27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Parodie op de hoofse liefde en de pastourelle?<br />

~ 169 ~<br />

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

In V 818.1-18 komt een woordveld voor dat herinnert aan de terminologie van<br />

de hoofse liefde: liefde (amor), naastenliefde (pietas), dienst (obsequium), trouw (fides),<br />

dame/vrouwe/meesteres (hera; domna; domina) en dienaar (uerna), vreugde/<br />

genot (gaudia), spel/scherts (ludus; iocum) en grappig (facetus). Deze woorden komen<br />

ook elders in de Ysengrimus voor, maar gezamenlijk en in de context van Reynaert<br />

en de wolvin kunnen ze in verband worden gebracht met de hoofse liefde. 74<br />

Reynaert spreekt echter niet over amor (V 818.5), pietas (V 818.7), fides (V 818.6)<br />

en obsequium (V 818.7) om de wolvin te verleiden, 75 maar rechtvaardigt met deze<br />

spot het bespringen van de vrouw van zijn oom: hij doet dat, een trouwe verwant<br />

als hij is, zogenaamd uit genegenheid voor Isegrim en om hem een dienst<br />

te bewijzen. Yates meent dat obsequium in V 818.7 als een erotische term gelezen<br />

moet worden, in de zin van Frauendienst. 76 Ik sluit niet uit dat obsequium<br />

deze connotatie hier heeft, maar het gaat in de eerste plaats om een dienst<br />

die de vos zijn oom (V 818.8) bewijst. Dat blijkt ook uit pro patris obsequio in<br />

V 745. Daar bewijst Reynaert zijn oom een dienst door de welpen zogenaamd<br />

een gemengde schotel aan te bieden, in V 818.7 door zich als een goede gastheer<br />

over zijn vrouw te ontfermen.<br />

Domna in V 818.9 is geen aanspreekvorm voor een beminde dame maar een<br />

beleefdheidsvorm waarmee Reynaert elders de ree Bertiliana (IV 227) en de<br />

zeug Salaura (VII 507) aanspreekt. Ook de verteller duidt vrouwelijke dieren<br />

aan met domna, evenals met hera (V 818.2) en domina (V 818.14), 77 zonder dat<br />

er liefde in het spel is.<br />

De wolvin bedient zich in haar repliek ook van woorden die bij het woordveld<br />

van de hoofse liefde behoren, met name haar voorstelling van de vos als een<br />

goede dienaar van dames (uerna penes dominas … probus, V 818). 78 De term<br />

uerna heeft hier echter geen betrekking op een edelman die zich vernedert om<br />

zijn vrouwe te dienen, maar op een dienaar, een knecht. Dat is ook de betekenis<br />

van uerna elders in de Ysengrimus. Het woord komt nog drie keer voor, telkens<br />

in een vergelijking waarin het gaat om een dienaar, lui (piger, II 442), dwars<br />

(rebellis, IV <strong>24</strong>4) of trouw (fidus, VI 284), die zijn meester(s) (domino, II 442;<br />

dominis, VI 284) al dan niet ter wille is. 79 De enige keer dat het om een bereidwillige<br />

dienaar gaat (VI 284), gaat het om Reynaert. De formulering in V 818.14<br />

(uerna … dominas … probus), die ook om de oppositie meester-dienaar en het<br />

wel/niet uitvoeren van taken draait, heeft evenals VI 283-284 betrekking op<br />

de als een goede dienaar voorgestelde vos.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!