27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

apres la delueve Noé furent trovées, et furent veues et luttes de pluseurs<br />

gens. (…) Ly saige Salmon veit les lettres; se priat à Dieu q’ilh<br />

li demonstraste que ch’estoit, et qu’ilh signifioient. – Atant vient uns<br />

angle qui dest: ‘ je suy chis qui tiene la main de Seth quant ilh escrioit<br />

ches lettres, et tu sieras tant sciencheux que tu leiras et cognisceras<br />

tout chu qui est dedens escript.’ Et Salomon appelat ches lettres<br />

Achabaidas, c’este à dire doctrine sens libre de l’escripture Seth de<br />

son doit. 30<br />

~ 211 ~<br />

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

Ook hier wordt Seth genoemd als proto-auteur van de mystieke geschriften<br />

van de joden. Bovendien kan het nauwelijks toeval heten dat de hierboven<br />

geciteerde passage in de Myreur eveneens gelieerd is aan het verhaal van het<br />

Heilig Kruis. 31 Het was dus niet ongewoon om de kruishoutlegende met elementen<br />

uit de joodse Seth-traditie in verband te brengen. Om het verhaal van<br />

de ring correct te analyseren mag men de klemtoon met andere woorden niet<br />

uitsluitend op de kruishoutlegende leggen. Dit levert geen tevredenstellende<br />

interpretatie op, temeer omdat het niet redelijk is om te veronderstellen dat<br />

Reynaert – met een verwijzing naar de kruislegende – zijn publiek wilde doen<br />

geloven dat de ring werkelijk de drie zaden van de paradijsappel bevatte, aangezien<br />

daaruit volgens dezelfde legende de kruisboom van Christus is ontstaan.<br />

Veeleer valt hier een vermenging van beide legenden, zoals dit ook in andere<br />

teksten het geval was, vast te stellen. In Abrioens versie ging Seth naar het paradijs<br />

om er voor Adam de olie der genade te zoeken, maar hij kwam in plaats<br />

daarvan terug met de mystieke namen van God, die op Reynaerts ring waren<br />

te lezen. Of Abrioens verhaal geloofwaardig is, is uiteraard een andere vraag.<br />

In elk geval werd de kruishoutlegende naar het einde van de middeleeuwen<br />

niet meer helemaal ernstig genomen, zoals Dirc van Delf omstreeks 1400 in<br />

zijn Tafel van den Kersten Ghelove wist te vertellen: ‘Vander materien des cruus<br />

leestmen int Boec van hout, dat is apocrifum, want men daer of niet veel onder<br />

den lerars en hout’. 32<br />

Ten slotte werpt de combinatietechniek van joodse en christelijke elementen<br />

misschien ook nieuw licht op de naam Abrioen van Trier. Ook in dit geval<br />

zou het joodse element immers naar de joodse Seth-legende en de toevoeging<br />

‘van Trier’ naar de kruishoutlegende kunnen verwijzen. De stad Trier had in<br />

de ontstaansperiode van Reynaerts historie een gevestigde reputatie als bedevaartsstad<br />

voor de verering van het Heilig Kruis. Met name het Trierse benediktijnenklooster<br />

St.-Eucharius stond sinds de dertiende eeuw bekend als<br />

bedevaartsoord omwille van de daar bewaarde kruisreliek, die ridder Heinrich

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!