werd in<br />

totaal ongeveer 473 miljoen kilo aan elektronische<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 25


26<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


en elektrische apparaten op de markt gebracht (ruim 29 kilo<br />

per inwoner); in 2019 was dit met ruim 35% toegenomen tot<br />

bijna 640 miljoen kilo (36 kilo per inwoner) (CLO, 2023c). <strong>De</strong>ze<br />

enorme toename is deels te verklaren uit de energietransitie,<br />

die ervoor zorgt dat mensen over steeds meer elektrische<br />

apparaten beschikken, zoals zonnepanelen en omvormers.<br />

Een ander deel van de toename is te verklaren door het feit dat<br />

naarmate apparaten goedkoper en zuiniger worden, mensen<br />

geneigd zijn er meer van te kopen. Dit wordt wel de Jevonsparadox<br />

genoemd. <strong>De</strong> levensduur van veel elektronica is net als<br />

die van kleding en meubels de laatste decennia teruggelopen,<br />

waardoor de hoeveelheid afgedankte elektronische en elektrische<br />

producten sterk is gegroeid. <strong>In</strong> 2000 bedroeg de hoeveelheid<br />

elektrisch en elektronisch afval, inclusief de export van gebruikte<br />

apparaten, 234 miljoen kilo (14,7 kilo per inwoner). <strong>In</strong> 2019 was dit<br />

toegenomen tot 411 miljoen kilo (23,7 kilo per inwoner). Hiervan<br />

bestond 40,7% uit consumentenapparatuur (CLO, 2023c).<br />

> Er zijn inmiddels veel bedrijven die de eerste stappen zetten in<br />

de richting van duurzaamheid en circulariteit bij het ontwerp en de<br />

productie van hun goederen. Ook zijn er bedrijven die zich richten<br />

op de verkoop van refurbished meubels of elektronica of meer<br />

algemeen op de verkoop van tweedehands artikelen. Vooral in de<br />

kledingsector is er een groeiend tweedehands aanbod, met name in<br />

het hogere segment, via platforms als bijvoorbeeld Vinted. Rebuy<br />

specialiseert zich in de verkoop van refurbished elektronica. Daarnaast<br />

is Marktplaats een succesvoorbeeld van tweedehands verkoop en<br />

zien we in het straatbeeld een toenemend aantal kringloopwinkels.<br />

> Het verkopen van zoveel mogelijk producten staat bij<br />

‘product as a service’ niet langer centraal. <strong>De</strong> consument gaat<br />

een gebruikscontract aan met de leverancier van bijvoorbeeld<br />

een telefoon, een elektrische scooter of een wasmachine. <strong>De</strong><br />

leverancier blijft eigenaar van het product en zorgt voor het<br />

onderhoud. <strong>De</strong> inkomsten van de leverancier zijn daardoor niet<br />

langer uitsluitend afhankelijk van verkoopcijfers. Onderhoud,<br />

reparatie en het opknappen van producten worden nieuwe<br />

inkomstenbronnen en ook een nieuwe manier om klanten<br />

te binden. Omdat ze eigenaar van het product blijven, valt te<br />

verwachten dat leveranciers kritischer gaan kijken naar het<br />

ontwerp, het materiaalgebruik en de repareerbaarheid van<br />

hun producten. Ook de mogelijkheid om producten gedurende<br />

de gebruiksfase aan te passen aan nieuwe eisen (updaten en<br />

upgraden) wordt voor de leverancier interessant.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 27


Zodoende bevat het product-as-a-service-model<br />

prikkels voor het volgen van strategieën die hoog<br />

staan op de R-ladder. <strong>In</strong> de praktijk kiezen vooralsnog<br />

maar weinig consumenten voor contractmodellen,<br />

die in veel gevallen duurder uitpakken dan wanneer<br />

je een product in eigendom hebt.<br />

> <strong>In</strong> de zakelijke wereld wordt overigens wél steeds<br />

vaker gekozen voor het product-as-a-service-model.<br />

Zo is kantoormeubelleverancier Ahrend bezig met<br />

het ontwikkelen van een verdienmodel waarbij het<br />

bedrijf minder aan kantoormeubelen verkoopt,<br />

terwijl de financiële inkomstenstroom dankzij<br />

serviceverlening min of meer gelijk kan blijven.<br />

Greenwashing<br />

> Het maken van verantwoorde keuzes wordt<br />

verder bemoeilijkt door een gebrek aan relevante<br />

informatie. Zo hebben mensen over het algemeen<br />

weinig zicht op de herkomst en de milieuimpact<br />

van producten. Ook kunnen ze niet goed<br />

beoordelen wat de kwaliteit en de levensduur zijn<br />

van een product en hoe gemakkelijk het bij een<br />

defect valt te repareren.<br />

> Het gevolg is dat bij aanschaf de laagste prijs<br />

vaak de doorslag geeft. Vervolgens blijkt het in<br />

de gebruiksfase van een product lastig om te<br />

bepalen wat het juiste moment is om het product<br />

te vervangen. Daarvoor moeten de kosten van het<br />

feitelijke gebruik worden afgezet tegen hoelang<br />

een product nog meegaat en wat het onderhoud<br />

kost. <strong>In</strong> de praktijk gaan mensen gemakshalve af op<br />

hun eigen, subjectieve inschatting. <strong>De</strong>ze mentale<br />

boekwaarde van producten is vrij consequent te<br />

laag, met als gevolg dat veel producten vroegtijdig<br />

worden afgedankt (Van den Berge et al., 2021; Van<br />

den Berge et al., 2023).<br />

> Het is overigens niet toevallig dat burgers zo<br />

weinig zicht hebben op de al dan niet duurzame<br />

eigenschappen van producten. Producenten zijn<br />

namelijk vaak terughoudend met het bieden van<br />

transparantie over de herkomst en de milieuimpact<br />

van hun artikelen. Vaak hebben ze ook<br />

zelf, vanwege de lange productieketens, maar<br />

beperkt zicht op de omstandigheden waaronder<br />

ze worden gemaakt en waar en hoe de voor<br />

de producten benodigde grondstoffen worden<br />

gewonnen. Het informatiegebrek van burgers<br />

wordt door greenwashing nog eens versterkt.<br />

Producenten doen daarbij duurzaamheidsclaims die<br />

ze onvoldoende kunnen onderbouwen of waarbij<br />

ze zulke lage standaarden hanteren dat de claims in<br />

feite misleidend zijn (Van den Eerenbeemt, 2022).<br />

Ook labels voor duurzaamheid die producenten in<br />

omloop brengen, soms met de beste bedoelingen,<br />

creëren informatieonduidelijkheid. Het is voor<br />

burgers vaak onmogelijk om te bepalen wat de<br />

betekenis is van deze labels en in hoeverre ze<br />

betrouwbaar zijn. Het ontbreken van gestandaardiseerde<br />

certificering geeft producenten ruimte<br />

om de werkelijkheid fraaier voor te stellen of<br />

informatie achterwege te laten (Wicker et al., 2022).<br />

> Voor het tegengaan van greenwashing en andere<br />

vormen van misleiding heeft de Nederlandse<br />

overheid in mei 2022 de Nederlandse Reclame Code<br />

aangepast. Hiermee geeft Nederland invulling aan<br />

28<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


de Europese richtlijn modernisering consumentenbescherming.<br />

<strong>In</strong> de code staat nu specifieker<br />

omschreven wanneer reclame als misleidend<br />

wordt beschouwd. Zo mogen aanbieders geen<br />

zoekresultaten tonen zonder duidelijk te vermelden<br />

dat er sprake is van betaalde reclame, geen valse<br />

reviews gebruiken en geen misleidende informatie<br />

geven over prijsverlagingen (Stichting Reclame<br />

Code, 2022). <strong>De</strong> Autoriteit Consument & Markt<br />

houdt namens de overheid toezicht op het gebruik<br />

van groene claims door bedrijven.<br />

> Het PBL heeft recent laten zien dat het aandeel<br />

circulaire producenten in Nederland al enige jaren<br />

stagneert rond de 6%. Met andere woorden: de<br />

transitie naar een duurzame en circulaire economie<br />

komt nauwelijks van de grond. Dit zal volgens<br />

ons niet veranderen zolang het op grote schaal<br />

wegwerpen van (vaak slechts kortstondig) gebruikte<br />

producten de norm blijft.<br />

Regelgeving voor de zonweringsbranche<br />

komt dichterbij<br />

> Ongetwijfeld zal er vroeg of laat regelgeving<br />

ontstaan die ook de zonweringsbranche gaat<br />

treffen. Hoewel de milieudruk van deze producten<br />

relatief klein is ontstaan er regels in andere<br />

sectoren voor het gebruik van materialen die in de<br />

zonweringsbranche ook gebruikt worden. Het ligt<br />

voor de hand dat daar op de een of andere manier<br />

aansluiting gaat ontstaan in de toekomst.<br />

> <strong>In</strong> maart 2022 heeft de Europese Commissie de<br />

nieuwe EU-strategie voor duurzaam en circulair<br />

textiel gepresenteerd. <strong>De</strong> strategie is erop gericht<br />

dat in 2030 alle textielproducten die in de EU in de<br />

handel worden gebracht (a) duurzaam, herstelbaar<br />

en recyclebaar zijn, (b) grotendeels zijn gemaakt<br />

van gerecyclede vezels, (c) geen gevaarlijke stoffen<br />

bevatten en (d) zijn geproduceerd met inachtneming<br />

van de sociale rechten en het milieu.<br />

> Een ander onderdeel van de richtlijn betreft het<br />

afvalbeheer. Vastgelegd is dat lidstaten hiervoor<br />

kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen<br />

moeten vaststellen die in overeenstemming<br />

zijn met de doelstellingen uit de Kaderrichtlijn<br />

afvalstoffen en andere relevante EU-richtlijnen.<br />

<strong>In</strong> het werkprogramma voor 2023 heeft de<br />

Europese Commissie een herziening van de huidige<br />

Kaderrichtlijn afvalstoffen aangekondigd. Naar<br />

verwachting zal dit een beperkte herziening zijn,<br />

waarbij de nadruk ligt op preventiedoelstellingen<br />

voor textiel- en voedselafval en een mogelijke<br />

verplichte UPV (Uitgebreide Producenten<br />

Verantwoordelijkheid) voor de textielsector.<br />

> <strong>De</strong> Europese inspanningen om de<br />

wegwerpproblematiek aan te pakken richten<br />

zich ook op het versterken van de positie van<br />

de consument. <strong>In</strong> dit verband heeft de Europese<br />

Commissie voorgesteld om in de Europese<br />

consumentenwetgeving op te nemen dat<br />

consumenten betrouwbare en relevante informatie<br />

moeten ontvangen over producten (inclusief de<br />

levensduur ervan) en over de beschikbaarheid<br />

van reparatiediensten, reserveonderdelen en<br />

reparatiehandelingen.<br />

> Ook wil de Commissie kijken naar de mogelijkheid<br />

om consumenten een recht op reparatie te geven,<br />

zowel binnen als buiten de garantieperiode.<br />

Verder wil de Commissie wettelijk vastleggen dat<br />

bedrijven hun milieuclaims moeten onderbouwen<br />

aan de hand van voorgeschreven methoden voor<br />

het meten van de milieuvoetafdruk. Ook is het de<br />

bedoeling om duurzaamheid, recyclebaarheid en<br />

gerecyclede inhoud van producten systematischer<br />

deel te laten uitmaken van de EU-milieukeurcriteria<br />

(Europese Commissie, 2020b).<br />

> Sinds 1 januari 2021 hanteert Frankrijk een<br />

reparatielabel. Het label geeft aan hoe gemakkelijk<br />

een product is te repareren. Het wordt op dit moment<br />

gebruikt bij onder meer wasmachines, grasmaaiers,<br />

laptops, televisies en smartphones. <strong>De</strong> Franse<br />

overheid wil op termijn alle elektrische apparaten op<br />

de Franse markt voorzien van een reparatielabel.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 29


Het label dient drie doelen: consumenten<br />

beter informeren, bevorderen dat fabrikanten<br />

de mogelijkheid het product te repareren meer<br />

als een concurrentievoordeel gaan zien en het<br />

genereren van informatie aan de hand waarvan<br />

de overheid minder duurzame producten van<br />

de markt kan weren. Bij de toekenning van het<br />

label aan producten wordt gebruikgemaakt van<br />

een repair-score. <strong>De</strong>ze score wordt berekend<br />

op basis van een aantal criteria, waaronder<br />

beschikbaarheid van reparatie-informatie,<br />

demonteerbaarheid en beschikbaarheid en prijs van<br />

onderdelen. Een toegekend reparatielabel toont een<br />

reparatiesymbool, waarvan de kleur aangeeft hoe<br />

gemakkelijk het apparaat is te repareren (van rood,<br />

oranje, geel, lichtgroen naar donkergroen).<br />

Vanaf <strong>2024</strong> zijn<br />

bedrijven verplicht te<br />

rapporteren over<br />

hun impact op mens<br />

en klimaat.<br />

Artificial intelligence<br />

Wat is AI en hoe werkt het?<br />

> Kunstmatige intelligentie (AI) maakt het mogelijk<br />

voor machines om te leren van ervaringen, zich aan<br />

te passen aan nieuwe input en mensachtige taken<br />

uit te voeren. <strong>De</strong> meeste AI-voorbeelden waar je<br />

tegenwoordig over hoort - van schaakcomputers<br />

tot zelfrijdende auto's - zijn sterk afhankelijk van<br />

deep learning en natuurlijke taalverwerking.<br />

> AI werkt door grote hoeveelheden gegevens te<br />

combineren met snelle, iteratieve verwerking en<br />

intelligente algoritmen, waardoor de software<br />

automatisch kan leren van patronen of kenmerken<br />

in de gegevens. AI is een breed vakgebied dat vele<br />

theorieën, methoden en technologieën omvat,<br />

evenals de volgende belangrijke deelgebieden:<br />

> Machine learning automatiseert het bouwen van<br />

analytische modellen. Het maakt gebruik van<br />

methoden uit neurale netwerken, de statistiek,<br />

operationeel onderzoek en de natuurkunde om<br />

verborgen inzichten in gegevens te vinden zonder<br />

expliciet te zijn geprogrammeerd voor waar te<br />

zoeken of wat te concluderen.<br />

> <strong>In</strong> de CSRD, die in november 2022 door het<br />

Europees Parlement is aangenomen, staat<br />

dat bedrijven vanaf <strong>2024</strong> verplicht zijn om te<br />

rapporteren over hun impact op mens en klimaat.<br />

Zo moeten grote ondernemingen in hun jaarverslag<br />

rapporteren over onder meer de impact van hun<br />

activiteiten op mens en milieu.<br />

> <strong>In</strong> 2022 heeft de Europese Commissie de CSDDD<br />

gepresenteerd. <strong>De</strong>ze EU-richtlijn eist van grote<br />

bedrijven die actief zijn op de Europese markt<br />

dat zij gepaste zorgvuldigheid (due diligence)<br />

betrachten. Concreet betekent dit dat de bedrijven<br />

verplicht zijn om de risico’s voor mens en milieu<br />

in hun ketens in kaart brengen, deze risico’s te<br />

voorkomen, aan te pakken of te stoppen en<br />

hierover te communiceren.<br />

> Een neuraal netwerk is een vorm van machine<br />

learning die bestaat uit onderling verbonden<br />

eenheden (zoals neuronen) die informatie<br />

verwerken door te reageren op externe input,<br />

waarbij informatie tussen elke eenheid wordt<br />

doorgegeven.<br />

> <strong>De</strong>ep learning maakt gebruik van enorme neurale<br />

netwerken met vele lagen verwerkingseenheden,<br />

waarbij gebruik wordt gemaakt van de vooruitgang<br />

in rekenkracht en verbeterde trainingstechnieken<br />

om complexe patronen in grote hoeveelheden<br />

gegevens te leren. Veelvoorkomende toepassingen<br />

zijn beeld- en spraakherkenning.<br />

> Bovendien maken verschillende technologieën AI<br />

mogelijk dan wel het ondersteunen daarvan:<br />

30<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Computervisie is gebaseerd op patroonherkenning<br />

en deep learning om te herkennen wat er op een<br />

foto of video staat. Wanneer machines beelden<br />

kunnen verwerken, analyseren en begrijpen, kunnen<br />

ze in realtime beelden of video's vastleggen en hun<br />

omgeving interpreteren.<br />

> Natuurlijke taalverwerking (NLP) is het vermogen<br />

van computers om menselijke taal, inclusief spraak,<br />

te analyseren, te begrijpen en te genereren. <strong>De</strong><br />

volgende fase van NLP is natuurlijke taalinteractie,<br />

waarmee mensen met computers kunnen<br />

communiceren met behulp van normale, alledaagse<br />

taal om taken uit te voeren.<br />

> API's, of application programming interfaces, zijn<br />

draagbare codepakketten die het mogelijk maken<br />

om AI-functionaliteit toe te voegen aan bestaande<br />

producten en softwarepakketten. Ze kunnen<br />

beeldherkenningsmogelijkheden toevoegen aan<br />

huisbeveiligingssystemen en Q&A-mogelijkheden<br />

die gegevens beschrijven, bijschriften en koppen<br />

maken of interessante patronen en inzichten in<br />

gegevens oproepen.<br />

> AI zal mensachtige interacties met software<br />

bieden en beslissingsondersteuning bieden voor<br />

specifieke taken, maar is geen vervanging voor<br />

mensen en zal dat ook niet snel zijn.<br />

> Grafische verwerkingseenheden zijn de sleutel tot<br />

AI omdat ze de zware rekenkracht leveren die<br />

nodig is voor iteratieve verwerking. Voor het<br />

trainen van neurale netwerken zijn big data plus<br />

rekenkracht nodig.<br />

> Het internet of things genereert enorme<br />

hoeveelheden gegevens van verbonden apparaten,<br />

waarvan de meeste niet zijn geanalyseerd. Door<br />

modellen te automatiseren met AI kunnen we er<br />

meer van gebruiken.<br />

Geschiedenis<br />

> <strong>De</strong> term kunstmatige intelligentie werd bedacht<br />

in 1956, maar AI is tegenwoordig populairder<br />

geworden, dankzij grotere datavolumes,<br />

geavanceerde algoritmen en verbeteringen in<br />

rekenkracht en opslag.<br />

> Geavanceerde algoritmen worden op nieuwe<br />

manieren ontwikkeld en gecombineerd om<br />

meer gegevens sneller en op meerdere niveaus<br />

te analyseren. <strong>De</strong>ze intelligente verwerking is<br />

de sleutel tot het identificeren en voorspellen<br />

van zeldzame gebeurtenissen, het begrijpen van<br />

complexe systemen en het optimaliseren van<br />

unieke scenario's.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 31


32<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Vroeg AI-onderzoek in de jaren 1950 richtte<br />

zich op onderwerpen als probleemoplossing en<br />

symbolische methoden. <strong>In</strong> de jaren 1960 raakte het<br />

Amerikaanse ministerie van defensie geïnteresseerd<br />

in dit soort werk en begon computers te trainen<br />

om elementair menselijk redeneren na te bootsen.<br />

Het <strong>De</strong>fense Advanced Research Projects Agency<br />

(DARPA) voltooide bijvoorbeeld in de jaren 1970<br />

projecten voor het in kaart brengen van straten.<br />

En DARPA produceerde intelligente persoonlijke<br />

assistenten in 2003, lang voordat Siri, Alexa of<br />

Cortana bekende namen waren.<br />

> Dit vroege werk maakte de weg vrij voor de<br />

auto matisering en het formeel redeneren die we<br />

tegen woordig in computers zien, inclusief<br />

beslissings ondersteunende systemen en slimme<br />

zoeksystemen die kunnen worden ontworpen<br />

om menselijke vaardigheden aan te vullen en<br />

te vergroten.<br />

Status en verwachte evolutie<br />

in <strong>2024</strong>-2025<br />

> <strong>De</strong> belangstelling voor kunstmatige intelligentie<br />

bereikte in 2023 een hoogtepunt. <strong>In</strong> de zes<br />

maanden na de lancering van ChatGPT door<br />

OpenAI in november 2022, de beroemdste en meest<br />

effectieve chatbot van internet, is het onderwerp<br />

‘kunstmatige intelligentie’ bijna verviervoudigd in<br />

populariteit op de zoekmachine van Google. <strong>In</strong><br />

augustus 2023 zei een derde van de respondenten<br />

van de laatste McKinsey Global Survey dat hun<br />

organisaties generatieve AI in ten minste één<br />

hoedanigheid gebruikten.<br />

> Er zijn drie belangrijke dimensies waarop<br />

onderzoekers AI-modellen verbeteren: omvang,<br />

data en toepassingen. <strong>De</strong> afgelopen jaren was<br />

het geaccepteerde dogma van AI-onderzoek<br />

dat groter beter betekent. Hoewel computers<br />

kleiner zijn geworden, zelfs als ze krachtiger zijn<br />

geworden, geldt dat niet voor taalmodellen (LLM's),<br />

waarvan de grootte wordt gemeten in miljarden<br />

of biljoenen ‘parameters’. Volgens SemiAnalysis<br />

had een onderzoeksbureau, GPT-4, de LLM die de<br />

luxe versie van ChatGPT aandrijft, meer dan 16.000<br />

gespecialiseerde GPU-chips nodig en duurde het<br />

meerdere weken om te trainen.<br />

> Volgens NVIDIA, een chipmaker, zijn de<br />

inferentiekosten - het krijgen van de getrainde<br />

modellen om te reageren op vragen van gebruikers<br />

- nu hoger dan de trainingskosten bij het inzetten<br />

van een LLM op een redelijke schaal. Naarmate<br />

AI-modellen overgaan in commerciële producten,<br />

is er een groeiende focus op het handhaven van<br />

prestaties en het kleiner en sneller maken ervan.<br />

Een manier om dit te doen is door een kleiner<br />

model te trainen met meer trainingsgegevens.<br />

‘Chinchilla’, een LLM die in 2022 is ontwikkeld<br />

door Google <strong>De</strong>epMind, presteert bijvoorbeeld<br />

beter dan de GPT-3 van OpenAI, ondanks dat het<br />

een kwart van de grootte is (het is getraind op<br />

vier keer de gegevens). Een andere benadering is<br />

het verminderen van de numerieke precisie van<br />

de parameters waaruit een model bestaat. Een<br />

team van de universiteit van Washington heeft<br />

aangetoond dat het mogelijk is om een model ter<br />

grootte van een chinchilla op één GPU-chip te<br />

persen, zonder een duidelijke dip in de prestaties.<br />

Kleine modellen, cruciaal, zijn veel goedkoper om<br />

later te gebruiken. Sommige kunnen zelfs op een<br />

laptop of smartphone draaien.<br />

> AI-modellen zijn voorspellingsmachines die<br />

effectiever worden als ze op meer gegevens<br />

worden getraind. <strong>De</strong> focus verschuift ook van<br />

'hoeveelheid' naar 'hogere kwaliteit'. Dit is vooral<br />

relevant omdat het steeds moeilijker wordt om<br />

meer trainingsgegevens te vinden: een analyse in<br />

2022 suggereerde dat de voorraden nieuwe tekst<br />

van hoge kwaliteit de komende jaren zouden<br />

kunnen opdrogen. Het gebruik van de output van<br />

de modellen om toekomstige modellen te trainen,<br />

kan leiden tot minder capabele modellen, dus de<br />

acceptatie van LLM's maakt het internet minder<br />

waardevol als bron van trainingsgegevens. Maar<br />

kwantiteit is niet alles. Het uitzoeken van de juiste<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 33


mix van trainingsgegevens is nog steeds veel meer<br />

een kunst dan een wetenschap. En modellen<br />

worden steeds vaker getraind op combinaties<br />

van gegevenstypen, waaronder natuurlijke taal,<br />

computercode, afbeeldingen en zelfs video's,<br />

waardoor ze nieuwe mogelijkheden krijgen.<br />

<strong>De</strong> belangrijkste vooruitgang zal niet liggen<br />

in de kwaliteit van de modellen zelf, maar in het<br />

leren hoe ze effectiever kunnen worden gebruikt.<br />

> Op dit moment zijn er drie manieren om modellen<br />

te gebruiken. <strong>De</strong> eerste, ‘prompt engineering’,<br />

neemt ze zoals ze zijn en voedt ze met specifieke<br />

prompts. <strong>De</strong>ze methode omvat het maken van<br />

invoerzinnen of vragen om het model te begeleiden<br />

om de gewenste uitvoer te produceren. <strong>De</strong> tweede<br />

is het ‘finetunen’ van een model om de prestaties bij<br />

een specifieke taak te verbeteren. Dit houdt in dat<br />

een reeds bestaand model een extra trainingsronde<br />

krijgt met behulp van een beperkte dataset die op<br />

die taak is afgestemd. Een LLM kan bijvoorbeeld<br />

worden verfijnd met behulp van artikelen uit medische<br />

tijdschriften om het beter te maken in het beantwoorden<br />

van aan gezondheid gerelateerde vragen.<br />

<strong>De</strong> derde benadering is om LLM's in te bedden in<br />

een grotere, krachtigere architectuur. Een LLM is<br />

als een motor; om er gebruik van te maken moet je<br />

de auto eromheen bouwen. Een voorbeeld hiervan<br />

is ‘retrieval augmented generation’, een techniek<br />

die een LLM combineert met extra software en een<br />

database met kennis over een bepaald onderwerp<br />

om het minder waarschijnlijk te maken om<br />

onwaarheden als uitkomst te krijgen. Wanneer een<br />

vraag wordt gesteld, doorzoekt het systeem eerst<br />

zijn database. Als het iets relevants vindt, geeft het<br />

de vraag, samen met de feitelijke informatie, door<br />

aan het LLM, met het verzoek om het antwoord te<br />

genereren op basis van de verstrekte informatie.<br />

Door op deze manier bronnen te verstrekken,<br />

kunnen gebruikers meer vertrouwen hebben in de<br />

nauwkeurigheid van de antwoorden. Het maakt het<br />

ook mogelijk om het LLM te personaliseren, zoals<br />

bij Google's NotebookLM, waarmee gebruikers hun<br />

eigen kennisdatabases kunnen aanleveren.<br />

> Te midden van alle aandacht voor het<br />

commerciële potentieel van AI, gaat de jacht op<br />

kunstmatige algemene intelligentie door. LLM's en<br />

andere vormen van generatieve AI zijn misschien<br />

een stukje van de puzzel, of een stap op weg, maar<br />

ze zijn waarschijnlijk niet het definitieve antwoord.<br />

> Wanneer nieuwe technologieën opkomen,<br />

komen ze ten goede aan verschillende groepen<br />

op verschillende tijdstippen. Generatieve<br />

kunstmatige intelligentie hielp voor het eerst<br />

softwareontwikkelaars, die vanaf 2021 GitHub<br />

Copilot, een AI-assistent voor het schrijven<br />

van codes, konden gebruiken. Het jaar daarop<br />

kwamen andere tools, zoals ChatGPT en DALL·E 2,<br />

waarmee allerlei consumenten direct woorden en<br />

afbeeldingen konden produceren.<br />

> <strong>In</strong> 2023 namen de aandelenkoersen van<br />

techreuzen zoals Alphabet, Amazon, Apple, Meta<br />

en Microsoft substantieel toe, omdat investeerders<br />

enthousiaster werden over de vooruitzichten van<br />

generatieve AI. Techbedrijven profiteerden omdat<br />

ze ofwel de AI-modellen zelf leveren, ofwel de<br />

infrastructuur die ze aandrijft en levert.<br />

> <strong>In</strong> <strong>2024</strong> zullen de grote begunstigden bedrijven<br />

buiten de technologiesector zijn, zodra zij AI serieus<br />

toepassen met als doel de kosten te verlagen en de<br />

productiviteit te verhogen. Er zijn drie redenen om<br />

te verwachten dat de acceptatie door bedrijven een<br />

hoge vlucht zal nemen.<br />

> Ten eerste hebben grote bedrijven een groot deel<br />

van 2023 geëxperimenteerd met generatieve AI. Veel<br />

bedrijven gebruiken AI om de eerste concepten van<br />

documenten te schrijven, van juridische contracten<br />

tot marketingmateriaal. JPMorgan Chase, een bank,<br />

gebruikte de technologie om vergaderingen van<br />

de Federal Reserve te analyseren om te proberen<br />

inzichten te verzamelen voor zijn handelsdesk.<br />

Naarmate de experimentele fase ten einde loopt,<br />

zijn bedrijven van plan om generatieve AI op grotere<br />

schaal in te zetten.<br />

34<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 35


Dat kan betekenen dat zij wordt gebruikt om<br />

opnames van vergaderingen samen te vatten of om<br />

onderzoek en ontwikkeling een boost te geven. Uit<br />

een enquête van KPMG bleek dat vier vijfde van de<br />

bedrijven van plan is de investeringen in AI tegen<br />

medio <strong>2024</strong> met meer dan 50% te verhogen.<br />

> Ten tweede zullen er meer AI-producten op<br />

de markt komen. Eind 2023 rolde Microsoft<br />

een AI-chatbot uit om gebruikers van zijn<br />

productiviteitssoftware, zoals Word en Excel,<br />

te helpen. Het lanceerde hetzelfde voor zijn<br />

Windows-besturingssysteem. Google zal dit<br />

voorbeeld volgen en AI injecteren in Google<br />

Documenten en Spreadsheets. Start-ups<br />

zullen zich ook opstapelen. <strong>In</strong> 2023 hebben<br />

durfkapitaalinvesteerders meer dan 36 miljard<br />

dollar in generatieve AI gestoken, meer dan 2 keer<br />

zoveel als in 2022.<br />

> <strong>De</strong> derde reden is talent. Er is nog steeds<br />

veel vraag naar AI-goeroes. PredictLeads, een<br />

onderzoeksbureau, zegt dat ongeveer twee<br />

derde van de S&P 500-bedrijven vacatures heeft<br />

geplaatst waarin AI wordt genoemd. Voor die<br />

bedrijven vermeldt nu 5% van de advertenties de<br />

technologie, tegenover een gemiddelde van 2,5%<br />

in de afgelopen 3 jaar. Maar de markt is aan het<br />

versoepelen. Uit een onderzoek van McKinsey, een<br />

adviesbureau, bleek dat bedrijven in 2023 zeiden dat<br />

het gemakkelijker werd om mensen aan te nemen<br />

voor AI-gerelateerde functies.<br />

> Kleinere bedrijven zullen waarschijnlijk het<br />

voortouw nemen. Dat is wat er gebeurde in eerdere<br />

golven van technologie zoals smartphones en de<br />

cloud. Kleine bedrijven zijn meestal wendbaarder en<br />

zien technologie als een manier om een voorsprong<br />

te krijgen op grotere bedrijven.<br />

> Bij grotere bedrijven zullen datacentrische<br />

bedrijven, zoals die in de gezondheidszorg en<br />

financiële dienstverlening, het snelst kunnen<br />

handelen. Slecht datamanagement is namelijk een<br />

groot risico voor het inzetten van AI. Managers<br />

maken zich zorgen over waardevolle gegevens<br />

die uitlekken via AI-tools. Bedrijven zonder<br />

solide datamanagement moeten mogelijk hun<br />

systemen reorganiseren voordat het haalbaar is<br />

om generatieve AI in te zetten. Het gebruik van de<br />

technologie kan aanvoelen als sciencefiction, maar<br />

het veilig laten werken is een veel alledaagsere<br />

aangelegenheid.<br />

36<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Om een breder beeld te krijgen van welke<br />

bedrijven en industrieën AI toepassen, onderzocht<br />

de Economist gegevens over alle bedrijven in<br />

de S&P 500, waarbij gekeken werd naar vijf<br />

maatstaven: het aandeel verleende octrooien<br />

waarin AI wordt genoemd; durfkapitaalactiviteiten<br />

die gericht zijn op AI-bedrijven; overnames van<br />

AI-bedrijven; vacatures waarin AI wordt genoemd;<br />

vermeldingen van de technologie op earnings calls.<br />

Omdat andere soorten van AI voordelen kunnen<br />

opleveren voor bedrijven, legt deze analyse de<br />

activiteit vast voor alle AI, niet alleen voor de<br />

generatieve golf. <strong>De</strong> resultaten laten zien dat<br />

ook buiten techbedrijven de interesse in AI snel<br />

groeit. Bovendien lijken er al duidelijke leiders en<br />

achterblijvers te zijn.<br />

> AI-expertise lijkt zich al behoorlijk te verspreiden.<br />

Ongeveer twee derde van de bedrijven binnen de<br />

scoop van het onderzoek heeft de afgelopen drie<br />

jaar een vacature geplaatst waarin AI-vaardigheden<br />

worden genoemd volgens PredictLeads. Zo is het<br />

aandeel bij retailbedrijven gestegen van 3% naar<br />

11%, terwijl dat aandeel bij chipmakers is gegroeid<br />

van 9% naar 19%.<br />

> Het aantal AI-gerelateerde patenten dat<br />

wordt geregistreerd, is tussen 2020 en 2022<br />

gestegen, volgens gegevens van Amit Seru<br />

van Stanford University. PitchBook, een ander<br />

onderzoeksbureau, concludeert dat in 2023 bij<br />

ongeveer 25% van de durfkapitaaldeals van S&P<br />

500-bedrijven AI-start-ups betrokken waren,<br />

tegenover 19% in 2021. GlobalData, ook een<br />

onderzoeksbureau, constateert dat ongeveer de<br />

helft van de onderzochte bedrijven sinds 2021 over<br />

AI heeft gesproken in earnings calls, en dat in het<br />

eerste kwartaal van dit jaar het aantal keren dat<br />

AI werd genoemd in de earnings calls van America<br />

<strong>In</strong>c. meer dan verdubbeld is ten opzichte van<br />

het voorgaande kwartaal. Ongeveer de helft van<br />

de onderzochte bedrijven heeft tussen 2020 en<br />

2022 een octrooi gekregen op de technologie.<br />

> Het gebruik van generatieve AI kan uiteindelijk<br />

nog gebruikelijker worden dan andere soorten<br />

AI. Dat komt omdat generatieve AI goed is in<br />

veel taken die essentieel zijn voor het runnen<br />

van een bedrijf. Een rapport van McKinsey stelt<br />

dat driekwart van de verwachte waarde die door<br />

generatieve AI wordt gecreëerd, zal worden toegepast<br />

in vier bedrijfsfuncties: onderzoek en ontwikkeling,<br />

software-engineering, marketing en klantenservice.<br />

Tot op zekere hoogte vormen al deze activiteiten<br />

de kern van veel (grote) bedrijven. Bovendien zou<br />

elk groot bedrijf met interne databases die worden<br />

gebruikt om werknemers te begeleiden, een<br />

toepassing kunnen vinden voor een AI-aangedreven<br />

chatbot. Morgan Stanley, een bank, bouwt een<br />

AI-assistent die zijn vermogensbeheerders<br />

zal helpen antwoorden te vinden en samen te<br />

vatten uit een enorme interne database. SLB, een<br />

olieservicebedrijf, heeft een soortgelijke assistent<br />

gebouwd om servicemonteurs te helpen.<br />

Hoewel de adoptie van AI in veel bedrijven<br />

plaatsvindt, zijn sommige enthousiaster dan<br />

andere. <strong>De</strong>genen die de technologie snel accepteren<br />

en toepassen lijken investeerders voor zich te<br />

winnen. Sinds het begin van het jaar is de mediane<br />

aandelenkoers van de top 100 met 11% gestegen;<br />

voor het laagst scorende kwintiel is het helemaal<br />

niet verplaatst.<br />

> Het is niet verwonderlijk dat de bedrijven die<br />

het meeste profiteren van de hausse voor het<br />

merendeel afkomstig zijn uit Silicon Valley. <strong>In</strong> brede<br />

zin bevat de S&P 500 82 technologiebedrijven.<br />

Bijna 50 van hen halen de top 100. NVIDIA is het<br />

hoogst scorende bedrijf. Andere goed scorende<br />

technologiebedrijven zijn de giganten in cloudcomputing<br />

zoals Alphabet (3e), Microsoft (12e) en<br />

Amazon (34e). Ze verkopen toegang tot een reeks<br />

AI-tools, van diensten die helpen bij het trainen<br />

van geavanceerde modellen tot software die het<br />

gebruik van AI mogelijk maakt zonder stapels codes<br />

te hoeven schrijven.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 37


Naast technologiebedrijven lijken twee andere<br />

soorten bedrijven AI het snelst toe te passen.<br />

Een daarvan zijn data-intensieve industrieën,<br />

zoals verzekeraars, financiële dienstverleners<br />

en farmaceutische bedrijven. Zij zijn goed voor<br />

ongeveer een kwart van de top 100 van de<br />

Economist. <strong>De</strong>ze bedrijven hebben vaak veel<br />

gestructureerde datasets, zoals leningenboeken of<br />

patiëntendossiers, wat het gemakkelijker maakt om<br />

AI te gebruiken. Ongeveer een tiende van de huidige<br />

vacatures van JPMorgan Chase vermeldt AI. Het<br />

bedrijf heeft onlangs een patent aangevraagd voor<br />

<strong>In</strong>dexGPT, een met AI doordrenkte chatbot die<br />

beleggingsadvies geeft. Zorgbedrijven zoals Gilead<br />

Sciences en Moderna gebruiken AI om nieuwe<br />

medicijnen te ontdekken. Anderen, zoals Abbott<br />

en Align Technology, bouwen door AI aangedreven<br />

medische apparaten. <strong>De</strong> Amerikaanse Food and<br />

Drug Administration keurde vorig jaar 97 van<br />

dergelijke machines goed, tegenover 26 in 2017.<br />

> Sommige bedrijven gaan misschien nog een<br />

stap verder. <strong>In</strong> 2021 vroeg Procter & Gamble, een<br />

gigant in consumptiegoederen, een patent aan<br />

voor een op AI gebaseerd systeem dat de huid- en<br />

haarcondities van gebruikers analyseert op basis<br />

van foto's en producten aanbeveelt.<br />

> Er lijken ook veel bedrijven nog achter te blijven<br />

met het gebruik van AI. Ongeveer 70 bedrijven in<br />

de S&P 500 vertonen volgens het onderzoek van<br />

de Economist geen enkele neiging om zich op AI te<br />

concentreren. Dat geldt ook voor bedrijven in zware<br />

industrieën en verzekeraars. <strong>De</strong> massa van kleinere<br />

bedrijven die niet in de S&P 500 zijn opgenomen,<br />

is misschien nog minder enthousiast. Een onderscheidende<br />

factor binnen industrieën kunnen<br />

investeringen zijn. Voor de top 100-bedrijven in onze<br />

ranglijst bedroegen de mediane R&D-uitgaven als<br />

percentage van de omzet 11%. Voor de bedrijven die<br />

tot de laagste 100 behoren was het nul.<br />

> Een tweede groep zijn industrieën als autofabrikanten,<br />

telecom, media en detailhandel. <strong>De</strong>rtien<br />

bedrijven uit deze sectoren behoren tot de hoogst<br />

scorende 100, waaronder Ford, General Motors<br />

en Tesla. <strong>De</strong> opkomst van elektrische voertuigen<br />

en het vooruitzicht van zelfrijdende auto's hebben<br />

autofabrikanten aangemoedigd om in technologie<br />

te investeren. <strong>In</strong> april 2023 vertelde Elon Musk<br />

analisten dat Tesla gespecialiseerde AI- chips kocht en<br />

"zeer gefocust" was op het verbeteren van hun AImogelijkheden<br />

in een poging om de betrouwbaarheid<br />

van zelfrijdende auto's te verbeteren.<br />

> Retailers gebruiken AI om hun kernactiviteiten<br />

te versterken. Nike, een sportkledinggigant,<br />

diende in 2021 een octrooiaanvraag in voor een<br />

systeem dat driedimensionale computermodellen<br />

van sportschoenen kan genereren. Christian<br />

Kleinerman van Snowflake, een databaseprovider,<br />

merkt op dat retailers ook profiteren van de groei<br />

van e-commerce door meer gegevens over klanten<br />

te verzamelen. Dat maakt een nauwkeurigere<br />

targeting van marketingcampagnes mogelijk.<br />

> Een verschuiving naar interne training wijst echter<br />

op een van de risico's: veiligheid. <strong>In</strong> mei ontdekte<br />

Samsung dat medewerkers gevoelige codes hadden<br />

geüpload naar ChatGPT. <strong>De</strong> zorg is dat deze<br />

informatie kan worden opgeslagen op externe servers<br />

van de bedrijven die de op AI gebaseerde applicaties<br />

uitvoeren, zoals Microsoft en Alphabet. Nu zou<br />

Samsung zijn eigen modellen trainen. Het bedrijf sloot<br />

zich ook aan bij de groeiende lijst van bedrijven die het<br />

gebruik van ChatGPT hebben verboden of beperkt,<br />

waaronder Apple en JPMorgan Chase.<br />

> Andere risico's zijn er in overvloed. Modelmakers,<br />

waaronder OpenAI, worden aangeklaagd voor het<br />

schenden van auteursrechtwetten met hun gebruik<br />

van internetgegevens om hun modellen te trainen.<br />

Sommige grote bedrijven denken dat ze aansprakelijk<br />

kunnen worden gesteld als ze de technologie van<br />

OpenAI gebruiken. Bovendien zijn modellen geneigd<br />

om informatie te verzinnen. Bij één incident gebruikte<br />

een advocaat uit New York ChatGPT om een motie te<br />

schrijven. <strong>De</strong> chatbot bevatte fictieve jurisprudentie<br />

en de advocaat kreeg een boete van de rechtbank.<br />

38<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Maar dit alles moet worden afgewogen tegen<br />

de potentiële voordelen, die enorm kunnen zijn.<br />

Golven van technologie zetten industrieën vaak op<br />

hun kop. Terwijl generatieve AI zich in de economie<br />

verspreidt, is het niet moeilijk voor te stellen dat zij<br />

hetzelfde doet.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 39


40<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Klimaat en verduurzaming<br />

