27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

‘Mea culpa, pater, mater,<br />

’k Heb den otter en den kater,<br />

En zo menig ander dier,<br />

Kwaed gedaen voor mijn plaisir’<br />

(naar de schooluitgave van Jan Frans Willems uit 1839)<br />

~ 123 ~<br />

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

Een ander soort ‘plaisir’ had Gezelle intussen zeker beleefd als Spoker toen<br />

hij als in de hoek gedrongen leraar zijn frustraties gedeeltelijk uitte door zijn<br />

satirische bijdragen in Reinaert de Vos, een zondagsblad voor verstandige lieden<br />

aaneengeknoopt door zeven filosofen van Lodewijk Vleeshouwer (Antwerpen<br />

1810-1866). Vleeschouwers pseudoniem was Kribbeleer, Guido Gezelle<br />

gebruikte Spoker als schuilnaam. Elf nummers lang zal hij iedere week zijn<br />

bijdrage aan dit Antwerpse blad bezorgen, nadien zou hij nog sporadisch<br />

tekst inleveren. Vleeshouwer, wiens zoon van Gezelle les kreeg, kwam sterk<br />

op voor de taalrechten van het Vlaamse volk en dat zinde Gezelle uitermate.<br />

Reynaert, symbool van Vlaamse grootheid, was een scherp wapen dat kon<br />

worden gehanteerd tegen de eerder Vlaamshatende beau monde (waarbij de<br />

hogere geestelijkheid een belangrijke plaats innam). In dit blad kon de jonge<br />

dertiger Gezelle spottend, hekelend, scherp en sprankelend van taal zijn vossenpen<br />

ook richten tegen Slokop, Sloekop of Slokkaert, die hij als een wolf<br />

voorstelt. Slokkaart is eigenlijk Napoleon III, die al te graag België zou willen<br />

annexeren, maar er is een ‘vosken’ dat hem een steen in de muil werpt met alle<br />

gevolgen van dien.<br />

Slokkaart, in een appelmande,<br />

zag ’nen appel – Ai zo lief! –<br />

liggen, dat hem van zijn tanden<br />

’t water van zijn tote liep.<br />

Ai, och! Mocht ik profiteren<br />

van den appel! ’k hé zo’n durst, dorst<br />

’k zou hem lieflijk aan-hekseren<br />

met mijn mage wacht wat! g’rust!<br />

Wijder als een wafelijzer<br />

doet hij ’t lieve mondtje ton toen<br />

o-pen, dat de schoone spijs er<br />

heel fatsoenlijk binnenkon.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!