You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
wetenschapsblad OLVG jaargang 16 | no. 2 | <strong>september</strong> <strong>2023</strong><br />
WETENSCHAP<br />
@OLVG<br />
Verpleegkunde<br />
Hiv-onderzoek<br />
toen en nu<br />
Gevormd door een betrokken<br />
patiëntengroep<br />
Abstract<br />
Maagverkleining in<br />
dagbehandeling:<br />
een cohort van 500<br />
patiënten<br />
Bijzonder hoogleraar<br />
ziekenhuispsychiatrie<br />
Birit Broekman:<br />
‘Samenwerken is de sleutel<br />
tot succes’<br />
Zorginnovatie<br />
Artificial Intelligence<br />
op de Intensive Care
In deze editie<br />
4<br />
Hiv-onderzoek<br />
toen en nu<br />
Interview<br />
6<br />
Toen begin jaren ’80 de eerste mensen met hiv in OLVG kwamen,<br />
overleden uiteindelijk de meesten aan het virus. Sindsdien<br />
is er veel veranderd: er is nu een goede, gebruiksvriendelijke<br />
behandeling waardoor mensen met hiv een normale<br />
levensverwachting hebben. Internist Kees Brinkman neemt<br />
ons mee in de ontwikkelingen die hiervoor hebben gezorgd.<br />
Birit Broekman is bijzonder hoogleraar ziekenhuispsychiatrie<br />
aan het AUMC, locatie VU en OLVG. Ze hield haar<br />
oratie getiteld ‘ Conceptie van Connecties, Samenspel van<br />
lichaam en geest in context’ op 8 <strong>september</strong>. Ze vertelt<br />
over haar achtergrond, onderzoek en motivatie. ‘Samenwerken<br />
is de sleutel tot succes’.<br />
Fotovraag<br />
Waarom heeft deze wasbak<br />
een sticker?<br />
Dit is een punt waarop binnen OLVG gescreend kan worden<br />
op legionella in de waterleiding. Door de sticker kan het<br />
punt makkelijk geregistreerd worden<br />
Legionellae zijn bacteriën. Zij zijn lastig te zien onder de<br />
microscoop en moeilijk te kweken. Voor de mens is het<br />
type L. pneumophila serotype 1a het meest gevaarlijk, deze<br />
veroorzaakt longontsteking bij met name oudere mensen.<br />
Het bijzondere van deze bacteriën is dat ze goed kunnen overleven en verschuilen<br />
in andere eencellig wezens zoals amoeben en macrofagen (zie afbeelding).<br />
Legionella vermenigvuldigt en verspreidt vanuit aerosolen ontstaan in watersystemen<br />
waarin de temperatuur tussen de 20 en 50 graden is. Bijvoorbeeld<br />
douchekoppen (geen kranen), tuinslangen, maar ook koeltorens op daken. Binnen<br />
onder andere ziekenhuizen wordt legionella voorkomen door het water te<br />
kweken. Dit is in de wet geregeld na een grote uitbraak in Bovenkarspel in 1999<br />
(21 doden bij 188 opgenomen patiënten).<br />
Demonstratie van Act Up, New York 1988. Foto: Clay Walker<br />
WETENSCHAP@OLVG • 2
Redactioneel<br />
Tijd<br />
AI op de IC<br />
20<br />
Santeon ziekenhuizen, met OLVG voorop, implementeren<br />
samen met partner PacMed een voorspelmodel<br />
op basis van Artificial Intelligence (ook kunstmatige<br />
intelligentie of AI genoemd), op de IC in OLVG, locatie<br />
oost. Wij waren benieuwd wat de reden hiervoor was,<br />
hoe dit werkt en hoe de toekomst eruit ziet. Reinier<br />
Crane, intensivist, gaf ons de antwoorden.<br />
En verder<br />
8 Abstract: Maagverkleining in dagbehandeling: een<br />
cohort van 500 patiënten<br />
9 Kwartet onderzoekers<br />
14 In de schijnwerpers<br />
15 Abstract: Effect van oefeninterventie op cognitie<br />
na voorbijgaande ischemische aanval of kleine<br />
beroerte<br />
16 Multicenter studies: twee voorbeelden<br />
17 In het kort: Journals en ChatGPT<br />
17 Column Rudolf Poolman: ChatGPT<br />
18 Epidemiologica: Confounding<br />
20 Terugblik carrière KNO arts Nico de Vries<br />
21 Tips van de monitor<br />
21 Wetenschapsweek<br />
23 In het kort: Wetenschappelijk jaarverslag 2022<br />
24 Fondsenwerving<br />
De meeste mensen die ik spreek zouden wel iets<br />
meer tijd willen hebben. Op het werk zouden<br />
zorgprofessionals meer tijd aan wetenschap willen<br />
besteden en vrienden zoeken juist vaker meer<br />
tijd voor hobby’s. In de zorg zijn we ook op zoek<br />
naar een nieuwe balans: we willen voldoende tijd<br />
voor de patiënt en de beste behandelingen leveren,<br />
terwijl er relatief steeds minder mensen in de<br />
zorg werken. Het is mooi om te zien dat we in het<br />
ziekenhuis ook wetenschappelijk onderzoek doen<br />
naar nieuwe manieren van zorg leveren. Zoals het<br />
artikel van Suzanne Kleipool die heeft onderzocht<br />
onder welke voorwaarden een maagverkleining<br />
veilig in een dagbehandeling kan worden uitgevoerd.<br />
Tijd kan ook worden bespaard door het inzetten<br />
van artificial intelligence. Het afgelopen jaar hebben<br />
deze ontwikkelingen een vlucht genomen, ook<br />
in de zorg. In deze editie lezen we over de implementatie<br />
van een beslissingsondersteuning op de<br />
IC. ChatGPT kan ondersteunen bij het schrijven.<br />
In combinatie met mindmapping kan dit veel opleveren<br />
voor een onderzoeksteam, zo beschrijft<br />
Rudolf Poolman. Informatiespecialist Chantal den<br />
Haan schoolt ons bij over de huidige regelgeving<br />
van ChatGPT als medeauteur van artikelen.<br />
Tenslotte besteden we aandacht aan een het begin<br />
en einde van een tijdperk voor twee van onze<br />
hoogleraren. Prof. dr. Birit Broekman (psychiatrie)<br />
sprak haar rede uit in <strong>september</strong>, en prof. dr. Nico<br />
de Vries (KNO) nam afscheid van zijn klinische<br />
taken.<br />
Het is weer een editie met voldoende inspiratie en<br />
mooie verhalen, ik hoop dat u de tijd vindt om dit<br />
blad van voor tot achter te lezen!<br />
Helemaal achterin vindt u namelijk dé advertentie<br />
om donateur te worden of ons onderzoek eenmalig<br />
te steunen. Belangrijk, want ons onderzoek is<br />
afhankelijk van subsidies. Via deze weg proberen<br />
wij steeds meer onderzoek mogelijk te maken. Uw<br />
steun helpt!<br />
Diana van Rooijen,<br />
hoofd wetenschap en<br />
hoofdredacteur<br />
WETENSCHAP@OLVG • 3
Historie<br />
Hiv-onderzoek<br />
toen en nu<br />
Gevormd door een betrokken patiëntengroep<br />
Kees Brinkman, Simone Priester-Vink<br />
Geschiedenis van OLVG en hiv<br />
Hiv is het virus dat aids veroorzaakt. Hiv<br />
breekt stap voor stap het afweersysteem<br />
af dat je lichaam heeft opgebouwd<br />
om je te beschermen tegen allerlei virussen<br />
en bacteriën. De eerste mensen met<br />
hiv presenteerden zich begin jaren ’80 in<br />
OLVG. Hiervan overleden de meesten de<br />
eerste vijftien jaar in een ziekenhuisbed.<br />
Dat waren vooral jonge mensen. Mannen<br />
die seks hebben met mannen en<br />
drugsgebruikers vormden de grootste<br />
risicogroepen. Amsterdam was destijds<br />
de gay capital van Europa en er werd<br />
veel drugs gebruikt in de hoofdstad, dus<br />
het was logisch dat veel mensen met hiv<br />
in ons stadsziekenhuis terecht kwamen.<br />
Het AMC heeft zich die eerste periode<br />
als expertisecentrum ontwikkeld. OLVG<br />
is altijd betrokken geweest, vanwege de<br />
grote hoeveelheid mensen met hiv op<br />
het spreekuur en in de kliniek.<br />
Hoewel het AMC in de jaren ’80 en ‘90<br />
het belangrijkste hiv-centrum was,<br />
verschoof dit vanaf 2000 naar OLVG.<br />
Mensen met hiv uit de stad wilden liever<br />
ziekenhuisafspraken dichterbij huis en<br />
het OLVG bood meer persoonlijke zorg<br />
en deed ook aan onderzoeken mee met<br />
nieuwste medicatie.<br />
Behandeling en onderzoek<br />
vroeger<br />
In 1987 kwamen de eerste ‘hiv-remmers’<br />
op de markt. Sinds die tijd is er veel onderzoek<br />
gedaan om te bepalen hoe je<br />
hiv het beste kan behandelen. Aanvankelijk<br />
was dit met maar één medicijn.<br />
Later werden dat er twee. Deze middelen<br />
hadden nog veel bijwerkingen en<br />
er trad snel resistentie op. In 1996 werd<br />
bekend dat drie medicijnen tegelijk de<br />
beste behandeling bood. Zodanig goed<br />
zelfs dat je hiv volledig kunt onderdrukken,<br />
waarmee de weerstand weer kan<br />
verbeteren en hiv-gerelateerde klachten<br />
daarmee nauwelijks meer optreden<br />
We deden aanvankelijk onderzoek bij<br />
mensen met hiv die op sterven lagen.<br />
Toen waren we al blij als mensen door<br />
de behandeling langer bleven leven.<br />
Door ontwikkelingen en verbeteringen<br />
Poster van Act Up, ontwerp Gran Fury, 1987<br />
in de medicijnen, konden we verder kijken:<br />
hoe kon de behandeling nog beter<br />
en met name veiliger?<br />
De ontwikkeling stopte niet. Aanvankelijk<br />
moesten mensen met hiv veel pillen<br />
per dag slikken. Door betere samenwerking<br />
van fabrikanten werd het mogelijk<br />
om meerdere medicijnen te combineren<br />
in 1 pil, welke maar 1x per dag ingenomen<br />
moest worden.<br />
Tegenwoordig hebben mensen nauwelijks<br />
bijwerkingen van hun medicatie.<br />
We zijn daarom gaan kijken naar gebruiksgemak:<br />
hoe makkelijk is het om<br />
de medicijnen iedere dag in te nemen?<br />
Dan is één pil per dag veel beter dan<br />
drie. Aan de stapjes naar betere en gebruiksvriendelijkere<br />
medicijnen zijn gerandomiseerde<br />
studies voorafgegaan,<br />
waar OLVG vaak aan meedeed. Brinkman:<br />
‘Dit deden we met twee redenen:<br />
het vooruitbrengen van de wetenschap<br />
en het opdoen van ervaring met nieuwe<br />
medicijnen in een hele vroege fase.’<br />
Behandeling en onderzoek nu en<br />
in de toekomst<br />
Op dit moment is er een heel goede<br />
behandeling voor hiv, die ook gebruiksvriendelijk<br />
is. Hierdoor hebben mensen<br />
met hiv een levensverwachting die niet<br />
meer verschilt van mensen zonder hiv.<br />
Het onderzoek concentreert zich nu op<br />
de mogelijkheid om in plaats van het<br />
innemen van een dagelijkse pil, de patient<br />
één keer in de zoveel tijd een injectie<br />
toe te dienen.<br />
Hoewel er binnen OLVG steeds minder<br />
gerandomiseerde studies plaatsvinden<br />
op het gebied van hiv, blijven we<br />
zoeken naar de beste behandelopties.<br />
Het hiv-centrum in OLVG heeft gekozen<br />
daarbij ook naar de prijs te kijken en<br />
te kiezen voor goedkopere variant hivmedicatie<br />
met dezelfde werkzaamheid.<br />
Brinkman: ‘We vinden het onze maatschappelijke<br />
verantwoordelijkheid om<br />
op de prijs van medicatie te letten.’ Er<br />
staan inmiddels meer dan 800 mensen<br />
