27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

~ 167 ~<br />

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

vastgeklemd in de deuropening van het pelgrimsonderkomen, een hospitium, nadat<br />

hij zich als ongenode gast toegang had verschaft en vervolgens door zes dieren<br />

werd afgetuigd. 67 De gastvrijheid die hij daar had genoten was hem nogal rauw op<br />

het lijf gevallen, en dat wil hij Reynaert betaald zetten. Vandaar dat Isegrim in<br />

De geschiedenis met de ham de vos bij herhaling oproept om in zijn gastvrije muil<br />

te springen: Hospitium nostro tibi nunc in uentre paratur, / incide! (…) Incide,<br />

sodalis, ini! (‘Nu is je bedje gespreid in mijn maag! Kom binnen! (…) Naar<br />

binnen, kameraad!’, I 53-54); pando tibi hospitium (‘Ik stel mijn herberg voor<br />

je open’, I 57-58); ingredere hospitium (‘zijn gasthuis binnen te gaan’, I 105); subire<br />

hospitium (‘gasthuis binnengaan’, I 127-128). 68 Zo probeert hij Reynaert zijn streken<br />

betaald te zetten als wraak voor wat hem in De bedevaart was aangedaan en<br />

voor wat zijn vrouw in het vossenhol overkwam; Reynaert had de vastgeklemde<br />

wolvin immers opgeroepen zijn huis binnen te gaan (subi tectum, V 818.9).<br />

Reynaerts opmerking over de goede gastheer in V 818.10 verwijst ook naar de<br />

scène in en voor het wolvenhol, eerder in deze episode. Daar verwijt de wolvin<br />

Reynaert dat hij zich niet aan de regels der gastvrijheid houdt: Non sequeris<br />

morem, tu meus hospes eras! / Turpiter hospitii grates furatus abisti; / hospita te<br />

reuocat, fare, resiste parum! (‘Je was mijn gast, maar je gedraagt je niet zoals het<br />

hoort! Op schandalige wijze heb je me je dankbaarheid voor mijn gastvrijheid<br />

onthouden en bent weggegaan! Je gastvrouw roept je terug! Zeg toch iets! Blijf<br />

toch even!’, V 752-754). Met zijn opmerking in V 818.10 (hospitis … mores)<br />

spreidt Reynaert zijn goede manieren als gastheer ten toon om zijn eerdere gebrek<br />

aan fatsoen weer ‘goed’ te maken. Dit is een onmiskenbare verwijzing naar<br />

V 752 (morem … hospes) en laat zien dat Reynaerts woorden in V 818.3-10 een<br />

vervolg vormen op zijn woordenwisseling met de wolvin voor het wolvenhol.<br />

De repliek van de wolvin (V 818.11-820)<br />

In V 818.11 komt de wolvin aan het woord. Ondanks de benarde positie<br />

waarin zij verkeert, reageert ze welwillend op Reynaerts schertsende woorden<br />

en laat alles opgewekt over zich heen komen; zo blijkt wat als een brute verkrachting<br />

leek te beginnen, een door de onderliggende partij niet ongewenste<br />

vrijage te zijn. Mede op grond van deze reactie van de wolvin beschouwde Voigt<br />

V 818.1-18 als een interpolatie. Bij een lupa hoeft het echter geen verbazing<br />

te wekken dat ze zich laat bespringen. Daar komt nog bij dat wat Reynaert<br />

de welpen aandeed en nu met de wolvin doet, gericht is tegen Isegrim. Dat

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!