Luisteren naar het Landschap incl. bijlage

Afstudeer product Stedenbouwkundig Ontwerpen Afstudeer product Stedenbouwkundig Ontwerpen

gijs.pannekoek
from gijs.pannekoek More from this publisher
12.06.2023 Views

LUISTERENNAARHETLANDSCHAPKan de relatie tussen stedenbouwkundeen bodem- en waterhuishouding wordenverbeterd?1Een ontwerpend onderzoek naar de huidige en toekomstige situatie

LUISTEREN

NAAR

HET

LANDSCHAP

Kan de relatie tussen stedenbouwkunde

en bodem- en waterhuishouding worden

verbeterd?

1

Een ontwerpend onderzoek naar de huidige en toekomstige situatie


LUISTEREN

NAAR

HET

LANDSCHAP

KAN DE RELATIE TUSSEN STEDENBOUWKUNDE EN BODEM- EN

WATERHUISHOUDING WORDEN VERBETERD?

Een ontwerpend onderzoek naar de huidige en toekomstige situatie.

Een onderzoek voor Vollmer & Partners

Onderzoeksbegeleider: Tom Bullens

Schoolcoach: Martijn Huting

Luisteren naar het landschap.

Kan de relatie tussen

stedenbouwkunde en bodem- en

waterhuishouding worden

verbeterd?

Amersfoort , 2023

Contact

475267@student.saxion.nl

+31 620499155

Auteur

Gijs Pannekoek

475267

Stedenbouwkundig Ontwerpen

Met dank aan

Irene Edzes, Martijn Huting, Tom Bullens.

Foto omslag

© Mika Korhonen;

Aerial view of countryside in the

Netherlands.

Delen uit deze publicatie mogen worden

overgenomen op voorwaarde van

bronvermelding:

Gijs Pannekoek (2023), Luisteren naar het

landschap.

Amersfoort: Vollmer & Partners

Vollmer & Partners is een bureau voor stedenbouw en landschapsontwerp.

2 3



Voorwoord

Op het snijvlak van stedelijke bebouwing en

natuurlijk landschap ontstaan bijzondere

uitdagingen en kansen. Het begrijpen van

de omgeving, bodem, ondergrond en het

watersysteem kan helpen bij het ontwerpen van

beter passende stedelijke ontwikkelingen. De

laatste decennia zijn we eraan gewent geraakt

dat we het landschap overal aan kunnen passen

naar onze ruimtelijke wensen, maar het besef

dat deze verstandshouding niet langer zo voort

kan zetten wordt steeds duidelijker. Gevolgen

zoals verzakkingen, droogte en overstromingen

zeggen ons dat we onze kijk op de relatie tussen

stedenbouwkunde en bodem- en waterhuishouding

moeten veranderen.

En juist in de relatie tussen stad en natuur,

tussen bebouwing en landschap, tussen mens

en omgeving, liggen antwoorden op belangrijke

uitdagingen van deze tijd. Want als we ons

verbinden met de omgeving, de bodem, de

ondergrond en het watersysteem, kunnen we

slimme, duurzame en passende stedelijke

oplossingen vinden. In dit boek wordt onderzocht

hoe de relatie tussen stad en natuur van invloed is

op hedendaagse vraagstukken rondom ruimtelijke

ontwikkelingen. Aan de hand van voorbeelden

en een eigen ontwerpstudie wordt duidelijk hoe

stedenbouw en de natuurlijke omgeving hand in

hand kunnen gaan voor een betere toekomst.

4 5



Inhoud

Deel 1 De Context 15

Deel 2 Handboek 32

1. Leidsche Rijn

2. Almere DUIN

3. Vleuterwijde

Deel 3 Ontwerpstudie

Literatuurlijst 76

Bijlage 80

6 7



Deel 1 Context

Waarom is het zo belangrijk om de

bodem- en waterhuishouding te

verbeteren? Welke gevolgen heeft een

slechte bodem- en waterhuishouding

voor de natuur, de stedenbouw en de

samenleving als geheel?

Tijd voor verandering

Lange tijd konden we in Nederland het

water- en bodemsysteem aan onze wensen

aanpassen. Maar nu lopen we steeds vaker

tegen de grenzen aan van dit systeem. Zo

zorgen bodemdaling en lage waterstanden voor

veel schade aan funderingen, is genoeg goed

drinkwater niet meer vanzelfsprekend en staat

het voortbestaan van planten- en diersoorten

onder druk. De kwaliteit en beschikbaarheid

van water en bodem hebben ook grote invloed

op onze scheepvaart, landbouw,

energievoorziening, industrie en natuur.

Kennisportaal Klimaatadaptatie, 2022

Bovendien zet het veranderende klimaat alles

op scherp. (Kennisportaal Klimaatadaptie,

2022). Een gezonde bodem- en

waterhuishouding is van groot belang voor de

natuur, de stedenbouw en de samenleving als

geheel. Het is dan ook essentieel om te streven

naar het verbeteren van deze huishouding.

Het kabinet heeft in 2022 aangekondigd dat

water en bodem sturend moeten worden in het

beleid. Dit betekent dat er meer aandacht moet

komen voor de kwaliteit van de bodem en het

water, en dat de ruimtelijke inrichting hierop

moet worden aangepast. Het kabinet wil water

en bodem sturend laten zijn bij beslissingen

over de inrichting van ons land. Dat heeft de

ministerraad besloten, op voorstel van het

ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Diverse gevolgen

Een slechte bodem- en waterhuishouding

kan leiden tot verschillende gevolgen voor de

natuur. Zo kan het leiden tot een vermindering

van de biodiversiteit, doordat planten en

dieren zich niet goed kunnen ontwikkelen in

een bodem die te nat of te droog is. Daarnaast

kan een slechte waterhuishouding leiden tot

verontreiniging van het water en zelfs tot

overstromingen bij hevige regenval.

Ook voor de stedenbouw heeft een slechte

bodem- en waterhuishouding gevolgen. Zo

kan het leiden tot schade aan gebouwen

en infrastructuur, vooral bij bouwen op

slappe bodems. Daarnaast kan het leiden

tot wateroverlast in de bebouwde omgeving,

waardoor straten en huizen onder water komen

te staan (Kennisportaal klimaatadaptatie,

2022).

Op maatschappelijk niveau heeft een slechte

bodem- en waterhuishouding ook gevolgen.

Zo kan het leiden tot hogere kosten voor

het onderhoud van de openbare ruimte en

het herstel van schade na overstromingen.

Daarnaast kan het invloed hebben op de

gezondheid van mensen, bijvoorbeeld door

verontreiniging van drinkwater.

De bodem en waterhuishouding spelen

een cruciale rol in de leefomgeving van

mensen en dieren. Een goede bodem- en

waterhuishouding zorgt voor een gezonde

en productieve leefomgeving, terwijl een

slechte bodem- en waterhuishouding

kan leiden tot ernstige problemen zoals

overstromingen, bodemerosie, droogte en

verlies van biodiversiteit. Dit kan op zijn beurt

weer leiden tot een slechtere waterkwaliteit,

aangezien er minder vegetatie is om het

water te filteren. Ook kan het leiden tot

overstromingen, omdat de bodem minder

water kan vasthouden. Daarnaast kunnen

stedenbouwkundige problemen ontstaan,

zoals verzakkingen en schade aan gebouwen

door een te laag grondwaterpeil of juist

door wateroverlast. Dit heeft grote gevolgen

voor de samenleving als geheel, aangezien

het kan leiden tot economische schade en

gezondheidsproblemen.

Verder zien we gevolgen voor de flora en fauna

in de natuur, maar ook voor de infrastructuur

in steden en dorpen. Zo kunnen bijvoorbeeld

huizen beschadigd raken door bodemdaling

als gevolg van een slechte waterhuishouding

(Commissie Bodemdaling Groningen, 2018).

Bovendien kan een slechte bodem- en

waterhuishouding leiden tot verminderde

landbouwproductie, wat kan leiden tot

voedseltekorten en economische gevolgen

kan hebben (Ministerie van Infrastructuur en

Waterstaat, 2022).

Het verbeteren en beheren van de bodem- en

waterhuishouding is dus van groot belang voor

zowel de natuur als de samenleving als geheel.

Schade aan woning door verzakking (NOS, 2019)

Het landschap biedt kansen

Vrijwel nergens ter wereld is het landschap zo

dynamisch als in Nederland. Het deltaland van

Rijn en Maas, zoals we nu om ons heen ervaren,

is in een eeuwen durend samenspel van de

mens en omgeving gevormd. Van oudsher hebben

mensen de beste plekken gekozen om

zich te vestigen: op strategische plaatsen aan

rivieren en in de nabijheid van hoge vruchtbare

gronden.

Nog steeds is het landschap voortdurend in

verandering. Bij de ontwikkeling van steden

wordt vanaf ruwweg 1900 echter vrijwel geen

rekening meer gehouden met de natuurlijke

dynamiek. De mens is niet meer volgend; we

gebruiken de techniek om de omgeving aan

elke wens aan te passen. Vooral na de Tweede

Wereldoorlog zijn steden explosief gegroeid en

was de maakbaarheidsgedachte leidend. De

samenhang tussen de stad en haar natuurlijke

omgeving is steeds minder herkenbaar.

Dat leidt tot eenvormigheid en gebrek aan

identiteit. Bovendien neemt door de mismatch

met het natuurlijke systeem, de kwetsbaarheid

voor klimaatverandering toe. Met als gevolg

wateroverlast, droogte en hittestress.

Technische oplossingen blijken vaak maar een

beperkte werking en houdbaarheid te hebben

(De Stadsgenese, 2021).

Luisteren naar het Landschap | Context

8

9

Luisteren naar het Landschap | Context



een

s is niet

elke

eden

. De

eds minntiteit.

m, de

teroverak

maar

ld te

tuurlijke

enhang

n nieuwe

ikkeling.

is dus

de

steem

ntstaan

illende

ie, steen

dorp,

t het

nen te

imteliteitsormt

een

ssende

tie bij

van de zee en de grote rivieren. De landschappen daarbuiten rekenen

we tot Hoog Nederland. De indeling die verder in dit boek gehanteerd

wordt, is toegespitst op de ontstaansgeschiedenis van de steden in de

context van het natuurlijke landschap.

Laag Nederland

Hoog Nederland

Stadsgenese, 2021

Ontwerpen mét de natuur is een heel

mooi uitgangsprincipe wat we waker

moeten hanteren. Het aanpassen van

stedenbouwkundige ontwerpen aan de natuur

en haar omgeving kan bijdragen aan het

creëren van mooie en aantrekkelijke steden.

Door de natuur en haar omgeving te integreren

in stedenbouwkundige ontwerpen, kunnen we

innovatieve oplossingen bedenken die zowel

functioneel als esthetisch aantrekkelijk zijn.

Zo kan bijvoorbeeld het gebruik van natuurlijke

materialen in de bouw bijdragen aan een

warme en uitnodigende sfeer in de stad, terwijl

het gebruik van groene ruimtes en openbare

parken kan bijdragen aan een gevoel van ruimte

en luchtigheid.

Het ontwerpen van steden met de natuur

in gedachten kan ook leiden tot een betere

integratie van gebouwen en infrastructuur in

de omgeving, waarbij rekening wordt gehouden

met de bestaande landschapselementen

en de lokale ecologie. Dit kan resulteren

in een meer organische en harmonieuze

stedelijke omgeving, waarbij de gebouwen

en infrastructuur naadloos overgaan in het

omliggende landschap.

den op: de industriesteden in Hoog Nederland. Deze lagen nog steeds

aan het water vanwege het transport, maar ook om dit water industrieel

te gebruiken. Transport werd gedeeltelijk overgenomen door de

nieuwe spoorwegen. De industrialisatie maakte bovendien grootschalige

ontginningen van de hoogvenen mogelijk. In de veenkoloniën

groeiden nederzettingen in het Drentse veengebied en de Peel uit tot

Klimaatbuffers

nieuwe stedelijke kernen.

Nature-based solutions (NBS) verwijzen naar

het gebruik van natuurlijke processen en

ecosystemen om duurzame oplossingen te

bieden voor een breed scala aan

verschillende landschappen uitstrekken.

maatschappelijke uitdagingen, zoals

klimaatverandering, natuurbehoud,

waterbeheer, voedselproductie en

gezondheidszorg (IUCN, z.d.).

Tot slot bracht de komst van de auto en de aanleg van een daarbij

behorend wegennet een nieuw stadstype tot stand, de woonstad, van

waaruit mensen forenzen naar hun werk. De explosieve naoorlogse

stedelijke groei leidde ertoe dat de meeste moderne steden zich over

NBS zijn gebaseerd op de principes van

ecologische duurzaamheid en bevorderen

het behoud en herstel van natuurlijke

ecosystemen, zoals bossen, wetlands,

koraalriffen en rivieren. Door deze

ecosystemen te beschermen en te herstellen,

kunnen NBS bijdragen aan de vermindering

van de uitstoot van broeikasgassen, het

verminderen van de gevolgen van extreme

weersomstandigheden, het verbeteren van

de waterkwaliteit en het bevorderen van de

biodiversiteit. (IUCN, z.d.)

In het uiteindelijke

stedenbouwkundig ontwerp komt

water niet altijd tot zijn recht.

Tijdens het ontwikkelingsproces

wordt water vaak als een

bijkomende factor gezien, en wordt

de wateropgave opgelost door

ergens een stuk uitgeefbare grond

‘op te offeren’ voor een toevoeging

aan het wateroppervlak. De kansen

die water biedt zouden beter benut

kunnen worden; water kan immers

op vele manieren worden gebruikt

en het geeft een extra kwaliteit aan

de omgeving.

Het creëren van stedelijk water

(Gebiedsontwikkeling.nu, 2012)

Wat zijn de belangrijkste

knelpunten in de huidige relatie tussen

stedenbouwkunde en bodem- en

waterhuishouding, wat zijn de oorzaken

van deze knelpunten en wat zijn de

gevolgen hiervan voor de natuur,

stedenbouw en samenleving?

Uitsnede uit de veldminuten voor de Topografisch Militaire Kaart uit circa 1850 met

Breda. De laaggelegen beekdalen (groene gebieden) zijn duidelijk te herkennen binnen

het dekzandlandschap (ongekleurde gebieden).

De complexe relatie tussen stedenbouw

en bodem- en waterhuishouding is een

uitdagende kwestie. De stedenbouw is

gericht op de ontwikkeling van de bebouwde

omgeving, terwijl bodem- en waterhuishouding

gericht zijn op het behoud en de kwaliteit

van de natuurlijke omgeving. Dit kan leiden

tot spanningen en knelpunten tussen beide

vakgebieden. In de praktijk blijkt dat er op

verschillende vlakken knelpunten ontstaan.

Deze knelpunten hebben gevolgen voor zowel

de natuur als de stedenbouw. Het is daarom

belangrijk om deze knelpunten te begrijpen

7

en aan te pakken om tot een duurzame en

leefbare omgeving te komen.

Uitsnede uit de 1e editie van de Waterstaatskaart uit 1872. Te zien is dat Amersfoort op

de plek ligt waar verschillende beken samenstromen in de Eem, op de grens van zand

(ongekleurd) en veen (groen en omrand).

Over het hoofd gezien

Een groot probleem binnen de relatie tussen

stedenbouw en bodem- en waterhuishouding

is de onkunde als het gaat over de importantie

van een gezonde bodem.

Veel organismen leven in de bodem. Ongeveer

25% van alle biodiversiteit komt voor in de

bodem (Charlene Janion-Scheepers, 2020).

Deze organismen functioneren niet in isolatie,

maar interageren op complexe wijze met

elkaar en de bovengrondse wereld. Ze leveren

essentiële diensten en voordelen, zoals het

afbreken van bladafval voor de recycling van

voedingsstoffen, spelen een rol bij de vorming

van bodemstructuur, en reinigen water en lucht

door de bodemlagen.

Bodems zijn het meest biodiverse leefgebied

op aarde. Een gram bodem bevat verschillende

duizenden soorten. Meer dan 40% van alle

landorganismen hebben hun levenscyclus, of

een deel daarvan, in de bodem. Dit varieert

van de kleinste microben, schimmels en

nematoden, tot mijten, springstaarten,

duizendpoten, miljoenpoten, potwormen,

verschillende insecten zoals mieren en

termieten, grotere geleedpotigen zoals

miljoenpoten, spinnen en pissebedden, en zelfs

grotere gewervelde dieren zoals mollen en

reptielen (Charlene Janion-Scheepers, 2020).

Bodem is de grootste aan land gebonden

opslagplaats van koolstof op de planeet en

slaat bijna twee keer zoveel koolstof op als

alle levende planten en de atmosfeer samen.

Stedelijke bodems doen dit ook en voorkomen

dat grote hoeveelheden koolstof in de

atmosfeer als koolstofdioxide terechtkomen.

Bodem slaat ook water op, wat helpt bij het

voorkomen van lokale overstromingen in

bebouwde gebieden.

En dan zijn er natuurlijk ook nog de

voedingsstoffen die bodem biedt voor bomen

en planten die van vitaal belang zijn in steden.

Verstedelijkte hitte-eilanden, die leiden tot

hogere temperaturen in de stedelijke lucht

dan in omliggende landelijke gebieden, kunnen

worden verminderd door vegetatie. Bomen

en planten nemen ook luchtvervuiling op en

verbeteren de luchtkwaliteit in stedelijke

gebieden, en bieden sociale en esthetische

voordelen van groene ruimtes voor verbeterde

gezondheid en welzijn. Maar stedelijke bomen

overleven vaak niet door bodemverdichting of

onvoldoende grondvolume. Het volgt dat als we

willen profiteren van de voordelen van bomen,

we eerst aan de bodem moeten denken

(Roisin O’Riordan, 2021).

Ruimtelijke opgaven

Nederland staat voor immense uitdagingen

op het gebied van de leefomgeving. De

behoefte aan een groot aantal nieuwe

woningen, de noodzaak om wind- en

zonne-energieparken te bouwen om te

voldoen aan de klimaatdoelstellingen, de

vereiste aanpassingen om de gevolgen

van klimaatverandering op te vangen, de

landbouw die tegen maatschappelijke en

ecologische grenzen aanloopt, en de druk

op de biodiversiteit zijn allemaal ingrijpende

opgaven. Bovendien vereisen deze uitdagingen

ingrijpende maatschappelijke en ruimtelijke

ingrepen en leggen ze allemaal een claim op

de beschikbare ruimte, terwijl de hoeveelheid

grondgebied beperkt is.

Luisteren naar het Landschap | Context

10

11

Luisteren naar het Landschap | Context



De ruimtelijke keuzes die het nieuwe kabinet

moet maken om deze opgaven aan te pakken,

zullen dan ook grote gevolgen hebben voor de

inrichting van Nederland en de toekomstige

leefomgeving van Nederlanders (PBL, 2021).

Op zoek naar evenwicht

Helaas wordt de leefomgeving steeds

intensiever benut, wat gevolgen heeft

voor de ecologische duurzaamheid en

maatschappelijke waardering ervan. Er is

daarom behoefte aan een nieuwe balans

tussen de gebruikswaarde (economische

benutting), belevingswaarde (perspectief van

de burger) en toekomstwaarde (ecologische

duurzaamheid) van de leefomgeving (PBL,

2021).

De gebruikswaarde van de leefomgeving

heeft betrekking op de economische

benutting ervan, bijvoorbeeld voor wonen,

werken en recreatie. Het is belangrijk dat de

leefomgeving economisch rendabel blijft,

maar dit mag niet ten koste gaan van de

belevingswaarde en toekomstwaarde. De

belevingswaarde gaat over het perspectief van

de burger, zoals de esthetiek, cultuurhistorie

en sociale interactie. Het is van belang dat

de leefomgeving aantrekkelijk en leefbaar

blijft voor haar inwoners. De toekomstwaarde

van de leefomgeving heeft betrekking op de

ecologische duurzaamheid ervan, waarbij het

behoud van de natuurlijke hulpbronnen en het

minimaliseren van de milieueffecten centraal

staan.

Het vinden van een nieuwe balans tussen

deze drie waarden vergt een integrale aanpak,

waarbij verschillende beleidsterreinen en

belanghebbenden samenwerken. Het is van

belang om de belangen van economische

groei, sociale cohesie en ecologische

duurzaamheid op elkaar af te stemmen en

te zorgen voor een evenwichtige verdeling

van de beschikbare ruimte en middelen.

Op deze manier kan Nederland een

toekomstbestendige leefomgeving creëren die

voorziet in de behoeften van haar inwoners,

zonder de natuurlijke hulpbronnen uit te putten

of de ecologische duurzaamheid in gevaar te

brengen.

Het Planbureau voor de Leefomgeving

Naar een nieuwe balans, bodem en water centraal

pleit dan ook naar een nieuwe verdeling Huidige situatie

van de ruimtelijke kwaliteit:

Huidige situatie

Gebruikswaarde dominant, ecologisch

systeem onder druk

Door zich eenzijdig te richten op het

maximaliseren van de (economische)

gebruikswaarde van stedelijke gebieden

en landbouwgrond, is de kwaliteit van de

leefomgeving in Nederland onder druk komen

te staan. De grenzen van de draagkracht

van het onderliggende fysieke systeem zijn

inmiddels in zicht of zelfs al overschreden.

Dit heeft grote consequenties voor de

toekomstbestendigheid van de ondergrond,

het watersysteem en de biodiversiteit.

Gewenste situatie

Waardes in balans,

Waardes in balans, bodem en water centraal

bodem en water centraal

Er moet een nieuwe balans gevonden worden Een nieuwe balans tussen

tussen functie, ervaring en ecologische gebruikswaarde (functie),

duurzaamheid. De opgaven op het gebied belevingswaarde (ervaring) en

van klimaat, natuur, waterbeheer en toekomstwaarde (ecologische

landbouw hebben allemaal een belangrijke duurzaamheid) is nodig. De opgaven

watercomponent. Daarom is het logisch om voor klimaat, natuur, waterbeheer en

het bodem- en watersysteem van Nederland landbouw delen een aanzienlijke

veel meer dan voorheen centraal te stellen als watercomponent. Het ligt om die

structurerend principe in het omgevingsbeleid, reden voor de hand het bodem- en

via de lagenbenadering. Dit betekent dat de watersysteem van Nederland veel

We zullen moeten omschakelen naar een

nieuwe situatie waar de 3 waarden gelijker

verdeeld zijn.

Gebruikswaarde dominant,

ecologisch systeem onder druk

De eenzijdige oriëntatie op het

maximaliseren van de (economische)

gebruikswaarde van stedelijke

gebieden en landbouwgrond heeft

de kwaliteit van de leefomgeving in

Nederland onder druk gezet. De

grenzen van de draagkracht van het

onderliggende fysieke systeem zijn in

zicht of al overschreden. Dit heeft

consequenties voor de

toekomstbestendigheid van de

ondergrond, het watersysteem en de

biodiversiteit.

Gewenste situatie

laag van de ‘ondergrond’ voorwaarden stelt aan

meer dan voorheen als structurerend

principe centraal te stellen in het

ruimtelijke ontwikkelingen.

omgevingsbeleid (lagenbenadering).

De laag van de ‘ondergrond’ stelt

dan voorwaarden aan ruimtelijke

ontwikkelingen.

Bron: PBL

Ruimtelijke

kwaliteit

Occupatielaag

Netwerklaag

Ondergrond

Ruimtelijke

kwaliteit

Occupatielaag

Netwerklaag

Ondergrond

Bodem, water en biodiversiteit

Bodem, water en biodiversiteit

pbl.nl

pbl.nl

Bodem onder

druk!

Gebruikswaarde

Belevingswaarde

Toekomstwaarde

Gebruikswaarde

Belevingswaarde

Toekomstwaarde

Bodem en water

staan centraal

Luisteren naar het Landschap | Context

12

13

Luisteren naar het Landschap | Context

(PBL, 2021)

Bevindingen | 15



Grafiek: Percentage bodemafdekking per land

Percentage bodemafdekking in 2006

Percentage bodemafdekking in 2009

Percentage bodemafdekking in 2012

Percentage bodemafdekking in 2015

Deze grafiek laat de bodemafdekking

per land tussen de jaren 2006-2012

zien. Nederland scoort met maar liefst

7,35% in 2012 heel hoog in de lijst.

