jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

reynaertgenootschap.be
from reynaertgenootschap.be More from this publisher
27.12.2012 Views

Tiecelijn 24 André Bouwman De nog steeds actief zijnde André Bouwman (1958) studeerde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam Nederlandse taal- en letterkunde. In 1984 legde hij cum laude zijn doctoraal examen af. Na enige maanden in het middelbaar onderwijs werkzaam te zijn geweest verrichtte hij van 1985 tot medio 1986, als erkend gewetensbezwaarde, vervangende dienst in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag op de afdeling Zeldzame en kostbare werken van de negentiende en twintigste eeuw. Daarna werd hij voor vier jaar aangesteld als wetenschappelijk assistent bij de vakgroep Nederlands van de Rijksuniversiteit te Leiden (1986-1990). Vanaf 1 september 1990 werkte hij tijdelijk op de universiteitsbibliotheek te Leiden als adjunct-conservator Westerse handschriften. Thans is hij conservator Westerse handschriften aan dezelfde universiteit. In 1991 promoveerde hij in Leiden. Zijn boek in twee delen Reinaert en Renart, het dierenepos Van den vos Reynaerde vergeleken met de Oudfranse Roman de Renart mag niet ontbreken in de boekenkast van elke serieuze vossenjager. 10 Bouwman analyseert hierin haarscherp de ontleningen van Willem aan de Roman de Renart. Een ander naslagwerk waar je niet omheen kunt, is de editie Reynaert in tweevoud. Deel I Van den vos Reynaerde, die Bouwman samen met Bart Besamusca in 2002 uitgaf. 11 Van deze wetenschappelijke editie werd door Bouwman en Besamusca in 2010 een Engelse vertaling (vertaling Thea Summerfield) gemaakt voor mensen die wel Engels, maar geen Nederlands, laat staan Middelnederlands, begrijpen. 12 In diverse tijdschriften verschenen van Bouwman tientallen artikels over de Reynaert, maar ook over andere literair-historische onderwerpen. Extra vermeld moet worden zijn artikel over intertekstualiteit in Van den vos Reynaerde in Op avontuur, middeleeuwse epiek in de Lage Landen. 13 Daarnaast schreef hij ook veel recensies, te veel om hier op te sommen. Wie zich met het Reynaertonderzoek bezig houdt, komt hem vroeg of laat op zijn al dan niet kromme paden tegen. Een aardige indruk van zijn veelzijdige werk krijgt men door de DBNL te raadplegen. 14 Frits van Oostrom Wie ook nog niet stilzit is Frits van Oostrom (1953). Hij promoveerde in 1981 bij prof. dr. Wim Gerritsen (hoogleraar van 1968 tot 2000 aan de Universi- ~ 22 ~

~ 23 ~ Tiecelijn 24 teit van Utrecht). Een jaar later werd Van Oostrom aangesteld als hoogleraar Nederlandse letterkunde tot de Romantiek aan de Universiteit van Leiden, een functie die hij tot 2002 zou uitoefenen. Sinds 2002 is hij als universiteitshoogleraar verbonden aan de Universiteit van Utrecht. Van 2005 tot 2008 was hij president van de Koninklijke Nederlandse Akademie der Wetenschappen (KNAW). Van Oostrom is en was een verwoed publicist. Hij publiceerde onder andere over de Arturromans, de Reynaert, de Beatrijs en Jacob van Maerlant. Hij kreeg diverse prijzen, waaronder in 1988 de Dr. Wijnaendts Francken-prijs 15 voor Het woord van eer, literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400. In 1995 ontving hij de Spinozapremie van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) 16 en in 1996 de AKO literatuurprijs 17 voor zijn bestseller Maerlants wereld. Alsof dit alles nog niet genoeg was, ontving hij in Vlaanderen twee eredoctoraten: in 1995 van de Katholieke Universiteit Brussel en in 2008 van de Universiteit Antwerpen. In 2006 publiceerde hij Stemmen op schrift, het eerste deel van de door de Nederlandse Taalunie 18 gefinancierde reeks Geschiedenis van de Nederlandse literatuur, waarin hij de Oudnederlandse en Middelnederlandse literatuur tot 1300 bespreekt. Naar verwachting verschijnt het vervolg met de voorlopige werktitel Een eeuw van expansie – dat de periode 1300-1400 zal behandelen – in 2012. Van Oostrom was ook voorzitter van de Commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon. Een geweldige staat van dienst. Voor het Reynaertonderzoek is een aantal publicaties van zijn hand van belang. In 1983 publiceerde hij Reinaert primair, over het geïntendeerde publiek en de oorspronkelijke functie van Van den vos Reynaerde. Een opzienbarend artikel over Reynaert en de NSB verscheen een jaar later in het tijdschrift Literatuur. In Stemmen op schrift besteedt Van Oostrom in het hoofdstuk ‘Willem en Jacob’ ruim 80 pagina’s aan de beide schrijvers uit de dertiende eeuw. Hierin is veel interessante informatie over de Reynaert terug te vinden. Paul Verhuyck Paul Verhuyck (1940) doet het wat kalmer aan na een druk, werkzaam leven en woont met zijn vrouw Corine Kisling in het rustige Graauw in Zeeuws- Vlaanderen. Hij studeerde van 1958 tot 1962 Romaanse filologie aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij werkte onder meer als docent Frans aan de Hogeschool