Actualiteit<br />

Geheugensteuntje<br />

> <strong>In</strong> 2015 werd er in Parijs door landen afgesproken de opwarming deze eeuw<br />

te beperken tot ruim onder de 2 graad Celsius en te streven naar een maximale<br />

opwarming van 1,5 graad. Dat laatste doel raakt steeds verder uit zicht.<br />

Zelfs als landen ontzettend hun best doen om de uitstoot te verminderen,<br />

dan nog is er slechts een kans van 14% dat de opwarming deze eeuw beperkt<br />

blijft tot 1,5 graad. Op dit moment is de aarde al 1,1 graad warmer dan voor de<br />

industriële revolutie.<br />

> Er is wel enige hoop op verbetering, benadrukken de wetenschappers.<br />

Steeds meer landen hebben de belofte gedaan om voor het eind van deze<br />

eeuw klimaatneutraal te zijn en de facto geen broeikasgassen meer uit te<br />

stoten. Europa wil bijvoorbeeld in 2050 klimaatneutraal zijn, China in 2060<br />

en <strong>In</strong>dia in 2070. Het is nog vaag hoe landen dat doel willen gaan halen,<br />

maar als het lukt, dan zou de temperatuurstijging deze eeuw wel beperkt<br />

kunnen blijven tot 2 graden.<br />

> Als landen wereldwijd hun klimaatbeleid uitvoeren, dan koerst de aarde tot<br />

2100 af op een opwarming van 2,5 tot 2,9 graden Celsius ten opzichte van begin<br />

vorige eeuw. <strong>In</strong> Dubai was het de eerste keer sinds de top in Parijs dat landen<br />

elkaar officieel konden afrekenen op hun inspanningen voor het klimaat.<br />

Scenario’s voor opwarming van de aarde<br />

GHC emissions (GtCO2/eq/yr Gigatons of CO2-equivalent emissions (GtCO2-eq/yr)<br />

Net zero CO2 and net zero GHG emissions can be achieved through strong reductions across all sectors<br />

a) Net global greenhouse<br />

a) Net global greenhouse<br />

80 gas (GHG) emissions<br />

gas (GHG) emissions<br />

2019 emissions were<br />

12% higher than 2010<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

-20<br />

net zero<br />

Implementedpolicies<br />

2000 2020 2040 2060 2080 2100<br />

Bron: IPCC AR6 Synthesis Report Climate Change 2023<br />

a) Global (GHG) emissions<br />

b) 2030<br />

70<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

Nationally <strong>De</strong>termined<br />

Contributions (NDCs)<br />

range in 2030<br />

Implemented policies<br />

Limit warning<br />

to 2ºC<br />

Limit warning<br />

to 2ºC<br />

Trend from implemented policies<br />

Limit warning to2ºC (>67%)<br />

or 1.5 (50%) after high<br />

overshoot with NDCs<br />

until 2030<br />

Limit warning<br />

to 2ºC (>67%)<br />

Limit warning<br />

to 1.5ºC (>50%) with<br />

no or limited overshoot<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

Implemented policies result in projected<br />

emissions that lead to warming of 3.2°C,<br />

with a range of 2.2°C to 3.5°C<br />

(medium confidence)<br />

Key<br />

Implemented policies<br />

(median, with percentiles 25-75% and 5-95%)<br />

Limit warming to 2°C (>67%)<br />

Limit warming to 1.5°C (>50%)<br />

with no or limited overshoot<br />

Past emissions (2000–2015)<br />

Model range for 2015 emissions<br />

Past GHG emissions and uncertainty for<br />

2015 and 2019 (dot indicates the median)<br />

+5%<br />

-4%<br />

-26%<br />

-43%<br />

2019<br />

to be on-track to limit<br />

warning to 1.5ºC,<br />

we need much more<br />

reduction by 2030<br />

Past GHG emission and<br />

uncertainty for 2015 an 20<br />

(dot indicates the median)<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 41


•• •• ••<br />

•<br />

••<br />

•••<br />

••••<br />

IPCC-rapportage AR6<br />

> Willen landen de opwarming van de aarde beperken tot 1,5ºC in deze eeuw,<br />

dan moeten regeringen dit jaar radicale keuzes maken om broeikasgassen terug<br />

te dringen. Het klimaat moet vooropstaan bij alle beslissingen die landen nu<br />

nemen, anders is het in 2015 afgesproken klimaatdoel ten dode opgeschreven,<br />

zo waarschuwt het nieuwste rapport van de Verenigde Naties (VN).<br />

Risico’s en scenario’s voor opwarming van de aarde<br />

Global surface temperature change<br />

relative to 1850–1900<br />

°C5<br />

°C5<br />

very high<br />

shading represents the<br />

4<br />

uncertainty ranges for<br />

high 4<br />

the low and high<br />

emissions scenarios<br />

3<br />

3<br />

intermediate<br />

2<br />

1<br />

0<br />

-1<br />

1950 20002015 2050 2100<br />

low<br />

very low<br />

2011-2020 was<br />

around 1.1°C warme<br />

than 1850-1900r<br />

2<br />

1.5<br />

1<br />

Global Reasons for Concern (RFCs)<br />

in AR5 (2014) vs. AR6 (2022)<br />

•••<br />

0<br />

AR5 AR6<br />

••••<br />

••••<br />

Unique &<br />

threatened<br />

systems<br />

AR5 AR6<br />

Extreme<br />

weather<br />

events<br />

••<br />

•••<br />

••••<br />

AR5 AR6<br />

Distribution<br />

of impacts<br />

••<br />

••<br />

•••<br />

AR5 AR6<br />

Global<br />

aggregate<br />

impacts<br />

AR5 AR6<br />

Large scale<br />

singular<br />

events<br />

•<br />

••<br />

•••<br />

risk is the potential for<br />

adverse consequences<br />

Risk/impact<br />

Confidence level<br />

assigned to<br />

transition range<br />

Low<br />

Very high<br />

High<br />

Moderate<br />

Undetectable<br />

Transition range<br />

Very high<br />

midpoint of transition<br />

Bron: IPCC AR6 Synthesis Report Climate Change 2023<br />

> Het 1,5ºC-doel wordt overschreden in vrijwel alle scenario's voor broeikas gasuitstoot<br />

die, die het klimaatbureau van de VN, het IPCC, heeft opgesteld.<br />

Bovendien houden wetenschappers bij hun berekeningen voor het halen van<br />

het doel steeds vaker rekening met technieken om CO2 uit de lucht te halen.<br />

<strong>De</strong> temperatuur op aarde stijgt dan tijdelijk meer dan 1,5ºC, om daarna te zakken.<br />

Het probleem is dat deze technologieën nu nog in de kinderschoenen staan.<br />

> <strong>De</strong>sondanks schrijft het IPCC het klimaatdoel nog niet af. Er is nog een kans<br />

dat landen op tijd genoeg emissies weten te reduceren. Naar aanleiding van<br />

het IPCC-rapport roept secretaris-generaal van de VN António Guterres rijke<br />

landen op om in 2040 hun broeikasgassen terug te dringen naar netto nul. Dat<br />

zou voor de meeste landen een forse aanscherping van hun klimaatdoelen zijn.<br />

<strong>De</strong> Europese Unie - de derde grootste uitstoter ter wereld - wil bijvoorbeeld in<br />

2050 klimaatneutraal zijn.<br />

42<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Opties om klimaatacties op te schalen<br />

a) Feasibility of climate responses and adaptation, and potential of mitigation options in the near term<br />

ENERGY SUPPLY<br />

Climate responses and<br />

adaptation options<br />

Energy reliability (e.g.<br />

diversification, access, stability)<br />

Resilient power systems<br />

Improve water use efficiency<br />

Potential<br />

feasibility<br />

up to 1.5°C<br />

Synergies<br />

with<br />

mitigation<br />

Mitigation options<br />

Solar<br />

Wind<br />

Reduce methane from coal, oil and gas<br />

Bioelectricity (includes BECCS)<br />

Geothermal and hydropower<br />

Nuclear<br />

Fossil Carbon Capture and Storage (CCS)<br />

options costing 100 USD tCO2-eq -1 o<br />

less could reduce global emissions by<br />

at least half of the 2019 level by 2030<br />

Potential contribution to<br />

net emission reduction, 2030<br />

GtCO2-eq/yr<br />

0 1 2 3 4 5<br />

FOOD<br />

WATER,<br />

LAND,<br />

Efficient livestock systems<br />

Improved cropland management<br />

Water use efficiency and water<br />

resource management<br />

Biodiversity management and<br />

ecosystem connectivity<br />

Agroforestry<br />

Sustainable aquaculture and fisheries<br />

Forest-based adaptation<br />

<strong>In</strong>tegrated coastal zone management<br />

Coastal defence and hardening<br />

not<br />

assessed<br />

Reduce conversion of natural ecosystems<br />

Carbon sequestration in agriculture<br />

Ecosystem restoration,<br />

afforestation, reforestation<br />

Shift to sustainable healthy diets<br />

Improved sustainable forest management<br />

Reduce methane and N 2<br />

O in agriculture<br />

Reduce food loss and food waste<br />

H EALTH S ETTLEMENT S D<br />

AN<br />

INFRASTRUCTURE<br />

Sustainable urban water a) management<br />

Sustainable land use and urban planning<br />

Green infrastructure and<br />

ecosystem services<br />

Enhanced health services<br />

(e.g. WASH, nutrition and diets)<br />

Efficient buildings<br />

Fuel efficient vehicles<br />

Electric vehicles<br />

Efficient lighting, appliances<br />

and equipment<br />

Public transport and bicycling<br />

Biofuels for transport<br />

Efficient shipping and aviation<br />

Avoid demand for energy services<br />

Onsite renewables<br />

SOCIETY, LIVELIHOOD<br />

AND ECONOMY<br />

Risk spreading and sharing<br />

Social safety nets<br />

Climate services, including<br />

Early Warning Systems<br />

Disaster risk management<br />

Human migration<br />

Planned relocation and resettlement<br />

Livelihood diversification<br />

INDUSTRY AND WASTE<br />

Fuel switching<br />

Reduce emission of fluorinated gas<br />

Energy efficiency<br />

Material efficiency<br />

Reduce methane from<br />

waste/wastewater<br />

Construction materials substitution<br />

Enhanced recycling<br />

Carbon capture with<br />

utilisation (CCU) and CCS<br />

Feasibility level and synergies<br />

with mitigation<br />

High<br />

Medium<br />

<strong>In</strong>sufficient evidence<br />

Low<br />

Confidence level in potential feasibility<br />

and in synergies with mitigation<br />

High Medium Low<br />

Net lifetime cost of options:<br />

Costs are lower than the reference<br />

0–20 (USD per tCO2-eq)<br />

20–50 (USD per tCO2-eq)<br />

50–100 (USD per tCO2-eq)<br />

100–200 (USD per tCO2-eq)<br />

Cost not allocated due to high<br />

variability or lack of data<br />

b) Potential of demand-side<br />

mitigation options by 2050<br />

Key<br />

%<br />

the range of GHG emissions<br />

reduction potential is 40-70%<br />

in these end-use sectors<br />

Total emissions (2050)<br />

Percentage of possible reduction<br />

<strong>De</strong>mand-side mitigation potential<br />

Potential range<br />

0<br />

Food<br />

0<br />

Land transport<br />

Buildings<br />

<strong>In</strong>dustry<br />

Electricity<br />

67%<br />

10<br />

10<br />

66%<br />

GtCO2-eq/yr 20<br />

GtCO2/yr<br />

29%<br />

44%<br />

20<br />

Additional electrification (+60%)<br />

73% reduction (before<br />

additional electrification)<br />

Bron: IPCC AR6 Synthesis Report Climate Change 2023<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 43


GHC emissions (GtCO2/eq/yr Gigatons of CO2-equivalent emissions (GtCO2-eq/yr)<br />

a) Net global greenhouse<br />

> <strong>De</strong> a) Net AR6-studie global greenhouse concludeert dat de wereldwijde<br />

80<br />

2019<br />

broeikasgasuitstoot 12% higher emissions than were<br />

2010 vorig jaar een nieuw record<br />

60<br />

(medium confidence)<br />

heeft gebroken. Nationally <strong>De</strong>termined <strong>In</strong> 2022 werd 57,4 miljard ton<br />

koolstofdioxide, methaan en lachgas Key geëmitteerd.<br />

40<br />

gas (GHG) emissions<br />

gas (GHG) emissions<br />

Dat is 1,2% meer dan in 2021. Volgens de<br />

20<br />

wetenschappers moeten Limit warning<br />

Limit warming to 1.5°C (>50%)<br />

emissies dit decennium<br />

juist zakken om het Parijs-doel te halen.<br />

0<br />

Net zero CO2 and net zero GHG emissions can be achieved through strong reductions across all sectors<br />

net zero<br />

-20<br />

Projecties 2000 2020 uitstoot 2040 2060 broeikasgassen<br />

2080 2100<br />

en scenario’s voor beperking stijging<br />

gemiddeld temperatuur<br />

Bron: IPCC AR6 Synthesis Report Climate Change 2023<br />

Klimaatscenario’s<br />

> Onderzoekers rekenden zeven jaar lang –<br />

met nieuwe kennis en technieken – aan eerder<br />

bestudeerde geologische monsters, zoals stokoude<br />

luchtbellen in ijskernen uit Antarctica. Met die<br />

oude luchtmonsters kunnen wetenschappers de<br />

hoeveelheid CO2 in de lucht en temperatuur in het<br />

verleden schatten. <strong>De</strong> gebruikte monsters zijn tot<br />

66 miljoen jaar oud.<br />

> Duidelijk is dat de toename van CO2 in de lucht,<br />

bijvoorbeeld door het verbranden van fossiele<br />

brandstoffen, de aarde doet opwarmen. Aan het<br />

begin van de industriële revolutie was de CO2-<br />

concentratie in de lucht ongeveer 280 ppm (delen<br />

per miljoen). Nu is dat 420 ppm. Als gevolg hiervan<br />

is de aarde sindsdien al ongeveer 1,1°C opgewarmd.<br />

Als de vraag naar energie snel blijft groeien, en<br />

mensen die vraag zouden beantwoorden met<br />

fossiele brandstoffen, dan zou aan het eind van de<br />

eeuw de CO2-concentratie voorbij de 800 ppm<br />

kunnen gaan.<br />

Implementedpolicies<br />

a) Global (GHG) emissions<br />

b) 2030<br />

70<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

Contributions (NDCs)<br />

range in 2030<br />

Implemented policies<br />

to 2ºC<br />

Limit warning<br />

to 2ºC<br />

Trend from implemented policies<br />

Limit warning to2ºC (>67%)<br />

or 1.5 (50%) after high<br />

overshoot with NDCs<br />

until 2030<br />

Limit warning<br />

to 2ºC (>67%)<br />

Limit warning<br />

to 1.5ºC (>50%) with<br />

no or limited overshoot<br />

0<br />

0<br />

2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

Implemented policies result in projected<br />

emissions that lead to warming of 3.2°C,<br />

with a range of 2.2°C to 3.5°C<br />

Implemented policies<br />

(median, with percentiles 25-75% and 5-95%)<br />

Limit warming to 2°C (>67%)<br />

with no or limited overshoot<br />

Past emissions (2000–2015)<br />

Model range for 2015 emissions<br />

Past GHG emissions and uncertainty for<br />

2015 and 2019 (dot indicates the median)<br />

+5%<br />

-4%<br />

-26%<br />

-43%<br />

2019<br />

to be on-track to limit<br />

warning to 1.5ºC,<br />

we need much more<br />

reduction by 2030<br />

Past GHG emission and<br />

uncertainty for 2015 an 20<br />

(dot indicates the median)<br />

> Hoe reageert de temperatuur op aarde<br />

daarop? Om dat te onderzoeken, kijken<br />

klimaatonderzoekers naar het verleden. Welke<br />

temperatuur ging samen met welke atmosferische<br />

CO2-concentratie? Gegevens over temperatuur en<br />

CO2 halen paleoklimatologen dus uit geologische<br />

monsters zoals uit ijskernen, maar ook uit<br />

oceaansedimenten en fossiele plantenbladeren.<br />

><strong>De</strong> onderzoekers analyseerden voor voor welke al<br />

bestaande studies betrouwbare monsters werden<br />

gebruikt en voor welke niet. Sommige gegevens<br />

kalibreerden ze opnieuw met moderne technieken,<br />

en modellen kregen een update. Op die manier<br />

berekenden ze opnieuw hoe de temperatuur en de<br />

CO2-concentratie in de lucht zich de afgelopen 66<br />

miljoen jaar ontwikkelden.<br />

> Discussie was er over de periode van ongeveer<br />

66 miljoen tot 56 miljoen jaar geleden. <strong>De</strong> aarde<br />

was toen al grotendeels ijsvrij, terwijl sommige<br />

studies suggereerden dat in die periode de CO2-<br />

concentratie relatief laag was. Nu onderzoekers de<br />

minst betrouwbare studies eruit hebben gefilterd,<br />

zagen ze dat de CO2-concentratie in die periode<br />

wel relatief hoog was: ongeveer 600 tot 700 ppm.<br />

> We hebben nu een veel robuuster beeld van<br />

hoe gevoelig de aarde is voor een toename<br />

in CO2 in de lucht op lange tijdschalen, van<br />

honderdduizenden jaren, zegt Bärbel Hönisch<br />

in een persbericht. Zij is geochemicus aan<br />

Columbia University. Die universiteit helpt<br />

klimaatmodelleurs die proberen te voorspellen<br />

wat er de komende decennia gaat gebeuren.<br />

> Ongeacht hoeveel graden de temperatuur<br />

precies ver andert, het is duidelijk dat we de<br />

planeet al in een reeks omstandigheden hebben<br />

gebracht die nog nooit door onze soort zijn<br />

waargenomen, zegt Gabriel Bowen, verbonden<br />

aan de universiteit van Utah.<br />

44<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


COP-28: klimaattop in Dubai<br />

> Op de klimaattop 2023 gehouden in Dubai,<br />

COP28, was klimaatfinanciering een van de grote<br />

thema’s. Er waren twee kardinale punten: aan<br />

heel grote investeringen (klimaatfinanciering) valt<br />

niet meer te ontkomen en arme landen hebben<br />

financiële ondersteuning nodig van rijke landen om<br />

het noodzakelijke te doen (klimaatschadefonds).<br />

> Sneller dan verwacht bereikten de bijna<br />

tweehonderd deelnemende landen tijdens COP-28<br />

in Dubai een deal over een klimaatschadefonds.<br />

Ontwikkelingslanden kunnen daaruit steun<br />

ontvangen als ze te maken hebben met schade door<br />

klimaatgerelateerde rampen, zoals overstromingen<br />

en extreme droogte. Landen als de Verenigde<br />

Arabische Emiraten, Duitsland, Nederland en de<br />

Verenigde Staten deden al heel snel toezeggingen,<br />

voor in totaal enkele honderden miljoenen euro’s.<br />

> Een groep economen die de VN adviseert, de<br />

<strong>In</strong>dependent High Level Expert Group on Climate<br />

Finance, denkt dat er over 2 jaar al jaarlijks 1000<br />

miljard dollar aan extra klimaatfinanciering nodig<br />

zal zijn om de Parijse doelen te halen. <strong>In</strong> 2030<br />

zal dat gat zijn gegroeid naar 2400 miljard dollar.<br />

China, dat rijk genoeg is om voor zijn eigen<br />

klimaatbeleid te betalen, is hierin niet meegerekend.<br />

Het <strong>In</strong>ternationaal Energieagentschap komt<br />

op vergelijkbare bedragen. <strong>De</strong> discussie over<br />

klimaatfinanciering moet snel verschuiven van<br />

‘miljarden’ naar ‘biljoenen’, schreef denktank<br />

Sustainable Finance Lab (SFL) in een rapport in<br />

aanloop naar COP28. <strong>De</strong>ze biljoenen (duizenden<br />

miljarden) liggen nu nog ver buiten bereik.<br />

> Rijke landen hebben al de grootste moeite om te<br />

voldoen aan hun belofte uit 2009 om jaarlijks 100<br />

miljard dollar vrij te maken voor klimaatfinanciering<br />

in ontwikkelingslanden. Daaraan moest in 2020<br />

worden voldaan, maar het doel wordt naar<br />

verwachting dit jaar pas gehaald, en zelfs daar is<br />

onzekerheid over.<br />

Nederlandse vertegenwoordiging in Dubai<br />

> Het demissionaire kabinet was in 2023 met<br />

een grote delegatie vertegenwoordigd in Dubai.<br />

Premier Mark Rutte (VVD) woonde de officiële<br />

opening bij en had ontmoetingen met verschillende<br />

regeringsleiders. Tijdens de top waren ook de<br />

ministers Jetten (Klimaat en Energie, D66), Van<br />

der Wal (Natuur en Stikstof, VVD) en Kuipers<br />

(Volksgezondheid, D66) een paar dagen in<br />

Dubai. Van het ministerie van <strong>In</strong>frastructuur en<br />

Waterstaat reisde zowel minister Harbers (VVD) als<br />

staatssecretaris Heijnen (CDA) naar de Emiraten af.<br />

> Voor al deze ministeries heeft klimaatverandering<br />

nu al grote gevolgen. Jetten moet de<br />

energievoorziening zo aanpassen dat die vanaf 2050<br />

het klimaat niet langer belast. Het is een opgave<br />

die wel wordt vergeleken met die in de jaren zestig,<br />

toen heel Nederland op de schop ging om alle<br />

kolenkachels te vervangen door gashaarden.<br />

> Ook voor het ministerie van Van der Wal stond<br />

er in Dubai veel op het spel. <strong>De</strong> natuur heeft<br />

het zwaar door de opwarming van de aarde,<br />

met droogte, hitte en bosbranden in Nederland<br />

als de meest zichtbare risico’s. Bovendien is de<br />

Nederlandse landbouw verantwoordelijk voor<br />

14 procent van alle Nederlandse broeikasgassen,<br />

waarvan het grootste deel (70 procent) afkomstig<br />

is van de veeteelt. Dat schept voor Nederland,<br />

met zijn kenniscentra op dit gebied, een grote<br />

verantwoordelijkheid.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 45


46<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Het ministerie van <strong>In</strong>frastructuur en Waterstaat<br />

staat ook voor een zware taak. <strong>In</strong> een Kamerbrief<br />

kondigden Harbers en Heijnen een jaar geleden aan<br />

dat de grenzen van het water- en bodemsysteem<br />

zijn bereikt. En dat Nederland zich moet<br />

voorbereiden op extremere neerslagpatronen en<br />

een stijgende zeespiegel. Voor het versterken van<br />

de dijken wordt nu al meer dan een miljard euro<br />

per jaar uitgetrokken. Dat bedrag zal fors omhoog<br />

moeten als Nederland geen natte voeten wil krijgen<br />

en er ook in de zomer voldoende water uit de kraan<br />

moet komen.<br />

> Minister Kuipers kon in Dubai met collega’s praten<br />

over de vraag hoe het aantal hitte-gerelateerde<br />

sterfgevallen kan dalen. Vorig jaar waren dat er<br />

volgens Nature Medicine in Europa meer dan<br />

60.000. Maar de relatie tussen volksgezondheid<br />

en klimaat gaat niet alleen om hitte. Volgens het<br />

RIVM neemt neemt door hitte ook de kans toe op<br />

allergieën, infectieziekten, gevaarlijke uv-straling,<br />

verontreinigd oppervlaktewater en muggen<br />

die ziektes overbrengen en gedijen bij hogere<br />

temperaturen.<br />

> Rutte wist natuurlijk ook dat er partijen die<br />

weinig ophebben met klimaat stonden te trappelen<br />

om te gaan regeren. <strong>De</strong> zware Nederlandse<br />

regeringsdelegatie in Dubai was daarom ook een<br />

belangrijk signaal aan degenen bij de PVV, maar ook<br />

bij NSC en BBB, die denken dat het allemaal wel wat<br />

minder kan met de aandacht voor klimaat.<br />

Klimaatverandering<br />

Panamakanaal<br />

> Het Panamakanaal, een cruciale handelsroute<br />

die 3 à 5% van de mondiale maritieme handel<br />

vergemakkelijkt, loopt leeg. Door aanhoudende<br />

droogte vanwege het weerfenomeen El Niño is<br />

het waterpeil van het centraal gelegen artificiële<br />

Gatúnmeer tot een ongekend dieptepunt gezakt.<br />

Daaruit komen juist de enorme hoeveelheden water<br />

voor de sluizen die de Atlantische Oceaan met de<br />

Stille Oceaan verbinden. Waar er onder normale<br />

omstandigheden tot 38 vrachtschepen per dag door<br />

het kanaal varen, beperkt de Panama Canal Authority<br />

(ACP) de dagelijkse ‘transits’ vanaf december 2023<br />

noodgedwongen tot 22. Vanaf februari, midden in<br />

het droogteseizoen dat nog moet beginnen, mogen<br />

er dagelijks nog maar 18 schepen door, ruim de helft<br />

minder dan een jaar eerder.<br />

> Zeehavens in Nicaragua, Ecuador, Peru, El<br />

Salvador en Jamaica kampen door die beperking<br />

al met vrachtvertragingen van 25% boven op de<br />

normale transporttijden, meldde het <strong>In</strong>ternationaal<br />

Monetair Fonds (IMF) recentelijk. <strong>De</strong> organisatie,<br />

die de internationale financiële stabiliteit in de<br />

gaten houdt, waarschuwt dat de wereldhandel<br />

nog maandenlang verstoord kan blijven. Door<br />

klimaatverandering kunnen zulke verstoringen van<br />

het zeetransport vaker gaan voorkomen.<br />

> Door de beperkte diepgang moeten grote schepen<br />

bovendien hun vracht met 40% verminderen bij<br />

doorvaart door het kanaal. Omvaren kost minstens<br />

14 tot 16 dagen en de alternatieven brengen<br />

hogere transportkosten met zich mee. <strong>De</strong>rgelijke<br />

kosten worden doorberekend aan de consument.<br />

<strong>De</strong> grootgebruikers van het Panamakanaal zijn<br />

containerschepen die in China gemaakte goederen<br />

naar de oostkust van de VS brengen, tankers die<br />

vloeibaar propaan van Amerikaanse raffinaderijen<br />

naar Azië verschepen en bulkcarriers die miljoenen<br />

tonnen graan en andere landbouwproducten<br />

vervoeren, onder meer naar Europa.<br />

Amazone<br />

> <strong>In</strong>woners van Brazilië kregen het de eerste helft<br />

van november 2023 flink te verduren; het was<br />

in verschillende steden extreem heet, met een<br />

gevoelstemperatuur tot 58,5 graden Celsius. <strong>In</strong> São<br />

Paulo werd het 38 graden. <strong>In</strong> het binnenland werd<br />

het nog warmer: 40 tot 45 graden. <strong>De</strong> periode van<br />

hitte werd gevolgd door een periode van plaatselijk<br />

zware regenval en daardoor overstromingen.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 47


Er zijn drie oorzaken voor het extreme weer in<br />

Brazilië: klimaatverandering, het weerfenomeen<br />

El Niño en ontbossing in de Amazone. Normaal<br />

borrelt er koud water op voor de kust van Zuid-<br />

Amerika, maar tijdens een El Niño stopt dat. Zo<br />

warmt het water in het midden van de Stille Oceaan<br />

en voor de kust van Zuid-Amerika fors op. Dit heeft<br />

wereldwijde gevolgen voor het weer. <strong>In</strong> Brazilië<br />

wordt het dan droger en warmer. El Niño zorgde<br />

in oktober al voor problemen voor vissers voor<br />

de kust van Peru. Het is in het Amazonegebied<br />

extreem droog. <strong>De</strong> Amazonerivier staat op een zeer<br />

laag punt, ook al doordat het in Peru extreem droog<br />

geweest is. Normaal houdt het regenwoud zichzelf<br />

in stand. Bomen 'zweten', hetgeen zorgt voor<br />

vocht in de lucht. Dat stijgt op en regent weer neer<br />

in het gebied. Door illegale houtkap in het gebied<br />

staan er echter veel minder bomen en door de hitte<br />

zijn bladeren verschrompeld.<br />

Australië<br />

> Sinds begin december is het in Australië al<br />

noodweer, met extreme regenval, onweer en<br />

plaatselijk vuistgrote hagelstenen, vooral in de<br />

staten Victoria, New South Wales en Queensland<br />

aan de oostkust. Het noodweer volgde op de<br />

tropische orkaan Jasper, die in december 2023<br />

aan land kwam. Die orkaan veroorzaakte veel<br />

schade in Queensland. Terwijl het oosten van<br />

Australië te kampen heeft met noodweer, zijn<br />

verschillende regio's in het westen druk met de<br />

bestrijding van bosbranden.<br />

> <strong>De</strong> hoofdoorzaak van de overvloedige neerslag<br />

de afgelopen twee jaar is de aanhoudende La Niña.<br />

La Niña is een relatief koude zeestroom langs de<br />

evenaar op de Grote Oceaan, tussen Zuid-Amerika<br />

aan de ene en <strong>In</strong>donesië en Australië aan de andere<br />

kant. Aan de westkust van Zuid-Amerika welt koud<br />

water vanuit diep in de oceaan op. Met een sterke<br />

oostelijke wind wordt dat koude water naar het<br />

westen getransporteerd, waarbij het water aan het<br />

oppervlak flink op kan warmen. Dat opgewarmde<br />

water houdt zich op in de omgeving van Australië<br />

en <strong>In</strong>donesië.<br />

> Momenteel is er ook sprake van een negatieve<br />

<strong>In</strong>dian Ocean Dipole (IOD). Theoretisch is de<br />

IOD grotendeels hetzelfde als het La Niña/<br />

El Niño-fenomeen, alleen gaat het nu om de<br />

temperatuurverdeling op de <strong>In</strong>dische Oceaan.<br />

Wanneer de IOD zich net zoals nu in de negatieve<br />

fase bevindt, houdt warm zeewater zich op in de<br />

buurt van <strong>In</strong>donesië en ten noorden van Australië.<br />

> Het warme zeewater rondom Australië als<br />

gevolg van de La Niña en in mindere mate de<br />

negatieve IOD, is de belangrijkste oorzaak van<br />

de zeer natte omstandigheden in Australië. Het<br />

warme zeewater zorgt ervoor dat er meer water<br />

verdampt, waardoor de lucht vochtiger is. Daarbij<br />

zorgt het relatief warme wateroppervlak voor<br />

stijgende bewegingen in de atmosfeer. Op deze<br />

manier kunnen zich makkelijk felle buien en<br />

neerslaggebieden vormen.<br />

> Het is dan ook niet geheel verrassend dat 2023 in<br />

delen van Australië als natste jaar ooit de boeken<br />

in gaat. <strong>In</strong> oktober 2023 was er al ruim 2200 mm<br />

regen in Sydney gevallen. <strong>In</strong> een gemiddeld jaar<br />

valt daar zo’n 1200 mm aan regen. Bij een jaarlijkse<br />

hoeveelheid regen van 1600 mm of meer wordt<br />

gesproken van een extreem nat jaar. Ook vorig jaar<br />

was in Australië al zeer nat.<br />

> Momenteel is er sprake van het derde La Niñajaar<br />

op rij. Ook gedurende de komende Australische<br />

zomer houdt deze La Niña naar verwachting aan.<br />

Dit is dan ook de reden dat de komende maanden<br />

nog natter weer dan normaal verwacht wordt.<br />

Omdat het inmiddels al zo lang regenachtig is, is de<br />

bodem verzadigd, staan de rivieren continu hoog en<br />

staan meren en dammen vol.<br />

48<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Beleid verband houdend<br />

met duurzaamheid<br />

Stikstofproblematiek<br />

> Stikstof (N2) is een kleur- en reukloos gas dat<br />

overal om ons heen is. Ongeveer 78% van alle<br />

lucht bestaat uit stikstof. Stikstof is van zichzelf<br />

niet schadelijk voor mens en milieu. Maar er zijn<br />

chemische verbindingen van stikstof in de lucht die<br />

wel schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu. Dit<br />

zijn stikstofoxiden (NOx, een verbinding van stikstof<br />

en zuurstof) en ammoniak (NH3, een verbinding van<br />

stikstof en waterstof). <strong>De</strong> hoeveelheid stikstofoxiden<br />

en ammoniak in de lucht heet de concentratie.<br />

Stikstofoxiden (NOx) komen vooral in de lucht<br />

terecht door uitlaatgassen van het verkeer en de<br />

uitstoot van industrie. Ammoniak (NH3) komt met<br />

name van dieren in de veeteelt. Een klein deel komt<br />

uit overige bbronnen, zoals de industrie, de bouw en<br />

het verkeer. Boeren gebruiken mest van dieren en<br />

kunstmest om hun land te bemesten. Een deel van die<br />

mest verdampt als ammoniak en komt zo in de lucht.<br />

> Een teveel aan stikstofoxiden in de lucht is<br />

schadelijk voor de gezondheid. Te veel ammoniak in<br />

de lucht is ook schadelijk voor de mens. Maar in de<br />

buitenlucht is de ammoniakconcentratie bijna nooit<br />

zo hoog. <strong>De</strong> stikstofoxiden en ammoniak in de lucht<br />

komen uiteindelijk weer op de grond terecht. Dit heet<br />

stikstofdepositie. <strong>De</strong> stoffen kunnen met neerslag<br />

meekomen op de bodem, dit heet natte depositie.<br />

Maar ook kunnen planten of de bodem direct stikstof<br />

uit de lucht opnemen, dit heet droge depositie.<br />

> <strong>De</strong> depositie van stikstofoxiden en ammoniak<br />

zorgt ervoor dat de bodem rijk wordt aan<br />

voedingsstoffen. Dat is vooral in natuurgebieden<br />

een probleem. Zeldzame planten die het juist goed<br />

doen op voedselarme grond, verdwijnen daardoor.<br />

Zo verdringen de brandnetels bijvoorbeeld de<br />

orchideeën. Daarmee verdwijnen ook dieren die<br />

van die zeldzame planten leven. We zeggen dan dat<br />

de biodiversiteit (het aantal verschillende soorten<br />

planten en dieren) afneemt.<br />

> Berekeningen geven inzicht in de bijdrages<br />

van verschillende sectoren aan de depositie.<br />

<strong>De</strong> bovenste staaf in onderstaande figuur laat<br />

de herkomst van de depositie zien voor alle<br />

landoppervlak in Nederland. <strong>De</strong> tweede staaf toont<br />

de herkomst voor alle stikstofgevoelige natuur in<br />

Natura 2000-gebieden. Hierin valt op dat vooral<br />

de bijdrage uit het buitenland groot is. Dit komt<br />

doordat veel Natura 2000-gebieden aan de rand van<br />

Nederland liggen.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 49


Herkomst stikstofdepositie in Nederland<br />

Heel Nederland<br />

Stikstofgevoelige<br />

Natura 2000<br />

Bron: RIVM<br />

> Er komt steeds minder stikstof terecht in<br />

daarvoor gevoelige natuurgebieden. <strong>De</strong> daling<br />

is echter niet voldoende om de doelen te halen<br />

die de overheid zich heeft gesteld. Dat blijkt uit<br />

het rapport Monitor stikstofdepositie in Natura<br />

2000-gebieden 2023 van het RIVM.<br />

> Alle EU-lidstaten zijn verplicht om beschermde<br />

soorten en habitattypen in stand te houden<br />

en achteruitgang te voorkomen. Sinds 1 juli<br />

2021 geldt daarom de Wet stikstofreductie en<br />

natuurverbetering (Wsn). Minder stikstof in Natura<br />

2000-gebieden om de natuur te verbeteren is een<br />

belangrijke doelstelling van deze wet.<br />

> Het kabinet heeft in het coalitieakkoord<br />

afgesproken dat in 2030 74% van de stikstofgevoelige<br />

natuur in Natura 2000-gebieden de<br />

zogeheten kritische depositiewaarden (kdw's) niet<br />

meer overschrijdt. Boven deze grens is er namelijk<br />

een risico dat de kwaliteit van leefgebieden van<br />

dieren en planten wordt beschadigd.. Met als gevolg<br />

dat er dier- en plantensoorten verdwijnen en<br />

ecosystemen ontregeld raken. Daarnaast werken<br />

het Rijk, de provincies en andere betrokkenen<br />

samen aan een gebiedsgerichte aanpak om de<br />

natuur te herstellen.<br />

45% 12% 9% 3% 32%<br />

40% 11% 9% 5% 35%<br />

0% 20% 40% 60% 80% 100%<br />

Landbouw Verkeer <strong>In</strong>dustrie en gebouwde omgeving Ammoniak aan zee Buitenland<br />

