27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Nawoord<br />

~ 309 ~<br />

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

Bovenstaand gedicht is een bewerking van De Lupo, De wolf, een anoniem<br />

overgeleverd gedicht. 19 Het dateert uit de elfde eeuw en is waarschijnlijk in<br />

de Loirestreek ontstaan. Later, in de veertiende eeuw, heeft een dichter uit<br />

de Lage Landen er een bewerking van gemaakt door tussen v. 64 en 65 een<br />

interpolatie van eigen makelij in te voegen. 20 Deze interpolatie telt 84 verzen,<br />

zodat dit gedicht van 192 verzen dus behoorlijk wat langer is dan de oorspronkelijke<br />

tekst, die 108 verzen telt. De jongere tekst staat te boek als Ovidius de<br />

lupo, letterlijk: Ovidius over de wolf. Het gedicht werd dus aan de Romeinse<br />

dichter Ovidius toegeschreven. Dat klinkt nogal merkwaardig, te meer omdat<br />

het om een overduidelijk christelijke tekst gaat. Er zijn uit de middeleeuwen<br />

echter wel meer zogenaamde pseudo-ovidiana bekend, gedichten die op naam<br />

van Ovidius werden overgeleverd en daar gezag aan ontleenden. Overigens<br />

bestaat er ook nog een derde, eveneens geïnterpoleerde bewerking van De wolf.<br />

Dit gedicht, Luparius geheten, heeft een heel andere afloop dan de oorspronkelijke<br />

tekst. De wolf vindt namelijk tenslotte de dood ten gevolge van zijn<br />

vraatzucht.<br />

Anders dan in de oorspronkelijke versie treedt de wolf in Ovidius de lupo<br />

daadwerkelijk in een klooster in. Daar wordt hij hartelijk ontvangen en mag<br />

de gelofte afleggen. Geruime tijd weet hij zich aan de kloosterregels te houden,<br />

maar uiteindelijk laat de natuur toch haar wetten gelden en wordt zijn vraatzucht<br />

hem te machtig. Dan wordt hij ter verantwoording geroepen en kri<strong>jg</strong>t<br />

een pak slaag, maar weet dankzij een leugen te ontkomen, waarna hij weer<br />

teruggaat naar de herder en ook tegenover hem zijn woord niet gestand doet.<br />

Het motief van de wolf die in het klooster intreedt, is ook bekend uit de<br />

Ysengrimus, de Roman de Renart en Van den vos Reynaerde. Het komt eveneens<br />

voor, maar dan niet met een wolfsmonnik in de hoofdrol maar een kater,<br />

in De Tiberto mistico, een waarschijnlijk in Engeland geschreven Latijns gedicht<br />

uit omstreeks 1200. 21 Ook in dat gedicht treedt de dierlijke monnik in<br />

een benedictijnerabdij in, gezien de zwarte pij waarin de kater gekleed gaat. 22<br />

En ook dat roofdier kan de aanvechtingen die zijn vraatzucht hem ingeeft<br />

niet beteugelen. De wijze les voor de monniken – want dat is waarschijnlijk<br />

het publiek van deze Latijnse dierenverhalen – is dat ze niet mogen toegeven<br />

aan vraatzucht en de door de kloosterregel voorgeschreven bepalingen omtrent<br />

de maat van het voedsel moeten volgen, want anders verlagen ze zich<br />

tot dieren.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!