op deze relatief nieuwe pil, wat al snel<br />
een kostenbesparing van €3,6 miljoen<br />
WETENSCHAP@OLVG • 4
Demonstratie van Act Up, New York 1988. Foto: Clay Walker<br />
per jaar oplevert.<br />
OLVG registreert alle mensen met hiv<br />
in een landelijke database: de stichting<br />
hiv-monitoring. Daardoor staan<br />
nu 24.000 mensen geregistreerd in die<br />
landelijke database. Studenten die in<br />
het OLVG hun wetenschappelijke stage<br />
doen kunnen deze database gebruiken<br />
om bijvoorbeeld bijwerkingen op te zoeken<br />
en hun scriptie te schrijven.<br />
Andere typen onderzoek bij<br />
mensen met hiv<br />
Toen de coronavaccinaties beschikbaar<br />
kwamen is het plan ontstaan om te<br />
monitoren of dit vaccin bij mensen die<br />
leven met hiv net zo goed werkt als bij<br />
anderen. Brinkman: ‘Uit oudere studies<br />
is bekend dat mensen met hiv slechter<br />
op vaccins reageren’. Met hiv-experts<br />
uit Leiden en Rotterdam hebben snel<br />
een studie opgezet, waarbij OLVG een<br />
mooie ZonMW subsidie kreeg toegewezen.<br />
Uit het onderzoek bleek dat mensen<br />
met hiv een extra boostervaccinatie<br />
nodig hebben om goed beschermd<br />
te zijn tegen corona.’<br />
Mensen met hiv hebben vaak te maken<br />
met stigma en vinden het soms moeilijk<br />
om naar het ziekenhuis te komen. Het<br />
blijkt dat ze zich juist in ziekenhuizen<br />
gediscrimineerd voelen, bijvoorbeeld<br />
als ze opgenomen worden op een verpleegafdeling.<br />
Daarom is in OLVG een<br />
gedragsinterventie gestart waarbij<br />
gekeken wordt wat verbeterd kan worden<br />
in de bejegening van de patiënt en<br />
welke scholing voor personeel daarvoor<br />
ingezet kan worden. Als ziekenhuis wil je<br />
immers zorgen dat de patiënt zich altijd<br />
welkom voelt. Het OLVG nam hierin een<br />
leidende rol.<br />
Patiëntenparticipatie<br />
OLVG heeft op het gebied van hiv-onderzoek veel samengewerkt met patiëntenverenigingen.<br />
Dit heeft onder andere gezorgd dat er in zo’n stroomversnelling<br />
een effectieve behandeling was. Mensen met hiv waren betrokken bij<br />
het ontwikkelen van de studies. Toen eind jaren ‘80 de eerste behandelingen<br />
beschikbaar kwam, wilde de fabrikanten dit niet direct in grote hoeveelheden<br />
beschikbaar stellen, maar rustig de tijd nemen om dit te registreren. Toen zijn<br />
de mensen met hiv heel boos geworden en hebben zich georganiseerd. Dat was<br />
een groep van mannen die seks hadden met mannen. Aanvankelijk gebeurde<br />
dit vooral in de Verenigde Staten maar het sloeg al snel over naar Europa en<br />
dus ook naar Nederland. Zo’n organisatie was o.a. Act up. De groep mensen met<br />
hiv is dus bovengemiddeld activistisch en als er een nieuw medicijn kwam, dan<br />
wilden ze heel graag betrokken raken. Dit was en is ook zo in OLVG. We hebben<br />
een hele actieve patiëntengroep die over alles wil meedenken, en kennis heeft<br />
van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van hiv-onderzoek. Dat maakt<br />
het ook wel weer een andere vorm van zorg en onderzoek doen. Brinkman: ‘Deze<br />
betrokken groep mensen met hiv heeft het hiv-onderzoek echt gevormd.’<br />
WETENSCHAP@OLVG • 5
Interview<br />
Samenwerken, verbinden<br />
en buiten hokjes denken<br />
Birit Broekman is bijzonder hoogleraar<br />
ziekenhuispsychiatrie aan het AUMC, locatie VU en<br />
OLVG. Ze hield haar oratie getiteld ‘ Conceptie van<br />
Connecties, Samenspel van lichaam en geest in<br />
context’ op 8 <strong>september</strong>. We spraken met haar over<br />
haar carrière, haar onderzoeken en de noodzaak van<br />
samenwerken en verbinden.<br />
Manja Herrebrugh<br />
: Tijdige aandacht<br />
voor psychiatrische<br />
problematiek betaalt<br />
zich terug<br />
Je hebt een mooie carrière in<br />
de geneeskunde. Hoe is dit ooit<br />
begonnen?<br />
‘Eigenlijk weet ik al vanaf kinds af aan<br />
dat ik dokter wilde worden. Toch was<br />
het een weerbarstige route: ik werd vier<br />
keer uitgeloot voor geneeskunde. In<br />
de tussentijd ben ik psychologie gaan<br />
studeren. Hele interessante studie, en<br />
doordat ik daar wat minder collegeuren<br />
had, kon ik genieten van mijn<br />
studententijd. Nadat ik afgestuurd was<br />
in de psychologie ben ik alsnog geneeskunde<br />
gaan doen.’<br />
Wist je toen dat je de psychiatrie<br />
in zou gaan?<br />
‘Nee, tijdens mijn geneeskunde studie<br />
wilde ik neuroloog worden. Tijdens mijn<br />
keuze coschappen merkte ik dat ik<br />
de patiënten met neurologisch beeld<br />
maar een psychiatrische oorzaak mij<br />
het meest boeiden. Na mijn opleiding<br />
heb ik huisartsgeneeskunde overwogen,<br />
omdat ik zoveel aspecten van het<br />
geneeskunde interessant vond, maar<br />
uiteindelijk besloot ik psychiater te worden<br />
en ging ik in opleiding bij het AMC.<br />
Daar heb ik tot de dag van vandaag<br />
geen spijt van!’<br />
Wow, dat begint met een<br />
aanloop. Maar toen was je er<br />
nog niet..<br />
‘Tijdens mijn opleiding ben ik begonnen<br />
met een promotietraject. Ik was bijna<br />
klaar met mijn opleiding, toen mijn man<br />
een fantastische werkaanbieding kreeg<br />
vanuit zijn bedrijf: hij kon naar Azië. We<br />
hebben flink gewikt en gewogen, want<br />
ik wilde ook graag in het AMC blijven.<br />
Uiteindelijk zijn we naar Singapore verhuisd.<br />
Daar moest ik (weer) een jaar<br />
wachten tot alle papieren waren goedgekeurd.<br />
In de tussentijd heb ik veel<br />
onderzoek gedaan en tenslotte ben ik<br />
erkend als specialist.’<br />
Een gedurfde stap, zo ‘midden<br />
in’ je carrière<br />
‘Achteraf ben ik heel blij met die keuze.<br />
Ik heb mooie kansen gekregen: er was<br />
veel onderzoeksgeld én ik kon klinisch<br />
werken. Er werden belangrijke onderzoekers<br />
ingevlogen waar ik mee kon<br />
samenwerken. We zijn er tien jaar gebleven,<br />
maar wilden toen toch terug<br />
om onze kinderen in Nederland te laten<br />
opgroeien. Ik solliciteerde vanuit Singapore<br />
en werd aangenomen bij het voormalig<br />
Vrije Universiteit Medisch Centrum<br />
(VUmc). Toen de plek van Adriaan<br />
Honig vrijkwam stimuleerden collega’s<br />
mij om de stap te maken.’<br />
: Ik zie het als mijn<br />
rol om psychesoma<br />
onderzoek te<br />
stimuleren<br />
Waarom vind jij<br />
ziekenhuispsychiatrie zo<br />
belangrijk?<br />
‘De levensverwachting van mensen<br />
neemt toe en daarmee ook toename<br />
van stress gerelateerde ziektes, zoals<br />
depressie, hart- en vaatziekten, obesitas<br />
et cetera. Een aanzienlijke groep<br />
heeft zowel kwetsbaarheden op psychisch<br />
als somatisch vlak. En die groep<br />
zie je veel in het ziekenhuis: twintig tot<br />
dertig procent heeft zowel een psychiatrische<br />
als somatische diagnose. Voor<br />
patiënten met onvoldoende verklaarde<br />
lichamelijke klachten is dat zelfs dertig<br />
tot zestig procent. Dit leidt tot meer<br />
complicaties en hoge ziektekosten. Tijdige<br />
aandacht voor psychiatrische problematiek<br />
in het ziekenhuis betaalt zich<br />
uiteindelijk terug, zowel in uitkomsten<br />
en patiënt-tevredenheid als kosten.’<br />
Wat voor soort onderzoek doe<br />
je?<br />
‘Ziekenhuispsychiatrie houdt zich bezig<br />
met de verstoring in relaties tussen<br />
lichaam, geest en de context. Door de<br />
verbinding van deze drie domeinen<br />
heeft onderzoek binnen de ziekenhuispsychiatrie<br />
per definitie baat bij teambased<br />
science: dat je met elkaar en<br />
vanuit diverse perspectieven (transdisciplinair)<br />
onderzoek doet. Ik zie het als<br />
mijn rol om psyche-soma onderzoek te<br />
WETENSCHAP@OLVG • 6
stimuleren over de diverse somatische<br />
vakgebieden heen, ziekenhuis-breed.’<br />
Je werkt dus veel samen met<br />
andere afdelingen?<br />
‘Jazeker, ziektebeelden houden zich<br />
niet aan de grenzen van een specialisme.<br />
Neem bijvoorbeeld nefrologie: met<br />
Carl Siegert en de ‘DIVERS onderzoeksgroep’<br />
kijken we naar angst en depressie<br />
bij dialyse patiënten en hoe dit de<br />
morbiditeit en mortaliteit beïnvloedt.<br />
Andere voorbeelden zijn onderzoek met<br />
de gynaecologie, interne geneeskunde<br />
en orthopedie. Maar ook het Santeon<br />
verband biedt veel kansen voor ziekenhuis-overstijgend<br />
onderzoek. In de<br />
academische ziekenhuizen heb je soms<br />
meer expertise op een specifiek gebied,<br />
in de perifere ziekenhuizen zitten de patiëntenstromen.<br />
Samenwerken is echt<br />
de sleutel tot succes.’<br />
Hoe ziet dat er in de praktijk uit?<br />
‘Een concreet voorbeeld zijn ‘geïntegreerde<br />
poliklinieken’, in OLVG, in de<br />
vorm van de Psychiatrie-, Obstetrie-,<br />
Pediatrie- (POP) poli, de Hormonale<br />
Ontregeling Problematiek (HOPP) poli<br />
en de Multidisciplinaire Overgangs<br />
Problematiek Poli (MOPP) poli. Dit zijn<br />
poliklinieken waarbij we met verschillende<br />
specialisten tegelijkertijd de<br />
patiënt zien. Bij de MOPP poli behandelen<br />
we bijvoorbeeld vrouwen in de<br />
peri-menopauze. Naast climacterische<br />
klachten, waarvoor soms hormoon behandeling<br />
nodig is, ervaren ze ook veel<br />
slaap-en stemmingsklachten. Als je<br />
dat tegelijkertijd aanpakt heb je betere<br />
uitkomsten.’<br />
Prof dr. Birit Broekman<br />
Heb je nog opvallende<br />
bevindingen uit de onderzoeken<br />
die je hebt lopen?<br />
‘Dat zijn er meerdere, maar als ik er nu<br />
zo eentje bedenk is dat het onderzoek<br />
dat ik met behulp van de Veni beurs<br />
doe. Daar onderzoek ik, samen met<br />
promovenda Margot Morssinkhof, de<br />
effecten van exogene geslachtshormonen<br />
op slaap en stemming. Dit doen we<br />
in transgender personen die cross hormoon<br />
therapie krijgen. Bij deze groep<br />
kun je goed meten wat voor invloed<br />
geslachtshormonen hebben op stemming<br />
en slaap, los van het biologische<br />
geslacht.’<br />
Interessant! Wat kwamen jullie<br />
te weten?<br />
‘Het chronotype – het tijdstip waarop<br />
je het meest actief en werkzaam bent –<br />
verplaatst. Biologische vrouwen, die van<br />
nature eerder slaperig worden, kregen<br />
na gebruik van mannelijke hormonen<br />
