27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

bewoning wordt vaak een rustig gebouw uitgekozen. Behalve voor het werpen<br />

van de jongen, wordt slechts bij belangrijke verstoring (klopjacht, …), extreme<br />

weersomstandigheden, of ook wel eens tijdens de paartijd gebruik gemaakt van<br />

ondergrondse schuilplaatsen.<br />

Ondergrondse burchten worden soms volledig door de vos zelf uitgegraven,<br />

vaak echter maakt hij gebruik van een reeds bestaande burcht van wild konijn<br />

of das. Konijnenburchten worden flink verruimd, zowel in gangdiameter als<br />

in diepgang. Daarbij komen soms gigantische en opvallende stortbergen van<br />

aarde of zand voor de holingangen te liggen. Binnen hun territorium hebben<br />

vossen meerdere burchten. In de aanloop naar en tijdens de periode met jongen<br />

worden zij af en toe wat bi<strong>jg</strong>ewerkt. Deze graafwerken blijven evenwel vaak<br />

behoorlijk discreet en trekken minder de aandacht. Niet zelden kiezen vossen<br />

als geboorteplaats voor de jongen ook wel kunstmatige schuilplaatsen: betonbuizen,<br />

grote houtstapels, bouwvallige en verlaten gebouwen, …<br />

De grootte van een territorium varieert van streek tot streek en hangt nauw<br />

samen met het voedselaanbod en de schuilmogelijkheden. De kleinste territoria<br />

worden in stedelijk milieu aangetroffen en beslaan soms minder dan een<br />

halve vierkante kilometer. Op het Vlaamse platteland blijken de territoria een<br />

oppervlakte te hebben van vier tot zes, of tot soms wel een tiental vierkante kilometer.<br />

Binnen het territorium van een rekel leeft minstens één moertje, soms<br />

nog een tweede of, uitzonderlijk, een derde. De sturende factoren voor deze<br />

overgang tussen het leven per koppel dan wel in een kleine (familie)groep zijn<br />

het lokale voedselaanbod en het aantal reeds aanwezige vossen – mede bepaald<br />

door de mate van menselijke verstoring (in casu vooral jacht).<br />

Per territorium brengt enkel het meest dominante moertje een nest jongen<br />

groot. De andere wijfjes, veelal ‘tantes’ van de nieuwgeboren jongen, worden<br />

of niet drachtig, of geven hun nest in een zeer vroeg stadium op. Zij assisteren<br />

dan vaak bij het grootbrengen van het ‘dominante nest’ en brengen ook voedsel<br />

aan. Dit laatste is in elk geval een onmisbare taak van de rekel. Deze vaderlijke<br />

hulp – een fenomeen dat in de West-Europese zoogdierenwereld uitzonderlijk<br />

is – blijkt voor de overleving van een vossennest gedurende de eerste weken van<br />

groot belang.<br />

In de zomermaanden blijven de jongen vaak nog een hele poos in elkaars<br />

gezelschap; dikwijls raken jongen van naburige territoria dan met elkaar in<br />

contact. Vanaf het najaar vervaagt de familieband en trekken nagenoeg alle<br />

jonge mannetjes vele (tientallen) kilometers weg. Van de wijfjes blijft zowat de<br />

helft in het ouderlijk territorium of in de onmiddellijke omgeving ervan – soms<br />

~ 274 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!