> <strong>De</strong> overheid neemt verschillende maatregelen<br />

per sector om de stikstofuitstoot omlaag te<br />

brengen. Sommige maatregelen helpen de bron<br />

van de stikstofuitstoot aan te pakken, zoals<br />

verduurzaming, vrijwillige aankoopregelingen en<br />

elektrische werktuigen in de bouw. Ook sluiten in<br />

steeds meer havens schepen aan op walstroom,<br />

zodat ze hun aggregaten niet hoeven te gebruiken.<br />

> Uit de wet komt een zeer zware opgave voor<br />

de landbouwsector. Er moet veel gebeuren om<br />

de sector klaar te maken voor de toekomst en<br />

om snel (veel) minder stikstof uit te stoten.<br />

> <strong>De</strong> bouwsector heeft het kleinste aandeel in<br />

het veroorzaken van stikstofdepositie (landelijk<br />

minder dan 0,6%), maar moet nu wel voor elk<br />

van de tienduizenden projecten die de sector<br />

jaarlijks uitvoert aantonen dat de activiteiten<br />

geen verslechterend effect hebben op de natuur.<br />

Dit in tegenstelling tot landbouwbedrijven en de<br />

industrie, die een vergunning eenmalig aanvragen.<br />

Het wegvallen van de bouwvrijstelling in november<br />

2022 zorgde ook voor extra vertraging bij<br />

vergunningverlening. Recente EIB-rapporten tonen<br />

duidelijk aan dat dit direct gevolgen heeft voor alle<br />

sectoren van de bouwproductie. Door uitstel en krimp<br />

in de bouwproductie kan niet worden voorzien in de<br />

maatschappelijke behoefte aan voldoende betaalbare<br />

woningen en een veilig en bereikbaar Nederland.<br />

> Stikstof zal in komende jaren voor een wezenlijk<br />

deel van de woningbouwopgave een belemmering<br />

blijven vormen.<br />

PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen)<br />

> Al eerder schreef ik over PFAS (<strong>De</strong> branche in<br />

2020 en <strong>De</strong> branche in 2021), in de laatst genoemde<br />

versie in het kader van vertragingen in de bouw.<br />

PFAS is een verzamelnaam voor een groep van<br />

ongeveer 6000 chemische verbindingen.<br />

> Pas jaren na de ontdekking van teflon kunnen<br />

consumenten producten met teflon pas voor het<br />

eerst kopen. <strong>De</strong> productiekosten ervan zijn te hoog.<br />

<strong>In</strong> 1954 brengt de Franse ingenieur Marc Grégoire<br />

voor het eerst pannen met een antiaanbaklaag op<br />

de markt, op aanraden van zijn vrouw. Hij noemt<br />

zijn bedrijf Tefal, een samentrekking van teflon en<br />

aluminium. Daarna verschijnt overal kookgerei<br />

met een water- en vuilafstotend wonderlaagje. Na<br />

teflon ontwikkelt de industrie veel meer soortgelijke<br />

stoffen, die allemaal dezelfde eigenschappen hebben.<br />

50<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Vanwege de waterafstotende eigenschappen<br />

zijn PFAS uitermate geschikt voor laarzen en<br />

regenkleding, zoals jassen, hoedjes of poncho’s. <strong>De</strong><br />

risico’s van blootstelling zijn volgens de overheid<br />

gering, omdat mensen de kleding maar af en toe<br />

dragen en meestal over gewone kleding heen. Wel<br />

is sinds 2020 het gebruik van PFOA in regenkleding<br />

verboden binnen de EU.<br />

> Tenten krijgen veelal een laagje PFAS-houdende<br />

spray om ze waterdicht te houden, maar de stoffen<br />

beschermen kampeerartikelen ook tegen vuil en<br />

stof. Veel outdoormerken zoeken de laatste jaren<br />

naar alternatieven voor PFAS, voor het gebruik in<br />

slaapzakken, schoenen, rugzakken of kleding.<br />

> Tegenover al die zichtbare voordelen staan nadelen<br />

die lang onzichtbaar blijven; PFAS zijn giftig voor<br />

mens en milieu en breken amper af. <strong>De</strong> verbinding<br />

tussen koolstof en fluor wordt ook wel de ‘sterkste<br />

verbinding’ in de organische chemie genoemd.<br />

Daarom heten PFAS ook wel ‘forever chemicals’.<br />

> Uit oude documenten die in latere rechtszaken<br />

naar voren komen, blijkt dat Amerikaanse PFASproducenten<br />

zoals DuPont en concurrent 3M al<br />

sinds de jaren zestig de gevaren kennen, maar<br />

zij laten de buitenwereld decennialang in het<br />

ongewisse over de risico’s.<br />

> <strong>In</strong> Nederland staat vooral de chemiefabriek van<br />

Chemours in Dordrecht in de schijnwerpers. <strong>In</strong><br />

de zomer van 2023 onthult televisieprogramma<br />

Zembla dat het hoofdkantoor van DuPont, het<br />

voormalige moederbedrijf van Chemours, veel<br />

informatie bewust heeft achtergehouden. Het<br />

weet bijvoorbeeld in 1981 al dat veel Dordtse<br />

medewerkers gevaarlijk veel PFAS in hun bloed<br />

hebben. <strong>De</strong>ze waardes worden in verband<br />

gebracht met verschillende ziektes, waaronder<br />

nier- en leverkanker. Toch treft het bedrijf geen<br />

maatregelen. Chemours heeft ook illegaal stoffen<br />

geloosd in de Merwede en de grond en het<br />

grondwater rondom de fabriek ernstig vervuild.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 51


PFAS zijn diep doorgedrongen in ons dagelijks<br />

leven en komt onder andere voor in pizzadozen,<br />

bakpapier, pannen, regenjassen, blusschuim,<br />

gitaarsnaren, cosmetica, kunstgras en klimtouwen.<br />

Normale gebruiksvoorwerpen die onschuldig ogen.<br />

Er is geen alomvattend overzicht van de stoffen en<br />

de toepassingen, al worden pogingen gedaan de<br />

omvang ervan inzichtelijk te maken. <strong>In</strong> 2020 hebben<br />

wetenschappers voor meer dan 1400 individuele<br />

PFAS-stoffen ruim 200 vormen van gebruik<br />

geïdentificeerd. Zo worden de stoffen toegepast in<br />

de lucht- en ruimtevaart, de chemische industrie,<br />

de olie- en gasindustrie en bij de productie van<br />

zonnepanelen. Ze zitten ook in coatings tegen<br />

roest, in smeermiddelen en remvloeistoffen<br />

en ze worden gebruikt in de voedselsector,<br />

textielproductie en houtindustrie. PFAS komen<br />

ook voor in drijfgassen, auto’s, kleding, cosmetica,<br />

geneesmiddelen en kook- en bakgerei.<br />

> Ook in de medische sector worden de stoffen<br />

veel toegepast, bijvoorbeeld in implantaten zoals<br />

stents en in kunstgewrichten, hartpleisters en<br />

katheterbuizen. Volgens de sector worden de<br />

onverwoestbare chemicaliën niet door het lichaam<br />

afgestoten.<br />

> Ook cosmeticaproducten bevatten PFAS. Uit<br />

onderzoek van circa 200 cosmeticaproducten<br />

blijkt dat 56% van de geteste foundations, 48%<br />

van de geteste lippenstiften en 47% van de geteste<br />

mascara’s een hoog gehalte aan fluor bevatten,<br />

een indicator voor de aanwezigheid van PFAS. Het<br />

gevaar is dat de stoffen bij dit type producten door<br />

de huid en traanbuis kunnen worden opgenomen,<br />

en de PFAS kunnen worden ingeademd of ingeslikt.<br />

> Volgens sommige producenten zijn PFAS ook<br />

belangrijk voor de energietransitie. Het merendeel<br />

van de zonnepanelen bevat PFAS. Die zitten dan<br />

vooral in de zogenoemde backsheets, flinterdunne<br />

folies die de zonnecellen beschermen tegen uvstraling,<br />

vocht, wind en stof.<br />

> Ook in huizen, kantoren en klaslokalen komen<br />

we PFAS tegen én ademen we de giftige stoffen<br />

in, blijkt uit recente onderzoeken. Zo zijn PFAS<br />

jarenlang op grote schaal gebruikt om tapijten<br />

vlek- en vuilafstotend te maken of om tapijten mee<br />

te reinigen. Vaak wordt vloerbedekking behandeld<br />

met PFAS om die te beschermen tegen water,<br />

olie en vuil, maar bijvoorbeeld ook tegen motten,<br />

schimmels en bacteriën.<br />

> Vijf landen, waaronder Nederland, hebben in<br />

Brussel een voorstel ingediend om het gebruik<br />

van alle PFAS in een keer aan banden te leggen.<br />

Het voorstel gaat ver: alle PFAS moeten op korte<br />

termijn van de markt worden gehaald.<br />

52<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Zo’n PFAS-verbod zou het grootste stoffenverbod<br />

ooit zijn. <strong>De</strong> hoeveelheid PFAS in onze grond en<br />

wateren heeft al bijna een kritieke grens bereikt.<br />

Nog meer PFAS in het milieu is gevaarlijk voor de<br />

gezondheid. Als alles volgens plan verloopt, gaat<br />

het verbod in 2026 of 2027 in. Bedrijven hebben<br />

dan nog anderhalf jaar om op zoek te gaan naar<br />

alternatieven. Alleen in uitzonderlijke gevallen geldt<br />

straks een overgangstermijn van vijf of twaalf jaar,<br />

afhankelijk van de mogelijkheden om over te stappen<br />

op andere stoffen. Twaalf bedrijven zijn goed voor<br />

het overgrote deel van de mondiale PFAS-productie.<br />

Zij zetten samen zo’n € 26 miljard per jaar om.<br />

> Het verbod raakt niet alleen afnemers, maar<br />

ook PFAS-producenten. <strong>In</strong> en rondom Nederland<br />

zijn dat er drie. Chemours in Dordrecht, 3M in<br />

Zwijndrecht (Antwerpen) en Lanxess, een spinoff<br />

van chemiereus Bayer AG, in Leverkusen. Via<br />

de Schelde en de Rijn komen PFAS die zij lozen,<br />

Nederland binnen. Uit data van het Forever Pollution<br />

Project blijkt dat in de buurt van zowel producenten<br />

als afnemers PFAS worden aangetroffen.<br />

> 3M zette in 2021 € 250 miljoen apart voor<br />

bodemsanering van de paar vierkante kilometer<br />

rondom de fabriek in Zwijndrecht nabij Antwerpen.<br />

Nu is de omgeving van Zwijndrecht een van de<br />

zwaarst vervuilde gebieden in Europa en moet dit<br />

bedrag dus gezien worden als een bovengrens. Als<br />

het bij slechts 1% van de 17.000 verontreinigde<br />

plekken in Europa die het Forever Pollution Project<br />

geïdentificeerd heeft net zoveel zou kosten om<br />

op te ruimen, zou dat al een rekening opleveren van<br />

€ 42,5 miljard.<br />

> Onderzoekers vermoeden dat alle rivieren en<br />

wateren die in zee uitmonden PFAS-bronnen<br />

kunnen zijn en wijzen erop dat metingen in Noord-<br />

Frankrijk en onderzoeken in <strong>De</strong>nemarken, Zweden<br />

en Noorwegen hetzelfde zorgelijke beeld tonen.<br />

Al die watervervuiling heeft ook gevolgen voor<br />

de positie van Nederland in Europa. Van Brussel<br />

moet de waterkwaliteit in Nederland uiterlijk 2027<br />

op orde zijn. Dat gaat volgens deskundigen niet<br />

meer lukken, want Nederland scoort het slechtst<br />

van de hele EU. Vanaf 2027 dreigen er boetes voor<br />

Nederland, oplopend tot € 80 miljoen per jaar. Dit<br />

probleem komt overigens niet alleen door PFAS,<br />

want de Nederlandse wateren zitten ook vol met<br />

pesticiden en zware metalen zoals kwik en zink.<br />

> Schiphol zit in z’n maag met minstens 180.000<br />

ton grond die is vervuild met kankerverwekkende<br />

PFAS-stoffen. Komend jaar probeert de luchthaven<br />

de grond op eigen terrein te saneren, maar het is<br />

onzeker of dat gaat lukken. Bouwprojecten lopen<br />

dus vertraging op.<br />

> <strong>De</strong>skundigen zijn sceptisch over het ‘opruimen’<br />

van PFAS. Het probleem heeft volgens veel experts<br />

zulke dimensies aangenomen dat de oplossing uit<br />

het zicht is verdwenen.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 53


Bemoeienis overheid: subsidies of boetes?<br />

> Wat kun je als overheid doen om bedrijven<br />

duurzamer te maken? Moet je ze verleiden met<br />

subsidies? Of moet je juist streng zijn: normeren en<br />

dreigen met boetes?<br />

> Het lijkt erop dat je met regelgeving bedrijven<br />

ambitieuzer maakt dan met subsidies. Het<br />

Planbureau voor de Leefomgeving en Tilburg<br />

University analyseerden duurzame innovatie in de<br />

wereldwijde auto-industrie. Zij concludeerden dat<br />

regels leiden tot meer vernieuwing dan subsidies.<br />

Subsidies leiden wel tot de ontwikkeling van<br />

technische innovaties, maar niet noodzakelijk tot<br />

de toepassing ervan. Strenge regels doen beide en<br />

ze kosten de overheid niets.<br />

> Belasting op uitstoot bleek in dit onderzoek<br />

minder effectief dan het stellen van een strenge<br />

norm voor de maximum-uitstoot van nieuwe<br />

auto’s. <strong>De</strong> vrees dat bedrijven wegvluchten voor<br />

regels bleek ongegrond. Autobedrijven richten zich<br />

juist op regio’s met strenge normen, omdat daar<br />

geld kan worden verdiend met innovatie.<br />

> <strong>In</strong> september van dit jaar stelde de<br />

Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid<br />

dat de overheid gevestigde bedrijven ‘pampert’ als<br />

het gaat om duurzaamheid. <strong>De</strong> overheid zou veel<br />

meer moeten doen om de innovatiekracht van<br />

bedrijven in te zetten.<br />

> Als we de klimaatafspraken willen nakomen,<br />

gaat dat niet lukken met alleen mooie doelen<br />

stellen en vrijwilligheid maar moet dat ook worden<br />

afgedwongen met wetgeving, liefst in lijn met<br />

Europese regels, want dan bereid je bedrijven ook<br />

voor op nieuwe Europese wetgeving.<br />

> Hopen dat bedrijven en consumenten de<br />

komende jaren uit zichzelf een duurzame economie<br />

zullen creëren, is geen serieuze strategie. <strong>De</strong> Stern<br />

Review, een invloedrijk Brits overheidsrapport over<br />

klimaat en economie uit 2006, noemde destijds<br />

klimaatverandering al ‘het grootste falen van de<br />

markt ooit’.<br />

> Strenge regels werken dus kennelijk, maar<br />

zijn ze ook nodig? Een wereldwijde enquête<br />

onder bestuurders en toezichthouders van grote<br />

bedrijven, uitgevoerd door onder meer IINSEAD,<br />

liet in 2023 zien dat bedrijven duurzaamheid nog<br />

nauwelijks een plek geven in hun plannen voor de<br />

lange termijn. Ook zien de meeste topmanagers<br />

geen financiële risico’s of interessante kansen op<br />

het gebied van duurzaamheid op de korte termijn.<br />

<strong>De</strong> onderzoekers constateren dat bedrijven vooral<br />

in actie komen onder druk van wettelijke eisen of<br />

als hun reputatie onder vuur ligt.<br />

54<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 55


56<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Economische ontwikkelingen<br />

en vooruitzichten<br />

Dit hoofdstuk is geïnspireerd op de decemberverwachtingen van <strong>De</strong> Nederlandsche Bank,<br />

die op hun beurt weer deel uitmaken van de halfjaarlijkse ramingen die de Europese<br />

Centrale Bank (ECB) maakt voor het eurogebied. Voor de nationale ramingen gebruiken<br />

alle Europese banken dezelfde internationale uitgangspunten.<br />

<strong>In</strong>flatie<br />

<strong>In</strong>flatie als katalysator<br />

> Natuurlijk kan een economie oververhit raken door<br />

een aanhoudende vraag, zoals ook zeker het geval<br />

was door de enorme compensaties tijdens corona.<br />

Het is niet ondenkbaar dat daaruit inflatie ontstaat.<br />

> We zaten jarenlang in een situatie van een (te)<br />

lage inflatie. Centrale banken hebben daarom veel<br />

geld in de economie gepompt, zonder dat de inflatie<br />

omhoogging overigens. <strong>In</strong> de praktijk is nu gebleken<br />

dat er een soort gecoördineerd mechanisme<br />

nodig is dat bedrijven ertoe brengt om prijzen te<br />

verhogen en bottlenecks en kostenschokken in de<br />

postcoronaperiode hebben als zodanig gewerkt. Een<br />

combinatie van zaken heeft geleid tot de recente<br />

explosie van inflatie.<br />

die in de uiteindelijke consumentenprijzen en het kan<br />

niet in alle gevallen worden ontkend: een deel van de<br />

bedrijven deed daar dan nog een schepje bovenop.<br />

> Bedrijven boekten recordwinsten, marges bleven<br />

in stand of stegen waardoor aandeelhouders<br />

hogere dividenden mochten toucheren. Daarmee<br />

is de rekening van de inflatie terechtgekomen bij de<br />

consument.<br />

Berekening inflatie in Nederland<br />

> Het Centraal Bureau voor de Statistiek stelde<br />

ruim een jaar (in 2022) lang het Nederlandse<br />

consumentenprijspeil vast op basis van verkeerde<br />

energieprijzen en die meetfout werkte tot en met<br />

mei 2023 in het inflatiecijfer door.<br />

> Niet alle prijsverhogingen destabiliseren het<br />

hele systeem. Als het lukt om de categorie<br />

cruciale prijzen in kaart te brengen kan er worden<br />

nagedacht hoe schokken te absorberen om extreme<br />

inflatie op die cruciale goederen te voorkomen.<br />

Voor sectoren die zeer essentieel zijn kan dan<br />

worden nagedacht over ingrijpen om prijsvolatiliteit<br />

in te dammen. <strong>In</strong> feite is dat in veel landen ook al<br />

gebeurd na de explosie van de prijzen voor energie<br />

vlak na het ontstaan van het conflict in Oekraïne.<br />

> <strong>De</strong> energiecomponent is sindsdien gebaseerd op<br />

wat consumenten daadwerkelijk betalen in plaats<br />

van de prijs voor nieuwe contracten.<br />

<strong>De</strong> oude methode overschatte de inflatie,<br />

aangezien veel huishoudens nog lang<br />

profiteerden van langlopende<br />

contracten met een vaste<br />

(lagere) prijs.<br />

> Terugkijkend op de afgelopen twee jaar nam een<br />

deel van het bedrijfsleven de gestegen (energie)kosten<br />

veelal niet voor eigen rekening maar versleutelde<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 57


Het CBS berekent de oude inflatiecijfers echter<br />

niet opnieuw, en vergelijkt het prijspeil van een jaar<br />

geleden (dat dus te hoog werd ingeschat) met de<br />

daadwerkelijk betaalde energierekening nu.<br />

> Pas vanaf juni 2023 is er weer een betrouwbare<br />

meting, maar hoe de inflatie zich sinds begin 2022<br />

van maand op maand precies heeft ontwikkeld, zal<br />

in officiële cijfers nooit meer precies zichtbaar zijn.<br />

dezelfde maanden van 2022, toen de gasprijzen<br />

piekten. Daarna zette de daling weer in, waardoor<br />

goedkopere energie minder zwaar doorweegt<br />

terwijl de prijsstijging van diensten en voeding -<br />

hoewel dalende - nog steeds fors is. <strong>In</strong> oktober was<br />

energie (inclusief benzine en diesel) 40% goedkoper<br />

dan een jaar geleden, in november ‘slechts’ 25%.<br />

Zonder energie kwam de jaar-op-jaar-inflatie (CPI)<br />

uit op 4,1%, tegen 5,1% in oktober.<br />

Verloop van de inflatie in Nederland<br />

> Nadat het Centraal Bureau voor de Statistiek in<br />

oktober 2023 het prijspeil juist zag dalen, was in<br />

november de inflatie weer terug van weggeweest;<br />

het gemiddelde prijspeil lag 1,4% hoger dan een jaar<br />

geleden, zo bleek uit voorlopige cijfers van het CBS.<br />

> Het betreft hier de inflatie volgens de Europese<br />

definitie (HICP), die in oktober uitkwam op -1%<br />

(deflatie). <strong>In</strong> oktober was ook het percentage<br />

volgens de Nederlandse definitie (CPI), de basis<br />

voor onder meer veel huurcontracten, voor het<br />

eerst in lange tijd negatief (-0,4%).<br />

> Dat er weer sprake is van jaar-op-jaar-inflatie<br />

komt niet als een verrassing. <strong>In</strong> de maanden<br />

september en oktober werd het cijfer sterk gedrukt<br />

door de vergelijking met de energieprijzen in<br />

> Schaarste aan energie zal niet snel weer ontstaan,<br />

omdat de gasvoorraden op peil zijn. Bovendien is<br />

het gasverbruik fors gedaald. <strong>In</strong> oktober lag dit 37%<br />

onder het gemiddelde. Gecorrigeerd voor de milde<br />

temperaturen blijft daar 24% van over. Huishoudens<br />

en bedrijven zijn minder gas gaan gebruiken<br />

door efficiëntere installaties of isolatie. Energieintensieve<br />

industrieën hebben de hogere prijzen<br />

ook ondervangen door halffabricaten in te voeren<br />

uit regio’s waar de energieprijzen lager liggen.<br />

> Door het eerder beschreven statistische<br />

‘basiseffect’ zal de inflatie naar verwachting eerst<br />

iets verder oplopen naar 3,5% (HICP), om in de loop<br />

van <strong>2024</strong> fors te dalen als ook de prijsstijging van<br />

onder meer voeding afvlakt. Voor heel <strong>2024</strong> wordt<br />

uitgegaan van een niveau van 2,5%. Voor 2023 zal<br />

de inflatie op 4,2% uitkomen.<br />

Verloop inflatie (CBS)<br />

16,0%<br />

14,0%<br />

12,0%<br />

10,0%<br />

8,0%<br />

6,0%<br />

4,0%<br />

2,0%<br />

0%<br />

-2,0%<br />

mrt. ’17 jan. ’18 nov. ’18 sep. ’19 jul. ’20 mei. ’21 mrt. ’22 jan. ’23 nov. ’23<br />

Bron: CBS – jaarmutatie CPI, gemeten over 12 maanden<br />

58<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Economie<br />

<strong>In</strong>ternationaal perspectief<br />

> Ondanks de snelste verkrapping van het<br />

monetaire beleid sinds de jaren tachtig, zal<br />

de economische groei van Amerika in <strong>2024</strong><br />

waarschijnlijk versnellen. Europa heeft zich<br />

grotendeels van het Russische gas ontdaan<br />

zonder economische catastrofe. <strong>De</strong> wereldwijde<br />

inflatie is gedaald zonder grote stijgingen van de<br />

werkloosheid, deels omdat de arbeidsmarkten<br />

tot nu toe voornamelijk zijn afgekoeld door het<br />

schrappen van vacatures en niet van banen zelf.<br />

> Toch blijft de wereldeconomie in <strong>2024</strong> fragiel.<br />

Hoewel de inflatie lager zal zijn, blijft het niveau<br />

van de inflatie hoog. <strong>De</strong> recente daling van<br />

de inflatie gaat in de goede richting, maar de<br />

verwachte daling op korte termijn beantwoordt<br />

nog niet aan de doelstellingen van de ECB (2%),<br />

tenzij een recessie toeslaat.<br />

> <strong>De</strong> arbeidsmarkten zijn nog steeds behoorlijk<br />

verhit en de nominale loongroei is hoog. Aan de<br />

andere kant zullen economieën te maken krijgen<br />

met de effecten van duurdere olie. Net nadat het<br />

leek alsof de aanbodschokken van het pandemische<br />

tijdperk en de Russische invasie van Oekraïne<br />

waren verdwenen en de toeleveringsketens<br />

en economieën meer in balans leken te zijn<br />

gekomen, is een vat olie sinds de zomer van<br />

2023 met ongeveer een derde in prijs gestegen.<br />

Productieverlagingen in Saoedi-Arabië en elders<br />

waren de voorbode daarvan.<br />

> Een verdere prijsdaling lijkt niet waarschijnlijk,<br />

kijkend naar de gevolgen van het conflict in de<br />

Gazastrook. Aan het einde van 2023 verlegden<br />

vele zeeschepen hun koers, in plaats van het<br />

Suezkanaal te nemen met de dreiging beschoten te<br />

worden door Houthi-strijders gefinancierd vanuit<br />

Teheran. <strong>De</strong> resulterende hogere kosten en langere<br />

aanvoerlijnen zouden voor een 'tweede golf' van<br />

inflatie kunnen zorgen in <strong>2024</strong>.<br />

> <strong>De</strong> grote centrale banken zullen de rente waarschijnlijk<br />

niet verder verhogen, maar in plaats daarvan<br />

een door de olieprijs aangedreven inflatieopleving als<br />

tijdelijk beschouwen. Anderzijds zullen zij ook niet<br />

happig zijn op het voorbarig verlagen van de rente.<br />

> <strong>De</strong> Amerikaanse economie lijkt redelijk bestand<br />

tegen het verkrappingsbeleid van de Federal<br />

Reserve, zelfs nu grote bedrijven die schulden<br />

herfinancieren en huishoudens die hun spaargeld uit<br />

het pandemie tijd perk hebben opgebruikt, de druk<br />

beginnen te voelen. Hoge rentetarieven kunnen de<br />

toch al wankele economie van de eurozone in een<br />

recessie doen belanden en angst voor inflatie zou<br />

de beleids makers ervan kunnen weerhouden de<br />

rente te verlagen.<br />

> Zelfs de robuustheid van de Amerikaanse economie<br />

komt met een grote kanttekening: die wordt<br />

ondersteund door buitengewone niveaus van overheidsleningen.<br />

Eind 2023 bedraagt het tekort van de<br />

federale overheid meer dan 7% van het bbp per jaar.<br />

> Economieën zonder vrijelijk lenende overheden<br />

zien er kwetsbaarder uit. Naast de waarschijnlijke<br />

recessie in Europa heeft de wereldeconomie<br />

ook te lijden onder de groeivertraging in China.<br />

Of China zich herstelt zal afhangen van de mate<br />

waarin de regering de stimuleringskranen blijft<br />

opendraaien. Maar de recente verslechtering van<br />

China's economische beleidsvorming - in alles, van<br />

het beëindigen van zero-covid tot het hardhandig<br />

optreden tegen technologie - suggereert dat het<br />

onverstandig zou zijn om een goed gekalibreerde<br />

stimulans te verwachten. China wordt ook<br />

geconfronteerd met fiscale beperkingen als gevolg<br />

van de schuldenlast van zijn overheden.<br />

> Al tijden strooien de geopolitieke spanningen<br />

tussen Amerika en China, en het wereldwijde tij van<br />

protectionisme, zand in de tandwielen van de<br />

wereld handel. Volgens Global Trade Alert is het<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 59


60<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


aantal protectionistische maatregelen gestegen van<br />

ongeveer 9000 tien jaar geleden tot ongeveer 35.000<br />

vandaag. Hoewel sommige economieën in Azië<br />

profiteren van de verplaatsing van productie in China<br />

naar productie in andere landen in Azië, drukken de<br />

verdubbeling van investeringen en het verlies van de<br />

voordelen van specialisatie op de potentiële groei<br />

van de wereldeconomie. Zelfs winnaars, zoals het<br />

snelgroeiende <strong>In</strong>dia, vertonen een zorgwekkende<br />

verschuiving naar de economie van het thuisland.<br />

> Arme landen die niet in staat zijn om te profiteren<br />

van de herverdeling van investeringen, lijden onder<br />

een hoge schuldenlast, lage groei en een sterke dollar.<br />

<strong>In</strong> <strong>2024</strong> zal het IMF blijven worstelen om uit te zoeken<br />

hoe schuldverlichting kan worden geboden aan landen<br />

die zwaar in de schulden zitten met schulden aan China<br />

en andere kredietverstrekkers die de traditionele<br />

principes voor schuldherstructurering niet onderschrijven.<br />

Als de Amerikaanse tekorten de economie<br />

blijven voortstuwen terwijl de wereldwijde groei<br />

tegenvalt, dan zal de dollar nog verder zal stijgen.<br />

> <strong>De</strong> mogelijkheid van de herverkiezing van de<br />

heer Trump in het Witte Huis brengt een extra<br />

dimensie voor al deze trends met zich mee. Een<br />

tweede termijn van Trump zal waarschijnlijk<br />

leiden tot nog diepere belastingverlagingen – en<br />

dus grotere tekorten – en een verdere escalatie<br />

van de handelsoorlog. Net als in 2016 zouden de<br />

aandelenmarkten kunnen stijgen als Trump wint,<br />

maar dat zou geen goednieuwsverhaal zijn.<br />

> Goldman Sachs verwacht dat de groei in Amerika<br />

met 2,1% robuust zal zijn, ongeveer het dubbele<br />

van het niveau dat economen van UBS voorzien.<br />

Sommige banken zien de inflatie in <strong>2024</strong> met de<br />

helft dalen. Anderen denken dat deze plakkerig<br />

zal blijven en slechts zal dalen tot ongeveer 3%,<br />

nog steeds ruim boven de doelstelling van de<br />

Federal Reserve. <strong>De</strong> verwachtingen voor wat de<br />

Fed uiteindelijk met de rentetarieven zal doen,<br />

variëren dan ook van vrijwel niets tot 2,75<br />

procentpunt aan renteverlagingen.<br />

> <strong>De</strong> verschillen tussen deze scenario's komen<br />

neer op meer dan alleen onenigheid over<br />

groeivooruitzichten. <strong>De</strong> Bank of America verwacht<br />

een stagflatie, waarbij slechts een bescheiden daling<br />

van de inflatie wordt gecombineerd met een vrij<br />

scherpe daling van de groei (en dus weinig beweging<br />

in de beleidsrente van de Fed). Morgan Stanley<br />

verwacht het tegenovergestelde: een versie van de<br />

‘onbevlekte desinflatie’-wereld waarin de inflatie<br />

weer op het streefcijfer kan uitkomen zonder dat<br />

de groei veel onder de trend zakt.<br />

> Dat elk van de uitkomsten die bankeconomen<br />

beschrijven bij uitstek plausibel aanvoelt, is een bewijs<br />

van de enorme mate van onzekerheid die er is. Bijna<br />

iedereen was op zijn beurt verrast door hoe hoog<br />

de inflatie was, de snelheid van de renteverhogingen<br />

die nodig waren om deze te onderdrukken en<br />

vervolgens de veerkracht van de economie. Het is<br />

alsof het herhaaldelijk op het verkeerde been zetten<br />

de economische waarzeggers meer vrijheid heeft<br />

gegeven: als niemand weet wat er gaat gebeuren, kun<br />

je net zo goed zeggen wat je echt denkt.<br />

Er is echter één<br />

overeenkomst in de<br />

verhalen die economen<br />

vertellen. Velen lijken<br />

te denken dat het<br />

ergste voorbij is.<br />

> Economen van <strong>De</strong>utsche Bank denken dat de economie<br />

teruggaat naar de jaren zeventig, met centrale<br />

bankiers die de inflatie aanpakken. Bij UBS verwacht<br />

men een ‘redux uit de jaren 90’ - een vertraging van<br />

de groei naarmate de rente stijgt, gevolgd door een<br />

hausse naarmate nieuwe technologie de productiviteitswinst<br />

stimuleert. Er is echter één overeenkomst<br />

in de verhalen die economen vertellen. Velen lijken te<br />

denken dat het ergste voorbij is.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 61


Veel economen denken dat de budgettaire<br />

voorzichtigheid van de Chinese overheid dit jaar<br />

heeft bijgedragen aan een tegenvallende groei en het<br />

gevaar van dalende prijzen. Gelukkig is de Chinese<br />

regering nu begonnen de portemonnee te trekken.<br />

Het land heeft de zeldzame stap gezet om zijn<br />

doelstelling voor het begrotingstekort te herzien van<br />

3% van het bbp naar 3,8%. Het heeft provincies in<br />

staat gesteld ‘herfinancieringsobligaties’ uit te geven,<br />

waardoor ze een deel van de duurdere schulden<br />

van aangesloten infrastructuurbedrijven kunnen<br />

terugbetalen, bekend als financierings vehikels van<br />

de lokale overheid. Financiële toezicht houders<br />

hebben er bij banken op aangedrongen om tegemoet<br />

te komen aan de ‘redelijke’ financieringsbehoeften<br />

van de minder gammele projectontwikkelaars,<br />

zonder particuliere projectontwikkelaars te<br />

discrimineren. Ambtenaren hebben het ook vaker<br />

over ‘drie grote projecten’: betaalbare huisvesting,<br />

vrijetijdsvoorzieningen die China ook kunnen helpen<br />

het hoofd te bieden aan rampen en noodsituaties, en<br />

inspanningen om ‘stedelijke dorpen’ of voormalige<br />

landelijke enclaves te renoveren.<br />

> Maar deze stappen alleen zijn niet voldoende.<br />

Houze Song van MacroPolo, een denktank, maakt<br />

zich zorgen dat de "stimulus niet groot genoeg is<br />

om de economie weer op gang te brengen". <strong>De</strong><br />

regering lijkt banger te zijn voor een buiten sporige<br />

reactie dan voor een ontoereikende. Velen in China<br />

beschouwen de staatsschuld als verdacht, ondanks<br />

de argumenten die ervoor pleiten.<br />

> Wat verklaart de budgettaire terughoudendheid<br />

van de overheid? Het kan ideologie zijn. Maar het<br />

kan ook recente geschiedenis zijn. Vijftien jaar<br />

geleden kondigde de Chinese regering een fiscale<br />

stimulans aan ter waarde van ongeveer 4 biljoen<br />

yuan (of $ 590 miljard) als reactie op de wereldwijde<br />

financiële crisis. Financiële toezichthouders<br />

gaven ook hun zegen aan lokale overheden om<br />

beperkingen op hun leningen te omzeilen door<br />

financieringsvehikels op te zetten die obligaties<br />

konden uitgeven en van banken konden lenen.<br />

> Lokale overheden reageerden en met de extra<br />

leningen steeg de aanvankelijke 4 biljoen yuan tot<br />

9,5 biljoen yuan (of 27% van het bbp van 2009),<br />

verspreid over 27 maanden.<br />

> <strong>De</strong> aaneenschakeling van maatregelen heeft<br />

de groei in China in eerste instantie met succes<br />

nieuw leven ingeblazen. Maar in de jaren daarna<br />

heeft stimulering in China een stigma gekregen.<br />

Chinese functionarissen hebben herhaaldelijk<br />

gewaarschuwd voor de gevaren van een soortgelijke<br />

‘overstromingsachtige’ reactie op economische<br />

vertragingen. <strong>De</strong> kredietverstrekking is beschuldigd<br />

van het bevoordelen van staatsbedrijven, het<br />

verdringen van investeringen in de industrie en het<br />

belemmeren van uitgaven voor industriële R&D.<br />

> Aangezien de stimuleringsmaatregelen<br />

neerkwamen op een ‘vloed’ van leningen en<br />

investeringen, zou het verrassend zijn als<br />

particuliere bedrijven geen krediet meer zouden<br />

hebben. Soepelere financiële beperkingen voor<br />

lokale overheden werpen niettemin een ‘lange<br />

schaduw’. Sommige van de schulden lijken nu<br />

onmogelijk terug te betalen voor lokale overheden,<br />

wat bijdraagt aan de somberheid die over de<br />

Chinese economie hangt.<br />

> Vijftien jaar later zijn de neveneffecten van<br />

China's kredietverlening in 2008 een argument voor<br />

betere stimulansen, niet voor nul stimulansen.<br />

> <strong>De</strong> afgelopen tien jaar waren gunstig voor het<br />

noorden van Europa. <strong>De</strong> Scandinavische landen,<br />

plus Duitsland, Polen en zelfs Groot-Brittannië,<br />

konden allemaal bogen op een behoorlijke groei<br />

en werkgelegenheid. Het zuiden daarentegen werd<br />

eerst getroffen door de eurocrisis in 2010-2012 en de<br />

daaropvolgende pijnlijke aanpassing, en vervolgens<br />

door de pandemie, die de toeristische economieën<br />

meer dan de meeste andere heeft getroffen.<br />

Nu Europa wordt geconfronteerd met nieuwe<br />

uitdagingen zoals klimaatverandering en geopolitieke<br />

onrust zijn er heel veel uitdagingen tegelijkertijd.<br />

62<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 63


Europa wil het eerste koolstofneutrale continent<br />

worden. Om dat te laten gebeuren, moet het<br />

zijn elektriciteitsvoorziening koolstofvrij maken<br />

en vervolgens de industrie, verwarming en het<br />

transport vernieuwen om op groene energie te<br />

draaien. Het is een hele opgave. Voor sommige<br />

landen kan deze groene transformatie de groei<br />

stimuleren aangezien investeringen de vraag doen<br />

toenemen en de transformatie landen weer nieuwe<br />

groeiperspectieven kan bieden. Plaatsen met veel<br />

potentieel voor hernieuwbare energie, zoals die langs<br />

de winderige kust van de Noordzee of in vrijwel heel<br />

zonnig Spanje, kunnen een groene groeiboost krijgen.<br />

> Maar legacy-industrieën zullen het moeilijk<br />

hebben. Bij de productie van cement en staal<br />

wordt bijvoorbeeld gebruikgemaakt van fossiele<br />

energie die moeilijk goedkoop te vervangen is door<br />

groene energie. Op de wereldmarkt waar dergelijke<br />

producten worden verhandeld, zullen andere<br />

producenten veel lagere energiekosten hebben dan<br />

Europese, omdat ze vandaag aardgas hebben of<br />

morgen zullen genieten van overvloedige groene<br />

stroom en waterstof. <strong>In</strong> de zware industrie is<br />

Duitsland de grootste energieverbruiker van Europa<br />

en verbruikt het ongeveer twee keer zoveel als de<br />

op een na grootste verbruikers Italië en Frankrijk.<br />

> Ook de auto-industrie krijgt te maken met<br />

nieuwe concurrentie, aangezien auto's met<br />

verbrandingsmotoren worden uitgefaseerd en<br />

elektrische voertuigen (EV's) de markt overnemen.<br />

Het onlangs aangekondigde onderzoek van de EU<br />

naar de subsidies van China aan zijn EV-industrie<br />

laat zien hoe nerveus Europa is over deze nieuwe<br />

concurrent. Landen met een grote auto-industrie<br />

- Tsjechië, Frankrijk, Duitsland, Slowakije en Spanje<br />

- zullen daar de dupe van worden.<br />

64<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Nu al hebben bedrijven in heel Europa moeite<br />

om voldoende werknemers te vinden, dus ook<br />

de demografie begint een factor van belang te<br />

worden. <strong>De</strong> vacaturegraad, de verhouding tussen<br />

het aantal vacatures en het totale aantal banen in de<br />

economie, bedroeg in het tweede kwartaal van 2023<br />

meer dan 4% in Oostenrijk, Duitsland en Nederland<br />

(het gemiddelde in de eurozone lag 10 jaar geleden<br />

net boven de 1%). Elk jaar gaan grote hoeveelheden<br />

mensen van de babyboomgeneratie met pensioen.<br />

<strong>De</strong> eurozone telt 23 miljoen mensen tussen de 60<br />

en 64 jaar, maar slechts 18 miljoen tussen de 15 en<br />

19 jaar. <strong>In</strong> de grote landen is de kloof het grootst in<br />

Duitsland, Italië en Polen. <strong>In</strong> Frankrijk en Scandinavië<br />

is er nauwelijks een kloof en in België en Nederland<br />

zijn de verschillen relatief klein.<br />

westen te vluchten, waardoor de Tsjechische,<br />

Duitse en Poolse economieën een nieuwe bron<br />

van arbeidskrachten kregen. <strong>In</strong> <strong>2024</strong> zal immigratie<br />

het politieke debat weer domineren, aangezien<br />

het tekort aan arbeidskrachten toeneemt, meer<br />

Oekraïners (onder druk) zullen besluiten naar huis<br />

terug te keren terwijl migranten van buiten Europa<br />

op de kusten zullen blijven aankomen.<br />

> <strong>De</strong> groeiende geopolitieke rivaliteit tussen<br />

Amerika en China - en bij uitbreiding democratieën<br />

en autocratieën - zal economische gevolgen<br />

hebben voor heel Europa. Landen met sterke<br />

handelsbanden met autocratieën kunnen hun<br />

toeleveringsketens verstoord zien worden of het<br />

slachtoffer worden van economische vergelding.<br />

> Niet alle Europese landen kunnen het tekort<br />

compenseren met toegenomen migratie. <strong>De</strong><br />

oorlog in Oekraïne dwong veel mensen naar het<br />

> <strong>De</strong> EU streeft naar convergentie, maar dat is in<br />

de praktijk niet zo gemakkelijk. Kleine landen als<br />

Hongarije ontpoppen zich als notoire dwarsliggers.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 65