een later chronotype. Bij biologische<br />
mannen die vrouwelijk hormoon kregen<br />
was dat precies andersom. Ook hebben<br />
we slaap gemeten. Daarin zie je dat<br />
er veranderingen optreden in de remslaap<br />
en de slowwave slaap. Tenslotte<br />
zagen we dat biologische vrouwen die<br />
mannelijke hormonen kregen meer last<br />
hadden van somberheid dan andersom.<br />
Waarschijnlijk speelt hierbij mee dat<br />
het vrouwenbrein sensitiever is voor<br />
hormoonschommelingen, omdat vrouwen<br />
daar vanaf hun pubertijd mee te<br />
maken hebben.’<br />
Laatste, praktische vraag. Je<br />
hebt ook een ervaringsdeskundige<br />
in je onderzoeksteam, heb<br />
je tips hoe je dat als onderzoeker<br />
aanvliegt?<br />
‘Dat is inderdaad heel waardevol. We<br />
doen het onderzoek voor onze patiënten.<br />
Zij kunnen als geen ander wijzen op<br />
“blinde vlekken” die je als behandelaar<br />
hebt, of vragen net anders stellen. Belangrijk<br />
is om hierin te investeren: neem<br />
die persoon serieus en geef waardering<br />
in de vorm van erkenning (auteurschap<br />
bijvoorbeeld) en salaris voor de tijd en<br />
energie die diegene erin stopt. Daar<br />
moet je dus bij het aanvragen van je<br />
subsidie al rekening mee houden!’<br />
WETENSCHAP@OLVG • 7
Abstract<br />
Maagverkleining in dagbehandeling:<br />
een cohort van 500 patiënten<br />
Suzanne Kleipool, arts-onderzoeker chirurgie<br />
Inleiding<br />
Wereldwijd is er een toenemend aantal<br />
mensen met morbide obesitas. Een<br />
maagverkleiningsoperatie (bariatrische<br />
chirurgie) is de meest effectieve<br />
manier om deze ziekte te behandelen.<br />
Met het toenemend aantal operaties,<br />
de hoge druk op de ziekenhuizen door<br />
de COVID-pandemie en de huidige<br />
personeelstekorten moeten we zoeken<br />
naar nieuwe manieren om deze zorg uit<br />
te kunnen voeren. Daarom is OLVG in<br />
2020 als eerste ziekenhuis in Nederland<br />
gestart met maagverkleiningsoperaties<br />
in dagbehandeling. Het doel van deze<br />
studie was om te onderzoeken of bariatrie<br />
in dagbehandeling veilig is voor een<br />
geselecteerde groep patiënten.<br />
Methode<br />
In dit onderzoek werden laag-risico<br />
patiënten geselecteerd voor een laparoscopische<br />
Roux-en-Y Gastric Bypass<br />
(LRYGB). Er waren strikte criteria voor<br />
goedkeuring voor ontslag in dagbehandeling,<br />
waaronder normale vitale<br />
waarden en een stabiel hemoglobine.<br />
Patiënten werden uitgebreid voorgelicht<br />
over potentiele complicaties. De<br />
primaire uitkomstmaat was het aantal<br />
succesvolle operaties in dagbehandeling<br />
zonder heropname binnen 48 uur.<br />
Resultaten<br />
In OLVG werden 500 patiënten geïncludeerd<br />
voor een LRYGB in dagbehandeling,<br />
waarvan 465 patiënten (93.0%)<br />
succesvol met ontslag gingen. Er werden<br />
21 patiënten (4.5%) heropgenomen<br />
binnen 48 uur na de operatie. Dit resulteerde<br />
in een succespercentage dagbehandeling<br />
van 88.8% zonder heropname<br />
binnen 48 uur.<br />
Van de geïncludeerde patiënten bleven<br />
35 (7%) patiënten overnachten in<br />
het ziekenhuis. De meest voorkomende<br />
redenen voor overnachtingwaren misselijkheid<br />
(n=7) en afwijkende vitale<br />
waarden (n=7). Van de heropgenomen<br />
patiënten binnen 48 uur hadden dertien<br />
patiënten rectaal bloedverlies of<br />
bloedbraken. Zij hadden wel stabiele<br />
vitale waarden en werden conservatief<br />
behandeld (Clavien-Dindo 1 of 2). Drie<br />
patiënten werden heropgenomen vanwege<br />
een naadlekkage waarvoor zij<br />
geopereerd werden (Clavien-Dindo 3b).<br />
De overige vijf patiënten werden heropgenomen<br />
vanwege buikpijn, koorts<br />
of slikproblemen, waarvoor zij geen behandeling<br />
nodig hadden (Clavien-Dindo<br />
1). Er waren geen ernstige complicaties<br />
gerelateerd aan bloedingen en geen<br />
mortaliteit.<br />
Conclusie<br />
Het uitvoeren van bariatrie in dagbehandeling<br />
is veilig, mits patiënten zorgvuldig<br />
worden geselecteerd en strikte<br />
ontslagcriteria worden gehanteerd. Patiënten<br />
moeten laagdrempelig worden<br />
heropgenomen bij klachten, om de impact<br />
van complicaties te verminderen.<br />
Daarnaast is het cruciaal om patiënten<br />
goed voor te lichten.<br />
Bariatrie in dagbehandeling is een<br />
veelbelovend nieuw zorgpad, dat kan<br />
bijdragen aan het toekomstbestendig<br />
houden van de zorg in deze tijden van<br />
toenemende vraag en verminderde<br />
ziekenhuiscapaciteit.<br />
Originele artikel: Same‐Day Discharge After Laparoscopic<br />
Roux‐en‐Y Gastric Bypass: a Cohort of<br />
500 Consecutive Patients<br />
Gepubliceerd in Obesity Surgery op 24 januari<br />
<strong>2023</strong>. Artikel beschikbaar via: https://rdcu.be/<br />
c36qs<br />
Suzanne C. Kleipool 1 ; Leontien M. G. Nijland 1 ; Steve<br />
M. M. de Castro 1 ; Marlou Vogel 2 ; H. Jaap Bonjer 3 ;<br />
Hendrik A. Marsman 1 ; Pim W. J. van Rutte 1 ; Ruben N.<br />
van Veen 1<br />
1. Afdeling chirurgie, OLVG<br />
2. Afdeling anesthesiologie, OLVG<br />
3. Afdeling chirurgie, Amsterdam UMC<br />
WETENSCHAP@OLVG • 8
Kwartet onderzoekers<br />
Hoe is het om onderzoek te doen in OLVG? Vier onderzoekers<br />
vertellen erover.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 9
Kwartet onderzoekers<br />
Welke spoeling beter bij heupprothese:<br />
Chloorhexidine of Betadine<br />
Hoe ben je met dit onderzoek gestart?<br />
Dat gaat terug naar mijn stage Bewegingswetenschappen<br />
in 2020. Toen was er een pilot van<br />
CTcue in OLVG. Voor mijn stage heb ik uitgezocht<br />
of we CTcue konden gebruiken voor onderzoek<br />
binnen de orthopedie. Zo ja, hoe nauwkeurig<br />
is het? Aangezien ik toen veel ervaring<br />
had met CTcue vroegen we ons af welke vragen<br />
we hier nog meer mee konden beantwoorden en<br />
hebben een subsidieaanvraag ingediend bij het<br />
innovatiefonds. De intra-operatieve spoeling is<br />
een variabele die al in die oude database zat en<br />
waar ik in het nieuwe project mooi mee verder<br />
kon werken.<br />
Samenvatting onderzoek<br />
Na het plaatsen van een heupprothese en voor<br />
het dichtmaken van de huid wordt de prothese<br />
gespoeld, om een infectie te voorkomen. Dit<br />
heet ‘intra-operatieve’ spoeling. Het doel van<br />
dit onderzoek was om het effect van intra-operatieve<br />
spoeling met Betadine en Chloorhexidine<br />
te vergelijken. Hiervoor zijn de dossiers<br />
van 2414 patiënten (2670 heupen) doorzocht<br />
middels CTcue. Van alle patiënten die tussen<br />
2016 en 2022 een heupprothese hebben gekregen<br />
in OLVG is het type intra-operatieve spoeling<br />
en het optreden van een infectie bepaald.<br />
Het bleek dat het aantal infecties steeg in de<br />
periode dat Betadine werd gebruikt. Inmiddels<br />
wordt er weer gespoeld met Chloorhexidine en<br />
gaat het aantal infecties omlaag. Dit zou kunnen<br />
komen door het spoelmiddel, al kan niet<br />
uitgesloten worden dat andere factoren mogelijk<br />
ook een rol spelen.<br />
Ariena Rasker, onderzoeker<br />
Orthopedie<br />
Ariena won met haar<br />
onderzoek en presentatie<br />
de onderzoeksprijs<br />
tijdens de<br />
wetenschapsweek<br />
Take-home<br />
message<br />
Dankzij nauwkeurige<br />
registratie<br />
en vlotte data<br />
extractie met<br />
CTcue, kunnen<br />
we het aantal<br />
prothese infecties<br />
monitoren en<br />
direct inspelen<br />
op verandering<br />
van factoren.<br />
: ik weet zeker dit ten goede<br />
komt aan de patiënt en<br />
zorg hier in OLVG<br />
Hoe kijk je terug op de afgelopen jaren<br />
onderzoek doen?<br />
Ik heb al bij veel verschillende onderzoeken en in<br />
veel verschillende fasen van onderzoek ondersteund.<br />
Het is de afwisseling en het werken met<br />
CTcue wat het zo leuk maakt. Als ik eind van de<br />
dag een uurtje over heb ga ik nog even lekker<br />
‘CTcue-en’. Ik help ook regelmatig collega’s van<br />
andere afdelingen met CTcue, via ons project<br />
unit-overstijgende ondersteuning. Het is heel<br />
leuk om een kijkje in de keuken te nemen bij een<br />
andere afdeling en te zien wat voor interessant<br />
onderzoek zij doen. Hier leer ik zelf ook veel van.<br />
Waar ben je het meest trots op?<br />
Dankzij mijn onderzoek hebben we nu een goede<br />
prothese infectie registratie in OLVG. Samen<br />
met de medische microbiologie, infectiepreventie<br />
en adviseurs kwaliteit orthopedie hebben<br />
wij een mooi clubje, waarmee we het aantal<br />
infecties structureel monitoren. Misschien is het<br />
ook mogelijk om de prothese infectie registratie<br />
met behulp van CTcue uit te breiden naar andere<br />
afdelingen. Ook gaan we de data landelijk<br />
benchmarken, om onze cijfers te vergelijken met<br />
andere ziekenhuizen en patiëntenpopulaties.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 10
Kwartet onderzoekers<br />
Psychologische gevolgen<br />
voor vaders bij embryoreductie<br />
Hoe kijk je terug op je<br />
promotieonderzoek tot nu toe?<br />
Ik combineer mijn promotieonderzoek met<br />
werken in de kliniek. Dat ging in het begin met<br />
ups en downs doordat je nog je weg moet vinden.<br />
Maar nu ben ik op een punt dat ik goed<br />
weet wat ik doe, bij wie moet ik zijn voor welke<br />
vraag en wie mij waarbij kan helpen. Ik durf<br />
nu ook makkelijker op iemand af te stappen<br />
als ik ergens niet uit kom.<br />
Wat heb je geleerd van onderzoek<br />
doen?<br />
Heel veel over mijn onderwerp (meerlingzwangerschappen)<br />
natuurlijk. Daarnaast heb<br />
ik door het doen van kwalitatief onderzoek<br />
veel geleerd over gesprekstechnieken. Hoe ga<br />
je ouders die mogelijk ernstige complicaties<br />
hebben meegemaakt te woord staan? In het<br />
Samenvatting onderzoek<br />
Een meerlingzwangerschap is geassocieerd<br />
met medische risico’s voor moeder en kind.<br />
In de vroege zwangerschap kan nagedacht<br />
worden over vermindering van het meerlingaantal,<br />
embryoreductie genoemd. Er is weinig<br />
bekend over de (psychologische) gevolgen<br />
van deze beslissing. De impact op vaders is<br />
niet eerder onderzocht. In dit kwalitatieve onderzoek<br />
