27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

op het oeuvre van Peter Holvoet-Hanssen’ (p. 10). Ze wijst erop dat hier<br />

‘betekenislijnen’ worden uitgezet en karakteriseert zijn poëzie erg treffend als<br />

‘centripetaal en centrifugaal tegelijk’. 3 Toch blijft de vraag overeind wat daar<br />

precies onder moet worden verstaan. Ik stel voor Holvoet-Hanssens schuit<br />

te enteren, te laveren tussen de uitstekende rotspunten van zijn gedichten,<br />

maar af en toe ook aan te meren om een paar attractiepolen van dit magische<br />

niemandsland nader te verkennen.<br />

De verzamelbundel bestaat uit twee grote delen: ‘het web’, waarin de gedichten<br />

die betrekking hebben op ’s dichters familiale levenskring (het kapersnest,<br />

moeder, vader) zijn samengebracht, en ‘draden’, onderverdeeld in niet minder<br />

dan negen subgroepen. Ondanks die opdeling kan de hele bundel worden<br />

gelezen als een ontroerende ode aan wat een vader en een (groot)moeder voor<br />

de ik-figuur betekenen, maar ook als het melodische logboek van een zingende<br />

‘lichtmatroos’. Hij laat het ongerijmde en onbedoelde van de wereld zien /<br />

aanvoelen in ‘verloren’ of ‘verlopen verzen’, die ‘oordelen zonder te oordelen’<br />

(p. 71) en die het vertikken zichzelf serieus te nemen. In verzen die steevast<br />

parodiëren wat potentieel poëtisch wordt geacht, zoals binnenrijm, assonantie<br />

en alliteratie. ‘Moeder fee in reddingsvest / vader clown in slaaphemd / op<br />

de punt van het mes dansend als harlekijn / rijmelend als het ongerijmd zou<br />

zijn / zingend voor de roos Welkom in Het Kapersnest’ (zie ‘Doublet voor<br />

Hermelijntje’, p. 25).<br />

De (rode) ‘draden’ die de dichter in zijn gedichten doet oplichten, noemt hij<br />

achtereenvolgens ‘vos’, ‘muze’, ‘V’, ‘oorlog’, ‘hond van de Duivelsbrug’, ‘tovenaar’,<br />

‘sneeuwmaker’, ‘stad’, ‘roos en doorn’. Hoewel elke draad thematisch verwante<br />

teksten groepeert, vormen alle draden samen een grillig haakwerk van over<br />

elkaar buitelende motieven. Zo zijn welhaast alle gedichten muzisch/muzikaal<br />

van inslag, valt sneeuw gewichtloos in meer dan één sneeuwloos gedicht, tikt een<br />

tovenaar onophoudelijk tegen de randen van de taal. Een sterk voorbeeld van<br />

hoe elke draad uiteindelijk met elke andere draad is verknoopt, is die van de ‘vos’.<br />

Onder het kopje ‘vos’ heeft de dichter tien gedichten(reeksen) gelegerd, waarvan<br />

er zeven afkomstig zijn uit Santander. Ontboezemingen in het vossenvel. 4<br />

De vos die in deze gedichten zijn opwachting maakt, verbergt zich in de<br />

plooien van zijn huid. Hij geeft zijn identiteit niet zomaar prijs, maar daagt<br />

een of andere jij-figuur (de geïntendeerde lezer?, de dichter zelf?, Hermeline?)<br />

uit zin/duiding te geven aan zijn lyrische gestalte. Wat te denken van het<br />

drievoudige eerste gedicht ‘Kerstmis in Huize Reinaert’? Als een literairhistorische<br />

dimensie mag worden geïmpliceerd, is er tussen Pinksteren en<br />

~ 342 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!