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

André Bouwman<br />

De nog steeds actief zijnde André Bouwman (1958) studeerde aan de Vrije<br />

Universiteit in Amsterdam Nederlandse taal- en letterkunde. In 1984 legde<br />

hij cum laude zijn doctoraal examen af. Na enige maanden in het middelbaar<br />

onderwijs werkzaam te zijn geweest verrichtte hij van 1985 tot medio 1986, als<br />

erkend gewetensbezwaarde, vervangende dienst in de Koninklijke Bibliotheek<br />

in Den Haag op de afdeling Zeldzame en kostbare werken van de negentiende<br />

en twintigste eeuw. Daarna werd hij voor vier jaar aangesteld als wetenschappelijk<br />

assistent bij de vakgroep Nederlands van de Rijksuniversiteit te Leiden<br />

(1986-1990). Vanaf 1 september 1990 werkte hij tijdelijk op de universiteitsbibliotheek<br />

te Leiden als adjunct-conservator Westerse handschriften. Thans<br />

is hij conservator Westerse handschriften aan dezelfde universiteit. In 1991<br />

promoveerde hij in Leiden. Zijn boek in twee delen Reinaert en Renart, het<br />

dierenepos Van den vos Reynaerde vergeleken met de Oudfranse Roman de Renart<br />

mag niet ontbreken in de boekenkast van elke serieuze vossenjager. 10 Bouwman<br />

analyseert hierin haarscherp de ontleningen van Willem aan de Roman<br />

de Renart.<br />

Een ander naslagwerk waar je niet omheen kunt, is de editie Reynaert in tweevoud.<br />

Deel I Van den vos Reynaerde, die Bouwman samen met Bart Besamusca<br />

in 2002 uitgaf. 11 Van deze wetenschappelijke editie werd door Bouwman en<br />

Besamusca in 2010 een Engelse vertaling (vertaling Thea Summerfield) gemaakt<br />

voor mensen die wel Engels, maar geen Nederlands, laat staan Middelnederlands,<br />

begrijpen. 12 In diverse tijdschriften verschenen van Bouwman<br />

tientallen artikels over de Reynaert, maar ook over andere literair-historische<br />

onderwerpen. Extra vermeld moet worden zijn artikel over intertekstualiteit in<br />

Van den vos Reynaerde in Op avontuur, middeleeuwse epiek in de Lage Landen. 13<br />

Daarnaast schreef hij ook veel recensies, te veel om hier op te sommen. Wie<br />

zich met het Reynaertonderzoek bezig houdt, komt hem vroeg of laat op zijn<br />

al dan niet kromme paden tegen. Een aardige indruk van zijn veelzijdige werk<br />

kri<strong>jg</strong>t men door de DBNL te raadplegen. 14<br />

Frits van Oostrom<br />

Wie ook nog niet stilzit is Frits van Oostrom (1953). Hij promoveerde in 1981<br />

bij prof. dr. Wim Gerritsen (hoogleraar van 1968 tot 2000 aan de Universi-<br />

~ 22 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!