21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

Toch streefde Luther bij zoveel en zo grote ontmoediging vastbesloten naar die hoge<br />

standaard van zedelike en ver-standelike voortreffelikheid, waartoe zijn hart zich voelde<br />

aangetrokken. Hij dorstte naar kennis, en zijn ernstige en praktiese aanleg leidde er hem toe,<br />

meer te haken naar het ware en nuttige, dan naar het opvallende en oppervlakkige. Toen hij<br />

op achttienjarige leeftijd te Erfurt naar de universiteit ging, verkeerde hij in een betere positie,<br />

en waren zijn vooruitzichten gunstiger dan in zijn kinderjaren. Zijn ouders hadden zich door<br />

vlijt en nijverheid een goed bestaan verworven, en waren nu in staat, hem alle nodige<br />

ondersteuning te geven. Ook waren door de invloed van verstandige vrienden de ongunstige<br />

gevolgen van zijn vroegere opleiding enigszins verminderd.<br />

Hij legde er zich op toe, de beste schrijvers te bestuderen, zich ijverig hun diepste<br />

gedachten toeëigenende, en zich de wijsheid van de wijzen tot zijn eigen makende. Zelfs<br />

onder de harde tucht van zijn vorige leermeesters had hij reeds vroeg blijken gegeven van<br />

zich te zullen onderscheiden; en onder gunstige invloed kwam zijn verstand tot snelle<br />

ontwikkeling. Een goed geheugen, een levendige verbeelding, grote redeneerkracht en<br />

onvermoeide ijver plaatsten hem al spoedig onder de beste van zijn medestudenten.<br />

Verstandelike tucht bracht zijn begrip tot rijpheid, en deelde hem een werkzaamheid van geest<br />

en scherpte van opvatting mede, die hem op de strijd van zijn leven voorbereidden.<br />

De vreze des Heren woonde in het hart van Luther, stelde hem in staat, zijn doel<br />

standvastig voor ogen te houden, en leidde hem tot diepe nederigheid voor God. Het gevoel<br />

van afhankelikheid van Gods hulp bleef hem immer bij; en hij verzuimde niet, iedere dag met<br />

gebed te beginnen, terwijl hij in zijn hart onophoudelik smeekte om leiding en steun. “Goed<br />

bidden,” zei hij dikwels, “is meer dan de halve studie.” Op zekere dag de boeken in de<br />

universtiteits bibliotheek doorzoekend, ontdekte Luther een Latijnse Bijbel. Zulk een boek<br />

had hij nooit tevoren gezien. Hij wist niet, dat het bestond. Hij had gedeelten uit de<br />

Evangelieën en de Brieven gehoord, die bij de openbare godsdienstoefening aan het volk<br />

voorgelezen werden, en meende, dat die de gehele Bijbel uitmaakten. Nu zag hij voor de<br />

eerste maal het gehele Woord van God. Met een gemengd gevoel van ontzag en verwondering<br />

sloeg hij de heilige bladen om; met versnelde polsslag en een kloppend hart las hij met eigen<br />

ogen de woorden des levens, slechts nu en dan ophoudende om uit te roepen: “O, of- God me<br />

zulk een boek voor mijzelf wilde schenken!”1 Engelen des hemels stonden aan zijn zijde, en<br />

lichtstralen van Gods troon openbaarden de schatten der waarheid aan zijn verstand. Hij was<br />

altijd bevreesd geweest om God te beledigen, maar nu overmeesterde hem de diepe<br />

overtuiging van zijn toestand als zondaar sterker dan ooit tevoren.<br />

Een ernstige begeerte om van de zonde vrij te komen en vrede met God te vinden, leidde<br />

hem er ten laatste toe, in een klooster te gaan, en zich aan het monnikeleven te wijden. Hier<br />

werd hem het laagste werk aangewezen, en moest hij van huis tot huis bedelen. Hij was op<br />

die leeftijd, waarop men het meest behoefte heeft aan achting en waardering; en deze lage<br />

arbeid kwetste zijn natuurlik gevoel diep; maar hij ver-droeg de vernedering geduldig,<br />

gelovende, dat die wegens zijn zonden een noodzakelikheid was.<br />

79

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!