27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Het vlees van kreeften is voor mij gezonder voedsel.<br />

Die kreeft daar – kijk! – kruipt in zijn hol als ik niet toesla.<br />

Hier is wat ik mij wens.’ Zijn metgezel zei toen:<br />

‘Een kreeft is niet zo groot. Het lijkt meer op een ezel.’ 115<br />

‘Verzinsels!’ zei de rover en verslond het dier.<br />

De monnik hield zijn zonde en zijn daad geheim,<br />

verzweeg zijn medebroeders wat hij had gezien.<br />

De wolf at overdag maar weinig meer of niets<br />

en deed alsof hij altijd weinig voedsel nam, 120<br />

maar kwam de nacht, dan vrat hij volgens oud gebruik<br />

en roofde stiekem alles wat hij maar kon grijpen:<br />

van worsten, vlees en melk tot karpers, schapen, kippen,<br />

nog verder aangevuld met biggen, ganzen, lammeren.<br />

Maar toen de abt geen kip of gans meer kon bekennen 125<br />

zoals hij eerder wel kon, vroeg hij aan de wolf:<br />

‘Vertel eens broeder, waar zijn onze kippen toch<br />

gebleven, waar is al het pluimvee dat er was?’<br />

Vertoornd sprak toen de rover tot de abt als volgt:<br />

‘Maar wat gaat mij de zorg voor jullie varkens aan? 130<br />

Ik ben geen varkenshoeder maar een herenhoeder!<br />

Spreek nooit meer over mij als stalknecht van het huis!’<br />

‘Nee, goede broeder,’ sprak de abt, ‘niet zo, niet zo<br />

vertrouwden wij al wat we hebben aan jou toe.<br />

Jij bent daarover rekenschap aan ons verschuldigd. 135<br />

Zeg nu, zeg nu meteen waar onze goederen zijn.’<br />

Ze rukten aan de wolf en aan zijn zwarte pij 7<br />

en trokken hem nogal hardhandig aan zijn haren.<br />

Ze ranselden zijn rug met vele slagen af<br />

en zeiden: ‘Broeder, los nu snel je schulden in!’ 140<br />

‘Ach, spaar me!’ riep de wolf en smeekte om genade<br />

en om zijn leven dat de dood al op zag doemen.<br />

En bevend op zijn poten staand vroeg hij om uitstel,<br />

dan zou hij na een vijftal dagen alles teruggeven.<br />

Vermurwd omdat de wolf nog jong was, sprak de abt 145<br />

heel liefdevol: ‘Je kri<strong>jg</strong>t het uitstel dat je vraagt.’<br />

Verheugd vertrok de rover; nooit zag men hem weer,<br />

want snel zocht hij meteen zijn toevlucht in het bos. 8<br />

De dag brak aan waarop de gijzelaar moest gaan,<br />

waarop de wolf zoals beloofd weer terug zou keren. 150<br />

Hij kwam, maar nauwelijks herkenbaar voor de herder:<br />

~ 307 ~<br />

Tiecelijn <strong>24</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!