hebben twaalf semigestructureerde<br />
interviews plaatsgevonden met vaders van<br />
een drielingzwangerschap één tot zes jaar<br />
na embryoreductie of het behouden van een<br />
drielingzwangerschap. Vaders na embryoreductie<br />
kunnen worstelen met gevoelens van<br />
twijfel of spijt. Vaders na een doorgaande<br />
drielingzwangerschap ervaren een periode<br />
van hoge stress de eerste jaren na de geboorte,<br />
met potentiële gevolgen voor hun<br />
mentale gezondheid. In de toekomst kan betere<br />
begeleiding bijdragen aan de emotionele<br />
verwerking van vaders in het keuzeproces<br />
rond embryoreductie en daarna.<br />
Petra van Baar, ANIOS<br />
Verloskunde en Gynaecologie<br />
OLVG/PhD Candidate<br />
Amsterdam UMC<br />
Petra won met haar poster<br />
over dit onderzoek de<br />
posterprijs tijdens de Wetenschapsdag.<br />
Take-home<br />
message<br />
Betere begeleiding<br />
in het keuzeproces<br />
rond embryoreductie<br />
en in de periode<br />
daarna kan bijdragen<br />
aan de emotionele<br />
verwerking<br />
van vaders in dit<br />
proces.<br />
: ik wilde me hard maken<br />
voor het doen van een<br />
kwalitatief onderzoek<br />
begin heb ik meegekeken hoe de gynaecoloog<br />
(copromotor Marielle van Pampus) het<br />
gesprek deed. Later heb ik zelf ook gesprekken<br />
uitgevoerd onder supervisie. Daar heb<br />
ik echt enorm veel van geleerd. Vooral dat je<br />
niet meteen alle vragen moet willen stellen en<br />
eigenlijk meer achterover moet gaan zitten.<br />
Op deze manier luisteren naar de patiënt, pas<br />
ik nu ook in de kliniek toe.<br />
Waar ben je het meest trots op?<br />
Ik denk toch vooral het onderzoek dat focust<br />
op de psyche bij ouders van meerlingzwangerschappen.<br />
Toen we aan de tekentafel zaten<br />
met mijn onderzoeksgroep, was eerst het plan<br />
om met name kwantitatief onderzoek te gaan<br />
doen. Toen ik zelf nadacht over meerlingzwangerschappen,<br />
de risico’s en wat het allemaal<br />
voor ouders betekent, wilde ik me hard maken<br />
voor het doen van een kwalitatief onderzoek.<br />
Ik had daar nog geen ervaring in en wist ook<br />
niet hoe ik dat moest gaan aanpakken. Gelukkig<br />
heb ik daar veel hulp bij gehad.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 11
Kwartet onderzoekers<br />
Activisme en gezondsheidsbevordering<br />
in de zorg<br />
Hoe ben je in dit promotieonderzoek<br />
terechtgekomen?<br />
Fedde Scheele is mijn promotor. Toen ik<br />
startte met mijn promotietraject zochten<br />
we naar raakvlakken. Een van zijn onderzoeksrichtingen<br />
is de maatschappij en zelf<br />
ben ik politiek actief. Op het thema activisme<br />
raken onze passies elkaar. We zien het<br />
belang in van artsen die zich meer uitspreken<br />
en een rol voor ‘activisme competenties’<br />
in de geneeskunde opleiding.<br />
Hoe kijk je terug op je<br />
promotieonderzoek tot nu toe?<br />
Ja, ontzettend goed. We hebben wekelijks<br />
overleg met ons promovendi team. We zijn<br />
allemaal met andere vraagstukken bezig,<br />
maar vaak loop je op het gebied van onderzoek<br />
tegen dezelfde punten aan, daar<br />
: Op het thema van<br />
activisme raakten onze<br />
passies elkaar<br />
Samenvatting onderzoek<br />
Efraïm’s onderzoek richt zich op activisme en<br />
gezondheidsbevordering in de zorg. Wat is het<br />
proces tot het worden van een activist? Hoe<br />
kunnen we ervoor zorgen dat zorgprofessionals<br />
zich meer uitspreken? Voor zijn eerste onderzoek<br />
heeft hij deze doelgroep geïnterviewd.<br />
Wat zijn succesfactoren en waar zit de weerstand?<br />
Voor Efraïm’s tweede onderzoek (nog<br />
niet gepubliceerd) interviewde hij bestuurders<br />
van ziekenhuizen. Hij vroeg wat ze doen met<br />
mensen in hun organisaties die een andere<br />
mening hebben, die zich uitspreken. Bovendien<br />
heeft het onderzoeksteam een cursus<br />
gemaakt voor zorgprofessionals waarmee ze<br />
zich trainen in de competenties die nodig zijn<br />
om jezelf in actie te zetten en uit te spreken.<br />
Deze is afgerond en er wordt nu geëvalueerd<br />
of en op welke manier? mensen zijn gegroeid<br />
op deze competenties.<br />
Efraïm Hart, Promovendus<br />
activisme in de<br />
zorg, adviseur Medische<br />
Opleidingen Leerhuis,<br />
Arts Menopauze<br />
Take-home<br />
message<br />
Competenties<br />
horend bij activisme<br />
kan je<br />
leren ontwikkelen.<br />
Je uitspreken<br />
over zaken<br />
die je belangrijk<br />
vindt kunnen de<br />
dagelijkse praktijk<br />
en de zorgontwikkeling<br />
ten<br />
goede komen.<br />
sparren we binnen het team over. De open<br />
cultuur vind ik fijn in het OLVG. Afgelopen<br />
jaren heb ik ook wel andere dingen over<br />
de sfeer in de onderzoekswereld gelezen.<br />
Mooi dat ik niks herken van die vervelende<br />
verhalen.<br />
Wat is de grootste uitdaging binnen<br />
je onderzoek?<br />
Het begrip activisme is een vies woord geworden.<br />
Mensen denken hierbij aan een<br />
vrouw met een bontjas die verf over zich<br />
heen krijgt. Radicaal activisme is één vorm,<br />
maar niet de enige. In mijn eerste onderzoek<br />
zagen we dat succesvol activisme bij artsen<br />
constructiever is. Af en toe een stevige uitspraak<br />
doen, maar wel samenwerken met<br />
het systeem. Met mijn huidige onderzoek<br />
herkaderen we het begrip. We laten zien<br />
dat activisme ook positief kan zijn, dat het<br />
gebruikt kan worden om doelen te bereiken,<br />
juist in de zorg.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 12
Kwartet onderzoekers<br />
Biomarkers om ernst van obstructieve<br />
slaapapneu in kaart te brengen<br />
Hoe ben je bij dit promotieonderzoek<br />
terechtgekomen?<br />
Ik heb mijn semiarts stage bij de KNO-Heelkunde<br />
in OLVG gelopen. Ik wilde kijken of<br />
ik echt KNO-arts wilde worden en de stage<br />
werkte bevestigend. Toen heb ik hier gesolliciteerd.<br />
Een aantal jaar geleden is er een<br />
samenwerking tussen OLVG en het Dasman<br />
: ik heb geleerd om nog<br />
sneller te schakelen<br />
Diabetes Instituut in Koeweit tot stand gekomen.<br />
Zij zijn experts op het gebied van<br />
biomarkers. Door die samenwerking zijn er<br />
projecten ontstaan waardoor ik mijn promotietraject<br />
kon starten. Dit doe ik in combinatie<br />
met een functie als ANIOS KNO.<br />
Samenvatting onderzoek<br />
Het onderzoek gaat over biomarkers bij obstructieve<br />
slaapapneu (OSA). Voor diagnostiek<br />
en monitoring gebruiken we nu een slaapregistratie,<br />
met als gouden standaard een polysomnografie.<br />
Het inplannen van die onderzoeken<br />
is een logistieke uitdaging: er is een beperkte<br />
capaciteit, de onderzoeken zijn vrij invasief voor<br />
de patiënt en zijn relatief duur. Mickey is op zoek<br />
naar een alternatieve methode, in het specifiek<br />
naar biomarkers die iets zeggen over de ernst<br />
van OSA en het beloop hiervan. Biomarkers<br />
zijn meetbare indicatoren die iets zeggen over<br />
processen in het lichaam. Gedurende de nacht<br />
kan een zuurstoftekort in het lichaam zorgen<br />
voor verschillende biologische reacties. We verwachten<br />
dat bepaalde biomarkers afwijken van<br />
normaal.<br />
Mickey Leentjens,<br />
promovendus en ANIOS<br />
KNO<br />
Take-home<br />
message<br />
Biomarkers zouden<br />
een goed alternatief<br />
kunnen<br />
zijn om de ernst<br />
van obstructieve<br />
slaapapneu in<br />
kaart te brengen.<br />
Dit zou de patiënt<br />
dure en invasieve<br />
onderzoeken kunnen<br />
besparen.<br />
Wat heb je van je onderzoek<br />
geleerd?<br />
De KNO is een dynamisch en daadkrachtig<br />
vak, en dat geldt minstens net zo zeer voor de<br />
mensen die er werken. Op onze researchkamer<br />
is dat niet anders. Ik heb geleerd om nog<br />
sneller te schakelen, waarbij ik niet moet vergeten<br />
te communiceren met mijn omgeving.<br />
Daarnaast heb ik natuurlijk inhoudelijk veel<br />
geleerd over de diagnostiek en behandeling<br />
van obstructieve slaap apneu (OSA) – met in<br />
het bijzonder de rol van biomarkers bij OSA.<br />
Waar ben je trots op?<br />
In januari heb ik twee presentaties op een<br />
KNO-congres in Dubai mogen geven. Dat<br />
was een mooie ervaring. Na de vele online<br />
ontmoetingen, kon ik de onderzoekers van<br />
het Dasman Diabetes Instituut in Koeweit<br />
nu voor het eerst fysiek de hand schudden.<br />
Doordat mijn copromotor Madeline<br />
Ravesloot handig gebruik maakte van deze<br />
situatie, werd er een aanpassing gedaan in<br />
het programma die dag. Ik heb mijn onderzoek<br />
mogen delen met een internationaal<br />
publiek dat in getal iets groter was dan het<br />
achterafzaaltje waar ik in eerste instantie op<br />
rekende.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 13
In de schijnwerpers<br />
OLVG wint Ben<br />
Willem Mol prijs<br />
OLVG heeft op het landelijke<br />
Congres Zorgevaluatie de<br />
Ben Willem Mol prijs in ontvangst<br />
mogen nemen voor<br />
beste deelnemende centrum<br />
aan zorgevaluatieonderzoek.<br />
Deze prijs is vorig jaar voor<br />
het eerst uitgereikt en vernoemd<br />
naar Ben Willem Mol,<br />
professor in de Verloskunde<br />
en Gynaecologie die tevens<br />
een van de grondleggers was<br />
van zorgevaluatie onderzoek<br />
in Nederland. De winnaars<br />
krijgen een Delfts Blauw tegeltje<br />
met daarop de gevierde<br />
uitspraak van professor<br />
Ben Willem Mol “Een dag niet<br />
gerandomiseerd is een dag<br />
niet geleefd”. Randomiseren<br />
is het willekeurig of met loting<br />
toewijzen van patiënten aan<br />
onderzoeksgroepen.<br />
OLVG werd geprezen voor het<br />
grote aantal geïncludeerde<br />
patiënten bij verschillende<br />
vakgroepen, voor studies die<br />
op andere plekken zijn opgezet.<br />
Het is nadrukkelijk een<br />
prijs voor alle mensen binnen<br />
het ziekenhuis die hard werken<br />
om patiënten te includeren<br />
en aan veel verschillende<br />
zorgevaluaties meedoen; de<br />
medische vakgroepen en alle<br />
ondersteuners (medisch specialisten,<br />
verpleegkundigen,<br />
researchmedewerkers, et<br />
cetera).<br />
Het tegeltje gaat rond bij de<br />
verschillende vakgroepen.<br />
