21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

zetten, en vreesde, dat hij tot verantwoording geroepen zou worden voor de zonden,<br />

waarmede hij de drievoudige kroon onteerd had, zowel als voor de misdaden, door welke hij<br />

die had verkregen. Toch deed hij zijn intocht in de stad Constance met grote praal, vergezeld<br />

van geesteliken van de hoogste rang, en door een stoet van hovelingen gevolgd. Al de<br />

geesteliken en waardigheidsbekleders van de stad, met een grote menigte burgers, gingen uit<br />

om hem te verwelkomen. Boven zijn hoofd was een gouden hemel, door vier van de<br />

voornaamste magistraten gedragen. De hostie werd v——r hem uitgedragen, en de rijke<br />

klederen van de kardinalen en edelen maakten een indrukwekkende vertoning.<br />

Onderwijl naderde een andere reiziger Constance. Huss was zich bewust van de gevaren,<br />

die hem dreigden. Hij nam afscheid van zijn vrienden, alsof hij hen nooit weer zou ontmoeten,<br />

en aanvaardde zijn reis, gevoelende, dat die hem naar de brandstapel zou leiden.<br />

Niettegenstaande hij een vrijgeleide van de koning van Bohemen had gekregen, en hij er ook<br />

een ontving van keizer Sigismund, terwijl hij op reis was, regelde hij zijn zaken met het oog<br />

op de waarschijnlikheid van zijn dood.<br />

In een brief aan zijn vrienden te Praag schreef hij: “Ik vertrek, mijn broeders, met een<br />

vrijgeleide van de koning, om mijn talrijke en dodelike vijanden te gaan ontmoeten. . . . Ik<br />

vertrouw volkomen op de almachtige God, op mijn Heiland; ik vertrouw, dat Hij uw vurige<br />

gebeden zal verhoren; dat Hij Zijn voorzichtigheid en wijsheid in mijn mond zal leggen, opdat<br />

ik hen zal kunnen weerstaan; en dat Hij me Zijn Heilige Geest zal schenken om me te sterken<br />

in Zijn waarheid, zodat ik met moed verleidingen, gevangenis, en, zo nodig, een wrede dood<br />

in het aangezicht zal kunnen zien. Jezus Christus<br />

leed voor Zijn veelgeliefden; en zou het ons dan verwonderen, dat Hij ons Zijn voorbeeld<br />

heeft nagelaten, opdat we met geduld alles zouden verdragen voor onze eigen zaligheid? Hij<br />

is God, en wij zijn Zijn schepselen; Hij is de Meester, en wij zijn Zijn dienstknechten; Hij is<br />

de Heer van de wereld, en wij zijn Zijn veraehtelike stervelingen: — toch leed Hij! Waarom<br />

dan zouden wij ook niet lijden, vo—rname- lik wanneer het lijden reiniging voor ons betekent?<br />

Daarom, geliefden, indien mijn dood Hem zou moeten verheerliken, bidt dan, dat die spoedig<br />

moge komen, en de Heer me moge in staat stellen, al mijn rampen met standvastigheid te<br />

verduren. Maar als het beter zal zijn, dat ik tot u terugkeer, laten we dan God bidden, dat ik<br />

terugkeren moge zonder blaam,— dat is, dat ik geen tittel van de waarheid van het evangelie<br />

moge onderdrukken, opdat ik mijn broederen een goed voorbeeld ter navolging achterlate. Ge<br />

zult derhalve mijn aangezicht waarschijnlik nooit meer te Praag aanschouwen; maar zou de<br />

wil van God Almachtig het goedachten, me aan u terug te geven, laat ons dan met een vaster<br />

hart toenemen in de kennis van en de liefde tot Zijn wet.”<br />

In een andere brief aan een priester, die een volgeling van het evangelie geworden was,<br />

sprak Huss met diepe nederigheid over zijn eigen dwalingen, zichzelf aanklagende, dat het<br />

hem genoegen verschaft had, rijke klederen te dragen, en hij uren verspild had met ijdele<br />

arbeid. Hieraan voegde hij deze treffende vermaningen toe: “Mogen de heerlikheid Gods en<br />

67

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!