17,5%

15%

12,5%

10%

7,5%

5%

2,5%

0%

Malta

Nederland

België

Liechtenstein

Duitsland

Luxemburg

Verenigd Koninkrijk

Denemarken

Zwtiserland

Italië

Tsjechië

Frankrijk

Portugal

Cyprus

Oostenrijk

Slovenië

Hongarije

Slowakije

Polen

Kroatië

Spanje

Servië

Ierland

Griekenland

Kosovo

Bulgarije

Roemenië

Litunanië

Bosnië en Herzegovina

Noord-Macedonië

Albanië

Turkijë

Montenegro

Estland

Finland

Zweden

Letland

Noorwegen

Ijsland

Data verkregen van European Environment Agency, 2019

Luisteren naar het Landschap | Context

14

15

Luisteren naar het Landschap | Context



Welke beleidsmaatregelen zijn er op

nationaal en Europees niveau genomen

om de bodem- en waterhuishouding te

verbeteren?

In de Nederlandse watersector wordt geen

discussie over ruimtelijke ordening gevoerd

zonder het noemen van het principe ‘water en

bodem sturend’. Dit principe zegt dat

water en bodem leidend moeten zijn bij keuzes

over waar we onze huizen bouwen, landbouwp

plaatsvindt en waar de natuur de ruimte krijgt.

De regering lijkt zich in haar uitspraken bewust

te zijn van het belang ervan. Het principe staat

in het regeerakkoord Rutte IV en de urgentie

is herhaald in het recente Deltaprogramma

2023. Het ministerie van Infrastructuur en

Waterstaat bereidt momenteel het programma

‘Water en Bodem sturend’ voor. Dit programma

moet structurele bieden voor ruimtelijke

ontwikkelingen, bijvoorbeeld woningbouw en

de aanpak van opgaven zoals benoemd in het

Nationaal Programma Landelijk gebied.

Al sinds meer dan 20 jaar wordt er gesproken

over het belang van het principe ‘water en

bodem sturend’ in de ruimtelijke ordening,

wat vergelijkbaar is met het principe ‘functie

volgt peil’. In de Vierde Nota waterhuishouding

uit 1998 werd al geschetst hoe een gewenste

grondwatersituatie als basis zou kunnen

dienen voor de regionale inrichting van

Nederland. Het ministerie van Verkeer &

Waterstaat voerde daaropvolgend in 1999

een verkenning uit naar de mogelijkheden om

water sturend te laten zijn bij de inrichting

van het Noordzeekanaalgebied. Een jaar later,

in 2000, werd in opdracht van de provincie

Noord-Brabant een onderzoek gedaan naar de

mogelijkheden om water als ordenend principe

te gebruiken.

Anno 2022 blijkt uit de praktijk dat er nog maar

weinig gehandeld wordt naar dit principe en

dat de maakbaarheidsgedachte nog steeds

overheerst in onze ruimtelijke ordening. Het

waterpeil wordt nog steeds vaak aangepast

naar de behoeften van het landgebruik,

terwijl er meer aandacht zou moeten zijn voor

het gebruik van water als sturend principe

(TwynstraGudde, 2022).

Kamerbrief

Het kabinet heeft besloten om water en bodem

een belangrijkere rol te geven bij het maken van

beslissingen over de inrichting van ons land. Dit

voorstel is aangedragen door minister Harbers

en staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur

en Waterstaat en is goedgekeurd door de

ministerraad.

In de brief worden 7 uitgangspunten

gehanteerd:

1. Niet afwentelen

Niet op toekomstige generaties, andere

gebieden of functies en ook niet afwentelen

van privaat naar publiek.

2. Meer rekening houden met extremen

Extreme weersituaties die nog niet eerder

zijn voorgekomen zijn door het veranderende

klimaat veel vanzelfsprekender geworden. Daar

moeten we ons nog beter op voorbereiden.

3. In samenhang omgaan met

wateroverlast, droogte en bodem

Nederland moet van een vergiet weer een

spons worden. Niet meer zo snel mogelijk al

het water afvoeren, maar het vasthouden en

bergen. Dit biedt ook kansen voor de kwaliteit

van water en bodem.

4. Meerlaagsveiligheid

Naast dijken en keringen aanleggen, wil het

Rijk ook meer aandacht voor de ruimtelijke

inrichting om gevolgen van een overstroming

te beperken en voor crisisbeheersing en

herstel van schade.

5. Bodem minder afdekken, minder

vergraven, niet verontreinigen

Zo worden bodems beter bestand tegen

verdroging, slaan ze CO2 beter op en helpen ze

ook om stikstof vast te leggen.

6. Integrale aanpak in de leefomgeving

De water- en bodemopgaven hangen samen

met alle andere opgaven in de leefomgeving.

Daarom is het heel belangrijk om deze opgaven

integraal aan te pakken, waarbij het water- en

bodemsysteem sturend is.

7. Comply or explain

Als er van een structurerende keuze wordt

afgeweken, moet dat expliciet uitlegbaar en

toetsbaar zijn. En doelen moeten hierbij nog

steeds wel gehaald worden (Ministerie van

Infrastructuur en Waterstaat, 2022).

Er zijn in totaal 33 ‘structurerende keuzes’

gemaakt. Deze hebben deels betrekking op

nationaal beleid en gebiedsgerichte aanpak

(laagveen, verziltende kustgebieden en hoge

zandgronden), maar kunnen ook richting geven

aan of doorwerking vinden in programma’s van

provincies, gemeenten en waterschappen,

gebiedsprocessen, bedrijven en burgers.

Minister Harbers en staatssecretaris Heijnen

van Infrastructuur en Waterstaat hebben de

ministerraad overtuigd om water en bodem

leidend te laten zijn bij beslissingen over

de inrichting van ons land. Dit betekent dat

provincies in samenwerking met alle betrokken

partijen een gebiedsgerichte aanpak kunnen

opstellen, waarbij de randvoorwaarden

worden vastgesteld. Dit is maatwerk, want

er zijn grote verschillen tussen de gebieden.

Het NPLG, de woningbouwprogramma’s, het

Landbouwakkoord, het Programma NOVEX en

de deltaprogramma’s zijn sterk verweven met

deze keuzes, zo schrijven de bewindslieden.

(H20, 2022)

Met de nu vastgestelde leidraad volgen,

aldus de Kamerbrief, de bewindslieden de

adviezen van Deltacommissaris Peter Glas

en stikstofbemiddelaar Johan Remkes. De

Deltacommissaris beveelt aan om voldoende

ruimte te reserveren voor waterveiligheid, te

zorgen voor voldoende zoetwater, strategische

grondwatervoorraden te beschermen,

ruimtelijke adaptatie, meerlaagsveiligheid

en transitie van het landelijk gebied. De

Deltacommissaris benadrukt daarbij dat

de tijd van vrijblijvendheid voorbij is. Johan

Remkes geeft aan dat er per direct gestart

moet worden met het maken van ruimte voor

nieuwe ontwikkelingen, dat er een langjarig

perspectief moet worden geboden voor

het landelijk gebied en dat deze transitie

gebiedsgericht moet worden gerealiseerd,

waarbij water en bodem leidend zijn bij

ruimtelijke keuzes (H20, 2022).

Eeuwenlang hebben we met eigen

handen ons land gemaakt tot wat

het is, bijvoorbeeld door dijken

te bouwen en sloten te graven.

Maar we lopen nu steeds meer

tegen de grenzen aan, vanwege

het intensieve gebruik en de

klimaatverandering. Door meer

rekening te houden met ons water,

kunnen we ook in de toekomst

blijven wonen en werken in

Nederland. Daarom maken we nu

deze keuzes

Minister Harbers

(Rijksoverheid, 2022)

De internationale agenda

Ook op groter toneel speelt dit vraagstuk.

De EU heeft een kader en concrete

maatregelen voor de bodem aangekondigd

(Soil Strategy 20230) die tot doel heeft om

bodems te beschermen en te herstellen,

duurzaam gebruik ervan te waarborgen en

in 2050 een gezonde bodem te bereiken.

Concrete maatregelen zullen worden

genomen tegen 2030 en er zal een nieuwe

wet voor bodemgezondheid worden

geïntroduceerd tegen 2023 om te zorgen

voor een gelijk speelveld en een hoog niveau

van milieu- en gezondheidsbescherming.

Deze bodemstrategie is onderdeel van de

EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 en een

belangrijk onderdeel van de Europese Green

Deal.

Gezonde bodems zijn cruciaal voor het

behalen van klimaatneutraliteit, een schone

en circulaire economie en het voorkomen

van woestijnvorming en bodemdegradatie.

Daarnaast zijn ze onmisbaar voor het herstellen

van biodiversiteit, het leveren van gezond

voedsel en het beschermen van de menselijke

gezondheid (Europese Comissie, 2022).

Luisteren naar het Landschap | Context

16

17

Luisteren naar het Landschap | Context



van Nederland. De uitdaging daar is om de

bodemdaling af te remmen en tegelijkertijd het

landschap open en groen te houden”

(Bodem+, 2019).

Mike Atkins, 2022

De EU-bodemstrategie moet ervoor zorgen dat

tegen 2050:

• alle bodemecosystemen in de EU

gezond en veerkrachtiger zijn, zodat ze hun

cruciale diensten kunnen blijven leveren;

• het nettoruimtebeslag nul is en de

bodemverontreiniging is teruggebracht tot

niveaus die niet langer schadelijk zijn voor de

gezondheid van mensen of ecosystemen;

• bodembescherming, duurzaam

bodembeheer en herstel van

aangetaste bodems tot de norm behoren.

Volgens Tommy Bolleboom, Senior Adviseur

klimaatadaptatie en bodem Rijkswaterstaat,

is er een gebrek aan kennis. “Wij dachten

bijvoorbeeld altijd dat de bodemdaling in

de steden wel een keer zou ophouden. Als

een spons die je op een gegeven moment

niet verder kunt inknijpen. Maar de bodem

daalt nog even hard als 30 jaar geleden. Wij

snappen eigenlijk niet hoe dat kan. Door meer

onderzoek te doen, kunnen wij onze kennis van

de verschillende veen- en slappe kleibodems

vergroten, betere modellen maken om de

toekomstige bodemdaling te voorspellen en

aan de hand daarvan de meest effectieve

maatregelen nemen” (Bodem+, 2019).

Kortom, het besef begint te komen. Maar het

is tijd om er écht wat aan te doen, want de tijd

dringt, en de bodem wacht niet op ons.

Zorgen

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)

heeft de gevolgen van bodemdaling in 2016

onderzocht. Volgens het rapport ‘Dalende

bodems, stijgende kosten’ kunnen de kosten

van de bodemdaling in de steden – door schade

aan infrastructuur en funderingen - oplopen tot

ruim €21 miljard in 2050. In het landelijk gebied

liggen de kosten een stuk lager: maximaal €1

miljard (Bodem+, 2019).

“Het rapport van het Planbureau voor de

Leefomgeving heeft de ogen van veel

bestuurders geopend. Wij hebben in Nederland

altijd geaccepteerd dat de bodem daalde.

Iedereen is het er nu wel over eens dat we

alles op alles moeten zetten om het proces

af te remmen” zei Hilde Niezen, voormalig

wethouder in Gouda. “Om bodemdaling

in de steden tegen te gaan zijn grote

investeringen nodig die voor veel overlast

zorgen bij bewoners. De problematiek in het

landelijk gebied gaat meer over het beeld

Luisteren naar het Landschap | Context

18

19

Luisteren naar het Landschap | Context



20 21

Foto van Natuurmonumenten, 2020



R

L

Deel 2 Handboek

Deel 2 Acht voorbeelden

Welke nieuwe bouwstenen kunnen

worden gecreëerd voor toekomstige

stedenbouwplannen 1. Amersfoort op basis van

actuele Amersfoort inzichten ligt op de en overgang bestaande van de kennis stuwwal

van

van

bodem- Utrechtse

en waterhuishouding?

Heuvelrug, het dekzandlandschap

met de beekdalen van de Gelderse Vallei en

het laagveengebied van polder Eemland.

In het tweede deel van het handboek worden

plannen 2. Breda verzameld en geanalyseerd die

laten Breda zien markeert hoe het de wél overgang kan. Deze van plannen het dekzandlandschap

inzicht van in hoe West-Brabant er op een duurzame

naar het zeeklei-

geven

en landschap verantwoorde van Zuidwest-Nederland.

manier omgegaan kan

worden met bodem- en waterhuishouding in

stedenbouwkundige 3. Culemborg ontwerpen. Daarnaast

wordt Culemborg er in het ligt laatste op een deel hoge van oeverwal het boek in het

een stroomgebied eigen case study van de gepresenteerd rivieren Lek en voor Linge. Het

een gebied uitbreidingsgebied, wordt doorsneden waarbij door rekening geulen en stroomruggen.

gehouden met de bodem- en

wordt

waterhuishouding. Het doel van dit deel van

het 4. handboek Dordrechtis om de lezer handvatten te

bieden Dordrecht voor het ligt in ontwerpen een dynamisch van duurzame getijdengebied. en

toekomstbestendige De stad ligt als een eiland stedenbouwkundige

in het rivierengebied

projecten, van de Merwede, waarbij de bodem Oude Maas en het en water de Noord waar

centraal ook zeeklei staan. en laagveen voorkomen.

Bij de beschrijving van het natuurlijke systeem kijken we naar het landschap,

schap, de de

bodem, bodem,

de de

ondiepe ondiepe

geologie geologie

(geomorfologie) (geomorfologie)

tot tot

30 30

m onder

onder

maaiveld maaiveld

en en

naar naar

de de

waterstructuur.

waterstructuur.

5. Haarlem

Haarlem is ontstaan op een strandwal op de plek

waar een beek uit het duingebied uitmondt in het

Spaarne. De stad ligt in het landschap van het binnenduin

op de overgang naar een laagveengebied.

Droogmakerij

6. Middelburg

Middelburg ligt op hogere kreekruggen te midden

van een kustlandschap van zeeklei. De stad ligt

Binnenduin

op

het eiland Walcheren aan de rivier de Arne die een

verbinding had met de zee.

7. Nijmegen

Laagveen

Nijmegen is een stad aan de Waal en is ontstaan

op de plek waar drie landschappen elkaar ontmoeten:

de stuwwal, het rivierengebied van Rijn

en Waal en het rivierterras van de Maas. Rivierengebied

8. Oegstgeest

Oegstgeest behoort tot de nieuwe woonsteden

Zeeklei

en ligt in het binnenduingebied op de overgang

naar het rivierengebied van de Oude Rijn en de

uitgestrekte vlakte van het laagveengebied van

West-Nederland.

Dekzand

geeft de ondiepe geologie relevante informa

samenstelling samenstelling van

van de

de bodemlagen

bodemlagen verklaart

verklaart

v

hoogteverschillen, doorlaatbaarheid, kwel,

kwel, b

14 15

Basiskaart

Basiskaart Natuurlijk Systeem Nederland (Gilbert Maas, Menne Kosian, Vincent Grond, 2021)

Natuurlijk Systeem Nederland (Gilbert Maas, Menne Kosian, Vincent Grond, 2021)

Kaart: Basiskaart Natuurlijk Systeem Nederland

10

10

Luisteren naar het Landschap | Handboek

22

23

Luisteren naar het Landschap | Handboek

Kleileem

Zeeklei

Rivierengebied

Laagveen

Hoogveen

Binnenduin

Lössgebied

Dekzand

Stuwwal

Droogmakerij

Rivierterras

Data verkregen van Klimaateffectatlas, 2023



Leidsche Rijn

De Leidsche Rijn, foto door Siebe Swart

De Leidsche Rijn is een

nieuwbouwlocatie en wijk in Utrecht,

de hoofdstad van de Nederlandse

provincie Utrecht. Het gebied ligt ten

westen van het Amsterdam-Rijnkanaal

en de naam is afgeleid van het kanaal

Leidse Rijn, dat erdoorheen loopt.

Luisteren naar het Landschap | Handboek

24

25

Luisteren naar het Landschap | Handboek



Aanleiding

Het Masterplan Leidsche Rijn is ontwikkeld

voor een Vinex-locatie die zich bevindt op

zowel het grondgebied van de gemeente

Utrecht als de gemeente Vleuten-De Meem.

Om de ontwikkeling van het gebied te

faciliteren, heeft er een grenscorrectie tussen

beide gemeenten plaatsgevonden, waarbij het

Utrechtse aandeel in het plan is toegenomen.

Het gebied dankt zijn naam aan de gelijknamige

rivier die er doorheen stroomt. Het Masterplan

had als doel de verstedelijkingsrichting van

Utrecht/Vleuten-De Meern uit te werken en te

voorzien in 20.000 woningen, waarvan 10.000

op het grondgebied van Utrecht en 10.000 op

het grondgebied van Vleuten-De Meern, voor

de periode 1995-2005. Bovendien diende het

plan rekening te houden met de mogelijkheden

voor uitbreiding tot 30.000 woningen in de

periode 2005-2015 (Gemeente Utrecht, 1995).

Het plan

Leidsche Rijn is een gebied ten westen

van Utrecht, begrensd door de A2, het

Amsterdam-Rijnkanaal en de A12. Het

gebied heeft een oppervlakte van meer

dan 2.500 hectare en in het Masterplan is

ruimte gereserveerd voor 30.000 woningen,

700.000 m2 kantooroppervlak en 28 hectare

bedrijventerrein. Het Leidsche Rijn Park is

gepland in het hart van het gebied en beslaat

310 hectare. In 1994 kreeg Riek Bakker de

opdracht om het Masterplan voor Leidsche

Rijn op te stellen, dat een jaar later gereed was.

In 1997 verscheen de Ontwikkelingsvisie en in

1998 werden de eerste bewoners verwelkomd.

Vanaf 2001 ligt de verantwoordelijkheid voor

Leidsche Rijn volledig bij de gemeente Utrecht

(Bezemer, z.d.).

Ruimtelijke karakteristieken

Het plangebied ligt direct ten westen van de

stad Utrecht. Het wordt begrensd door

de A2 in het noorden, door het Amsterdam-

Rijnkanaal (de grens van de huidige

bebouwde kom van Utrecht) in het oosten en

de A12, inclusief het verkeersplein

Oudenrijn, in het zuiden. Ten westen van het

plangebied liggen het kasteel De Haar,

met het dorp Haarzuilens, en de landelijke kern

Harmeien. Het plangebied heeft een bruto

oppervlak van meer dan 25 vierkante km. en

strekt zich uit over het grondgebied van twee

gemeenten. Utrecht en Vleuten-De Meern.

Historische ontwikkeling

In de Romeinse tijd werd het gebied

gedomineerd door de rivier de Rijn, die in die

tijd bij Katwijk in de Noordzee uitmondde.

Zij vormde de grens van het Romeinse Rijk.

Hoewel de rivier al in de vroege middeleeuwen

begon te verzanden, werden er nog lange

tijd versterkte boerderijen en burchten

gebouwd langs de oevers van de vele armen

door de bisschoppen van Utrecht, die toen

de macht hadden over de Lage Landen. Om

de belangrijke handelsstromen in de oostwestrichting

op gang te houden, werd de rivier

tussen Utrecht en Harmelen gekanaliseerd en

rechtgetrokken tot de huidige Leidsche Rijn.

Desondanks verlegden de handelsstromen

zich steeds meer in de noord-zuidrichting,

waardoor een moeilijke periode aanbrak

voor het gebied. De waterhuishouding werd

gereguleerd en het gebied kon worden

ontgonnen voor agrarisch gebruik

(Gemeente Utrecht, 1995).

Ligging van het Amsterdam-Rijnkanaal langs het gebied.

De ontginning van het gebied vond plaats op

basis van de Leidsche Rijn in het zuiden en

de Thematerweg in het noorden. De oudste

bebouwing van het gebied bevindt zich dan

ook langs deze wegen en in het dorp Vleuten.

In de 17e eeuw ontdekten welvarende inwoners

van Utrecht de schoonheid van het landschap

van Leidsche Rijn. Zij lieten de versterkte

middeleeuwse huizen omvormen tot buitens

met tuinen. Gelijktijdig vond er een verdichting

plaats in de bebouwing langs de zuidoever van

de Leidsche Rijn, tussen Utrecht en De Meern.

Amsterdam-RIjnkanaaal

In het tijdperk van de opkomst van de industrie

werd de spoorweg vanuit Rotterdam naar

Utrecht gerealiseerd. De spoorweg - gelegen

op de stroomrug van de voormalige rivier -

zorgt voor een tweedeling van het plangebied

in een noordelijke en zuidelijke helft. Dit had

gevolgen voor het karakter en de structuur

van het gebied. Vanaf 1904 ontwikkelden

langzamerhand de oude wegen op de

stroomrug zich tot linten van voornamelijk

tuinderswoningen (Gemeente Utrecht, 1995).

SPOORLIJN

Spoorlijn Rotterdam-Utrecht deelt de gebieden in tweeën.

Recentelijke ontwikkelingen in de regio

In de jaren ‘70 en ‘80 werd een nieuwe golf van

expansie veroorzaakt door de ruimtenood

in de stad Utrecht, en dit werd opgevangen

door de ontwikkeling van de groeikernen

Nieuwegein, Houten en het uitbreidingsgebied

Maarssenbroek. Vianen en IJsselstein droegen

ook bij aan deze groei. Net als bij voorgaande

ontwikkelingen lag de focus op de noordzuidrichting.

Vleuten en De Meern bleven

vooralsnog onaangetast, hoewel vooral de

laatste plaats, inclusief het aangrenzende

bedrijfsterrein Oudenrijn (voorheen

Strijkviertel), vanaf de jaren ‘60 een bescheiden

bijdrage leverde aan de groei in de regio. De

aanwijzing van Leidsche Rijn als viNEX-locatie

zou echter de dominantie van de noordzuidrichting

doorbreken in de regio Utrecht

(Gemeente Utrecht, 1995).

Bodemfysica

In het verleden heeft een van de vele takken

van de Rijn sedimenten van zand en klei

afgezet, waar nu de Leidsche Rijn stroomt.

Door inversie is de bedding van deze tak als

een verhoogde strook in het landschap te

zien - een stroomrug. Deze stroomrug bevindt

zich centraal in het plangebied en is op deze

plek bijzonder breed in vergelijking met andere

locaties stroomopwaarts of -afwaarts. Bijna

het hele gebied tussen de Leidsche Rijn en de

Thematerweg behoort tot de stroomrug, en de

bodem is hier sterk genoeg om bebouwing op

te funderen. Veel van de bestaande bebouwing

is dan ook op staal gefundeerd.

Ten noorden van de Thematerweg en ten

zuiden van de Leidsche Rijn bevinden zich de

komgronden, uitlopers van het

Hollands-Utrechts veenweidegebied. Deze

gronden liggen lager dan de stroomrug en

zijn door grootschalige bemaling vanaf de 16e

eeuw ingeklonken. In de komgronden bevindt

zich kwel, en bij stopzetten van de bemaling

zou in de winter de bodem blank komen te

staan. Partieel ophogen met zand was in dat

geval noodzakelijk. De komgronden zijn minder

draagkrachtig dan de stroomrugggronden.

In het stroomruggebied heeft inversie ook

plaatsgevonden op plekken waar geen

rivierbedding was, resulterend in kleiige

gebieden die lager liggen dan de omgeving

en herkenbaar zijn aan de naam ‘weide’, zoals

Vleuterweide, Hoge Weide, Lage Weide en

Haarweide (Gemeente Utrecht, 1995).

Stroomrug

Rivierkom

Data verkregen van Klimaateffectatlas, 2023.

Landschap

Het landschap van Leidsche Rijn is gevarieerd

en kan worden onderverdeeld in twee

verschillende typen. Het centrale deel van het

gebied was eerder zeer intensief ingericht

met kassen, weilanden, lintbebouwing en

boomkwekerijen, terwijl de delen daaromheen

Luisteren naar het Landschap | Handboek

26

27

Luisteren naar het Landschap | Handboek



een meer extensieve inrichting hadden, met

koeien die graazden in de wei. Deze tweedeling

werdt bepaald door de bodemopbouw

van het gebied, waarbij een relatief droge,

zavelige stroomrug aan beide zijden wordt

geflankeerd door relatief natte kwelgronden

van klei en veen. Het plan maakt gebruik

van deze specifieke bodemopbouw om een

aantal karakteristieke openbare ruimten te

creëren. Het benutten van deze ‘onderlegger’

en een deel van de bestaande bebouwing is

een belangrijk uitgangspunt bij het creëren

van een identiteit voor het gebied. Landschap

is immers een belangrijke bouwsteen voor

identiteit (Gemeente Utrecht, 1995).

Waterhuishouding

Voor Leidsche Rijn is een

waterhuishoudingssysteem ontworpen

dat ervoor zorgt dat het oppervlaktewater

schoon blijft en de afvoer van hemelwater

naar de rioolwaterzuivering beperkt wordt.

