Opiniestuk Max De schryver : Afschaffing van de Senaat?
In dit opiniestuk geschreven door Max De Schryver, neemt hij ons mee in zijn redenering die pleit tegen een afschaffing van de senaat en waarom instituties zoals deze nuttig zijn in onze maatschappij.
In dit opiniestuk geschreven door Max De Schryver, neemt hij ons mee in zijn redenering die pleit tegen een afschaffing van de senaat en waarom instituties zoals deze nuttig zijn in onze maatschappij.
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Opiniestuk van Max De Schryver
- in eigen naam -
De rol van de Senaat in onze rechtsstaat
Inleiding. – Reeds verschillende reacties volgden op de lancering van het idee om de Senaat volledig af te
schaffen (of om te vormen tot een burgerkamer – wat mogelijks nog erger is dan het afschaffen ervan). Dit
artikel heeft de bedoeling om aan deze kritiek een bijdrage te leveren. Met dit artikel wil ik dan ook kort
duiden wat de meerwaarde kan zijn van een tweede kamer (vanaf nu hanteer ik het begrip “tweede kamer”
voor de Senaat alhoewel het vaak wordt gezien als de eerste kamer) en op welke manier deze kan werken in
een democratische rechtsstaat. Gezien blijkbaar niet iedereen deze voordelen erkent, lijkt het mij relevant
om er in detail nog eens op in te gaan. Het is daarentegen niet zozeer de bedoeling van dit artikel om nieuwe
inzichten binnen de politieke filosofie aan te dragen.
1 Checks en balances als onderdeel van een maatschappelijke evolutie
Aanloop. – In de geschiedenis van politieke instituties heeft men steeds getracht via de creatie van specifieke
overheidsorganen een evenwichtig staatsysteem uit te denken. Daarbij tracht men extremen te vermijden.
Deze extremen worden vaak in twee categorieën onderverdeeld. Aan de ene kant is er het risico op tirannie.
Dit kan zich voordoen wanneer de macht in een samenleving te veel geconcentreerd wordt. Deze
samenleving is onwenselijk omdat mensen onderdrukt worden en geen vrijheid kennen. Aan de andere kant
van het spectrum bevindt zich de anarchie. Dit ontstaat wanneer er te weinig samenwerkingsverbanden
worden gecreëerd. In anarchie vindt de volledige desintegratie van de samenleving plaats waarbij niemand
meer zeker is van zijn leven en zijn bezittingen en er algemeen wantrouwen heerst ten opzichte van de
ander. Gezien beide samenlevingen onwenselijk zijn, is het het zoeken naar een evenwicht dat centraal staat
in de ontwikkeling van politieke instituties.
Daartoe hebben de federalist papers in de Verenigde Staten een enorm waardevolle bijdrage geleverd. De
auteurs daarvan beseften dat staatsinstellingen uit het verleden in hun enkelvoudige vorm steeds gebrekkig
waren. Absolute democratie was niet goed, maar absolute monarchie ook niet. Deze instellingen konden
wel functioneren, maar het risico op corrumpering, op het feit dat er iets misloopt is simpelweg té groot.
Hun relevante bijdrage bestond er dan vervolgens in om een mengelmoes te maken van die waardevolle
instituties die in het verleden hebben bestaan in plaats van een copy-paste van een volledige staatstructuur.
Daarbij trachtten zij voornamelijk de zwakheden van de verschillende systemen uit te klaren en deze
vervolgens te gebruiken om het systeem te versterken (bv. jaloezie en machtsgeilheid van politieke actoren
gebruiken om elkaar tegen te werken).
Vertrekkende vanuit deze opzet zijn checks en balances de meest belangrijke ontwikkeling die tot op de dag
van vandaag bijdragen aan stabiele samenlevingen. De bedoeling van checks en balances is het creëren van
verschillende machten met overlappende bevoegdheden zodat deze elkaar in balans houden. “The great
security against a gradual concentration of the several powers in the same department, consists in giving to those who administer
each department, the necessary constitutional means, and personal motives, to resist encroachment of others. The provision for
defense must in this, as in all other cases, be made commensurate to the danger of attack. Ambition must be made to counteract
ambition” (Federalist paper nr. 51).
