27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

~ 353 ~<br />

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

Russische of Portugese vakgenoot in hetzelfde tijdsgewricht over totaal andere<br />

dichtbundels optekent? Hoe taal- of literatuurgebonden zijn alle pogingen<br />

om ‘objectieve’ criteria aan te wenden? In welke mate wordt de beeldvorming<br />

van het literaire landschap vertekend door recensenten die vaak andermans<br />

werk aangrijpen om indirect over zichzelf te schrijven? Hoe ingeheid is de<br />

praktijk waarbij menig poëzierecensent het ‘lyrische ik’ gelijkschakelt met de<br />

biografische persoon van de dichter, waardoor vaak ‘een treurige vermenging<br />

van het literaire met buitenliteraire domein’ tot stand komt? 5<br />

Op al die vragen durf ik in kort bestek allerminst een antwoord te formuleren,<br />

al vormt ‘de taal van vragen’ onmiskenbaar een centraal bestanddeel van<br />

het poëtische register en ‘maakt’ iemand die ‘overal een antwoord op heeft<br />

(…) zichzelf maar wat wijs’. 6 Het volstaat zich voor te stellen dat Het vaderhuis<br />

(1903) van Karel van de Woestijne, waarover de meeste tijdgenoten en<br />

biograaf Peter Theunynck terecht lovend schrijven, 7 vandaag zou verschijnen<br />

naast Studie van de schaduw van Marc Tritsmans of de voor de gelegenheid<br />

in het Nederlands vertaalde bundel Serres chaudes (1889) van Maurice<br />

Maeterlinck, de enige Vlaamse Nobelprijswinnaar voor literatuur (1911) tot<br />

nog toe. Zouden Van de Woestijnes zwaar steunende, in /aa/- en /ee/-klanken<br />

zwelgende verzen het winnen van die van Maeterlinck of Tritsmans? Welke<br />

formele vernieuwingen zouden er tussen pakweg 1889 – het jaar waarin de<br />

eerste zang van Gorters Mei is verschenen – en 2010 vooral te danken zijn<br />

aan ontwikkelingen ‘binnen’ de Nederlandstalige poëzie? Durft iemand het<br />

aan te oordelen over het kwaliteitsverschil tussen Les Fleurs du Mal (1857) van<br />

Charles Baudelaire en The Leaves of Grass (1855) van Walt Whitman? Zijn<br />

R.M. Rilkes vormvaste Sonette an Orpheus (1922) beter dan de soms vormloze<br />

gedichten van Fernando Pessoa? 8 Wordt de vraag (niet) interessanter als Pablo<br />

Neruda’s sonnetten of die van Octavio Paz in het geding worden gebracht? Of<br />

als Miguel Declercqs sonnettenkrans Person@ges (1997) en Jan Lauwereyns’<br />

Nagelaten sonnetten (1999) er even worden bi<strong>jg</strong>ehaald?<br />

De meeste poëzielezers zouden huiveren hierop te antwoorden. Ook ik<br />

besef intussen dat objectieve maatstaven niet bestaan en hoogst afhankelijk<br />

zijn van tijd, ruimte, taal en context. Voor critici is echter wél de opdracht<br />

weggelegd zich over deze en andere vragen grondig te bezinnen in de hoop<br />

‘zowel de criteria die aan de basis van het waardeoordeel liggen duidelijk uiteen<br />

(te) zetten als de argumenten voor het oordeel aan (te) voeren’. 9 Eén van de<br />

resultaten zou kunnen zijn dat begrippen als traditie en vernieuwing met de<br />

nodige schroom moeten worden gehanteerd.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!