Daarnaast draagt dit systeem bij aan het

behoud van bestaande natuurlijke elementen

en de ontwikkeling van nieuwe. In de

planvorming wordt rekening gehouden met

het belang van water en groen als zowel

recreatieve mogelijkheden als ecologische

verbindingszones naar de grote groengebieden

aan de west- en zuidzijde van het plangebied.

Het hebben van een goede waterhuishouding

was een belangrijke milieu- en

duurzaamheidsdoelstelling bij het ontwerpen

van het plan (Gemeente Utrecht, 1995). Om

dit te realiseren, moest een overschot aan

hemelwater worden opgeslagen. Er zijn twee

soorten opslag: in de hogere delen van het

plangebied wordt het water door infiltratie in

de bodem opgeslagen, en in de lagere delen

wordt gebruik gemaakt van open plassen.

Er worden wadi’s en rietzones gebruikt voor

infiltratievormen van water in de hoger

gelegen delen van het plangebied, terwijl de

lagere delen worden gekenmerkt door een

langwerpige plas die in drie delen is geleed. Het

noordelijke deel is een natuurgebied met een

eigen watertoevoer en verbinding met open

veenweiden, het middelste deel is bestemd

voor recreatie met zwem- en surffaciliteiten,

en het zuidelijke deel heeft ecologische

kwaliteiten en vormt de verbinding tussen het

open weidegebied en het centrale park. De plas

gaat in het zuidoosten geleidelijk over in een

grand canal dat diep in het gebied doordringt

en het stadsdeelcentrum bij station Leidsche

Rijn een landschappelijk karakter geeft.

Doelen van het systeem

• Een ecologische hoofdcorridor

tussen de noordflank en de zuidflank

door het plangebied;

• Een gevarieerde ruimtelijke

opbouw met o.a. wadi’s en rietzones;

• Het ontwikkelen van een nieuwe

identiteit;

• Het creëren van een gesloten

grondbalans.

Voorafgaand aan het nieuwbouwproject bestond het gebied enkel uit boerderijen, tuinderswoningen, boomgaarden, weilanden en kassen. Op de voorgrond

de rivier Leidsche Rijn. Foto uit 1997 (Utrechts Archief, z.d.).

Illustratie van het waterhuishoudingssysteem in de Leidsche Rijn

(Gemeente Utrecht, 1995)

Luisteren naar het Landschap | Handboek

28

29

Luisteren naar het Landschap | Handboek



In de gebieden waar veel klei en veen zat

(komgronden) is de grond ‘doorgegraven’

met zand, zodat de bodem steviger werd.

Doorgraven is het mengen van de bestaande

grondlagen met zand.

Voor alle wegen in de Leidsche Rijn zijn

zandpakketten gebruikt, waar riolering,

kabels en leidingen makkelijk en duurzaam in

aangebracht worden kunnen worden zonder te

verzakken (Gouka, 2023).

Het bebouwingspatroon van de Leidsche Rijn

Data verkregen van Atlas Leefomgeving, 2023

Grondwater wordt onttrokken ten behoeve

van de drinkwatervoorziening, maar dit heeft

nauwelijks invloed op de waterhuishouding

omdat de pompstations het water diep

weghalen en er meerdere waterafsluitende

lagen voorkomen.

De grondwaterstroming in het gebied verloopt

in westelijke richting. Het geïnfiltreerde

water stroomt via de stroomrug in het eerste

watervoerend pakket in noordelijke, westelijke

en zuidelijke richting. De stroomsnelheid

van het grondwater bedraagt ongeveer 15

tot 30 meter per jaar. Het grondwaterpeil in

het gebied loopt van ongeveer 0,20 m NAP

in het oostelijke deel van de stroomrug tot

1,40 m NAP in het noordwestelijke deel van

de komgronden. Er zijn percelen waarbij

de kleilaag is afgegraven, deze hebben een

afwijkend waterpeil en hun waterhuishouding

wordt gereguleerd via een systeem van stuwen

en overlaten. De huidige waterhuishouding

van het gebied bestaat voornamelijk uit

peilbeheersing en doorspoeling

(Gemeente Utrecht, 1995).

Kaart: Bodemkaart plangebied Leidsche Rijn

Kalkloze drechtvaaggrond; profielverloop 1

Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 4

Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3

Kalkhoudende ooivaaggronden; zware zavel en lichte klei, profielverloop 5

Kalkhoudende ooivaaggronden; zware zavel en lichte klei

Kalkloze ooivaaggronden; zware zavel en lichte klei

Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3

Kalkloze poldervaaggronden; zavel en lichte klei, profielverloop 3

Kalkloze poldervaaggronden; zavel en lichte klei, profielverloop 3

Kalkhouden poldervaaggronden; zware zavel en lichte klei, profielverloop 5

Water

Data verkregen van Atlas Leefomgeving, 2023

Geografie

In het plangebied van de Leidsche Rijn zijn

er niveauverschillen te vinden. Het centrale

deel van het gebied is hoger gelegen en

loopt in een zuidoost-noordwestelijke

richting. De hoger gelegen stroomrug is

ontstaan uit de voormalige beddingen van

de Oude Rijn. De lagere delen van het gebied,

genaamd komgronden, zijn uitlopers van

het Noordhollands-Utrechts en Utrechts-

Zuidhollands veenweidegebied.

De bovenste lagen van de stroomrug bestaan

uit poldervaaggronden, een kleilaag van

ongeveer één meter die een zandlaag bedekt

(Gemeente Utrecht, 1995). De bovenste

lagen van de komgronden bestaan uit

drechtvaaggronden, een combinatie van klei en

veen (Gemeente Utrecht, 1995).

Het gebied functioneert als infiltratiegebied

en overtollig hemelwater wordt in de

winter afgevoerd, terwijl er in droge tijden

gebiedsvreemd water van matige kwaliteit

wordt ingelaten. Ook wordt er water ingelaten

om vervuilde watergangen door te spoelen.

Het bebouwingspatroon houdt rekening met de ondergrond.

Data verkegen van Atlas Leefomgeving, 2023.

Bebouwingspatroon

Er wordt rekening gehouden met de

verschillende grondsoorten. De gronden met

zware klei aan het zuidzijde van het plangebied

worden niet of weinig bebouwd. Deze gronden

hebben meer waterinfiltratie nodig.

Luisteren naar het Landschap | Handboek

30

31

Luisteren naar het Landschap | Handboek



Het bebouwingspatroon houdt rekening met de landschapstypes.

Data verkegen van Klimaateffectatlas, 2023.

Kijken naar de landschapstypes zien we

dat ook hier rekening is gehouden met

de belastbaarheid van de verschillende

landschappen.

In het gehele gebied worden de diepere

formaties gekenmerkt door dikke

waterdoorlatende zandpakketten die

gescheiden worden door niet-doorlatende

kleilagen (Gemeente Utrecht, 1995). De

stroomrug heeft een grote draagkracht. Veel

van de bebouwing is gefundeerd op staal.

De komgronden zijn daarentegen instabieler

en bieden dus minder draagkracht. In het

bebouwingpatroon is te zien dat het overgrote

deel van de bebouwing gelegen is op de

stroomrug. De zuidelijke komgrond kent het

minste bouwvolume.

Het échte landelijke gevoel wat kenmerkend

is aan het rivierenlandschap kan in dit gebied

lastiger worden gerealiseerd als het gaat om de

(lagere) bebouwingsdichtheid. De Leidsche Rijn

maakt deel uit van het centrumgebied en heeft

nou eenmaal een hogere dichtheid.

Luisteren naar het Landschap | Handboek

32

33

Luisteren naar het Landschap | Handboek



Almere DUIN

DUIN is een wijk in aanbouw in de

Nederlandse stad Almere. De wijk is

gelegen in het stadsdeel Almere Poort

en grenst aan het IJmeer. De wijk

wordt aangelegd op een kunstmatig

opgeworpen duinlandschap.

Almere DUIN, foto van abcnova, 2023

Luisteren naar het Landschap | Handboek

34

35

Luisteren naar het Landschap | Handboek



Aanleiding

In april 2008 heeft de gemeente de ‘ruimtelijke

randvoorwaarden kustzone’ vastgesteld.

Daarop is een prijsvraag uitgeschreven voor

een ontwikkelingsvisie voor de kustzone.

De keuze is gevallen op de visie van Amvest.

Deze visie, onder de naam DUIN, is door

Amvest en de gemeente verder uitgewerkt

tot een ontwikkelingsplan met bijbehorend

kwaliteitsboek, die in december 2011

door de gemeenteraad zijn vastgesteld.

Het ontwikkelingsplan met bijbehorend

kwaliteitsboek vormt het kwaliteitskader voor

de ontwikkeling van het plangebied. Het geeft

de ruimtelijke hoofdstructuur weer alsmede

het globale programma per deelgebied. In 2017

is de raad akkoord gegaan met een aanpassing

van het Ontwikkelingsplan Duin, waarbij het

stedenbouwkundig plan is aangepast en een

continue duinlandschap is opgenomen dat de

verbinding vormt tussen het binnendijkse en

het buitendijkse gebied (Planviewer, 2023).

Het plan

Duin is gelegen aan het IJmeer/Markermeer.

De ligging aan het water is bepalend voor de

stedenbouwkundige opzet van dit gebied.

en goed ontsloten via weg, water en spoor. De

kwaliteit van de bestaande landschappen, het

nautische karakter, het zicht op Amsterdam

versterken het bijzondere profiel van deze plek.

Ruimtelijke karakteristieken

Het plangebied ligt in het stadseel Almere

Poort aan de zuidwestelijke zijde van Almere.

Gelegen aan het IJmeer. Het karakter van

Almere Poort wordt grootstedelijker dan de

rest van Almere, en er komt meer nadruk te

liggen op de combinatie wonen en werken.

De slogan van het stadsdeel is Almere Poort

Strandstad van de Randstad, vanwege de

stranden (Almeerderstrand en Zilverstrand)

die aan de randen van het stadsdeel liggen

(Omniplan, z.d.). Vlak ten zuiden van het

plangebied bevindt zich de A6. Het plangebied

heeft een opervlakte van 1,8 vierkante km.

SPOORLIJN

A6

De allereerste foto van Almere in 1967 laat zien dat er vooral water was (Bart Hofmeester, 1967).

Ligging van het het IJsselmeer en Markermeer aan het gebied

(stadsdeel Almere Poort).

In Almere Duin wordt ingezet op een

gevarieerd woongebied in een hoogwaardig

duin- of boslandschap met langs de kust een

multifunctioneel en levendig recreatiegebied

(recreatie, horeca, detailhandel, leisure,

wonen, kantoren); een landschappelijke

context die onderscheidend en aanvullend is

in de regio. DUIN vormt het gezicht van Almere

aan het IJmeer, op een strategische locatie

naast de Hollandse Brug. Het gebied is gunstig

gelegen in de Noordvleugel van de Randstad

Ligging van de spoorlijn door het gebied en snelweg A6 langs het gebied.

Historische ontwikkeling

Zuidelijk Flevoland viel in 1968 droog. Het

gebied dat later Almere zou worden werd eerst

met riet en koolzaad ontwaterd, en in de eerste

jaren gebruikt voor landbouw.

Op deze plek ontstaat vanaf 2005 de vijfde kern

van de stad: Almere Poort. Dit stadsdeel ligt

aan het water en het dichtst bij Amsterdam en

het Gooi (Stadarchief Almere, z.d.).

Het Almeerderstrand, voorheen bekend als

het Muiderstrand, bevindt zich direct naast

de Hollandse brug en wordt al sinds de vroege

jaren ‘70 gebruikt als recreatiegebied voor

zowel strandgangers als festivalgangers, zoals

de Libelle Zomerweek. In 1975 was Almere nog

volledig onbewoond, maar desondanks trok

het strand al veel bezoekers uit Amsterdam en

omliggende gebieden die over de Hollandse

Brug reden om er te komen (Stadarchief

Almere, z.d.).

Bodemfysica

Alle bouwwerken in Almere worden gefundeerd

op heipalen. In de ondergrond bevinden zich

op meerdere dieptes zandlagen waarop

de heipalen geslagen kunnen worden

(Ikbouwmijnhuisinalmere, 2019).

In Almere Duin loopt een dikke zandlaag vanaf

de Veluwe onder Almere door. Deze is in almere

Poort vrij ondiep. Het komt soms voor dat er

maar een meter klei of veen ligt voordat je je op

de zandlaag bevindt (Dennis Kuijk, 2023).

n Almere is alles civieltechnisch gebouwd.

Het is niet historisch ontstaan en organisch

gegroeid, met alle knelpunten van dien.

Meerbodem

Kreekrug

Data verkregen van Klimaateffectatlas, 2023.

Almere Poort (en Duin) bevind zich in het

landchapstype rivierengebied. Deze verdeelt

zich onder in slechts twee landchapssubtypes:

meerbodem en kreekrug.

Luisteren naar het Landschap | Handboek

36

37

Luisteren naar het Landschap | Handboek



Waterhuishouding

Noorderduin is klimaatbewust ontworpen

waarbij sprake is van oppervlakkig

hemelwaterafvoer, ‘schoon’ regenwater wordt

gescheiden gehouden van het huishoudelijk

afvalwater. Het relatief schone regenwater

wordt bovengronds - via het maaiveld -

naar de lager gelegen delen in het gebied

afgevoerd. Bij extreme neerslag wordt het

regenwater via het maaiveld afgevoerd. Het

huishoudelijk afvalwater wordt via een apart

vuilwaterriool afgevoerd. Als het regenwater

in de goed doorlatende bodem is gezakt,

wordt het vervolgens via het gemeentelijk

ontwateringssysteem afgevoerd richting het

oppervlaktewater. Voor afvoer van grondwater

is een drainage verzamelleidingstelsel

aangelegd (Ikbouwmijnhuisinalmere, 2019).

Het duingebied is geen eenvoudig gebied om in

te werken. Het opbarstrisico dat maakt dat het

heel lastig is om in duinen oppervlaktewater

te realiseren. Wanneer er hier ontgraven

wordt wordt het kleipakket doorsneden. Om

dit te voorkomen heeft de gemeente besloten

om geen of weinigoppervlaktewater te

realiseren (Dennis Kuijk, 2023). Het gebrek aan

oppervlaktewater wordt gecompenseerd in de

bovengelegen wijk Noorderplassen. De bodem

krijgt hier dus wel haar nodige ruimte, maar

in wezen is het ook een verschuiving van een

probleem naar een andere locatie.

Kaart: Bodemkaart plangebied Almere Duin

Kalkhoudende vlakvaaggrond; matig fijn zand

Kalklrijke poldervaaggronden; lichte klei, profielverloop 5

Data verkregen van Atlas Leefomgeving, 2023

Rekening houdend met de ondergrond

Almere Duin houdt weinig tot geen rekening

met de structuur van het bebouwingspatroon

ten opzichte van het landschap. Zij geven aan

dat dit een ingewikkeld spel is, geld is namelijk

leidend. Er wordt nauw samengewerkt tussen

technisch adviseurs, landschapsarchitecten

en stedenbouwkundigen om de structuurvisie

enigzins te koppelen aan landschappelijke

identiteit. Om verzakking tegen te gaan

hanteren zij in zowel openbare als private

ruimte een restzettingeis van 10 cm. per jaar,

waar dit vaak 10 cm. op slechts openbare grond

is bij andere gebieden (Dennis Kuijk, 2023).

De afdeling water en riolering van de Gemeente

Almere wordt al vroegtijdig betrokken in het

planproces. Tijdens het verkavelingsplan

wordt er al gekeken wat er wel en niet kan,

en wat nodig is, in deze fase worden de

systeemkeuzes al gemaakt.

Almere Duin gaat voor strandachtige sferen.

Landschapsarchitecten proberen dit door

middel van het integreren van verschillende

bijbebehorende elementen. In een vroegtijdig

stadia gaan landschapsarchitecten, technisch

adviseurs en stedenbouwkundigen in gesprek.

Zij kijken samen welke mogelijkheden er zijn,

en of dit ook praktisch en wenselijk is voor de

ondergrond.

Het bebouwingspatroon van de Almere Duin.

Data verkregen van Atlas Leefomgeving, 2023.

Fouten

Hoewel de gemeente probeert om goed

samen te werken om eventuele misverstanden

te voorkomen, gaat het zo nu en dan nog

steeds fout. “We hebben weleens eens

wadi ontworpen en vloerpeil uitgegeven,

en dat vervolgens blijkt dat iemand

stedenbouwkundig een split level woning heeft

ontworpen met het souterrain op de bodem

van de wadi.” Vertelt Dennis Kuijk, technisch

adviseur water en riolering bij de Gemeente

Almere. Miscomunicatie en gebrek aan kennis

lijken de twee meest voorkomende knelpunten

te zijn als het gaat om de relatie tussen

ruimtelijke ontwikkelingen en de ondergrond.

Het bouwen op locaties met een ondergrond

zoals Almere Poort (en Duin) kost enorm veel

geld en moeite. Tóch zijn er alweer plannen in

gang gezet om te verstedelijken op een gebied

met een nog slechter geschikte ondergrond

dan Almere Poort, namelijk Almere Pampus.

Pampus is een stadsdeel gesitueerd ten

zuiden van Poort. “De grond is hier dusdanig

Luisteren naar het Landschap | Handboek

38

39

Luisteren naar het Landschap | Handboek



onstabiel dat je je eigenlijk niet op moet willen

bouwen. Zodra je je schep in de grond steekt

heb je een probleem, en zodra je er wat beter

van wil maken moet je er vier meter zand op

gooien.” zegt Dennis Kuijk. Het gaat een enorm

geldbedrag kosten, en ook in latere stadia.

“Maar dat zijn kosten voor later, daar wordt nu

niet aan gedacht”.

Het bebouwingspatroon van de Almere Duin ten opzichte van de bodem.

Data verkregen van Atlas Leefomgeving, 2023.

Bebouwingspatroon

Het bebouwingpatroon houdt niet expliciet

rekening met de ondergrond. In Almere wordt

vooral civieltechnisch rekening gehouden met

de bodem- en waterhuishouding. Almere weet

daarintegen erg sterk de landschappelijke

identiteit van het duinlandschap over te

brengen. Bebouwing in deze gebieden is veelal

hoogbouw, om de prachtige uitzichten van

het landschap naar voren te laten komen. Ook

met het kleurgebruik worden strandachtige

sferen laten zien. Almere slaagt erin om unieke

stedenbouw te creëren die aansluit bij de

landschappelijke kenmerken.

Meerbodem

Kreekrug

Het bebouwingspatroon houdt geen rekening met de landschaptypes.

Data verkregen van Klimaateffectatlas, 2023.

Luisteren naar het Landschap | Handboek

40

41

Luisteren naar het Landschap | Handboek



Vleuterweide

Vleuterweide is een deel van de

woonplaats Vleuten, ontworpen door

Vollmer & Partners in 2000.

Vleuterweide, foto van Cristoph Kohl, z.d.

Luisteren naar het Landschap | Handboek

42

43

Luisteren naar het Landschap | Handboek



Aanleiding

Vollmer & Partners kreeg in 1998 de uitnodiging

om een beeldkwaliteitplan te maken voor

het huidige woongebied Vleuteweide. Er

werd gevraagd om een sterke relatie tussen

de identiteit van de deelgebieden en het

landschap in Vleuten en De Meern.

Het plan

Vleuterweide is een deelplan van de Vinexlocatie

Leidsche Rijn, in de Nederlandse

gemeente Utrecht. Deze gemeente omvat vier

woonplaatsen, te weten Haarzuilens, De Meern,

Utrecht en Vleuten. Vleuterweide is een deel

van de woonplaats Vleuten en wordt omgeven

door de oude dorpskern van Vleuten in het

noorden, het Máximapark en De Meern Noord

in het oosten, de buurt Veldhuizen (deel van

De Meern) in het zuiden en de Harmelerwaard

(deel van Harmelen, gemeente Woerden) in het

westen (Wikipedia, 2022).

Het doel was het realiseren van een

vanzelfsprekende samenhang tussen

de identiteit en de woonomgeving en de

kenmerken van de locatie (Vollmer & Partners,

2000).

Vleuten

Leidsche Rijn

Ligging van de Leidsche Rijn langs het gebied.

De Meern

Ruimtelijk-historische karakteristieken

Vollmer & Partners heeft deze opgave voor

die tijd erg vooruitstrevend aangepakt, het

fundament van het plan was een stabiele

historisch landschappelijke analyse.

Het plangebied bevindt zich tussen de

dorpen Vleuten en De Meern, beide oude

nederzettingen gelegen aan een rivier, maar

met verschillende kenmerken. Vleuten werd

gesticht langs de Vleutense Wetering (Oude

Rijn), een waterloop die zich sterk meandert.

Het dorp is gegroeid rond een kern op de

locatie waar de rivier wordt doorkruist. Aan

de andere kant werd De Meern gesticht langs

een gekanaliseerd deel van de Leidsche Rijn.

Dit dorp heeft zich ontwikkeld als een lintdorp,

parallel aan de rechte waterloop. Vleuten

en De Meern konden zich onafhankelijk van

elkaar ontwikkelen omdat ze zich bevinden op

stroomruggen die gescheiden worden door

een lage zone van komgronden. Vroeger was

het natte en zware komgebied ongeschikt voor

landbouw. De kom fungeerde als een wildernis

en vormde een natuurlijke barrière tussen de

dorpsgebieden (Vollmer & Partners, 2000).

In de huidige situatie is de kom geheel

ontgonnen en draagt het een agrarische

functie. Echter is het nog steeds herkenbaar

als aparte zone vanwege haar openheid, door

het ontbreken van bebouwing en het vele

grasland.

Stroomrug

Rivierkom

Data verkregen van Klimaateffectatlas, 2023.

Indeling op basis van het landschap

Vleuterweide wordt onderscheiden in vier

gebieden: De noordelijke stroomrug, de

zuidelijke stroomrug, de rivierkom en het

centrumgebied. Het centrum is gesitueerd aan

de oostzijde, op de overgang van de stroomrug

naar de rivierkom.

Bij de stedenbouwkundige opzet zijn de

omliggende dorpen meegenomen in het

ontwerp, zodat het ontwerp aansluit op haar

omgeving.

Luchtfoto Vleuterweide (Google Earth, 2022).

In de bebouwingsstructuur wordt aangesloten

op de dorpen Vleuten en De Meern die het lint

vormen langs de Leidsche Rijn.

De wijk ligt in het rivierenlandschap, dit

landschap kenmerkt zich door kleinere clusters

van bebouwing in een groot, groen landschap.

Vleuterweide laat dit terugkomen door dorpse,

landelijke bebouwing en bebouwingspatronen

te gebruiken. Dit bootst het beeld van de

historische bebouwingspatronen na en zorgt

tegelijkertijd voor een gelijkmatige overgang

van stad naar land.

Groenblauwe structuur

Het gebruik van ‘groene kamers’ in het gebied

draagt bij aan deze overgang en komt overeen

het sterk wisselend beeld wat vaak gezien

wordt in het rivierenlandschap.

Het betrekken van de vele waterwegen in het

plan en de groene kamers zorgt voor voor een

uitstraling gelijk aan het rivierenlandschap.

Daarnaast zorgt het groen ook voor een

goede waterinfiltratie, wat belangrijk is bij

poldervaaggronden - deze gronden hebben een

hoge grondwaterstand en daarom voldoende

afwaterings- en infiltratiemogelijkheden nodig

(zie: ‘Bodemkaart plangebied Vleuterweide’).

Groen

Hoofdwatergang

Wijkwatergang

Data verkregen van Vollmer & Partners, 2000.

Luisteren naar het Landschap | Handboek

44

45

Luisteren naar het Landschap | Handboek



Kaart: Bodemkaart plangebied Vleuterweide

Kalkhoudende poldervaaggronden; zavel, profielverloop 2

Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 4

Kalkloze poldervaaggronden; zavel en lichte klei, profielverloop 3

Kalkhoudende poldervaaggronden; zware zavel en lichte klei. profielverloop 5

Data verkregen van Atlas Leefomgeving, 2023

Luisteren naar het Landschap | Handboek

46

47

Luisteren naar het Landschap | Handboek



48 49

Nederlands landschap bij Vinkeveen, foto door Peter franken, 2019



Deel 3 Ontwerpstudie

Hoe kunnen de verzamelde inzichten in

de relatie tussen stedenbouw en

bodem- en waterhuishouding?

worden omgezet tot bouwstenen voor

toekomstige stedenbouwplannen?

Casus

Een grootschalige verstedelijkingsopgave

binnenin de kernen: Utrecht, Nieuwegein,

Houten en Zeist.