Bron: www.zorgevaluatiegepastgebruik.nl<br />
[https://zorgevaluatiegepastgebruik.nl/actueel/ze-gg-programma/<br />
zorgevaluatie-preparation-en-vakgro-<br />
epen-olvg-winnen-ben-willem-mol-<br />
prijs/index.html]<br />
Lintje voor gynaecoloog<br />
Mariëlle van Pampus<br />
Mariëlle van Pampus kreeg in april uit<br />
handen van burgemeester Femke Halsema,<br />
een lintje vanwege haar inzet voor en<br />
toewijding aan de zorg voor vrouwen en<br />
zorgverleners. Mariëlle werkte als gynaecoloog<br />
en doet al jarenlang wetenschappelijk<br />
onderzoek naar angst en trauma<br />
bij zwangere vrouwen. Ook maakte Mariëlle<br />
zich tijdens haar indrukwekkende<br />
loopbaan hard voor goede zorg aan<br />
zwangere vrouwen met een psychische<br />
stoornis en bouwde zij aan de POP-poli<br />
in OLVG. Ze is een voorloper in het onderzoek<br />
en de goede zorg voor zorgverleners<br />
die trauma’s oplopen op de werkvloer.<br />
Peer support is door Mariëlle in OLVG op<br />
de kaart gezet.<br />
Collega-gynaecoloog Fedde Scheele:<br />
‘Het wetenschappelijk werk wat dr. Mariëlle<br />
van Pampus met haar team doet<br />
heeft een landelijke bekendheid en haar<br />
meer dan 200 internationale publicaties<br />
zullen ook velen aan het denken zetten.<br />
Op onze werkvloer is haar invloed groot.<br />
Er is veel meer aandacht voor beleving<br />
van de patiënt én onze collega’s gekomen.<br />
Daarnaast is zij de medische kant<br />
van het werk bepaald niet uit het oog<br />
verloren. Na de fusie moesten meer dan<br />
100 protocollen worden geharmoniseerd.<br />
Een verschrikkelijke klus, maar zeer belangrijk<br />
voor de kwaliteit van zorg. Dat<br />
deed zij tussendoor en kreeg er wat middagen<br />
voor, terwijl het vele weken werk<br />
is. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik<br />
een onderscheiding voor haar tomeloze<br />
werk voor vrouwen en zorgmedewerkers<br />
bijzonder gepast vind.’<br />
Bron: intranet OLVG<br />
WETENSCHAP@OLVG • 14
Abstract<br />
Effect van oefeninterventie op cognitie<br />
na voorbijgaande ischemische<br />
aanval of kleine beroerte<br />
Een gerandomiseerde gecontroleerde studie van MoveIT<br />
Inger Deijle, projectleider Value Based Healthcare<br />
bij Neurologie en Kwaliteit en Verbetering.<br />
Inger won met dit artikel de Descartes<br />
prijs tijdens de wetenschapsweek voor de<br />
beste publicatie op het gebied van lichaam<br />
en geest.<br />
Inleiding<br />
Patiënten met een Transient Ischemic<br />
Attack (TIA) of minor stroke hebben een<br />
verhoogde kans op cognitieve achteruitgang,<br />
hiervoor is momenteel geen<br />
bewezen effectieve behandeling. Het<br />
doel van de MoveIT studie was om te<br />
meten wat het effect is van een beweegprogramma<br />
op globale cognitie bij patiënten<br />
met een TIA of een minor stroke.<br />
Methode<br />
De MoveIT studie is een gerandomiseerde<br />
gecontroleerde studie. De interventie<br />
bestond uit een beweegprogramma<br />
van één jaar, met daarin een<br />
groepstraining van drie maanden en<br />
in de daaropvolgende negen maanden<br />
drie evaluatie gesprekken met de fysiotherapeut.<br />
De controlegroep kreeg<br />
standaardzorg. De primaire uitkomstmaat<br />
was globaal cognitief functioneren,<br />
beoordeeld na één jaar met behulp<br />
van de Montreal Cognitive Assessment<br />
(MoCA). Secundaire uitkomsten waren<br />
cardiorespiratoire conditie (VO2max),<br />
het cardiovasculaire profiel, het bereiken<br />
van secundaire preventie doelen,<br />
angst, depressie en vermoeidheid na<br />
één en twee jaar.<br />
Resultaten<br />
In deze studie, met 60 deelnemers in<br />
de interventiegroep en 59 deelnemers<br />
in de controle groep, werd geen significant<br />
verschil gevonden tussen de groepen<br />
op globale cognitie gemeten met<br />
de MoCa op 1 jaar. Het enige significan-<br />
te verschil werd gevonden op vermoeidheid,<br />
gemeten met de Fatigue Severity<br />
Scale op 12 maanden, in het voordeel<br />
van de interventie groep (mean difference<br />
0.6, 95% BI, 0.1 tot 1.1). De conditie<br />
van patiënten bij baseline was laag met<br />
een gemiddelde VO2max van 22.5 ml/<br />
kg/min.<br />
Conclusie<br />
Er werd geen significant verschil tussen<br />
de interventie en de controle groep<br />
gevonden op de globale cognitie gemeten<br />
met de MoCA op 1 jaar. Een verklaring<br />
voor het gebrek aan effect zou<br />
kunnen zijn dat de patiënten relatief<br />
jong waren, het aandeel patiënten met<br />
een TIA relatief hoog (50%) was, en de<br />
globale cognitie relatief goed was op<br />
baseline. Daarnaast hebben we het<br />
beperkte tijdsvenster van verbeterde<br />
neuroplasticiteit mogelijk gemist door<br />
de vertraging van de start van de interventie<br />
door cardiopulmonaal onderzoek.<br />
Toekomstige studies moeten zich<br />
richten op patiënten met een beroerte<br />
met meer cognitieve achteruitgang op<br />
baseline en de effecten onderzoeken<br />
van een trainingsinterventie die start<br />
binnen de eerste dagen of weken na het<br />
begin van de TIA of minor stroke.<br />
Originele artikel: Effect of an exercise intervention<br />
on global cognition after transient ischemic attack<br />
or minor stroke: the MoveIT randomized controlled<br />
trial<br />
Auteurs: Inger A. Deijle, Neurologie, Kwaliteit en<br />
verbetering, OLVG; Rob Hemmes, Neurologie, OLVG;<br />
H.Myrthe Boss, Neurologie, Gelderse Vallei Hospital;<br />
Edwin C. de Melker, Cardiologie, OLVG; Bob T.J. van<br />
den Berg, Longeneeskunde, OLVG; Gert Kwakkel,<br />
Revalidatiegeneeskunde, Amsterdam UMC; Erwin<br />
Van Wegen, Revalidatiegeneeskunde, Amsterdam<br />
UMC; Wendy M.J. Bosboom, Raad van Bestuur,<br />
Rivierenland Hospital; Henry.C. Weinstein, Neurologie,<br />
OLVG; Sander M. Van Schaik, Neurologie, OLVG;<br />
Renske M. Van den Berg-Vos, Neurologie, OLVG,<br />
Amsterdam UMC<br />
WETENSCHAP@OLVG • 15
Artikel<br />
Bijdragen aan het grotere geheel<br />
In het afgelopen half jaar hebben OLVG-collega’s<br />
mee gepubliceerd aan twee grote randomized<br />
controlled trials (RCT’s) die zijn verschenen in de<br />
New England Journal of Medicine (NEJM). Mooie<br />
voorbeelden van hoe we als deelnemend centrum<br />
kunnen bijdragen aan studieresultaten met impact.<br />
Simone Priester-Vink<br />
Waarom meedoen aan<br />
multicenter onderzoek en<br />
onderzoeksnetwerken?<br />
Voordelen van onderzoeken in meerdere<br />
centra zijn: een groot aantal deelnemers,<br />
verschillende geografische locaties de<br />
mogelijkheid om een breder scala aan<br />
bevolkingsgroepen op te nemen en de<br />
mogelijkheid om resultaten tussen de<br />
deelnemende centra te vergelijken(1).<br />
Zo wordt de generaliseerbaarheid van<br />
het onderzoek namelijk vergroot. Onderzoeksnetwerken<br />
kunnen multicentersamenwerkingen<br />
ondersteunen door het<br />
delen van infrastructuur, onderzoekers,<br />
inhoudsexperts, en scholing. Het biedt<br />
ook mogelijkheden voor verspreiding<br />
van best practices naar en tussen de<br />
leden van zo’n netwerk(2). Daarnaast<br />
zorgt samenwerken aan grote onderzoeken<br />
voor uitwisseling van expertise binnen<br />
een multidisciplinair team(1).<br />
Samenvattingen onderzoek<br />
OLVG-collega’s<br />
Early Extracorporeal CPR for Refractory<br />
Out-of-Hospital Cardiac Arrest (ook<br />
wel Inception Trial genoemd) (3)<br />
Jesse de Metz: ‘Om de kennis die er is<br />
te bundelen hebben wij besloten mee<br />
te doen aan een onderzoekconsortium<br />
dat Nederlandse ECMO studies opzet<br />
en uitvoert. De Inception Trial is een<br />
voorbeeld van de samenwerking tussen<br />
Nederlandse IC’s.’<br />
In deze Nederlandse multicenter RCT<br />
werden patiënten met een refractaire<br />
hartstilstand buiten het ziekenhuis toegewezen<br />
aan twee groepen. Ze kregen<br />
ofwel extracorporale reanimatie (reanimatie<br />
waarbij een hart-longmachine<br />
wordt ingezet) ofwel conventionele<br />
reanimatie. Van mei 2017 tot en met<br />
februari 2021 werden patiënten geïncludeerd<br />
in tien cardiochirurgische<br />
centra. 70 patiënten zaten in de groep<br />
extracorporale reanimatie en 64 in de<br />
groep conventionele reanimatie. Na 30<br />
dagen waren 14 patiënten (20%) met<br />
extracorporale reanimatie in leven met<br />
een gunstig neurologisch resultaat, vergeleken<br />
met 10 patiënten (16%) die conventionele<br />
reanimatie hadden gehad.<br />
Het aantal ernstige bijwerkingen per<br />
patiënt was vergelijkbaar. Bij patiënten<br />
met hartstilstand buiten het ziekenhuis<br />
hadden extracorporale reanimatie en<br />
conventionele reanimatie dus vergelijkbare<br />
effecten op de overleving met een<br />
gunstig neurologisch resultaat. Jesse<br />
de Metz: ‘Lastig in de interpretatie van<br />
deze studie is, dat veel centra, net als<br />
OLVG, ECPR pas net aan het opzetten<br />
waren. Zij zaten dus nog in het steile<br />
deel van de ‘learning curve’.’<br />
Platelet Transfusion before CVC Placement<br />
in Patients with Thrombocytopenia<br />
(4)<br />
Emile Kerver: ‘De praktische onderzoeksvraag<br />
en opzet van deze studie<br />
spraken me erg aan. Ze kunnen goed in<br />
OLVG kunnen worden uitgevoerd, ook<br />
met beperkte middelen.’<br />
Rogier Determann: ‘Preventie van complicaties<br />
is een belangrijk onderdeel van<br />
intensive care zorg. Opvallend genoeg<br />
bleek het verschil in bloedingscomplicaties<br />
tussen beide groepen voornamelijk<br />
te bestaan in de subgroep van hematologiepatiënten.<br />
De statistiek liet geen<br />
verdere analyse over deze bevindingen<br />
toe, maar een verklaring zou kunnen<br />
liggen bij in welke vene de catheter geplaatst<br />
wordt.’<br />
In deze multicenter randomized controlled<br />
non-inferiority study is onderzocht of<br />
bij patiënten met een ernstige trombocytopenie<br />
(tekort aan bloedplaatjes) veilig<br />
de routinematige trombocyten transfusie<br />
kon worden weggelaten vooraf aan<br />
een veneuze catheter plaatsing. Hiervoor<br />
zijn deze patiënten willekeurig toegewezen<br />
aan twee groepen. De ene groep<br />
kreeg, vóórdat hun ‘echogeleide centraal<br />