66<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


<strong>De</strong> economische vooruitzichten<br />

voor Nederland<br />

Onderliggende veronderstellingen<br />

> <strong>De</strong> ECB verwacht in 2023 een mondiale bbp-groei<br />

(excl. eurogebied) van 3,3%. Mede door het verkrappende<br />

monetaire beleid van de meeste centrale<br />

banken en de wereldwijd krappe arbeidsmarkten<br />

is er internationaal weinig ruimte voor meer<br />

economische activiteit. Verwacht wordt dat de<br />

mondiale bbp-groei in de komende jaren stabiel blijft,<br />

met een raming van 3,1% in <strong>2024</strong> en 3,2% in 2025.<br />

> Ondanks de opgelopen spanningen in het<br />

Midden-Oosten en het voortduren van de oorlog<br />

in Oekraïne wordt verwacht dat de hoge prijzen en<br />

volatiliteit op de Europese energiemarkt achter ons<br />

liggen. Dit komt vooral doordat Europa voor zijn<br />

energievoorziening minder van Rusland afhankelijk<br />

is geworden. Voor <strong>2024</strong> wordt een gasprijs van<br />

€ 41,5 per MWh geraamd. <strong>De</strong> aanname voor de<br />

gasprijs is gebaseerd op marktverwachtingen, en<br />

is een van de belangrijkste onzekerheden voor de<br />

raming. <strong>De</strong> olieprijs raamt de ECB in <strong>2024</strong> op € 77,8<br />

per vat, en op basis van marktverwachtingen wordt<br />

een geleidelijke daling van de prijs geraamd tot<br />

€ 70,6 per vat in 2025.<br />

> Het monetaire beleid is erop gericht om de<br />

inflatie op middellange termijn terug te brengen<br />

naar 2%. <strong>De</strong> in de raming gebruikte korte en lange<br />

renteniveaus liggen in zowel <strong>2024</strong> als 2025 licht<br />

hoger dan in de vorige raming (juni 2023). Zoals<br />

gebruikelijk zijn ook deze aannames gebaseerd op<br />

marktverwachtingen.<br />

Economische activiteit<br />

> <strong>De</strong> economische activiteit stagneert in 2023,<br />

door de terugval van de wereldhandel, de scherp<br />

gestegen rente en de hoge inflatie. <strong>De</strong> jaar-opjaargroei<br />

van het bruto binnenlands product (bbp)<br />

valt in 2023 terug tot 0,1%, na de stevige groei van<br />

4,4% in 2022. Op kwartaalbasis kromp het bbp zelfs<br />

in de eerste drie kwartalen van 2023.<br />

> <strong>De</strong>ze technische recessie wordt voor een<br />

belangrijk deel verklaard door de Nederlandse<br />

uitvoer, die in 2023 krimpt (met 0,9%), net als de<br />

wereldhandelsgroei. <strong>De</strong> wereldhandel krijgt een tik<br />

van de mondiale economische groeivertraging, een<br />

gevolg van het in veel landen verkrapte monetaire<br />

beleid. <strong>In</strong> dit internationale klimaat staan ook de<br />

binnenlandse bestedingen onder druk. <strong>In</strong> de tweede<br />

helft van 2023 werd de investeringsgroei negatief.<br />

<strong>In</strong>vesteringen in vaste activa zijn gevoelig voor de<br />

gestegen rente, wat is terug te zien in de afnemende<br />

vraag naar bankkrediet. Bij huishoudens staan<br />

de bestedingen onder druk door de hoge inflatie,<br />

die de reële inkomens fors heeft aangetast. <strong>In</strong> de<br />

eerste twee kwartalen van 2023 kromp daardoor de<br />

particuliere consumptie. Ook op de woningmarkt<br />

laat de gestegen rente zijn sporen na en daalt de<br />

gemiddelde huizenprijs in 2023 met 3,3%.<br />

Bruto binnenlands product/raming DNB<br />

Volume, procentuele mutaties jaar op jaar en 2019 = 100<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

-2<br />

-4<br />

Groei<br />

Niveau, schaal rechts<br />

> <strong>In</strong> <strong>2024</strong> herstelt de economie en gaat de bbpgroei<br />

licht omhoog naar 0,3%. <strong>De</strong> bestedingen van<br />

de overheid leveren dan de grootste bijdrage aan<br />

de groei. Hogere uitgaven aan onder andere zorg<br />

en defensie, en meer investeringen, zoals in de<br />

infrastructuur, dragen hieraan bij. <strong>De</strong> consumptie<br />

van huishoudens neemt in <strong>2024</strong> met slechts 0,4%<br />

toe. Dit hangt samen met de reëel beschikbare<br />

4<br />

inkomens, waarvan de groei nauwelijks herstelt na<br />

de 3 terugval in 2023.<br />

Raming DNB<br />

10 12 14 16 18 20 22 24<br />

115<br />

110<br />

105<br />

100<br />

95<br />

90<br />

85<br />

Bronnen: CBS en DNB<br />

9<br />

8<br />

2<br />

1<br />

0<br />

7<br />

6<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 67<br />

5<br />

-1<br />

Raming DNB<br />

4


<strong>In</strong> <strong>2024</strong> ondersteunt de overheid de koopkracht<br />

met onder andere een verhoging van het<br />

minimumloon, regelingen voor gezinnen<br />

met kinderen en huurtoeslag. Daarnaast zien<br />

huishoudens de reële inkomens gemiddeld weer wat<br />

herstellen door de hogere nominale loongroei en<br />

de afnemende inflatie. <strong>De</strong> hoge loongroei in 2023 en<br />

<strong>2024</strong> is niet alleen een gevolg van de voorafgaande<br />

inflatieschok, maar hangt ook samen met de krappe<br />

arbeidsmarkt. <strong>De</strong> geraamde werkloosheid loopt<br />

slechts licht op, van 3,6% in 2023 naar 4,0% in <strong>2024</strong>.<br />

<strong>In</strong>flatie<br />

> <strong>De</strong> inflatie is overtuigend voorbij de piek en gaat<br />

in de raming geleidelijk verder omlaag richting de<br />

2%. Na 11,6% inflatie in 2022 komt de HICP-inflatie<br />

in 2023 naar verwachting aanzienlijk lager uit, op<br />

4,1%. Behalve door de afnemende economische<br />

activiteit, komt dit door de sterk gedaalde<br />

energieprijzen. <strong>In</strong> 2023 liggen de energieprijzen<br />

ruim 23% lager dan in 2022. <strong>De</strong> prijzen van<br />

voedingsmiddelen (inclusief alcohol en tabak)<br />

daarentegen liggen in 2023 ruim 11% hoger dan<br />

in 2022 en dragen in 2023 met ruim 2%-punt nog<br />

uitzonderlijk veel bij aan de totale inflatie. <strong>In</strong> <strong>2024</strong><br />

neemt de geraamde inflatie af tot 2,9%, bij vrijwel<br />

stabiele energieprijzen. Eind 2025 komt de inflatie<br />

iets onder de 2%, terwijl de inflatie over 2025<br />

gemiddeld uitkomt op 2,2%.<br />

> Ook onderliggend daalt de inflatie aanmerkelijk.<br />

<strong>De</strong> kerninflatie gaat van 6,4% in 2023 naar<br />

3,0% in <strong>2024</strong> en 2,7% in 2025. Dit inflatiecijfer<br />

geeft eveneens een beter beeld van de<br />

prijsontwikkelingen dan de HICP-inflatie, omdat<br />

de volatiele en methodegevoelige prijzen van<br />

energie (en voeding) er niet in meetellen. Binnen<br />

de kerninflatie is de prijsontwikkeling van de<br />

industriële goederen, zoals auto’s, meubels en<br />

kleding, vrijwel teruggekeerd naar het tempo<br />

van voor de pandemie. Er zijn nauwelijks nog<br />

aan de pandemie gerelateerde invloeden op de<br />

inflatie, zoals die van verstoorde aanvoerketens,<br />

extreme grondstofprijzen en sterke opleving van<br />

de vraag. Bij de prijsontwikkeling van diensten, die<br />

het grootste deel van de kerninflatie bepaalt en<br />

sterk afhangt van de loonkostenontwikkeling, is<br />

de inflatie echter nog hoog. Dat de HICP-inflatie<br />

(en kerninflatie) in de raming nog enige tijd boven<br />

de 2% ligt, hangt samen met de overspannen<br />

economie en de krapte op de arbeidsmarkt.<br />

Ondanks de gematigde bbp-groei blijft de<br />

economie de komende jaren boven het potentiële<br />

tempo draaien. Ook loopt de werkloosheid slechts<br />

langzaam op, terwijl de contractlonen in 2023,<br />

<strong>2024</strong> en 2025 sneller stijgen dan de inflatie. <strong>De</strong><br />

arbeidskosten per eenheid product nemen in deze<br />

jaren toe met 7,6%, 5,8% en 3,6%, wat stevig aan<br />

de inflatie bijdraagt.<br />

Ontwikkeling van de inflatie (HICP) en kerninflatie<br />

Procentuele mutaties jaar op jaar en bijdragen in procentpunten<br />

18<br />

15<br />

12<br />

9<br />

6<br />

3<br />

0<br />

-3<br />

Raming DNB<br />

-6<br />

16 17 18 19 20 21 22 23 24 25<br />

<strong>In</strong>flatie<br />

Diensten<br />

Energie<br />

Overige goederen<br />

Kerninflatie<br />

<strong>In</strong>flatie (jaarraming)<br />

Kerninflatie (jaarraming)<br />

Toelichting: kerninflatie = inflatie (HICP)<br />

exclusief voeding en energie.<br />

Bronnen: CBS en DNB<br />

68<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


<strong>De</strong> doorwerking van het monetaire beleid, de<br />

loongroei en de geopolitieke situatie zijn risico’s<br />

voor de inflatieontwikkeling. Om de inflatie<br />

te verlagen heeft de ECB de rentes inmiddels<br />

sterk verhoogd, en de gevolgen hiervan voor<br />

de economie zijn duidelijk merkbaar. Een<br />

voorbeeld daarvan is de al enige tijd gestegen<br />

hypotheekrente. <strong>De</strong> kans bestaat dat de effecten<br />

van de renteverhogingen sterker zullen doorwerken<br />

dan verwacht. Daardoor kan de kerninflatie sneller<br />

gaan dalen dan nu geraamd. Een risico in opwaartse<br />

richting wordt gevormd door de loongroei. Als<br />

deze minder snel afneemt dan geraamd, bestaat<br />

8<br />

het risico dat de inflatie langer hoog blijft. Ook de<br />

6<br />

geopolitieke situatie vormt een opwaarts risico<br />

voor 4 inflatie. Bij een escalatie van geopolitieke<br />

spanningen kunnen de energieprijzen weer verder<br />

2<br />

stijgen. Dat zou ook tot een hoger dan geraamde<br />

0<br />

inflatie kunnen leiden.<br />

-2<br />

-4<br />

Ontwikkeling van de werkloosheid<br />

> <strong>In</strong> 2023 groeit het aantal werkzame personen<br />

Groei<br />

Niveau, schaal rechts<br />

naar verwachting nog met 1,4%, maar dit is<br />

deels gedreven door een sterke overloop uit<br />

2022. <strong>In</strong> <strong>2024</strong> (0,2%) en 2025 (0,2%) komt de<br />

werkgelegenheidsgroei bijna tot stilstand.<br />

Vraag en aanbod arbeidsmarkt<br />

Procentuele mutaties jaar op jaar en procenten<br />

beroepsbevolking<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

-1<br />

-2<br />

10 12 14 16 18 20 22 24<br />

Werkgelegenheid (personen)<br />

Arbeidsaanbod (personen)<br />

Werkloosheidspercentage, schaal rechts<br />

Raming DNB<br />

115<br />

110<br />

105<br />

100<br />

95<br />

90<br />

85<br />

Bronnen: CBS en DNB<br />

Raming DNB<br />

10 12 14 16 18 20 22 24<br />

Bronnen: CBS en DNB<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

> <strong>De</strong>ze raming van de werkgelegenheidsgroei is<br />

minder gunstig dan een half jaar geleden, wat<br />

aansluit bij de verslechterde macro-economische<br />

vooruitzichten.<br />

> Volgens het CBS daalde het aantal gewerkte<br />

uren in het tweede en derde kwartaal van 2023<br />

ten opzichte van een kwartaal eerder. Daarmee<br />

reageerden de gewerkte uren sneller op de krimp<br />

van het bbp dan het aantal werkzame personen,<br />

dat nog steeds toeneemt. Dit kan duiden op het<br />

zogenoemde labour-hoarding-effect: in krappe<br />

arbeidsmarkten zijn ondernemers aanvankelijk<br />

terughoudend met het ontslaan van mensen,<br />

ondanks een minder uitbundige economische<br />

ontwikkeling, en kiezen zij ervoor om werknemers<br />

eerst minder uren te laten werken en minder<br />

zzp’ers en uitzendkrachten in te huren. Daarom<br />

is de verwachting dat de groei van het aantal<br />

gewerkte uren in 2023 1,1% lager zal zijn dan de<br />

werkgelegenheidsgroei in personen. <strong>In</strong> <strong>2024</strong> is<br />

de werkgelegenheidsgroei in personen en uren<br />

vergelijkbaar, maar in 2025 groeit het aantal<br />

gewerkte uren met 0,5%. Dat is hoger dan de groei<br />

van het aantal werkzame personen en sluit aan bij<br />

de verwachte versnelling van de bbp-groei in 2025.<br />

> <strong>De</strong> arbeidsmarkt blijft krap, bij een kleine<br />

toename van de werkloosheid. Doordat de vraag<br />

naar arbeid afvlakt, zal naar verwachting ook<br />

de groei van het arbeidsaanbod vertragen. <strong>In</strong><br />

2023 groeien het arbeidsaanbod (1,5%) en de<br />

werkgelegenheid (1,4%, in personen) min of meer<br />

in dezelfde mate, waardoor de werkloosheidsvoet<br />

in de raming uitkomt op 3,6%. Dat is slechts een<br />

fractie hoger dan in 2022 (3,5%). <strong>In</strong> <strong>2024</strong> (0,6%) en<br />

2025 (0,4%) neemt de groei van het arbeidsaanbod<br />

verder af, maar deze is in beide jaren wel hoger<br />

dan de werkgelegenheidsgroei. Hierdoor<br />

loopt de werkloosheid op tot 4,2% in 2025. <strong>De</strong><br />

werkloosheidsvoet blijft daarmee nog steeds flink<br />

onder het langjarige gemiddelde (2003-2022: 6,0%).<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 69


Werkloosheidspercentage, schaal rechts<br />

Bronnen: CBS en DNB<br />

> <strong>In</strong> 2023 tot en met 2025 stijgen de lonen sneller<br />

dan de inflatie (HICP). <strong>De</strong> loongroei gaat in de<br />

raming omhoog van gemiddeld 3,0% in 2022 naar<br />

5,9% in 2023 (contractloon bedrijven). Door de<br />

krappe arbeidsmarkt en de verwachte looneisen<br />

ter compensatie van het forse reële loonverlies<br />

in 2022 blijft de loongroei ook in <strong>2024</strong> en 2025<br />

historisch hoog. We gaan er hierbij van uit dat<br />

alleen in cao’s waarin nog geen sprake is geweest<br />

van compensatie van de hoge inflatie in 2022 hoge<br />

loonstijgingen worden afgesproken. <strong>In</strong> cao’s waar<br />

dit al wel is gebeurd, verwachten we een duidelijke<br />

daling van de loonstijging. Met een raming van 5,7%<br />

in <strong>2024</strong> en 3,7% in 2025 is de contractloongroei<br />

hoger dan het gemiddelde van 1,9% tussen 2010 en<br />

2019. Dit betekent overigens niet dat het reëleloonverlies<br />

van 2021 en 2022 voor iedereen wordt<br />

goedgemaakt. Over de hele periode 2021 tot 2025<br />

blijft de nominale contractloongroei bij bedrijven<br />

bijna een procent achter bij de HICP-inflatie.<br />

Ontwikkeling consumptie<br />

van huishoudens<br />

> Na een zeer sterke groei in 2022 kromp de<br />

particuliere consumptie in de eerste twee kwartalen<br />

van 2023. Terwijl de vraag naar diensten nog licht<br />

toenam, besteedden huishoudens minder aan<br />

goederen, zoals voeding en duurzame goederen.<br />

<strong>De</strong> consumptie staat sinds 2022 onder druk<br />

vanwege de hoge inflatie, die de groei van de reële<br />

inkomens remt. Het reëel beschikbare inkomen van<br />

huishoudens groeide in 2023 met slechts 0,3%.<br />

Reëel beschikbaar inkomen huishoudens<br />

Procentuele mutaties jaar op jaar en bijdragen in<br />

procentpunten<br />

15<br />

12<br />

9<br />

6<br />

3<br />

0<br />

-3<br />

-6<br />

-9<br />

-12<br />

-15<br />

Reëel beschikbaar inkomen<br />

Beloning per werknemer<br />

Werkgelegenheid (personen)<br />

<strong>In</strong>flatie<br />

> Dat de reële inkomensgroei in 2023 nog positief<br />

is, gegeven de hoge inflatie, komt vooral door de<br />

bijdrage van het overige inkomen, waaronder de<br />

sociale uitkeringen en inkomen uit vermogen. <strong>In</strong><br />

de loop van 2023 is onder consumenten een lichte<br />

verbetering opgetreden van het vertrouwen en<br />

de koopbereidheid, terwijl de huizenprijzen weer<br />

iets zijn opgeveerd. <strong>De</strong> raming voor de groei van<br />

de con sumptie over heel 2023 komt uit op een<br />

magere 0,2%.<br />

Loonbelasting per werknemer<br />

Premies per werknemer<br />

Overig (incl. zelfstandigen en sociale uitkeringen)<br />

Bronnen: CBS en DNB<br />

> <strong>De</strong> particuliere consumptiegroei herstelt<br />

geleidelijk, maar blijft in <strong>2024</strong> en 2025 nog laag.<br />

<strong>De</strong> geraamde consumptiegroei komt uit op 0,4%<br />

in <strong>2024</strong> en 0,9% in 2025, wat nog ruim onder het<br />

gemiddelde ligt van voor de pandemie (1,7% in<br />

2015-2019). <strong>In</strong> de raming zet de voorzichtige<br />

Raming DNB<br />

13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25<br />

verbetering van het consumentenvertrouwen door.<br />

> Ook stijgen de woningprijzen weer sinds medio<br />

2023, wat in de raming een gunstig effect heeft op<br />

de bestedingen. Daar staat tegenover dat de groei<br />

van het reëel beschikbare inkomen nauwelijks<br />

verbetert, na de scherpe terugval in 2023. <strong>In</strong> <strong>2024</strong> en<br />

2025 volgt een geraamde inkomensgroei van slechts<br />

0,6% en 0,4%. <strong>De</strong> stevige groei van de brutolonen<br />

houdt weliswaar aan, maar de werkgelegenheid<br />

groeit nauwelijks en de werknemerslasten en de<br />

inflatie zetten een rem op de reële inkomensgroei.<br />

70<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Vergeleken met de periode voor de pandemie,<br />

zetten consumenten recent een groter deel van<br />

hun inkomen opzij in de vorm van besparingen.<br />

<strong>In</strong> de jaren 2014-2019 bedroegen de individuele<br />

besparingen gemiddeld 4,0% van het inkomen.<br />

Hierna volgde tijdelijk een piek van 12% in 2020-<br />

2021, door de ‘afgedwongen’ besparingen vanwege<br />

contactbeperkende maatregelen tijdens de<br />

pandemie. Daarna bleef de spaarquote in 2022 en<br />

2023 op een niveau van gemiddeld 7,6%. Vooralsnog<br />

is er geen signaal dat deze extra besparingen op korte<br />

termijn alsnog worden aangewend voor bestedingen.<br />

<strong>In</strong> de raming voor <strong>2024</strong>-2025 blijft de spaarquote dan<br />

ook vrijwel ongewijzigd op gemiddeld 7,7%.<br />

> Ook blijft de werkloosheid laag. Bovendien stijgen<br />

de inkomens, wat zich vertaalt in meer leencapaciteit<br />

en daarmee hogere huizenprijzen.<br />

Ontwikkeling in leencapaciteit,<br />

huizenprijzen en betaalbaarheid<br />

Procentuele mutaties jaar op jaar<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

-1<br />

<strong>In</strong>dividuele en collectieve<br />

besparingen huishoudens<br />

Procenten beschikbaar inkomen<br />

(inclusief correctie pensioenvoorziening)<br />

20<br />

16<br />

12<br />

8<br />

4<br />

Raming DNB<br />

-2<br />

23k4 24k1 24k2 24k3 24k4 25k1 24k2 24k3 24k4<br />

Huizenprijzen<br />

Leencapaciteit<br />

Betaalbaarheid<br />

Bronnen: CBS en DNB<br />

> Voor starters verbetert de betaalbaarheid van<br />

woningen. <strong>De</strong> grafiek laat op basis van de raming<br />

de verwachte ontwikkeling van de leencapaciteit<br />

(maximale hypotheek) zien voor starters met een<br />

gemiddeld huishoudinkomen (bij de aankoop van<br />

een huis met energielabel C). <strong>De</strong> leencapaciteit<br />

wordt bepaald door de inkomensontwikkeling, de<br />

hypotheekrente en de leennormen van het Nibud.<br />

0<br />

10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25<br />

Collectief <strong>In</strong>dividueel Totaal<br />

Bronnen: CBS en DNB<br />

Huizenprijzen<br />

> Een korte periode van dalende huizenprijzen lijkt<br />

voorbij. <strong>In</strong> mei 2023 lagen de huizenprijzen gemiddeld<br />

6,1% lager dan het eerdere hoogtepunt in juli 2022.<br />

<strong>De</strong>ze daling kwam vooral door de snel gestegen<br />

hypotheekrentes, waardoor huizenkopers minder<br />

kunnen lenen. <strong>De</strong>ze lagere leencapaciteit heeft zich<br />

vertaald in lagere prijzen. Vanaf juni 2023 stijgen de<br />

prijzen echter weer. Dit zet naar verwachting door in<br />

de komende jaren met 0,4% in <strong>2024</strong> en 2,0% in 2025<br />

(t.o.v. het voorafgaande jaar). <strong>De</strong> prijzen herstellen<br />

sneller dan werd verwacht in de vorige raming (juni<br />

2023). <strong>De</strong> belangrijkste redenen hiervoor zijn dat<br />

de markt onverminderd krap is gebleven en dat het<br />

sentiment sneller herstelt dan verwacht.<br />

> <strong>In</strong> het begin van <strong>2024</strong> daalt het hypotheekbedrag<br />

naar verwachting licht door de hogere<br />

hypotheekrente en inflatie, maar daarna stijgt het<br />

flink, vanwege de geraamde inkomensstijging.<br />

<strong>In</strong> <strong>2024</strong> en 2025 stijgt de leencapaciteit met<br />

respectievelijk 2,4% en 6,1%. Door de Nibudnormen<br />

voor <strong>2024</strong> stijgt de hypotheekruimte sterker voor<br />

huizen met energielabel A of B, en minder sterk<br />

voor huizen onder energielabel E. Doordat de<br />

leencapaciteit sneller stijgt dan de huizenprijzen,<br />

verbetert op korte termijn de betaalbaarheid van<br />

woningen voor starters (hier gedefinieerd als het<br />

verschil in de ontwikkeling van leencapaciteit en<br />

huizenprijzen). Echter, eerder onderzoek laat zien<br />

dat een grotere maximale hypotheek zich op lange<br />

termijn een-op-een in hogere huizenprijzen vertaalt.<br />

<strong>De</strong> betaalbaarheid gaat hierdoor weer achteruit.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 71


Lagere huizenprijzen en minder verstrekte<br />

nieuw bouwvergunningen leiden tot lagere<br />

woninginvesteringen. <strong>In</strong> <strong>2024</strong> dalen de<br />

woninginvesteringen naar verwachting met 2,1%<br />

en in 2025 wordt weer een licht positieve groei<br />

van 0,8% geraamd. <strong>De</strong> daling in <strong>2024</strong> komt door de<br />

opgelopen rente, het dalende aantal nieuwbouwvergunningen<br />

en de gedaalde huizenprijzen. Ten<br />

opzichte van de vorige raming is de daling van<br />

investeringen in de huidige raming voor <strong>2024</strong> iets<br />

kleiner. Dit komt voornamelijk door de opwaartse<br />

bijstelling van de huizenprijsraming.<br />

Overheidsfinanciën<br />

> Het begrotingstekort komt in 2023 uit op 0,9% bbp.<br />

Ten opzichte van 2022 verslechtert het begrotingssaldo<br />

door een stijging van de overheids uitgaven,<br />

onder andere door de tijdelijke koopkracht- en<br />

energiemaatregelen (waaronder het prijsplafond),<br />

en extra uitgaven aan asiel en steunpakketten voor<br />

Oekraïne. Daarnaast nemen de uitgaven geleidelijk<br />

toe door de investeringen uit het regeerakkoord,<br />

zoals die voor infrastructuur, defensie en klimaat.<br />

Door de krappe arbeidsmarkt en andere uitvoeringsproblemen<br />

lukt het de overheid niet om alle<br />

geplande uitgaven ook daadwerkelijk te kunnen<br />

doen, hetgeen een gunstige invloed heeft op het<br />

begrotingstekort in 2023. Ten opzichte van 2022<br />

nemen de overheidsontvangsten toe door hogere<br />

ontvangsten bij de vennootschaps- en inkomstenbelasting.<br />

Daartegenover staan lagere gasbaten en<br />

het wegvallen van de tijdelijke solidariteitsheffing<br />

voor overwinsten in de fossiele sector.<br />

Kerngegevens overheidsfinanciën<br />

Procenten bbp<br />

2022 2023 <strong>2024</strong> 2025<br />

Collectieve uitgaven 43,5 44,3 45,2 45,9<br />

Collectieve lasten 38,5 38,9 38,6 39,2<br />

Overige inkomsten 4,9 4,6 4,0 3,7<br />

Primair saldo 0,4 -0,2 -1,9 -2,0<br />

EMU-saldo -0,1 -0,9 -2,6 -2,9<br />

EMU-schuld (o.b.v. ultimostand) 50,1 46,8 46,2 47,5<br />

Bronnen: CBS en DNB<br />

> Het begrotingstekort loopt in <strong>2024</strong> en 2025<br />

verder op tot dicht onder 3% bbp (EMU-saldo).<br />

<strong>In</strong> <strong>2024</strong> eindigen de maatregelen ter compensatie<br />

van de gestegen energiekosten, waaronder het<br />

prijsplafond. Tegelijkertijd stijgen de uitgaven door<br />

de investeringen uit het regeerakkoord (waaronder<br />

die voor defensie) en door uitgaven die zijn<br />

doorgeschoven naar latere jaren. Daarnaast lopen<br />

de rentelasten op de uitstaande schuld geleidelijk op,<br />

door de snel gestegen rentetarieven (nu bijna 3%)<br />

en de aanhoudende begrotingstekorten. Hierdoor<br />

zullen de rente-uitgaven tussen 2022 en 2025 naar<br />

verwachting verdubbelen van circa € 5 miljard naar<br />

meer dan € 10 miljard. Omdat de gemiddelde looptijd<br />

van Nederlands schuldpapier bijna 9 jaar is, zullen de<br />

rente-uitgaven ook na 2025 nog blijven oplopen.<br />

72<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Kerngegevens Nederlandse economie<br />

Procentuele mutaties, tenzij anders vermeld<br />

2022 2023 <strong>2024</strong> 2025<br />

Volume bestedingen en productie<br />

Bruto binnenlands product 4,4 0,1 0,3 1,0<br />

Particuliere consumptie 6,5 0,2 0,4 0,9<br />

Overheidsbestedingen 0,8 2,5 3,1 2,4<br />

Bedrijfsinvesteringen 4,0 4,5 -1,1 1,6<br />

Woninginvesteringen 1,0 -0,8 -2,1 0,8<br />

Uitvoer goederen en diensten 4,6 -0,9 0,0 2,3<br />

binnenlands geproduceerd 4,9 -1,4 0,1 2,1<br />

wederuitvoer 4,3 -0,3 -0,1 2,6<br />

<strong>In</strong>voer goederen en diensten 4,0 -0,4 0,7 3,2<br />

binnenlands verbruik 3,9 -0,5 1,3 3,5<br />

Lonen en prijzen<br />

Contractloon bedrijven 3,0 5,9 5,7 3,7<br />

Loonvoet bedrijven 4,0 5,9 5,7 4,1<br />

Arbeidskosten per eenheid product bedrijven 2,6 7,7 5,6 3,2<br />

Prijs binnenlands geproduceerde uitvoer 16,2 3,6 1,1 1,7<br />

Geharmoniseerde consumentenprijsindex 11,6 4,1 2,9 2,2<br />

Kerninflatie (HICP excl. energie en voeding) 4,8 6,4 3,0 2,7<br />

Prijsindex bestaande koopwoningen 13,6 -3,3 0,4 2,0<br />

Arbeidsmarkt<br />

Werkgelegenheid (personen, groei) 3,9 1,4 0,2 0,2<br />

Arbeidsaanbod (personen, groei) 3,2 1,5 0,6 0,4<br />

Werkloosheid (personen, x 1000) 349 365 415 443<br />

Werkloosheid (% beroepsbevolking) 3,5 3,6 4,0 4,2<br />

Collectieve sector en financieel<br />

EMU-saldo (% bbp) -0,1 -0,9 -2,6 -2,9<br />

EMU-schuld (% bbp, o.b.v. ultimostand) 50,1 46,8 46,2 47,5<br />

Lopende rekening (% bbp) 9,3 11,1 10,6 10,0<br />

Woninghypotheken (o.b.v. ultimostand) 3,5 1,0 0,9 1,7<br />

Bancair krediet bedrijven (o.b.v. ultimostand) 5,3 -1,0 -0,1 1,2<br />

<strong>In</strong>ternationale uitgangspunten<br />

Volume relevante wereldhandel 7,8 -0,3 2,1 2,9<br />

Volume bbp: VS 1,9 2,4 1,7 1,5<br />

Eurogebied 3,4 0,6 0,8 1,5<br />

Opkomende economieën 3,7 4,0 3,8 4,0<br />

Korte rente eurogebied (%) 0,3 3,4 3,6 2,8<br />

Lange rente Nederland (%) 1,4 2,8 2,9 3,0<br />

Eurokoers (USD) 1,05 1,08 1,08 1,08<br />

Concurrentenprijs 16,9 -2,5 1,7 2,6<br />

Olieprijs (UK Brent in USD per vat) 99,1 83,4 80,1 76,5<br />

Grondstoffenprijzen exclusief energie (USD) 6,6 -13,2 -2,3 2,4<br />

Bronnen: CBS, DNB, ECB<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 73


<strong>De</strong> woningmarkt en de bouwsector<br />

<strong>De</strong> woningmarkt in Nederland<br />

Woningvoorraad (peildatum 1 januari 2022)<br />

§<br />

Bron: www.datawonen.nl<br />

74<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 75


Totale woningvoorraad Koopwoningen Huurwoningen Eigendom woningcorporatie Eigendom overige verhuurders<br />

Totaal<br />

Niet-<br />

Bewoonde bewoonde<br />

woningen woningen<br />

Totaal<br />

Niet-<br />

Bewoonde bewoonde<br />

woningen woningen<br />

Totaal<br />

Niet-<br />

Bewoonde bewoonde<br />

woningen woningen<br />

Totaal<br />

Niet-<br />

Bewoonde bewoonde<br />

woningen woningen<br />

Totaal<br />

Niet-<br />

Bewoonde bewoonde<br />

woningen woningen<br />

2021 7 966 331 7 615 576 350 755 4 549 480 4 416 428 133 052 3 401 779 3 189 735 212 044 2 295 522 2 218 417 77 105 1 106 257 971 318 134 939<br />

2022 8 045 580 7 704 623 340 957 4 597 518 4 467 789 129 729 3 434 455 3 228 496 205 959 2 305 772 2 229 458 76 314 1 128 683 999 038 129 645<br />

2023 8 125 229 7 777 143 348 086 4 634 411 4 497 516 136 895 3 479 588 3 273 205 206 383 2 312 981 2 237 360 75 621 1 166 607 1 035 845 130 762<br />

76<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Bevolking<br />

Flashback<br />

> Volgens Auke van der Woud woonde in 1900 het<br />

grootste deel van de Nederlandse bevolking,<br />

3 van de 5 miljoen Nederlanders, in krotten gelegen<br />

in achterbuurten en sloppen. Ruim 300.000 van<br />

de bijna 900.000 woningen die Nederland toen<br />

telde, hadden slechts 1 vertrek. Nog eens 300.000<br />

woningen hadden 2 kamers, waarvan de tweede<br />

vaak slechts een donkere berging of een vochtig<br />

keukentje was. <strong>De</strong> piepkleine woningen bevonden<br />

zich bovendien veelal in armzalige bouwsels<br />

die in de tweede helft van de 19e eeuw waren<br />

neergezet in de tuinen achter de huizen aan de<br />

grachten en de straten van de arbeidersbuurten<br />

van de Nederlandse steden. <strong>De</strong>ze ‘achterbuurten’,<br />

bereikbaar via nauwe gangen tussen de huizen,<br />

waren de 'verborgen steden van de armen'. <strong>In</strong> deze<br />

'urbane onderwerelden' kwam het rijkste deel van<br />

de Nederlandse bevolking bijna nooit.<br />

Samenstelling bevolking<br />

naar type huishouden<br />

Verhuisbewegingen<br />

> <strong>In</strong> 2022 zijn 1,71 miljoen mensen verhuisd, van<br />

wie het merendeel (0,92 miljoen) naar een andere<br />

woning binnen de gemeente waar ze al woonden.<br />

<strong>In</strong> dat jaar kreeg in totaal 9,6% van de bevolking<br />

een nieuw adres. <strong>In</strong> 2010 was dat 8,8%.<br />

Aantal verhuisde personen 2010-2022<br />

x mln<br />

2<br />

2019 2020 2021 2022*<br />

Totaal huishoudens 17.399.485 17.473.675 17.587.270 17.801.500<br />

Eenpersoonshuishouden 3.074.690 3.092.265 3.166.075 3.258.930<br />

Eenouderhuishouden 1.501.985 1.514.630 1.521.390 1.557.145<br />

Paar zonder<br />

thuiswonende kinderen<br />

4.573.235 4.631.510 4.670.070 4.685.345<br />

Paar met kind(eren) 7.882.130 7.864.565 7.851.865 7.907.055<br />

Overig of institutioneel<br />

huishouden<br />

Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek<br />

367.445 370.705 377.870 393.025<br />

* Voorlopige cijfers<br />

> Het leven van de ongeveer drie miljoen mensen in<br />

die onderwerelden was kort, smerig en armoedig.<br />

<strong>In</strong> 1912 beschrijft schrijver Israël Querido de<br />

beruchte achterbuurt aan de Wijde Gang tussen<br />

de Willemstraat en de Palmgracht in de Jordaan<br />

in Amsterdam als een plek met melaatse huizen<br />

vol neergeworpen vuil der slopbewoners. Kapotte<br />

ruiten zijn vervangen door smerige planken, slordig<br />

in de sponningen getimmerd. Er klonk op ieder uur<br />

van de dag en de avond hees gereutel van afgematte<br />

dronkaards en gehuil, gejammer en geschreeuw van<br />

geranselde, verwaarloosde of spelende kinderen.<br />

> Van de achterbuurten in de Jordaan is nog maar<br />

heel weinig zichtbaar. <strong>In</strong> de Willemstraat staat<br />

nu geen huis meer van vóór 1850. Vrijwel alle<br />

voormalige gangen in de Jordaan zijn nu afgesloten<br />

door deuren en hekken, en alleen toegankelijk<br />

voor bewoners van de nu dure woningen in de<br />

voormalige onderwereld.<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

2010<br />

Bron: CBS<br />

Binnen gemeente<br />

Naar andere gemeente<br />

2015 2020<br />

> % van <strong>In</strong> de bevolking oktober 2023 zijn 146 duizend mensen<br />