De eigenschappen en het belang van checks en balances. – Alvorens ik de rol van een tweede kamer kan bespreken
binnen dit uitgangspunt is het van belang om even kort stil te staan bij de eigenschappen van checks en
balances en waarom het belangrijk is om zelf voor schijnbaar minimale wijzigingen, toch sterke standpunten
in te nemen. Checks en balances bestaan namelijk in een goede rechtsstaat uit een geheel van verschillende
systemen die bijdragen tot het evenwicht. Geen enkele check zal op zichzelf als een absolute oplossing
dienen. Het probleem met dit soort absolute beschermingsmechanismen is namelijk dat zij zelf aanleiding
geven tot het ontstaan van absolute situaties. Een oplossing voor een te willekeurige directe democratie die
Opiniestuk van Max De Schryver
- in eigen naam -
zich laat leiden door de waan van de dag, zou de aanstelling van een dictator kunnen zijn. Maar dit heeft
dan weer tot gevolg dat de democratie ophoudt te bestaan. Hoewel alle checks en balances op zichzelf dus
weinig lijken te kunnen doen aan de matiging van extreme situaties is het juist het geheel van deze systemen
dat ervoor zorgt dat onze samenleving in balans blijft. Dit is belangrijk om in het achterhoofd te houden
wanneer men een check wilt afschaffen die op het eerste gezicht niet zo een grote meerwaarde levert aan
het hele politieke systeem. Deze eerste indruk komt namelijk niet overeen met de realiteit. Het is het
verwijderen van een belangrijke schakel die ertoe leidt dat een stabiel evenwicht kan blijven bestaan. Elke
check moet dan ook verdedigd worden want voor je het weet zakt heel het systeem in elkaar. Hoewel
verdedigers van bepaalde kleine beschermingsmechanismes dan misschien wel beschouwd kunnen worden
als “extremisten” of “fundamentalisten” – want in het geheel van onze maatschappelijke systemen moet je
zogenaamd toch wel wat genuanceerder kunnen zijn als het gaat over politieke instituties – klopt dit niet
want het is juist door het bestaan van al deze kleine instituties dat het geheel overeind blijft.
De rol van progressieve en conservatieve krachten in de samenleving. – Daarnaast beschuldigen tegenstanders de
verdedigers van bepaalde instituties (die een politiek evenwicht mee helpen in standhouden) er vaak van niet
open te staan voor maatschappelijke veranderingen. Al te vaak worden mensen die bepaalde oude politieke
instellingen verdedigen verweten conservatief te zijn. Als we alles zouden moeten behouden zoals het is,
zou er geen ruimte meer zijn voor vooruitgang. Dit argument is echter niet geldig, tenzij je enkel in extremen
denkt. Een maatschappij komt niet tot stand doordat een bepaalde groep mensen in een plankamer
bekokstooft hoe de rest van de samenleving zal moeten werken. Een dergelijke visie op de samenleving
stemt niet overeen met de realiteit en leidt bij toepassing ervan enkel tot problemen. Een maatschappij
bestaat uit verschillende structuren en instituties. Dit zijn systemen die betrekking hebben op privérelaties
maar tevens ook op de overheid. Deze structuren en instituties komen tot stand omdat in het verleden
bepaalde groepen van mensen iets geprobeerd hebben waarna bleek dat dit initiatief blijkbaar tot succes
leidde voor die groep. Mensen worden in hun relatie tot andere mensen geconfronteerd met bepaalde
problemen. De verschillende wijzen waarop mensen vervolgens omgaan met deze problemen, kan ertoe
aanleiding geven dat bepaalde groepen een voordeel krijgen ten opzichte van andere groepen.