veneuze katheter’ (CVC) geplaatst werd,<br />
één eenheid profylactisch trombocytentransfusie<br />
(bestaande behandeling),<br />
de andere groep kreeg deze niet. Deze<br />
studie is uitgevoerd op hematologieafdelingen<br />
en Intensive Care (IC)’s in tien (zeven<br />
academische en drie algemene) ziekenhuizen<br />
in Nederland. Er werden 373<br />
patiënten met CVC-plaatsingen geïncludeerd.<br />
Katheter gerelateerde bloedingen<br />
van graad 2 tot 4 kwamen voor bij 9 van<br />
de 188 patiënten (4,8%) in de transfusiegroep<br />
en bij 22 van de 185 patiënten<br />
(11,9%) in de geen-transfusiegroep. Het<br />
niet toedienen van profylactische trombocytentransfusie<br />
resulteerde helaas in<br />
meer CVC-gerelateerde bloedingen.<br />
Referenties<br />
1. Cheng A, Kessler D, Mackinnon R, Chang TP, Nadkarni<br />
VM, Hunt EA, et al. Conducting multicenter<br />
research in healthcare simulation: Lessons<br />
learned from the INSPIRE network. Adv Simul<br />
(Lond). 2017;2:6.<br />
2. Schwartz A, Young R, Hicks PJ. Medical education<br />
practice-based research networks: Facilitating collaborative<br />
research. Med Teach. 2016;38(1):64-74.<br />
3. Suverein MM, Delnoij TSR, Lorusso R, Brandon<br />
Bravo Bruinsma GJ, Otterspoor L, Elzo Kraemer<br />
CV, et al. Early Extracorporeal CPR for Refractory<br />
Out-of-Hospital Cardiac Arrest. N Engl J Med.<br />
<strong>2023</strong>;388(4):299-309.<br />
4. van Baarle FLF, van de Weerdt EK, van der Velden<br />
W, Ruiterkamp RA, Tuinman PR, Ypma PF, et al.<br />
Platelet Transfusion before CVC Placement in<br />
Patients with Thrombocytopenia. N Engl J Med.<br />
<strong>2023</strong>;388(21):1956-65.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 16
In het kort<br />
ChatGPT en<br />
wetenschappelijke<br />
artikelen<br />
Chantal den Haan, informatiespecialist<br />
bij team Wetenschap<br />
Sinds ChatGPT in november 2022 is<br />
vrijgegeven, is er veel interesse rondom<br />
de chatbot. ChatGPT gebruikt<br />
kunstmatige intelligentie (artificial<br />
intelligence, AI) om tekst te creëren<br />
naar aanleiding van aanwijzingen en vragen van gebruikers.<br />
Dat doet het op basis van zijn begrip van de patronen<br />
die het eerder heeft geleerd van de tekstgegevens waarop<br />
het is getraind. Inmiddels zijn er wetenschappelijke artikelen<br />
geschreven met behulp van ChatGPT, waaronder<br />
een artikel in Radiology dat volledig is geschreven door de<br />
chatbot met een radioloog in opleiding als corresponderende<br />
auteur(1).<br />
Integriteit<br />
Het gebruik van ChatGPT in wetenschappelijke publicaties<br />
levert een vraagstuk op rondom de integriteit van manuscripten<br />
die met behulp van de chatbot zijn geschreven.<br />
ChatGPT genereert de statistisch meest waarschijnlijke<br />
output als antwoord op een vraag. Er zijn inmiddels voorbeelden<br />
van incorrecte of onware antwoorden en verzonnen<br />
referenties als antwoord op een vraag(2). Daarnaast is<br />
het model getraind op data uit 2021 en kunnen antwoorden<br />
gedateerde informatie geven.<br />
Regels rondom auteurschap<br />
In reactie hierop hebben diverse uitgevers regels vastgelegd<br />
rondom het gebruik van AI bij wetenschappelijk<br />
schrijven. Zo geeft Elsevier aan “auteurs mogen AI en AIondersteunde<br />
technologieën niet als auteur of co-auteur<br />
vermelden, noch AI als auteur noemen. Auteurschap impliceert<br />
verantwoordelijkheden en taken die alleen kunnen<br />
worden toegeschreven aan en uitgevoerd door mensen”(3).<br />
Andere uitgevers, zoals JAMA, stellen dat het gebruik van<br />
AI moet worden vermeld in de acknowledgements of de<br />
methode sectie van het artikel, afhankelijk van waar AI<br />
voor is gebruikt.<br />
Referenties<br />
1. Biswas S. ChatGPT and the Future of Medical Writing. Radiology.<br />
<strong>2023</strong>;307(2):e223312.<br />
2. Davis P. Did ChatGPT just lie to me? Scholarly Kitchen blog. 13 januari<br />
<strong>2023</strong>. Bezocht 21 juni <strong>2023</strong>. https://scholarlykitchen.sspnet.org/<strong>2023</strong>/01/13/<br />
did-chatgpt-just-lie-to-me/<br />
3. The Use of Generative AI and AI-assisted Technologies in Scientific Writing.<br />
Elsevier. Bezocht 21 juni <strong>2023</strong>. https://www.elsevier.com/about/policies/publishing-ethics<br />
Column<br />
Mindmapping met<br />
ChatGPT<br />
Mindmapping is een krachtig instrument voor jonge onderzoekers,<br />
een visuele weergave van ideeën en concepten die<br />
helpt bij het organiseren en structureren van gedachten.<br />
Met de integratie van ChatGPT, kan deze techniek naar een<br />
hoger niveau worden getild.<br />
Jonge onderzoekers kunnen ChatGPT gebruiken als een<br />
ideeëngenerator, een bron van inspiratie. Stel je voor dat je<br />
met een kernconcept begint en het model je een waterval<br />
van gerelateerde ideeën en subthema’s levert. Deze digitale<br />
brainstormsessie kan het proces van ideevorming versnellen<br />
en een stimulans geven aan het creatieve proces van de<br />
onderzoeker.<br />
Daarnaast kan ChatGPT de connecties tussen verschillende<br />
concepten belichten, waardoor de onderzoeker een dieper<br />
en breder begrip kan krijgen van het onderwerp. Deze mogelijkheid<br />
om te leren en inzichten te verwerven die anders misschien<br />
over het hoofd waren gezien kan de kwaliteit van het<br />
onderzoek verhogen.<br />
Ondanks de indrukwekkende mogelijkheden heeft ChatGPT<br />
beperkingen in contextueel begrip. Bij complexe of langdurige<br />
chats kan het moeite hebben om alle details bij te houden,<br />
waardoor menselijke interventie en controle nog steeds<br />
essentieel zijn om “bullshitproductie” te voorkomen.<br />
De voordelen strekken zich uit tot de begeleiders. Met Chat-<br />
GPT kunnen jonge onderzoekers zelfstandiger worden in<br />
hun onderzoeksproces. Ze kunnen sneller en effectiever<br />
brainstormen, en gemakkelijker hun ideeën structureren en<br />
verbanden leggen tussen verschillende concepten. Dit kan<br />
resulteren in minder tijd besteed aan het begeleiden van de<br />
basale stappen van het onderzoeksproces, waardoor begeleiders<br />
meer ruimte krijgen om zich te concentreren op hogere<br />
niveaus van begeleiding en mentorschap.<br />
In wezen biedt de combinatie van mindmapping en ChatGPT<br />
een synergie die zowel de jonge onderzoeker als de begeleider<br />
ten goede komt. Het is een stap vooruit in het creëren<br />
van een dynamischer, efficiënter en diepgaander onderzoeksproces,<br />
een belofte van een productiever en creatiever<br />
wetenschappelijk avontuur.<br />
Prof. Dr. Rudolf Poolman, orthopedie<br />
WETENSCHAP@OLVG • 17
Epidemiologica<br />
Confounding in<br />
wetenschappelijk onderzoek:<br />
een verhaal over ijsjes en<br />
haaien<br />
Onderzoek toont een sterk verband aan tussen de<br />
verkoop van ijsjes en het aantal aanvallen door een<br />
haai. Zijn haaien zo dol op mensen met ijs in hun<br />
buik? Ruiken ze het als een surfer net een Magnum<br />
achter de kiezen heeft? Of is er een andere<br />
verklaring?<br />
Nienke van Willigenburg, onderzoekscoördinator en epidemioloog afdeling orthopedie<br />
ten. Maar de kritische lezer heeft misschien<br />
een andere verklaring bedacht:<br />
de temperatuur op het strand. Bij mooi<br />
weer is het drukker op het strand,<br />
waardoor er meer ijsjes worden verkocht<br />
én meer mensen het risico lopen<br />
om een haai tegen te komen. Er is dus<br />
een derde variabele (de temperatuur)<br />
Wat is confounding<br />
Deze bevinding over ijsjes en haaien is<br />
een klassiek voorbeeld van confounding.<br />
Als twee variabelen met elkaar<br />
samenhangen, wekt dat de suggestie<br />
van een causaal (oorzakelijk) verband.<br />
In dit geval: haaien gaan meer aanvallen<br />
doordat er meer ijsjes worden gegedie<br />
het verband tussen twee variabelen<br />
(ijsverkoop en aanvallen door een haai)<br />
verstoort. Dit noemen we confounding.<br />
In niet-gerandomiseerd wetenschappelijk<br />
onderzoek leidt confouding gemakkelijk<br />
tot verkeerde conclusies. In<br />
andere woorden; correlatie is niet hetzelfde<br />
als causatie.<br />
Confounding, bias en randomisatie<br />
Bias is een verzamelnaam voor systematische<br />
fouten in onderzoeksresultaten.<br />
Confounding is een specifieke<br />
vorm van bias die optreedt als de<br />
relatie tussen wat je onderzoekt en<br />
de uitkomst wordt verstoord door<br />
een andere variabele. Bekende confounders<br />
in klinisch wetenschappelijk<br />
onderzoek zijn bijvoorbeeld de leeftijd<br />
van de patiënt en de ernst van<br />
de klachten. Om behandeling A te<br />
vergelijken met behandeling B moet<br />
je rekening houden met zulke confounders.<br />
De beste manier om dat te<br />
doen is randomisatie van deelnemers.<br />
Dan wordt at random (door loting)<br />
bepaald welke patiënt welke behandeling<br />
krijgt. Dit voorkomt niet alleen<br />
confounding door bekende (gemeten)<br />
variabelen, maar ook confounding<br />
door onbekende (niet gemeten) variabelen.<br />
Als de onderzoeksgroepen<br />
groot genoeg zijn, ontstaat door randomisatie<br />
een goede balans tussen<br />
de twee groepen in alle variabelen die<br />
mogelijk invloed hebben op de uitkomst.<br />
Zo wordt het risico op confounding<br />
uitgesloten. Als randomisatie niet<br />
mogelijk is, kun je het risico op confounding<br />
beperken door bijvoorbeeld<br />
matching (koppeling van individuen<br />
met dezelfde kenmerken) of multivariabele<br />
analyses (statistische modellen<br />
die confounding inzichtelijk kunnen<br />
maken). Een belangrijke beperking<br />
daarbij is dat je alleen kunt corrigeren<br />
voor bekende confounders die je ook<br />
daadwerkelijk hebt gemeten.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 18
Kop of munt: randomisatie<br />
In het voorbeeld met de ijsjes en de<br />
haaien zou je dus eigenlijk bij iedereen<br />
die een ijsje wil kopen een muntje moeten<br />
opgooien. Bij kop krijgt de koper<br />
zijn ijsje en bij munt het geld terug en<br />
geen ijsje. Pas als daarna blijkt dat de<br />
groep die een ijsje heeft gegeten vaker<br />
door een haai wordt aangevallen dan<br />
