jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap
jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap
Tiecelijn 24 waan van raszuiverheid af van de waanzin van rassenscheiding? Hoeveel vormen van ideologisch terrorisme heeft de mens in zijn korte bestaan op aarde al bedacht? 11 Hoe spiegelt de ene terreur zich in de andere? Ik kan aan het stellen van die vragen niet weerstaan, terwijl ik dromerig langs mijn boekenkast struin en halt houd bij de romans van Jan Siebelink. Om allerlei redenen heb ik altijd een bijzonder zwak gehad voor Siebelinks werk. Er is natuurlijk het feit dat Siebelink een prachtige vertaling heeft afgeleverd van J.K. Huysmans’ klassieke decadente roman A Rebours (1884; vertaald als Tegen de keer), in wiens spoor Oscar Wildes The Picture of Dorian Gray (1890), zijn eigen romans en die van Geerten Meijsing te situeren vallen. Bovendien evoceert hij in zijn werk de even onstuitbare als verderfelijke invloed van een benepen religieus milieu. 12 Daardoor is zijn werk thematisch verwant met dat van Maarten ’t Hart. Zijn laatste romans hebben vaak Den Haag en omgeving als achtergrond en de frequente vermelding van vele straatnamen, maakt zijn (later) werk ook verwant met de Haagse romans van Louis Marie Anne Couperus en zelfs met Cyriel Buysses werk, al valt hier wel te nuanceren. 13 Ik kan romans als Knielen op een bed violen (2005), Suezkade (2008) en Het lichaam van Clara (2010) niet lezen zonder daarbij telkens hevige verontwaardiging en vernedering in mij te voelen opkomen. Zonder mijn vuisten te ballen en sprakeloos te worden van onmacht. Veel verhalen spelen in Velp of omgeving, met een kwekerij of tuinderij als emotioneel hart, dat volgens de auteur het ambivalente symbool is van ‘het verloren paradijs’. In de glazen kassen worden niet alleen bloemen en planten geteeld, maar komen zwarte heren schimmige Bijbelcommentaren in beschimmelde folianten aan een zwakke vaderfiguur slijten. Vaak met de ondergang van de vader, het gezin, de bloemen – of plantenzaak tot gevolg. Dat is bijvoorbeeld het geval in Knielen op een bed violen, dat een onverbiddelijke afrekening is met de levendodende, levensonvriendelijke moraal van een geborneerde, streng gereformeerde geloofsgemeenschap. Maar ook in de vroegere (autobiografische) romans als De herfst zal schitterend zijn (1980) en En joeg de vossen door het staande koren (1982) is dat niet minder het geval. In En joeg de vossen door het staande koren tracht de jonge Winfred Hana in het reine te komen met zijn geaardheid, zoals blijkt uit zijn verhouding tot/met de homoseksuele Arthur, die overlijdt voor het verhaal eindigt, en zijn lievelingsleraar Groen, die uiteindelijk de hand aan zichzelf slaat. Hoewel Winfred een zwalpend bestaan leidt en wegens oneerlijk gedrag van school gegooid wordt, tracht hij te redden wat te redden valt van vaders bloemisterij, in de wetenschap ~ 300 ~
