jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap
jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap jg 24 jaarboek 4 - Reynaertgenootschap
Tiecelijn 24 bij een expositie van een Reynaertbeeld in Shanghai in november 2006. Ze bevestigt een beeld en een datering die vaak voorkomen in oudere studies. 73 In een gesprek met Godelieve de Clercq, een nicht van priester Jozef van de Putte die de Reynaertopvoering leidde in 1936, vroeg ik: ‘Wat zou je oom geleid hebben tot deze belangstelling voor Reynaert?’ Zij antwoordde: ‘Ik denk dat hij zich zelf als een vos voelde’. ‘Wat bedoel je daarmee,’ vroeg ik. En zij ging verder: ‘Telkens opnieuw was hij de plezierige grappenmaker, die leute bracht. Zoals die keer toen een horlogemaker in Lochristi-Dorp een blad papier had geplakt voor een gat in een gebroken ruit. Nonkel stak zijn kop door dat papier en vroeg: hoe laat is het?’ Vele keren heb ik in gesprekken of na een lezing de reactie gekregen: ‘Het is dus allemaal fictie? Reynaert is dus niet in Hijfte geweest?’ Vele geïnteresseerden kennen het verhaal niet of nauwelijks, laat staan de huidige wetenschappelijke visies omtrent het ontstaan, de datering en de interpretatie van de Reynaert. We kunnen het hen natuurlijk niet verwijten. Bovendien is het Reynaertbeeld niet uniform. 74 5. Besluit Weinig literaire werken hebben zoveel eeuwen na hun ontstaan nog een zo grote weerklank als Van den vos Reynaerde. Tegelijkertijd hebben weinig literaire werken zoveel aangepaste versies die soms veraf staan van het oorspronkelijke werk. De invloed in Groot-Lochristi was bijzonder groot, vooral vanaf 1965 met de plaatsing van het mooie Reynaertmonument aan de kerk van Lochristi, de doop van de eerste twee Reynaertreuzen en de daarbij georganiseerde Reynaertfeesten. De Heemkundige Kring De Oost-Oudburg speelde daarin bij de aanvang een bemiddelende rol. Directe aanleiding voor de indrukwekkende aanwezigheid van Reynaert in Lochristi was de plaatsvermelding in het middeleeuwse epos van de wijk Hijfte en ook van andere locaties die volgens sommige auteurs betrekking hadden op plaatsen in Groot-Lochristi. Aan die lijst van plaatsaanduidingen heb ik er in deze bijdrage nog een toegevoegd, namelijk de Rostijnenstraat (woestijne/woeste veld) te Lochristi-Hijfte, die tot nu toe niet of nauwelijks ter sprake kwam in de Reynaertstudie. Zowat overal worden wij nu in Lochristi aan Reynaert herinnerd en dat is een goede zaak, want Van den vos Reynaerde blijft een hoogstaand meesterwerk dat handelt over ‘wat des mensen is’: het immoreel gebruik van de taal, iets wat nog steeds ons menselijk bestaan bedreigt, en hoe ieder van ons kan gepakt worden op zijn zwakke plekken. ~ 104 ~
Noten ~ 105 ~ Tiecelijn 24 1 Zoals de deskundigen het werk nu algemeen zien ontstaan rond 1260, zie: J. Janssens, R. van Daele, V. Uyttersprot en J. de Vos, Van den Vos Reynaerde, Het Comburgse handschrift, Leuven, 1991, p. 175. 2 Mijn oorspronkelijke tekst richtte zich tot de leden van de Heemkundige Kring De Oost- Oudburg en verscheen in het Jaarboek 57 (2010), p. 179-248 als ‘Van den vos Reynaerde in Lochristi, Hijfte, Beervelde, Zaffelare en Zeveneken. Over de aanwezigheid van Reynaert de Vos in Groot-Lochristi’. De algemene gegevens over Van den vos Reynaerde werden weggelaten. Andere stukken werden sterk ingekort en/of licht herwerkt. De toelichtingen bij de opsommende lijsten die in dit artikel verschenen worden samen met de digitale versie van het jaarboek ook gepubliceerd op www.reynaertgenootschap.be (Inventaris van het Reynaertgebeuren). 3 Het werk van Isidoor Teirlinck (1851-1934) De toponymie van den Reinaert, Gent, 1910, werd officieel uitgegeven in 1910-1912, maar verscheen in feite pas in 1913 (vermoedelijk ten gevolge van de vondst van het Dyckse handschrift). 