40<br />

verhuisd. Dat waren er meer dan in dezelfde maand<br />

30<br />

een jaar eerder. <strong>In</strong> de zomermaanden verhuizen<br />

20<br />

meestal wat meer mensen. Verder is er geen sterk<br />

10<br />

seizoenpatroon in de verhuizingen te zien.<br />

0<br />

x 1.000<br />

600<br />

400<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 105<br />

jaar<br />

2022 2012<br />

200<br />

0<br />

-200<br />

-400<br />

2002 2006 2010 2014 2018 2022<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 77<br />

Immigratie<br />

Emigratie<br />

2012


30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 105<br />

jaar<br />

2022 2012<br />

x mln<br />

> 2 Twintigers en dertigers verhuizen het meest. Ze<br />

gaan uit huis, verhuizen voor opleiding of werk,<br />

1,5<br />

gaan samenwonen of naar een grotere woning.<br />

1<br />

Hun jonge kinderen verhuizen mee. <strong>In</strong> de hoogste<br />

0,5<br />

leeftijdsgroepen verhuizen mensen vaker naar<br />

0<br />

een kleinere woning of naar een verzorgings- of<br />

2010<br />

2015 2020<br />

verpleeghuis. <strong>In</strong> 2022 zat de piek bij 25-jarigen, van<br />

Binnen gemeente Naar andere gemeente<br />

wie 27,9% dat jaar van adres veranderde.<br />

Migratie<br />

x 1.000<br />

600<br />

400<br />

200<br />

0<br />

-200<br />

-400<br />

2002 2006 2010 2014 2018 2022<br />

Verhuisde personen naar leeftijd<br />

Immigratie<br />

Emigratie<br />

2012<br />

% van de bevolking<br />

40<br />

Bron: CBS<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 105<br />

jaar<br />

Bron: CBS<br />

x 1.000<br />

2022 2012<br />

600<br />

> Mensen verhuizen volgens het CBS gemiddeld<br />

400<br />

7 keer in hun leven. Dat komt neer op ongeveer<br />

200<br />

1 x per 10 jaar. Maar in de praktijk blijkt dat niet zo<br />

0<br />

te zijn. Jongvolwassenen verhuizen het vaakst. Zij<br />

-200<br />

gaan bijvoorbeeld studeren of werken en gaan dan<br />

-400<br />

het huis uit. Ze beginnen met een huurwoning of<br />

2002 2006 2010 2014 2018 2022<br />

-appartement en gaan pas later een koopwoning<br />

zoeken. Immigratie Vervolgens Emigratie verhuizen 2012 zij meestal nog<br />

eens van de starterswoning naar een wat grotere<br />

woning.<br />

Migratie<br />

Totale woningvoorraad<br />

> <strong>In</strong> 2022 Bouwjaar voor immigreerden 1945<br />

403.108 personen naar<br />

Nederland. Dat waren er 150.580 meer dan in<br />

1945 tot 1965<br />

2021. Daarnaast emigreerden 179.310 personen<br />

1965 tot 1985<br />

uit Nederland, 33.980 meer dan een jaar eerder. <strong>In</strong><br />

1985 tot 2005<br />

totaal migreerden er in 2022 meer personen naar<br />

2005 en later<br />

Nederland dan dat er vertrokken. Het migratiesaldo<br />

(de immigratie minus de emigratie) bedroeg<br />

0 20 40 60 80 100<br />

Rijtjeswoning<br />

Vrijstaande woning<br />

Meergezinswoning<br />

223.798 personen. Van 2003 tot en met 2007<br />

was het migratiesaldo negatief: er waren minder<br />

immigranten dan emigranten.<br />

Totale woningvoorraad<br />

Twee-onder-een-kapwoning<br />

> Van alle EU-/EFTA-burgers die in 2016 naar<br />

Totale woningvoorraad<br />

Nederland migreerden en na 1 jaar nog steeds in<br />

Bouwjaar voor 1945<br />

Nederland woonden, was 51,0% werknemer of<br />

1945 tot 1965<br />

zelfstandige. Na 5 jaar was 67,0% van de migranten<br />

uit de EU/EFTA 1965 tot 1985 die toen nog steeds in Nederland<br />

woonden werknemer of zelfstandige, 14,3% was<br />

1985 tot 2005<br />

schoolkind of student en 6,6% had een uitkering<br />

2005 en later<br />

en/of pensioen.<br />

> Onder burgers van buiten de EU/EFTA ligt het<br />

aandeel dat werkt lager dan onder immigranten uit<br />

Totale woningvoorraad<br />

de EU/EFTA. Van alle immigranten van buiten de<br />

EU/EFTA Bouwjaar voor die 1945 in 2017 naar Nederland migreerden<br />

en na 11945 jaar tot 1965nog steeds in Nederland woonden,<br />

was 17,3% werknemer of zelfstandige. Na 5 jaar<br />

bedroeg dit 35,2% van alle immigranten van buiten<br />

de EU/EFTA die nog in Nederland woonden.<br />

2005 later<br />

Immigranten van buiten de EU/EFTA zijn gemiddeld<br />

vaker schoolkind Rijtjeswoning of student Twee-onder-een-kapwoning<br />

en vaker uitkerings-<br />

en pensioenontvanger dan immigranten uit de<br />

EU/EFTA. Na 5 jaar was 29,2% van de migranten<br />

van buiten de EU/EFTA die toen nog steeds in<br />

15.000<br />

Nederland woonden schoolkind of student, 24,9%<br />

12.500<br />

1965 tot 1985<br />

1985 tot 2005<br />

had een uitkering.<br />

0 20 40 60 80 100<br />

Rijtjeswoning<br />

Twee-onder-een-kapwoning<br />

Vrijstaande woning<br />

Meergezinswoning<br />

0 500 1.000 1.500 2.000 2.500<br />

Vrijstaande woning<br />

Meergezinswoning<br />

10.000<br />

7.500<br />

5.000<br />

2.500<br />

0<br />

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022<br />

x 1.000<br />

Bouwjaar voor 1945<br />

1945 tot 1965<br />

1965 tot 1985<br />

78<br />

1985 tot 2005<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |<br />

2005 en later<br />

0 500 1.000 1.500 2.000 2.500<br />

16,5%<br />

5,5%<br />

Rijtjeswoning<br />

Vrijstaande woning<br />

Twee-onder-een-kapwoning<br />

Meergezinswoning<br />

x 1.000


| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 79


Prognoses woningbehoefte<br />

(Bron: Primos-prognose 2023)<br />

> <strong>In</strong> 2022 kende Nederland een exceptionele<br />

bevolkingsgroei. Mede daarom heeft het CBS zijn<br />

nationale bevolkingsprognose bijgesteld. Voor 2031<br />

komt die prognose nu 110.000 inwoners hoger uit<br />

dan in de vorige CBS-raming. Dit is grotendeels<br />

het gevolg van de niet voorziene instroom<br />

van Oekraïense vluchtelingen. <strong>De</strong> verwachte<br />

bevolkingsgroei in de periode 2023 t/m 2030<br />

bedraagt 861.000 personen (+4,8%).<br />

> Het aantal huishoudens neemt volgens de<br />

Primos- prognose 2023 in de periode 2023 t/m 2030<br />

toe met 601.000 (+7,3%). Naast de hogere verwachte<br />

bevolkingsomvang in 2031 en een snellere daling van<br />

de gemiddelde huishoudens grootte zorgt het beleid<br />

inzake de maximering van de verpleeghuiscapaciteit<br />

voor een grotere huishoudensgroei. <strong>In</strong> het nieuwe<br />

WOZO-programma van het ministerie van VWS<br />

mag het aantal institutionele plaatsen voor<br />

65-plussers niet verder oplopen dan tot 135.000<br />

plaatsen. Dat betekent dat in de toekomst minder<br />

mensen in een ‘instelling’ zullen gaan wonen en<br />

de zogeheten institutionele bevolking minder snel<br />

toeneemt. Het aantal huishoudens neemt daardoor<br />

extra toe. Voor de periode tot 2031 betekent dit<br />

naar schatting 27.000 extra huishoudens die een<br />

woning nodig hebben.<br />

> Het statistisch woningtekort is toegenomen tot<br />

390.000 woningen (4,8% van de voorraad). Het<br />

statistisch woningtekort is daarmee in 1 jaar tijd<br />

met 75.000 woningen toegenomen. Naast de sterke<br />

bevolkingsgroei speelt een betere meting van de<br />

beschikbare langdurige leegstand van woningen<br />

een rol. Het aantal beschikbare woningen wordt<br />

als gevolg van dat laatste circa 40.000 woningen<br />

lager ingeschat. Bij een tekortpercentage van<br />

2% is er sprake van een normale spanning op<br />

de woningmarkt. Om dat te bereiken zouden<br />

(per direct) 223.000 woningen aan de voorraad<br />

toegevoegd moeten worden.<br />

> Behalve om het tekort in te lopen zal tussen<br />

2023 en 2031 de woningvoorraad ook uitgebreid<br />

moeten worden om de verwachte toename<br />

van het aantal huishoudens op te vangen.<br />

<strong>In</strong> 2022 bedroeg de nieuwbouw volgens de<br />

hier gebruikte definitie 90.200 woningen. <strong>De</strong><br />

woningbouwverwachtingen voor de eerstkomende<br />

jaren zijn echter niet positief. Op basis van<br />

het aantal woningen in aanbouw en het aantal<br />

verleende bouwvergunningen wordt geschat dat<br />

de nieuwbouw op papier in 2023 nog toeneemt<br />

tot 95.000 woningen om daarna te dalen tot<br />

78.000 woningen in 2025. Verwacht wordt dat er<br />

vervolgens een inhaalslag in de woningproductie<br />

plaatsvindt. Voor de periode 2023 t/m 2030 wordt<br />

een realisatie van 744.000 nieuwe woningen<br />

verwacht. Het statistisch woningtekort loopt de<br />

eerste jaren naar verwachting niet of nauwelijks<br />

terug en wordt voor 2027 op 4,7% geraamd. <strong>In</strong><br />

2031 zal volgens de verwachtingen het tekort licht<br />

gedaald zijn tot 3,8%.<br />

> <strong>In</strong> het Programma Woningbouw heeft het<br />

ministerie van BZK op basis van onder andere de<br />

Primos-prognose 2021 de ambitie opgenomen<br />

om in de periode 2022 t/m 2030 in totaal 900.000<br />

nieuwbouwwoningen te realiseren. Op basis van<br />

de Primos-prognose 2023 is een groter aantal<br />

woningen nodig om in 2031 op een tekort van<br />

2% uit te komen. Uitgaande van het inlopen van<br />

het actuele woningtekort tot 2%, de toename<br />

van de woningbehoefte in de jaren 2023 t/m<br />

2030 (569.800), alsmede de reeds gerealiseerde<br />

nieuwbouw in het jaar 2022 (92.200) wordt de<br />

benodigde productie voor de programmaperiode<br />

2022 t/m 2030 geraamd op 981.000<br />

nieuwbouwwoningen.<br />

> Een ander punt is de verandering van de samenstelling<br />

van de bevolking. Om de ontwikkelingen in<br />

beeld te brengen kijken we 15 jaar vooruit.<br />

80<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


x mln<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

2010<br />

2015 2020<br />

> Het aantal huishoudens neemt in die periode met<br />

916.000 toe, van 8,3 miljoen naar 9,2 miljoen. Dat<br />

komt neer op een groei met 11,1%. <strong>De</strong> toename<br />

bestaat voor 18% uit alleenstaanden (601.000),<br />

voor 10% uit gezinnen (89.000), voor 8% uit<br />

eenoudergezinnen (76.000) en voor 16% uit paren<br />

zonder kinderen (149.000). Als gevolg van de<br />

vergrijzing zal in het bijzonder het aantal oudere<br />

alleenstaanden en oudere paren zonder kinderen<br />

sterk toenemen. <strong>In</strong> totaal neemt het aantal<br />

65-plushuishoudens toe met 877.000 (+36%). Het<br />

aantal huishoudens jonger dan 30 jaar zal afnemen<br />

(50.000, -5%), terwijl het aantal huishoudens van<br />

tussen de 30 en 65 jaar nog beperkt toeneemt met<br />

89.000 (+2%).<br />

> Het aandeel van de Randstad in de totale<br />

bevolking van Nederland neemt nog steeds toe en<br />

bedraagt momenteel 42,5%. Volgens de Primosprognose<br />

zal in 2038 het aandeel van de Randstad<br />

in de totale Nederlandse bevolking verder zijn<br />

toegenomen tot 44,0%. <strong>De</strong> Randstad trekt veel<br />

buitenlandse migranten en kent daarnaast als<br />

gevolg van de relatief jonge bevolking een hogere<br />

natuurlijke aanwas dan de andere landsdelen. <strong>De</strong><br />

Randstad kent sinds 2018 een oplopend negatief<br />

binnenlands migratiesaldo. Er verhuisden meer<br />

mensen vanuit de Randstad naar andere regio’s in<br />

Nederland dan andersom. <strong>In</strong> 2021 ging het per saldo<br />

om 14.000 personen. <strong>In</strong> 2022 heeft er een omslag<br />

plaatsgevonden, het negatieve saldo is gehalveerd<br />

tot 7000 personen.<br />

> <strong>De</strong>mografische prognoses kennen grote<br />

onzekerheden. Met name het buitenlands<br />

migratiesaldo fluctueert sterk. Omdat de<br />

Nederlandse bevolkingsgroei steeds meer via<br />

immigratie tot stand komt, neemt de onzekerheid<br />

omtrent de bevolkingsontwikkeling toe. <strong>De</strong><br />

Primos-prognose dient te worden gezien als een<br />

puntschatting binnen een bandbreedte. Omdat<br />

demografische processen door vele factoren<br />

worden beïnvloed is het niet mogelijk om eenduidig<br />

vast te stellen hoe groot die bandbreedte is.<br />

> Om Binnen een gemeente beeld Naar te andere schetsen gemeente van een mogelijke<br />

bandbreedte zijn naast de standaardprognose<br />

twee varianten, Primos Hoog en Primos Laag,<br />

doorgerekend. <strong>In</strong> de Trendprognose neemt het<br />

% van de bevolking<br />

40<br />

aantal huishoudens toe tot 8.871.000 in 2031.<br />

30<br />

<strong>In</strong> de lage variant zijn er tegen die tijd 8.744.000<br />

20<br />

huishoudens, ofwel 127.000 minder dan in de<br />

10<br />

Trendprognose. <strong>In</strong> de hoge variant zijn er dan juist<br />

140.000 0 huishoudens meer dan in de Trendprognose.<br />

Woningmarkt<br />

2022 2012<br />

in Nederland<br />

x 1.000<br />

Woningvoorraad<br />

600<br />

> Van de bijna 8 miljoen woningen in Nederland op<br />

400<br />

1 januari 2021 was 42% een rijtjeshuis, dat wil zeggen<br />

200<br />

deel van een blok van ten minste 3 huizen. 36% van<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 105<br />

jaar<br />

alle woningen was een meergezinswoning, zoals<br />

-200<br />

een appartement of een boven- of benedenwoning.<br />

-400<br />

2002 2006 2010 2014 2018 2022<br />

13% van de woningen was vrijstaand en 9% was een<br />

twee-onder-een-kapwoning.<br />

Immigratie<br />

Verdeling woningvoorraad<br />

naar type en ouderdom<br />

Totale woningvoorraad<br />

Bouwjaar voor 1945<br />

1945 tot 1965<br />

1965 tot 1985<br />

1985 tot 2005<br />

2005 en later<br />

Emigratie<br />

Bronnen: CBS, Kadaster<br />

2012<br />

0 20 40 60 80 100<br />

Rijtjeswoning<br />

Vrijstaande woning<br />

Twee-onder-een-kapwoning<br />

Meergezinswoning<br />

Totale woningvoorraad<br />

> <strong>De</strong> huidige woningvoorraad is een erfenis van<br />

Bouwjaar voor 1945<br />

vele jaren waarin verschillend werd gebouwd,<br />

1945 tot 1965<br />

maar ook van (selectieve) sloop en wijzigingen<br />

in woningtype 1965 tot 1985 door bijvoorbeeld splitsing,<br />

samenvoeging en transformaties. Zo is 19% (1,5<br />

1985 tot 2005<br />

miljoen) van de huidige woningen nog vooroorlogs.<br />

2005 en later<br />

Rijtjeshuizen vormen 30% van de vooroorlogse<br />

0 500 1.000 1.500 2.000 2.500<br />

Rijtjeswoning<br />

Twee-onder-een-kapwoning<br />

voorraad, een veel Vrijstaande kleiner woning aandeel Meergezinswoningdus dan van de<br />

hele tegenwoordige voorraad. 1 op de 5 van de nog<br />

x 1.000<br />

15.000<br />

12.500<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 81<br />

10.000<br />

7.500


0<br />

-200<br />

-400<br />

2002 2006 2010 2014 2018 2022<br />

Immigratie Emigratie 2012<br />

bestaande vooroorlogse woningen is vrijstaand,<br />

veel meer dus dan het aandeel van de volledige<br />

Totale woningvoorraad<br />

woningvoorraad (bijna 1 op de 8). Het percentage<br />

Bouwjaar voor 1945<br />

meergezinswoningen van de voorraad uit die<br />

1945 tot 1965<br />

tijd is met 39% iets hoger dan de genoemde<br />

1965 tot 1985<br />

36% meergezinswoningen in de totale huidige<br />

1985 tot 2005<br />

voorraad. <strong>De</strong> meergezinswoningen van voor de<br />

oorlog hebben 2005 en later wel een ander karakter: het zijn<br />

voornamelijk boven- en benedenwoningen.<br />

0 20 40 60 80 100<br />

Rijtjeswoning<br />

Twee-onder-een-kapwoning<br />

Vrijstaande woning<br />

Meergezinswoning<br />

Aantal woningen naar type en bouwjaar<br />

Verdeling woningvoorraad naar<br />

type woning (2021)<br />

Totale woningvoorraad<br />

Bouwjaar voor 1945<br />

1945 tot 1965<br />

1965 tot 1985<br />

1985 tot 2005<br />

2005 en later<br />

0 500 1.000 1.500 2.000 2.500<br />

Rijtjeswoning<br />

Twee-onder-een-kapwoning<br />

x 1.000<br />

Vrijstaande woning<br />

Meergezinswoning<br />

Minder dan 15 (%)<br />

15 tot 30 (%)<br />

30 tot 45 (%)<br />

45 tot 60 (%)<br />

60 of meer (%)<br />

Bronnen: CBS, Kadaster<br />

Bronnen: CBS, Kadaster<br />

15.000<br />

> Dat het rijtjeshuis momenteel domineert, heeft<br />

12.500 te maken met ontwikkelingen tussen 1945 en 2005.<br />

<strong>In</strong> de huidige woningvoorraad is het rijtjeshuis<br />

10.000<br />

het best vertegenwoordigd. Vooral in de periode<br />

7.500<br />

1965-1985 zijn er zeer veel rijtjeshuizen opgeleverd,<br />

5.000<br />

die nog altijd bestaan. Meer dan de helft van de<br />

2.500<br />

woningen uit de overgebleven voorraad uit deze<br />

0<br />

periode is een rijtjeshuis. Het is bovendien het<br />

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022<br />

tijdperk waarin de meeste woningen van de huidige<br />

voorraad zijn gebouwd.<br />

> Het aandeel meergezinswoningen in de<br />

klasse bouwjaar voor 1945 is het kleinst. Bij de<br />

nieuwere woningen is het aandeel groter en bij de<br />

nieuwste woningen (bouwjaar 2005-2021) hebben<br />

meergezinswoningen met 47% de overhand.<br />

Het aandeel vrijstaande woningen en tweeonder-een-kapwoningen<br />

is in de voorraad met<br />

bouwjaar 1965-1985 ook klein (9,5 respectievelijk<br />

6,7%). Bij woningen gebouwd in 2005 en later<br />

is dit aandeel nog kleiner.<br />

18,8%<br />

16,5%<br />

5,5%<br />

Kantoor<br />

Overig<br />

Maatschappelijk<br />

Winkel<br />

<strong>In</strong>dustrie<br />

32,8%<br />

Transformaties: stand van zaken<br />

> Volgens een publicatie van het CBS uit november<br />

2023 zijn er in 2022 9600 woningen ontstaan<br />

uit transformaties van niet-woningen, zoals<br />

kantoren en winkels. Daarmee ligt het aantal<br />

woningtransformaties sinds 2015 voor het eerst<br />

onder de 10.000.<br />

82<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |<br />

26,4%


1945 tot 1965<br />

1965 tot 1985<br />

Totale woningvoorraad<br />

1985 tot 2005<br />

Bouwjaar 2005 voor en 1945 later<br />

1945 tot 1965<br />

0 500 1.000 1.500 2.000 2.500<br />

Rijtjeswoning<br />

Twee-onder-een-kapwoning<br />

x 1.000<br />

Vrijstaande woning<br />

Meergezinswoning<br />

Aantal 1985 woningen tot 2005 door transformaties<br />

15.000<br />

12.500<br />

10.000<br />

7.500<br />

15.000 5.000<br />

12.500 2.500<br />

10.0000<br />

7.500<br />

Bron: CBS<br />

5.000<br />

2.500<br />

1965 tot 1985<br />

2005 en later<br />

0 500 1.000 1.500 2.000 2.500<br />

Rijtjeswoning<br />

Vrijstaande woning<br />

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022<br />

> <strong>De</strong>ze daling ontstaat door een sterke afname<br />

0<br />

in het aantal transformaties uit kantoorpanden;<br />

het aantal woningtransformaties uit andere typen<br />

niet-woningen neemt licht toe. 5,5%<br />

16,5%<br />

Woningtransformatie naar oorspronkelijke<br />

gebruiksfunctie in 2022<br />

Kantoor<br />

32,8%<br />

Overig5,5%<br />

Maatschappelijk<br />

16,5%<br />

18,8%<br />

Winkel<br />

<strong>In</strong>dustrie<br />

Winkel<br />

26,4%<br />

Twee-onder-een-kapwoning<br />

Meergezinswoning<br />

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022<br />

18,8%<br />

Kantoor<br />

Overig<br />

Maatschappelijk<br />

<strong>In</strong>dustrie<br />

32,8%<br />

x 1.000<br />

> Het aantal woningen dat in 2022 uit transformatie<br />

van bestaande panden is ontstaan, vormt 10%<br />

van de toevoegingen aan de woningvoorraad.<br />

Nieuwbouw blijft nog altijd de belangrijkste factor<br />

voor groei van de woningvoorraad. <strong>In</strong> 2022 waren<br />

dat 74,6 duizend woningen.<br />

> Uit een eerste voorlopige schatting zijn in het<br />

eerste halfjaar van 2022 ruim 5000 woningen<br />

ontstaan uit transformaties.<br />

Transacties woningen<br />

> Het Kadaster maakte bekend dat het in september<br />

2023 16.089 woningtransacties registreerde.<br />

Dat is 8,7% minder dan in dezelfde maand een<br />

jaar eerder. <strong>In</strong> de eerste 9 maanden zijn 131.885<br />

woningen verkocht, 7% minder dan in dezelfde<br />

periode in 2022. <strong>In</strong> september was de gemiddelde<br />

transactieprijs voor een bestaande koopwoning<br />

€ 422.175. <strong>De</strong> gemiddelde verkoopprijs kan een<br />

andere ontwikkeling laten zien dan de prijsindex<br />

bestaande koopwoningen van het CBS en het<br />

Kadaster. <strong>In</strong> tegenstelling tot bij de prijsindex wordt<br />

er bij de gemiddelde transactieprijs geen rekening<br />

gehouden met kwaliteitsverschillen van woningen.<br />

Voor het bepalen van prijsontwikkelingen van<br />

bestaande koopwoningen kan daarom beter de<br />

prijsindex gebruikt worden.<br />

Bron: CBS<br />

26,4%<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 83


Transacties bestaande koopwoningen<br />

%-verandering t.o.v. een jaar eerder<br />

50<br />

25<br />

0<br />

-25<br />

-50<br />

2019 2020 2021 2022 2023<br />

Bronnen: CBS, Kadaster<br />

Hypotheekrente<br />

> <strong>De</strong> gemiddelde rente bij nieuw afgesloten<br />

hypotheken via banken daalde de voorbije jaren<br />

trendmatig. Dit was deels een gevolg van het ruime<br />

monetaire beleid van de ECB om de economie<br />

te stimuleren. Daarnaast speelde het toetreden<br />

van nieuwe hypotheekverstrekkers een rol. Sinds<br />

2022 stijgt de hypotheekrente weer, onder meer<br />

vanwege het aangepaste rentebeleid van de ECB,<br />

bedoeld om de inflatie te bestrijden.<br />

Bancaire rente op nieuw afgesloten<br />

woninghypotheken huishoudens<br />

Naar rentevaste periode<br />

6%<br />

5%<br />

4%<br />

3%<br />

2%<br />

1<br />

0%<br />

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023<br />

Totaal Variabel en 1 jaar en 5 jaar en 10 jaar<br />

Bron: DNB<br />

<strong>In</strong> EUR miljoen<br />

10.000<br />

> Behalve van de algemene marktomstandigheden<br />

hangt de hypotheekrente voor de individuele<br />

hypotheeknemer af van twee factoren: de<br />

risicoklasse van de lening en de looptijd van de<br />

rentevaste periode die de koper kiest. <strong>In</strong> het<br />

algemeen geldt dat een hoge risicoklasse van de<br />

lening en een lange rentevaste periode leiden tot<br />

een hogere hypotheekrente.<br />

> Door 8000 de zeer lage rente van de voorbije jaren<br />

7000<br />

was het voor huizenkopers aantrekkelijk om de<br />

EUR miljoen<br />

9000<br />

6000<br />

5000<br />

hypotheekrente voor een langere periode vast te<br />

4000<br />

zetten. 3000 Zo zijn zij immers verzekerd van jarenlange<br />

2000<br />

lage rentelasten, ook als de rente weer gaat stijgen.<br />

1000<br />

0<br />

Sinds het begin van 2022 stijgt de hypotheekrente<br />

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023<br />

Totaal<br />

snel, waardoor hypotheken met een kortere<br />

> 5 jaar en 10 jaar<br />

en 1 jaar en


6%<br />

5%<br />

4%<br />

3%<br />

2%<br />

1<br />

Bancaire 0% verstrekking nieuw afgesloten<br />

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023<br />

woninghypotheken huishoudens<br />

EUR miljoen<br />

<strong>In</strong> EUR miljoen<br />

10.000<br />

9000<br />

8000<br />

7000<br />

6000<br />

5000<br />

4000<br />

3000<br />

2000<br />

1000<br />

0<br />

Totaal Variabel en 1 jaar en 5 jaar en 10 jaar<br />

Naar rentevaste periode<br />

Bron: DNB<br />

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023<br />

Totaal Variabel en 1 jaar en 5 jaar en 10 jaar<br />

Nationale hypotheekschuld<br />

> Voor de meeste mensen is de aanschaf van een<br />

eigen woning de grootste aankoop van hun leven.<br />

<strong>De</strong> meeste Nederlanders sluiten hiervoor een<br />

hypotheek af. <strong>In</strong> totaal heeft 61% van de bevolking<br />

een hypotheek. <strong>In</strong> geen enkel ander Europees<br />

land heeft zo’n groot deel van de bevolking een<br />

hypotheek. We lenen ook veel geld ten opzichte<br />

van de waarde van ons huis én van ons inkomen.<br />

<strong>De</strong> totale waarde van de nationale hypotheekschuld<br />

in het 3e kwartaal van 2023 was € 823 miljard, het<br />

hoogst gemeten bedrag ooit.<br />

> Om te voorkomen dat huishoudens in de<br />

financiële problemen komen, hebben we in<br />

Nederland leennormen, vastgesteld door de<br />

overheid. Zo mogen mensen niet meer dan 100%<br />

van de waarde van hun huis lenen en is er een<br />

maximumbedrag dat je mag lenen ten opzichte van<br />

je inkomen. Maar zelfs met deze normen houden<br />

sommige huishoudens weinig geld over als zij het<br />

maximale bedrag lenen, of zijn ze kwetsbaar als er<br />

plotseling iets verandert in hun persoonlijke situatie,<br />

bijvoorbeeld door een daling van hun inkomen.<br />

> Een ander risico van een hoge hypotheek is dat<br />

het huis ‘onder water’ kan komen te staan als de<br />

huizenprijzen dalen. Dit betekent dat de waarde<br />

van het huis kleiner is dan de schuld die nog<br />

moet worden terugbetaald. Als iemand dan moet<br />

verhuizen, bijvoorbeeld vanwege een scheiding,<br />

zit die persoon met een restschuld.<br />

> Die hoge hypotheekschuld heeft nog een nadeel:<br />

onze huizenprijzen én onze economie schommelen<br />

sterker dan in andere landen. Als het goed gaat met<br />

de economie, stijgen de huizenprijzen bij ons extra<br />

hard. Want doordat we zoveel lenen, kunnen we<br />

meer betalen voor een woning.<br />

Kerngegevens nationale rekeningen/huishoudens<br />

Exploitatieoverschot<br />

en gemengd inkomen<br />

2021 1e<br />

kwartaal<br />

2021 2e<br />

kwartaal<br />

2021 3e<br />

kwartaal<br />

2021 4e<br />

kwartaal 2021<br />

2022 1e<br />

kwartaal<br />

2022 2e<br />

kwartaal<br />

2022 3e<br />

kwartaal<br />

2022 4e<br />

kwartaal 2022<br />

2023 1e<br />

kwartaal<br />

2023 2e<br />

kwartaal<br />

2023 3e<br />

kwartaal<br />

mln euro 26 212 27 672 28 747 29 065 111 696 29 430 31 298 32 664 34 798 128 190 35 872 35 945 36 680<br />

Gemengd inkomen mln euro 20 292 21 496 22 424 22 629 86 841 22 399 23 122 23 738 24 778 94 037 25 241 25 126 25 248<br />

Beschikbaar inkomen<br />

(bruto)<br />

Reëel beschikbaar<br />

inkomen (netto)<br />

Alternatief beschikbaar<br />

inkomen (bruto)<br />

Consumptieve<br />

bestedingen (bruto)<br />

Vrije/individuele<br />

besparingen<br />

mln euro 100 678 125 091 106 654 112 906 445 329 107 840 133 819 117 946 126 440 486 045 123 801 148 085 128 821<br />

% volumemutaties 1,6 3,1 2,8 2,3 2,3 3,0 2,2 2,0 2,0 2,0 1,7 1,4 1,0<br />

mln euro 135 688 164 556 144 662 153 009 597 915 146 604 175 518 158 169 169 075 649 366 165 285 192 832 172 824<br />

mln euro 81 629 90 657 94 792 93 832 360 910 95 210 101 641 105 368 108 854 411 073 110 551 112 447 113 228<br />

mln euro 19 049 34 434 11 862 19 074 84 419 12 630 32 178 12 578 17 586 74 972 13 250 35 638 15 593<br />

Spaarquote % beschikbaar inkomen 23,0 31,5 16,4 20,9 23,3 16,8 27,9 14,7 17,1 19,4 14,4 27,3 15,3<br />

<strong>In</strong>vesteringsquote % beschikbaar inkomen 13,8 11,9 12,7 12,7 12,7 14,2 12,5 12,8 12,7 13,0 13,8 12,0 12,3<br />

Spaartegoeden en<br />

overige deposito's<br />

Verzekerings- en<br />

pensioenregelingen<br />

Voorzieningen<br />

pensioenverzekeringen<br />

mln euro 404 992 412 211 410 479 408 758 408 758 418 039 426 913 428 109 435 574 435 574 441 967 453 947 458 297<br />

mln euro 1 987 684 2 000 090 2 002 704 2 005 746 2 005 746 1 833 531 1 604 574 1 511 607 1 599 217 1 599 217 1 619 568 1 615 412 1 504 235<br />

mln euro 1 797 573 1 809 912 1 812 146 1 814 645 1 814 645 1 648 212 1 428 672 1 339 898 1 432 427 1 432 427 1 451 761 1 447 701 1 339 115<br />

Woninghypotheken mln euro 758 587 767 128 777 751 785 477 785 477 793 965 804 429 810 999 813 300 813 300 816 639 819 943 823 353<br />

Saldo opgenomen en<br />

afgeloste hypotheken<br />

mln euro 6 648 8 542 10 621 7 718 33 529 8 490 10 456 6 560 2 314 27 820 3 345 3 303 3 410<br />

Bron: CBS<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 85


Als huizen meer waard worden, worden huizenbezitters rijker en gaan zij meer<br />

geld uitgeven. Hierdoor groeit de economie dan extra hard. Als het slecht gaat met<br />

de economie, werkt het precies andersom. Dat zagen we in de periode 2009-2013.<br />

Toen daalden de huizenprijzen en kwamen de huizen van een op de drie<br />

huishoudens met een hypotheek onder water te staan. Veel van deze huishoudens<br />

gingen vervolgens bezuinigen, waardoor de economie een extra harde klap kreeg.<br />

Woninghypotheken verstrekt aan huishoudens (in € miljoen)<br />

800.000<br />

600.000<br />

400.000<br />

200.000<br />

0<br />

2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023<br />

2012 2014 2016 2018 2020 2022<br />

Totaal verstrekte<br />

woninghypotheken<br />

Banken<br />

Overige financiële instellingen<br />

Pensioenfondsen Verzekeraars Beleggingsinstellingen<br />

Bron: DNB<br />

> Halverwege 2023 hadden Nederlandse huishoudens samen ruim € 803 miljard<br />

aan hypotheekschuld bij Nederlandse financiële instellingen, 23% meer dan<br />

tien jaar geleden. DNB verzamelt geen gegevens over woninghypotheken van<br />

Nederlandse huishoudens bij buitenlandse hypotheekaanbieders.<br />

Ontwikkeling WOZ-waarde woningen<br />

> Op 1 januari 2023 bedroeg de gemiddelde WOZ-waarde van een woning 369<br />

duizend euro. Dat is 16,4% meer dan een jaar eerder en de hoogste waarde ooit.<br />

<strong>De</strong> WOZ-waarde voor 2023 is de door de gemeenten vastgestelde marktwaarde<br />

van alle woningen per 1 januari 2022.<br />

> <strong>De</strong> WOZ-waarde volgt de prijsontwikkeling van bestaande koopwoningen<br />

met een jaar vertraging. Dit komt doordat woningen voor de WOZ worden<br />

getaxeerd naar de waarde van 1 januari van een jaar eerder. Hierbij gebruiken<br />

gemeenten onder andere de transactieprijzen van verkochte woningen.<br />

Ten opzichte van januari 2021 waren de verkoopprijzen van koopwoningen<br />

ruim 20% hoger.<br />

86<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


<strong>De</strong> prijsontwikkeling van bestaande koopwoningen<br />

na 1 januari 2022 is nog niet in de huidige<br />

WOZ-waarde meegenomen. <strong>De</strong> transactieprijzen<br />

van koopwoningen waren in januari 2023 ruim 1%<br />

hoger dan in januari 2022.<br />

Gemiddelde WOZ-waarde per gemeente<br />

per 1 januari 2023<br />

WOZ-waarde en verkoopprijzen<br />

bestaande koopwoningen<br />

% verandering t.o.v. een jaar eerder<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

-10<br />

-20<br />

2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023<br />

Bron: CBS<br />

Prijsontwikkeling bestaande koopwoningen, voorgaand jaar<br />

Ontwikkeling WOZ-waarde woningen per 1 januari<br />

> <strong>De</strong> prijsontwikkeling van bestaande<br />

koopwoningen en de WOZ-waarde zijn niet eenop-een<br />

vergelijkbaar. Bij de berekening van de<br />

ontwikkeling van de WOZ-waarde worden alle<br />

woningen meegenomen, ook huurwoningen en niet -<br />

verkochte koopwoningen. Daarnaast verandert<br />

de woningvoorraad door nieuwbouw en sloop,<br />

wat over het algemeen zorgt voor een hogere<br />

WOZ-waarde. Meestal hebben nieuwbouwwoningen<br />

een hogere WOZ-waarde dan de woningen die<br />

verdwijnen door sloop.<br />

Minder dan 280 (duizend euro)<br />

280 tot 340 (duizend euro)<br />

340 tot 400 (duizend euro)<br />

400 tot 460 (duizend euro)<br />

460 of meer (duizend euro)<br />

Bron: CBS<br />

> <strong>In</strong> de gemeente Bloemendaal hebben woningen<br />

met € 932.000 gemiddeld de hoogste WOZ-waarde<br />

van Nederland, in Pekela de laagste (€ 194.000).<br />

Noord-Holland heeft de hoogste gemiddelde<br />

WOZ-waarde van alle provincies (€ 461.000). <strong>De</strong><br />

provincie Groningen met € 268.000 juist de laagste.<br />

Huizenprijzen<br />

> Uit onderzoek van het CBS blijkt dat in september<br />

2023 de prijzen van bestaande koopwoningen<br />

gemiddeld 3,5% lager waren dan in september<br />

2022. <strong>De</strong> prijsdaling is opnieuw kleiner dan die van<br />

een maand eerder. Ten opzichte van augustus 2023<br />

stegen de prijzen met 0,6%.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 87


Prijsontwikkelingen van bestaande woningen<br />

%-verandering prijsindex t.o.v. een jaar eerder<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