de groep die geen ijsje heeft gekregen,<br />
kun je concluderen dat het eten van ijs<br />
het risico op een aanval door een haai<br />
vergroot.<br />
Gerandomiseerd onderzoek vraagt in<br />
de klinische praktijk veel tijd en inspanning<br />
van onderzoekers en patiënten.<br />
Daarom is het niet altijd mogelijk om<br />
zo’n onderzoek uit te voeren. Observationeel<br />
(niet gerandomiseerd) onderzoek<br />
is minder belastend, zeker als gebruik<br />
wordt gemaakt van bestaande data.<br />
Denk hierbij aan gegevens van patiënten<br />
die toch al worden opgeslagen<br />
in het elektronische patiëntendossier.<br />
Hieronder volgt een voorbeeld van een<br />
observationeel onderzoek, waarbij de<br />
eerste conclusies onjuist bleken vanwege<br />
confounding.<br />
Spoeling van heup- en<br />
knieprotheses<br />
In OLVG worden veel gewrichtsvervangende<br />
operaties uitgevoerd. In de periode<br />
2007-2013 kregen 4453 patiënten<br />
in OLVG een nieuwe heup of een nieuwe<br />
knie. Halverwege deze periode veranderde<br />
het beleid rondom het spoelen<br />
van de prothese tijdens de operatie.<br />
Van 2007 tot 2010 werd gespoeld met<br />
een zoutoplossing en van 2010-2013 met<br />
een chloorhexidineoplossing. Het idee<br />
was dat de chloorhexidineoplossing het<br />
risico op een infectie na de operatie zou<br />
verkleinen. De eerste analyses lieten<br />
zien dat het risico op infectie inderdaad<br />
kleiner was in de groep patiënten die<br />
waren gespoeld met chloorhexidine:<br />
1.3% (versus 2.2% met de zoutoplossing).<br />
Mogelijke confounders gecheckt<br />
Natuurlijk hadden we vooraf nagedacht<br />
over mogelijke confounders. Want over<br />
de jaren heen kunnen natuurlijk meer<br />
dingen veranderen die ook invloed hebben<br />
op het infectierisico. Vergeleken<br />
met de zoutoplossing groep (2007-<br />
2010) waren patiënten in de groep met<br />
chloorhexidinespoeling (2010-2013)<br />
bijvoorbeeld iets ouder, iets minder gezond<br />
(hogere ASA score) en vaker geopereerd<br />
onder gedeeltelijke verdoving<br />
(ruggenprik vs. algehele narcose). Multivariabele<br />
analyses (logistische regressie)<br />
met verschillende combinaties van<br />
deze mogelijke confounders gaven duidelijk<br />
aan dat er minder infecties waren<br />
in de groep met chloorhexidinespoeling.<br />
Deze bevinding was al bijna gepubliceerd<br />
toen bleek dat we iets belangrijks<br />
over het hoofd hadden gezien…<br />
Gemist!<br />
In 2010 was ook iets anders veranderd:<br />
de preventieve medicatie om trombose<br />
te voorkomen. Van 2007-2010 kreeg<br />
bijna iedereen Fondaparinux (Arixtra)<br />
en van 2010-2013 kreeg bijna iedereen<br />
Dabigatran (Pradaxa). Dus bijna alle<br />
patiënten die gespoeld waren met de<br />
zoutoplossing hadden Arixtra gekregen<br />
en bijna alle patiënten die gespoeld<br />
waren met chloorhexidine hadden<br />
Pradaxa gekregen. Nadat we de studiedatabase<br />
hadden aangevuld met<br />
deze mogelijke confounder bleek dat<br />
dit grote invloed had op de resultaten.<br />
De trombosemedicatie had veel meer<br />
invloed op het infectierisico dan het<br />
type spoeling [Willigenburg et al., 2022].<br />
In termen van ijsjes en haaien bleek<br />
de temperatuur op het strand dus veel<br />
belangrijker dan de ijsverkoop.<br />
Conclusie<br />
Net als de temperatuur op het strand<br />
is ook de zorg onderhevig aan continue<br />
veranderingen. En niet alles wat verandert<br />
wordt ook bijgehouden in een<br />
onderzoeksdatabase. Bijvoorbeeld de<br />
zeep en handschoenen voor handhygiëne<br />
of het type hechtingen en pleisters<br />
waarmee de wond wordt verzorgd.<br />
Daarom is observationele data vooral<br />
bruikbaar om hypotheses te genereren,<br />
niet om conclusies te trekken.<br />
Referentie<br />
Nienke W Willigenburg, Fatih Yesilkaya, Marijn<br />
Rutgers, Dirk Jan F Moojen, Rudolf W Poolman,<br />
Diederik H R Kempen. Prosthetic Joint<br />
Infection and Wound Leakage After the Introduction<br />
of Intraoperative Wound Irrigation With a<br />
Chlorhexidine-Cetrimide Solution: A Large-Scale<br />
Before-After Study. Arthroplasty Today 2022<br />
Nov 28;19:101053. doi: 10.1016/j.artd.2022.10.003<br />
PMID: 36845287 PMCID: PMC9947967<br />
(https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/36845287/ )<br />
WETENSCHAP@OLVG • 19
Commissie Wetenschap<br />
Terugblik op een indrukwekkende<br />
carrière<br />
Prof. dr. Nico de Vries is bijzonder hoogleraar tandheelkundige<br />
slaapgeneeskunde (ACTA Amsterdam)<br />
Hoe bent u in het<br />
wetenschappelijk onderzoek<br />
terecht gekomen?<br />
Vóór OLVG heb ik twaalf jaar academische<br />
kennis opgebouwd. Eenmaal hier<br />
was het de begintijd van meer diagnostiek<br />
naar slaapstoornissen. Het lab van<br />
de klinische neurofysiologie hier had<br />
veel mogelijkheden. We gingen behandeling<br />
en diagnostiek documenteren<br />
voor onderzoek, we zijn gaan publiceren<br />
en er kwamen proefschriften. Elk jaar<br />
bleven de patiëntenaantallen stijgen,<br />
waardoor we op de kaart kwamen als<br />
onderzoekscentrum op dit gebied.<br />
Vervolgens kwamen er fantastische<br />
mensen op de afdeling kwamen werken.<br />
Zoals Madeline Ravesloot, Peter van<br />
Maanen, Marjolein van Looij. Dat zijn de<br />
drie stafleden die ook bijna fulltime met<br />
slaap bezig zijn en die zich inmiddels alle<br />
drie somnoloog mogen noemen.<br />
Wat voor onderzoek wordt er op<br />
de afdeling gedaan?<br />
We hebben altijd erg geloofd in samenwerking<br />
met de industrie. Ik heb hier<br />
twee mooie voorbeelden van. De eerste<br />
heette NightBalance. Zij hadden een<br />
apparaatje ontwikkeld voor positietherapie:<br />
zorgen dat mensen met snurken<br />
en slaapapneu niet op hun rug liggen.<br />
We hebben veel onderzoek samen met<br />
ze gedaan. De publicaties die hieruit<br />
voortkwamen zorgden ervoor dat het<br />
apparaat nu door de zorgverzekering<br />
wordt vergoed.<br />
We zijn ook gaan samenwerken met het<br />
bedrijf ’Inspire’. Zij wilden onderzoeken<br />
of we met zenuwstimulatie van de tong<br />
ernstige apneu konden behandelen. Het<br />
resultaat hiervan is ook gepubliceerd(2).<br />
Deze behandeling wordt nu ook vergoed<br />
door de zorgverzekering. Wij behandelen<br />
ongeveer tachtig patiënten per jaar,<br />
daarmee zijn we het grootste centrum<br />
van Europa. Madeline Ravesloot is de<br />
enige vrouwelijke implanteur in Europa,<br />
Peter van Maanen heeft in de wereld<br />
waarschijnlijk de meeste revisies gedaan.<br />
Ik ben verschrikkelijk trots op ze.<br />
U gaat met pensioen. Laat u het<br />
met een gerust hart achter?<br />
Ik ga met emeritaat, wat betekent dat<br />
ik een aantal promotietrajecten zal blijven<br />
begeleiden. Ik ben er van overtuigd<br />
dat de mensen die het in OLVG van me<br />
overnemen, daar heel geschikt voor zijn.<br />
Madeline is de beoogd opvolger voor<br />
het hoogleraarschap, Peter zal organisatorisch<br />
zorgen dat het slaapcentrum<br />
goed doorloopt. Marjolijn van Looij zit<br />
op de pediatrische slaapapneu, zij zet<br />
zich in om Inspire te gaan gebruiken bij<br />
kinderen met het syndroom van Down.<br />
Ik hoop dat het mooie onderzoek dat wij<br />
op onze afdeling doen heel lang wordt<br />
voortgezet.<br />
Wat is uw advies aan jonge<br />
onderzoekers?<br />
Er is een managementspreuk: “Je moet<br />
je niet afvragen wat je gaat doen, je<br />
moet een goede baas zoeken.” Zorg dat<br />
je een baas hebt die jou stimuleert, die<br />
jou kansen geeft en waarbij je je veilig<br />
voelt. Iemand die duidelijk verheugd is<br />
als jij het goed gedaan hebt en die jou<br />
kansen geeft. Dat zorgt dat jij voor die<br />
baas graag hard werkt.<br />
Het afscheidssymposium van prof. dr.<br />
Nico de Vries vond plaats op 1 juli <strong>2023</strong>.<br />
1. Positional therapy in obstructive sleep apnea.<br />
Nico de Vries, Madeline Ravesloot, J. Peter van<br />
Maanen (editors). Springer. 2015<br />
2. Upper airway stimulation in obstructive sleep<br />
apnea. Clemens Heiser, Nico de Vries (editors).<br />
Springer. 2022<br />
WETENSCHAP@OLVG • 20
Wetenschapsweek <strong>2023</strong><br />
Wetenschap leeft in<br />
OLVG!<br />
Van 19 tot en met 22 juni stond wetenschap in de<br />
kijker in OLVG. Verspreid over de week waren er<br />
verschillende workshops te volgen. Op donderdag<br />
22 juni werden er meerdere prijzen uitgereikt tijdens<br />
een feestelijke wetenschapsdag. Ook stonden er<br />
posters in de hal zodat ook onze bezoekers en<br />
patiënten konden zien welk mooi onderzoek er<br />
op dit moment in OLVG gedaan wordt, én hierop<br />
stemmen.<br />
Onderzoeksprijs<br />
Ariena Rasker, onderzoeker orthopedie won de onderzoeksprijs met<br />
haar dossieronderzoek. Zij keek naar het effect van intra-operatieve<br />
spoeling met chloorhexidine of povidonjodium op infecties bij heupprotheses.<br />
2414 patiënten en 2670 heupen werden geïncludeerd, de<br />
dossiers werden doorzocht met het vernieuwende zoeksysteem CTcue.<br />
Lees meer over haar onderzoek op pagina 10.<br />
Dr. Keeman publicatieprijs<br />
Julia Noorduyn, onderzoeker orthopedie en fysiotherapeut won de<br />
dr. Keeman publicatieprijs voor haar artikel over het effect van fysiotherapie<br />
tegenover een operatie van een degeneratieve meniscusscheur.<br />
De eervolle tweede plaats was voor Nicole van Veenendaal met haar<br />
publicatie over de relatie van het ‘family integrated care’ zorgmodel<br />
op de mentale gezondheid van vaders bij te vroeggeboren baby’s.<br />
Descartesprijs<br />
De Descartesprijs voor de beste OLVG-publicatie die soma en<br />
psyche met elkaar verbindt, was dit jaar voor Inger Deijle, senioradviseur<br />
waardegedreven zorg. Zij onderzocht of een beweegprogramma<br />
voor mensen die een TIA of klein herseninfarct hebben<br />
gehad invloed had op de cognitie. Lees meer over haar onderzoek<br />
op pagina 15.<br />
TIP van de monitor<br />
Monitoring<br />
Het nut van monitoring<br />
Volgens good clinical practice (GCP) is monitoring<br />
één van de verplichte kwaliteitseisen bij<br />
