21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

schare,” “als een stem van vele wateren, en als een stem van sterke don-derslagen,” wordt<br />

gehoord, zeggende: “Halleluja; want de Heer, de Almachtige God, heeft als Koning geheerst.”<br />

Terwijl de aarde overgegeven was aan het vernielende vuur, hebben de rechtvaardigen<br />

veilig in de heilige stad gewoond. Over degenen, die deel gehad hebben in de eerste<br />

opstanding, heeft “de tweede dood geen macht.” Terwijl God een verterend vuur is voor de<br />

goddelozen, is Hij voor Zijn volk beide een zon en een schild. “En ik zag een nieuwe hemel<br />

en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde was voorbijgegaan.” Het vuur,<br />

waardoor de goddelozen verteerd worden, zuivert de aarde. Ieder spoor van de vloek wordt<br />

weggevaagd. Geen eeuwig brandende hel zal de vreselike gevolgen van de zonde aan de<br />

verlosten in herinnering brengen.<br />

Er blijft slechts één herinnering over: onze Heiland zal altijd de merken van Zijn kruisiging<br />

blijven dragen. Op Zijn gewond hoofd, in Zijn zijde, Zijn handen en voeten, zijn de enigste<br />

sporen merkbaar van het wrede werk, dat de zonde heeft gewrocht. De profeet zegt, Christus<br />

in Zijn heerlikheid aanschouwende: “Hij had hoornen aan Zijn hand (kanttekening: heldere<br />

stalen uit zijn zijde), en aldaar was Zijn sterkte verborgen.” In die doorstoken zijde, vanwaar<br />

de bloedstroom vloeide, die de mens met God verzoende,— daarin ligt de heerlikheid van de<br />

Heiland, aldaar is “Zijn sterkte verborgen.” “Machtig om te verlossen,” door het offer van de<br />

verlossing, had Hij dientengevolge de kracht om gericht te houden over hen, die Gods genade<br />

hebben veracht. En de tekenen van Zijn vernede-ring zijn Zijn hoogste eer; de eeuwigheid<br />

door zullen de wonden van Golgotha Zijn lof verkondigen, en Zijn macht vertellen.<br />

“Gij, schaapstoren, gij, Ofel van de dochter Zions! tot u zal komen, ja daar zal komen de<br />

vorige herschappij.” De tijd is gekomen, waarnaar de heiligen met verlangen hebben<br />

uitgezien, sinds het vlammend zwaard het eerste paar uit Eden bande,— de tijd voor “de<br />

verkregene verlossing.” De aarde, die oorspronkelik aan de mens tot koninkrijk gegeven was,<br />

en door hem in handen van de Satan verraden, en die zo lang door de machtige vijand beheerst<br />

is geworden, is door het grote verlossingsplan hersteld. Alles, wat door de zonde verloren was,<br />

is nu teruggebracht. “Alzo zegt de Heer . . . die de aarde geformeerd, en die gemaakt heeft;<br />

Hij heeft hem bevestigd; Hij heeft hem niet geschapen, dat hij ledig zou zijn, maar heeft hem<br />

geformeerd, opdat men daarin wonen zou.” Gods oorspronkelik plan met het scheppen van<br />

de aarde is nu vervuld, daar hij tot eeuwige verblijfplaats van de verlosten gemaakt is. “De<br />

rechtvaardigen zullen de aarde er- felik bezitten, en in eeuwigheid daarop wonen.”<br />

De vrees van de toekomstige erfenis te stoffelik te laten schijnen, heeft er velen toe<br />

gebracht, de waarheden te ver- geesteliken, die er ons eigenlik toe moeten leiden, hem als ons<br />

tehuis te beschouwen. Christus verzekerde Zijn discipelen, dat Hij wegging om woningen<br />

voor hen te bereiden in het huis van de Vader. Zij, die de leer van Gods woord aannemen,<br />

zullen niet geheel en al onwetend zijn aangaande de hemelse verblijfplaats. En toch: “Hetgeen<br />

het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord, en in het hart van de mens niet is<br />

opgeklommen, heeft God bereid voor die, die Hem liefhebben.” Mensetaal schiet te kort om<br />

468

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!