Deze instituties en structuren kunnen vorm krijgen in (spontane) gedragspatronen (bv. het feit dat bepaalde
groepen mensen besloten om zomaar niet andere mensen te beroven wanneer ze iets wouden dat de ander
had, heeft er potentieel toe geleid dat deze groep van mensen betere samenwerkingsverbanden kon
organiseren wat leidde tot een succesvollere maatschappij), of de creatie van bepaalde instellingen. Het
geheel van deze instituties en structuren zou men ook als een evoluerende cultuur kunnen zien, een cultuur
die het in zich heeft om steeds te evolueren naar die verbanden die het samenleven tussen mensen beter
doen functioneren. Dit betekent dat de elementen die deel uitmaken van een maatschappelijke cultuur
belangrijke functies vervullen ook al is het voor ons misschien niet meer duidelijk wat de specifieke
meerwaarde ervan is. Gezien instituties en structuren meestal evolutiegewijs tot stand komen is het voor
mensen die later opgroeien in deze cultuur namelijk niet altijd mogelijk om de specifieke reden van het
bestaan van bepaalde structuren of instituties te achterhalen.
Hieruit volgt dat we dan ook voorzichtig moeten omgaan met bepaalde instituties en structuren in onze
samenleving aangezien het niet steeds duidelijk is wat de specifieke meerwaarde ervan is. Het miskennen
van dit principe en het desgevallend miskennen van het nut van bepaalde instituties en structuren kan even
goed betekenen dat we dat wat onze samenleving zo succesvol heeft gemaakt, laten verdwijnen. Vooraleer
we instituties of structuren afschaffen, is het dan ook van belang om eerst eens na te denken wat de
meerwaarde daarvan was voor onze samenleving. Mensen die beducht zijn drastische veranderingen in te
voeren, moeten dan ook niet opzij worden geschoven, als zouden zij enkel een nostalgische drang hebben
het heden te behouden in de vorm zoals het in het verleden bestond. Zij uiten een oprechte bezorgdheid
waar beleidsmakers rekening mee moeten houden.
Opiniestuk van Max De Schryver
- in eigen naam -
Dit betekent niet dat er daarentegen geen rol is voor progressieve bewegingen. Integendeel, we moeten ook
niet doen alsof alles wat we hebben perfect is en we niets kunnen verbeteren. De evolutie van de menselijke
samenleving eindigt namelijk niet, of alleszins zou het van een redelijk grote hybris getuigen te verdedigen
dat onze samenleving momenteel het toppunt is van maatschappelijke evolutie en er geen verbetering meer
mogelijk is. Als we dan iets willen verbeteren, moeten we dat wel beperkt houden zodat we de gevolgen van
onze wijzigingen aan het systeem duidelijk kunnen beoordelen. In het geval van slechte gevolgen kunnen
we terugdraaien wat we in onze naïviteit hebben veranderd.
2 Tweede kamer als waardevolle institutie
Overzicht. – De tweede kamer is een politieke instelling die een perfecte toepassing vormt van de hierboven
beschreven maatschappelijke evolutie. De tweede kamer is niet bedacht vanuit de plankamer van de politiek,
maar is ontstaan als product van een samenspel van diverse sociale een maatschappelijke belangen (Moschos
en Katsky, 1965). Het is niet de bedoeling om hier deze sociale evolutie te beschrijven. Daarentegen wens
ik een aantal voordelen en functies van een tweede kamer op te sommen. Bij de beoordeling van de
wenselijkheid van de afschaffing van een tweede kamer is het namelijk van belang om te beseffen wat er
potentieel verloren kan gaan. Ik onderscheid een drietal voordelen. Twee daarvan gelden in het algemeen
en een laatste vormt een argument dat enkel in een federaal ingerichte samenleving kan gebruikt worden
(alhoewel hierop ook nog nuance valt te geven).
2.1 De tweede kamer als beschermer van het politieke evenwicht
Bescherming van de Grondwet. – Het belangrijkste argument voor de inrichting van een tweede kamer is het
creëren van een machtsevenwicht. De tweede kamer vormt een essentiële balans binnen het wetgevend
proces. Dit argument bestaat uit drie belangrijke onderdelen. Vooreerst vormt de tweede kamer een
belangrijk element in de bescherming van de grondwettelijke grenzen die aan onze wetgever zijn opgelegd.
