27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

~ 75 ~<br />

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

onrechte dat Maperteeus een leengoed was, te vereenzelvigen met het leengoed<br />

Notax te Destelbergen.<br />

In 1946 werd de Bibliotheca Wasiana opgericht, en meteen hadden de bestuursleden<br />

grote aandacht voor Reynaert. In 1947 werd al een lezing gehouden<br />

door pastoor Jozef de Wilde (1906-1993), afkomstig van Sint-Amandsberg.<br />

In de loop van bijna vijftig jaar leverde deze priester materiaal in de<br />

discussie en hij verbond Maperteeus met Beervelde. Hij ging het verst in de<br />

gedetailleerde analyse van de Reynaert als een sleutelroman. Hij keerde de<br />

redenering van Isidoor Teirlinck volledig om: volgens hem was het bestaan<br />

van de concrete plaatsnaam Maperteeus te Beervelde niet een sympathieke<br />

herinnering aan het epos, maar een bewijs voor zijn stelling dat men in dit<br />

dierenepos een concrete geschiedenis moest lezen. Het ging volgens hem om<br />

de geschiedenis van Zeger III, burggraaf van Gent. Zijn vader was de Gentse<br />

burcht en zijn voorrechten kwijtgeraakt in 1192. Vader Zeger II trok zich<br />

terug als tempelier, maar zijn zoon, burggraaf van 1200 tot 1227, trachtte de<br />

oude macht te herwinnen. Aanvankelijk woonde hij op Ter Walle te Gent,<br />

mogelijk ook op zijn buitenverblijf te Beervelde. Door zijn huwelijk met<br />

Beatrix van Heusden verwierf hij een burcht te Heusden en vervolgens liet<br />

hij in 1207 een steen bouwen te Sint-Janssteen (Hulst, Zeeuws-Vlaanderen).<br />

Volgens De Wilde klopt daarmee de uitspraak ‘Reynaerd hadde so menich<br />

huus’. De merkwaardigste bijdrage leverde pastoor De Wilde echter met zijn<br />

kavelgeschiedenissen, waarbij hij doorheen de eeuwen nauwkeurig de ontwikkeling<br />

van percelen bestudeerde. Zo wist hij het goed Maperteeus dat vermeld<br />

werd in de akte van 1348 heel precies te situeren tussen de Haanhoutstraat en<br />

de Hoogstraat te Beervelde. Daar deze rente van 1348 nooit werd afgelost en<br />

eeuwenlang betaald werd aan het klooster Ten Briele te Gent, kon de evolutie<br />

ervan gevolgd worden tot op het einde van de achttiende eeuw, toen de Franse<br />

bezetter de kloosters ophief. Daarnaast had pastoor De Wilde nog een tweede<br />

bron van informatie, daar op deze percelen ook cijns werd betaald aan de<br />

Gentse Sint-Pietersabdij, die heer was van de heerlijkheid Destelbergen. 13 Het<br />

gaat heel precies om de percelen te Lochristi, 4de afdeling (Beervelde), sectie<br />

A, 418 tot 460. Als mogelijke plaats voor de burcht van Reynaert opteerde hij<br />

voor de percelen 453, 457/2 en 457, die in de zuidelijke helft een onregelmatige<br />

rechthoek vormen. 14 Deze percelen liggen thans tussen de Haanhoutstraat<br />

(achter de huisnummers 79-91) en de Mestaalbeek (achter de hoeve P. Verschraegen<br />

in de Hoogstraat 11). In 1402 heette het perceel Mabarteus, 15 later<br />

Mabertijs en ten slotte ‘Mageren Thijs’. 16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!