27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

~ 297 ~<br />

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

le trottoir, certains des spectateurs riaient. L’angoisse m’envahissait comme<br />

une vaste marée, le bruit des gouttes de salives m’horripilait’ (p. <strong>24</strong>7). Bij<br />

het herlezen van deze plastische beschrijving heb ik het gevoel de dood zelf<br />

in de bek te kijken. Wat hij laat zien, is allesbehalve verheffend te noemen,<br />

vooral in het besef dat ‘les mesures contre les Juifs, cette Endlösung a été une<br />

erreur’ (p. 1179), zoals verteller Obersturmbahnführer Dr. Maximilian Aue<br />

zelf openhartig toegeeft.<br />

Literatuur is een spiegelpaleis. De galg verbindt voormelde boeken in ieder<br />

geval ook met de Reynaertverhalen. Reynaert vertelt zijn leugenverhaal met de<br />

strop om de hals. Maar in plaats van een overhangend balkon of wegzakkend<br />

deksel wordt hem een heus podium geboden en redt hij zijn eigen vel. Van een<br />

sinistere omkering gesproken. In de Reynaert zelf vormt de strop zoiets als een<br />

dreigmotief. Tibeert kan ervan meespreken, maar hij niet alleen. Terwijl Reynaert<br />

langzaam aan de wurgdood ontkomt, wordt de galg opgericht voor zijn<br />

meest gedreven belagers, die Reynaert zo graag hadden/zouden zien bengelen.<br />

Een mooi voorbeeld van morbide synchroniciteit? De ultieme vernedering die<br />

de galgendood betekent, is hem tot op vandaag bespaard gebleven. Dat is in<br />

Der Vorleser niet het geval voor Hanna Schmitz, die zich na jaren opsluiting<br />

uiteindelijk verhangt in haar cel en daarmee een ziekelijke executiemethode<br />

van de nazibeulen ongewild parodieert. Een kwestie van ironische of postume<br />

zelfbestraffing? Literatuur als genadeloos spiegelpaleis?<br />

5<br />

In Hans Keilsons onlangs heruitgegeven roman In de ban van de tegenstander<br />

(2009/2011) maakt de verteller op een gegeven moment de volgende bedenking:<br />

5 ‘Iemand wil iets zeggen over mensen en komt dan met een verhaal over<br />

dieren. Waarom? Mens en dier, dat zijn toch twee heel verschillende planeten’<br />

(p. 69). Gaat het hier om een hoogst ironische opmerking? Uitgerekend<br />

deze ‘anonieme’, exemplarische, beklijvende Holocaustroman illustreert dat<br />

het dierlijke vergelijkingspunt tot erg verhelderende inzichten leiden kan. Een<br />

bizar voorbeeld doet zich voor in de lang uitgesponnen kerkhofscène waarin<br />

een groepje onbezonnen jongelui zich overgeeft aan grafschennis en een vredige<br />

begraafplaats op erg barbaarse wijze ondersteboven keert. Degene die als<br />

leider wordt aangeduid, kri<strong>jg</strong>t een ‘afhangende tak’ in het ‘rechteroog’ (p. 175).<br />

Hij koelt zijn woede op de hem onbekende schuldeloze doden en als een dol-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!