4 Wij verwijzen in dit artikel consequent naar de historische naam omdat daarin nog de oude naam weerklinkt: ‘Odeveld’ betekent: ‘woest of open veld’. 5 Zo schreef Jozef Goossenaerts over Lochristi (vóór de fusie) om de Reynaert meer op Gent te betrekken en Maupertuus uiteindelijk te vereenzelvigen met kasteel Notax te Destelbergen. Hij schreef: ‘Daar in de buurt lag het grote bos, de silva S. Bavonis. Binnen dat bos lag ook Lo (Christi) en een groot deel van Oostakker. Volgens De Potter en Broeckaert, Geschiedenis van Oostakker, p. 6, kwam het bos tot bij Gent. Zie Teirlinck 81.’ J. Goossenaerts, ‘Onze Reinaert op het Spoor II’, in: Wetenschappelijke Tijdingen, 19 (1959) 7, kol. 291. 6 B. Vervaet, De kerk van Zaffelare. Acht eeuwen dorpsgeschiedenis, Lochristi-Zaffelare, 2007, p. 16-20. 7 Dit is de terminus ante quem en het kan veel vroeger zijn geweest, maar na 1221, want bij de stichting van de parochie Zaffelare in 1221 behoorde Lochristi nog tot de H. Kerstparochie. Het oudste document dat over de pastoor van Lochristi spreekt is een testament van september 1257. Zie C. Vleeschouwers, De oorkonden van de Sint-Baafsabdij te Gent (819- 1321). II, Uitgave, Brussel, 1990, p. 398. 8 B. Vervaet, ‘Een kerk te Zeveneken (Sint-Baafsdomein) voor inwoners van Lokeren (grafelijk gebied) en Eksaarde’, in: Jaarboek Heemkundige Kring De Oost-Oudburg 42 (2005), p. 355-376. 9 Comburgse handschrift, verzen 513-515. 10 N. de Pauw, ‘Guillaume, auteurs des romans néerlandais de Madoc et de Reinaert de Vos’, in: Biographie Nationale, dl. 8 (1881-1883), kol. 449-465; N. de Pauw, ‘Willems’ Madoc’, in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie, 1887, p. 167. 11 Rijksarchief te Gent (RAG), Abdij van Groenenbriel, oorkonde 48. De meeste auteurs situeren deze oorkonde onjuist in het Gentse stadsarchief, wat er onrechtstreeks kan op wijzen
- Page 54 and 55: Tiecelijn 24 12 Met uitzondering va
- Page 56 and 57: Tiecelijn 24 31 Het internet brengt
- Page 58 and 59: Artikel / Tiecelijn 24 is driemaal
- Page 60 and 61: Tiecelijn 24 levert hij slechts een
- Page 62 and 63: Tiecelijn 24 Het jaar van de vos: 1
- Page 64 and 65: Tiecelijn 24 terwijl de laatste vre
- Page 66 and 67: Tiecelijn 24 Af en toe vallen rake
- Page 68 and 69: Tiecelijn 24 keurig afgewerkte figu
- Page 70 and 71: Tiecelijn 24 van Nobel geprogrammee
- Page 72 and 73: Tiecelijn 24 en rond Lochristi een
- Page 74 and 75: Tiecelijn 24 1.2. Maperteeus te Bee
- Page 76 and 77: Tiecelijn 24 Ook broeder Aloïs (P.
- Page 78 and 79: Tiecelijn 24 stellen over het Hijft
- Page 80 and 81: Tiecelijn 24 de omgeving, waar vana
- Page 82 and 83: Tiecelijn 24 door de vos getransfor
- Page 84 and 85: Tiecelijn 24 1.8. Tot besluit Van a
- Page 86 and 87: Tiecelijn 24 5. Tibeert in de stal
- Page 88 and 89: Tiecelijn 24 het vervaardigen, de k
- Page 90 and 91: Tiecelijn 24 2.7. De eerste Lootse
- Page 92 and 93: Tiecelijn 24 • Het Reynaertbeeld
- Page 94 and 95: Tiecelijn 24 3.2. De Reynaertreuzen
- Page 96 and 97: Tiecelijn 24 gemeentebestuur van Lo
- Page 98 and 99: Tiecelijn 24 Vele verenigingen gave
- Page 100 and 101: Tiecelijn 24 naertbier wordt gebrou
- Page 102 and 103: Tiecelijn 24 sen kosmos en chaos di
- Page 106 and 107: Tiecelijn 24 dat men sinds de uitga
- Page 108 and 109: Tiecelijn 24 38 L. Goeminne, ‘Waa
- Page 110 and 111: Tiecelijn 24 gemeenten van Groot-Lo
- Page 112 and 113: Tiecelijn 24 mijn dierbaar West-Vla
- Page 114 and 115: Tiecelijn 24 Dat Van den vos Reynae
- Page 116 and 117: Tiecelijn 24 dies van Janssens, Bou
- Page 118 and 119: Tiecelijn 24 om er een duivelse vos
- Page 120 and 121: Tiecelijn 24 Je kunt je verbeelding
- Page 122 and 123: Tiecelijn 24 Wilt ge mij zieden oft
- Page 124 and 125: Tiecelijn 24 Maar, zoo Slokkaart st
- Page 126 and 127: Tiecelijn 24 Dijk, een Kraaiendreef
- Page 128 and 129: Tiecelijn 24 Claerhout houdt Tijl e
- Page 130 and 131: Tiecelijn 24 kan je in een brede bo