De wetgevende macht heeft namelijk enorm verregaande bevoegdheden. Een van de belangrijkste
beperkingen hierop is de grondwet. De grondwet kan weliswaar gewijzigd worden. De wetgevende macht
kan zichzelf omvormen tot grondwetgever en zo bepalingen uit de grondwet wijzigen. Gezien de
grondwetgevende macht in een democratische samenleving een van de machtigste instituties is, is het
waardevol om deze macht op te splitsen en te verdelen over twee kamers. Twee grondwetgevende kamers
kunnen aanleiding geven tot het ontstaan van verdeeldheid tussen die kamers. Deze verdeeldheid zal ertoe
leiden dat het minder gemakkelijk is om tussen beide kamers tot een akkoord te komen. Uiteraard gelden
hier een aantal voorwaarden waarop ik later nog terugkom, met name dat deze twee kamers natuurlijk niet
op dezelfde manier worden samengesteld. In het geval er twee kamers zijn, zal voor een grondwetswijziging
een goedkeuring van de twee kamers vereist zijn (met telkens de grondwettelijke meerderheden). Dit
betekent dat de tweede kamer via zijn grondwettelijke macht de bewegingsvrijheid van de eerste kamer
beperkt (en vice versa). Twee kamers hebben, houdt deze beperking (beter) in stand en leidt ertoe dat plotse
en agressieve grondwetswijzigingen minder zullen voorkomen.
Naast het toezicht op de wijziging van de grondwet zal de tweede kamer, net als de eerste kamer, kunnen
toezien op de naleving van de bestaande grondwet door de andere kamer. Wanneer wetten worden
voorgelegd die in strijd zouden zijn met de grondwet kan de tweede kamer, net als de eerste kamer, rekening
houdende met het feit dat zij zelf de grondwet heeft goedgekeurd en deze grondwet ziet als standaard
waaraan de wetgevende macht zich dient te houden, optreden in het geval de grondwet in het gedrang zou
komen. Deze grondwetscontrole hoeft trouwens niet enkel uitgevoerd te worden door een tweede kamer.
In België valt namelijk een argument te maken dat het Grondwettelijk Hof in het gat gesprongen is dat de
verzwakte Senaat heeft achtergelaten.
Matiging van de wetten. – Daarnaast zal een tweede kamer effect hebben op de output van de wetgeving – het
is hier irrelevant of de wetgever al dan niet gebruikt wordt als slaaf van de uitvoerende macht. Ook hier
Opiniestuk van Max De Schryver
- in eigen naam -
vormt de tweede kamer een tegenmacht op de eerste kamer. Dit is ten eerste het geval doordat de burger
beter beschermd is tegen vertegenwoordigers die niet nakomen wat zij beloofd hebben. “The people can never
wilfully betray their own interests: But they may possibly be betrayed by the representatives of the people; and the danger will be
evidently greater where the whole legislative trust is lodged in the hands of one body of men, than where concurrence of separate
and dissimilar bodies is required in every public act” (Federalist Paper nr. 63).
Tevens heeft een tweede kamer tot gevolg dat er een minder groot risico ontstaat op corruptie van de
wetgevende macht, hetwelk een zeer groot risico is gezien de omvangrijke bevoegdheid van die staatsmacht.
Het wordt namelijk moeilijker om twee kamers te corrumperen dan één. “It doubles the security to the people, by
requiring the concurrence of two distinct bodies in schemes of usurpation or perfidy, where the ambition or corruption of one
would otherwise be sufficient” (Federalist Paper nr. 62).
Vervolgens zal het bestaan van twee wetgevende kamers er ook toe leiden dat wetgeving gematigder zal zijn.
