27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

en schapen of geitjes hoorde blaten, kon ik mij niet intomen, sloop<br />

er heimelijk naar toe, had er telkens een van te pakken en peuzelde<br />

het op in eenzaamheid. Zo heb ik de smaak van het bloed en vlees<br />

beet gekregen en vermoordde ik alles, wat mij geschikt bleek en te<br />

overmeesteren kon. Ik ben dan elke dag op roof uitgetrokken, waakzaam<br />

en achterdochtig snuffelde ik door grep en gracht, door haag<br />

en kant, randde de vetste hoenders, eenden en ganzen aan, waar ik<br />

ze ook ontmoette. Zonder medelijden vernietigde ik, niets of niemand<br />

sparend of uit de weg gaand. Met mijn vinnige happen hier en<br />

mijn vurige beten daar, gevolgd door de stilte van de dood … bracht<br />

ik soms de hele streek op stelten. Ik moordde en vrat overdadig. Ik<br />

kende toen de oude waarheid nog niet, dat kinderen voor hun ouders<br />

moeten boeten. Mijn zonderlinge manieren trokken de aandacht<br />

van het hele gewest. Ik leefde als een paterke goedleven.<br />

’t Was in ’t putteke van de winter, het vroor stenen dik toen ik te Belsele,<br />

ten westen van Sint-Niklaas, Isengrijn tegen het lijf liep onder<br />

een lindeboom, die ik nog zou kunnen aanwijzen als de mensen hem<br />

niet geveld hebben. De wolf vertelde mij toen, dat hij verwant was<br />

met de vossen en dat hij mijn oom was. Ik kon het haast niet geloven,<br />

zo een groot en sterk dier, mijn oom?<br />

‘Ja, ja, je oom, jij bent zoals alle katachtigen familie van ons. Net als<br />

de wilde honden, de wolven en de vossen zijn wij jagende roofdieren,<br />

met langwerpige kop en beruchte teenlopers’ leerde hij mij.<br />

~ 267 ~<br />

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

De Vos wil als dierenkenner en kenner van de streek ook leren. Meteen zien<br />

we hem ook het verhaal aanpassen. Het berijmde landschap met een boom bij<br />

Belsele wordt een linde. En hij vertelt zijn verhaal verder. Hoe Reynaert slachtoffer<br />

werd van zijn roofgezel. En hoe hij intussen door toeval ook stinkend rijk<br />

was geworden en precies daardoor in staat was geweest om een aanslag op de<br />

koning te verijdelen. Het tij keert onmiddellijk, het koningspaar ruikt geld. ‘De<br />

leeuwin lei haar fluwelen poot op die van Nobel en ze keken elkaar in de ogen.<br />

Zij fluisterde zacht: “Wel lieve man, wat had U kunnen overkomen …”’<br />

Ik raap nog wat losse sprokkels uit het verdere verloop van het verhaal. Reynaert<br />

heeft ‘geen bewijsstukken, perkamenten en papieren rollen nodig’ om zijn<br />

leugenverhaal op te dissen. ‘Ermenrijk’ noemt hij ‘een held uit de Germaanse<br />

sage’. Tibeert trekt ‘naar ’t land van de vier Heemskinderen’. Hij moet er de<br />

‘dwaze beer’ gaan halen. Samen belanden ze in het ‘vreedzame Vlaanderland’<br />

en komen ‘in ’t soete waeslant’. Grimbeert, ‘goed aangeschoten’ na een ‘geheime

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!