27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

~ 177 ~<br />

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

En dan de teksten waar de dichter verhaalstof aan ontleende. De voornaamste,<br />

de fabel van de vos en de berin, eindigt met een verkrachting. De structuur<br />

van de list in de fabel is dezelfde als die in Reynaert en de wolvin: de vos wekt<br />

de woede van zijn grotere, vrouwelijke tegenstander, lokt zijn achtervolger mee<br />

en laat haar klemlopen, waarna een verkrachting volgt. Behalve in deze fabel<br />

komt het motief verkrachting talloze keren voor in Ovidius’ Metamorphoses,<br />

de eerste keer (Io, M I 568-600) zelfs in het Tempedal, de naam waarmee<br />

de omgeving van Reynaerts hol wordt aangeduid. Gezien de aandacht die de<br />

dichter van het Gentse dierenepos schenkt aan zijn schildering van de idyllische<br />

omgeving van het vossenhol, halverwege Reynaert en de wolvin, heeft het<br />

er alle schijn van dat deze passage een bijzondere plaats inneemt in het verhaal.<br />

Volgens mij heeft de dichter met deze locus amoenus, in samenhang met de<br />

achtervolging en de verkrachting, die ook in de fabel van de vos en de berin<br />

voorkomen, willen verwijzen naar de Ovidiaanse ‘liefdes’jacht.<br />

Op grond van de genoemde analogieën met de fabel van de vos en de berin,<br />

met name de verkrachting, en het gebruik van de locus amoenus als decor van verkrachtingen<br />

in Ovidius’ Metamorphoses, is de verkrachtingsscène in Reynaert en<br />

de wolvin een logisch vervolg op de achtervolging en het vastzitten van de wolvin.<br />

Voigts argumenten tegen de authenticiteit van V 818.1-18 kunnen weerlegd<br />

worden: de tegenspraak die hij zag tussen het plezier dat de wolvin beleefde<br />

enerzijds en dat ze daarna samen met Isegrim de vos dood wenst anderzijds,<br />

kan verklaard worden uit haar verlangen om haar man naar de mond te praten.<br />

Op Voigts observatie dat de dichter van de Ysengrimus terughoudend was<br />

in geslechtlichen Puncte valt ook wel wat af te dingen. De verkrachting wordt<br />

namelijk maar heel kort genoemd (assilit, V 818.2), zoals dat ook in de Metamorphoses<br />

en in de fabel van de vos en de berin gebeurt. Ook de dubbelzinnige<br />

uitspraak van de wolvin in V 818.13-14 lijkt mij niet scabreuzer dan de passages<br />

over Corvigaars lid of over Aldrada’s neus in de aars van de wolf. Daar komt<br />

nog bij dat het in Reynaert en de wolvin gaat om dieren, niet om mensen. Misschien<br />

zegt Voigts opmerking wel meer over zijn eigen kijk op ‘geslechtlichen<br />

Puncte’ of over de tijd waarin hij leefde dan over de dichter van de Ysengrimus.<br />

Een opmerking van Van Mierlo in zijn vertaling van de Ysengrimus vormt een<br />

aardige parallel: hij liet V 1236-1256 weg (de passage over Corvigaars penis),<br />

met als enige commentaar: ‘Hier volgen eenige verzen, waarvan wij den hedendaagschen<br />

lezer willen verschoonen.’ 101<br />

Mölk voert nog twee argumenten tegen de authenticiteit van V 818.1-18<br />

aan. Ten eerste Reynaerts karakterisering als vrouwenheld. Zoals ik heb laten

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!