Dit is vooreerst het geval wanneer voor de goedkeuring van wetten, beide kamers hun akkoord moeten
geven (a). Het idee hierachter is dat wanneer de eerste kamer een wetsvoorstel wilt laten goedkeuren, zij
weten dat zij ook de goedkeuring van de tweede kamer nodig hebben. Gezien de eerste kamer meestal geen
nutteloze voorstellen wilt maken, zal zij geneigd zijn om meer genuanceerde voorstellen op te stellen. Het
is namelijk aannemelijker dat de tweede kamer een voorstel zal goedkeuren als het minder extreem is. Hoe
extremer de voorstellen, hoe lager de kans tot goedkeuren ervan zal zijn. 1 Dit heeft uiteindelijk tot gevolg
dat de wetsvoorstellen door een bredere consensus gedragen zullen worden. Dat is wenselijk want om een
democratie leefbaar te houden en de legitimiteit ervan niet te ondergraven is een brede consensus
noodzakelijk. Dit argument geldt eveneens voor het geval waarbij de uitvoerende macht de wetgevende
macht gebruikt als verlengstuk van zijn bevoegdheden – zoals in België hoofdzakelijk het geval is.
De tweede kamer kan ook een uitdrukkelijke matigingsbevoegdheid verkrijgen (b). Montesquieu
verduidelijkte namelijk reeds dat in bepaalde gevallen de wet mogelijks te streng, te scherpziend of te blind
kan zijn. In die gevallen is het nodig dat de wetten gematigd worden. Hij zag hiervoor de tweede kamer als
het beste instituut omdat hij van oordeel was dat deze bevoegdheid niet per se aan de rechter moet
toekomen. Uiteraard hangt dit samen met de samenstelling van deze tweede kamer, waar ik zo dadelijk nog
op terug kom. Alleszins schreef Montesquieu dat in de tweede kamer meer vooraanstaande mensen zouden
moeten zetelen die een belangrijke verdienste hebben bewezen aan het land en die deel uitmaken van een
specifieke bevolkingsgroep die andere belangen heeft dan andere bevolkingsgroepen. Deze
belangentegenstelling houdt namelijk het geheel in evenwicht. Het is volgens hem aan die kamer “de wet te
matigen ten gunste van de wet, door minder strikte uitspraken te doen dan zijzelf.”
Balancering van de andere machten. – Ten slotte kan een tweede kamer ook een belangrijke check zijn op de
andere machten in het systeem. Ik besprak reeds de idee dat de tweede kamer een belangrijk evenwicht kan
creëren op de uitvoerende macht doordat die om wetsontwerpen in wetgeving te kunnen gieten nu twee
keer goedkeuring nodig heeft. In de Verenigde Staten heeft de tweede kamer ook een belangrijke
bevoegdheid bij de afzetting van de president, deel van de uitvoerende macht. Ten slotte heeft de Senaat
daar ook de bevoegdheid rechters van het Supreme Court aan te stellen. Op die manier vormt de tweede
kamer een check op de macht van de andere twee machten. Doordat de wetgevende macht in de vorm van
twee kamers belangrijke bevoegdheden heeft bij het beperken van andere machten, ontstaat een stabielere
politieke structuur.
2.2 De tweede kamer als systeem voor stabielere democratische vertegenwoordiging
Indirecte democratie als systeem. – Democratische vertegenwoordiging vormt een enorm belangrijk element van
hoe we onze huidige samenleving vormgeven. Directe democratie is niet altijd praktisch, noch wenselijk.
1 Een voorstel tot afschaffing van het eigendomsrecht dat bijvoorbeeld nipt goedgekeurd geraakt in de eerste kamer,
zal omwille van zijn extreem karakter waarschijnlijk niet door het proces van de tweede kamer geraken.
Opiniestuk van Max De Schryver
- in eigen naam -
Het is onmogelijk en heeft ook weinig zin een hele bevolking te mobiliseren om beslissingen te nemen over
zaken waar zij in hun leven nooit mee te maken zullen krijgen, laat staan dat zij hierover geïnformeerde
beslissingen zouden kunnen nemen. Een democratische vertegenwoordiging lost dit probleem in beperkte
mate op. Montesquieu schreef bijvoorbeeld: “Het grote voordeel van vertegenwoordigers is dat ze in staat
zijn om over politieke aangelegenheden te discussiëren. Het volk is daar volstrekt niet geschikt voor; dat is
een van de grote nadelen van de democratie.”