Het derde deel van het handboek bevat een

ontwerpstudie. Voor deze studie is er een

fictieve uitbreidingslocatie in Nederland

gekozen. Deze locatie is een uitdagend gebied,

waar verschillende landschapstypes en

bodemsoorten elkaar tegemoet komen.

Deze studie laat zien hoe er op complexe

locaties in ruimtelijke verstedelijkingsopgaves

rekening gehouden kan worden met het

Nederlandse landschap.

Er wordt een andere ontwerpbenadering

gehanteerd, waarbij de ondergrond de basis

is. Het ontwerp vormt zich aan het landschap,

vervolgens worden de netwerklaag en

occupatielaag meegenomen en wordt het

ontwerp aangepast als de mogelijkheid er toe

dient.

Voor het gehele gebied wordt een

overkoepelende visie opgesteld, vervolgens

wordt van één vierkante kilometer in het gebied

een stedenbouwkundig plan gemaakt.

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie

50

51

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie



Casus

De casus onderzoekt een

verstedelijkingsopgave in een gebied

binnenin de kernen: Nieuwegeijn,

Houten, Zeist en Utrecht.

Utrecht

Zeist

Nieuwegein

Houten

1:100.000

Luchtfoto casusgebied, foto van PDOK, 2023



De opgave

De opgave betreft een verstedijking tussen

de vier kernen, waarbij een norm van 50%

bebouwing en 50% groen gehanteerd wordt.

Voor het gehele gebied wordt een

overkoepelende visie opgesteld, vervolgens

wordt van één vierkante kilometer in het gebied

een stedenbouwkundig plan gemaakt.

1:100.000

Kaart: het plangebied, data van PDOK, 2023



an op een strandwal op de plek

t het duingebied uitmondt in het

ligt in het landschap van het binergang

naar een laagveengebied.

Droogmakerij

p hogere kreekruggen te midden

schap van zeeklei. De stad ligt

Binnenduin

op

ren aan de rivier de Arne die een

et de zee.

Laagveen

tad aan de Waal en is ontstaan

rie landschappen elkaar ontwal,

het rivierengebied van Rijn

ierterras van de Maas. Rivierengebied

ort tot de nieuwe woonsteden

Zeeklei

enduingebied op de overgang

ebied van de Oude Rijn en de

te van het laagveengebied van

Dekzand

Een andere benadering

Voor deze verstelijkingsopave wordt het

gebied vanuit een ander perspectief benaderd

- die van het landschap. Hiervoor moeten we

eerst de geschiedenis en kenmerken van de

omgeving achterhalen.

Geomorfologie

Het casusgebied is gesitueerd in het

rivierenlandschap. Nederland heeft door

zijn geografische ligging te maken met de

constante aanvoer van zand, grind en andere

erosiematerialen door rivieren uit verre

Landschap

Landschap

berggebieden. Hierdoor is het land ontstaan

zoals we dat vandaag kennen, als een grote

rivierdelta. Vroeger was Nederland zelfs één

grote riviervlakte, waarin woeste rivieren

vrij spel hadden en voortdurend Ondiepe Ondiepe geologie

geologie

zand- en

grindbanken creëerden en vernietigden.

4. De inhoud van de stadsgenese

4. De inhoud van de stadsgenese

In de stadsgenese beschrijven we het ontstaan en de ontwikkeling van

een

In de stadsgenese beschrijven we het ontstaan en de ontwikkeling van

stad vanuit twee perspectieven: het natuurlijke systeem en de

bewoningsgeschiedenis.

een stad vanuit twee perspectieven: het natuurlijke systeem en de

We beschrijven alleen de hoofdlijnen zodat

bewoningsgeschiedenis. We beschrijven alleen de hoofdlijnen zodat

een samenhangend begrip van een stad in al haar dimensies ontstaat.

een samenhangend begrip van een stad in al haar dimensies ontstaat.

We halen de oude relaties weer naar boven en bieden daarmee zicht op

We halen de oude relaties weer naar boven en bieden daarmee zicht op

robuuste oplossingen voor grondgebruik en waterbeheersing waar we

robuuste oplossingen voor grondgebruik en waterbeheersing waar we

ons voordeel mee kunnen doen.

ons voordeel mee kunnen doen.

Natuurlijk Natuurlijk systeem

systeem

Bij Bij

de de

beschrijving beschrijving

van van

het het

natuurlijke natuurlijke

systeem systeem

kijken kijken

we we

naar naar

het het

land-

landschapschap,

de de

bodem, bodem,

de de

ondiepe ondiepe

geologie geologie

(geomorfologie) (geomorfologie)

tot tot

30 30

m onder

onder

maaiveld en naar de waterstructuur.

maaiveld en naar de waterstructuur.

Basiskaart

Basiskaart Natuurlijk Systeem Nederland (Gilbert Maas, Menne Kosian, Vincent Grond, 2021)

Natuurlijk Systeem Nederland (Gilbert Maas, Menne Kosian, Vincent Grond, 2021)

Rivierengebied

Data verkregen van Klimaateffectatlas, 2023.

We maken onderscheid in elf landschappen. Deze zijn weergegeven

op We de maken

Basiskaart onderscheid

Natuurlijk in elf

Systeem landschappen.

Nederland. Deze

Hiermee zijn weergegeven

sluiten we

aan

op de Basiskaart Natuurlijk Systeem Nederland. Hiermee sluiten we

bij bestaande indelingen. Negen landschappen zijn van natuurlijke

oorsprong,

aan bij bestaande indelingen. Negen landschappen zijn van natuurlijke

zoals het dekzandlandschap, het zeekleigebied en het löss-

oorsprong, zoals het dekzandlandschap, het zeekleigebied en het lössgebied.

Bij twee landschappen is sprake van grote menselijke invloed

gebied. Bij twee landschappen is sprake van grote menselijke invloed

op verschijningsvorm en natuurlijke dynamiek, te weten de droogma-

op verschijningsvorm en natuurlijke dynamiek, te weten de droogmakerij

en het hoogveengebied. Binnen de landschappen beschrijven we

kerij en het hoogveengebied. Binnen de landschappen beschrijven we

verschillende landschappelijke bodemeenheden waarin de kenmerken

verschillende landschappelijke bodemeenheden waarin de kenmerken

van bodem, geomorfologie, natuur en water zijn gecombineerd.

van bodem, geomorfologie, natuur en water zijn gecombineerd.

Onder Onder het

het landschap

landschap zoals

zoals we

we dat

dat aan

aan de

de oppervlakte

oppervlakte waarnemen,

waarnemen,

geeft geeft de de ondiepe

ondiepe geologie

geologie relevante

relevante informatie.

informatie. De

De structuur

structuur en

en

samenstelling samenstelling van

van de

de bodemlagen

bodemlagen verklaart

verklaart vaak

vaak het

het ontstaan

ontstaan van

van

hoogteverschillen, doorlaatbaarheid, kwel,

kwel, bodemdaling

bodemdaling et

et cetera.

cetera.

Tegenwoordig is het rivierengebied kleiner

van omvang en zijn de rivieren bedwongen

door kribben en dijken, waardoor ze rustiger

voortkabbelen. De natuurlijke processen

worden echter steeds meer in ere hersteld

door middel van natuurontwikkeling. Zo wordt

geprobeerd om de rivieren meer vrijheid te

geven en ze uit het keurslijf van dijken te

bevrijden, zodat ze weer hun eigen weg kunnen

gaan en hun werk als natuurlijke bouwers weer

kunnen doen (Geologie van Nederland, z.d.).

Rivierenlandschap

Een stroomgebied bestaat uit drie zones: de

bovenloop (het begin van de rivier), de middenen

de benedenloop. Het rivierenlandschap van

15

Keileem

Stuwwal

Hoogveen

Rivierterras

Lössgebied

Lössgebied

het Nederlandse laagland is gevormd door de

van oost naar west stromende benedenloop

van twee grote rivieren, de delta. Typerend

voor deze zone is een gering verhang - afschot

- en een rivier met veel vertakkingen. Rivieren

veranderen naar gelang het seizoen sterk

van breedte, doordat in het voorjaar in de

bovenloop de sneeuw in de bergen smelt en

door de vermeerderde regenval in voor- en

najaar (Robbink, 2009).

Langs de grote rivieren zijn fasegewijze

oeverwallen, stroomruggen en komgronden

Daarmee is de ondiepe geologie van grote invloed op het landschap

Daarmee

aan de oppervlakte. is de ondiepe

De geologie

bodemlagen van grote

hebben invloed

indirect op het

hun landschap

weerslag op

ontstaan. aan Door hoge waterstanden werd

de de

bewoningsgeschiedenis oppervlakte. De bodemlagen

van een hebben

gebied.

indirect hun weerslag op

de bewoningsgeschiedenis van een gebied.

grof materiaal We beschrijven aan een de diepteprofiel oevers van het gebied afgezet, tot 30 m onder maai-

die

We beschrijven een diepteprofiel van het gebied tot 30 m onder maaiveld.

Hier komen dezelfde bodemeenheden tegen als aan de opperveld.

Hier komen we dezelfde bodemeenheden tegen als aan de opper-

geleidelijk

vlakte, vlakte, werden met dezelfde met dezelfde kenmerken opgehoogd

kenmerken van bodem, geomorfo van bodem, geomorfo tot

logie, logie, oeverwallen.

natuur en

natuur en

water. De vorm en ligging van die bodemlagen is echter vaak anders.

water. De vorm en ligging van die bodemlagen is echter vaak anders.

Het fijnere Waterstructuur

kleimateriaal werd verder weg

Waterstructuur

De De waterstructuur waterstructuur (grondwater (grondwater oppervlaktewater) oppervlaktewater) van van een

een

afgezet in gebied de gebied is zogenaamde is vaak

vaak sterk

sterk aangepast

aangepast door

door natuurlijke

natuurlijke komgronden. ontwikkelingen

ontwikkelingen Op

door

door kunstmatige

kunstmatige ingrepen.

ingrepen. De

De waterstructuur

waterstructuur wordt

wordt daarom

daarom apart

apart

of naast de kleiafzettingen is veenbodem

gepresenteerd. gepresenteerd. De De beschrijving beschrijving hiervan hiervan in relatie in relatie tot tot het het landschap landschap en en

de

de ondiepe

ondiepe geologie

geologie geeft

geeft inzicht

inzicht in oplossingen

in oplossingen voor

voor het

het tegengaan

tegengaan

van

van droogte

droogte en

en wateroverlast.

wateroverlast. Aan

Aan ondergrond

ondergrond is bijvoorbeeld

is bijvoorbeeld af te

af te

ontstaan, lezen die lezen waar

waar net bebouwing

bebouwing als vanuit

vanuit elders een

een hydrologisch

hydrologisch ontgonnen oogpunt

oogpunt mogelijk

mogelijk is is en

is. Het

waar waar dat dat risicovol risicovol is. is.

veenweidelandschap in het rivierengebied

Bewoningsgeschiedenis

wordt waard genoemd. De rivier zelfs

We We beschrijven het het ontstaan en en de de groei groei van van steden steden in relatie in relatie tot tot de de

slibde soms dicht en brak door oeverwal

kenmerken van van het het natuurlijke systeem. Waar Waar zijn zijn steden steden ontstaan ontstaan

en en waarom juist juist daar? daar? Hoe Hoe zijn zijn de de vroegere stedelijke ontwikkelingen

gehecht aan aan het het natuurlijke systeem? We We laten laten ook ook zien zien hoe hoe bij de bij de

heen opzoek meestal naar latere latere stedelijke een ontwikkelingen nieuwe de de samenhang geul. met met de De

onder-

ondergrond

is is losgelaten.

achtergebleven bedding, nu als verhoging

Hechting en en aanhechting

Nederzettingen werden veelal gesticht in de in de nabijheid van van pen pen op op hoge vruchtbare zichtbaar, gronden en op op strategische doordat plaatsen zoals

waterlo-

in het landschap het zoals

kruispunten van van land- en en waterwegen. De De beschikbaarheid van van water water

omliggende veen door onttrekking het

was was cruciaal: voor voor drinkwatervoorziening en en hygiëne, voor voor handel handel en en

transport en en voor voor verdediging tegen aanvallers. Door Door een een stelsel stelsel van van

wallen en en grachten, stadsmuren kaden, werd werd het het water water gebruikt water inklonk, wordt stroomrug genoemd.

1) 1) Basisinformatie verzamelen

We We beginnen met met het het bijeenbrengen van van informatie over over het natuurlijklijke

systeem, zoals zoals de de natuurlijke bodems, bodems, de hoogtekaart en het en het

werd de de stad stad beschermd. Lange tijd tijd bleef bleef de de groei groei van van steden steden binnen binnen

watersysteem. Ook Ook is een is een goede goede en actuele en actuele topografische kaart kaart nood-

nood-

de de grenzen van van dit dit systeem beperkt.

zakelijk, zakelijk, met met duidelijke bestuurlijke grenzen. grenzen.

Met Met de de industrialisatie en en de de aanleg aanleg van van spoorlijnen veranderde dat dat 2) 2) Contouren bepalen bepalen

In een In een eerste eerste dialoog dialoog bepalen bepalen we op we basis op basis van van deze deze bronnen bronnen de de

contouren contouren van van de genese. de genese. We noemen We noemen dat de dat ‘deksel’. ‘deksel’. We houden We houden

rekening rekening met met bestuurlijke bestuurlijke grenzen grenzen de en belangrijkste de belangrijkste eenheden eenheden van van

de natuurlijke de natuurlijke bodems. bodems. In de In praktijk de praktijk herkennen herkennen we vaak we vaak het cultureel het cultureel

erfgoed erfgoed als als relict relict van van een een oudere oudere onderliggende onderliggende structuur. structuur. Parallel Parallel

kijken kijken we we naar naar de ondergrond. ondergrond. Dit gebeurt Dit gebeurt met met behulp behulp van het van trekken het trekken

van van transecten transecten (dwarsdoorsnedes) (dwarsdoorsnedes) vanuit vanuit het DINO-loket. het DINO-loket. Hierdoor Hierdoor is is

te zien te zien in hoeverre in hoeverre de diepteprofielen de diepteprofielen kenmerkend kenmerkend zijn voor zijn voor het gebied het gebied

en de en natuurlijke de natuurlijke processen processen daarin. daarin.

het natuur-

Met de industrialisatie aanleg van spoorlijnen veranderde dat

beeld.

Op de oeverwallen In In 1874 1874 werd werd bovendien een nieuwe van kracht en

zich buiten

ontstonden een nieuwe Vestingwet van

de voornamelijk

kracht en

mochten steden zich buiten de stadspoorten uitbreiden. De De eerste eerste

bleven nog wel aan langgerekte nederzettingen. Op bredere

wegen

nieuwe en uitbreidingen maar bleven met het nog wel aangehecht aan bestaande

wegen en kernen, maar met het onderliggende natuurlijke systeem systeem

werd werd allengs allengs minder minder rekening rekening gehouden.

oeverwallen stroomruggen vestigden

Onthechting

De zette zich in vrijwel alle steden crescendo door in de

zich mensen in ronde dorpen, bestaand uit

periode

De onthechting na de Tweede zette Wereldoorlog. zich in vrijwel Vooral alle steden vanaf crescendo de jaren zestig door en

in de

periode na de Tweede Wereldoorlog. Vooral vanaf de jaren zestig en

zeventig. zeventig. Onder Onder druk druk van van woningnood woningnood vonden vonden grote grote stedelijke stedelijke uitbreidingen

plaats en ontstonden zelfs geheel nieuwe steden. De hechting

uitbrei-

boerderijen dingen los plaats gegroepeerd en ontstonden zelfs geheel nieuwe rond steden. een De hechting

brink.

tussen

tussen bewoning

bewoning en

en ondergrond

ondergrond werd

werd daarbij

daarbij volledig

volledig losgelaten.

losgelaten. Door

Door

Op deze verhogingen lagen ook de akkers.

Vanaf de twaalfde eeuw werden de

afzonderlijke rivierdijken aaneengesloten en

werden verschillende riviertakken afgedamd.

Waar voorheen de bebouwing in kommen

was ingespeeld op tweemaal jaarlijkse

overstromingen, verplaatste de bebouwing

zich nu naar de dijk, omdat in geval van een

dijkdoorbraak de wateroverlast achter de dijk

groter werd dan voorheen. De komgronden

waren ideale plekken voor weilanden en later

eendenkooien, en werden met de komst van de

eerste kades haaks op de rivier ontgonnen. De

uiterwaarden – buitendijks gebeid – werden als

wei- en hooiland gebruikt (Robbink, 2009).

Kaart: geomorfologie in het casusgebied, data van PDOK, 2023

ophoging of afgraving werden de terreinomstandigheden naar wens

ophoging

aangepast. of afgraving

Dat ging werden

door tot de

in terreinomstandigheden

de Vinex-periode van de naar

jaren wens

negentig.

aangepast. Dat ging door tot in de Vinex-periode van de jaren negentig.

De hechtende stad

De hechtende

Vooral

stad

sinds de eeuwwisseling is de tendens dat steden zoeken naar

Vooral sinds de eeuwwisseling is de tendens dat steden zoeken naar

een nieuwe hechting met het natuurlijke landschap. Zo zijn gemeenten

een nieuwe hechting met het natuurlijke landschap. Zo zijn gemeenten

met de watertoets (2003) verplicht om bij het maken van een bestem-

met de watertoets (2003) verplicht om bij het maken van een bestemmingsplan

beter te luisteren naar het watersysteem. Ook de waarde van

mingsplan beter te luisteren naar het watersysteem. Ook de waarde van

cultuurhistorisch erfgoed krijgt meer weerslag in ruimtelijke ontwik-

cultuurhistorisch erfgoed krijgt meer weerslag in ruimtelijke ontwikkelingen.

Zo zien we overal nieuwe voorbeelden van de hechtende

kelingen. Zo zien we overal nieuwe voorbeelden van de hechtende

stad. Het format van de stadsgenese is geschikt om deze hechting

stad. Het format van de stadsgenese is geschikt om deze hechting

voor

voor de

de hele hele stad

stad door

door te

te zetten. zetten. Door

Door vanaf

vanaf het

het begin begin het

het natuurlijke

natuurlijke

systeem,

systeem, het

het watersysteem

watersysteem en

en het het

erfgoed erfgoed integraal

integraal mee

mee te

te nemen nemen bij

bij

planvorming,

planvorming, ligt

ligt er een

er een basis

basis voor

voor identiteitsvolle,

identiteitsvolle, klimaatadaptieve

klimaatadaptieve en

en

natuurinclusieve

natuurinclusieve stedelijke

stedelijke ontwikkeling.

ontwikkeling.

5. 5. Het Het geneseproces

Om Om een een stadsgenese stadsgenese te beschrijven, te beschrijven, brengen brengen we de we informatie de informatie vanuit vanuit

diverse diverse bronnen bronnen bij elkaar. bij elkaar. De integratie De integratie vraagt vraagt samenwerking samenwerking van deskundigekundigen

op gebied op gebied van van bodem bodem en geomorfologie, en geomorfologie, water water en riolering, en riolering,

natuur, natuur, stadsontwikkeling, cultuurhistorie, cultuurhistorie, archeologie archeologie en erfgoed. en erfgoed. In In

een een dialoog dialoog wordt wordt de ingebrachte de ingebrachte informatie informatie besproken besproken en gewogen. en gewogen.

De De genesetekening is een is een uitkomst uitkomst van van deze deze samenwerking.

Het Het proces proces om om tot een tot een 3D-model 3D-model te komen te komen is een is een deel deel van het van het

resultaat. In de In praktijk de praktijk zien zien we dat we dat professionals die ieder die ieder over over een een

stukje stukje van van de puzzel de puzzel beschikken, elkaar elkaar niet niet of nauwelijks of nauwelijks kennen. kennen.

Door Door samen samen aan aan de de stadsgenese te werken, te werken, komen komen zij met zij met elkaar elkaar in in

contact contact en ontstaat en ontstaat er zicht er zicht op nieuwe op nieuwe kansen kansen oplossingen voor voor het het

stedelijke gebied. Dit proces verloopt in een aantal stappen.

van des-

stedelijke gebied. Dit proces verloopt in een aantal stappen.

10 11

10 11

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie

56

57

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie

Zeist

Utrecht

Meerbodem

Kreekrug

Nieuwegein

Houten

Data verkregen van Klimaateffectatlas, 2023.

1:100.000



Het rivierenlandschap is door de eeuwen

heen sterk veranderd. De stroom krijgt steeds

minder ruimte.

Doordat in de bovenloop bossen die het

water vasthouden zijn gekapt en meer in de

uiterwaarden is gebouwd hebben zich in de

voorbije jaren in het stroomgebied van de

Rijn en Maas rampzalige overstromingen

voorgedaan. Ook veroorzaakt de

waterhuishouding in de komgronden

problemen. Dit betekent dat er aan het

rivierengebied opnieuw moet worden

ontworpen.

Bewoningspatronen

Archeologische gegevens wijzen erop dat men

in de Merovingische tijd in kleine groepjes

huizen woonde, terwijl in de Karolingische tijd

vrij korte boerderrijreekzeeksen voorkwamen.

woningbouw, resulterend in de creatie van een

geheel nieuwe plaats, Nieuwegein genaamd.

Op 1 juli 1971 werd Nieuwegein opgericht als

gevolg van het besluit van de gemeenteraden

van Jutphaas en Vreeswijk om zichzelf op te

heffen. (Utrecht Altijd, 2021).

Houten

De eerste bewoning in Houten komt voor in

de Vroege Bronstijd. Rond het jaar 2000 voor

het begin van de jaartelling is er incidenteel

bewoning langs de Rijn, die toen door Houten

stroomde. Vanaf de IJzertijd neemt de

bewoning verder toe. De Rijn heeft zich dan

verlegd via een nieuwe route langs Cothen en

Odijk. De grond in Houten is vruchtbaar en kent

veel watervoerende restgeulen. Op de hogere

stroomruggen gaan mensen zich vestigen.

Er ontstaan kleine boerderijen (Tussen Rijn en

Lek , z.d.).

1:100.000

Onstaangeschiedenis van de kernen

De casus speelt zich af tussen vier kernen met

ieder een eigen geschidenis:

Utrecht

Utrecht is een van de oudste steden van

Nederland. Het is ontstaan als een Romeinse

fortificatie aan de Limes. In de zevende eeuw

werd op de plaats waar dit fort zich bevond een

kerkje gebouwd en in de eeuwen erna verrezen

hier grotere kerken. Van daaruit werden grote

delen van het huidige Nederland gekerstend.

In 1122 kreeg Utrecht als een van de eerste

steden in het huidige Nederland stadsrechten.

Dankzij zijn ligging aan de rivier de Rijn groeide

Utrecht in de 13e en 14e eeuw uit tot een van de

belangrijkste handelssteden van Europa (Het

Utrechts Archief, z.d.).

Zeist

Zeist bestond vroeger uit een drassig gebied

tussen Wijk bij Duurstede en Utrecht. Het

gebied op de Utrechtse Heuvelrug was

onbewoonbaar. In 1122 werd er bij Wijk bij

Duurstede een dam gebouwd om de stad te

beschermen. Door de bouw van de dam bij Wijk

bij Duurstede ontstond er land waarop Zeist

gebouwd kon worden. In het begin werd er een

klein dorpje gebouwd dat later zou uitgroeien

tot het Zeist dat we allemaal kennen. Eén van

de eerste grote gebouwen die er gebouwd werd

was de Kerk. De huidige kerktoren is vandaag

de dag nog steeds in de stad te zien (Oog op

Zeist, 2020).

Zeist

Utrecht

Nieuwegein

Houten

Nieuwegein

In de jaren 60 en 70 verhuisden inwoners van

de Randstad naar omliggende gemeenten, een

fenomeen dat suburbanisatie wordt genoemd.

De overheid coördineerde en stuurde deze

beweging om het Groene Hart te behouden,

en wees bouwlocaties aan om woning- en

bedrijfsgebouwen uit te breiden. In de regio

Utrecht was de planning voornamelijk gericht

op de zuidkant van de stad. Het gebied

tussen de dorpen Jutphaas en Vreeswijk zou

volledig worden benut voor grootschalige

Kaart: bodemsoorten in het casusgebied, data van PDOK, 2023

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie

58

59

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie



Utrecht

A20

Universiteit

Utrecht

Zeist

Visie

Voor het gebied is een visie opgesteld, deze

visie gaat uit van het landschap als fundament

voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De

geschiedenis en het karakter van het gebied

worden hierin meegenomen.

1

Het behouden van

cultuurhistorische plekken geeft

het landschap identiteit.

1

2

4

2

De Kromme Rijn wordt de

dominante drager van het gebied,

de rivier krijgt ruimte om te

stromen en wordt omringd door

een ecologische strook.