~ 301 ~ Tiecelijn 24 dat vader weldra sterven zal en hij wellicht zal uitwijken naar het gedroomde Zwitserse La-Chaux-de-Fonds. De roman speelt begin jaren zestig in het heropgebouwde Arnhem: veel jongerenprotest, gevoelens van onlust, veel NAVOmachtsvertoon met Luns als secretaris-generaal, onlusten in Nieuw-Guinea, de Cuba-crisis, oorlogsdreiging in Vietnam, president Kennedy populairder dan ooit. Winfred neemt zo goed mogelijk vaders functie over, tot en met het voorlezen uit de Bijbel, al komt hij na vaders ontslag uit het ziekenhuis tot het besef dat ‘zijn moeder ook niet in God geloofde’ en laat voorlezen ‘om vader een plezier te doen’ (p. 207). Winfred leest op een gegeven moment het bekende stukje uit Rechters/Richteren waaraan de roman zijn titel ontleent: ‘Simon ging heen, ving driehonderd vossen, nam fakkels, bond staart aan staart en bevestigde tussen elke twee staarten een fakkel. Daarna stak hij de fakkels in brand en joeg de vossen door het staande koren van de Filistijnen’ (p. 128). Op die manier wordt het graan vernield dat de Filistijnen – de Bijbelse voorzaten van de nog altijd getergde Palestijnen – tot voedsel moet dienen. Een hoogst doeltreffende, hoogst dieronvriendelijke manier om een vijand te treffen. Het valt te hopen dat een dergelijke gemene daad nooit op de goedkeuring van ‘Elohim’ (zie eerste vers van Genesis) heeft kunnen rekenen. Winfred zelf komt in de vuurlinie terecht en het is maar zeer de vraag of hij er onverzengd uit tevoorschijn zal komen. Het alles verterende vuur, ooit door Prometheus aan de goden ontstolen, heeft een moordende zegetocht ingezet, zoals mag blijken uit de vele branden die in alle geciteerde en nog meer ongeciteerde boeken voorkomen. Dat de vos veel onrecht werd/wordt aangedaan, vormt intussen een vast motief in de westerse literatuur en bij uitstek in Blake Morrisons South of the River (2007), dat behalve naar Reynaerts historie, ook naar hetzelfde Bijbelfragment verwijst. 14 Nog altijd, heb ik het gevoel, worden vossen brandend het staande koren in gejaagd. Met elkaar verknoopt, zodat de hele literatuur uiteindelijk één Gordiaanse knoop vormt. 15 Daardoor kan de lezer geen kennis maken met Nicole Krauss’ Arthur zonder te beseffen dat Siebelinks Arthur als een soort levende schaduw aan zijn zijde staat. Of zich ten minste ten dele in hem spiegelt en dat spiegelbeeld met vele andere gelijknamige personages deelt. Met dank aan Marc Alliët voor de informatie over Hans Keilson.
- Page 250 and 251: Tiecelijn 24 Amand de Vos ~ 250 ~
- Page 252 and 253: Tiecelijn 24 mei 1973 op de Grote M
- Page 254 and 255: Tiecelijn 24 gedaan - laten we het
- Page 256 and 257: Tiecelijn 24 eigen aard, locale zed
- Page 258 and 259: Tiecelijn 24 De gewiekste vos brach
- Page 260 and 261: Tiecelijn 24 mening goed, zei de pa
- Page 262 and 263: Tiecelijn 24 bekertjes van de sling
- Page 264 and 265: Tiecelijn 24 massaspel? De Vos laat
- Page 266 and 267: Tiecelijn 24 Ze zouden niet terugsc
- Page 268 and 269: Tiecelijn 24 bijeenkomst’, vertel
- Page 270 and 271: Tiecelijn 24 Noten 1 De biografisch
- Page 272 and 273: Artikel / Tiecelijn 24 GROTe VRAGen
- Page 274 and 275: Tiecelijn 24 bewoning wordt vaak ee
- Page 276 and 277: Tiecelijn 24 trekken ook zij een he
- Page 278 and 279: Tiecelijn 24 resultaat was meteen v
- Page 280 and 281: Tiecelijn 24 De evolutie van het vo
- Page 282 and 283: Tiecelijn 24 © Vilda /Yves Adams ~
- Page 284 and 285: Tiecelijn 24 © Vilda /Yves Adams ~
- Page 286 and 287: Tiecelijn 24 ander vossenbeleid nod
- Page 288 and 289: Tiecelijn 24 met een situatie met l
- Page 290 and 291: Tiecelijn 24 een normale leeftijdsp
- Page 292 and 293: Artikel / Tiecelijn 24 VOSSenSpORen
- Page 294 and 295: Tiecelijn 24 doeld zijn? Is de vos
- Page 296 and 297: Tiecelijn 24 betreden’ (p. 215).