Risico’s bij vertegenwoordiging. – Deze vertegenwoordigers zouden zich soms nog steeds kunnen laten leiden
door de waan van de dag. Het is niet uitzonderlijk dat parlementsleden (of politici in het algemeen)
impulsieve en ondoordachte beslissingen nemen om hun populariteit te verhogen. In België bestaat zelfs
een woord voor wetgeving die op deze manier tot stand komt. Dat soort wetgeving staat gekend als
‘steekvlamwetgeving’. Niettegenstaande dit soort ingrepen de populariteit van bepaalde politici wel in
belangrijke mate kan vergroten, brengt dit soort wetgeving potentieel verregaande negatieve
maatschappelijke gevolgen met zich mee. Ook hier kan een tweede kamer een meerwaarde bieden. Deze
meerwaarde situeert zich vooral in de concrete samenstelling van de tweede kamer en verdient de nodige
uitleg.
Het matigen van de vertegenwoordiging. – Op het Nationaal Congres van 1830-1831 is veel aandacht besteed aan
de vraag welke meerwaarde de Senaat als tweede wetgevende kamer zou kunnen vormen (Discussions du
Congrès National de Belgique, I, Société Typographique Belge, Brussel, 1844, p. 392-501). De meeste aandacht
ging naar de overweging dat de Senaat tot doel had om ruimte te geven aan meer genuanceerde krachten in
onze maatschappij (l’élément conservateur) waarbij de Kamer van Volksvertegenwoordigers een meer
populistische rol te spelen heeft (l’élément populaire). Het is uiteindelijk de bedoeling dat de leden van de Senaat
zich minder zouden laten leiden door impulsieve beslissingen. Dit verwezenlijkt men door bijvoorbeeld te
vereisen dat leden van deze tweede kamer al meer ervaring hebben (net zoals dit het geval is bij bijvoorbeeld
bepaalde instituties van de rechterlijke macht). Tevens kan men de termijn van leden van de tweede kamer
ook langer maken als die van de eerste. Daarnaast kan de tweede kamer beperkter zijn qua omvang dan de
eerste kamer. Algemeen stelt men namelijk dat mensen in beperktere groep genuanceerder zullen zijn dan
in een heel omvangrijke groep, omdat men zich in dat geval waarschijnlijk meer zal willen profileren. Ten
slotte kan men de tweede kamer laten samenstellen uit bevolkingsgroepen die de neiging hebben ten gevolge
van hun bezigheden, iets gematigder te zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij juristen omdat deze voor hun
werkzaamheden bijvoorbeeld steeds gericht zullen zijn op het verleden (“wat heeft de rechter vroeger
beslist”). Ook andere bevolkingsgroepen zouden hieronder kunnen kwalificeren.
Deze opgesomde elementen zouden ertoe bijdragen dat de tweede kamer iets stabieler is dan de eerste
kamer. Op die manier wordt er onmiddellijk rekening gehouden met het hierboven geschetste idee over
maatschappelijke hervormingen. Er moet namelijk mogelijkheid zijn om vooruitgang te boeken. We moeten
bepaalde zaken in onze maatschappij kunnen wijzigen, bepaalde innovaties kunnen proberen. Hiervoor zal
vooral de eerste kamer een katalysator zijn. Zij zal zich gedragen als belangrijkste vernieuwer in onze
politieke instituties. Daarnaast heb je in een leefbare samenleving echter ook terughoudendheid nodig,
behoedzaamheid voor veranderingen waarvan we mogelijks de effecten niet volledig kunnen begrijpen. De
tweede kamer speelt deze rol. Door haar stabielere invulling zal zij geneigd zijn om te verregaande
veranderingen af te dempen. Deze twee instituties vullen elkaar dan ook perfect aan en leveren de balans
die een democratische rechtsstaat nodig heeft om te overleven. “Il y existe une Chambre à principes progressifs,
l’autre à principes conservateurs; l’une qui a mission de donner l’impulsion, l’autre qui a mission de régler cette impulsion; l’une
pousse, l’autre retient dans une juste mesure, et c’est ainsi que, par la combinaison de cette double force, la société marche sans
courir et que vous réalisez l’idée d’un progrès sage et continu” (Rossi, 1867).
