27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

De evolutie van het vossenbestand wordt in Vlaanderen al sinds 1998 nauwgezet<br />

gevolgd door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) van<br />

de Vlaamse overheid. Daartoe wordt onder meer in een permanent referentie-<br />

en onderzoeksgebied, gelegen in de Vlaamse Ardennen en met een oppervlakte<br />

van 100 km², jaarlijks het aantal vossennesten nagegaan. Een nest<br />

komt immers overeen met een territorium, zodat op basis daarvan een vrij<br />

nauwkeurig beeld kan verkregen worden van het aantal aanwezige vossen. Bij<br />

de aanvang van het voortplantingsseizoen bedraagt de vossendichtheid aldus,<br />

omgerekend, ongeveer één dier per vierkante kilometer, terwijl die na de<br />

jaarlijkse voortplantingscyclus tijdelijk ongeveer verdubbeld is. Een dergelijke<br />

dichtheid kan hoog lijken, maar is, vergeleken met vele buitenlandse situaties,<br />

van een zeer gewone grootteorde. Andere onderzoeksaspecten betreffen bijvoorbeeld<br />

de dispersie en overleving van jonge vossen. Daartoe werden zowat<br />

350 vossen als welpje levend gevangen en van oormerken voorzien – een techniek<br />

vergelijkbaar met het ringen van vogels. Volwassen vossen worden dan<br />

weer van een zendertje voorzien, verwerkt in een halsband. Dit laat toe het<br />

concrete terreingebruik en de territoriumgrootte van individuele dieren vanop<br />

afstand in kaart te brengen.<br />

Problematiek en aandachtspunten<br />

Kippen en ander kleinvee willen houden zonder de gepaste afschermingsmaatregelen<br />

tegen vossen te nemen, is vragen om problemen. Het is daarbij absoluut<br />

geen zaak van ‘te veel’ vossen, maar simpelweg van aanwezigheid dan wel<br />

afwezigheid van de vos. Door hun territoriale leefwijze is het aantal vossen per<br />

eenheid van oppervlakte, in een bepaald landschapstype, steeds min of meer<br />

gelijk. Dit is dan ook een totaal andere en absoluut niet vergelijkbare context<br />

dan bijvoorbeeld bij wilde konijnen, waar het wel een verschil zal uitmaken of<br />

ergens twintig dan wel tweehonderd konijnen vanuit de bosrand op eenzelfde<br />

akker komen eten. Extremere voorbeelden van dergelijke ‘plaagsituaties’ betreffen<br />

klassiek ratten en muizen, die een ongebreidelde voortplanting kennen<br />

zolang de lokale voedselbeschikbaarheid niet begrensd raakt. Bij vossen is er,<br />

via de ‘sociale regulatie’ op basis van territorialiteit, een voortdurende terugkoppeling<br />

naar het aantal reeds aanwezige dieren.<br />

Wat de kleinveeproblematiek betreft, hebben we in Vlaanderen bovendien<br />

met een sterk verschillende situatie te maken in vergelijking met onze buur-<br />

~ 280 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!