3

A20

3

In het gebied bevinden zich tal

van groene zones. Deze zones zijn

ongeschikt voor een woonfunctie

vanwege een zwakkere

ondergrond.

7

4

Landbouw vindt plaats op de

daarvoor geschikte kalkhoudende

gronden. Zo ook op vruchtbare

grond in de omgeving van Houten.

5

6

5

Natuurvriendelijke industrie zorgt

ervoor dat de natuur en bodem

niet vervuild worden.

euwegein

Houten

6

7

De geul wordt herstelt en

aangesloten op het water in

Houten

Veel dorpse laagbouw, het

plangebied volgt de kenmerken

van het rivierenlandschap.



Stedenbouwkundig

ontwerp | Bunnik Buiten

Als een aanzet voor inspiratie is er een

stedenbouwkundig plan opgesteld voor een

uitbreidingswijk aangrenzend aan Bunnik.

Er is voor dit gebied gekozen vanwege

een variatie aan grondsoorten die de

ontwerpopgave lastiger kunnen maken.

Locatie plangebied

Stroomrug

Rivierdalbodem

Restgeul

Laagte ontstaan door afgraving

Data verkregen van Klimaateffectatlas, 2023.

een 28 kilometer lange rivier die meandert

in noordwestelijke richting via Cothen,

Werkhoven, Odijk en Bunnik naar Utrecht.

Parallel aan de rivier loopt het Kromme Rijnpad,

een 29 kilometer lange wandelroute tussen

Utrecht en Wijk bij Duurstede

(routesinutrecht.nl, 2023). Deze route laat

het prachtige rivierenlandschap aan haar

gebruikers goed zien.

Geschiedenis

Door veelvuldige overstromingen ontstond

een patroon van zandige oeverwallen en

komgronden van zware klei. De oeverwallen

zijn al sinds de bronstijd bewoond. De

ontginningen van de oeverwallen zijn

blokvormig. De laaggelegen komgronden

konden pas na afdamming van de Kromme

Rijn worden ontgonnen, deze zijn langwerpig.

De natte komgronden waren voornamelijk in

beheer als hooiland, hakhout en griend, de

vruchtbare hogergelegen oeverwallen als akker

(UtrechtAltijd ,2022).

De afgelopen jaren is er een aanzienlijke

herinrichting plaatsgevonden langs een groot

deel van de Kromme Rijn, met als doel het

creëren van ecologische verbindingszones

in de vorm van “stapstenen”. Als onderdeel

van deze herinrichting zijn natuurvriendelijke

oevers aangelegd en is de voedselrijke toplaag

van de grond op verschillende percelen

verwijderd. Hoewel deze percelen recent zijn

ingericht, moeten ze nog verder ontwikkelen.

(UtrechtAltijd ,2022)

De waterkwaliteit van de Kromme Rijn is

verbeterd, waarvan meerdere zeldzame libellen

en vissen geprofiteerd hebben.

Analyse

Net als de overkoepelende visie is de

ondergrond de basis van de ruimtelijke

ontwikkelingen.

Kalkloze poldervaaggronden; zware klei

Huidige situatie

In de huidige situatie is het plangebied met

name in agrarisch gebruik.

Aan de voet van het ontwerp staat een analyse

van de bodemsoorten en landschapstypering.

Het gebied bevind zich met name op een

stroomrug. Generiek gezien is een stroomrug

een goede basis om op te bouwen omdat

hij vaak bestaat uit sediment en hierdoor

een goede waterdoorlaatbaarheid biedt.

Ook ligt een stroomrug hoger gelegen dan

omliggende gebieden, dit zorgt voor goede

een goede afwatering. Echter is te zien dat

de stroomrug hier vooral uit kleigronden

bestaat. Kleigronden hebben een slechte

waterdoorlaatbaarheid en hebben de neiging

om water vast te houden.

Aan de noordzijde van het plangebied stroomt

de Kromme Rijn, een rivier die het gebied

identiteit geeft, maar er ook voor zorgt dat

de omliggende grond minder geschikt is voor

bebouwing. De rivierdalbodem en geulen zijn

lager gelegen, en hebben weinig draagkracht.

Kalkhoudende ooivaaggronden

Kalkloze ooivaaggronden

Kalkloze poldervaaggronden; lichte klei

Kalkhoudende poldervaagronden; zavel

Data verkregen van Atlas Leefomgeving, 2023.

Landschappelijke identiteit

Iedere plek in ons land kent een eigen

identiteit, overal differentieert het landschap

van elkaar, en dit maakt unieke plekken.

Voorafgaand aan het ontwerpen wordt

de historisch landschappelijke opbouw

geanalyseerd. Het doel is om te voorkomen dat

het ontwerp aansluit op haar geschiedenis,

en dat voorkomen wordt dat het ontwerp op

elke willekeurige plek in Nederland zou kunnen

staan en het zelfde verhaal vertellen.

Het plangebied ligt in het rivierenlandschap,

gekenmerkt door grote rivieren als De Rijn.

door het plangebied stroomt de Kromme Rijn,

Hoofdweg

Bos

Semi-verhard overig terrein

Bouwterrein

Park en plantsoen

Dagrecreatief terrein

Binnenwater

Overig agrarisch terrein

Data verkregen van Klimaateffectatlas, 2023.

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie

62

63

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie



Dit komt terug door een afwisseling van

groene- en bebouwde velden.

Overloopgebied

Het plan geeft de Kromme Rijn de ruimte

om haar gang te gaan. Het creëren van een

overloopgebied aan de zuidzijde de rivier biedt

mogelijkheden om over te stromen bij hoge

waterstanden. Dit gebied zorgt tevens voor

een hoge ecologische diversiteit, en dient

als prachtig natuurgebied voor zowel haar

bezoekers als bewandelaars van het Kromme

Rijnpad.

Woningen zijn te gast

Het concept van Bunnik Buiten is dat de

woningen te gast zijn in het landschap.

Wanneer gebruikers zich door het

landschap verplaatsen is de groene

natuur het meest prominent aanwezig,

de bebouwing valt weg in het landschap.

De grote hoeveelheid parken en groene

velden vormen hier de basis voor.

Honingraadstructuur

De wijk is onderverdeeld in vlakken.

Groene gebieden en bebouwde gebieden

wisselen elkaar af voor een divers beeld,

maar ook een sterke ecologie en goede

water doorlaatbaarheid, dit is nodig

vanwege de ligging op een stroomrug - dit

landschapstype kent namelijk een mindere

waterdoorlaatbaarheid.

Groenstructuren in Bunnik Buiten.

Samenhang met de omgeving

Het plan heeft een hechte relatie met het

landschap. Doordat in de structuur voor Bunnik

Buiten de kenmerken van de omgeving zijn

opgenomen en verbanden zijn gelegd met de

(geschiedenis van de) omgeving. De grootste

factor in het ontwerp is het landschap. De

ecologische structuur van de Kromme Rijn

krijgt in het plan de ruimte om ongehinderd

voort te leven. Het plan betreft een ruime

hoeveelheid aan groen.

Omdat de ondergrond grotendeels bestaat

uit kleigrond is er gekozen voor een groot

oppervlakte aan groen in combinatie met een

lagere dichtheid. Regenwater krijgt voldoende

mogelijkheden om te infiltreren vanwege

beperkt verhard oppervlak.

De groene identiteit van het rivierenlandschap

wordt weerspiegelt in het plangebied.

Één van de kenmerkende karakteristieken van

het rivierengebied is het sterk wisselend beeld

in het landschap.

Natuur- en overloopgebied

Gesitueerd aan de noordzijde van het plan

bevind zich een gebied met een doorsnede van

ruim 350 meter, waarin de natuur haar gang

kan gaan. Dit natuurgebied zorgt ervoor dat

de wijk een goede waterinfiltratie, en hoge

bodemkwaliteit kan hebben. Het gebied dient

tevens ook als overloopgebied voor de Kromme

Rijn.

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie

64

65

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie



Ontsluitingsmogelijkheden

De wijk is voorzien van meerdere

ontsluitingswegen, het heeft meerdere

aansluitingen aan de provinciale weg (N411) en

is naadloos verweven aan de stedelijke kern

van Bunnik. Door middel van het verlengen van

de wegen vanuit bestaande hoven wordt het

plan gekoppeld aan de huidige bebouwing.

Wijk aan de dijk

De dijk voorziet de bewoners van een veilige

leefomgeving en zorgt voor een goede

bereikbaarheid. De woontorens bieden

prachtig zicht over het natuurgebied en de

daarachtergelegen rivier.

Ruimtelijke opzet in Bunnik Buiten.

Ruimtelijke structuur

Bebouwing in het rivierenlandschap staat

bekend om lange haar lange lijnen. Al in de

Romeinse tijd was de Kromme Rijn intensief

bewoond. Vaak was deze bebouwing gevormd

in lange linten langs de rivier, hier was de

grond namelijk hoger gelegen vanwege de

sedimentafzetting van de rivier. Naast lange

lijnen werd er ook veel gebouwd in kleine

groepjes huizen. Deze kenmerkende vormen

van bouwen worden toegepast in Bunnik

Buiten.

De lange lijnen zijn terug te zien in de

infrastructuur. Met als de meest belangrijke

lijn de ringweg aan de noordzijde. De weg biedt

een goede bereikbaarheid en doorstroming

van verkeer rondom de wijk, en zorgt voor

een weerspiegeling van de lange lijnen uit de

landschappelijke historie van het gebied.

Naast de lange lijnen is ook de andere vorm

van bebouwing - kleine geconentreerde

kernen - teruggekomen in het plangebied.

Het wegennetwerk kadert de bouwblokken in

kleinere groepen af.

De bebouwing volgt de tradionele vormen en

zorgt voor een aansterking van de al bestaande

lintbebouwing aan de zuidzijde.

Fietsroute

Een centrale fietsroute - aangelegd in het

verlengde van een bestaand voetpad - biedt

fietsers een snelle verplaatsmogelijkheid. De

route doorkruist de groene identiteit van de

wijk

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie

66

67

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie



Data verkregen van Atlas Leefomgeving, 2023. Data verkregen van Kliomaateffectatlas, 2023.

Kalkloze poldervaaggronden; zware klei

Kalkhoudende ooivaaggronden

Kalkloze ooivaaggronden

Kalkloze poldervaaggronden; lichte klei

Kalkhoudende poldervaagronden; zavel

Data verkregen van Atlas Leefomgeving, 2023.

De bebouwing op de bodemsoorten

Het bebouwingspatroon sluit aan op

de onderliggende grondsoorten. Het

overgrote deel van het gebied bevind zich op

kalkhoudende of kalkloze ooivaaggronden.

gekozen voor hogere woontorens op deze

grond. De kalkloze ooivaaggronden kennen

minder draagkracht. Deze grondsoort kan

bestaan uit verschillende materialen, zoals

zand, klei en veen. Het kan gevoeliger zijn voor

waterverzadiging en zetting dan kalkhoudende

gronden. Op deze grond bevindt zich geen

hoogbouw en wordt een lage dichtheid

gebruikt.

Stroomrug

Rivierdalbodem

Restgeul

Laagte ontstaan door afgraving

Data verkregen van Klimaateffectatlas, 2023.

De bebouwing op de landchapstypes

Het bebouwingspatroon sluit aan op de

landschapstypering. Alle bebouwing bevind

zich op een stroomrug. Stroomruggen kennen

een lage waterdoorlaatbaarheid, de structuur

De zwakkere landschapstypes zoals restgeulen

en het rivierdalbodem zijn vrijgelaten van

bebouwing. Deze gronden hebben geen

draagkracht en zijn hierdoor gevoelig voor

verzakking en inkrimping.

Kalkhoudende ooivaaggronden hebben een

is daarom ruim, met veel open velden om de

betere draagkracht en stabiliteit. Hierom is

waterinfiltratie ten goede te doen.

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie

68

69

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie



Woningen zijn te gast

Het landschap staat op de voorgrond in Bunnik

Buiten, de sfeercollage laat voorbeelden zien

van de beoogte sferen.

V8 Architects, 2021.

Zaak van NN, z.d.

De Baerne, 2020. ECHO Urban Design, 2022.

ECHO Urban Design, 2022.

V8 Architects, 2021.

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie

70

71

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie



Inrichtingsplan

Wadi

In de wijk bevinden zich diverse

wadi’s om de waterinfiltratie

en ecologische diversiteit te

bevorderen. Er zijn er meerdere

van verspreid door de wijk heen.

Dijk

Een dijk zorgt voor een

veilige leefsituatie zonder

overstromingsgevaren.

Biodiversiteitszone

Flora- en faunarijke gebieden

waar de natuur haar gang kan

gaan. Er zijn er meerdere van

verspreid door de wijk heen.

Overloopgebied

Ruimte voor De Kromme Rijn om

haar water kwijt te kunnen bij

hoge waterstanden.

Legenda

Geul

Pand

Rivierdalbodem

Monument

Bomen

Auto

Luisteren naar het Landschap | Ontwerpstudie

Voetpad

Groen

Water

Bouwvlak

Bestrating

Fietspad

Dijk 1:3333

72



Wat een prachtig

uitzicht vanaf

de dij k. .

Dat kostte wat werk

maar het is een

inspiratie voor elders.

Wat is er toch een

‘Ruimte voor de

Rivier’!

Zullen we een stukje

gaan lopen in het

natuurgebied?

Ik houd van

de groene

grasvelden in

de wij k.

Nu ik hier ben gaan

wonen heb ik nooit

meer last van

verzakking!

Deze groene

omgeving is erg

rustgevend!

Ik woon al

40 jaar in deze wi jk.

Deze wi jk voelt

als geen ander!



Literatuurlijst

AD. (z.d.). Miljoenen voor onderzoek naar

bodemdaling Nederland. https://www.ad.nl/

binnenland/miljoenen-voor-onderzoek-naarbodemdaling-nederland~acc08e2f/128156862/

Adobati, F., & Garda, E. (2020). Soil releasing as

key to rethink water spaces in urban planning.

Almere Poort Oost en Duin: Toelichting.

(z.d.). https://www.planviewer.nl/imro/

files/NL.IMRO.0034.BP4ABCDEG01-on01/t_

NL.IMRO.0034.BP4ABCDEG01-on01.html

City, Territory and Architecture, 7(1). https://

doi.org/10.1186/s40410-020-00117-8

Basiskaart Natuurlijk Systeem Nederland

- Klimaateffectatlas. (z.d.). https://www.

klimaateffectatlas.nl/nl/basiskaart-natuurlijksysteem-nederland

Bodemdata. (z.d.). https://bodemdata.nl/

basiskaarten

Bouwen op slappe bodems - COB. (2021,

11 september). COB. https://www.cob.nl/

document/bouwen-op-slappe-bodems/

Brancheorganisatie Akkerbouw. (z.d.).

https://kennisakker.nl/archief-publicaties/

bodemleven-van-belang-voor-goedeopbrengst3764

Commissie voor de milieueffectrapportage.

(n.d.). 1818-59mer. Geraadpleegd op 7 juni 2023,

van https://www.commissiemer.nl/docs/mer/

p18/p1818/1818-59mer.pdf

D’Arcy, P. (2022a, oktober 16). When Bangkok

floods (and it floods a lot), this park does

something amazing. ideas.ted.com. https://

ideas.ted.com/when-bangkok-floods-andit-floods-a-lot-this-park-does-somethingamazing/

Deltacommissaris roept ministers op tot

actie. (z.d.). Klimaatadaptatie. https://

klimaatadaptatienederland.nl/actueel/actueel/

nieuws/2022/brief-deltacommissaris-aan-vierministers/

Europese Commissie. (2022). Soil Sealing

In-depth Report. Geraadpleegd op 7 oktober

2022, van https://wayback.archive-it.

org/12090/20221007084511/https://ec.europa.

eu/environment/archives/soil/pdf/sealing/

Soil%20Sealing%20In-depth%20Report%20

March%20version_final.pdf

Geologie van Nederland. (z.d.). Rivierlandschap

- Geologie van Nederland. Copyright © 2023.

https://www.geologievannederland.nl/

landschap/landschappen/rivierlandschap

Gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen op

grondwater. (z.d.). Kenniscentrum InfoMil.

https://www.infomil.nl/onderwerpen/luchtwater/handboek-water/thema-s/ruimtelijkeordening/grondwaterbeheer-en/gevolgenruimtelijke/

H2O Waternetwerk. (2021, 21 mei). Water

en bodem sturend: Met 33 structurerende

keuzes zet kabinet in op herinrichting van

Nederland. https://www.h2owaternetwerk.nl/

h2o-actueel/water-en-bodem-sturend-met-

33-structurerende-keuzes-zet-kabinet-in-opherinrichting-van-nederland

HBO Kennisbank. (z.d.). https://hbokennisbank.nl/searchresult?q=

Het creëren van stedelijk water. (z.d.).

Gebiedsontwikkeling.nu. https://www.

Het Carré van Westergouw | Nieuwbouw Gouda.

(z.d.). https://www.bpdinwestergouwe.nl/hetcarre-van-westergouwe

gebiedsontwikkeling.nu/artikelen/het-creerenvan-stedelijk-water/

Het Parool. (z.d.). Uit de poldergrond gestampt:

het ontstaan van Almere in vogelvlucht.

https://www.parool.nl/ps/uit-de-poldergrondgestampt-het-ontstaan-van-almere-invogelvlucht~bf9a3491/

Home - I-STORM. (z.d.). https://www.i-storm.

org/

Home -. (2022, 14 februari). https://www.

stadsgenese.nl/

Hooimeijer, F. (2013). Ontwerpen met

de ondergrond. TU Delft Repositories.

https://repository.tudelft.nl/islandora/

object/uuid:e6f9cbe9-8cc5-4a2e-b706-

d32224db2191?collection=research

Ik bouw mijn huis in Almere |

IkbouwmijnhuisinAlmere.nl. (z.d.). gemeente

Almere. https://ikbouwmijnhuisin.almere.nl/

Kaarten | Atlas Natuurlijk Kapitaal. (z.d.).

https://www.atlasnatuurlijkkapitaal.nl/

kaarten?config=58bf95bc-67bf-402da355-af211ad33949&gm-x=150000&gmy=460000&gm-z=3&gm-b=1544180834512,true,

1;1554383689541,true,0.8;&activeTools=layerco

llection,search,info,bookmark,measure,draw&

activateOnStart=layermanager

Kaartviewer - Klimaateffectatlas. (z.d.). https://

www.klimaateffectatlas.nl/nl/

Kabinet maakt water en bodem sturend bij

ruimtelijke keuzes. (z.d.). Klimaatadaptatie.

https://klimaatadaptatienederland.nl/actueel/

actueel/nieuws/2022/kabinet-maakt-waterbodem-sturend/

Kennisprogramma - KBF. (2023, 7 maart). KBF.

https://www.kbf.nl/kennisprogramma/

Korhonen, M. (2019, 28 november). aerial

photograph of village eside river. Unsplash.

https://unsplash.com/photos/4_oil70Vy_E

Kromme Rijn. (z.d.). https://www.utrechtaltijd.

nl/regios/kromme-rijn/#:~:text=Deze%20

rivier%20was%20ooit%20

onderdeel,grootste%20marktplaats%20

van%20noordwest%20Europa

Kromme Rijnpad tussen Utrecht en Wijk bij

Duurstede. (z.d.). Routes in Utrecht. https://

www.routesinutrecht.nl/routes/4090144045/

kromme-rijnpad-tussen-utrecht-en-wijk-bijduurstede

Marcotullio, P. J., Braimoh, A. K., & Onishi, T.

(2008). The Impact of Urbanization on Soils.

76 77

In Springer eBooks (pp. 201–250). https://doi.

org/10.1007/978-1-4020-6778-5_10

Marker Wadden. (2022, 20 maart). Vista.

https://vista.nl/mies_portfolio/markerwadden/

Melissa. (2020, 13 april). Geschiedenis van

Zeist. OogOpZeist. https://www.oogopzeist.nl/

geschiedenis-van-zeist/

Michael Rhebergen — THE NEW COAST. (z.d.).

https://michaelrhebergen.com/projects/thenew-coast/

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

(2022, 5 augustus). Organisatie ministerie van

Infrastructuur en Waterstaat. Ministerie van

Infrastructuur en Waterstaat | Rijksoverheid.

nl. https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/

ministerie-van-infrastructuur-en-waterstaat/

organisatie-ienw

Ministerie van Landbouw, Natuur en

Voedselkwaliteit. (2022, 18 oktober). Wat

wel kan: Uit de impasse en een aanzet voor

perspectief. Rapport | Rijksoverheid.nl.

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/

rapporten/2022/10/05/wat-wel-kan

Moulton, G. (2021). 7 Modern Designs That Prove

Waste Treatment Architecture is Overlooked

and Underrated. Journal. https://architizer.

com/blog/inspiration/collections/architectureof-water-treatment/

Natuurmonumenten. (z.d.). Wetsvoorstel

stikstof biedt schijnoplossing [Afbeelding].

https://www.natuurmonumenten.nl/nieuws/

wetsvoorstel-stikstof-biedt-schijnoplossing

Nature-based Solutions. (z.d.). IUCN. https://

www.iucn.org/our-work/nature-basedsolutions

Nederland in 2120. (z.d.). WUR. https://www.

wur.nl/nl/dossiers/dossier/nederland-in-2120.

htm

Nieuws Hedendaagse natuurlijke oase: wonen

in ’t groen | RoosRos. (z.d.). RoosRos. https://

www.roosros.nl/actueel/nieuws/hedendaagse-



natuurlijke-oase-wonen--t-groen/

Nijhuis, S. (2020, 13 september). Hoofdstuk 3.2:

Ontwerpend onderzoek. Pressbooks. https://

pressbooks.pub/academischevaardigheden/

chapter/hoofdstuk-3-2-relatie-onderzoekontwerp/

Omgevingsweb. (2021, 30 september).

Erfgoed: De ondergrond als basis voor de stad

van de toekomst - Omgevingsweb. https://

www.omgevingsweb.nl/nieuws/erfgoed-deondergrond-als-basis-voor-de-stad-van-detoekomst/

Ontstaan van Nieuwegein. (z.d.). https://www.

utrechtaltijd.nl/verhalen/het-ontstaan-vannieuwegein-in-1971/

Ontwerpen met bodemdaling in de stad.

(z.d.). Gebiedsontwikkeling.nu. https://www.

gebiedsontwikkeling.nu/artikelen/ontwerpenmet-bodemdaling-de-stad/

Opvallend Utrecht. (z.d.). De geschiedenis

van Leidsche Rijn: een Vinex-avontuur met

happy end. http://opvallendutrecht.nl/degeschiedenis-van-leidsche-rijn-een-vinexavontuur-met-happy-end/

Redactie. (2023). Geschiedenis Houten | Tussen

Rijn en Lek. Tussen Rijn en Lek. https://www.

tussenrijnenlek.nl/geschiedenis/geschiedenishouten/#:~:text=Houten%20is%20rond%20

het%20jaar,omgeving%20op%20de%20

Jutphase%20stroomrug.

Rijkswaterstaat & Ministerie van Infrastructuur

en Waterstaat. (2020, 16 juli). Nederlandse

waterbouwkunde houdt Venetië droog.

Rijkswaterstaat. https://www.rijkswaterstaat.

nl/nieuws/archief/2020/07/nederlandsewaterbouwkunde-houdt-venetie-droog

Riool.net. (n.d.). Nationaal Programma

Bodemdaling - Laat Nederland niet

verder zakken. Geraadpleegd op 7

juni 2023, van https://www.riool.net/

documents/20182/4028017/Nationaal%20

Programma%20Bodemdaling%20-%20

Laat%20Nederland%20niet%20verder%20

zakken.pdf/15779412-c862-41a4-b711-

b359050855e4

Schulz, N. (2023, 10 maart). Worden water

en bodem nu écht sturend in de ruimtelijke

ordening van Nederland? Worden water en

bodem nu écht sturend in de ruimtelijke

ordening van Nederland? https://www.

twynstragudde.nl/inzichten/worden-wateren-bodem-nu-echt-sturend-in-de-ruimtelijkeordening-van-nederland

Soil strategy. (z.d.). Environment. https://

environment.ec.europa.eu/topics/soil-andland/soil-strategy_en#:~:text=The%20EU%20

soil%20strategy%20for%202030%20sets%20

out,soils%20by%202050%2C%20with%20

concrete%20actions%20by%202030.

