27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Een moeder van een zwakbegaafd meisje bidt de goden haar bij zinnen<br />

te brengen (sibi sensum infunderent: haar verstand in te gieten). Het<br />

meisje komt niet zo lang daarna een jonge knappe boer tegen die zijn<br />

ezelinnetje probeert te disciplineren (subigere). Op haar vraag wat hij<br />

doet zegt hij: ‘Ik giet verstand in dit ezelinnetje.’ Het meisje zegt dan:<br />

‘Breng ook mij bij zinnen, want dat wil mijn moeder graag.’ Dat doet<br />

dan de boer. Het meisje vertelt haar moeder hoe ze tot verstand gekomen<br />

is: ‘Een jonge man duwde een lange pezige pin met twee aan het<br />

uiteinde hangende kogels in mijn schoot terwijl hij telkens weer naar<br />

binnen en naar buiten ging. Dat onderging ik met plezier en ik merkte<br />

plotseling dat in mijn geest verstand gegoten werd.’ Toen de moeder<br />

dit hoorde, sprak zij tot haar dochter: ‘Mijn lieve dochter, je hebt geen<br />

zin gekregen, maar wat je aan zin had, ben je kwijt! 55<br />

~ 233 ~<br />

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

De plastische beschrijving in de Latijnse tekst van Steinhöwel waarin beschreven<br />

wordt hoe de jonge man het meisje verstand bijbracht, ontbreekt bij<br />

Macho en bij Leeu.<br />

Gheraert Leeu’s Esopus<br />

De editie van Leeu die in 1485 verscheen, is een vertaling van de tweede herdruk<br />

van Julien Macho’s Esope uit 1484. 56 Naast deze Franse bron gebruikte<br />

Leeu bovendien een editie van Knoblochtzer die in Straatsburg verscheen rond<br />

1481. Het betrof hier de Latijnse tekst van Steinhöwel. 57<br />

De editie start met een titelpagina met daarop een grote houtsnede van de<br />

gebochelde Esopus. Hij is omringd door een groot aantal afbeeldingen die verwijzen<br />

naar de fabels. Leeu volgt hierin Macho. 58 Leeu’s editie plaatst boven de<br />

houtsnede een wervende tekst: ‘Die hystorien ende fabulen van Esopus / Die<br />

leerlijck wonderlijck ende zeer ghenoe[c]h / lijck zijn.’ 59 Het boek opent met<br />

een proloog, waarin de lezer uitgelegd wordt dat het hier gaat om<br />

een proper profitelijck boec van die substijlheyt der fabulen ende /<br />

ghenoechlike hystorie ghemaeckt by eenen mensche die zeer substijl<br />

van gheest / ende van sinnen was gheheyten Esopus int welcke alle<br />

die menschen die dit boeck / sullen lesen. moghen leeren ende verstaen<br />

by dese fabulen hem seluen wel te rege / rene. Want een yeghelijcke<br />

hystorie ende fabule sijn sonderlinghe bewijs ende verstant /<br />

wt gheeft ende sonderlinghe vrolijcheyt presenteert. 60

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!