27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

~ 273 ~<br />

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

voor: bossen en bosrijke landschappen, heide en duinen, moerassen en venen,<br />

polders en landbouwlandschappen, parken en zelfs in steden wordt hij opgemerkt.<br />

Vossen zijn uitgesproken voedselopportunisten, die niet alleen vlot van prooisoort<br />

en jachttechniek kunnen wisselen al naar gelang van de omstandigheden<br />

aangaande prooiaanbod wijzigen, maar tevens dierlijke voor plantaardige kost<br />

kunnen ruilen. Ook aas en afval wordt geregeld gegeten.<br />

Het hoofdbestanddeel van het voedsel bestaat doorgaans uit kleine zoogdieren<br />

– vooral knaagdieren en wilde konijnen – maar ook het aandeel op de<br />

grond levende vogels zoals eenden en hoenderachtigen kan aanzienlijk zijn.<br />

Het roven van pluimvee door vossen is uiteraard berucht. Daarnaast worden<br />

soms (tijdelijk) massaal ongewervelde dieren zoals regenwormen, sprinkhanen<br />

en bosmestkevers gegeten, evenals allerlei valfruit (kersen, pruimen, …). Voor<br />

zelfstandig wordende eerstejaarsvossen, die zich nog dienen te bekwamen in de<br />

jachttechniek om snelle prooien te verschalken, betekenen beide voedselbronnen<br />

steevast het basisoverlevingspakket tijdens de zomermaanden.<br />

Vossen zijn territoriaal, wat betekent dat volwassen dieren een leefgebied<br />

gaan zoeken dat ze verdedigen tegen soortgenoten. Het afbakenen van het<br />

territorium gebeurt, behalve met een soort geblaf, vooral met allerlei geursignalen.<br />

Uitwerpselen worden daartoe op opvallende plaatsen gedeponeerd<br />

zoals op boomstronken, hoge graspollen, prooiresten, perceelscheidingen, …<br />

Daarnaast geeft vooral de onzichtbare ‘pekel’ of urine een krachtig signaal. Die<br />

wordt zowel door de rekel (mannetjesvos) als de moervos (wijfjesvos) ter hoogte<br />

van allerlei strategische hoeken en kanten afgezet, vooral in de wintermaanden<br />

bij het naderen van de voortplantingstijd. De typische vossengeur is dan ook,<br />

voor wie deze kent, in het veld op vele plaatsen heel nadrukkelijk te ruiken.<br />

Het hoogtepunt van de paar- of ranstijd valt in januari. Na een draagtijd van<br />

50-52 dagen worden de jongen geboren vanaf zowat half maart tot ver in april.<br />

Er is slechts één worp per jaar. De worpgrootte kan sterk variëren, van (twee)<br />

drie tot negen (elf), maar bedraagt meestal vier of vijf. In Vlaanderen blijkt het<br />

evenwel met een gemiddelde van zes (tijdelijk?) vrij hoog te liggen. Vanaf de<br />

tweede helft van april tot zowat eind mei kunnen spelende jongen in de onmiddellijke<br />

buurt van de burcht worden aangetroffen.<br />

Binnen hun territorium hebben vossen meerdere min of meer vaste verblijfplaatsen.<br />

Deze bevinden zich in principe bovengronds, meestal in dichte vegetatie<br />

zoals bos, struweel of moerasvegetatie, maar evengoed in ruig grasland of<br />

hoog landbouwgewas (koolzaad, granen, gele mosterd, …). Nabij menselijke

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!