27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

84 Zie noot 9.<br />

85 Jackson 1985, p. 68.<br />

86 Cf. III 45-47, 51-52.<br />

87 Gezien de nadruk op echtbreuk (in tegenstelling tot het motief verwantschap, dat ook in<br />

andere episodes veelvuldig voorkomt, is echtbreuk uitsluitend en nadrukkelijk in V 818.1-18<br />

te vinden (parum curans federa lecti (‘zonder zich veel aan te trekken van het huwelijksbed’),<br />

V 818.1; adulter (‘echtbreker’), V 818.2; mechum (‘echtbreker’), V 818.18; zelotipare (‘de horens<br />

op te zetten’), V 818.8; zelotipasse (‘de horens opzette’), V 818.18) en de vermeende<br />

verwantschap tussen Reynaert en Isegrim zou het ook nog mogelijk zijn om Reynaert en de<br />

wolvin te lezen als een parodie op beroemde verhalen, behorend tot de matière de Bretagne,<br />

over driehoeksrelaties tussen een oom, zijn vrouw en zijn neef. De affaire van Guinevere, de<br />

vrouw van koning Artur, en Modred, Arturs neef, is voor het eerst beschreven in de Historia<br />

regum Brittanniae van de Engelse geestelijke Geoffrey van Monmouth, een boek dat ruim tien<br />

jaar voor de Ysengrimus werd gedicht verscheen (zie Geoffrey van Monmouth, Geschiedenis<br />

van de Britse koningen, vertaald door Mark Nieuwenhuis, Amsterdam 2000, p. 191). Parallellen<br />

met het verhaal over de overspelige liefde tussen Tristan en Isolde, de vrouw van Tristans<br />

oom Mark, zijn in verband met de Roman de Renart al eerder opgemerkt (Cf. Foulet 1914,<br />

p. 180; Nancy Freeman Regalado, Tristan and Renart: Two tricksters, in: L’ Esprit Créateur<br />

16 (1976), p. 30-38). Of de dichter van de Ysengrimus met deze verhalen bekend was? Ik zou<br />

het niet durven zeggen. Hij noemt in VII 191 weliswaar Bretonse vertellers, in een burleske<br />

vergelijking (‘De Bretonnen beweren dat er evenveel van zijn (d.w.z. Isegrims, MN) rechterbil<br />

werd gesnoeid als een leerlooier in Reims voor drie stuivers verkoopt’), maar niet in verband<br />

met de matière de Bretagne.<br />

88 Huet 1921, p. 384-385; Hesse 1997, p. 116. Mölk 1993. Zie ook het artikel van Hans<br />

Rijns over de fabeltraditie elders in dit <strong>jaarboek</strong>.<br />

89 Vulpes et ursa; de Latijnse tekst is overgenomen uit Mölk 1993, p. 521-522.<br />

90 Verbale overeenkomsten: irascitur (Romulus)-iratam lupam (Y V 760); fugientem ... effugere<br />

(Romulus)-fugiensque fugansque (Y V 793); hostis (Romulus)-hostis (Y V 750, 767, 803);<br />

laqueum (Romulus)- laqueum (Y V 811); astucia (Romulus)-astu (Y V 802); agere (Romulus)agam<br />

(Y V 818.4), agis (Y V 818.12).<br />

91 In het Karolingische dierengedicht Aegrum fama fuit (cf. Ziolkowski 1993, p. 61-66) is<br />

het ook de beer, en niet de wolf, die het slachtoffer wordt van de list van de vos.<br />

92 Cf. V 784.<br />

93 Cf. Knapp 1979, p. 65-76; Mann 1988; Mölk 1993, p. 51.<br />

94 Matteüs, 5:44; Lucas, 6:27, 35.<br />

95 Cf. D.H Green, The Beginnings of Medieval Romance. Fact and Fiction, 1150-1220,<br />

Cambridge, 2002, p. 15.<br />

96 Cf. Mölk 1993, p. 517.<br />

~ 184 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!