21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

zien, hoe de boze karaktertrekken, die ze op haar zoon over-droeg, de hartstochten, door haar<br />

invloed en voorbeeld aan- gemoedigd en ontwikkeld, vrucht gedragen hebben in misdaden,<br />

die de wereld hebben doen sidderen.<br />

Er zijn paapse priesters en prelaten, die voorgaven gezanten van Christus te zijn, en toch<br />

de pijnbank, de gevangenis en de brandstapel gebruikten, om heerschappij te voeren over de<br />

gewetens van Zijn volk. Daar zijn de trotse pausen, die zich boven God verhieven, en zich het<br />

recht aangematigd hebben om de wet van de Allerhoogste te veranderen. De voorgewende<br />

kerkvaders hebben een rekening bij God te vereffenen, waarvan ze gaarne ontslagen zouden<br />

zijn. Te laat zijn ze gedwongen in te zien, dat de Alwetende ijverig is op Zijn wet, en dat Hij<br />

de schuldige geenszins onschuldig houdt. Ze verstaan nu, dat Christus Zijn belangen<br />

vereenzelvigt met die van Zijn lijdende volk; en ze gevoelen de kracht van Zijn eigen woorden:<br />

“Voor zoveel ge dit aan een van deze mijn minste broederen gedaan hebt, zo hebt ge dat Mij<br />

gedaan.”<br />

De gehele boze wereld staat v——r de rechterstoel van God, gedaagd op de aanklacht van<br />

hoogverraad tegen het bestuur des hemels. Ze hebben niemand, om hun zaak te bepleiten; ze<br />

zijn zonder verontschuldiging; en het vonnis van de eeuwige dood wordt over hen<br />

uitgesproken. Het is allen nu duidelik, dat de bezoldiging van de zonde geen edele<br />

onafhankelikheid en eeuwig leven, maar slavernij, ondergang en dood is. De goddelozen zien<br />

in, wat ze verbeurd hebben door hun leven van opstand. Het gans zeer uitnemend, eeuwig<br />

gewicht der heerlikheid is versmaad, toen het hun aangeboden werd; maar hoe begeerlik<br />

schijnt het nu. “Dit alles,” roept de verloren ziel uit, “had ik kunnen hebben, maar ik verkoos,<br />

die dingen ver van me af te zetten. O, vreemde verblinding! Ik heb vrede, geluk en eer voor<br />

ellende, oneer en wanhoop verruild.” Allen zien in, dat hun uitsluiting uit de hemel<br />

rechtvaardig is. Door hun leven hebben ze verklaard: “We willen niet, dat deze Jezus over ons<br />

koning zal zijn.”<br />

Als betoverd hebben de goddelozen de kroning van de Zoon van God aanschouwd. Ze<br />

zien in Zijn handen de tafelen van de Goddelike wet, de instellingen, die ze versmaad en<br />

vertreden hebben. Ze zijn getuigen van de ontboezemingen van verwondering, verrukking en<br />

aanbidding van de gezaligden; en terwijl de golf van melodie over de menigten buiten de stad<br />

henenrolt, roepen allen eenstemmig uit: “Groot en wonderlik zijn Uw werken, Heer, Gij,<br />

Almachtige God! rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij, Koning der heiligenen;”1<br />

nedervallende, aanbidden ze de Vorst des Levens.<br />

Satan schijnt verlamd bij de aanschouwing van de heerlikheid en majesteit van Christus.<br />

Hij, die eenmaal een overdekkende cherub was, gedenkt er aan, vanwaar hij uitgevallen is.<br />

Een blinkende seraf, “Zoon van de dageraad;” hoe veranderd, hoe verlaagd! Uit de raad, waar<br />

hij eenmaal geëerd was, is hij voor eeuwig buitengesloten. Hij ziet nu een ander nabij de<br />

Vader staan, Zijn heerlikheid als met een sluier bedekkend. Hij heeft de kroon op het hoofd<br />

464

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!