27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

Voor we te weten komen wat Reynaert van plan is, vertraagt de verteller na de<br />

uitgebreide beschrijving van het landschap en het vossenhol nogmaals de handeling<br />

door een reeks sententiae in te voegen. Deze spreuken, thematisch verwant<br />

met sententiae in andere episodes waarin de wolf wordt afgetuigd, hebben<br />

betrekking op de oppositie wijs-dwaas (sapiens-stultus), een belangrijk motief in<br />

de Ysengrimus. 47 Zoals – vrijwel – altijd is Reynaert de wijze, terwijl de wolvin<br />

hier de dwaas is, een rol die haar echtgenoot telkens weer met verve speelt.<br />

Overigens betekent sapiens in de Ysengrimus niet wijs in de zin van verstandig,<br />

weloverwogen, behept met inzicht, maar eerder slim, handig, streetwise: het<br />

vermogen om je eigen belangen veilig te stellen, terwijl iedereen die zich door<br />

een ander de kersen van zijn taart laat eten stultus is. 48<br />

Stultus (V 803, 807, 809, 811), incautus (onoplettend, onachtzaam, V 810)<br />

en temere (blindelings, V 803) karakteriseren het gedrag van de dwaas in de<br />

sententiae en beschrijven het gedrag van de wolvin in deze episode, in alle episodes<br />

waarin Isegrim de verliezer is, het optreden van de wolf. Ik geef hieronder<br />

enkele voorbeelden om te laten zien hoezeer de sententiae in V 801-812 verbonden<br />

zijn met andere episodes.<br />

Dat we de dwaas gelijk mogen stellen met Isegrim blijkt o.a. uit stultum senem<br />

in III 204 (de dwaze oude, d.w.z. de wolf) en Quid stulto concepta semel<br />

prudentia confert? / Post sapere exiguum stultior usque manet (‘Wat heeft een<br />

dwaas aan één helder moment? Na een moment van bezinning blijft hij alleen<br />

nog maar dommer’, IV 669-670). In beide gevallen gaat het om vertellerscommentaar.<br />

Dat Reynaert de vos sapiens is, zien we onder meer in het begin van<br />

de hofdagepisode, wanneer Gutero de haas Reynaert komt melden dat hij aan<br />

het hof ontboden wordt om daar een verklaring te geven voor zijn afwezigheid.<br />

Hij antwoordt de haas dan: ‘Waar een sukkel het leven laat, gaat een wijs man<br />

vrijuit’ (It sapiens liber, quo perit artis inops, III 302). Artis inops, hier vertaald<br />

als sukkel, betekent letterlijk arm aan list. De wijze is dus rijk aan list, en dat<br />

geldt bij uitstek voor Reynaert.<br />

De wijze kri<strong>jg</strong>t zonder veel moeite te pakken wat hij begeert (V 808), de dwaas<br />

verliest alleen maar (V 803-805, 807-808). Iets dergelijks lezen we ook in VI<br />

297, waar de vos tegen de wolf zegt: ‘Wie in zijn domheid andermans bezit<br />

begeert, verliest zijn eigen bezit, zichzelf en dat wat hij begeert’ (Stulte aliena<br />

petens sua seque petitaque perdit). Dit herinnert sterk aan Que queris, potius quam<br />

te quesitaque perdas in V 805 en Preteriit stultus magno quesita labore in V 807.<br />

V 803 is thematisch verwant aan sententiae elders in de tekst waarin de oppositie<br />

wijs-dwaas gecombineerd wordt met gevaar: ‘De dwaas, die bang is als<br />

~ 158 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!