- Page 298 and 299: Tiecelijn 24 leman rukt hij de ene
- Page 302 and 303: Tiecelijn 24 Noten 1 Zie ook het sl
- Page 304 and 305: vertaling / Tiecelijn 24 De WOlf VA
- Page 306 and 307: Tiecelijn 24 mijn broeders in mijn
- Page 308 and 309: Tiecelijn 24 hij was nu zwart terwi
- Page 310 and 311: Tiecelijn 24 De tekst is vertaald n
- Page 312 and 313: Recensie / Tiecelijn 24 ReinARDUS,
- Page 314 and 315: Recensie / Tiecelijn 24 een BOeK DA
- Page 316 and 317: Tiecelijn 24 Marie de France bespre
- Page 318 and 319: Tiecelijn 24 sommige mensen (vooral
- Page 320 and 321: Tiecelijn 24 bibliografie van de ge
- Page 322 and 323: Tiecelijn 24 door Willem niet gespa
- Page 324 and 325: Tiecelijn 24 Noten 1 Wim Blockmans
- Page 326 and 327: Recensie / Tiecelijn 24 De eeRSTe i
- Page 328 and 329: Tiecelijn 24 De inhoud van boek I b
- Page 330 and 331: Tiecelijn 24 tabloidformaat. Onder
- Page 332 and 333: Tiecelijn 24 Was Van Altena hier te
- Page 334 and 335: Recensie / Tiecelijn 24 ReYnAeRT in
- Page 336 and 337: Tiecelijn 24 om hem opnieuw het lev
- Page 338 and 339: Tiecelijn 24 grens met schilderkuns
- Page 340 and 341: Tiecelijn 24 leefde van 154 tot 220
- Page 342 and 343: Tiecelijn 24 op het oeuvre van Pete
- Page 344 and 345: Tiecelijn 24 ingeruild voor ‘een
- Page 346 and 347: Tiecelijn 24 ‘Maak van de vos gee
- Page 348 and 349: Tiecelijn 24 We schrijven strandwaa
~ 301 ~<br />
Tiecelijn <strong>24</strong><br />
dat vader weldra sterven zal en hij wellicht zal uitwijken naar het gedroomde<br />
Zwitserse La-Chaux-de-Fonds. De roman speelt begin jaren zestig in het heropgebouwde<br />
Arnhem: veel jongerenprotest, gevoelens van onlust, veel NAVOmachtsvertoon<br />
met Luns als secretaris-generaal, onlusten in Nieuw-Guinea,<br />
de Cuba-crisis, oorlogsdreiging in Vietnam, president Kennedy populairder<br />
dan ooit. Winfred neemt zo goed mogelijk vaders functie over, tot en met het<br />
voorlezen uit de Bijbel, al komt hij na vaders ontslag uit het ziekenhuis tot het<br />
besef dat ‘zijn moeder ook niet in God geloofde’ en laat voorlezen ‘om vader een<br />
plezier te doen’ (p. 207). Winfred leest op een gegeven moment het bekende<br />
stukje uit Rechters/Richteren waaraan de roman zijn titel ontleent: ‘Simon ging<br />
heen, ving driehonderd vossen, nam fakkels, bond staart aan staart en bevestigde<br />
tussen elke twee staarten een fakkel. Daarna stak hij de fakkels in brand<br />
en joeg de vossen door het staande koren van de Filistijnen’ (p. 128).<br />
Op die manier wordt het graan vernield dat de Filistijnen – de Bijbelse voorzaten<br />
van de nog altijd getergde Palestijnen – tot voedsel moet dienen. Een<br />
hoogst doeltreffende, hoogst dieronvriendelijke manier om een vijand te treffen.<br />
Het valt te hopen dat een dergelijke gemene daad nooit op de goedkeuring<br />
van ‘Elohim’ (zie eerste vers van Genesis) heeft kunnen rekenen. Winfred zelf<br />
komt in de vuurlinie terecht en het is maar zeer de vraag of hij er onverzengd<br />
uit tevoorschijn zal komen. Het alles verterende vuur, ooit door Prometheus<br />
aan de goden ontstolen, heeft een moordende zegetocht ingezet, zoals mag<br />
blijken uit de vele branden die in alle geciteerde en nog meer ongeciteerde<br />
boeken voorkomen. Dat de vos veel onrecht werd/wordt aangedaan, vormt<br />
intussen een vast motief in de westerse literatuur en bij uitstek in Blake Morrisons<br />
South of the River (2007), dat behalve naar Reynaerts historie, ook naar<br />
hetzelfde Bijbelfragment verwijst. 14 Nog altijd, heb ik het gevoel, worden vossen<br />
brandend het staande koren in gejaagd. Met elkaar verknoopt, zodat de<br />
hele literatuur uiteindelijk één Gordiaanse knoop vormt. 15 Daardoor kan de<br />
lezer geen kennis maken met Nicole Krauss’ Arthur zonder te beseffen dat<br />
Siebelinks Arthur als een soort levende schaduw aan zijn zijde staat. Of zich<br />
ten minste ten dele in hem spiegelt en dat spiegelbeeld met vele andere gelijknamige<br />
personages deelt.<br />
Met dank aan Marc Alliët voor de informatie over Hans Keilson.