onderzoek met geneesmiddelen. Volgens richtlijnen<br />
van de IGJ monitoren wij in OLVG alle WMOplichtige<br />
Investigator Initiated Trials (IIT). Dus<br />
ook die studies waar geen geneesmiddelen aan<br />
te pas komen. De frequentie van monitoring is<br />
afhankelijk van de mate van risico (voor de patiënt!).<br />
Wanneer studies (frequent) gemonitord<br />
zijn geeft dat vertrouwen in de kwaliteit van je<br />
data.<br />
Monitoring WMO-plichtige studies (IIT)<br />
Monitoring van WMO-plichtige studies waar<br />
OLVG als deelnemend centrum aan mee doet,<br />
is in principe de verantwoordelijkheid van het<br />
initiërend centrum. Voor studies die vanuit OLVG<br />
geïnitieerd zijn, ben je als onderzoeker verantwoordelijk<br />
voor de organisatie van monitoring,<br />
dus ook voor monitoring van je studie buiten de<br />
OLVG-muren. Bedenk dit wanneer je bezig gaat<br />
de gelden van je studiebudget te verdelen.<br />
Monitoring IIT in OLVG<br />
Wanneer je goedkeuring hebt een WMO-plichtige<br />
studie uit te voeren in OLVG, maakt de monitor<br />
een afspraak met de onderzoeker. Tijdens<br />
deze afspraak bespreken we de studie, stellen<br />
we het monitorplan op en maken afspraken voor<br />
initiatie, reguliere- en de afsluitende monitorvisite.<br />
Tot slot:<br />
De monitor kijkt met een frisse blik naar je studie<br />
en is altijd bereikbaar voor vragen & advies!<br />
Saskia Tasche - van Spaendonck, monitor wetenschappelijk<br />
onderzoek<br />
Posterprijs<br />
De posterprijs is dit jaar gegaan naar Petra van Baar, ANIOS en onderzoeker<br />
verloskunde/gynaecologie. Haar onderzoek gaat over de<br />
psychologische impact op vaders, bij de keuze over embryoreductie<br />
(vermindering van het meerling aantal) bij meerlingzwangerschappen.<br />
Lees meer over haar onderzoek op pagina 11.<br />
Keynote<br />
Dr. Sezer Karaoglu (Universiteit van Amsterdam) sprak tijdens zijn<br />
keynote over Artificial Intelligence (AI) in de (geestelijke) gezondheidszorg.<br />
Hij liet een aantal indrukwekkende toepassingen zien en<br />
benadrukte tevens dat AI de toegankelijkheid van zorg kan vergroten.<br />
WETENSCHAP@OLVG • 21
Zorginnovatie<br />
Artificial Intelligence op de<br />
Intensive Care: optimistische<br />
eerste stappen<br />
Reinier Crane is<br />
intensivist op de Intensive<br />
Care (IC) van OLVG. Hij<br />
vertelt over zijn ervaring<br />
met Artificial Intelligence<br />
(AI) op zijn afdeling.<br />
Manja Herrebrugh<br />
Kun je vertellen wat Artificial<br />
Intelligence (AI) is?<br />
Op de intensive care hebben we beschikking<br />
over een enorme hoeveelheid<br />
data. Hoewel wij gewend zijn om<br />
elke dag met die informatie om te<br />
gaan, is de toegevoegde waarde dat<br />
een AI-model patronen ziet die voor<br />
ons niet te herkennen zijn. Zo wordt<br />
een AI-model een extra tool in onze<br />
beslis-toolbox.<br />
Waarom is het nodig?<br />
Ons model voorspelt de kans op heropname<br />
of overlijden in de eerste<br />
veertien dagen na IC-ontslag. Dat is<br />
een belangrijke parameter, omdat<br />
heropname op een IC ingrijpend is<br />
voor een patiënt. Bovendien zijn er<br />
medische risico’s als iemand te vroeg<br />
ontslagen wordt, en heeft heropname<br />
flinke impact op onze capaciteit. Dit<br />
model kan dus helpen de beperkte<br />
IC-capaciteit zo effectief mogelijk in<br />
te zetten.<br />
Merk je al verschil?<br />
Daar is het heel vroeg voor. We hebben<br />
al wel patiënten gezien waarbij<br />
wij van plan waren de patiënt te<br />
ontslaan, terwijl het model een heel<br />
hoog risico op heropname zag. We<br />
lieten de patiënt daardoor op de IC,<br />
Drs. Reinier Crane, intensivist<br />
die vervolgens inderdaad verslechterde.<br />
Het model had dus gelijk. Daartegenover<br />
staat dat het model soms een laag<br />
risico voorspelt bij een patiënt die na<br />
ontslag toch terugkomt met een nieuwe<br />
complicatie.<br />
Beslis je ook weleens een patiënt<br />
te ontslaan, die je zonder model<br />
zou houden?<br />
Nee, zo gebruiken we het niet. Wij kunnen<br />
namelijk ook dingen zien die het<br />
model niet kan zien, bijvoorbeeld dat<br />
een patiënt nog te weinig spierkracht<br />
heeft om op een alarmknop te duwen of<br />
de zorgzwaarte nog te hoog is voor een<br />
verpleegafdeling. Dan blijft de patiënt<br />
op de IC, ongeacht wat het model voorspelt.<br />
Hoe zie je de toekomst?<br />
Ik ben heel optimistisch over de rol<br />
die AI kan hebben. Ik denk dat het op<br />
veel manieren de patiëntenzorg kan<br />
verbeteren door gebruik te maken van<br />
de vele beschikbare data. We moeten<br />
hier nog veel onderzoek naar doen.<br />
Dat doen we nu al intensief samen met<br />
Pacmed, het bedrijf achter dit AI-model,<br />
maar ook met onze eigen onderzoekslijn.<br />
Lees meer over dit initiatief:<br />
https://www.olvg.nl/nieuws/olvgzet-kunstmatige-intelligentie-inals-hulp-op-de-ic/<br />
WETENSCHAP@OLVG • 22
Korte berichten<br />
Colofon<br />
<strong>Wetenschap@OLVG</strong> is een<br />
onafhankelijke, wetenschappelijke<br />
uitgave van het OLVG-Leerhuis.<br />
Met deze uitgave wil OLVG<br />
wetenschappelijk onderzoek<br />
stimuleren en praktisch ondersteunen.<br />
De uitgave verschijnt twee keer per<br />
jaar en wordt verspreid in de eigen<br />
organisatie en onder Santeon- en STZziekenhuizen<br />
in Nederland.<br />
Wetenschappelijk jaarverslag<br />
over 2022 gepubliceerd<br />
Voor het eerst hebben de verschillende commissies rondom wetenschap de<br />
krachten gebundeld en één geïntegreerd jaarverslag geschreven. En dat is<br />
niet zomaar: wetenschap leeft in OLVG! Er wordt veel onderzoek uitgevoerd<br />
binnen ons ziekenhuis en de nieuwe inzichten die hieruit voortkomen hebben<br />
impact op onze zorg aan patiënten.<br />
In dit verslag presenteren we belangrijke getallen met betrekking tot<br />
onderzoek en laten we enkele lopende onderzoeken zien. Dit jaarverslag<br />
wordt zowel intern als extern gepubliceerd, omdat we het belangrijk<br />
vinden dat deze informatie beschikbaar is voor zowel alle medewerkers als<br />
bezoekers van OLVG. Het is te vinden op de website van OLVG, onder het<br />
kopje ‘Over wetenschap’.<br />
Redactie<br />
Prof. dr. B.F.P. Broekman,<br />
psychiater; C. den Haan, medisch<br />
informatiespecialist bibliotheek; dr.<br />
R.R. Jansen, arts-microbioloog, dr.<br />
D.H.R. Kempen, orthopedisch chirurg,<br />
vicevoorzitter wetenschapscommissie;<br />
A.D. Klaassen MSc, staffunctionaris<br />
Kwaliteit & Innovatie; dr. M.G. van<br />
Pampus, gynaecoloog; L.M. Pronk,<br />
adviseur wetenschap en ambtelijk<br />
secretaris ACWO, dr. D.E. van Rooijen,<br />
hoofd wetenschap; drs. J.A.M. Vocking,<br />
communicatiemedewerker; dr.<br />
B.C. Vrouenraets, chirurg; dr. N.W.<br />
Willigenburg, researchcoördinator<br />
Orthopedie<br />
Redactie- en administratieadres<br />
Redactie- en administratieadres<br />
OLVG Wetenschapsblad<br />
Postbus 95500<br />
1090 HM Amsterdam<br />
Telefoon: (020) 599 40 17<br />
E-mail: wetenschap@olvg.nl<br />
Hoofdredactie: Diana van Rooijen<br />
Eindredactie: Manja Herrebrugh,<br />
Simone Priester-Vink<br />
Bladcoördinatie: Manja Herrebrugh,<br />
Simone Priester-Vink<br />
Foto’s en illustraties: Catalina Feres<br />
Favi, Manja Herrebrugh, Jelmer ten<br />
Hoeve en Joep Maeijer – Audiovisuele<br />
Zaken OLVG, Ivo Sikkema – Ruparo<br />
Cartoon: Jaap Stiemer, www.<br />
jaapstiemer.nl<br />
Vormgeving: Ruparo, www.ruparo.nl<br />
Druk: Drukkerij De Bij<br />
Oplage: 850 stuks<br />
Oproep<br />
Wil je ook onderzoeksresultaten<br />
publiceren? Heb je een interessant<br />
artikel dat je wilt delen? Wil je<br />
reageren op het magazine? Of wil je<br />
je aanmelden voor de Onderzoekers<br />
van OLVG (OvO), een club van<br />
wetenschappers die langdurig<br />
onderzoek doen in OLVG? Neem dan<br />
contact op via wetenschap@olvg.nl<br />
Jaargang 16 nummer 2, <strong>september</strong><br />
<strong>2023</strong><br />
WETENSCHAP@OLVG • 23
Samen geven om<br />
Samen geven om<br />
de gezondheid van Amsterdammers<br />
de gezondheid van Amsterdammers<br />
We weten allemaal hoe<br />
belangrijk We weten allemaal een goede hoe<br />
gezondheid belangrijk een is en goede hoe<br />
ingrijpend gezondheid een is en opname hoe<br />
ingrijpend het ziekenhuis een opname kan zijn.<br />
Vrienden in het ziekenhuis van OLVG kan zet zijn.<br />
zich, Vrienden samen van met OLVG haar zet<br />
donateurs, zich, samen in met voor haar meer<br />
wetenschappelijk donateurs, in voor onderzoek meer<br />
dat wetenschappelijk bijdraagt aan onderzoek<br />
betere<br />
zorg dat bijdraagt in de toekomst. aan betere<br />
zorg in de toekomst.<br />
Wetenschap leeft in OLVG<br />
Als Wetenschap grootste niet-academische<br />
Als grootste opleidings niet-academi-<br />
ziekenhuis<br />
leeft in OLVG<br />
van sche Nederland opleidings hecht ziekenhuis OLVG<br />
veel van Nederland waarde aan hecht het doen OLVG<br />
van veel toegepast waarde aan wetenschappelijk<br />
van toegepast onderzoek. wetenschap-<br />
Onderzoek<br />
het doen<br />
dat pelijk gericht onderzoek. is op snellere Onderzoek<br />
diagnose dat gericht en is nieuwe op snellere behandelingen<br />
diagnose voor en nieuwe patiënten. behandelingen<br />
is extra voor geld patiënten. voor nodig.<br />
Daar<br />
Daar is extra geld voor nodig.<br />
Geef om de zorg voor<br />
morgen Geef om en de word zorg voor<br />
Vriend morgen van en OLVG! word<br />
Vriend van OLVG!<br />
Kijk op onze website voor informatie over<br />
Vriend van OLVG worden en wetenschappelijke<br />
Kijk op onze website voor informatie over<br />
onderzoeken om te steunen<br />
Vriend van OLVG worden en wetenschappelijke<br />
onderzoeken om te steunen<br />
www.vriendenvanolvg.nl<br />
vrienden@olvg.nl<br />
www.vriendenvanolvg.nl<br />
Bank: IBAN NL20 ABNA 0243478348<br />
vrienden@olvg.nl<br />
KVK: 60451319 RISIN: 853916524<br />
Bank: IBAN NL20 ABNA 0243478348<br />
KVK: 60451319 RISIN: 853916524<br />
Adres: Oosterpark 9, 1091 AC Amsterdam<br />
Adres: Oosterpark 9, 1091 AC Amsterdam<br />
Doneer makkelijk met een vriendentikkie<br />
Doneer makkelijk met een vriendentikkie