2.3 De tweede kamer als hulpmiddel voor federale staten
Opiniestuk van Max De Schryver
- in eigen naam -
Lokale vertegenwoordiging. – Een derde argument dat kan gegeven worden, en wat natuurlijk deels samenhangt
met het vorige, is dat een tweede kamer een handig instituut kan zijn voor een federale staat om de
verschillende deelstaten te vertegenwoordigen. Hoe dichter een democratie staat bij de burger, hoe beter dit
meestal is. Dit zorgt er namelijk voor dat de feedbackmechanismen het best kunnen spelen en dat er
mogelijkheid ontstaat voor competitie tussen verschillende (deel)staten. Daarom zou het handig zijn voor
deelstaten, die normaal gezien dichter bij de burger staan dan federale staten, om rechtstreeks
vertegenwoordigers te kunnen aanduiden in de federale staat. Op die manier lijkt de burger makkelijker te
kunnen deelnemen aan de politiek en kunnen er betere feedbackmechanismen georganiseerd worden. In
België hoeven onze deelstaten natuurlijk niet beperkt te blijven tot de gewesten (of gemeenschappen) zoals
dat momenteel het geval is. Op verschillende ogenblikken is al het voorstel gelanceerd om de Belgische
deelstaten te organiseren per provincie of arrondissement. Een vertegenwoordiging van deze deelstaten in
de tweede kamer kan enkel bijdragen tot democratische legitimiteit. De centrale kerngedachte is dat
gedecentraliseerde en meer lokale machtsstructuren verkieslijk zijn. 2 Dit institutionaliseren is daarom dan
ook wenselijk.
3 De tweede kamer als kopie van de eerste?
Verschillende samenstelling. – In wat ik hierboven heb geschreven, maakte ik reeds verschillende keren duidelijk
dat de samenstelling van de tweede kamer van belang is voor de effectieve werking van de verschillende
voordelen die ik opsomde. De tweede kamer vormt dan ook best geen identieke kopie van de eerste kamer.
Dat wil zeggen dat de samenstelling ervan moet verschillen. Hierbij merk ik wel op dat zelfs indien de tweede
kamer gelijkaardige samenstellingsvoorwaarden zou hebben aan die van de eerste kamer, ik nog steeds denk
dat het een waardevol instituut zou zijn. Uiteindelijk zullen in deze tweede kamer nog altijd verschillende
mensen zetelen, en mensen zullen altijd met elkaar van mening verschillen. Op die manier blijft het argument
van de tweede kamer als evenwicht binnen de wetgevende macht staande.
Natuurlijk is het wenselijker dat de tweede kamer wordt samengesteld op een andere manier als de eerste
kamer. Hierboven beschreef ik reeds op welke punten de samenstelling zou kunnen variëren. Het zal vooral
van belang zijn om een onderscheid te maken tussen benoemingstermijnen, aantallen, territoriale
benoemingsmogelijkheden, leeftijd, ervaring en alternerende aanstellingsmogelijkheden (verschillende
momenten van verkiezingen). In de Verenigde Staten was het oorspronkelijk zelfs zo dat de senatoren
werden aangesteld door de wetgevers van de individuele staten zelf. Dit is uiteindelijk gewijzigd. Momenteel
worden zij bij rechtstreekse verkiezing aangesteld.
2 (a) Betere feedbackmechanismes. – Het is niet de bedoeling van dit artikel om hierop in te gaan, maar toch kort wat uitleg.
Lokale organisatie van politiek gezag is beter omdat het makkelijker is om op lokaal niveau iemand af te straffen dan
op nationaal of zelfs supranationaal niveau. Als de Europese Unie een bepaalde verordening aanneemt die een
belangrijke impact heeft op het dagelijks leven van mensen – en zo zijn er wel héél wat, dan hebben mensen heel weinig
mogelijkheden om dit initiatief af te straffen als zij dit slecht vinden. Er worden wel verkiezingen georganiseerd, maar
de feedback is zo verspreid dat het nauwelijks realistisch is om te achterhalen wat de burger nu vond van het beleid.