Stadsarchief Almere. (z.d.). Tentoonstelling

Almere Boven - Poort. https://stadsarchief.

almere.nl/uitgelicht/tentoonstelling/almereboven/poort

Stimuleringsfonds. (z.d.). Bouwen vanuit

de bodem – 13 projecten geselecteerd |

Stimuleringsfonds. Stimuleringsfonds. https://

www.stimuleringsfonds.nl/nieuws/bouwenvanuit-de-bodem-13-projecten-geselecteerd

Stinson, L. (2014, 25 augustus). A Gorgeous

Park Designed With a Double Purpose: Flood

Protection. WIRED. https://www.wired.

com/2014/08/a-gorgeous-park-designed-witha-double-purpose-flood-protection/

STOWA. (2018). STOWA 2018-64 testboek v2.

Geraadpleegd op 7 juni 2023, van https://

www.stowa.nl/sites/default/files/assets/

PUBLICATIES/Publicaties%202018/STOWA%20

2018-64%20testboek%20v2.pdf

Sustainable Woodard Plaza • TERRY GUEN

DESIGN ASSOCIATES. (z.d.). https://tgda.net/

projects/sustainable-woodard-plaza/

Taber, M. (2023). Innovative Designed Solutions

for Stormwater Challenges. The LA Group

Landscape Architecture and Engineering PC.

https://www.thelagroup.com/2015/12/30/

innovative-designed-solutions-forstormwater-challenges/

The Conversation. (2020, 12 januari). Food

and clean water start with soil biodiversity

– learning more about it is urgent. https://

theconversation.com/food-and-clean-waterstart-with-soil-biodiversity-learning-moreabout-it-is-urgent-151310

The Conversation. (2021, 2 maart). Treated

like dirt: Urban soil is often overlooked

as a resource. https://theconversation.

com/treated-like-dirt-urban-soil-is-oftenoverlooked-as-a-resource-158571

TwynstraGudde. (z.d.). Worden water en bodem

nu echt sturend in de ruimtelijke ordening

van Nederland? https://www.twynstragudde.

nl/inzichten/worden-water-en-bodem-nuecht-sturend-in-de-ruimtelijke-ordening-vannederland

User, S. (z.d.). Utrecht wordt een stad - Het

Utrechts Archief. Het Utrechts Archief. https://

hetutrechtsarchief.nl/verhalen/40-utrechtwordt-een-stad#:~:text=Op%202%20juni%20

1122%20gaf,zonder%20slag%20of%20stoot. . .

Visme. (z.d.). https://my.visme.co/editor/

78 79



Bijlage

PLAN VAN AANPAK

DIt hoofdstuk betreft een aantal bijlage die is

gebruikt tijdens het realiseren van het handboek.

Plan van Aanpak

Het ingeleverde Plan van Aanpak

(op de volgende bladzijdes)

STEDENBOUW

EN DE RELATIE TOT BODEM- EN WATERHUISHOUDING

80 81

Een ontwerpend onderzoek naar de huidige en toekomstige situatie



KAN DE RELATIE TUSSEN STEDENBOUWKUNDE EN BODEM- EN WATER-

HUISHOUDING WORDEN VERBETERD?

PLAN VAN AANPAK

STEDENBOUW

EN DE RELATIE TOT BODEM- EN WATERHUISHOUDING

Een ontwerpend onderzoek naar de huidige en toekomstige situatie.

Een onderzoek voor Vollmer & Partners

Onderzoeksbegeleider: Tom Bullens

Schoolcoach: Martijn Huting

Gijs Pannekoek

475267

475267@student.saxion.nl

+31 620499155

Stedenbouwkundig Ontwerpen

82 83



INHOUDSOPGAVE

INLEIDING 6

Wat zijn de begrippen bodem- en waterhuishouding? 6

Wat is het verband tussen stedenbouw en de waterhuishouding? 6

Wat is het verband tussen stedenbouw en de bodemhuishouding? 7

Waarom is het belangrijk? 7

Opdrachtgever 8

Bureaugeschiedenis 8

Visie 8

PROBLEEMSTELLING 9

Probleemstelling 9

De eigenaar van het probleem 9

Eerdere oplossingen om bodem- en waterhuishouding meer te verbinden met de 9

steden bouw

Wat zijn de gevolgen als er geen rekening wordt gehouden met de bodem- en 10

waterhuishouding in stedenbouwkundige opgaven?

Afbakening 10

Doelstelling 10

Eindproduct 10

HOOFDVRAAG EN DEELVRAGEN 11

Deelvraag 1 11

Deelvraag 2 11

Deelvraag 3 11

Deelvraag 4 11

Deelvraag 5 11

THEORETISCH KADER 12

Kernbegrippenlijst 12

Theorieën- en modellenlijst 13

LITERATUUROVERZICHT 14

TIJDSPLANNING 15

BRONNENLIJST 17

84 85



1 INLEIDING

1.1 Aanleiding

Stedenbouw en bodem- en waterhuishouding lijken op het eerste gezicht misschien

tegengestelde belangen te hebben, maar niets is minder waar. Juist in het ontwerpen

van onze steden en dorpen kunnen we rekening houden met de natuur en haar functies,

zoals bodem- en waterhuishouding. In tijden waarin klimaatdoelen hoog op de Europese

Agenda staan en we ons bewust zijn van de noodzaak tot duurzaamheid, is het meer dan

ooit van belang om ons af te vragen hoe we onze stedenbouwkundige plannen hierop

kunnen afstemmen. De laatste jaren wordt steeds duidelijker dat er snelle veranderingen

nodig zijn op de manier waarop wij met de aarde omgaan. ‘Het is twee voor twaalf’ als we

kijken naar de welbekende Doomsday clock: Een symbolische klok die sinds 1947 wordt

bijgehouden door het Bulletin of the Atomic Scientists aan de universiteit van Chicago.

We zullen zorgvuldiger met de natuur moeten omgaan in de aankomende jaren.

Het bodem- en watersysteem van steden is complex en gevoelig voor veranderingen in

het milieu en klimaat. De manier waarop steden zijn ontworpen en gebouwd, kan een

aanzienlijke invloed hebben op deze systemen en de leefomgeving van mensen die er

wonen. Verslechterde status van de bodem- en waterhuishouding draagt op haar beurt

ook weer bij aan problemen voor de stedenbouw, zoals verzakkingen en schade aan

funderingen en infrastructuren. Daarom is het van cruciaal belang om de relatie tussen

stedenbouw en bodem- en waterhuishouding te begrijpen om een duurzame ontwikkeling

van steden te realiseren.

Het diverse landschap van Nederland, met zijn laaggelegen polders, rivieren, duinen,

en de kustlijn, maakt de kwestie van stedenbouw en bodem- en waterhuishouding

een uitdagende en interessante opgave. Door de eeuwen heen hebben Nederlanders

een uniek systeem van waterbeheer ontwikkeld om hun land te beschermen tegen

overstromingen en om droge voeten te houden. Dit systeem heeft geleid tot een uniek en

complex samenspel tussen stedenbouw, bodem en waterhuishouding. Het ontwerpen van

steden en gebouwen die rekening houden met deze factoren, en die ook nog eens passen

in het landschap, vergt een specifieke expertise.

Een van de belangrijkste uitdagingen voor stedenbouwers is het vinden van manieren

om steden te ontwikkelen en tegelijkertijd de impact op de bodem en waterhuishouding

te minimaliseren. Hierbij gaat het niet alleen om de aanleg van groene daken, parken en

waterpleinen, maar ook om de keuze van materialen en het ontwerp van het stedelijk

weefsel.

Een belangrijk aspect is het verminderen van de verharding van de stedelijke gebieden.

Verharding beperkt de infiltratie van water in de bodem en verhoogt het risico op

overstromingen. Het is daarom belangrijk om te zoeken naar manieren om stedelijke

gebieden minder te verharden en te zorgen voor meer groene ruimtes.

In deze scriptie wordt de relatie tussen stedenbouw en bodem- en waterhuishouding

nader onderzocht. Er wordt ingegaan op de impact van stedenbouwkundige keuzes

op het bodem- en watersysteem en welke oplossingen er zijn om de negatieve

effecten te minimaliseren. Daarnaast wordt er gekeken naar hoe stedenbouwkundige

ontwerpen kunnen bijdragen aan duurzame ontwikkeling van steden. Met behulp van

praktijkvoorbeelden en literatuurstudie wordt er geprobeerd een overzicht te geven van

de verschillende factoren die van invloed zijn op de relatie tussen stedenbouw en bodemen

waterhuishouding.

Daarnaast wordt er gekeken naar de uitdagingen en kansen die deze relatie met zich

meebrengt en welke strategieën kunnen worden ingezet om deze uitdagingen aan

te pakken. Het is immers van groot belang dat we ons bewust zijn van de impact van

stedenbouwkundige ontwikkelingen op de bodem- en waterhuishouding, aangezien deze

een cruciale rol spelen in ons ecosysteem en de klimaatverandering. Het is daarom van

belang om te kijken naar hoe we de bodem en het water in stedelijke gebieden kunnen

beschermen en zo mogelijk versterken, terwijl we tegelijkertijd blijven bouwen aan

duurzame en leefbare steden.

1.2 Relevantie

De relevantie van het onderzoek op verschillende raakvlakken.

1.2.1 Maatschappelijke en praktische relevantie

De relatie tussen stedenbouw en bodem- en waterhuishouding is een belangrijk

maatschappelijk en praktisch vraagstuk. Nederland heeft te maken met steeds extremere

weersomstandigheden, zoals hevige regenval en droogteperiodes, die gevolgen hebben

voor de bodem- en waterhuishouding. Dit heeft niet alleen invloed op de leefbaarheid van

stedelijke gebieden, maar ook op de landbouw en de natuurlijke omgeving. Het is daarom

van groot belang dat er aandacht wordt besteed aan de relatie tussen stedenbouw en

bodem- en waterhuishouding om zo duurzame en klimaatbestendige steden te kunnen

ontwerpen en ontwikkelen.

1.2.2 Wetenschappelijke relevantie

Het onderzoek naar de relatie tussen stedenbouw en bodem- en waterhuishouding

heeft ook wetenschappelijke relevantie. Het biedt inzicht in de complexiteit van

het ontwerpproces en de vele factoren die van invloed zijn op de bodem- en

waterhuishouding in stedelijke gebieden. Het onderzoek kan leiden tot nieuwe inzichten

en oplossingen die bijdragen aan het ontwerp en de ontwikkeling van duurzame en

klimaatbestendige steden.

1.2.3 Relevantie voor opdrachtgever

Het onderzoek naar de relatie tussen stedenbouw en bodem- en waterhuishouding is

relevant voor Vollmer & Partners. Het biedt inzicht in de vele factoren die van invloed

zijn op de bodem- en waterhuishouding en hoe deze meegenomen kunnen worden in het

ontwerpproces. Vollmer & Partners kan zo bijdragen aan duurzame en klimaatbestendige

steden die aangepast zijn aan de veranderende omstandigheden van bodem en water, en

een voorbeeld zijn voor bureaus en overheden.

86 6

87 7



1.3. Probleemstelling

De groeiende druk op het water- en bodemsysteem in Nederland als gevolg van klimaatverandering

en de verstedelijking. Door toenemende neerslag en de stijging van de

zeespiegel is er meer water dat moet worden opgevangen en afgevoerd. Tegelijkertijd

wordt door de toenemende verstedelijking de bodem bedekt met bebouwing, waardoor

de infiltratie van water in de bodem wordt beperkt. Daarnaast kan het verlies van

bodemfuncties leiden tot verslechtering van de bodemkwaliteit en daarmee tot verlies

van ecosysteemdiensten. Een afname in kwaliteit van de bodem- en waterhuishouding

draagt op haar beurt weer gevolgen voor stedenbouw met zich mee, zoals schade aan

gebouwen en infrastructuur.

4. Welke actuele inzichten zijn er op het gebied van stedenbouwkunde en bodemen

waterhuishouding, en hoe kunnen deze worden geïntegreerd in toekomstige

stedenbouwplannen?

5. Welke stedenbouwkundige plannen, of toepassingen in deze plannen van

Vollmer & Partners of andere bureaus en overheden kunnen als voorbeeld dienen voor

de ontwikkeling van stedenbouwkundige plannen die rekening houden met bodem- en

waterhuishouding?

6. Welke nieuwe bouwstenen kunnen worden gecreëerd voor toekomstige

stedenbouwplannen op basis van actuele inzichten en bestaande kennis van bodem- en

waterhuishouding?

1.3.1 Doelstelling

Het doel van dit onderzoek is om de relatie tussen stedenbouw en bodem- en

waterhuishouding te onderzoeken en in kaart te brengen welke factoren van invloed zijn

op deze relatie, en op welke manier de relatie verbetert kan worden.

Ik wil mijn kennis verrijken op het gebied van stedenbouw en de relatie tussen bodem- en

waterhuishouding, oplossingen vinden voor bestaande problemen met betrekking tot

deze relatie, bijdragen aan de ontwikkeling van duurzame stedenbouw, en een bijdrage te

leveren aan het behalen van klimaatdoelen.

Daarnaast hoop ik dat dit onderzoek van waarde kan zijn voor alle partijen die hier

gebruik van willen maken, waaronder het bureau waar ik stage loop. Graag zie ik dat dit

onderzoek een soort rode draad legt voor nieuwe ruimtelijke plannen.

1.3.2 Hoofd- en deelvragen

Om de probleemmatiek rond de relatie tussen de drie begrippen te onderzoeken is er één

hoofdvraag geformuleerd: ‘Op welke manieren kan de relatie tussen stedenbouwkunde

en bodem- en waterhuishouding worden verbeterd waarbij er gekeken wordt of actuele

inzichten onze aanpak kunnen verrijken en er nieuwe bouwstenen worden gecreëerd

voor toekomstige stedenbouw?’.

Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn de volgende deelvragen opgesteld:

1. Het belang van bodem- en waterhuishouding: Waarom is het zo belangrijk om de

bodem- en waterhuishouding te verbeteren? Welke gevolgen heeft een slechte bodemen

waterhuishouding voor de natuur, de stedenbouw en de samenleving als geheel?

2. Wat zijn de belangrijkste knelpunten in de huidige relatie tussen

stedenbouwkunde en bodem- en waterhuishouding, wat zijn de oorzaken van deze

knelpunten en wat zijn de gevolgen hiervan voor de natuur, stedenbouw en samenleving?

3. Beleidsmaatregelen: Welke beleidsmaatregelen zijn er op nationaal en Europees

niveau genomen om de bodem- en waterhuishouding te verbeteren? Wat zijn de sterke

punten en zwakke punten van deze beleidsmaatregelen?

88 8

89



Eerdere oplossingen om bodem- en waterhuishouding meer te verbinden met de

stedenbouw

Er zijn verschillende oplossingen bedacht en uitgevoerd om de problematiek van de

water- en bodemhuishouding in Nederland aan te pakken. Bijvoorbeeld, om wateroverlast

te voorkomen zijn er grootschalige infrastructurele projecten zoals dijken, dammen,

afwateringskanalen en stormvloedkeringen aangelegd. Deze werken zijn gebaseerd op

traditionele technische oplossingen en hebben hun effectiviteit bewezen. In deze scriptie

worden de effectieve oplossingen verzameld, geanalyseerd en verbeterd.

Wat zijn de gevolgen als er geen rekening wordt gehouden met de bodem- en

waterhuishouding in stedenbouwkundige opgaven?

Als het probleem van de water- en bodemhuishouding in Nederland niet wordt opgelost,

kan dit leiden tot ernstige consequenties. Problemen met de bodemkwaliteit kunnen

leiden tot een afname van de productiviteit en de kwaliteit van het bodemecosysteem.

Verder kunnen de problemen bijdragen aan de vermindering van biodiversiteit, aan

erosie, wat kan leiden tot verlies van vruchtbare grond. Het is dus van groot belang om

te zorgen voor een gezonde bodem- en waterhuishouding om de productiviteit, kwaliteit

en veerkracht van het ecosysteem te waarborgen en bij te dragen aan een duurzame

toekomst.

Afbakening

Ik ga aan de slag om de relatie tussen stedenbouwkunde en bodem- en waterhuishouding

te verbeteren. Dit kan van pas komen voor alle betrokken partijen van de huidige en

toekomstige generaties. Ik creëer een deskresearch gepaard met een ontwerpend

onderzoek. Het onderzoek zal ongeveer 20 weken duren. In dit onderzoek selecteer ik

een aantal veelvoorkomende landschapstypes in Nederland die ik ga analyseren/toetsen.

Hiermee creëer ik een handdboek geschikt voor meerdere scenario’s.

HOOFDVRAAG EN DEELVRAGEN

Op welke manieren kan de relatie tussen stedenbouwkunde en bodem- en

waterhuishouding worden verbeterd waarbij er gekeken wordt of actuele inzichten onze

aanpak kunnen

verrijken en er nieuwe bouwstenen worden gecreëerd voor toekomstige stedenbouw?

Deelvragen

1. Het belang van bodem- en waterhuishouding: Waarom is het zo belangrijk om de

bodem- en waterhuishouding te verbeteren? Welke gevolgen heeft een slechte bodemen

waterhuishouding voor de natuur, de stedenbouw en de samenleving als geheel?

2. Wat zijn de belangrijkste knelpunten in de huidige relatie tussen

stedenbouwkunde en bodem- en waterhuishouding, wat zijn de oorzaken van deze

knelpunten en wat zijn de gevolgen hiervan voor de natuur, stedenbouw en stedenbouw?

3. Beleidsmaatregelen: Welke beleidsmaatregelen zijn er op nationaal en Europees

niveau genomen om de bodem- en waterhuishouding te verbeteren? Wat zijn de sterke

punten en zwakke punten van deze beleidsmaatregelen?

4. Welke actuele inzichten zijn er op het gebied van stedenbouwkunde en bodemen

waterhuishouding, en hoe kunnen deze worden geïntegreerd in toekomstige

stedenbouwplannen?

5. Welke stedenbouwkundige plannen, of toepassingen in deze plannen van

Vollmer & Partners of andere bureaus en overheden kunnen als voorbeeld dienen voor

de ontwikkeling van stedenbouwkundige plannen die rekening houden met bodem- en

waterhuishouding?

6. Welke nieuwe bouwstenen kunnen worden gecreëerd voor toekomstige

stedenbouwplannen op basis van actuele inzichten en bestaande kennis van bodem- en

waterhuishouding?

Eindproduct

Het onderzoek zal in de vorm van een ontwerpend onderzoek worden geleverd.

Waarbij ik een circulair ontwerpproces toepas. Dit houdt in dat ik tijdens het opdoen

van informatie nieuwe ontwerpen creëer of bestaande ontwerpen aanpas. Een circulair

proces zal de creativiteit bevorderen.

90 9

11 91



THEORETISCH KADER

Kernbegrippenlijst

Bodemkwaliteit: belangrijk omdat bodemgezondheid een belangrijke factor is voor

duurzame stedenbouw en de relatie met waterhuishouding.

Waterhuishouding: belangrijk omdat de relatie tussen bodem en water in stedelijke

gebieden een belangrijk aandachtspunt is voor duurzame stedenbouw en

klimaatadaptatie.

Stedenbouw: belangrijk omdat de manier waarop steden zijn ontworpen en gepland

invloed heeft op de bodem- en waterhuishouding, en de leefbaarheid van de stad.

Duurzaamheid: belangrijk omdat het een belangrijk doel is in moderne stedenbouw,

waarbij de relatie tussen bodem en water essentieel is om duurzame ontwikkeling

te bereiken.

Klimaatadaptatie: belangrijk omdat het doel is om steden te ontwerpen die bestand

zijn tegen klimaatverandering en de gevolgen daarvan, waarbij bodem- en

waterhuishouding een belangrijke rol speelt.

Biodiversiteit: belangrijk omdat de bodem en waterhuishouding een belangrijke rol spelen

bij het behoud en bevorderen van biodiversiteit in stedelijke gebieden.

Landschapsarchitectuur: belangrijk omdat het ontwerp van stedelijke landschappen

invloed heeft op de bodem- en waterhuishouding, en de esthetiek en leefbaarheid

van de stad.

Hydrologie: belangrijk omdat het de wetenschap is die zich bezighoudt met de

waterhuishouding in de bodem en in de stad.

Ecosysteemdiensten: belangrijk omdat de relatie tussen bodem en water van invloed is op

de ecosysteemdiensten die een stad biedt, zoals biodiversiteit en klimaatregulatie.

Ruimtelijke ordening: belangrijk omdat de manier waarop stedelijke gebieden zijn gepland

en georganiseerd de bodem- en waterhuishouding en duurzame stadsontwikkeling

beïnvloedt.

Infrastructuur: belangrijk omdat stedelijke infrastructuur invloed heeft op de bodem- en

waterhuishouding en de leefbaarheid van de stad.

Gebiedsontwikkeling: belangrijk omdat het bijdraagt aan duurzame stedelijke

ontwikkeling en de bodem- en waterhuishouding kan beïnvloeden.

Milieueffecten: belangrijk omdat de relatie tussen bodem en water en de impact op het

milieu belangrijk is bij de ontwikkeling van duurzame stedelijke gebieden.

Bestemmingsplan: belangrijk omdat het invloed heeft op de bodem- en waterhuishouding

en de ontwikkeling van duurzame steden.

Beleidsinstrumenten: belangrijk omdat het gebruik van beleidsinstrumenten een

belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van duurzame steden en de relatie tussen

bodem en water.

Burgerparticipatie: belangrijk omdat burgers een belangrijke rol spelen bij de

ontwikkeling van duurzame stedelijke gebieden en de relatie tussen bodem

en water.

Innovatie: Belangrijk omdat nieuwe technologieën en benaderingen kunnen helpen bij het

ontwikkelen van duurzamere en efficiëntere oplossingen voor bodem- en water

gerelateerde problemen in de stedenbouw.

Regenwater: Belangrijk omdat regenwater kan worden hergebruikt en opgevangen kan

worden om de waterhuishouding in steden te verbeteren en wateroverlast te

voorkomen.

Grondwater: Belangrijk omdat grondwater een belangrijke bron van drinkwater kan zijn

en kan worden beïnvloed door stedelijke activiteiten en de kwaliteit van de bodem.

Oppervlaktewater: Belangrijk omdat het een belangrijke bron van drinkwater en een

cruciaal onderdeel van de watercyclus is, en ook kan worden beïnvloed

door stedelijke activititeiten en de kwaliteit van de bodem.

Drainage: Belangrijk omdat het een belangrijk aspect is van waterbeheer in steden en kan

helpen bij het voorkomen van wateroverlast en bodemdaling.

Waterberging: Belangrijk omdat het kan helpen bij het voorkomen van wateroverlast en

het verbeteren van de waterhuishouding in steden.

Waterkwaliteit: Belangrijk omdat de kwaliteit van het water van invloed is op de

gezondheid van mens en dier en de ecologische systemen in steden.

Watermanagement: Belangrijk omdat het een integrale aanpak van waterbeheer in

steden mogelijk maakt en kan bijdragen aan duurzame stedenbouw.

Bodemdaling: Belangrijk omdat het een probleem is dat zich voordoet in veel stedelijke

gebieden en kan leiden tot problemen met de waterhuishouding en andere

problemen.

12 92 13 93



Theorieën- en modellenlijst

Systeemdenken: deze theorie helpt bij het begrijpen van complexe systemen en de

interacties tussen verschillende onderdelen. Het kan worden toegepast op de bodem- en

waterhuishouding en het ontwerp van stedelijke systemen.

Duurzame stedenbouw: deze theorie richt zich op het creëren van stedelijke gebieden

die duurzaam, leefbaar en inclusief zijn. Het omvat verschillende aspecten zoals stedelijke

infrastructuur, openbare ruimte, gebouwen, en de bodem- en waterhuishouding.

Blue-Green Infrastructure (BGI): dit is een conceptueel kader dat beschrijft hoe

natuurlijke en semi-natuurlijke systemen kunnen worden geïntegreerd in stedelijke

gebieden om water te beheren en de stedelijke omgeving te verbeteren.

Water Sensitive Urban Design (WSUD): dit is een ontwerpbenadering die zich richt

op het ontwerpen van stedelijke omgevingen die op een slimme en duurzame manier

gebruikmaken van water. Het omvat verschillende aspecten zoals regenwaterbeheer,

waterberging, drainage en waterkwaliteit.

Het RAIN framework (Risk of Accelerating Impacts of Nature): dit model helpt bij het

beoordelen van de impact van veranderingen in het klimaat en andere omgevingsfactoren

op de bodem- en waterhuishouding in stedelijke gebieden.

Nationaal Waterplan: Dit is het strategische plan van de Nederlandse overheid voor het

waterbeheer in Nederland. Het bevat een visie op de toekomstige ontwikkeling van het

waterbeheer, doelen en maatregelen om deze doelen te bereiken.