- Page 132 and 133: Tiecelijn 24 luxe-editie van de Rey
- Page 134 and 135: Tiecelijn 24 Doch wie dit gedicht l
- Page 136 and 137: Tiecelijn 24 Brugge en Gent een van
- Page 138 and 139: Tiecelijn 24 En ê Boentekroaie E b
- Page 140 and 141: Tiecelijn 24 Vlaanderen speurde ik
- Page 142 and 143: Tiecelijn 24 • Jozef Janssens en
- Page 144 and 145: Tiecelijn 24 De vermeende interpola
- Page 146 and 147: Tiecelijn 24 Ik hoop zo de plaats v
- Page 148 and 149: Tiecelijn 24 sujet en ook de wolvin
- Page 150 and 151: Tiecelijn 24 gesleurd door de onder
- Page 152 and 153: Tiecelijn 24 ulteriusque utrobique
Noten<br />
~ 105 ~<br />
Tiecelijn <strong>24</strong><br />
1 Zoals de deskundigen het werk nu algemeen zien ontstaan rond 1260, zie: J. Janssens,<br />
R. van Daele, V. Uyttersprot en J. de Vos, Van den Vos Reynaerde, Het Comburgse handschrift,<br />
Leuven, 1991, p. 175.<br />
2 Mijn oorspronkelijke tekst richtte zich tot de leden van de Heemkundige Kring De Oost-<br />
Oudburg en verscheen in het Jaarboek 57 (2010), p. 179-<strong>24</strong>8 als ‘Van den vos Reynaerde in<br />
Lochristi, Hijfte, Beervelde, Zaffelare en Zeveneken. Over de aanwezigheid van Reynaert<br />
de Vos in Groot-Lochristi’. De algemene gegevens over Van den vos Reynaerde werden weggelaten.<br />
Andere stukken werden sterk ingekort en/of licht herwerkt. De toelichtingen bij de<br />
opsommende lijsten die in dit artikel verschenen worden samen met de digitale versie van het<br />
<strong>jaarboek</strong> ook gepubliceerd op www.reynaertgenootschap.be (Inventaris van het Reynaertgebeuren).<br />
3 Het werk van Isidoor Teirlinck (1851-1934) De toponymie van den Reinaert, Gent, 1910,<br />
werd officieel uitgegeven in 1910-1912, maar verscheen in feite pas in 1913 (vermoedelijk ten<br />
gevolge van de vondst van het Dyckse handschrift).<br />
4 Wij verwijzen in dit artikel consequent naar de historische naam omdat daarin nog de<br />
oude naam weerklinkt: ‘Odeveld’ betekent: ‘woest of open veld’.<br />
5 Zo schreef Jozef Goossenaerts over Lochristi (vóór de fusie) om de Reynaert meer op Gent<br />
te betrekken en Maupertuus uiteindelijk te vereenzelvigen met kasteel Notax te Destelbergen.<br />
Hij schreef: ‘Daar in de buurt lag het grote bos, de silva S. Bavonis. Binnen dat bos lag ook Lo<br />
(Christi) en een groot deel van Oostakker. Volgens De Potter en Broeckaert, Geschiedenis van<br />
Oostakker, p. 6, kwam het bos tot bij Gent. Zie Teirlinck 81.’ J. Goossenaerts, ‘Onze Reinaert<br />
op het Spoor II’, in: Wetenschappelijke Tijdingen, 19 (1959) 7, kol. 291.<br />
6 B. Vervaet, De kerk van Zaffelare. Acht eeuwen dorpsgeschiedenis, Lochristi-Zaffelare,<br />
2007, p. 16-20.<br />
7 Dit is de terminus ante quem en het kan veel vroeger zijn geweest, maar na 1221, want<br />
bij de stichting van de parochie Zaffelare in 1221 behoorde Lochristi nog tot de H. Kerstparochie.<br />
Het oudste document dat over de pastoor van Lochristi spreekt is een testament<br />
van september 1257. Zie C. Vleeschouwers, De oorkonden van de Sint-Baafsabdij te Gent (819-<br />
1321). II, Uitgave, Brussel, 1990, p. 398.<br />
8 B. Vervaet, ‘Een kerk te Zeveneken (Sint-Baafsdomein) voor inwoners van Lokeren<br />
(grafelijk gebied) en Eksaarde’, in: Jaarboek Heemkundige Kring De Oost-Oudburg 42 (2005),<br />
p. 355-376.<br />
9 Comburgse handschrift, verzen 513-515.<br />
10 N. de Pauw, ‘Guillaume, auteurs des romans néerlandais de Madoc et de Reinaert de Vos’,<br />
in: Biographie Nationale, dl. 8 (1881-1883), kol. 449-465; N. de Pauw, ‘Willems’ Madoc’, in:<br />
Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie, 1887, p. 167.<br />
11 Rijksarchief te Gent (RAG), Abdij van Groenenbriel, oorkonde 48. De meeste auteurs<br />
situeren deze oorkonde onjuist in het Gentse stadsarchief, wat er onrechtstreeks kan op wijzen