-5<br />

-10<br />

2019 2020 2021 2022 2023<br />

Bronnen: CBS, Kadaster<br />

> <strong>De</strong> prijzen van bestaande koopwoningen<br />

bereikten in juni 2013 een dieptepunt. Vervolgens<br />

was er sprake van een stijgende trend tot augustus<br />

2022. Toen sloeg de trend om, maar de afgelopen 4<br />

maanden zijn de prijzen weer gestegen. Vergeleken<br />

met het dal in juni 2013 waren de prijzen in<br />

september 2023 90,7% hoger.<br />

Prijsindex bestaande koopwoningen<br />

> Volgens publicaties van de NVM lag de<br />

transactieprijs in het derde kwartaal van 2023 1,7%<br />

2015 = 100<br />

200<br />

hoger vergeleken met het tweede kwartaal van<br />

2023. 175 <strong>De</strong> gemiddelde transactieprijs in het derde<br />

kwartaal kwam daarmee op € 422.000. <strong>De</strong> prijs<br />

150<br />

van tussenwoningen steeg op kwartaalbasis 0,7%<br />

125<br />

naar € 378.000. Een hoekwoning noteerde in het<br />

100<br />

derde kwartaal 2023 € 403.000, een stijging van<br />

2019 2020 2021 2022 2023<br />

1,1% op kwartaalbasis.<br />

Gemiddelde transactieprijs NVM<br />

(inclusief verkocht onder voorbehoud)<br />

2015 = 100<br />

200<br />

€ 600.000<br />

€ 500.000<br />

175<br />

€ 400.000<br />

150<br />

€ 300.000<br />

€ 200.000<br />

125<br />

€ 100.000<br />

100<br />

2019 2020 2021 2022 2023<br />

€ 0<br />

2019 2020 2021 2022 2023<br />

Bron: CBS, Kadaster<br />

Bron: NVM<br />

€ 600.000<br />

88<br />

€ 500.000<br />

€ 400.000<br />

€ 300.000<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |<br />

€ 200.000<br />

€ 100.000<br />

8,0%<br />

6,0%<br />

4,0%<br />

2,0%<br />

0%<br />

€ 0<br />

2019 2020 2021 2022 2023<br />

-2,0%


€ 600.000<br />

€ 500.000<br />

€ 400.000<br />

€ 300.000<br />

2015 = 100<br />

€ 200 200.000<br />

€ 100.000<br />

175<br />

> <strong>De</strong> 2-onder-1-kapwoningen kwamen uit op<br />

€ 458.000, 3,7% hoger ten opzichte van het<br />

tweede kwartaal van 2023. Vrijstaande woningen<br />

stegen met 3,7% op kwartaalbasis naar een<br />

gemiddelde verkoopprijs van € 614.000. <strong>De</strong> prijs<br />

van appartementen steeg in een kwartaal tijd<br />

met 0,9% naar € 346.000. Vergeleken met het derde<br />

kwartaal van 2022 laten tussenwoningen met +0,2%<br />

alweer een lichte stijging zien, terwijl de andere<br />

categorieën nog een (lichte) daling laten zien.<br />

Hoekwoningen -1,3%, 2-onder-1-kapwoningen<br />

-0,4%, vrijstaande woningen -4,0%<br />

en appartementen -3,0%.<br />

Prijsontwikkelingen geografisch kwartaal 3<br />

2023 ten opzichte van kwartaal 3 2022<br />

Daling<br />

Stijging 0% tot 2%<br />

Stijging 2% tot 4%<br />

Stijging 4% tot 6%<br />

Stijging meer 6%<br />

€ 0<br />

150<br />

> <strong>In</strong> het derde kwartaal van 2023 is een woning na<br />

gemiddeld 125 33 dagen verkocht. Dat is 1 dag eerder<br />

dan in het tweede kwartaal van 2023.<br />

100<br />

Ontwikkeling transactieprijzen<br />

per kwartaal<br />

8,0%<br />

6,0%<br />

€ 4,0% 600.000<br />

2,0%<br />

€ 500.000<br />

0%<br />

€ 400.000<br />

-2,0%<br />

€ 300.000<br />

-4,0%<br />

€ 200.000<br />

-6,0%<br />

Bron: NVM<br />

2019 2020 2021 2022 2023<br />

-8,0% € 100.000<br />

2018 2019<br />

2020 2021 2022 2023<br />

€ 0<br />

2019 2020 2021 2022 2023<br />

Nieuwbouwwoningen<br />

> NVM-makelaars verkochten in het derde<br />

20.000<br />

kwartaal van 2023 ruim 5400 nieuwbouwwoningen.<br />

18.000<br />

<strong>De</strong> markt herstelde zich verder met een plus van<br />

16.000<br />

8,0%<br />

14% ten opzichte van het tweede kwartaal van<br />

6,0%<br />

14.000<br />

2023. Vergeleken met een jaar geleden stijgt het<br />

4,0%<br />

12.000<br />

aantal 2,0% transacties zelfs met 18%. <strong>De</strong>salniettemin<br />

10.000<br />

0%<br />

blijft het aantal verkopen op een in historisch<br />

8.000<br />

-2,0%<br />

perspectief laag niveau. Over een periode van 4<br />

-4,0%<br />

6.000<br />

kwartalen -6,0% verkochten NVM-makelaars ongeveer<br />

4.000<br />

-8,0%<br />

16.800 nieuwbouwwoningen.<br />

2.000<br />

2019 2020 2021 2022 2023<br />

2018 2019<br />

2020 2021 2022 2023<br />

0<br />

2018 2019<br />

2020 2021 2022 2023<br />

Aantal nieuwbouwwoningen in portefeuille<br />

bij NVM-makelaars<br />

20.000<br />

18.000<br />

16.000<br />

> <strong>In</strong> het derde kwartaal van 2023 werd 45% van de<br />

verkochte woningen boven de vraagprijs verkocht.<br />

> Een kwartaal eerder was dit 39% en een jaar<br />

geleden 66%. <strong>In</strong> het derde kwartaal van 2023 lag de<br />

uiteindelijke verkoopprijs gemiddeld 0,2% boven de<br />

vraagprijs. <strong>In</strong> het tweede kwartaal van 2023 kwam<br />

de uiteindelijke verkoopprijs nog 0,5% lager uit<br />

dan de vraagprijs.<br />

14.000<br />

12.000<br />

12.000<br />

10.000<br />

10.000<br />

8.000<br />

8.000<br />

6.000<br />

4.000<br />

6.000<br />

2.000<br />

4.000<br />

0<br />

2.000<br />

Bron: NVM<br />

2018 2019<br />

2020 2021 2022 2023<br />

0<br />

2018 2019<br />

2020 2021 2022 2023<br />

Aantal aanmeldingen<br />

Gemiddelde van 4 kwartalen<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 89<br />

12.000


30.000<br />

€ 0<br />

2019 2020 2021 2022 2023<br />

8,0%<br />

> <strong>De</strong> gemiddelde prijs van een verkochte nieuw-<br />

6,0%<br />

bouw woning was in het derde kwartaal van 2023<br />

4,0%<br />

vrijwel gelijk aan die in het tweede kwartaal, namelijk<br />

2,0%<br />

0%<br />

€ 474.000. Vergeleken met een jaar geleden is de<br />

-2,0%<br />

gemiddelde verkoopprijs 5,3% lager. <strong>De</strong> dynamiek in<br />

-4,0%<br />

de markt is evenredig verdeeld tussen de prijsklassen<br />

-6,0%<br />

€<br />

-8,0%<br />

250.000 - € 400.000, € 400.000 - € 500.000 en<br />

€ 500.000 - € 750.000. Alle klassen namen ieder circa<br />

30% van de transacties voor hun rekening.<br />

> <strong>In</strong> het derde kwartaal van 2023 stonden ruim 19.000<br />

nieuwbouwwoningen in aanbod; een stijging van 41%<br />

20.000<br />

op jaarbasis en 3% hoger dan in het tweede kwartaal<br />

18.000<br />

van 2023. Dit is het hoogste punt sinds begin 2016.<br />

16.000<br />

14.000<br />

> <strong>In</strong> het derde kwartaal van 2023 kwamen 6435<br />

12.000<br />

nieuwbouwwoningen op de markt. Dit is 13%<br />

10.000<br />

minder dan in het tweede kwartaal van 2023 en<br />

8.000<br />

16% minder dan in dezelfde periode een jaar eerder.<br />

6.000<br />

<strong>De</strong> gemiddelde vraagprijs van de in aanbod staande<br />

4.000<br />

nieuwbouwwoningen aan het eind van het derde<br />

2.000<br />

kwartaal van 2023 kwam uit op € 515.000. Dat was<br />

0<br />

2,4% lager ten opzichte van het tweede kwartaal<br />

van 2023 en 5,6% lager dan in dezelfde periode een<br />

jaar eerder.<br />

Aantal nieuwbouwwoningen nieuw in de<br />

verkoop gezet door NVM-makelaars<br />

12.000<br />

10.000<br />

8.000<br />

6.000<br />

4.000<br />

2.000<br />

0<br />

Bron: NVM<br />

2018 2019<br />

2020 2021 2022 2023<br />

2018 2019<br />

2020 2021 2022 2023<br />

2018 2019<br />

2020 2021 2022 2023<br />

Aantal aanmeldingen<br />

Gemiddelde van 4 kwartalen<br />

> Het aandeel appartementen maakte met 48%<br />

in het derde kwartaal van 2023 het grootste deel<br />

uit van het nieuwbouwaanbod. Hoekwoningen<br />

maakten 12% van het aanbod uit, 2-onder-1-<br />

kapwoningen 14% en vrijstaande woningen 7%.<br />

Tussenwoningen zijn goed voor 19% van het<br />

aanbod nieuwbouw.<br />

> Er is nog steeds opvallend veel sprake van<br />

projectuitstel. Het vele projectuitstel biedt geen<br />

gunstig perspectief voor de aanwas in de komende<br />

kwartalen. Projecten die worden uitgesteld en<br />

teruggaan naar de tekentafel worden over het<br />

algemeen pas na zo’n anderhalf jaar weer op de<br />

markt verwacht.<br />

> <strong>In</strong> samenwerking met Nieuw Wonen Nederland<br />

zijn de voorkeuren van ongeveer 24 duizend actieve<br />

zoekprofielen geanalyseerd. Dit zijn consumenten<br />

die het afgelopen jaar actief zochten naar een<br />

nieuwbouwkoopwoning. <strong>De</strong> analyse van deze<br />

gegevens heeft inzicht gegeven in de woonvraag<br />

van Nederlandse nieuwbouwconsumenten. <strong>De</strong><br />

woonwensen van nieuwbouwconsumenten zijn<br />

divers en afhankelijk van factoren zoals locatie,<br />

leeftijd en budget. Elke doelgroep heeft hierin zijn<br />

eigen prioriteiten.<br />

> Over het algemeen zoekt de gemiddelde<br />

Nederlandse nieuwbouwconsument naar een<br />

woning van ongeveer 104 m² voor maximaal<br />

€ 475.000, waarbij de meerderheid een voorkeur<br />

heeft voor een woonhuis. Niet alle wensen kunnen<br />

echter binnen het beschikbare budget worden<br />

vervuld. <strong>In</strong> de huidige markt moeten kopers vaak<br />

compromissen sluiten, maar het is nog de vraag<br />

of dit betekent dat ze voor een kleinere woning<br />

gaan of een goedkopere locatie kiezen. Senioren<br />

hebben een voorkeur voor minstens twee<br />

slaapkamers en de meerderheid van de twintigers<br />

is specifiek op zoek naar een woonhuis. <strong>De</strong>ze<br />

data over woonvoorkeuren kunnen bijdragen aan<br />

het ontwikkelen van woonprogramma’s die goed<br />

aansluiten bij de behoeften van de doelgroep.<br />

50.000<br />

90<br />

45.000<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |<br />

40.000<br />

35.000


6.000<br />

4.000<br />

12.000<br />

2.000<br />

Betaalbaarheid en beschikbaarheid<br />

> Volgens de NVM-rapportage over het derde<br />

kwartaal van 2023 is het aanbod op de Nederlandse<br />

koopwoningmarkt met een krapte-indicator van<br />

2,6 in het derde kwartaal van 2023 iets kleiner<br />

geworden. <strong>In</strong> het tweede kwartaal van 2023 was<br />

deze indicator 2,7. <strong>De</strong> krapte-indicator drukt het<br />

aantal keuzemogelijkheden uit dat een koper op<br />

de woningmarkt heeft. Voor een evenwichtige<br />

woningmarkt met voldoende keuze moet de<br />

krapte-indicator tussen de 5 en 10 liggen.<br />

Krapte-indicatoren per regio in Nederland<br />

10.000<br />

0<br />

Ook 8.000 het aanbod vrijstaande woningen (-5,0%) en<br />

appartementen (-5,7%) laat een daling zien.<br />

6.000<br />

Aantal woningen te koop<br />

4.000<br />

bij NVM-makelaars<br />

2.000<br />

50.000<br />

45.0000<br />

40.000<br />

35.000<br />

30.000<br />

25.000<br />

20.000<br />

15.000<br />

2018 2019<br />

2020 2021 2022 2023<br />

Aantal aanmeldingen<br />

Gemiddelde van 4 kwartalen<br />

2018 2019<br />

2020 2021 2022 2023<br />

Aantal aanmeldingen<br />

Gemiddelde van 4 kwartalen<br />

50.000<br />

10.000<br />

Tot 2,2<br />

2,2 tot 2,5<br />

2,5 tot 2,8<br />

2,8 tot 3,1<br />

Meer dan 3,3<br />

45.000<br />

5.000<br />

40.000<br />

0<br />

35.000<br />

Bron: 30.000NVM<br />

25.000<br />

2018 2019<br />

2020 2021 2022 2023<br />

> 20.000 <strong>De</strong> gemiddelde vraagprijs van te koop staande<br />

woningen 15.000 komt uit op € 544.000. Dat is 2,4% hoger<br />

dan 10.000een kwartaal eerder. Op jaarbasis stijgt<br />

30%<br />

de 5.000 vraagprijs met 5,3%. <strong>De</strong> looptijd van het aanbod,<br />

dus 25% de 0 tijd dat een te koop staande woning gemiddeld<br />

in dagen te koop staat, was 71 dagen, 4 dagen<br />

20%<br />

langer dan in het tweede kwartaal van 2023 en 23<br />

15%<br />

dagen langer dan in het derde kwartaal van 2022.<br />

10%<br />

2018 2019<br />

2020 2021 2022 2023<br />

29.427<br />

29.427<br />

31.185<br />

31.185<br />

28.854<br />

28.854<br />

5%<br />

Aanbod woningen naar prijsklasse<br />

0%<br />

Bron: NVM<br />

30%<br />

Tot 200d<br />

200-250d<br />

250-300d<br />

300-350d<br />

350-400d<br />

400-500d<br />

500-750d<br />

750d-1m<br />

>1m<br />

25%<br />

2022 3<br />

2022 4 2023 1 2023 2 2023 3<br />

20%<br />

> Het aantal te koop gezette woningen is in het<br />

15%<br />

derde kwartaal van 2023 op kwartaalbasis met 9%<br />

afgenomen. Aan het eind van het derde kwartaal<br />

stonden bijna 29.000 woningen te koop. Vergeleken<br />

met een jaar geleden ligt het woningaanbod 1,9%<br />

lager. Het aantal woningen in aanbod daalt ten<br />

opzichte van het tweede kwartaal van 2023 met<br />

gemiddeld 7,5% voor alle typen. Het aanbod<br />

tussenwoningen daalt op kwartaalbasis met<br />

12,5%, hoekwoningen met 9,5% en 2-onder-<br />

1-kapwoningen noteren een daling van 7,5%.<br />

10%<br />

5%<br />

0%<br />

Bron: NVM<br />

Tot 200d<br />

200-250d<br />

2022 3<br />

250-300d<br />

300-350d<br />

350-400d<br />

400-500d<br />

500-750d<br />

750d-1m<br />

2022 4 2023 1 2023 2 2023 3<br />

>1m<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 91


Van alle woningen die in het tweede kwartaal van<br />

2023 werden aangemeld, is 46% binnen 1 maand<br />

verkocht, 19% is binnen 2 maanden verkocht<br />

en 9% binnen 3 maanden. <strong>De</strong> kans van te<br />

koop gezette woningen op een verkoop binnen<br />

3 maanden is nu 74%. <strong>De</strong> overige 26% van<br />

de aanmeldingen staat nog te koop of is van de<br />

markt gehaald.<br />

Huren of kopen<br />

> Voor een vergelijking maken we gebruik van de<br />

vergelijking die Business <strong>In</strong>sider in mei 2023 heeft<br />

gedaan. Zij vergelijken de kosten van het huren<br />

en het kopen van een woning van 100 vierkante<br />

meter in 5 grote steden: Amsterdam, Utrecht, <strong>De</strong>n<br />

Haag, Rotterdam en Eindhoven. Bij kopen is een<br />

vergelijking gedaan op basis van de kosten van<br />

respectievelijk een annuïtaire en een aflossingsvrije<br />

hypotheek. <strong>In</strong> de berekening is gekeken naar zowel<br />

de bruto- als de nettokosten, waarbij dus het effect<br />

van de hypotheekrenteaftrek wordt meegenomen<br />

(alleen voor de annuïtaire hypotheek).<br />

Maandlasten huren versus kopen<br />

Stad/regio<br />

Bron: Business <strong>In</strong>sider<br />

> Bij het vergelijken van de maandelijkse<br />

hypotheekkosten en de maandhuur zien we dat<br />

zowel de hypotheeklasten voor de aflossingsvrije<br />

hypotheek als de nettomaandlasten van de<br />

annuïtaire hypotheek lager zijn dan de gemiddelde<br />

huurlasten.<br />

Maandhuur<br />

per 100 m2<br />

> Voor de annuïtaire hypotheek geldt dat het<br />

effect van de hypotheekrenteaftrek veel verschil<br />

maakt. Zonder dit fiscale voordeel komen de brutomaandlasten<br />

van een annuïtaire hypotheek hoger<br />

uit dan de maandelijkse huurlasten.<br />

Aflossingsvrij<br />

bruto-nettomaandlast<br />

Annuïtair nettomaandlast<br />

(1 e jaar)<br />

Groot Amsterdam € 2.568 € 2.174 € 2.231<br />

Utrecht € 1.983 € 1.556 € 1.592<br />

Agglomeratie<br />

's-Gravenhage<br />

Groot-Rijnmond<br />

(regio Rotterdam)<br />

Zuidoost-Noord-Brabant<br />

(regio Eindhoven)<br />

€ 1.819 € 1.416 € 1.425<br />

€ 1.791 € 1.328 € 1.313<br />

€ 1.728 € 1.290 € 1.26<br />

> Om op een gemiddelde koopprijs per stad<br />

uit te komen is uitgegaan van de gemiddelde<br />

transactieprijs per vierkante meter in het eerste<br />

kwartaal van 2023 op basis van gegevens van de<br />

NVM. <strong>De</strong> transactieprijs per vierkante meter is<br />

met 100 vermenigvuldigd. Voor de kosten van<br />

een huurwoning van 100 vierkante meter hebben<br />

we gemiddelde huurprijzen per vierkante meter<br />

genomen in 5 grote steden, op basis van data van<br />

woonplatform Pararius. Een kanttekening daarbij<br />

is dat de data van Pararius de stedelijke huurprijzen<br />

betreft, terwijl de transactieprijzen van de NVM<br />

op bredere regio's betrekking hebben, zoals Groot<br />

Amsterdam, voor Amsterdam en omstreken,<br />

en Groot-Rijnmond voor de regio Rotterdam.<br />

> Het voordeel van kopen is het kleinst in<br />

Amsterdam en het grootst in Rotterdam. <strong>In</strong><br />

Rotterdam kost een huurhuis van 100 vierkante<br />

meter op de vrije markt gemiddeld € 1791<br />

per maand. <strong>De</strong> kosten van een vergelijkbare<br />

koopwoning gefinancierd met een annuïtaire<br />

hypotheek bedragen netto € 1313 per maand<br />

in het eerste jaar.<br />

> Ook met de hogere tarieven voor hypotheekrente<br />

begin 2023 kan kopen voordeliger zijn dan huren,<br />

mits je van de benodigde fiscale voordelen kunt<br />

profiteren. <strong>De</strong> maandlasten zijn bij kopen wellicht<br />

wat lager, maar de kosten van onderhoud en<br />

verbetering van de woning zijn niet meegenomen<br />

in de berekening. Daar staat weer tegenover dat<br />

de prijzen van woningen op de langere termijn<br />

stijgen. Eventuele winst die bij verkoop kan worden<br />

gerealiseerd is fiscaal niet belast.<br />

92<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Bouwsector<br />

Dashboard conjunctuur bouwketen<br />

Dashboard conjunctuur bouwketen<br />

Orderportefeuille<br />

Maanden<br />

2023Q2 2023Q4 2018Q2 t/m 2023Q4<br />

Architectenbureaus<br />

4,9<br />

4,7<br />

4,9<br />

<strong>In</strong>genieursbureaus<br />

5,1<br />

6,5<br />

6,1<br />

Bouwbedrijven<br />

10,5<br />

10,7<br />

10,5<br />

<strong>In</strong>stallatiebedrijven<br />

10,4<br />

11,2<br />

10.4<br />

Totaal<br />

9,8<br />

10,2<br />

9,8<br />

0 3 6 9 12<br />

Architectenbureaus<br />

Verwachting van bedrijven over de omzet 4e kwartaal<br />

Saldo<br />

Afname % Toename<br />

2023Q2 2023Q4 2018Q2 t/m 2023Q4<br />

-15 -17 17 10<br />

-25<br />

-5<br />

<strong>In</strong>genieursbureaus<br />

-9<br />

-17<br />

23<br />

9<br />

3 5<br />

6<br />

Bouwbedrijven<br />

-11<br />

-9<br />

10<br />

12<br />

2<br />

2<br />

<strong>In</strong>stallatiebedrijven<br />

-17<br />

-2<br />

19<br />

57<br />

5 2<br />

57<br />

Totaal<br />

-14 -7 15<br />

31<br />

-40 -20 0 20 40 60 80<br />

2 4<br />

25<br />

Sterke afname (meer dan 5%) Lichte afname (2,5%-5%) Lichte toename (2,5%-5%) Sterke toename (meer dan 5%)<br />

Bron: EIB/Monitor bouwketen najaar 2023<br />

> <strong>De</strong> gemiddelde werkvoorraad bij<br />

architectenbureaus is ten opzichte van de<br />

voorjaarsmeting met twee tiende maand<br />

toegenomen naar 4,9 maanden werk. <strong>De</strong><br />

verwachtingen rondom de omzet en het personeel<br />

zijn negatief; een derde van de bureaus verwacht<br />

een afname van de omzet, terwijl 27% een hogere<br />

omzet verwacht. Daarnaast verwacht 15%<br />

een kleiner personeelsbestand in de komende<br />

maanden, 8% verwacht een uitbreiding. Bij de<br />

ingenieursbureaus is de gemiddelde werkvoorraad<br />

ten opzichte van de voorjaarsmeting met vier<br />

tiende maand afgenomen tot 6,1 maanden werk.<br />

Ongeveer een derde van de bureaus verwacht<br />

een hogere omzet, terwijl een kwart een lagere<br />

omzet verwacht. <strong>De</strong> verwachtingen over het<br />

personeelsbestand zijn ongeveer gelijk gebleven:<br />

per saldo verwacht 12% van de bureaus een<br />

uitbreiding van het personeelsbestand.<br />

> <strong>De</strong> bouwbedrijven zien de gemiddelde<br />

werkvoorraad ten opzichte van de voorjaarsmeting<br />

met twee tiende maand afnemen. Daarmee<br />

bedroeg de werkvoorraad 10,5 maanden werk. Per<br />

saldo verwacht 2% van de bedrijven personeel aan<br />

te nemen, tegenover 5% in de voorjaarsmeting.<br />

<strong>De</strong> omzetverwachting is niet sterk veranderd.<br />

Per saldo verwacht 2% van de bouwbedrijven<br />

een toename van de omzet. <strong>De</strong> gemiddelde<br />

werkvoorraad bij installatiebedrijven is met<br />

acht tiende maand gedaald naar 10,4 maanden<br />

werk. <strong>De</strong> verwachtingen omtrent de omzet zijn<br />

positiever dan in de voorjaarsmeting. Per saldo<br />

verwacht 57% een omzetstijging tegenover 52%<br />

in de voorjaarsmeting. <strong>De</strong> verwachtingen rondom<br />

uitbreiding van het personeelsbestand blijven hoog,<br />

maar zijn licht gedaald. Per saldo verwacht 80%<br />

personeel aan te nemen, waar dit in het voorjaar<br />

83% was.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 93


Seizoensgecorrigeerde omzet per schakel<br />

in de bouwketen tegen lopende prijzen<br />

(2016 = 100%)<br />

180<br />

170<br />

160<br />

150<br />

140<br />

130<br />

120<br />

110<br />

100<br />

90<br />

80<br />

2018 2019 2020 2021 2022 2023<br />

Bouwbedrijven<br />

<strong>In</strong>stallatiebedrijven<br />

Architectenbureaus<br />

<strong>In</strong>genieursbureaus<br />

Bron: EIB/Monitor bouwketen najaar 2023<br />

> Bouw- en infrabedrijven leveren een belangrijke<br />

bijdrage aan een goed woon-, werk- en leefklimaat<br />

in Nederland. <strong>De</strong> totale bouwsector is goed voor<br />

zo’n 10% van het bruto binnenlands product en<br />

voor een productie van ruim € 95 miljard.<br />

> Volgens het EIB staat op korte termijn de<br />

bouwproductie onder druk, waarbij een krimp<br />

van 2,5% wordt voorzien in <strong>2024</strong>. Hierbij kan<br />

de werkgelegenheid licht dalen in <strong>2024</strong> en<br />

ongeveer stabiliseren in 2025. <strong>De</strong> spanning op<br />

de bouwarbeidsmarkt, die nog altijd hoog is,<br />

zal daarbij afnemen. Met het aantrekken van de<br />

bouwproductie na 2025 zal ook de werkgelegenheid<br />

weer toenemen, tot een niveau dat iets uitgaat<br />

boven het niveau van het afgelopen jaar.<br />

Op macroniveau moet het goed mogelijk zijn om<br />

in de arbeidsvraag te voorzien.<br />

94<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Bouwproductie 2022-2027<br />

Miljoen € Jaarlijkse verandering (%)<br />

2022 2023 2023 <strong>2024</strong> 2025 2025-2027<br />

Woningbouw 41.725 41.375 -1 -2½ 2 3<br />

- nieuwbouw 18.900 17.775 -6 -8 3 3½<br />

- herstel en verbouw 14.225 14.925 5 1½ 1 3<br />

- onderhoud 8.600 8.675 1 1 1½ 1½<br />

Utiliteitsbouw 28.600 29.125 2 -3½ -2 ½<br />

- nieuwbouw 14.025 14.725 5 -8½ -7 -2½<br />

- herstel en verbouw 8.400 8.125 -3½ 2½ 3½ 3½<br />

- onderhoud 6.175 6.275 1½ 1½ 2½ 2½<br />

Gww 20.625 20.950 1½ -1½ 0 1<br />

- nieuwbouw en herstel 13.300 13.625 2½ -2 -1 ½<br />

- onderhoud 7.325 7.325 0 0 2½ 2½<br />

Externe onderaanneming 4.950 4.975 ½ -2½ ½ 2<br />

Totaal bouw 95.900 96.425 ½ -2½ ½ 2<br />

Bron: Bouwend Nederland/Verwachting bouwproductie 2023-2027<br />

Woningbouw<br />

> <strong>In</strong> 2022 werden ruim 74.000 nieuwbouwwoningen opgeleverd. Dat is het<br />

hoogste aantal nieuwbouwwoningen sinds 2012.<br />

Gerealiseerde nieuwbouwwoningen<br />

x 1000<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022* 2022*<br />

Nieuwbouwwoningen Nieuwbouwwoningen (nieuwe methode) *voorlopige cijfers in 2022 zowel viaoude als nieuwe methode geteld<br />

Bron: CBS<br />

> <strong>De</strong> groei van de woningvoorraad door nieuwbouw komt daarmee uit op 0,9%.<br />

<strong>In</strong> Amsterdam werden de meeste nieuwbouwwoningen aan de woningvoorraad<br />

toegevoegd, namelijk bijna 6800.<br />

Zuid-Holland<br />

Noord-Holland<br />

Noord-Brabant<br />

Gelderland<br />

Utrecht<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 95<br />

Overijsel<br />

Limburg<br />

Groningen


x 1000<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022* 2022*<br />

Nieuwbouwwoningen Nieuwbouwwoningen (nieuwe methode) *voorlopige cijfers in 2022 zowel viaoude als nieuwe methode geteld<br />

Nieuwbouwwoningen per provincie in 2022<br />

Zuid-Holland<br />

Toename woningvoorraad door<br />

nieuwbouw in 2022<br />

Noord-Holland<br />

Noord-Brabant<br />

Gelderland<br />

Utrecht<br />

Overijsel<br />

Limburg<br />

Groningen<br />

Flevoland<br />

Fryslân<br />

Zeeland<br />

Drenthe<br />

Bron: CBS<br />

0 5 10 15<br />

> Behalve door nieuwbouw ontstaan er ook<br />

woningen door bijvoorbeeld splitsing van bestaande<br />

woningen en transformaties van kantoren. Er<br />

verdwijnen echter ook woningen uit de voorraad,<br />

onder andere door sloop en samenvoeging. Als<br />

deze verdwenen woningen van de toename worden<br />

afgehaald, is de woningvoorraad in 2022 gegroeid<br />

tot 8,1 miljoen woningen.<br />

> Het hogere aantal opgeleverde<br />

nieuwbouwwoningen in 2022 is in lijn met het<br />

hogere aantal vergunde nieuwbouwwoningen<br />

in 2020 en 2021, na een relatief forse afname in<br />

2019. Het aantal vergunde nieuwbouwwoningen<br />

is een indicator voor de bouw in de nabije<br />

toekomst. <strong>De</strong> gemiddelde doorlooptijd vanaf de<br />

vergunningverlening is circa twee jaar.<br />

Minder dan 0,5 (%)<br />

0,5 tot 1 (%)<br />

1 tot 1,5 (%)<br />

1,5 tot 2 (%)<br />

2 of meer (%)<br />

Bron: CBS<br />

> <strong>De</strong> nieuwbouwcijfers worden sinds 2022 op een<br />

iets andere manier berekend. Door registraties<br />

conform BAG 2.0 kan nog preciezer de typering van<br />

een woning worden gevolgd. Via de oude methode<br />

komt het aantal nieuwe woningen voor 2022 uit op<br />

ruim 73,5 duizend woningen. <strong>De</strong> totale groei van de<br />

woningvoorraad blijft in beide gevallen hetzelfde.<br />

96<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Utiliteitsbouw<br />

Kerncijfers utiliteitsbouw 2020-2023 (2 e kw.)<br />

2022 2023<br />

2020 2021 2022 kw. 2 kw. 3 kw. 4 kw. 1 kw. 2<br />

Gebouwvoorraad x 1000 1.158 1.168 1.181 1.173 1.176 1.181 1.186 1.188<br />

Gereedgekomen x 1000 11,1 14,0 15,6 3,0 3,7 5,0 4,7 3,3<br />

Sloop x 1000 4,0 4,7 4,7 1,0 1,0 1,4 1,1 1,4<br />

Vergunningen nieuwbouw 2,9 3,4 2,9 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7<br />

<strong>In</strong>vesteringen x 1000 23,0 23,0 23,3 8,1 6,8 8,0 7,8 8,7<br />

Bouwsom in miljoen € 6.724 7.391 7.745 2.123 1.799 2.101 2.069 1.781<br />

Nieuwbouw in miljoen € 4.601 5.170 5.422 1.288 1.281 1.655 1.527 1.285<br />

Niet-nieuwbouw in miljoen € 2.157 2.221 2.323 835 518 446 542 496<br />

Bron: Bouwend Nederland//CBS, bewerking Somfy<br />

Politiek en regelgeving<br />

> <strong>In</strong> het coalitieakkoord van het demissionaire kabinet zijn een aantal<br />

uitgangspunten opgenomen die te maken hebben met de woningbouw,<br />

waaronder:<br />

• Versnellen van de woningbouw tot rond de 100.000 woningen per jaar,<br />

met het streven dat ten minste twee derde van de woningen betaalbare<br />

huurwoningen en koopwoningen met een prijs tot aan de grens van de<br />

Nationale Hypotheek Garantie zijn.<br />

• Speciale aandacht gaat uit naar de bouw van woningen voor starters,<br />

senioren en middeninkomens. Met het oog op de acute tekorten aan<br />

woningen voor studenten, spoedzoekers, arbeidsmigranten en daklozen<br />

is het streven om jaarlijks 15.000 tijdelijke woningen te bouwen en 15.000<br />

eenheden extra te bereiken via transformatie van kantoren tot woningen.<br />

Er komt meer ruimte voor alternatieve woonvormen en coöperatieve<br />

woonprojecten die door bewoners zelf worden ontwikkeld.<br />

• Het Rijk neemt meer verantwoordelijkheid voor de huisvesting van<br />

statushouders door met regionale afspraken over tijdelijke woningen<br />

de druk op gemeenten te verlichten. Procedures voor het plaatsen van<br />

tijdelijke woningen worden verder vergemakkelijkt.<br />

• Gebouwd wordt in heel Nederland, zowel binnen- als buitenstedelijk.<br />

Er wordt behalve in de veertien verstedelijkingsgebieden en in kansrijke<br />

spoor- en kanaalzones bij voorkeur bij bestaande infrastructuur en<br />

knooppunten gebouwd. Bij nieuwbouw zijn de aanwezigheid van<br />

publieke voorzieningen, (ov-)infrastructuur en bescherming van natuur<br />

randvoorwaarden. Bij bebouwing van open ruimte groeit groen mee.<br />

Het Rijk gaat met zijn vastgoed en grondpositie bijdragen aan het<br />

terugdringen van de woningnood door extra betaalbare huur- en<br />

koopwoningen te realiseren.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 97


Wat daarvan overeind zal blijven in een nieuw<br />

coalitieakkoord is natuurlijk een grote vraag.<br />

> Voor veel mensen is het lastig om een woning te<br />

vinden die aansluit bij hun wensen en (financiële)<br />

mogelijkheden. Ook groeit het aantal huishoudens<br />

de komende jaren fors. Met de Nationale Woonen<br />

Bouwagenda en onder meer het Programma<br />

Woningbouw stimuleren provincies, gemeenten<br />

en ontwikkelaars om 900.000 woningen te bouwen<br />

tot en met 2030, waarvan een derde betaalbaar.<br />

Daarnaast is het de ambitie om te komen tot een<br />

groei van de bouwproductie naar 100.000 woningen<br />

per jaar in deze kabinetsperiode. Dat is nodig om<br />

woningen betaalbaar te houden voor starters en<br />

mensen met een middeninkomen.<br />

> <strong>In</strong> 2021 waren er ruim 8 miljoen huishoudens<br />

in Nederland. <strong>De</strong> voorspelling is dat er in<br />

2035 bijna 8,9 miljoen huishoudens zijn. <strong>De</strong><br />

groei komt grotendeels voor rekening van<br />

eenpersoonshuishoudens. Door de vergrijzing<br />

neemt vooral het aantal alleenstaande ouderen<br />

sterk toe.<br />

> Het tekort aan woningen is in 2021 geraamd<br />

op 279.000 woningen, gelijk aan 3,5% van de<br />

woningvoorraad. Volgens de prognose uit 2021 zal<br />

het woningtekort eerst nog oplopen richting de<br />

3,9% in <strong>2024</strong> (317.000 woningen). <strong>De</strong> komende jaren<br />

groeit het aantal nieuwe woningen aanzienlijk, maar<br />

het aantal huishoudens groeit sneller, waardoor het<br />

woningtekort verder stijgt.<br />

> Om de toename van het aantal huishoudens op<br />

te vangen en het aantal woningen te vervangen<br />

dat door sloop of anderszins onttrokken wordt<br />

aan de voorraad en om te zorgen voor een gezond<br />

evenwicht tussen woningzoekenden en het aanbod<br />

van woningen, zijn tot en met 2030 ongeveer<br />

900.000 extra woningen nodig. <strong>De</strong> cijfers kennen<br />

uiteraard onzekerheid, aangezien het prognoses<br />

betreft. Vooral migratie vormt een onzekere factor.<br />

> <strong>De</strong> prognoses kennen verschillende varianten; in<br />

de hoge variant zouden er circa 1.022.000 woningen<br />

nodig zijn en in de lage variant 759.000 woningen.<br />

Woningtekort en -behoefte<br />

Provincie 2021<br />

Bron: Nationale Woon- en Bouwagenda<br />

Raming<br />

woningtekort Toename woningbehoefte Opgave 2021 t/m 2030<br />

2021<br />

t/m 2025<br />

2026<br />

t/m 2030<br />

Totaal<br />

Raming<br />

sloop*<br />

Raming<br />

woningtekort<br />

Brutonieuwbouw*<br />

Nettouitbreiding<br />

2031<br />

Groningen 6.200 2,2% 7.600 2.600 10.200 16.500 4.500 12.000 5.400 1,8%<br />

Friesland 4.400 1,4% 8.200 4.300 12.500 15.300 4.500 10.800 6.000 1,9%<br />

Drenthe 4.200 1,9% 4.600 2.700 7.300 9.900 3.000 6.900 4.700 2,0%<br />

Overijssel 11.700 2,3% 19.000 13.000 32.000 41.600 7.100 34.500 9.800 1,8%<br />

Flevoland 9.400 5,4% 16.200 14.800 31.000 35.400 800 34.600 6.500 3,1%<br />

Gelderland 34.900 3,8% 44.100 32.900 77.000 94.900 10.000 84.900 28.300 2,8%<br />

Utrecht 26.600 4,5% 39.200 37.300 76.500 92.700 7.400 85.300 19.300 2,9%<br />

Noord-Holland 65.000 4,8% 86.400 71.000 157.400 199.800 23.900 175.900 50.400 3,3%<br />

Zuid-Holland 67.600 4,0% 96.500 81.900 178.400 230.200 36.900 193.300 56.700 3,0%<br />

Zeeland 0 0,0% 3.700 1.400 5.100 7.100 2.600 4.500 800 0,4%<br />

Noord-Brabant 40.500 3,5% 59.100 44.300 103.400 130.600 11.200 119.400 26.700 2,1%<br />

Limburg 8.800 1,6% 6.100 -1.400 4.700 18.400 5.900 12.500 3.800 0,7%<br />

Nederland 279.300 3,5% 390.700 304.800 695.500 892.400 117.800 774.600 218.400 2,5%<br />