Deltaprogramma: Het Deltaprogramma is het Nederlandse programma voor de

bescherming tegen hoogwater en het zorgen voor voldoende zoetwater. Het programma

richt zich op de versterking van dijken, de aanleg van nieuwe waterbergingen en het

verbeteren van de waterkwaliteit.

Nationale Omgevingsvisie (NOVI): De NOVI is het langetermijnbeleid voor de fysieke

leefomgeving in Nederland. Hierbij gaat het onder andere om de inrichting van het

landschap, het gebruik van de bodem en het beheer van het water.

LITERATUUROVERZICHT

Bodemvruchtbaarheid, een kwestie van evenwicht: In deze publicatie, uitgegeven door

Wageningen University & Research, wordt ingegaan op de verschillende aspecten van

bodemvruchtbaarheid, waaronder bodemkwaliteit en bodembeheer. Er wordt gekeken

naar de invloed van landgebruik en bodembeheer op de bodemvruchtbaarheid en de

bijbehorende ecologische en economische consequenties.

De rol van groene infrastructuur in stedelijke waterbeheer: In deze publicatie van

het tijdschrift Landscape and Urban Planning wordt ingegaan op de rol van groene

infrastructuur in stedelijke waterbeheer. Er wordt gekeken naar de verschillende

typen groene infrastructuur en hoe deze kunnen bijdragen aan het verminderen van

wateroverlast en het verbeteren van de waterkwaliteit in steden.

Stedelijk waterbeheer in tijden van klimaatverandering: Deze publicatie, uitgegeven door

de Universiteit van Amsterdam, gaat in op de uitdagingen van stedelijk waterbeheer in

tijden van klimaatverandering. Er wordt gekeken naar de verschillende aspecten van

stedelijk waterbeheer, waaronder wateroverlast, droogte, hitte en waterkwaliteit.

Het belang van ecosysteemdiensten voor stedelijk waterbeheer: In deze publicatie

van het tijdschrift Water Science and Technology wordt ingegaan op het belang van

ecosysteemdiensten voor stedelijk waterbeheer. Er wordt gekeken naar de verschillende

ecosysteemdiensten die bijdragen aan een goed functionerend stedelijk watersysteem en

hoe deze kunnen worden geïntegreerd in het ontwerp en beheer van stedelijke groene

infrastructuur.

Het effect van bodemdaling op stedelijk waterbeheer: In deze publicatie van het tijdschrift

Hydrology and Earth System Sciences wordt ingegaan op het effect van bodemdaling op

stedelijk waterbeheer. Er wordt gekeken naar de verschillende oorzaken van bodemdaling,

zoals grondwateronttrekking en oxidatie van veen, en de consequenties hiervan voor het

stedelijk watersysteem.

Programma Aanpak Stikstof (PAS): Het PAS is een beleidsmodel van de overheid om

de stikstofuitstoot in de landbouw te verminderen en tegelijkertijd economische

ontwikkelingen te stimuleren.

94 14 95



TIJDSPLANNING

Week 1-2: Literatuurstudie en onderzoeksmethoden uitwerken

Beginnen met het verkennen van de literatuur en de verschillende onderzoeksmethoden

die ik wil gebruiken voor het project. Daarnaast mijn onderzoeks- en analyseplan opstellen

en eventueel contact leggen met experts die ik mogelijk wil interviewen. Ook zal ik een

start maken met het verzamelen van data die handig kan zijn gedurende het project.

Circulair ontwerpproces

Gedurende de hele periode van 20 weken zal ik een circulair ontwerpproces toepassen,

dit houdt in dat ik van begin tot eind de geanalyseerde data zal gebruiken om te

ontwerpen. Door dit niet op het einde pas te doen zorg ik voor meer creativiteit en ruimte

voor nieuwe ingevingen.

Week 3-5: Data verzamelen

Deze weken worden besteed aan het verzamelen van de gegevens die ik nodig heb voor

mijn project. Dit kan bestaan uit het verzamelen van literatuur, interviews afnemen en/of

het uitvoeren van veldwerk.

Week 6-8: Data-analyse

In deze weken zal ik beginnen met het analyseren van de gegevens die ik heb verzameld.

Daarnaast zal ik evenwijdig aan deze analyse bezig blijven met het verzamelen van nieuwe

datagegevens.

Week 9: Tussentijdse evaluatie

Tijdens deze weken zal ik mijn voortgang evalueren en mijn doelen voor de resterende

weken herzien. Als ik eventuele problemen tegenkom, zal ik deze aanpakken en mijn plan

dienovereenkomstig aanpassen.

Week 10-14: Uitwerking van het onderzoek

In deze weken zal ik beginnen met het uitwerken van mijn onderzoeksresultaten en

bevindingen in de vorm van een conceptverslag. Ook zal ik beginnen met het opstellen van

aanbevelingen en conclusies.

Week 15-16: Afronding

Tijdens deze weken zal ik het conceptverslag afronden en eventuele feedback van

mijn stagebegeleider en/of andere deskundigen verwerken. Ik zal overgaan naar een

eindverslag.

15 96 16 97



TIJDSPLANNING

BRONNENLIJST

Barends, S. (1997). Het Nederlandse landschap. Utrecht: Kosmos.

Bokhorst, J. (2006). Bodem onder het landschap. Van Gorcum.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. (2019). Nationale Omgevingsvisie.

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/03/20/nationaleomgevingsvisie

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. (2019). Nationaal Water Programma 2016-

2021. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/beleidsnota-s/2019/03/13/nationaalwater-programma-2016-2021

Vollmer, H., & Partners. (2000). Beeldkwaliteitsplan Vleuterweide.

Platform31. (2018). De rol van klimaatadaptatie in gebiedsontwikkeling. https://www.

platform31.nl/publicaties/de-rol-van-klimaatadaptatie-in-gebiedsontwikkeling

Strootman, R. (2015). De toekomst van de stedenbouw. TU Delft. https://www.tudelft.nl/

bk/onderzoek/projecten/stad-van-de-toekomst-city-of-the-future

Swyngedouw, E. (2010). Apocalypse now! Fear and doomsday pleasures. Capitalism Nature

Socialism, 21(2), 9-22. https://doi.org/10.1080/10455752.2010.494574

Van den Brink, A., Van Duinen, R., & Van der Hoeven, F. (2016). Groene daken en gevels:

Natuurlijk koel. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. https://www.rvo.nl/sites/default/files/2016/08/

Groene_daken_gevels_natuurlijk_koel.pdf

Van Duijn, M. (2018). Bodem in het omgevingsrecht. Sdu Uitgevers.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten. (2017). Klimaatadaptatie in de gemeentelijke

praktijk. https://vng.nl/files/vng/vng/publicaties/2017/20170707%20Klimaatadaptatie%20in%20de%20gemeentelijke%20praktijk%20def.pdf

Visser, H., & Van Buuren, A. (2016). Infrastructuur in Nederland: de kunst van het verbinden.

Amsterdam University Press.

Vollmer, H., & Partners. (2000). Beeldkwaliteitsplan Vleuterweide

Week 1-2: Literatuurstudie en onderzoeksmethoden uitwerken

Beginnen met het verkennen van de literatuur en de verschillende onderzoeksmethoden die

ik wil gebruiken voor het project. Daarnaast mijn onderzoeks- en analyseplan opstellen en

eventueel contact leggen met experts die ik mogelijk wil interviewen. Ook zal ik een start maken

met het verzamelen van data die handig kan zijn gedurende het project.

Week 3-5: Data verzamelen

Deze weken worden besteed aan het verzamelen van de gegevens die ik nodig heb voor

mijn project. Dit kan bestaan uit het verzamelen van literatuur, interviews afnemen en/of het

uitvoeren van veldwerk.

Week 6-8: Data-analyse

In deze weken zal ik beginnen met het analyseren van de gegevens die ik heb verzameld.

Daarnaast zal ik evenwijdig aan deze analyse bezig blijven met het verzamelen van nieuwe

datagegevens.

Week 9: Tussentijdse evaluatie

Tijdens deze weken zal ik mijn voortgang evalueren en mijn doelen voor de resterende

weken herzien. Als ik eventuele problemen tegenkom, zal ik deze aanpakken en mijn plan

dienovereenkomstig aanpassen.

Week 10-14: Uitwerking van het onderzoek

In deze weken zal ik beginnen met het uitwerken van mijn onderzoeksresultaten en

bevindingen in de vorm van een conceptverslag. Ook zal ik beginnen met het opstellen van

aanbevelingen en conclusies.

Week 15-16: Afronding

Tijdens deze weken zal ik het conceptverslag afronden en eventuele feedback van mijn

stagebegeleider en/of andere deskundigen verwerken. Ik zal overgaan naar een eindverslag.

Circulair ontwerpproces

Gedurende de hele periode van 20 weken zal ik een circulair ontwerpproces toepassen, dit

17 98 17 99



houdt in dat ik van begin tot eind de geanalyseerde data zal gebruiken om te ontwerpen.

Door dit niet op het einde pas te doen zorg ik voor meer creativiteit en ruimte voor nieuwe

ingevingen.

BRONNENLIJST

Barends, S. (1997). Het Nederlandse landschap. Utrecht: Kosmos.

Bokhorst, J. (2006). Bodem onder het landschap. Van Gorcum.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. (2019). Nationale Omgevingsvisie.

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/03/20/nationale-omgevingsvisie

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. (2019). Nationaal Water Programma 2016-2021.

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/beleidsnota-s/2019/03/13/nationaal-water-programma-2016-2021

Vollmer, H., & Partners. (2000). Beeldkwaliteitsplan Vleuterweide.

Platform31. (2018). De rol van klimaatadaptatie in gebiedsontwikkeling. https://www.platform31.nl/publicaties/de-rol-van-klimaatadaptatie-in-gebiedsontwikkeling

Strootman, R. (2015). De toekomst van de stedenbouw. TU Delft. https://www.tudelft.nl/bk/

onderzoek/projecten/stad-van-de-toekomst-city-of-the-future

Swyngedouw, E. (2010). Apocalypse now! Fear and doomsday pleasures. Capitalism Nature

Socialism, 21(2), 9-22. https://doi.org/10.1080/10455752.2010.494574

Van den Brink, A., Van Duinen, R., & Van der Hoeven, F. (2016). Groene daken en gevels:

Natuurlijk koel. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. https://www.rvo.nl/sites/default/

files/2016/08/

Groene_daken_gevels_natuurlijk_koel.pdf

Van Duijn, M. (2018). Bodem in het omgevingsrecht. Sdu Uitgevers.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten. (2017). Klimaatadaptatie in de gemeentelijke praktijk.

https://vng.nl/files/vng/vng/publicaties/2017/20170707%20Klimaatadaptatie%20in%20

de%20gemeentelijke%20praktijk%20def.pdf

Visser, H., & Van Buuren, A. (2016). Infrastructuur in Nederland: de kunst van het verbinden.

Amsterdam University Press.

Vollmer, H., & Partners. (2000). Beeldkwaliteitsplan Vleuterweide

18

100 19 101



Interview

Transcript van het interview met Dennis Kuijk,

Technisch adviseur bij Gemeente Almere, over

Almere Poort en DUIN.

Gijs Pannekoek

Goedemorgen meneer Kuijk. Fijn dat u de tijd

wilde nemen om mij te informeren over de

ruimtelijke keuzes in relatie tot bodem- en

waterhuishouding bij de projecten Almere DUIN

en Almere Poort.

Dennis Kuijk

Goedemorgen, je mag gewoon ‘je’ zeggen hoor.

Zo oud ben ik nog niet. Geen probleem.

Gijs Pannekoek

Fijn, dan doe ik dat. Ik zal de opgave die ik

onderzoek even uitleggen: Ik doe onderzoek

naar stedenbouw en de relatie tot bodemen

waterhuishouding. Graag wil ik de relatie

tussen deze onderwerpen verbeteren, omdat

de ondergrond voor een stedenbouwer nu

vaak wordt gezien als ‘de achterkant van de

tekening’. Voor mijn onderzoek wil ik een aantal

projecten analyseren. Almere DUIN en Poort

leken mij erg interessant vanwege de ligging op

kleigrond, grenzend aan zandgrond. Ik heb een

aantal vragen voorbereid. Uh, nou ik kan wel

beginnen met de eerste [vraag] als je dat goed

vindt?

Dennis Kuijk

Ja hoor.

Gijs Pannekoek

Even kijken, ik heb staan: Wat waren de

grootste uitdagingen bij het ontwerpen van

een wijk op een kunstmatig opgeworpen

duinlandschap?

Dennis Kuijk

Uh, waar we ook in Almere Duin en Poort…

is alles anders. Dus elk gebiedje heeft weer

zijn eigen dingetje. Uh, hoe er in Almere veel

gewerkt wordt is: gewoon een hele dikke

randlaag opdikken, voorbelasten, en uh, dan

gaan bouwen. Dus je ziet wel dat er uh, ik weet

niet of je zelf wel eens daar [Almere DUIN/

Poort] de dikte van de deklaag hebt bekeken, in

Almere?

Gijs Pannekoek

Nog niet gedaan, nee.

Dennis Kuijk

Nee, maar waar uh, wat we daar hebben is

dat eigenlijk de eerst (…) pakket, een dikke

zandlaag vanaf de Veluwe onder Almere

doorloopt. Uh, en dat die in Almere DUIN (…)

ook een beetje [Almere] Poort daar vrij ondiep

ligt. Dus soms heb je maar een metertje klei

of veen voordat je al op je eerste (…) Dus dat

betekent dat je heel veel… de knel is gewoon

een issue dan. Dus dat betekent dat je met

het voorbelastend voorbereiden op bouwen

gewoon wel zorgvuldig moet zijn. En dat

betekent ook dat je aan de andere kant weer

heel beperkt bent in wat je… je kan niet zo diep

graven. En dat klinkt soms heel simpel, van joh,

graven kan wel. Maar als je door die deklaag

heen gaat dan barst alles om. En dan uh, ik

weet niet hoeveel geotechnische achtergrond

heb jij? Wat krijg je bij je opleiding?

Gijs Pannekoek

Nou, niet bijzonder veel. Dus daar ben ik nu zelf

een beetje die basis van aan het uh, aan het

opdoen.

Dennis Kuijk

Nee precies, maar dan weet ik een beetje van

als ik dan een keer iets zeg van joh, nieuwe

term, of iets uh van uh, dat heb ik [Interviewer]

nog niet eerder gehoord (…) Ook een beetje

van joh, ik kan je zo meteen heel veel gegevens

aanleveren, ik kan je soldering gaan aanleveren,

maar dat betekent ook dat je heel veel

soldering moet gaan afpluizen. Het ligt er een

beetje aan wat je weet en wat je wil hebben.

Uh, maar eh, in Almere wordt voornamelijk

gewoon: pak zand erop, meter tot anderhalf.

En dan zeg maar integraal ophogen. In plaats

van de nette methode. En uh, dan wordt er op

gebouwd. Uh, maar dat betekent dus dat je

afhankelijk van je zettingen, dat je langer aan

het voorbelasten bent, dat het meer ruimte

in beslag neemt, processen duren lang. Uh,

betekent ook dat de uh, In Almere is gewoon

alles civieltechnisch gebouwd. Het is niet

een historisch iets dat ontstaan is, organisch

gegroeid is en met alle knelpunten van dien.

Dus alles is van tevoren uitgetekend in de jaren

’60 al. Waar komen de kabels en leidingen

tracés. Waar komen uh, waar komt water, waar

komt dit? Uh, dat zie je wel terug dat je gewoon

ruimte hebt overal.

Gijs Pannekoek

Ja.

Dennis Kuijk

Nu met het warmtenet wel weer minder, maar

uh dus dat scheelt. Ehm, maar we komen d’r…

ik denk dat dan de uh… even kijken ik pak er

even een plaatje bij. Almere (duidt Almere

aan op kaart), en dit heb je Almere Poort en

DUIN. En uh, Almere Poort is uh… het tweede

interessante ding is eigenlijk, zijn eigenlijk de

opbarstrisico’s, die ik eerder had gezegd. Want

in de andere gevallen lossen wij een hoop op

met gewoon zand erop, en uh dan kan je een

hoop. Dan heb je de ontwateringsdiepte, je

hebt de hoogte. Irridatieproblemen [onduidelijk

bij ‘irridatieproblemen’, mogelijk een woord met

‘problemen’ aan het einde] hebben we gewoon

niet omdat we er zoveel zand op gooien en het

waterpeil zodanig verlagen dat het allemaal

gewoon (…) is.

Maar dat betekent wel dat je op plekken waar

je dat níét doet, dat je uh… door die deklaag

kan je niet graven dus we hebben gebieden

waar er gewoon geen hemelwaterriool of

warmwaterriool aan kunnen leggen eigenlijk,

omdat je dan te diep gaat.

Dus dan gaan we naar een alternatieve

methodes van vacuümsystemen of

perssystemen om niet met je (…) bouwriolering

uh, dan kom je toch een aantal meter onder

maaiveld uit. Als je dat wil omzeilen en binnen

een metertje wil blijven dan ga je naar dat soort

systemen. Een uh, greppelsysteem in plaats

van een traditioneel HBA-systeem om dat te

omzeilen.

Er zijn gebieden waar we inderdaad,

bijvoorbeeld hier (wijst locatie aan op kaart).

Dit is bos, ik zal even de luchtfoto aanzetten.

Een bosje hebben we er niet heel veel van in

Almere, dus daar zijn we zuinig op. Maar zoals

je ziet: we zijn er wel aan het bouwen. En dat

betekent niet dat we het hele bos gaan kappen

om op te hogen, en dat betekent ook niet dat

je het oorspronkelijke maaiveld, zeg maar

gewoon de oorspronkelijke kleibodem hebt

liggen, uh en niet kan ophogen. Dus daar zijn

we heel creatief met systemen, systeemkeuze

eigenlijk, op de voorkant. Geen HBA[-systeem]

dus niet de diepte in. Zodat het uitvoerbaar

is. Vacuümsystemen om wéér niet de diepte

in te gaan. En dan krijg je… het is gepuzzel en

geneuzel omdat iedereen wat anders wil, maar

je komt er wel uit. Dus dat is wel grappig, uh,

een grappig systeem.

Gijs Pannekoek

Ja, en als je dan zeg maar kijkt naar de echt

de bovengrond… als je kijkt naar de structuur,

heel algemeen? Je hebt bijvoorbeeld

bepaalde stukken waar het water makkelijker

doorlaat. Houd je ook rekening met de

stedenbouwkundige structuur op sommige

delen, dat je dáár bijvoorbeeld wel bebouwd of

daar andere soort bebouwing neerzet?

Dennis Kuijk

Uh, nou dat zouden we graag willen, ehm,

maar dat is wel een spel elke keer met de

gebiedsontwikkeling en de hydrologen in de zin

dat: geld is leidend. Hè, gebiedsontwikkeling

moet geld opleveren dus er moet een bepaalde

hoeveelheid woningen komen en dat moet een

bepaalde visie en structuur krijgen. Ik werk wel

nauw samen met landschapsarchitecten en

stedenbouwkundigen om uh, het een beetje

aan elkaar te matchen. En degene waarmee

ik samenwerk die hebben daar wel enigszins

gevoel bij, dat ze enigszins meer de natuurlijke

loop willen volgen… om het toepasselijke

stukje. En dat sluit dan redelijk snel aan, maar

uh, dat is… er komt wel een… we gaan een

wijk ontwikkelen met een bepaalde visie, dus

met een bepaalde uitstraling, duur of juist

meer sociale huur. En daar volgt gewoon het

ruimtelijk gebruik uit. En dan geven wij aan

van – joh, deze ruimte hebben wij nodig om ons

werk te kunnen doen.

Het is natuurlijk zo, dat grijpt wel in

elkaar, bijvoorbeeld schouwpaden of

weeronderhoudsstroken of toegankelijkheid.

Dat geeft gewoon randvoorwaarden mee aan

de bovengrond, en afhankelijk van – wat ik net

zei – de bovengrond, en wat je civieltechnisch

kan, is dat meer of mindere ruimte. Maar dat is

wel de traditionele manier: kabels & leidingenstroken,

riooltracé, bovengrond(…) [onduidelijk

102 103



bij ‘bovengrond’, mogelijk een woord met

‘bovengrond’ aan het begin]. Wij fietsen een

beetje om de bovengrond heen in die zin.

Gijs Pannekoek

Ja uh, dus het is niet zo dat jullie op elke plaats

de structuur aanpassen aan het landschap.

Maar als het dus niet kan dan regelen jullie dat

dus ondergronds, zo lossen jullie dat op, dat

dat niet alsnog verzakking veroorzaakt.

Dennis Kuijk

Ja, wij hebben een vrij strenge restzettingseis,

ook vergeleken met de rest van Nederland.

Ik werk hier nu sinds juni en voorheen ook

vanuit adviesbureaus betrokken geweest bij

planontwikkeling. (…) Wij eisen… wij hebben

een restzettingseis van 10 centimeter over 30

jaar – over alles. Terwijl in andere gebieden

zeggen ze wel eens 10 centimeter over

openbaar terrein: dus wegen en dat soort

dingen die mogen niet zoveel zetten, maar

particulier terrein maakt niet zoveel uit.

Maar omdat wij het over alles eisen is het wel

uh, en ik die onderzoeken uitvraag… dus ik

zeg gewoon (…) ga solderen en het voor mij

berekenen. Daar komt een antwoord uit en dat

gaat naar gebiedsontwikkeling [afdeling], en

zij zitten daar wel in die zin aan vast dat zij…

zij kunnen er niet zomaar aan afwijken, van

dat advies van ons. Dus in die zin komen die

zettingen wel, uh, zeg maar allemaal op zijn

plek. Allemaal een plekje en dat is ook wel een

beetje de… omdat wij dat zo geregeld hebben

geeft het ons ook de, een stok om mee te

slaan.

Gijs Pannekoek

Mhmh [ja].

Dennis Kuijk

Dat ze dus niet meer hun eigen gangetje

kunnen gaan, en dat de dingen die onmogelijk

zijn, die kunnen wij ook afketsen (…) met

mensen van die groep kijken van wat kunnen

we civieltechnisch dan wel?

Gijs Pannekoek

Ja, dus je zou zeggen dat bij jullie, bij dit

projectgebied is de samenwerking tussen de

vakgebieden goed? Tussen de ondergrond en

bovengrond, jullie communiceren goed met

elkaar.

Dennis Kuijk

Ja… kan nog véél beter, het knelt gewoon

heel vaak en dat levert wrijving op, maar de

processen zijn er – theoretisch. Weet je, elk

plan ding sneuvelt bij het eerste contact met

de vijand hè. Dus soms heb je dat je elke keer

weer opnieuw moet gaan tekenen. Maar het is

wel een iteratief proces en we zitten vroeg aan

tafel… we zijn met het verkavelingsplan zijn wij

al ondergronds aan het kijken wat er kan en wat

is er nodig, wat moet je wél en niet doen… [wij]

leggen daar al systeemkeuzes vast.

Een ander leuk voorbeeld als praatplaatje

(duidt locatie aan op kaart): we hebben hier

de ‘puntje van duin’. Daar komt ook weer een

wijk, en die gaat over de… dat wordt een soort

duinlandshap over een dijk heen. Dat is meer

Almere DUIN weer. Dus daar zijn landschappers

[landschapsarchitecten]… ze hebben er [de

inrichting/uitstraling van het gebied] allemaal

visies over.

En ik geef dan aan van: Joh, wij gaan

dit systeem daar ontwerpen – dus een

hemelwaterriool in dit geval – En uh, deze

randvoorwaarde heb je, dus waar kan je

opsluiten op hemel- en oppervlaktewater,

en wat betekent dat? Dat geven we mee aan

de stedenbouwkundige om op elkaar aan te

sluiten. Zo vroeg zitten we wel in het plan, het

planproces.

Gijs Pannekoek

Ja, ja, dat is heel belangrijk. Maak je ook

wel eens mee dat je bijvoorbeeld zo’n

hemelwaterriool níét makkelijk kan afsluiten, of

dat een bepaalde locatie gewoon niet geschikt

is voor al het ondergrondse netwerk, dat je

tóch, uh, naar andere dingen moet gaan kijken?

Of zie je wel eens dat het fout gaat?

