27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

situatie is als volgt: de vos heeft zijn avonturen verteld aan de beer, die er een<br />

gedicht over schreef. Deze verzen vormen het binnenverhaal, bestaande uit De<br />

bedevaart, De vos en de haan, Isegrim in het klooster en Reynaert en de wolvin, dat<br />

aan het hof van de koning wordt voorgelezen door Grimmo de ever. 97<br />

Als de bronvermelding in V 818.17 voor rekening komt van Grimmo als verteller,<br />

gaat het om een verwijzing naar Bruuns gedicht waar hij op dat moment uit<br />

voorleest. Ik zie dan niet waarom Grimmo’s bronvermelding een argument zou<br />

moeten zijn om V 818.1-18 als een interpolatie te beschouwen. Als de bronvermelding<br />

voor rekening komt van Bruun als dichter, en Grimmo enkel als voorlezer<br />

optreedt, is het wel opmerkelijk dat Bruun naar een schriftelijke bron verwijst;<br />

de beer had dit verhaal immers uit Reynaerts mond opgetekend. Het kan<br />

ook nog dat dezelfde verteller als in I 1061-1062 even in Grimmo’s voorlezing<br />

van Bruuns verhaal inbreekt, zoals ook gebeurt in V 819-820, de overgang tussen<br />

Reynaert en de wolvin en het vervolg van Isegrim in het klooster, al zouden die twee<br />

regels ook deel kunnen uitmaken van Bruuns relaas. Al met al is de vertelsituatie<br />

zo ondoorzichtig dat ik er geen vergaande conclusies aan zou durven verbinden.<br />

Naspel (V 1117-11<strong>24</strong>)<br />

Reynaert en de wolvin (V 705-820) wordt gevolgd door het tweede deel van<br />

Isegrim in het klooster. Na zijn smadelijke aftocht uit het klooster stuit de wolf<br />

op zijn vrouw:<br />

(…) Hij beefde en dwaalde door hem welbekende streken alsof hij<br />

zich op onbekend terrein bevond en kwam niet eerder tot zichzelf<br />

dan toen hij bleef staan op de plek waar zijn echtgenote tot halverwege<br />

haar lichaam stevig klem zat. Hij trok zijn ongelukkige vrouw<br />

los en toen zij elkaar Reynaerts misdaden verteld hadden, zwoeren<br />

ze dat hij daar met een vreselijke dood voor moest boeten. Maar al<br />

deze beledigingen, zo zegt men, werden door een ham (Reynaert<br />

weet wel waar en door wie die werd verdeeld) afgekocht.<br />

… erratque pauetque,<br />

sicut in externis per loca nota uiis,<br />

et non ante sui meminit, quam staret, ubi uxor<br />

herebat, medio corpore uincta tenus.<br />

Extraxit miseram, referunt iurantque uicissim<br />

~ 174 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!