De meeste mensen zullen het ermee eens zijn dat het eenvoudiger is om beleid van de gemeente af te straffen, dan het
is om beleid van de Europese Unie of de federale overheid af te straffen. Ook de organisatie van campagnes tot
verandering van beleid is veel eenvoudiger op lokaal niveau dan het is op federaal of Europees niveau. Daarnaast heeft
de organisatie van lokale politieke verbanden tot gevolg dat er competitie kan ontstaan tussen deze organisaties. Stel
dat mensen het beleid van de gemeente Gent afkeuren, dan kunnen zij eenvoudig verhuizen naar de gemeente
Antwerpen. Als echter het beleid over heel Europa eengemaakt is, wordt men al verplicht om te verhuizen naar de
Verenigde Staten, Rusland of (gelukkigerwijze) Groot-Brittannië in het geval men het niet meer eens is met het
Europees beleid. Het risico om inwoners te verliezen ten gevolge van slecht beleid is dus groter bij kleinere
samenlevingsverbanden. Gezien inwoners belastinginkomen met zich meebrengen, zullen politieke organisaties dan
ook meer moeite doen om hun regio aantrekkelijk te maken om in te wonen.
(b) Breken van particratie. – Daarnaast zullen lokale verkozenen ook een eigen machtsbasis kunnen ontwikkelen. Zij
hoeven hiervoor niet te rekenen op de steun van de nationale partijen, maar kunnen lokaal zelf aan actieve ledenwerving
doen. Daarvoor zullen zij veel zelfstandiger kunnen optreden en aldus de particratie breken.
Opiniestuk van Max De Schryver
- in eigen naam -
4 Uitgeleide
Slot. – Op basis van het bovenstaande kan ik besluiten dat er redelijk wat voordelen te halen zijn uit een
tweede kamer. Het is dan ook jammer dat onze Senaat zomaar wordt afgeschaft. Natuurlijk is het
gemakkelijk om momenteel met de vinger te wijzen naar de politieke partij die dit initiatief heeft genomen.
Niettegenstaande dat alle politici die aan de afschaffing van de Senaat bijdragen, daarvoor
verantwoordelijkheid dragen, is het zo dat de ontmanteling van de Senaat al een lange tijd in de steigers
staat. Dat een specifieke partij de kaars van de Senaat nu mogelijks finaal uitblaast moet ons niet doen
vergeten dat zij niet de enige zijn die voor deze aftakeling van de Belgische rechtsstaat verantwoordelijk zijn.
Het is een cumulatie van jarenlange beknibbeling op de gerechtvaardigde evenwichtspositie van dit
belangrijk grondwettelijk instituut. Ook hier blijkt maar weer dat een trage maar gestage uitholling van onze
rechtsstatelijke instituties een zeer succesvolle manier is voor machthebbers om hun eigen macht te
vergroten. Laat ons dan ook hopen dat in de toekomst nog steeds mensen gaan blijven vechten voor onze
instituties ook al lijkt het een gevecht voor een appel en een ei. Want uiteindelijk lopen we het risico op een
moment te belanden dat onze democratie eindigt onder een daverend applaus.
Max De Schryver
Literatuur
J. Akkermans, “Over de rol van conservatieve en progressieve krachten in een vrije samenleving”,
Blauwdruk 2015-2016, nr. 2, 19-29.
E. Cohen de Lara, “De senaat als anker van de staat”, in P. De Hert, A. Kinneging en G. Versluis (eds.), De
Federalist Papers, Damon, 2018, 114-137.
D.M. Mosschos en D.L. Katsky, “Unicameralism and Bicamerlism: History and Tradition”, Boston
University Law Review 1965, 250-270.
P. Rossi, Cours de droit constitutionnel, t. IV, Librairie de Guillaumin, Parijs, 1867.