27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

~ 215 ~<br />

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

20 ‘Omdat hij zo kostbaar was, dacht ik dat ik zo een waardevolle schat niet behoorde te<br />

hebben, en ik had hem om die reden de koning, mijn lieve heer, gezonden.’<br />

21 Teirlinck 1910-1912, p. 229.<br />

22 J. Trachtenberg, Jewish Magic and Superstition: A Study in Folk Religion, New York, 1939,<br />

p. 6. Dat de joden met Satan een pact hadden gesloten was immers zo goed als onomstreden<br />

en dat ze zwarte magie beoefenden was slechts een natuurlijk gevolg daarvan. Van het<br />

verband tussen joden en tovenarij bevinden zich talrijke sporen in allerhande middeleeuwse<br />

en vroegmoderne teksten, vanaf Guibertus de Novigento’s Tractatus de incarnatione contra<br />

Judaeos, dat omstreeks 1100 tot stand is gekomen, tot en met Luthers beroemde uitspraak<br />

‘Ein Jüde stickt so vol Abgötterey and Zeuberey, als neun Küe har haben, das ist: unzelich<br />

und unendlich’ (Martin Luther, Werke, LIII [Vom Schem Hamphoras], Weimar 1920, p. 602).<br />

23 Vooral het feit dat Abrioen niet aan God gelooft laat daarover niet de minste twijfel<br />

bestaan: ‘Nochtan en looft hi niet an Gode’ (Rh 5340).<br />

<strong>24</strong> ‘Zweer waarachtig of valselijk, maar geef het geheim niet prijs’. Vgl. B. Monod, ‘Juifs,<br />

Sorciers et Heretiques au Moyen Age’, in: Revue des Études Juives, 46 (1903), p. <strong>24</strong>4. Monod<br />

citeert daarbij Guibert de Novigento.<br />

25 E. Martin, Reinaert. Willems Gedicht Van den Vos Reinaerde und die Umarbeitung und<br />

Fortsetzung Reinaerts Historie, herausgegeben und erläutert von Ernst Martin, Paderborn, 1874,<br />

p. 399.<br />

26 Een vijftiende-eeuwse bewijsplaats voor deze interpretatie vinden we b.v. in Jean<br />

d’Outremeuses Myreur des histors: ‘Ches trois verges demonstrent la sainte Tiniteit’. Vgl.<br />

A. Borgnet (ed.), Ly myreur des histors, chronique de Jean des Preis dit d’Outremeuse, deel I,<br />

Brussel, 1864 [=Borgnet 1864], p. 322.<br />

27 Goossens 1983, p. 163-164; vgl. ook Wackers 2002, p. 256, noot 43.<br />

28 Goossens 1983, p. 164.<br />

29 Vgl. o.a. A.F.J. Klijn, Seth in Jewish, Christian and Gnostic Literature, Leiden, 1977, p. 40,<br />

50 v.<br />

30 ‘Wanneer Seth 912 jaar oud was geworden, vervaardigde hij stenen tafelen waarop hij<br />

schreef wat er tot dan toe was gebeurd en wat er in de toekomst van dag op dag zou gebeuren.<br />

Deze tafelen werden door Noah na de zondvloed ontdekt en ze werden door meerdere<br />

mensen gelezen. (...) Ook de wijze Salomo kwamen deze geschriften onder ogen en hij bad<br />

God hem te openbaren wat ze waren en wat ze betekenden. Daarop kwam een engel die tot<br />

hem zei: “Ik ben het die Seths hand heb gevoerd toen hij die tafelen beschreef, en gij zult de<br />

wijsheid bezitten om ze te lezen en alles te begrijpen.” En Salomo noemde die geschriften<br />

“achabaidas”, dit is de leer die door Seths hand zonder boek is geschreven.’ Vgl. Borgnet 1864,<br />

p. 321.<br />

31 Dit is met name het geval in vele Adamsvitae, bijvoorbeeld in de Pénitence d’Adam, BnF,<br />

fonds fr. 1837 (olim 7864) en Bibl. de l’Arsenal, Th. fr. 14, van Colard Mansion, die de Vita<br />

Adae in het Frans vertaalde voor Lodewijk van Gruuthuse. Vgl. B. Murdoch, The Apocryphal

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!