27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

De werking is dan ook in de eerste plaats te beschouwen als een parodiërende<br />

overdrijving, die – zoals Wackers heeft opgemerkt – inderdaad gebaseerd lijkt<br />

te zijn op de eigenschappen die dichters als Jacob van Maerlant aan selonites<br />

toekennen, 17 maar waarbij deze ad libitum oratoris zijn uitgebreid.<br />

Reynaert legt er overigens wel de nadruk op dat de ring slechts witte, en geen<br />

zwarte magie kan bewerken:<br />

Mer hi [de drager van de ring, JR] most sijn een edel man<br />

Dair geen dorperheit wair an,<br />

Off alle dese cracht en holp hem niet. 18 (Rh 5421-5423)<br />

Daaruit blijkt dat de drager van de ring geen oneerlijke bedoelingen mag hebben<br />

en niet mag handelen op influistering van een kwade macht, want in dit<br />

geval zal de ring niet het geringste kunnen uitrichten. Enerzijds verleent deze<br />

uitspraak de vos ongetwijfeld meer morele integriteit, anderzijds wordt hier<br />

vooral ook een argument aangedragen om het gebruik van de ring te legitimeren.<br />

Uitgedrukt in het lexicon van de magie wordt hier immers beweerd dat de<br />

ring slechts theürgische magie kan bewerken, wat betekent dat de wonderdaden<br />

slechts met behulp van en volledig in overeenstemming met een goddelijke<br />

kracht kunnen worden verwezenlijkt, in tegenstelling tot goëtische magie, waarbij<br />

de tovenaar zich met de machten van het kwaad verbindt. Bi<strong>jg</strong>evolg is de<br />

ring een instrument van beneficium en niet van maleficium, en Nobel kan hem<br />

dan ook onbekommerd inzetten. 19<br />

Door de hierboven aangetoonde overeenkomst tussen Reynaerts en Salomo’s<br />

ring verschijnt ten slotte ook Reynaerts peroratio in een ander licht:<br />

Ende om dat hi was so goet,<br />

So docht ic dat my niet en stoet<br />

Te hebben so dueren scat,<br />

Ende hadden den coninc om dat,<br />

Mynen lieven heer, geseynt. 20 (Rh 5427-5431)<br />

In meerdere opzichten is dit een geslaagde afsluiting, niet alleen omdat de<br />

vos hier nogmaals te kennen geeft dat hij de ring daadwerkelijk aan Cuwaert<br />

heeft meegegeven met de opdracht het juweel naar de koning te brengen (en hij<br />

dus niets met de moord op de haas te maken heeft), maar ook omdat hij door<br />

de nadruk te leggen op de kracht van de ring er nu zeker in geslaagd moet zijn,<br />

Nobels begeerte op te wekken. Uiteindelijk acht hij zichzelf niet waardig om<br />

~ 208 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!