27.12.2012 Views

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tiecelijn <strong>24</strong><br />

mijn dierbaar West-Vlaanderen te trekken, geen verzameling verhaaltjes en<br />

ook geen kritische analyse, wel het relaas van een heuse tocht doorheen de provincie<br />

waar ik ben opgegroeid, daarbij geholpen door sporen in uiteenlopende<br />

studies, vooral dan Rik van Daeles Ruimte en naamgeving in Van den vos Reynaerde<br />

en de vele Tiecelijnnummers. Dit artikel is niets meer dan het relaas van<br />

een boeiende en nooit eindigende zoektocht. De ‘tocht’ doet vooral het Brugse<br />

ommeland aan, maar ook het Kortrijkse en de Westhoek ... Voor deze literaire<br />

reis hebben wij een auto nodig, maar af en toe is een voettocht wenselijk om de<br />

vele schuilplaatsen van de vos te vinden. Wij starten in ‘Brugge die scone’, de<br />

fiere hoofdplaats van West-Vlaanderen.<br />

De ‘Burg’ in Brugge<br />

Tussen de Markt en de Burg, een van de oudste kernen van de stad, zo niet<br />

de oudste, ligt de drukke Breydelstraat. Hier begint onze Brugse tocht. In<br />

de gevel van het huis nummer 8 kun je een grenssteentje ontdekken van het<br />

‘Proostse’. Links: een smalle middeleeuwse brandgang: de Garre van Konee,<br />

waarover in mijn jeugd het volgende straatliedje de ronde deed: ‘Sissen stoend<br />

te pissen in de Garre van Konee. ’t Kwaam dor twee polissen en ze naam’n Sissen<br />

mee.’. Het doet me denken aan twee Brugse liedboeken waarin een drietal<br />

Reynaertliederen ons meteen naar de staart van de Brugse vos doen grijpen. Ze<br />

werden gedrukt tussen 1710 en 1733 door de toenmalige Brugse stadsdrukker<br />

Andreas Wydts, die in deze Breydelstraat woonde. In het themanummer rond<br />

Vossenpoëzie uit Tiecelijn, jaargang 18, 2005, p. 168-171 (verderop vermelden<br />

we alleen nog jaartal en paginanummers zodat wie in de teksten wil verdwalen,<br />

de reis nog intenser kan maken) vind je er twee van terug: Van Reyntjen<br />

de vos: ‘Hoe hy eenen Boer bedroogh, passende op den Arts-ketter Maerten<br />

Luther’ en Kluchtigh leersaem liedt: ‘Hoe den Vos den Beer bedroghen, en daer<br />

naer noch uytgelacchen heeft’. Ze verschenen in de bundel Den Vlaemschen<br />

papegaey, een heruitgave met enkele nieuwe teksten van het oudere liedboek<br />

Het aengenaem Lysterken, dat ‘eerbaere kluchten’ bevatte, ‘vryagiën, mey- en<br />

drinkliedekens, hekel-sangen en meer andere Codderyen’. Jacobus de Ruyter,<br />

een Veurnse boekhandelaar en ‘poète-chansonnier’, is de vermoedelijke auteur.<br />

De ‘bedrogen boer’ gaat met een kar vol kippen de weg op. ‘Reyntje vos, van<br />

nature / Oolijck, schalck ende vals’ legt zich voor dood op de weg. De boer<br />

is verlekkerd op de pels die zeker een flinke duit zal opbrengen. Hij gooit de<br />

~ 112 ~

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!