27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

~ 181 ~<br />

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

31 Het landschap in de Ysengrimus wijkt wel vaker af van het vlakke, Vlaamse land. Zo<br />

ontvangt Rufaan, koning leeuw, zijn gasten in een diep dal, waar een dicht woud schaduw en<br />

koelte schenkt (III 39-42) en vlucht Reynaert vier dagen lang over beboste berghellingen en<br />

slingerpaden tussen de rotsen (V 317-318).<br />

32 Metamorphoses IV 709-710 en Fasti III 583-584; cf. Voigt 1884, p. 303.<br />

33 Cf. Voigt 1884, p. LXXI; Charbonnier 1983, p. 15.<br />

34 Isegrim presenteert zijn muil meer dan eens als een gasthuis (hospitium, zie noot 26)<br />

waarin Reynaert als gast (hospes, I 19) moet binnentreden.<br />

35 Het lot dat de belager van het meisje in Ovidius’ verhaal ondergaat, vertoont enige gelijkenis<br />

met het lot van de wolvin: Perseus valt het zeemonster van achter aan (occupat auersum,<br />

M IV 716), springt op de rug (terga ferae pressit, M IV 719) van het wilde dier (fera, dus vrouwelijk!)<br />

en maakt het af door meermalen zijn zwaard in het onderlijf te steken (ter quater exegit<br />

repetita per ilia ferrum, M IV 734), terwijl Reynaert de wolvin van achter bespringt en haar<br />

aan zijn ‘wapen’ ri<strong>jg</strong>t (dit laatste wordt in de Ysengrimus aan onze verbeelding overgelaten).<br />

36 RdR (o.a.) branche X, v. 285-295 (ed. Jean Dufournet & Andrée Méline, Le Roman de<br />

Renart, texte établi et traduit par Jean Dufournet et Andrée Méline, Parijs, 1985, deel 2, p. 206;<br />

VdvR (o.a.) A 522 (barbecane) en A 541 (haghedochte); zie noot 3 voor de gebruikte editie.<br />

37 Nec reuocare gradum (V 796) is een intertekstuele knipoog naar vers 128 van boek VI van<br />

de Aeneis, het boek waarin Aeneas’ afdaling in de onderwereld wordt beschreven; cf. Nieuwenhuis<br />

2008, p. 41.<br />

38 Cf. Mann 1987, p. 20-25; Nieuwenhuis 2009, p. 253.<br />

39 Cf. Parry 1964, p. 272; Curran 1978, p. 220.<br />

40 D’Hane-Scheltema vertaalt spe (hoop, I 539) hier met liefde. Cf. Parry 1964, p. 270-271;<br />

Curran 1978, p. 233-235. Zie ook M V 626-629.<br />

41 Laqueo IV 507-laqueum V 811; stringitur IV 512-stringit V 798; prodit IV 509-prodit<br />

V 797; canis IV 507- canem V 798.<br />

42 Cf. Nieuwenhuis 2008, p. 42.<br />

43 Verbale echo’s: laqueis M XI 73-laqueo Y IV 507; teneri M XI 74-tenetur Y IV 507; astringit<br />

M XI 75-stringit Y V 798; defixa M XI 76-fixam Y V 818.2; cohaeserat M XI 76-hesit<br />

Y V 795, heret Y 799, herentem Y V 813, herentis Y V 818.<br />

44 Cf. I 272, 355; III 775, 906; IV 346. Callidus (M XI 73) is in M VIII 782 het epitheton<br />

voor een vos die zigzaggend vlucht.<br />

45 Cf. Isegrim visser, Isegrim landmeter, Reynaert en de wolvin, Isegrim in het klooster, Isegrim<br />

en Jozef, De verdeling van de buit, Isegrims eed (in dit laatste verhaal lokt de vos de wolf letterlijk<br />

in de val).<br />

46 Ook in Isegrim landmeter zet de vos zijn tanden in de wolf (II 658-659), maar dat zijn<br />

de enige keren dat de vos zelf Isegrim te lijf gaat. In andere gevallen zet Reynaert de situatie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!