Dennis Kuijk

Uh ja, we zien dat het fout gaat. Kijk als we op

de voorhand weten dat het bijvoorbeeld door

de ondergrond niet kan – zoals ik net vertelde

– dan lossen we dat bovengronds op. [Met]

een variatie tussen greppels en gewoon niks

doen. Het bos laten we gewoon (…) het bos

lopen, en til je percelen omhoog, gaan we ook

doen. Maar we hebben ook locaties dat het

gewoon niet goed is gegaan. Dat we een wadi

hebben ontworpen en dat we vloerpeil hebben

uitgegeven, en dat vervolgens blijkt dat iemand

stedenbouwkundig een splitlevelwoning

heeft ontworpen met het souterrain op de

bodem van de wadi. Ja, dan kan je hoog of

laag springen, dat gaat gewoon niet goed. Dus

daar moet je dan vervolgens… een heel duur

hemelwaterriool erin gelegd omdat we niks

meer konden wijzigen.

En dan zie je dat het proces gewoon niet altijd

helemaal secuur gaat, dat je heel scherp

moet zijn op aannames die we zelf maken.

Dat je denkt dat de landschapsarchitect of

stedenbouwkundige wel begrijpt waar je

het over hebt en welke ruimte hij wel of niet

heeft, en wat ‘ie… de aannames die hij maakt

van: “ah, dat kan wel”. Dat die dan niet in mijn

plan passen. Dat betekent wel gewoon dat

je in gesprek met elkaar moet blijven en uh,

ook uit moet geven van joh: Een vloerpeil is

gewoon het minimum, daaronder ga je gewoon

niet bouwen – puur omdat het gewoon geen

vloeroppervlak is… als er inderdaad daar wel

onder wordt gebouwd dan is alles… dat moet je

weten van elkaar.

Dat zijn wel voorbeelden dat het níét goed gaat.

Uh, andere voorbeelden… ja we hebben nu hier

een plannetje (wijst locatie aan op kaart) – daar

gaan ze ook bouwen. Hier zie je dat de rest van

de wijk, die is al redelijk ontwikkeld. Je ziet

ook dat die singels, dat het daar al groen is en

dat daar al bomen staan, dat het al ingericht

is. En dat het inrichtingsplan van dit stukje

(wijst specifiek gedeelte in locatie aan) – en

dat is ooit opgesteld met ‘[de gedachte:] het

maaiveldniveau is alles’. Maar die gingen uit van

een lager maaiveldniveau van die singel. Dus

dan gaat oppervlakkige afstroming niet meer

lukken als je (…).

Dus dat zijn dingen, die spelen ook, maar dat is

niet écht de ondergrond hè. Eh, even kijken…

ik denk dat wel een bijzondere… ik weet niet

of dit interessant is voor jou, maar waar we

hier mee zitten is wel een randvoorwaarde,

wat ik net zei: het opbarstrisico dat maakt

dat het heel lastig is om in duinen, om daar

oppervlaktewater te realiseren. Zodra je dat

ontgraaft dan doornsnij je je kleipakket en dan

gaat het fout. Uh, dus we hebben gezegd: we

gaan hier geen oppervlaktewater realiseren

– of weinig. Maar we compenseren alles in de

Noorderplassen hier (wijst Noorderplassen aan

op kaart). Dus dat wordt een soort waterbak

idee. Uh, maar om het vanaf hier [de wijk],

daar [de Noorderplassen] te krijgen moet je

natuurlijk wel een heel tracé met watergangen

hier uh [aanleggen]... en zorgen dat het

weinig opstuwing heeft en dat het goed kan

afvoeren. We moeten deze watergang (wijst

een watergang aan op kaart) upgraden, of

verruimen, duikers vervangen door bruggen

en dat soort dingen. Uh, maar ook dit stuk is

geotechnisch uitdagend.

Dus waar we hier naar kijken is dat júíst de

ondergrond doorsnijden en de kwel trekken

eigenlijk… dat de waterbodem op zijn plek blijft,

en dat we de kwel gewoon accepteren. Maar

dat betekent weer dat je met waterkwaliteit

aan het spelen bent. En zo begrijp je natuurlijk

wel dat je het probleem eigenlijk verschuift

naar ergens anders. Maar dat maakt het

geotechnisch en met ondergrond… je hebt

gewoon vrij harde randvoorwaarden, waar je

gewoon, ja, je kan alles bouwen en het kost een

hoop geld, maar dat betekent wel dat je die

afweging moet maken.

Gijs Pannekoek

Ja, en wat ik natuurlijk heel mooi vind aan

Almere of aan Almere DUIN is dat het echt

het strandlandschap heel mooi laat zien, het

‘duin’ gevoel geeft het heel goed weer. Want ik,

uh, probeer dus ook nog een beetje naar een

oplossing te werken… Ik ga dus uiteindelijk een

case maken voor een uitbreidingswijk, waarbij

je met verschillende landschapstypes – dus

de vier die ik noemde: zand, veen, rivier- en

zeeklei – hoe je daar het beste om kan gaan

met de structuur. Heb jij ook iets, een idee over

hoe je het landschap júíst een extra waarde

aan het gebied kan laten geven in plaats van…

[het bebouwingspatroon leidend te laten zijn].

Want alles ontwikkelt natuurlijk, er is veel

stedelijke ontwikkeling gaande, overal komen

gebouwen. Hoe kan je er juist voor zorgen dat

het landschap het gebied een unieke waarde

geeft en zich onderscheidt van de rest? Kan jij

104 105



daar iets over zeggen?

Dennis Kuijk

Eh, wat ik daarop zou zeggen is: blijf bij de…

je bent een gebied aan het transformeren, de

natuur ben je aan het veranderen, de natuur

of landbouw of weet ik veel wat naar een

woongebied. En het is lastig om er echt wat

anders van te maken, dat kan alleen door er

heel veel geld tegenaan te gooien. Dus ik zou

de historie leidend maken, daarin uh… stel je

heb een rivier met rivierklei dan heb je daar

dus heterogene grond, dus zou ik de inrichting

de oorspronkelijke rivierloop zo laten volgen,

dus dat je op die manier de betere grond aan

de… dat je kan kiezen welk grondgebruik je de

betere grond geeft. En op die manier volgen…

En wat we hier in DUIN gedaan hebben is dat

we echt gewoon civieltechnisch, uh… Er is

zoveel zand op gegooid… het is heel mooi

geworden – stukken – een aantal stukken

denk ik van ‘meh’. Maar dat is een mening, een

beheermening zeg maar. Maar uh, het heeft

ook gewoon heel veel moeite gekost om dit

voor elkaar te krijgen. Ik bedoel het zand dat

hier erop is gegooid dat is gewoon een keuze

geweest die heel veel geld heeft gekost. En dat

is vooraf duidelijk: dat gaan we doen. En dat

betaald zich weer uit in je woningprijzen.

Maar voor de hand liggend was het niet. Het

was meer iemand die een mooi idee had en die

een uh, die de casus daarvoor gemaakt heeft.

Maar het is wel als je dat niet had gedaan, had

je gewoon een vrij saaie polderwijk gehad. Dus

op een gegeven moment zeiden we van: joh,

we zijn Almere, we hebben niet anders dan

saaie polderwijken. Op een gegeven moment

had iemand… die wil wat anders, dus we gaan

het maar een keer doen. Maar weet je net

als het bosje, daar laten we het bos… en het

maaiveld van het bos is leidend hoe we de rest

daarop inpassen. En dat zie je ook uh… ja de

rest is gewoon echt polder dus dat is niet zo

spannend.

Maar dat zou ik je willen meegeven dat als je

de… om iets natuurlijks te veranderen in iets

wat meerwaarde heeft, dat wordt duurder

naarmate je verder van de natuur af gaat

zitten. Naarmate je meer wijzigt wordt het

gewoon exponentieel duurder. En dat is iet

wat nog weleens mis gaat. Dat iemand dan

een visie heeft en hij ziet een landschap en hij

denkt: waar wil ik dít mee, en daar had hij een

hele mooie visie bij, dan kan het zijn dat de

ondergrond gewoon eigenlijk heel iets anders

wil. En dat als we daarin mee gaan dat je daar

meerwaarde uit kan halen, zowel financieel

als visueel. Dat is de lastige, want wij hebben

altijd… de stedenbouwkundige kijkt niet onder

de grond. Zij komen altijd eerst met een plan en

gaan daarna vragen van joh: wat moeten we?

In plaats van dat het andersom is. Deze grote

lege vlek (wijst Almere Pampus aan op kaart)

is Almere Pampus, heb je daar wel eens van

gehoord.

Gijs Pannekoek

Ja, ik was net begonnen met naar dat gebied te

kijken, inderdaad.

Dennis Kuijk

Maar dat is het laatste stukje Almere dat nog

niet bebouwd is, en dat heeft ook een reden:

je moet er eigenlijk niet willen bouwen. Maar

daar wordt wel dus aan de voorkant – omdat we

ervan geleerd hebben – wordt er wel gekeken

naar wat kan je, wat moet je, wat is zinnig.

Gijs Pannekoek

Want de grond is daar zo dusdanig onstabiel en

laag, wil je zeggen?

Dennis Kuijk

Ja het is een hele, echt hele slappe bodem.

Meer veen ook, dus weer zo een dunne deklaag,

dus veel kwel en weinig gewicht om het tegen

te houden. Dus zodra je je schep in de grond

steekt heb je een probleem, en zodra je er wat

beter van wil maken moet je er vier meter zand

op gooien. Dus daar zit je sowieso met een

uitdaging

Gijs Pannekoek

Ja, maar je zei dat er nu wel plannen waren, of

dat er naar gekeken wordt?

Dennis Kuijk

Ja, er is een uh… het zou een wijk worden

die echt in verbinding met Amsterdam moet

komen te staan. Dus er wordt ook gekeken naar

een verbinding over het Ei naar Amsterdam,

ofwel OV of autoverkeer of weet ik veel wat.

Maar daar hangen echt wel hele grote casussen

aan. Er zouden dertigduizend woningen

moeten komen, zoiets, weet je. Echt, écht

groot. En daar hangt zoveel aan vast dat

het gewoon een jarenlang project is om dat

voor elkaar te krijgen. Kijk als een nieuwe

wethouder besluit van ‘we willen groen’ (…) en

de BoerBurgerBeweging wordt ook weer lastig

en zo. Elke keer veranderd het weer en dat plan

dat sijpelt door en heeft weer een nieuwe vorm

en dan kom dat ooit een keer… Maar daar gaan

wel jaren overheen, maar daar zijn ze wel mee

bezig.

Gijs Pannekoek

Ja, dat is nog helemaal in de beginfase, er is

nog niet echt iets concreets.

Dennis Kuijk

Nee, dat zijn echt nog businesscases nog

van joh: wat is er nodig? Welke regelgeving

hangt hier aan vast? Zodat je een hele grove

kostenschatting kan maken van wat dit gaat

kosten bijvoorbeeld. Ik heb één kostenlading

opgesteld om de hoeveelheid kilowatturen

die nodig om het bouwwater daar vandaan

te pompen, dat soort dingen. Zodat je een

beetje een ordergrootte kan neerzetten onder

een rijke wereld van: dit gaat het allemaal

kosten, minimaal, en uitzetten tegenover de

woningmarkt.

Gijs Pannekoek

En is het nou zo dat… jullie hebben helemaal

opgehoogd met zand, heb je nou náást de

kosten ook nog nadelen? Kan je alles altijd

maar ophogen met zand? Ben je tegen iets

aangelopen waarvan je dacht: nou, misschien

niet zo handig dat we alles ophogen.

Dennis Kuijk

Uh, nee ik ben wel fan van ophogen. Het levert

vooral een hoop op door het integraal te doen.

Omdat je daar gewoon… je grondwater beheer

op percelen is lastig in de beheerfase als je

op de oorspronkelijke kleibodem zit. Als je

daar een heel dun deklaagje op hebt liggen

dan wordt dat gewoon nat. Dus vandaar dat

die integrale zandlaag… die heeft gewoon

een grote functie. Het betekent wel dat als

er iets zorgvuldig wordt opgehoogd en ook

voorbelast als het ware, het is gewoon heel

zettingsgevoelig, dus dat betekent ook dat

er dan gewoon grote verschillen kunnen

optreden. Maar die heb je toch dus... En kijk,

het zand dat we aanleveren komt uit het

Markermeer, en dat is prima, dat is fijn zand,

matig grofzand, dus lekker doorlatend en goed

om mee te werken.

We zien wel in DUIN, omdat ze een duin

willen… ja een duin beweegt van nature, dus

dat verstuift en verplaatst langzaam. Zo willen

we het ook weer niet hebben want wij willen

het gewoon op zijn plek laten liggen. Bij dat

soort dingen merk je ook dat een stabiele

ondergrond heel fijn is. Maar dat is niet zozeer

het ophogen, meer de terreinafwerking

(…). De greppels die je graaft, dat merken

we wel. We hebben daar dus her en der een

greppelsysteem aangelegd, in zand. Tussen de

planvorming en de uitvoering zat gewoon nog

een stuk detailuitwerking die is overgeslagen

eigenlijk, waardoor de greppels gewoon in

los zand zijn gegraven. Ja, die zijn er nu niet

meer. Die moeten we nu elk jaar twee keer

opnieuw aanleggen omdat ze zijn verzand en

dichtgeslibd en ingestort. Dat is het nadeel

van zand als top-grond. Maar dat is meer de

zorgvuldigheid en uitvoering.

Gijs Pannekoek

En uh, misschien een algemene vraag. Heb

jij dan een bepaald punt of iets waarbij jij ziet

dat het vaak fout gaat tussen de relatie van

deze twee onderwerpen. Waar zeg jij van: nou,

hier moet het echt beter in bijvoorbeeld de

samenwerking? Zie jij een knelpunt ergens,

concreet?

Dennis Kuijk

Ehm, ja er zijn een aantal dingen… Als mensen

geld willen beknibbelen en dat iedere keer

opnieuw doen. Dus niet willen voorbelasten,

dat is gewoon een issue. Dat gaat sowieso fout.

Als mensen niet goed voorbelasten en zeker in

van die kleiige gebieden of gemaakte gebieden

dat als er… de eerste lijn op tekening. Er

zitten heel veel detailuitwerking in die gewoon

essentieel is. Een drainageleiding is bij ons een

stuk belangrijker dan op de hoge zandgrond.

106 107



Dus uh, wat bij ons goed gaat is dat we een…

die planvorming waar ik samen met drie

anderen deel van uitmaak, waar we echt wel

kennis van zaken hebben, binnen alles. Maar

daarna wordt het nog een paar keer uitgewerkt,

en daar kunnen een hele hoop mensen andere

keuzes maken en dingen verdraaien waardoor

je gewoon een ontwerp om zee helpt. Dus daar

lopen we eigenlijk het meeste tegen aan, dat

het uiteindelijke ontwerp dat aangelegd wordt

niet is wat wij bedacht hebben.

Gijs Pannekoek

Ja dus de communicatie die moet gewoon

beter tussen de verschillende belangen

[belanghebbenden].

Dennis Kuijk

Ja, processen en ja.. voornamelijk inderdaad

het durven van vragen, of als het niet past

dat je dan even terug gaat [terugkoppelt aan

bijvoorbeeld Dennis Kuijk] van joh: het past

niet, wat kunnen we doen? Die vraag wordt niet

vaak gesteld.

Gijs Pannekoek

Oké, dus dat is een mooie om mee te nemen

naar toekomstige ontwikkelingen.

Dennis Kuijk

Ja, ja dit is niet zozeer een technische vraag

maar meer een procesvraag die het vaak.. ja

het is… we zijn in Nederland best wel kundig

met water en ondergrond – het is alleen dat

als een ander belang dat… de kennis wordt

weggecijferd ten opzichte van geld, dan gaat

het fout.

Gijs Pannekoek

Ja we zullen er toch écht aan moeten geloven

dat we dat even aan gaan passen.

Dennis Kuijk

Eh, ja. Iedereen roept dat het zo is,

bijvoorbeeld: water is het leidende element,

en al dat soort zaken. Dat is hartstikke leuk

[maar], iedereen roept het, niemand volgt het.

Zolang het geld oplevert… zodra het inderdaad

knelt met of je een extra huisje kan bouwen dan

levert dat vaak een hoop geld meer op. Dus dan

zeggen ze van: nou, regel dan maar wat anders.

Gijs Pannekoek

Ja terwijl je toch misschien in sommige

gevallen dat het achteraf misschien wel meer

kosten oplevert dan dat je in eerste instantie

denkt, omdat er niet rekening wordt gehouden

met het landschap.

Dennis Kuijk

Ja, maar kosten in de toekomst zijn, dat zijn

andere afdeling. De investering uit de ene

zak kan geld opleveren ergens anders. Het is

niet dat we… Idealiter… kijk als één overheid

naar gewoon maatschappelijke… meest

voordelige… beste oplossingen… kijkt naar

een oplossing. Ook met een levenscyclus van

60 jaar, wat daar het beste is qua onderhoud

en alles. Maar degene die het nu betaald is een

andere afdeling dan degene die het zo meteen

beheert, dus dat matched niet altijd.

Het is over het algemeen wel goed geregeld

hoor, in de grondwetsituatie hebben we ook

een zegje van: houdt hier rekening mee, of dit

moet er allemaal komen. Maar in de uitvoering,

ja weet je als een projectmanager zegt van: leg

die stoeptegel ergens anders, dan gebeurt dat

wel.

Gijs Pannekoek

Ja, en misschien wel een laatste leuke vraag.

Ik weet niet of je daar veel van af weet… heb

je ook een voorbeeld – ik weet niet of je dat

mag en kan zeggen – dat je ziet van: daar is het

helemaal níét goed gegaan met de structuur?

Dennis Kuijk

O ja. We hebben het niet zozeer in rapporten

vastgelegd.. en ook in jouw werk.. je kan het

wel semi-anoniem meenemen. Ik weet niet

of je echt straatnamen moet gaan noemen

zo meteen… maar kijk, we hebben hier (wijst

locatie aan op kaart)… uh, dit is een wijk

in DUIN dus ook, en het regenwater is hier

oppervlakkig, dus met greppels en open

maaiveld. En hier, dit is echt een gevalletje

dat in de planvorming alles is uitgerekend en

bedacht en ‘hier gaan we het goed doen’. En

tussen ons plan en… normaalgesproken, ik

weet niet hoe je in die contracten zit, maar…

wij stellen een eerste voorlopige (…)ontwerp

op en daarna een definitief ontwerp. En daarna

wordt het een keer een bestekstekening.

En hier is eigenlijk het inrichtingsplan, dus

de bovengrond met de eerste schets van het

riool en de greppels is een bestekstekening

geworden. Dus een hele hoop uitwerking

van tracés en drainageleidingen met name

en detaillering. En dus de greppels die

van zand zijn gemaakt in plaats van wat

erosiebestendiger materiaal. Waardoor het

dus eigenlijk gewoon een jaar na aanleg al niet

meer functioneerde. Dus een jaar na aanleg

hebben de greppels moeten hercalculeren,

de drainage leidingen moeten vervangen, dus

daar hebben we hier ook heel veel last van.

Ik weet niet of dat bij jou ook een rol speelt

maar… het is ook heel ijzerrijk. De woningen

zijn oranje maar het water zelf is dat ook. Maar

daar zouden we dus ook heel veel anders doen

met wat we geleerd hebben. Er is zoveel dat nu

gewoon opnieuw moet, het is gewoon heel erg

zonde en het kost een vermogen.

Gijs Pannekoek

Ja dus ook hier weer een stukje communicatie

dat gewoon misloopt… strakker op het proces.

Dennis Kuijk

Ja, communicatie, mankracht. Dit is in de

periode geweest nét na de crisis. Waardoor er

gewoon ook minder mensen bij ons in het team

zaten. Waar er nu vier zitten was het er toen

één. En zijn plan is gewoon… hij had het te druk

om actief achter dit soort dingen aan te zitten.

Gijs Pannekoek

Maar dit zal dus niet meer gebeuren natuurlijk.

Dennis Kuijk

Nee, dit is zo’n drama dat we het wel

verbeteren, dat we hier nu heel scherp

op zijn. Dat is wel zoiets van dat je denkt:

Als je het even los laat, dan gaat een

stedenbouwkundige… die maakt een

bestekstekening voor riool. Daar zit gewoon

nog, en ik snap dat je een lijntje hebt waar je

moet komen ongeveer, maar er zit heel veel

detailuitwerking die gewoon cruciaal is voor

het functioneren en voor het beheer ervan. En

als die niet goed werken ben je binnen vijf jaar

opnieuw aan het werk.

En dat is… dat merken we hier. Kijk het is lullig

als je na twintig jaar al moet vervangen omdat

er iets niet goed werkt. Maar dat kan je nog

zeggen van: joh, het is niet wat we verwacht

hadden, of het is onvoorzien. Maar als je na vijf

jaar opnieuw moet beginnen zijn er gewoon

echt op meerdere vlakken fouten gemaakt…

zijn dingen misgegaan, dat is gewoon echt

zonde.

Gijs Pannekoek

Dus jij zou zeggen, als ik het in één zin

samenvat: De fouten die gemaakt worden

liggen niet aan de structuur of opzet van het

plan, maar gewoon aan de miscommunicatie bij

de besluitvorming. Dat is waar het het meest

mis gaat.

Dennis Kuijk

Ja, alle partijen moeten in elke fase van je

planvorming, moeten die aanwezig zijn. In je

eerste schets tot in de uitvoering moeten ze

betrokken zijn.

Gijs Pannekoek

Oké. Dan is er al heel veel duidelijk geworden

voor mij. Ik weet niet of je zelf nog iets hebt

waarvan je zegt: dit is handig om nog mee te

nemen?

Dennis Kuijk

Ja ik kan je wel… ik weet niet of het leuk is voor

jou, maar als achtergrond een geotechnisch

rapport opsturen ofzo, dat je een beetje

weet van: wat doen we daar. Ik weet niet of

je echt gegevens nodig hebt of dat het meer

op hoofdlijnen blijft. Dat je de interviews als

bronnen gebruikt…

Gijs Pannekoek

Ja ik denk dat het meer op de oppervlakte

blijft. Omdat ik vier soorten landschappen

behandel. Maar het mooie is, het levende

voorbeeld ben ik natuurlijk. Dat ik eigenlijk

relatief weinig kennis heb van de ondergrond,

en dan zie je maar weer dat het bij ons ook

meer voor moet komen.

Nou, dan heb ik het al een heel stuk duidelijker

voor me. Bedankt in ieder geval voor je tijd. Dat

was het voor mij.

Dennis Kuijk

Ja! Ik zal je even een aantal rapporten die

ook voor stedenbouwkundigen leesbaar zijn

opsturen. En dan ja, mocht je inderdaad nog

108 109



specifieke vragen hebben dan weet je me te

vinden.

Gijs Pannekoek

Nou top. Hier kan ik ontzettend mee vooruit, dit

kan ik goed gebruiken.

Schetsplan casusgebied

Een handgetekende schets van het

uiteindelijke Bunnik Buiten.

Dennis Kuijk

Ja, hoelang heb je nog voor je [eindproduct]?

Gijs Pannekoek

Ik zit nu in week 8, en ik zit dan ongeveer op de

helft. Dus dat moet goed komen.

Dennis Kuijk

En voor je casus die je gaat bouwen, ik zou

zeggen… als je een heel saai landschap pakt

om op te gaan bouwen dan wordt je ontwerp

ook saai. Dus maak hem zo ingewikkeld

mogelijk, dat geeft de meeste uitdagingen en

daar kan je het meeste mee, zeg maar. Daar

wordt het niet goedkoop van maar het maakt

jouw casus wel interessanter en beter.

Gijs Pannekoek

Ja precies, als ik een saai gebied ga kiezen of

de veilige route dan heeft iemand er natuurlijk

niks aan…

Nou dankjewel in ieder geval. En dan wens ik je

nog een hele fijne dag verder. Tot ziens!

Dennis Kuijk

Ja, jij ook! Hai.

+-1:5000

110 111



Stedenbouwkundig plan casusgebied

De definitieve versie van het plan, zonder

iconen.

1:5000

112 113



Luisteren naar het Landschap is een handboek

over de relatie van stedenbouwkunde en

bodem- en waterhuishouding.

De laatste jaren komen we overal in Nederland

steeds meer tot het besef dat de manier

waarop wij al decennia lang ruimtelijk plannen

niet meer geschikt is, het onderliggende

landschap komt letterlijk en figuurlijk onder

druk te staan.

Dit handboek dient als informatiepunt over de

problemen in de huidige relatie tussen deze

onderwerpen, en biedt perspectief voor een

betere toekomst.

LUISTEREN

NAAR

HET

LANDSCHAP

KAN DE RELATIE TUSSEN STEDENBOUWKUNDE EN BODEM- EN

WATERHUISHOUDING WORDEN VERBETERD?

Een ontwerpend onderzoek naar de huidige en toekomstige situatie.

114

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!