98<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Klimaatrisico’s<br />

> Tot nu toe lijken klimaatrisico’s nog beperkte<br />

invloed te hebben op de woningprijzen. Calcasa<br />

onderzocht wat de mogelijke waardevermindering<br />

zou kunnen zijn indien natuurrampen zouden<br />

worden meegenomen in de totstandkoming van de<br />

huizenprijzen en kwam tot een waardevermindering<br />

die zou kunnen oplopen tot € 325 miljard. <strong>In</strong><br />

Nederland staan ongeveer 8,2 miljoen woningen<br />

met een totale waarde van circa € 3,3 biljoen.<br />

Geografische weergave klimaatrisico’s<br />

> Ook de AFM waarschuwde eind 2023 voor de<br />

risico's door klimaatverandering. <strong>De</strong> AFM gaf aan<br />

dat deze risico's moeten worden meegenomen in<br />

de waardebepaling en dus de prijzen van huizen.<br />

<strong>De</strong> gemiddelde reparatiekosten liggen volgens de<br />

toezichthouder rond de € 54.000, maar dit bedrag<br />

zou kunnen oplopen tot € 100.000. Naast de<br />

mogelijke schade kan de angst voor een natuurramp<br />

ook een effect hebben op woningprijzen.<br />

> <strong>De</strong> geschatte effecten verschillen per type<br />

risico, aangezien de impact bij bijvoorbeeld een<br />

overstroming of bosbrand groter kan zijn dan die<br />

bij een ondergelopen kelder. Er zijn verschillende<br />

risico's te onderscheiden die een potentiële impact<br />

hebben op de waarde van een woning. Een risico<br />

waar in Nederland veel om te doen is de laatste<br />

twintig jaar, is het risico op schade door aardbevingen<br />

(meer het gevolg van menselijk handelen dan het<br />

gevolg van klimaatveranderingen). <strong>In</strong> de praktijk<br />

zal in Nederland het risico op een aardbeving,<br />

vanwege de publieke aandacht, ook al (gedeeltelijk)<br />

meegenomen zijn in de huizenprijs. Klimaatrisico's<br />

die minder bekend zijn bij huizenkopers zijn risico’s<br />

van overstromingen en droogte. Ongeveer 1,5<br />

miljoen woningen lopen een risico op schade als<br />

gevolg van een aardbeving; 3,7 miljoen woningen<br />

lopen een risico op schade als gevolg van een<br />

overstroming en bijna 2 miljoen woningen lopen<br />

een risico op schade als gevolg van droogte.<br />

Verschillende soorten klimaatrisico's<br />

Blauw: Risico op overstroming en<br />

wateroverlast<br />

Bruin: Risico op aardbeving<br />

Rood: Risico op natuurbrand<br />

Groen: Risico op droogte<br />

Bron: Calcasa<br />

> Doordat een groot deel van Nederland onder<br />

zeeniveau ligt en er veel rivieren door Nederland<br />

lopen is het risico op overstromingen relatief<br />

groot. Daarnaast stijgt de zeespiegel langzaam<br />

door klimaatverandering. Ongeveer 51% van de<br />

Nederlandse woningen loopt momenteel een risico<br />

op overstroming. <strong>De</strong> woningwaarde van deze groep<br />

woningen bedraagt bijna € 1,7 biljoen. <strong>De</strong> Europese<br />

Centrale Bank berekende in 2022 de prijsschok<br />

wanneer het risico op overstromingen wordt<br />

meegenomen. Uitgaande van prijsschokken van<br />

tussen de 4% en 45%, komt het potentiële waardeeffect<br />

uit op € 179 miljard. Dit is 5,4% van de huidige<br />

totale woningwaarde.<br />

> Naast overstromingen neemt door het veranderende<br />

klimaat ook het risico op water overlast door hevige<br />

buien toe. Wateroverlast kan leiden tot schade aan<br />

woningen, maar ook tot ondergelopen of vochtige<br />

kelders en schimmelvorming. Iets meer dan 3 miljoen<br />

woningen lopen een risico op wateroverlast van ten<br />

minste 10 centimeter bij een hevige bui.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 99


<strong>De</strong>ze woningen hebben momenteel een totale<br />

waarde van ruim € 1,2 biljoen. Uit verschillende<br />

internationale onderzoeken blijkt dat waterschade<br />

een negatief effect van tussen de 2,5% en 10%<br />

kan hebben op woningprijzen, wat het poten tiële<br />

waarde-effect brengt op € 22 tot € 86 miljard.<br />

> Als de bodem daalt, kunnen dit soort woningen<br />

scheefzakken. Uit onderzoek blijkt dat de verkoopprijs<br />

12% lager kan uitvallen wanneer slechte<br />

kwaliteit van de fundering van woningen wordt<br />

gemeld, wat tot een potentieel waardeverlies van<br />

€ 29 miljard kan leiden.<br />

> Een ander klimaatrisico dat invloed heeft op<br />

gebouwen is droogte. Aanhoudende droogte<br />

vergroot het risico op natuurbranden en kan ook<br />

de fundering van gebouwen aantasten, bijvoorbeeld<br />

in de vorm van paalrot en verschilzetting. Het<br />

goed inschatten van dit klimaatrisico is complex.<br />

Op basis van studies van DGBC en het CAS is een<br />

omgevingsscore ontwikkeld waarin het risico op<br />

natuurbranden in kaart wordt gebracht. Hieruit blijkt<br />

dat ongeveer 2 miljoen woningen een risico lopen<br />

op een natuurbrand in de omgeving. Het aantal<br />

woningen waar dit een hoog risico is, is met 28.000<br />

nog relatief klein. Het prijzen van dit risico door de<br />

markt zou echter toch tot een waardevermindering<br />

van ongeveer € 75 miljard kunnen leiden.<br />

> Naast natuurbranden kan aanhoudende droogte<br />

ook leiden tot funderingsproblemen zoals paalrot<br />

en verschilzetting. Van paalrot is sprake bij houten<br />

paalfunderingen van gebouwen, waar de paalkop<br />

gaat rotten als er door een lage grondwaterstand<br />

zuurstof bij komt. Verschilzetting vindt juist plaats<br />

bij woningen met een fundering op staal.<br />

> Ook aardbevingen vormen in Nederland een<br />

reëel risico. Aardbevingen komen voor in het<br />

noord- en zuidoosten van Nederland. <strong>In</strong> het<br />

noordoosten zijn er geïnduceerde aardbevingen<br />

(veroorzaakt door de op dit moment stilgelegde<br />

gaswinning), in het zuiden zijn ze van tektonische<br />

aard (als gevolg van vervorming van de aardlagen).<br />

<strong>In</strong> deze aardbevingsgebieden staan 1,6 miljoen<br />

woningen met een totale waarde van € 600 miljard.<br />

<strong>De</strong> vraag hierbij is of het risico op aardbevingen<br />

- doordat het zoveel publiciteit heeft gehad - al<br />

is verwerkt in de huizenprijzen. Kijkend naar de<br />

prijsontwikkeling in de afgelopen tien jaar zien we<br />

dat in de Groningse gebieden waar bevingsschade<br />

is ontstaan, de prijzen net zo hard zijn gestegen<br />

als in de gebieden waar geen schade was. Dit wijst<br />

erop dat het risico op aardbevingen slechts een<br />

zeer beperkte invloed heeft op de huizenprijzen,<br />

als het al wordt meegenomen. <strong>In</strong>dien rekening<br />

wordt gehouden met een mogelijke waardedaling<br />

van 2,5% tot 10%, kan het waardeverlies oplopen<br />

van € 14 miljard tot € 60 miljard.<br />

100<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 101


102<br />

<strong>De</strong> branche in 2021 <strong>2024</strong> |


Retail<br />

Overzicht<br />

Het aantal vestigingen in de detailhandel is in de afgelopen 10 jaar met ongeveer<br />

15% gedaald, terwijl het aantal vestigingen in de niet-detailhandel (met name horeca)<br />

de Factsheet afgelopen retailmarkt 6 jaar min of in Nederland<br />

meer gelijk gebleven is.<br />

Aantal<br />

verkooppunten<br />

Aantal<br />

verkooppunten<br />

WVO (m²)<br />

Factsheet retailmarkt Winkelverkoop-<br />

in Nederland<br />

vloeroppervlakte alle<br />

verkooppunten<br />

WVO (m²)<br />

Winkelverkoopvloeroppervlakte<br />

alle<br />

verkooppunten<br />

Leegstand<br />

Aantal<br />

verkooppunten<br />

Leegstand<br />

Aantal<br />

verkooppunten<br />

Aantal<br />

branches<br />

Aantal<br />

branches<br />

Aantal<br />

winkelketens<br />

Aantal<br />

winkelketens<br />

Filialisering<br />

Aantal<br />

verkooppunten<br />

Filialisering<br />

Aantal<br />

verkooppunten<br />

212.047<br />

42.675.554<br />

6,0%<br />

221<br />

1.796<br />

24%<br />

Aantal<br />

212.047<br />

verkooppunten<br />

42.675.554<br />

per groep (in%)<br />

6,0% 221 1.796<br />

Aantal verkooppunten per groep (in%)<br />

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%<br />

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%<br />

24%<br />

Leegstand<br />

Dagelijks<br />

Mode & Luxe<br />

Vrije tijd<br />

Leegstand<br />

<strong>In</strong> & om huis<br />

Dagelijks<br />

<strong>De</strong>tailhandel overig<br />

Mode & Luxe<br />

Transport & Brandstof<br />

Vrije tijd<br />

Cultuur en ontspanning<br />

<strong>In</strong> & om huis<br />

Horeca<br />

<strong>De</strong>tailhandel overig<br />

Diensten<br />

Transport & Brandstof<br />

Cultuur en ontspanning<br />

Horeca<br />

Diensten<br />

Bron: Locatus<br />

Aantal locaties retail en overige fysieke vestigingen<br />

120.000<br />

110.000<br />

120.000 100.000<br />

110.000 90.000<br />

100.000 80.000<br />

90.000 70.000<br />

80.000 60.000<br />

70.000<br />

2014 2015 2016 2017 2018<br />

Bron: Locatus<br />

60.000<br />

2014 2015 2016 2017 2018<br />

2019 2020 2021 2022<br />

2019 2020 2021 2022<br />

2023<br />

2023<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 103


Top 100 Nederland 2023 op basis van winkelverkoopvloeroppervlak m 2<br />

Positie Formule <strong>Branche</strong> Aantal m² Positie vorig jaar .<br />

11 IKEA Woonwarenhuis 370.194 10 ↓<br />

14 Leen Bakker Woonwarenhuis 262.841 14 −<br />

15 Kwantum Woonwarenhuis 207.298 16 ↑<br />

30 JYSK Woonwarenhuis 109.010 30 −<br />

39 Xenos Woondecoratie 82.117 41 ↑<br />

40 Loods 5 Woonwarenhuis 81.408 36 ↓<br />

55 Carpetright Woningtextiel 63.159 52 ↓<br />

63 Piet Klerkx Woonwarenhuis 56.343 62 ↓<br />

92 Tapijtcentrum Nederland Woningtextiel 39.921 76 ↓<br />

Bron: Locatus<br />

> <strong>In</strong> totaal omvat Nederland ongeveer 27 miljoen m2<br />

oppervlakte winkelvloer, waarvan 1,25 miljoen m2<br />

(4,6%) wordt ingenomen door 9 ketens die onderdeel<br />

uitmaken van het segment wonen. Die behoren alle<br />

tot de top 100 van ketens in Nederland.<br />

> Alle woongerelateerde fysieke winkels hebben<br />

in 2023 een lastig jaar gehad. Homefashion, het<br />

bedrijf achter Leen Bakker en Kwantum, werd in<br />

2022 al hard geraakt door het 'staartje van corona'<br />

en de Russische inval in Oekraïne. <strong>De</strong> woonwinkels<br />

leden daardoor een fors verlies. Homefashion<br />

heeft 154 winkels van Leen Bakker (waarvan<br />

114 in Nederland) en 113 winkels (waarvan 97 in<br />

Nederland) van Kwantum in Nederland en België.<br />

<strong>De</strong> omzet van Homefashion, steeg weliswaar met<br />

ruim 4% tot 651 miljoen euro, maar onderaan<br />

de streep was er een verlies van maar liefst 25,6<br />

miljoen euro. <strong>In</strong> het jaar ervoor was er nog een<br />

winst van 11,9 miljoen euro. Door het flinke verlies<br />

ontstond er een negatief eigen vermogen van 10<br />

miljoen euro.<br />

te zijn in vloeren en raambekleding in Nederland,<br />

met gemiddeld 123.000 bezoekers per dag in de<br />

winkel en online.<br />

Consumenten<br />

Consumentenvertrouwen<br />

> <strong>De</strong> stemming onder consumenten verbeterde in<br />

december 2023 voor de vierde maand op rij, meldt<br />

het CBS. Het consumentenvertrouwen steeg van<br />

-33 in november naar -29 in december. Zowel<br />

het oordeel over het economische klimaat als de<br />

koopbereidheid verbeterde.<br />

> Met -29 lag het consumentenvertrouwen in<br />

december 2023 onder het gemiddelde over de<br />

afgelopen 20 jaar (-10). Het vertrouwen bereikte<br />

in januari 2000 de hoogste stand ooit (36) en in<br />

september en oktober 2022 de laagste stand ooit<br />

(-59). Het CBS meet het consumentenvertrouwen<br />

elke maand sinds april 1986.<br />

> Leen Bakker werd opgericht in 1918, heeft<br />

een omzet van ongeveer 400 miljoen euro, was<br />

onderdeel van Blokker Holding en kwam in<br />

2017 in handen van private-equityfirma Gilde.<br />

Kwantum is opgericht in 1976, was onderdeel<br />

van Macintosh Retail Group en kwam in 2015 in<br />

handen van Gilde. Leen Bakker realiseert 20%<br />

van de omzet online met 37 miljoen bezoekers<br />

per jaar. Daarnaast bezoeken nog eens 23 miljoen<br />

bezoekers de winkels. Kwantum claimt nummer 1<br />

104<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


0<br />

-20<br />

0<br />

-40<br />

Consumentenvertrouwen<br />

seizoengecorrigeerd<br />

Gemiddelde van de deelvragen<br />

0<br />

-20<br />

-40<br />

-60<br />

-80<br />

Bron: CBS<br />

2020 2021 2022 2023<br />

> Consumenten waren in december 2023 minder<br />

pessimistisch over de economie dan in november.<br />

<strong>De</strong> deelindicator economisch klimaat kwam uit op<br />

-41, tegen -47 in november. Zowel het oordeel<br />

1 000 euro<br />

van 5 consumenten over de economische situatie in<br />

de afgelopen twaalf maanden als het oordeel over<br />

4,8<br />

de economische situatie in de komende twaalf<br />

4,6<br />

maanden was minder negatief. <strong>De</strong> koopbereidheid<br />

4,4<br />

kwam in december uit op -21, tegen -24 in<br />

4,2<br />

november. Het oordeel over de financiële situatie<br />

in 4 de afgelopen twaalf maanden en het oordeel<br />

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021* 2022* 2023*<br />

over de financiële situatie in de komende twaalf<br />

maanden<br />

Voorlopige cijfers<br />

verbeterden. Consumenten waren voor<br />

het eerst na oktober 2021 weer positief over<br />

hun financiële situatie in de komende twaalf<br />

maanden. Ook vonden consumenten de tijd voor<br />

het doen van grote aankopen minder ongunstig<br />

dan in november.<br />

-20<br />

-60 Bestedingen van consumenten<br />

-40 > <strong>De</strong> Nederlandse consumptie is na de coronacrisis<br />

-80<br />

snel hersteld. 2020 <strong>In</strong> het 2021 derde kwartaal 2022 van 2022 2023 was<br />

-60<br />

de consumptie per inwoner weer op hetzelfde<br />

niveau als voor de coronacrisis en zij groeide vanaf<br />

-80<br />

2020 2021 2022 2023<br />

het vierde kwartaal van 2022 naar een hoogtepunt.<br />

<strong>In</strong> de eerste kwartalen van 2023 kromp de<br />

consumptie, maar huishoudens gaven ondanks de<br />

grote prijsstijgingen nog altijd iets meer uit dan in<br />

de jaren voor de coronapandemie.<br />

1 000 euro<br />

5<br />

Consumptieve bestedingen per inwoner<br />

4,8<br />

(x 1.000)<br />

1 000 euro<br />

4,6<br />

5<br />

4,4<br />

4,8<br />

4,2<br />

4,6<br />

4<br />

4,4<br />

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021* 2022* 2023*<br />

4,2<br />

Voorlopige cijfers<br />

4<br />

2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021* 2022* 2023*<br />

Voorlopige cijfers<br />

Bron: CBS<br />

> <strong>In</strong> november 2023 publiceerde het CBR een<br />

verdeling op basis van gegevens uit 2021.<br />

Verdeling van besteedbaar inkomen<br />

Aantallen huishoudens x 1.000<br />

375<br />

350<br />

325<br />

300<br />

375<br />

275<br />

350<br />

250<br />

325<br />

375<br />

350<br />

325<br />

300<br />

275<br />

250<br />

225<br />

200<br />

175<br />

150<br />

Consumenten<br />

waren voor het eerst<br />

na oktober 2021<br />

weer positief over hun<br />

financiële situatie.<br />

225<br />

300<br />

200<br />

275<br />

175<br />

250<br />

150<br />

225<br />

125<br />

200<br />

100<br />

175<br />

75<br />

150<br />

50<br />

125<br />

25<br />

100<br />

0<br />

75<br />

0 20 40 60 80 100 120 140<br />

50<br />

25<br />

Bron: CBS<br />

0<br />

0 20 40 60 80 100 120 140<br />

125<br />

100<br />

75<br />

50<br />

Aantal winkels op 1 januari<br />

x 1 000<br />

100<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 105<br />

25<br />

0<br />

0 20 40 60 80 100 120 140<br />

80<br />

Aantal winkels op 1 januari<br />

x 1 000<br />

100 60


375<br />

350<br />

Beeld in de winkelstraat<br />

325<br />

300<br />

275<br />

<strong>De</strong> getallen op een rijtje<br />

250<br />

225 > Volgens het CBS telde Nederland 82,1 duizend<br />

200<br />

fysieke winkelvestigingen op 1 januari 2023. Dit zijn<br />

175<br />

1,6 duizend winkels minder dan een jaar eerder.<br />

150<br />

Dit is de sterkste daling sinds het uitbreken van de<br />

125<br />

100 coronapandemie. Het aantal winkels in schoenen<br />

75<br />

en lederwaren daalde het sterkst, het aantal winkels<br />

50<br />

in overige voedingsmiddelen steeg het meest. <strong>De</strong><br />

25<br />

nieuwste cijfers passen in de dalende trend die in<br />

0<br />

2010 is ingezet.<br />

0 20 40 60 80 100 120 140<br />

Aantal fysieke winkels<br />

en aantal webwinkels<br />

Aantal winkels op 1 januari<br />

x 1 000<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

Aantal fysieke winkels per 1 januari 2023<br />

Kledingwinkels<br />

Winkels overige huishoudartikelen<br />

Kledingwinkels<br />

Winkels overige huishoudartikelen<br />

Supermarkten<br />

Bloemen-, dierenwinkels, Supermarkten tuincentra<br />

Bloemen-, dierenwinkels, Doe-het-zelfzaken tuincentra<br />

Doe-het-zelfzaken<br />

Vrijetijdsartikelen<br />

Overige voedingsmiddelen<br />

Vrijetijdsartikelen<br />

Drogisten, Overige orthopedische voedingsmiddelen winkels<br />

Winkels Drogisten, in antiek orthopedische en tweedehands winkels<br />

Winkels in antiek Slagerijen en tweedehands<br />

en poeliers<br />

Schoenen Slagerijen en lederwaren<br />

en poeliers<br />

Brood, Schoenen banket, en lederwaren<br />

zoetwaren<br />

Brood, banket, zoetwaren Slijterijen<br />

Warenhuizen, Slijterijen e.d.<br />

Warenhuizen, Juweliers e.d.<br />

Tabaksproducten Juweliers<br />

Communicatieapparatuur<br />

Tabaksproducten<br />

Communicatieapparatuur<br />

Wit- en bruingoed<br />

Wit- Tapijt en en bruingoed gordijnen<br />

Tapijt Overige en gordijnen winkels<br />

Bron: CBS<br />

Overige winkels<br />

0 2 4 6 8 10 12 14 16<br />

Voorlopige cijfers 1000 x<br />

0 2 16<br />

4 6 8 10 12 14<br />

Voorlopige cijfers 1000 x<br />

> <strong>De</strong> daling van het aantal winkels is te zien in<br />

nagenoeg alle sectoren. Het gaat bij schoenen en<br />

lederwaren wel heel erg hard. Ook vallen audio/<br />

video, wit- en bruingoed op; veelal zaken die men<br />

aanschaft via internet.<br />

20<br />

0<br />

2010 2012 2014 2016 2018 2020 2022<br />

Verandering van het aantal winkels<br />

(ten opzichte van 2022)<br />

Overige voedingsmiddelen<br />

Overige voedingsmiddelen<br />

Speelgoedwinkels<br />

Fysieke winkels<br />

Webwinkels<br />

Warenhuizen, Speelgoedwinkels e.d.<br />

Warenhuizen, Boekwinkels e.d.<br />

Bron: CBS<br />

Supermarkten<br />

Boekwinkels<br />

Brood, banket, Supermarkten<br />

zoetwaren<br />

Brood, Doe-het-zelfzaken<br />

banket, zoetwaren<br />

> Er zijn nu voor het eerst meer webwinkels<br />

(84,1 duizend) dan fysieke winkels (82,1 duizend)<br />

in Nederland. Het totale aantal webwinkels steeg in<br />

2023, net als in de afgelopen jaren.<br />

> Kledingwinkels komen het meeste voor<br />

(13,3 duizend). Toch daalde het aandeel<br />

kledingwinkels Kledingwinkels licht, tot 16,2%. Winkels in<br />

Winkels overige huishoudartikelen<br />

Supermarkten artikelen en supermarkten<br />

Bloemen-, dierenwinkels, tuincentra<br />

volgen met respectievelijk 6,5 duizend en 6,4<br />

Doe-het-zelfzaken<br />

Vrijetijdsartikelen<br />

duizend. <strong>De</strong> meeste webwinkels handelen in<br />

Overige voedingsmiddelen<br />

Drogisten, orthopedische winkels<br />

kleding en mode (19,3 duizend), en huis- en<br />

Winkels in antiek en tweedehands<br />

tuinartikelen Slagerijen en poeliers (15,3 duizend).<br />

Schoenen en lederwaren<br />

Brood, banket, zoetwaren<br />

Slijterijen<br />

Warenhuizen, e.d.<br />

Juweliers<br />

Doe-het-zelfzaken Juweliers<br />

Drogisten, orthopedische Juweliers winkels<br />

Drogisten, orthopedische Slijterijen winkels<br />

Winkels in overige Slijterijen artikelen<br />

Winkels in Vrijetijdsartikelen<br />

overige Parfums Vrijetijdsartikelen<br />

en cosmetica<br />

Parfums en Viswinkels cosmetica<br />

Tabaksproducten Viswinkels<br />

Tapijt Tabaksproducten<br />

gordijnen<br />

Tapijt Kledingwinkels<br />

en gordijnen<br />

Bloemen-, dierenwinkels, Kledingwinkels tuincentra<br />

Bloemen-, Overige dierenwinkels, huishoudartikelen tuincentra<br />

Overige Slagerijen huishoudartikelen<br />

en poeliers<br />

Antiek Slagerijen en tweedehands<br />

en poeliers<br />

Communicatieapparatuur<br />

Antiek en tweedehands<br />

Elektrische Communicatieapparatuur<br />

huishoudapparatuur<br />

Elektrische huishoudapparatuur<br />

Groentewinkels<br />

Computers Groentewinkels<br />

software<br />

Computers Lectuur en schrijfwaren<br />

software<br />

Lectuur Stoffen schrijfwaren<br />

textiel<br />

Audio- en Stoffen video-opnamen en textiel<br />

Audio- en Wit- video-opnamen<br />

en bruingoed<br />

Schoenen Wit- en en lederwaren bruingoed<br />

Schoenen en lederwaren<br />

Bron: CBS<br />

-9 -6 -3 0 3 6 9<br />

Voorlopige cijfers<br />

% verandering t.o.v. een jaar eerder<br />

-9 -6 -3 0 3 6 9<br />

Voorlopige cijfers<br />

% verandering t.o.v. een jaar eerder<br />

Tabaksproducten<br />

Communicatieapparatuur<br />

Wit- en bruingoed<br />

106<br />

Tapijt en gordijnen<br />

Overige winkels<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |<br />

0 2 4 6 8 10 12 14 16<br />

Voorlopige cijfers x 1000


<strong>In</strong> 71,9% van de gemeenten daalt het aantal<br />

winkels. <strong>In</strong> de twintig gemeenten met de meeste<br />

inwoners kan men dit jaar alleen in Zoetermeer en<br />

Arnhem meer winkels bezoeken dan vorig jaar. <strong>In</strong><br />

alle andere grote gemeenten daalde het aanbod.<br />

Verandering van het aantal fysieke winkels<br />

Minder dan -8 (%)<br />

-8 tot -4 (%)<br />

-4 tot 0 (%)<br />

0 tot 4 (%)<br />

4 tot 8 (%)<br />

8 of meer (%)<br />

Bron: CBS<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 107


Special<br />

Implosie van het Blokker-concern<br />

> Tien jaar geleden maakte Blokker Holding,<br />

<strong>De</strong> nieuwe eigenaar ontving van de familie Blokker<br />

het destijds machtige winkelconcern van de<br />

een bruidsschat van naar verluidt 250 miljoen<br />

gelijknamige ondernemersfamilie, voor de eerste euro, waarmee hij het bedrijf weer gezond moest<br />

keer in de geschiedenis verlies. Tot die tijd had maken. <strong>De</strong> familie gaf dat bedrag onder meer mee<br />

het familiebedrijf de winkelstraten van Nederland om ervoor te zorgen dat ‘hun’ personeel goed<br />

gedomineerd, met klinkende namen als <strong>In</strong>tertoys, terecht zou komen. Witteveen doopte Blokker<br />

Leen Bakker, Marskramer, Xenos en natuurlijk Holding om tot Mirage Retail Group (MRG) en<br />

Blokker. Bij het overlijden van pater familias Jaap zette een reorganisatie door. Door verkoop van<br />

Blokker in 2011 telde het concern 14 ketens, goed bedrijfsonderdelen als Blokker België en sluiting<br />

voor bijna 3000 winkels, 25.000 werknemers en<br />

een omzet van 2,7 miljard euro. <strong>De</strong> rode cijfers<br />

van 2014 bleken het begin van een decennium<br />

van onstuitbaar verval. <strong>In</strong> de jaren die volgden,<br />

bereikten de verliezen duizelingwekkende hoogtes.<br />

<strong>In</strong> 2017 gooide de familie Blokker de handdoek<br />

in de ring en kondigde aan alle winkelketens<br />

behalve Blokker te verkopen. Dat jaar werd een<br />

recordverlies van 344 miljoen euro geleden. Michiel<br />

Witteveen (69) nam in 2019 de restanten van de<br />

kwakkelende winkelgigant Blokker Holding over.<br />

Hij zou het concern weer gezond maken en naar de<br />

beurs brengen. <strong>In</strong>middels zijn (ex-)dochters Blokker<br />

België, BCC en Big Bazar bankroet, en staat de rest<br />

in de etalage.<br />

van slecht presterende winkels daalde de omzet<br />

van MRG in 2019 van 817 miljoen euro naar 544<br />

miljoen euro. Dat jaar werd bovendien opnieuw<br />

een megaverlies geleden, van 144 miljoen euro.<br />

<strong>In</strong> de herfst van 2019 werd de noodlijdende<br />

speelgoedformule <strong>In</strong>tertoys teruggekocht. Dat<br />

wekte nogal verbazing omdat de winkelketen 2 jaar<br />

eerder juist was afgestoten en na een daaropvolgend<br />

faillissement in omvang was gehalveerd. Ondanks de<br />

'ongekende uitdagingen' van het eerste coronajaar<br />

beleefde Mirage Retail Group in 2020 een topjaar. <strong>De</strong><br />

groepsomzet steeg ruim 15%, tot 628 miljoen euro.<br />

Als de volledige omzet van BCC was meegeteld, was<br />

de omzet van het concern ruim 1,1 miljard euro<br />

geweest.<br />

108<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Onderaan de streep prijkte voor het eerst in jaren<br />

een nettowinst, van 57 miljoen euro. Bij nader<br />

inzien was de winstgevendheid vooral het gevolg<br />

van een eenmalige meevaller, zo concludeerde<br />

het FD na het bestuderen van de jaarrekening.<br />

Omdat de boekwaarde van het aangekochte BCC<br />

bijna 88 miljoen euro hoger was dan de werkelijk<br />

betaalde prijs, kon er op papier een winst worden<br />

gepresenteerd. Een deel van de overwaarde kon<br />

beursgang van Mirage Retail Group voorlopig af.<br />

Opeens bleek het winkelbedrijf wel degelijk geraakt<br />

te zijn door de winkelsluitingen als gevolg van de<br />

coronapandemie. Bij de presentatie van de jaarcijfers<br />

in de zomer van 2022 bleek het winkelconcern<br />

inderdaad weer in de rode cijfers te zitten. <strong>De</strong> omzet<br />

daalde in 2021 met 8% tot 968 miljoen euro met een<br />

verlies van 63 miljoen euro. Afgelopen zomer bleef het<br />

eerst ijzig stil vanuit het hoofdkantoor in Amsterdam,<br />

Witteveen ook daadwerkelijk verzilveren, dankzij<br />

de verkoop van het hoofdkantoor van BCC op<br />

Schiphol. <strong>De</strong> werknemers moesten intrekken in<br />

het Amsterdamse kantoor van Mirage. Met de<br />

omzetstijging en de winst in de achterzak kon<br />

Witteveen in juli en september 2021 melden dat<br />

de voorbereidingen voor de beursgang van Mirage<br />

Retail Group in het jaar erop op schema lagen. Maar<br />

de feestvreugde duurde niet lang. <strong>In</strong> oktober 2021<br />

verkocht Witteveen plotseling dochter Big Bazar, met<br />

destijds 135 winkels. Het bedrijf zou opeens niet bij<br />

Mirage passen, omdat het niet over een webwinkel<br />

beschikte. Later bleek dat Big Bazar jarenlang een<br />

zorgenkindje was dat grote verliezen leed. Begin<br />

december 2021 blies Witteveen de voor 2022 geplande<br />

maar in augustus kondigde Witteveen aan de Mirage<br />

Retail Group te ontmantelen. Het voormalige winkelimperium<br />

is inmiddels behoorlijk gedecimeerd: exdochter<br />

Blokker België (123 winkels) ging eind 2020 al<br />

op de fles, winkeldochter BCC (60 winkels) ging eind<br />

2023 failliet en ex-dochter Big Bazar (135 winkels)<br />

is ook al omgevallen. <strong>In</strong>middels is bekend dat er een<br />

directiewissel heeft plaatsgevonden bij Blokker. <strong>De</strong><br />

nieuwe directie heeft de opdracht de keten klaar te<br />

maken voor verkoop. Dochterbedrijven <strong>In</strong>tertoys (220<br />

winkels) en Blokker (406 winkels) staan in de etalage.<br />

Hoe deze winkelketens precies presteren is onduidelijk<br />

omdat Mirage nog geen cijfers over 2022 heeft<br />

gepresenteerd en van de dochters zelf ont breken<br />

jaarrekeningen bij de Kamer van Koophandel.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 109


110<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Opeenstapeling van moeilijkheden<br />

in detailhandel<br />

> <strong>De</strong> omstandigheden zijn voor veel winkeliers<br />

extreem moeilijk: de naweeën van de coronapandemie<br />

en de torenhoge inflatie, die allerlei<br />

kosten heeft opgejaagd en ertoe leidde dat de<br />

consument de hand op de knip hield. Winkeliers<br />

blijven de gevolgen daarvan nog lang voelen.<br />

> <strong>De</strong> hardnekkigste kwaal is ironisch genoeg het<br />

gevolg van een van de maatregelen die winkeliers de<br />

coronapandemie heeft doorgeholpen. Het kabinet<br />

bood al snel na de eerste lockdown bedrijven de<br />

mogelijkheid de afdracht van belastingen en sociale<br />

premies uit te stellen. Zo konden ondernemers<br />

die slechts een fractie van hun gebruikelijke omzet<br />

draaiden, toch het hoofd boven water houden.<br />

Het pakket, dat verder bestond uit de NOW<br />

(loonsteun) en een tegemoetkoming voor vaste<br />

lasten, was succesvol: een faillissementsgolf bleef<br />

uit. Sinds oktober 2023 moeten ondernemers<br />

die van de regeling hebben gebruikgemaakt,<br />

de tijdens de coronapandemie opgebouwde<br />

belastingschulden terugbetalen. Daarvoor hebben<br />

ze vijf jaar de tijd, al kan de Belastingdienst die<br />

periode onder voorwaarden oprekken tot zeven<br />

jaar. <strong>De</strong> detailhandel heeft in heel ruime mate<br />

gebruikgemaakt van de steunmaatregel en dat was<br />

terecht, want ze moesten wekenlang verplicht hun<br />

deuren gesloten houden, mochten een tijdlang<br />

alleen open voor klanten die een afspraak hadden<br />

gemaakt en merkten dat bezoekers uit angst voor<br />

het virus de winkelstraat vermeden.<br />

> Gevolg daarvan is dat veel winkelketens de<br />

komende jaren werken voor de Belastingdienst.<br />

Medewerkers in loondienst zullen daar weinig<br />

van merken. INretail, de branchevereniging van<br />

de non-foodwinkeliers, zegt dat 40% van haar<br />

achterban serieus overweegt te stoppen. Daarnaast<br />

neemt het terugbetalen van de coronaschulden<br />

een grote hap uit het budget van winkeliers. Zo zal<br />

HEMA € 118,3 miljoen moeten overmaken aan de<br />

Belastingdienst en UWV, dat de te veel uitgekeerde<br />

NOW-subsidies terugvordert, hetgeen neerkomt<br />

op 3,5 keer de jaarwinst van 2022. Dat betekent dat<br />

de warenhuisketen de komende jaren toch minder<br />

kan besteden aan het opfrissen van winkels, het<br />

installeren van zelfscankassa’s of vernieuwing van<br />

het assortiment.<br />

> <strong>De</strong> teruglopende verkopen doen extra veel pijn<br />

doordat de kosten fors zijn gestegen. Personeel<br />

verdient meer dankzij cao-afspraken en een<br />

verhoging van het wettelijk minimumloon, de<br />

energieprijs is na de Russische inval in Oekraïne<br />

omhooggeschoten en winkelpandeigenaren mogen<br />

de huur verhogen met de inflatie. Het einde van<br />

de prijsstijgingen is bovendien nog niet in zicht. Zo<br />

stijgt op 1 januari <strong>2024</strong> het minimumloon met 3,75%<br />

en als het aan de Tweede Kamer ligt, komt daar in<br />

juni <strong>2024</strong> nog eens 1,2% bovenop.<br />

> Bedrijven die onvoldoende onderscheidend<br />

zijn ten opzichte van hun concurrenten, kunnen<br />

kostenstijgingen lastiger doorrekenen aan klanten<br />

omdat de laagste prijs in zulke situaties vaak<br />

doorslaggevend is. Hierdoor moeten zij inleveren<br />

op hun winstmarges en houden zij minder ruimte<br />

over om te innoveren in zaken als assortiment, de<br />

winkel of personeel.<br />

> Doordat grote ketens in de financiële problemen<br />

raken en verdwijnen, krijgen ook kleinere retailers<br />

het zwaar. Binnensteden bestaan idealiter uit<br />

een mix van bekende winkelketens en nieuwe,<br />

verrassende namen. Die eerste groep trekt veel<br />

bezoekers, waar de tweede groep van profiteert. <strong>In</strong><br />

potentie is het dus een probleem als grote ketens<br />

verdwijnen uit steden. Het aantal winkels in het<br />

centrum van de 17 grootste Nederlandse steden is<br />

de afgelopen 20 jaar flink afgenomen. Van 11.372<br />

detailhandelspanden in 2004 naar 8595 in 2023, een<br />

afname van bijna 25%.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 111


Verschuivingen gaan gewoon door<br />

> Consumenten kochten volgens brancheorganisatie<br />

Thuiswinkel eind 2019 18% van hun producten<br />

online; halverwege 2023 was dat al gestegen naar<br />

22%. Klanten die nog niets online kochten, gingen<br />

tijdens de lockdowns overstag – en zijn gewend<br />

geraakt aan online winkelen. Daardoor is de taart<br />

voor de stenen winkels kleiner geworden.<br />

> <strong>In</strong> de detailhandel daalt het aantal verkochte<br />

producten al maanden, blijkt uit data van het<br />

Centraal Bureau voor de Statistiek. Dankzij<br />

prijsverhogingen blijft de omzet in de sector op<br />

peil. <strong>De</strong> volumedaling laat zien dat consumenten<br />

de hand op de knip houden.<br />

Het besteedbaar<br />

inkomen van gezinnen<br />

staat onder druk.<br />

Omzetontwikkeling<br />

> <strong>De</strong> detailhandel heeft in oktober 2023 4,7% meer<br />

omgezet dan in oktober 2022, meldt het CBS. Het<br />

verkoopvolume bleef nagenoeg gelijk. <strong>De</strong> omzet<br />

van de foodsector groeide met 6,0%, en de omzet<br />

van de non-foodsector met 2,4%. Online is 2,9%<br />

meer omgezet dan een jaar eerder. <strong>De</strong> omzetcijfers<br />

zijn gecorrigeerd voor koopdagen in oktober. Op<br />

sommige dagen van de week wordt meer verkocht<br />

dan op andere dagen. Zonder deze correctie was<br />

de omzet van de detailhandel 3,9% hoger dan in<br />

oktober 2022.<br />

112<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Omzet detailhandel (koopdaggecorrigeerd)<br />

% verandering ten opzichte van voorgaande jaar<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

-5<br />

-15<br />

-10<br />

2019 2020 2021 2022 2023<br />

Bron: CBS<br />

> <strong>De</strong> omzet van de non-foodwinkels groeide in oktober 2023<br />

met 2,4%. Het volume (de voor prijsveranderingen gecorrigeerde<br />

omzet) was 0,6% lager dan een jaar eerder. <strong>De</strong> drogisterijen,<br />

de winkels in schoenen en lederwaren, de winkels in recreatieartikelen,<br />

de kledingwinkels en de winkels in meubels en<br />

woninginrichting hebben in oktober 2023 meer omgezet dan<br />

in oktober 2022. Daarentegen hebben de winkels in doe-hetzelfartikelen<br />

(inclusief keukens en vloeren) en de winkels in<br />

consumentenelektronica in oktober minder omgezet. <strong>De</strong> winkels<br />

in voedings- en genotmiddelen hebben in oktober 2023 6,0%<br />

meer omzet behaald dan in oktober 2022. Het verkoopvolume<br />

was 1,3% lager dan een jaar eerder. <strong>De</strong> omzet van de<br />

supermarkten lag 6,4% hoger, de omzet van de speciaalzaken<br />

was 3,2% hoger.<br />

Wat gebeurt er online?<br />

Online bestedingen<br />

> <strong>De</strong> online-omzet was in oktober 2023 2,9% hoger dan in<br />

oktober 2022. Webwinkels (met als hoofdactiviteit verkoop via<br />

internet) hebben 5,1% meer omgezet. <strong>De</strong> online-omzet van<br />

winkels waarvan de verkoop via het internet een nevenactiviteit<br />

is (multi-channelers), bleef nagenoeg gelijk. <strong>De</strong> online-omzet van<br />

de winkels in voedingsmiddelen en drogisterijen en de winkels<br />

in overige non-foodartikelen lag in oktober 2023 hoger dan in<br />

oktober 2022. <strong>De</strong> online-omzet van de kledingwinkels en de<br />

winkels in consumentenelektronica was lager dan een jaar eerder.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 113


Online-omzet 3 e kwartaal 2023<br />

€<br />

€ 7,4 miljard<br />

4%<br />

groei<br />

t.o.v.<br />

Q3 2022<br />

€<br />

€ 81,7 miljoen<br />

1%<br />

groei<br />

t.o.v.<br />

Q3 2022<br />

Online<br />

bestedingen<br />

(excl. verzendkosten)<br />

Nederland<br />

€ 6,5 miljard<br />

Cross-border<br />

€ 0,9 miljard<br />

Aantal<br />

online<br />

aankopen<br />

Nederland<br />

€ 72,7 miljoen<br />

Cross-border<br />

€ 9,1 miljoen<br />

Q3 2023<br />

Bestedingen<br />

Q3 2023<br />

Q3 2023 Aankopen Q3 2023<br />

Totaal<br />

aandeel online<br />

29%<br />

29%<br />

11%<br />

11%<br />

Aandeel<br />

online<br />

t.a.v. totale markt<br />

Producten<br />

22%<br />

22%<br />

9%<br />

10%<br />

Diensten<br />

86%<br />

85%<br />

85%<br />

84%<br />

Bron: Thuiswinkel Markt Monitor van Thuiswinkel.org<br />

> <strong>In</strong> totaal hebben Nederlandse consumenten in het derde kwartaal van 2023<br />

€ 7,44 miljard online uitgegeven, 4% meer dan in het derde kwartaal van 2022.<br />

<strong>De</strong>ze groei komt vooral door een stijging in online bestedingen aan diensten<br />

(+16%), aangejaagd door een groei in pakketreizen (+32%) en losse vliegtickets<br />

en accommodaties (+20%). Het totale aantal online aankopen is 81,7 miljoen<br />

(+1%). Van alle consumentenbestedingen wordt 29% online uitgegeven en 11%<br />

van alle aankopen wordt online gedaan. Waar vorig jaar in kwartaal 3 de online<br />

bestedingen aan pakketreizen en losse vliegtickets en accommodaties nog<br />

vergelijkbaar waren met die in 2019, het laatste jaar zonder COVID-19, schieten<br />

de online bestedingen aan deze categorieën in 2023 omhoog met gemiddeld<br />

24%. <strong>De</strong>ze stijging is te verklaren door een flinke toename in boekingen in<br />

september, vooral lastminutes voor de herfstvakantie. Ook zien we het<br />

zwaartepunt van de online bestedingen aan pakketreizen zich steeds meer<br />

verplaatsen naar online in plaats van fysiek. Waar in het derde kwartaal van<br />

2022 nog 78% van de bestedingen aan pakketreizen online werd gedaan, is dat in<br />

het derde kwartaal van 2023 gestegen naar 85%. Uitgaven aan losse vliegtickets<br />

en accommodaties gaan in 90% van de gevallen online.<br />

> <strong>De</strong> online bestedingen aan producten nemen iets af (-2%), terwijl het aantal<br />

online bestelde producten stabiel blijft. Het totale aantal online aankopen is<br />

81,7 miljoen en dit blijft redelijk stabiel ten opzichte van het derde kwartaal<br />

van 2022 (+1%). Categorieën waar dit kwartaal minder online aan besteed is,<br />

zijn bijvoorbeeld kleding (-13% t.o.v. 2022), consumentenelektronica (-5%) en<br />

telecom (-5%). Online bestedingen aan media en entertainment stijgen met<br />

13%, met name door de verkoop van games en gaming-accessoires.<br />

114<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


<strong>De</strong> online cross-border-bestedingen zijn gestegen<br />

met 10% ten opzichte van het derde kwartaal van<br />

2022. Dit wordt met name veroorzaakt door de<br />

bestedingen aan diensten die stijgen met 17%,<br />

wederom door uitgaven aan pakketreizen (+28%) en<br />

losse vliegtickets en accommodaties (+19%) in het<br />

buitenland. Ook de online cross-border-bestedingen<br />

aan producten groeien iets (+3%), evenals het aantal<br />

cross-border-aankopen van producten (+10%).<br />

Grote groeisegmenten hier zijn speelgoed (+66%<br />

bestedingen) en kleding (+23% bestedingen).<br />

Online aankopen van goederen<br />

of producten<br />

Streaming films<br />

<strong>In</strong>ternetabonnement<br />

Kaartjes culturele evenementen<br />

Streaming muziek<br />

E-books<br />

Online spellen, games<br />

Computersoftware<br />

> iDEAL wordt nog steeds veruit het meest<br />

gebruikt als betaalmiddel voor het doen van online<br />

aankopen, en het aandeel iDEAL-betalingen is zelfs<br />

gestegen Het aantal online aankopen afgerekend<br />

met iDEAL gaat van 69% in het derde kwartaal van<br />

2022 naar 73% in het derde kwartaal van 2023. <strong>De</strong>ze<br />

toename heeft zijn oorsprong in het toenemend<br />

aandeel van iDEAL-betalingen binnen de online<br />

bestedingen gedaan met een smartphone.<br />

Andere betaalde apps<br />

Kaartjes sportevenement<br />

Gezondheids- of sportapps<br />

0 20 40 60<br />

2021<br />

% personen ouder<br />

2023 2022 van 12 jaar of<br />

Bron: thuiswinkel.org<br />

> <strong>In</strong> het derde kwartaal van 2023 deed 88% van<br />

de Nederlanders (15+) een aankoop online, een<br />

vergelijkbaar aandeel met dat in het vorige jaar. Het<br />

aandeel online kopers dat zijn aankopen doet met<br />

een smartphone is wederom gestegen, inmiddels<br />

gaat 27% van de bestedingen via de smartphone<br />

(2 procentpunt meer dan vorig jaar) en 35% van het<br />

aantal aankopen gaat via een smartphone<br />

(1 procentpunt meer dan vorig jaar). Dit gaat met<br />

name ten koste van het gebruik van de tablet.<br />

Twinckle - top 250<br />

2022 2021 2020 2019<br />

Omzet ex btw<br />

in miljoen €<br />

Omzet<br />

aandeel<br />

tussenliggend<br />

% stijging t.o.v.<br />

voorgaand<br />

jaar<br />

Omzet ex btw<br />

in miljoen €<br />

Omzet<br />

aandeel<br />

tussenliggend<br />

% stijging t.o.v.<br />

voorgaand<br />

jaar<br />

Omzet ex btw<br />

in miljoen €<br />

Omzet<br />

aandeel<br />

tussenliggend<br />

% stijging t.o.v.<br />

voorgaand<br />

jaar<br />

Omzet ex btw<br />

in miljoen €<br />

Omzet<br />

aandeel<br />

tussenliggend<br />

% stijging t.o.v.<br />

voorgaand<br />

jaar<br />

1 4.020 -2% 4.100 24% 3.300 52% 2.170 32%<br />

1-10 11.925 -2% 12.127 25% 9.725 46% 6.653 19%<br />

1-50 19.219 7.294 -3% 19.642 7.515 25% 15.723 5.998 47% 10.721 4.068 22%<br />

1-100 22.166 2.947 17% 22.163 2.521 7% 18.081 2.358 40% 12.408 1.687 43%<br />

1-150 23.939 1.773 -14% 24.217 2.054 56% 19.398 1.317 39% 13.358 950 2%<br />

1-200 25.010 1.071 -35% 25.868 1.651 89% 20.271 873 46% 13.958 600 30%<br />

1-250 25.933 923 17% 26.656 788 24% 20.906 635 47% 14.391 433 36%<br />

Bron: Twinckle/bewerking Somfy<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 115


Voorsorteren op de toekomst<br />

Verwachtingen voor de detailhandel<br />

op korte termijn<br />

> Voor vrijwel alle sectoren binnen de dynamische<br />

detail- en groothandel verwacht Rabobank slechts<br />

een kleine groei in 2023 en <strong>2024</strong>. <strong>De</strong> consument is<br />

door een afnemende koopkracht terughoudender<br />

geworden. Dit blijkt ook uit de negatieve<br />

koopbereidheid van consumenten. Vrijwel alle<br />

deelsectoren van de (non-food)-<br />

detailhandel dalen in volume. <strong>In</strong> een paar<br />

deelsectoren gaat dit samen met een lichte<br />

omzetdaling maar vaak met een (kleine)<br />

omzetgroei. Prijsstijgingen camoufleren in de<br />

meeste gevallen dus de daling in volume. Daarnaast<br />

liet januari voor de detailhandel een bovennormale<br />

(jaar-op-jaar-)omzetgroei zien als gevolg van de<br />

lockdowns in januari 2022. Dit werkt door in het<br />

eindcijfer voor heel 2023.<br />

Omzetprognoses deelsectoren handel<br />

2022 (j-o-j, %) 2023 (j-o-j, %) <strong>2024</strong> (j-o-j, %)<br />

Autohandel en -reparatie 19,3 9,9 -1,5<br />

Gespecialiseerde autoreparatie 11,8 1,0 0,5<br />

Handel in auto-onderdelen 9,5 4,8 -2,8<br />

Handel in reparatie en motorfietsen 11,4 6,0 1,3<br />

Groothandel in landbouwproducten 23,2 0,0 4,7<br />

Groothandel in voedingsmiddelen 15,6 1,8 1,3<br />

Groothandel in non-food 8,7 3,0 2,0<br />

Groothandel in ICT-apparatuur 14,0 5,6 2,0<br />

Groothandel in industriemachines 13,9 6,6 1,8<br />

Overige gespecialiseerde groothandel 32,9 -15,9 -4,2<br />

Groothandel in bouwmaterialen 6,0 -3,5 -1,0<br />

Supermarkten 4,4 6,0 -1,0<br />

Winkels in voedingsmiddelen 2,1 3,0 1,0<br />

Winkels in consumentenelektronica 6,8 1,8 0,3<br />

Winkels in doe-het-zelfartikelen 6,9 0,6 1,3<br />

Winkels in meubels, woninginrichting algemeen 5,5 -0,2 2,3<br />

Winkels in recreatieartikelen 11,5 3,6 0,8<br />

Winkels in kleding 24,8 1,6 1,0<br />

Winkels in schoenen en lederwaren 18,9 1,7 1,0<br />

Postorderbedrijven, webwinkels -0,3 2,0 5,8<br />

Bronnen: Rabo, CBS<br />

116<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 117


Kristallen bol<br />

Zoals te doen gebruikelijk baseren we ons weer op het archief van het KNMI om een<br />

beeld op te bouwen van het weer in 2023.<br />

Voor wat betreft het aantal uren gemeten over het hele jaar blijft 2023 sterk achter bij<br />

2022 (2054 uren zon) en 2018 (2045 uren zon).<br />

Weerbeeld<br />

Maandgemiddelden<br />

temperatuur/graden Celsius<br />

aantal uren zon<br />

2023 2022 2021 2020 2019 2018 gemiddeld* 2023 2022 2021 2020 2019 2018 gemiddeld*<br />

Januari 5,8 5,3 3,4 6,2 3,5 5,6 3,6 64 59 58 40 57 50 68<br />

Februari 5,7 6,8 4,3 7,2 6,1 0,7 3,9 111 109 125 68 139 162 92<br />

Maart 7,0 7,3 6,4 6,8 8,0 4,7 6,5 120 250 158 186 129 132 145<br />

April 8,7 9,3 6,7 11,1 10,9 12,2 9,8 191 226 221 282 241 181 195<br />

Mei 13,5 14,0 11,2 13,1 11,7 16,4 13,4 255 256 200 324 223 290 225<br />

Juni 19,4 17,1 18,2 17,5 18,1 17,5 16,2 328 282 247 228 266 213 214<br />

Juli 18,1 18,6 18,0 17,0 18,8 20,7 18,3 213 258 196 209 236 341 220<br />

Augustus 17,6 20,0 16,9 20,4 18,4 18,5 17,9 209 289 170 224 248 214 205<br />

September 17,5 14,6 15,9 15,2 14,5 14,7 14,7 211 180 178 202 162 193 159<br />

Oktober 13,2 13,1 11,6 11,3 11,6 11,9 10,9 111 147 124 71 104 174 120<br />

November 7,8 8,6 7,4 8,9 6,4 6,8 7,0 67 98 68 82 77 97 70<br />

<strong>De</strong>cember 3,9 5,4 5,5 5,8 6,1 3,7 62 50 48 81 52 49<br />

Tussentelling 41,6 40,4 36,1 41,7 40,7 46,1 39,4 774 764 668 834 730 684 634<br />

<strong>In</strong>dicator/3 jaar 0,35 0,34 0,28 0,34 0,34 0,30<br />

<strong>In</strong>dicator/10 jaar 1,06 1,03 0,92 1,22 1,21 1,05<br />

* 10-jarig gemiddelde over het tijdvak 2013-2022 Bron: KNMI/bewerking Somfy<br />

> Toch lezen we in de grafiek ook iets anders en dat<br />

heeft betrekking op de periode die we in de branche<br />

‘het hoogseizoen’ noemen. Zowel de gemiddelde<br />

temperatuur als het aantal uren zon in die periode<br />

in 2023 liggen boven het 3 jaars- en boven het 10<br />

jaarsgemiddelde. Voor de gemiddelde temperatuur<br />

eindigt 2023 als het beste jaar sinds 2017 met alle<br />

indicatoren en waardes op het hoogste niveau. Kijken<br />

we naar het aantal uren zonneschijn, dan eindigt<br />

2023 in de betreffende periode op de op een na beste<br />

plaats, maar op gepaste afstand achter 2020.<br />

> Juni was de warmste junimaand ooit gemeten en lag<br />

qua temperatuur ruim boven de andere recordjaren<br />

(2021 18,2 graden Celsius en 2019 18,1 graden Celsius).<br />

<strong>De</strong> maand september was de op een na warmste septem<br />

bermaand ooit gemeten (2006: 17,9 graden Celsius)<br />

> Ook wat neerslag betreft was 2023 een bijzonder<br />

jaar, al zat het venijn een beetje in de staart. Met<br />

een gemeten hoeveelheid regen die twee keer<br />

zo groot was als normaal was oktober de natste<br />

oktobermaand sinds 1906. Ook november deed<br />

wat dat betreft een duit in het zakje; het was de<br />

derde natste maand ooit gemeten, overigens maar<br />

fractioneel onder het recordjaar 1977.<br />

118<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 119


Specifieke invloeden<br />

> Ieder jaar spelen er wel een aantal specifieke<br />

elementen die (mogelijk) van invloed zijn op het<br />

niveau van de activiteiten in de markt. Doorgaans<br />

zijn het elementen waarvan de voorspelbaarheid<br />

laag is. We hebben er ook voor <strong>2024</strong> een aantal<br />

geïdentificeerd. <strong>In</strong> vergelijking met verstoringen<br />

die we hebben meegemaakt in recente voorgaande<br />

jaren (corona, verstoring wereldwijde logistieke<br />

ketens, energieprijzen) is onze inschatting dat de<br />

gevolgen van de volgende verstoringen voor <strong>2024</strong><br />

minder drastisch zullen zijn.<br />

Veranderingen in politiek <strong>De</strong>n Haag<br />

> <strong>De</strong> verkiezingen eind vorig jaar lieten een aardverschuiving<br />

zien binnen het electoraat. Het meest<br />

voor de hand liggende gevolg is het ontstaan van een<br />

rechts (gedoog)kabinet onder leiding van de PVV.<br />

> Veel oude rotten stappen uit de politiek of zijn<br />

al uit het zicht verdwenen. Dat geeft ruimte voor<br />

nieuwe inzichten en een nieuwe aanpak. Daar<br />

was al enige tijd behoefte aan, echter bij nieuwe<br />

gezichten ontbreekt dan vaak weer de nodige<br />

ervaring die nodig is voor stabiliteit.<br />

<strong>De</strong> nieuwe Tweede Kamer<br />

Zetelverdeling<br />

> Met een beetje goede wil hebben we aan het einde<br />

van het voorjaar een nieuwe regering die vanuit de<br />

coalitie onderhandelingen gelijk aan de voorbereiding<br />

van Prinsjesdag kan beginnen, onderbroken door<br />

een zomerreces. Het lijkt niet waarschijnlijk dat een<br />

nieuwe regering voor het einde van <strong>2024</strong> aan het<br />

implementeren van nieuw beleid toe gaat komen.<br />

> <strong>In</strong> feite zal <strong>2024</strong> beleidsmatig een verloren jaar<br />

zijn, waarvan de eerste helft wordt ingevuld door<br />

het demissionaire kabinet, waaruit steeds meer<br />

bewindvoerders zullen wegvallen omdat zij andere<br />

missies verkiezen boven het afwerken van lopende<br />

dossiers. Het zal kantje boord worden of Mark<br />

Rutte ook tot het rijtje van vervroegde afzwaaiers<br />

gaat behoren. Zijn recentelijke internationale<br />

optredens verraden een ambitie op Europees<br />

niveau of zelfs groter. Enfin, we gaan het allemaal<br />

zien. Het is in ieder geval heel wel mogelijk dat hij<br />

in april in de voetsporen van de vroegere minister<br />

Luns gaat treden.<br />

> <strong>In</strong> een ander scenario is er onvoldoende binding<br />

tussen de vier kandidaten over rechts en zal er een<br />

andere oplossing gevonden moeten worden. Er zijn<br />

drie opties: een minderheidskabinet over rechts, een<br />

vermoedelijk zeer instabiel compromis in het midden<br />

of nieuwe verkiezingen. <strong>In</strong> het laatste geval blijft<br />

Nederland tot het einde van <strong>2024</strong> zonder regering.<br />

> Hoe dan ook: beleidsmatig zal <strong>2024</strong> niet het jaar<br />

van de grote veranderingen worden. Overigens<br />

helpt dat de internationale concurrentiepositie<br />

van ons land op de middellange termijn niet echt<br />

vooruit. Dat is geen goed nieuws, want we verliezen<br />

in behoorlijk tempo terrein.<br />

Bron: Tweede Kamer der Staten-Generaal<br />

> Nemen we de laatste vijf formaties als uitgangspunt<br />

dan zouden er toch snel vijf maanden nodig zijn<br />

voor het vormen van een nieuwe regering.<br />

<strong>In</strong>stabiele regio’s en (handels)oorlogen<br />

> Helaas is de situatie in Israël, na een groot aantal<br />

jaren van relatieve rust, sinds oktober 2023 weer<br />

totaal ontspoord. Aangespoord en ondersteund<br />

door Iran is Hamas uit op een kettingreactie waarbij<br />

vele landen betrokken zullen worden. Amerika<br />

kan zich niet afzijdig houden en probeert uit alle<br />

120<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


macht Israël in toom te houden. Eind december<br />

waarschuwt Israël het buurland dat de toenemende<br />

raketbeschietingen vanuit Libanon door de<br />

Hezbollah-beweging moeten stoppen op straffe van<br />

een inval in dat land. Libanon is totaal verziekt door<br />

corruptie, politiek ontwricht, nog steeds overvol<br />

met vluchtelingen uit Syrië en heeft een failliete<br />

overheid. Oorlog is dus wel het laatste dat het land<br />

kan gebruiken. Over Syrië gesproken: ook dat land<br />

ligt totaal in puin. Toch worden er ook vanuit Syrië<br />

beschietingen uitgevoerd op Israël, met militaire<br />

vergeldingen vanuit Israël tot gevolg.<br />

> <strong>De</strong> directe betrokkenheid van Europa is en<br />

blijft relatief klein. Wel zijn er invloeden op<br />

het internationale scheepvaartverkeer die<br />

kostenverhogingen teweegbrengen en de<br />

aanvoerlijnen beïnvloeden. Omdat de wereldhandel<br />

in <strong>2024</strong> niet overmatig zal zijn, is er voldoende<br />

capaciteit om langere transporttijden in te vullen.<br />

Alles bij elkaar is de impact op ons land in <strong>2024</strong><br />

relatief gering.<br />

> Veel dichter bij huis: Oekraïne. Op de militaire<br />

kaarten is er eigenlijk niet zo heel veel gewijzigd<br />

in 2023. Schijn bedriegt! <strong>De</strong> politieke steun in<br />

het Westen voor verdere financiële steun aan<br />

Oekraïne brokkelt in rap tempo af en dus drogen<br />

de geldstromen op. Oorlog voeren is kostbaar en<br />

Oekraïne is simpelweg niet in staat dit op eigen<br />

houtje lang vol te houden. Sluwe vos Poetin krijgt<br />

zijn oorlogseconomie steeds beter op orde en<br />

heeft een bijna onuitputtelijke bron van financiële<br />

middelen die vrijkomen door de verkoop van<br />

olie aan Azië en Afrika. Daar waar hij zijn eigen<br />

wapens of munitie niet krijgt geproduceerd kan<br />

hij aankloppen bij Noord-Korea, dat geld voor de<br />

opbouw van zijn eigen strijdmacht en nucleaire<br />

wapens goed kan gebruiken. Stelselmatig vernietigt<br />

Poetin ook de infrastructuur van het hele land,<br />

inclusief de hoofdstad Kiev.<br />

> Het heeft er alle schijn van dat de operatie in<br />

Gaza pas stopt als alle infrastructuur is vernietigd<br />

en de toekomst voor de 2 miljoen inwoners<br />

totaal verdwenen is. Militaire operaties van Israël<br />

in Libanon en Syrië zullen eerst in omvang en<br />

hevigheid toenemen, is de verwachting. Koren<br />

op de molen van Teheran, dat uit is op een totale<br />

ontwrichting van de regio. Het beeld hier is<br />

niet gunstig: grote kans op uitbreiding, geen zicht<br />

op oplossingen en dus instabiliteit in ieder geval<br />

voor heel <strong>2024</strong>.<br />

> Het front zal in <strong>2024</strong> wellicht niet heel veel<br />

verschuiven, maar de kans dat het Westen deze<br />

oorlog als verloren beschouwt is inmiddels tot<br />

ver boven de 50% gestegen. <strong>De</strong> Baltische staten<br />

en Finland kunnen hun borst natmaken; zij<br />

komen langzaam binnen het schootsveld. Het is<br />

allemaal een kwestie van tijd. <strong>De</strong> biologische klok<br />

van Poetin begint ook mee te spelen trouwens.<br />

Voor de energievoorziening is Europa nauwelijks<br />

meer afhankelijk van Rusland. Er zijn andere<br />

oplossingen gevonden die in de praktijk ook<br />

werken. <strong>De</strong> klimaatverandering werkt voorlopig<br />

mee. Conclusie: de economische gevolgen voor<br />

Nederland, met uitzondering van immigratie, zijn<br />

naar verwachting klein in <strong>2024</strong>.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 121


Verkiezingsjaar <strong>2024</strong><br />

> <strong>In</strong> <strong>2024</strong> gaat meer dan de helft van de wereld naar de<br />

stembus, iets dat nog nooit eerder is voorgekomen. <strong>In</strong><br />

veel landen is een periode van verkiezingen veelal een<br />

tijd van afwachten en onzekerheid ten aanzien van<br />

consumptieve bestedingen. Dat komt het herstel van<br />

de economie niet ten goede.<br />

> Verreweg de belangrijkste verkiezingen worden<br />

eind <strong>2024</strong> gehouden in de VS. Op <strong>2024</strong> zullen deze<br />

geen heel grote invloed meer hebben. Kiezers lijken<br />

een tweede termijn voor president Biden niet echt<br />

een optie te vinden. Trump, hoewel druk met zijn<br />

rechtszaken, toont nog steeds vechtlust en men<br />

kan hem nog niet afschrijven.<br />

Wetgeving<br />

> Vanwege het enorme woningtekort in Nederland<br />

staat woningbouw hoog op de politieke agenda.<br />

Sinds de verkiezingen is het een beetje stil<br />

geworden rond minister <strong>De</strong> Jonge.<br />

> <strong>De</strong> minister wil met extra regie zorgen dat in de<br />

zeventien al bestaande NOVEX-gebieden voor<br />

grootschalige woningbouw de potentie voor<br />

nieuwe woningen nog meer wordt benut. Regio’s<br />

waar daarvoor mogelijkheden worden gezien,<br />

zijn Eindhoven, de Stedendriehoek, Twente,<br />

Zuid-Limburg en Groningen-Assen-Emmen.<br />

<strong>De</strong>ze zoekgebieden staan ook genoemd in de<br />

contourennotitie van de Nota Ruimte. Bij de<br />

vast stelling van de Nota Ruimte in <strong>2024</strong> zullen<br />

de nieuwe grootschalige woningbouwlocaties<br />

worden aangewezen.<br />

> Tot nu toe blijkt het allemaal nog niet met<br />

een sneltreinvaart te gaan als het gaat om het<br />

realiseren van de geplande woningbouw. Ruimte,<br />

vergunningen, betaalbaarheid, aanbod afgestemd<br />

op de vraag, alles is een uitdaging.<br />

Verduurzaming<br />

Klimaatdoelen<br />

> Willen landen de opwarming van de aarde<br />

beperken tot 1,5 ºC in deze eeuw, dan moeten<br />

regeringen dit jaar radicale keuzes maken om<br />

broeikasgassen terug te dringen. Het klimaat<br />

moet vooropstaan in alle beslissingen die landen<br />

nu nemen, anders is het in 2015 afgesproken<br />

klimaatdoel ten dode opgeschreven, zo waarschuwt<br />

het nieuwste rapport van de Verenigde Naties (VN).<br />

> Nederland is redelijk op gang gekomen, boekt<br />

vooruitgang, maar loopt ook tegen achterstanden<br />

op. Van een demissionair kabinet is weinig nieuwe<br />

regelgeving te verwachten. Hoe het nieuwe kabinet<br />

aan zal kijken tegen het klimaat is vooralsnog een<br />

groot vraagteken. Mocht het een kabinet onder<br />

Wilders worden, dan hoeven we ook in 2025 geen<br />

echte versnelling te verwachten.<br />

> Regelgeving ten spijt, veel mensen zijn zich toch<br />

wel bewust geworden van de klimaatverandering.<br />

Consumptiepatronen zullen veranderen,<br />

deels ingegeven door de gevolgen van de<br />

klimaatverandering. <strong>De</strong> branche heeft daarin ook<br />

een opgave te vervullen. Dynamische zonwering<br />

is een must voor de toekomst. Er ligt een grote<br />

opgave te wachten om de producten beter te<br />

vermarkten. <strong>De</strong> verwachtingen op middellange en<br />

lange termijn blijven onverminderd gunstig. Lopen<br />

de temperaturen verder op, dan worden de kansen<br />

beter.<br />

Wegwerpmaatschappij<br />

> <strong>De</strong> wegwerpmaatschappij vormt om verscheidene<br />

redenen een steeds groter probleem; met name<br />

in de productiefase en de afdankfase is er sprake<br />

van negatieve effecten zoals milieuvervuiling,<br />

122<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 123


Ongetwijfeld<br />

zal er vroeg of laat<br />

regelgeving ontstaan<br />

die ook de<br />

zonweringsbranche<br />

gaat treffen.<br />

gezondheidsproblemen, CO2-uitstoot, uitputting<br />

van natuurlijke grondstoffen en uitbuiting van<br />

arbeidskrachten. Al deze effecten vormen een<br />

bedreiging voor de leefbaarheid van onze planeet.<br />

> Ongetwijfeld zal er vroeg of laat regelgeving<br />

ontstaan die ook de zonweringsbranche gaat treffen.<br />

Hoewel de milieudruk van deze producten relatief<br />

klein is, ontstaan er regels in andere sectoren voor<br />

het gebruik van materialen die in de zonweringsbranche<br />

ook gebruikt zullen gaan worden.<br />

Reguliere variabelen voor<br />

activiteiten in de branche<br />

> Buiten specifieke (incidentele) gebeurtenissen<br />

en oorzaken zijn er een aantal meer voor de<br />

hand liggende variabelen die in hun onderlinge<br />

samenhang bepalend zijn voor het niveau van de<br />

activiteiten in de branche. Veel variabelen zijn in<br />

de voorgaande hoofdstukken al uitgebreid aan de<br />

orde geweest. <strong>In</strong> een aantal gevallen verwijzen we<br />

terug naar verhandelingen in voorgaande edities.<br />

<strong>De</strong> relevante factoren laten we hier even kort de<br />

revue passeren, specifiek in hun samenhang met de<br />

activiteiten in de branche.<br />

Weerbeeld: temperatuur,<br />

aantal uren zon, seizoenpatroon<br />

> Het weer heeft de branche de afgelopen jaren<br />

flink geholpen. Zowel voor wat betreft het aantal<br />

uren zon als de temperaturen heeft het weer<br />

de branche echt de helpende hand toegestoken.<br />

Statistisch gezien zouden we wat weer betreft in<br />

<strong>2024</strong> wel eens een wat minder jaar kunnen hebben.<br />

Macrofactoren: economische groei,<br />

inflatie, rente en besteedbaar inkomen<br />

> Mede door ingrijpen van de ECB is de groei van<br />

de economie tot stilstand gekomen. Het ligt niet in<br />

de lijn der verwachtingen dat de ECB de rente voor<br />

medio <strong>2024</strong> laat zakken. Mocht dat toch gebeuren,<br />

dan zal de groei pas weer vaart krijgen in 2025 en<br />

dat zal in het begin slechts op zeer bescheiden<br />

schaal zijn. Wel komt de inflatie, vooropgesteld<br />

124<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


dat er nergens nieuwe schokgolven ontstaan,<br />

min of meer op het gewenste niveau terug,<br />

ergens in de tweede helft van <strong>2024</strong>. <strong>De</strong> rente zal<br />

gemiddeld iets boven die in 2023 uitkomen, maar<br />

gaat vanaf de tweede helft van <strong>2024</strong> weer dalen,<br />

zeer waarschijnlijk in heel kleine stapjes. Zonder<br />

nieuwe ingrepen die de premie- of belastingdruk<br />

verhogen ontstaat er een beetje meer ruimte; het<br />

besteedbaar inkomen zal iets stijgen.<br />

Huizenmarkt: volume en prijsniveau<br />

> <strong>De</strong> situatie op de huizenmarkt is verrassend<br />

robuust gebleven. Natuurlijk is er een dip in de<br />

verkopen geweest vanaf de tweede helft van 2022,<br />

maar aan het einde van 2023 zien we tekenen<br />

van herstel. Het aanbod is nog steeds te klein en<br />

er wordt weer in grote mate overboden op de<br />

vraagprijs, al lijken de bedragen minder extreem<br />

dan voorheen. Nieuwbouw wil nog steeds niet<br />

vlotten in de mate waarin gewenst, maar ook<br />

hier helpt het dat de hypotheekrente en de inflatie<br />

weer zakken. Al met al zijn de vooruitzichten voor<br />

<strong>2024</strong> niet slecht.<br />

Consument:<br />

vertrouwen en besteedbaar inkomen<br />

> Het afgelopen jaar wist de detailhandel zijn omzet<br />

redelijk op orde te houden, niet qua volume, maar<br />

door het doorberekenen van prijsverhogingen.<br />

Het onderliggende beeld is echter helemaal niet<br />

gunstig. Het aantal vestigingen daalt al een heel<br />

lange periode, ondanks een toename van het<br />

aantal inwoners van ons land. Het winkelaanbod<br />

verschraalt ten gunste van ketens.<br />

> <strong>In</strong>middels zijn er evenveel webshops als fysieke<br />

winkels. <strong>De</strong> lijnen hebben elkaar gekruist in 2023.<br />

Hoewel ook de omzetgroei voor internetverkopen<br />

in 2023 onder druk heeft gestaan, lijkt de opmars<br />

ervan nog steeds niet te stoppen. <strong>De</strong> omzetstijging<br />

in 2023 is met name prijsgedreven, net als in de<br />

detailhandel overigens.<br />

> Het consumentenvertrouwen is in 2023 het<br />

hele jaar historisch laag geweest, maar is wel aan<br />

de beterende hand, gedreven door teruglopende<br />

inflatie, een rente die niet verder op lijkt te lopen<br />

en een lichte verbetering die zich aftekent op de<br />

huizenmarkt. Er lijkt in <strong>2024</strong> ruimte te komen voor<br />

verder herstel.<br />

> <strong>In</strong> 2023 is een einde gekomen aan de afbetalingstermijnen<br />

van belastingschulden die zijn ontstaan<br />

tijdens de coronaperiode. Talloze bedrijven zijn niet<br />

in staat gebleken binnen de gestelde termijnen te<br />

betalen en dus zijn er afgelopen jaar weer een groot<br />

aantal spraakmakende faillissementen geweest.<br />

Er zijn geen redenen om aan te nemen dat dit beeld<br />

in <strong>2024</strong> zal veranderen.<br />

> <strong>De</strong> teruglopende koopkracht (niveau inflatie<br />

boven de loonontwikkeling) heeft de consumptieve<br />

uitgaven in 2023 zeker gedrukt. Voor <strong>2024</strong> is zeer<br />

waarschijnlijk het tegenovergestelde het geval.<br />

<strong>De</strong> lonen zullen nog doorstijgen als gevolg van<br />

(hoge) inflatiecorrecties gebaseerd op voorgaand<br />

jaar, terwijl voor de inflatie een veel milder niveau<br />

wordt verwacht. Per saldo is hier een gunstig<br />

effect te verwachten.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 125


Vooruitzichten zonweringsbranche<br />

Zakelijke en particuliere markt<br />

> Voor de zakelijke markt maken we onderscheid<br />

tussen enerzijds de budgetgedreven segmenten<br />

zoals zorg en onderwijs en anderzijds de sectoren<br />

die meer afhangen van macro-economische<br />

omstandigheden zoals kantoren.<br />

> Budgetgedreven sectoren zijn relatief stabiel,<br />

worden veelal gedreven door bevolkingsomvang en<br />

-samenstelling en kennen dus een lange sinusgolf.<br />

<strong>De</strong> budgetten voor onderwijs hebben de neiging te<br />

verschuiven naar salarissen vanwege spanning op de<br />

arbeidsmarkt. Dat helpt niet echt. <strong>De</strong> kosten voor<br />

zorg moeten verder naar beneden omdat ze op lange<br />

termijn niet houdbaar zijn voor de maatschappij.<br />

Als gevolg daarvan daalt het aantal ziekenhuizen,<br />

evenals het gemiddelde aantal ziekenhuisdagen per<br />

opname. Ook voor de ouderen is het beleid gericht<br />

op een toekomst waarin mensen zo lang mogelijk<br />

thuisblijven, ofwel de markt wordt ingevuld door<br />

commerciële alternatieven.<br />

> Kijken we naar gebouwen voor de commerciële<br />

sector, dan zijn er twee belangrijke trends te<br />

bespeuren. Als gevolg van de conjunctuur is de<br />

markt al sinds 2022 aan het verslappen. Dat effect<br />

zal ook het komende jaar merkbaar zijn. Daarnaast<br />

is er toch ook wel goed nieuws. <strong>De</strong> verplichte<br />

certificering van bestaande gebouwen maakt het<br />

noodzakelijk dat er een inhaalbeweging zal moeten<br />

worden gemaakt als het gaat om het verduurzamen<br />

van bestaande gebouwen.<br />

> Voor de sector over de gehele linie dus een<br />

minder gunstig beeld.<br />

Markt voor buitenzonwering- en leven<br />

> Wij denken dat het beter is om de markt te<br />

splitsen in twee delen, waarin de dynamiek zeker<br />

niet gelijk is. Dat zien we ook terug in de cijfers over<br />

de afgelopen jaren.<br />

> Zonwering aan de gevel van gebouwen wordt<br />

inmiddels volledig gedomineerd door de (ZIP-)<br />

screens. Uitvalzonwering is bijna niet meer van deze<br />

tijd en traditiegetrouw worden rolluiken met name<br />

in het zuiden van Nederland verkocht en langs de<br />

grens met Duitsland. Toch mogen we de rolluiken<br />

niet verwaarlozen. <strong>De</strong> volumes zijn ondanks de<br />

markt relatief goed overeind gebleven. Ook op<br />

andere plaatsen zien we rolluiken meer gewoon<br />

worden in het straatbeeld: veiligheid en comfort<br />

(geluiddemping) zijn belangrijke aankoopmotieven<br />

geworden, die ook blijvend zijn.<br />

> <strong>De</strong> markt voor buitenleven is significant<br />

geïmplodeerd. Mede door exorbitante<br />

prijsverhogingen in met name de periode 2021-<br />

2023 zijn hele subsegmenten kopers totaal<br />

afgehaakt en zijn de volumes in alle segmenten,<br />

maar met name in terrasoverkappingen, enorm<br />

gekrompen, in 2023 al snel met meer dan 30%.<br />

Dit wordt niet alleen veroorzaakt door de prijzen,<br />

maar ook door de dynamiek op de huizenmarkt,<br />

de groei van de economie die tot stilstand komt,<br />

lagere bonussen aan werknemers en de hogere<br />

rente (minder aantrekkelijk om hypotheken over te<br />

sluiten), en is ook een correctie op de vraag tijdens<br />

de coronajaren.<br />

> Wij verwachten dat de gevelzonwering in<br />

volume stabiel tot licht negatief zal zijn. Dat is<br />

overigens historisch gezien op een heel hoog<br />

niveau (referentiejaar 2019). Voor buitenleven<br />

is de verwachting eigenlijk niet anders, al is dat<br />

dus op een veel lager niveau. <strong>De</strong> prijzen voor de<br />

consument zullen zeer waarschijnlijk moeten<br />

zakken om de markt op korte termijn weer in een<br />

nieuwe groeifase te krijgen. Op de middellange<br />

termijn speelt dat veel minder; naarmate de<br />

economie en de huizenmarkt weer op gang komen<br />

is er geen reden om de toekomst voor deze<br />

producten niet ook zonnig in te zien.<br />

126<br />

<strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> |


Markt voor raamdecoratie<br />

> Het volume op de markt heeft een cyclisch<br />

karakter en steunt op de macro-omstandigheden<br />

en de huizenmarkt. Het is dan ook niet verwonderlijk<br />

dat het volume in 2023 een behoorlijke<br />

daling heeft moeten ondergaan (minus 10-15%).<br />

Bovendien speelt er voor de branche een ander<br />

fenomeen mee; de volumes zijn al een paar jaar<br />

behoorlijk aan het verschuiven. Fysieke winkels<br />

leveren in en ‘in home’-shopping wint terrein.<br />

Een niet te onderschatten trend. Tegelijkertijd<br />

voltrekken zich twee andere fenomenen met de<br />

snelheid van het licht: consolidatie van fabrikanten<br />

en grensoverschrijdend verkeer van producten.<br />

<strong>De</strong> productie vindt voor verreweg het grootste<br />

deel plaats buiten Nederland.<br />

| <strong>De</strong> branche in <strong>2024</strong> 127


Somfy Nederland BV<br />

Jacobus Ahrendlaan 1<br />

Postbus 163<br />

2130 AD Hoofddorp<br />

Tel. +31 (0)23 55 44 900<br />

info.nl@somfy.com<br />

www.somfy.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!